jaargang 9 • nr.26 • najaar 2011 • Periodiciteit: 4 maal per jaar
Hét vaktijdschrift voor de maïsteler
Zetmeel.....alles draait om de kolf Loonbedrijf Lettink gaat altijd door met rupsbanden Dirk van den Haute bekijkt de maïs voor hij aankoopt
“KWS en ik. Dat belooft een goede opbrengst.” Wie zich hoogwaardig zaaizaad gunt, investeert in de geruststellende zekerheid van een goede en geslaagde opbrengst. Met zaaizaad van KWS, dé specialist voor suikerbieten en maïs, kiest u voor een top-rendement. Dat vertrouwen hebben telers al meer dan 150 jaar. Voor telers is de oranje zak de kleur voor succes. Lees meer over KWS op: 2 |
www.kwsbenelux.com najaar 2011
Voorwoord
Inhoud
maïs = zetmeel = korrelopbrengst Het oogstseizoen komt eraan. Of u nu silomaïs, CCM, geplette maïs of droge korrelmaïs van het veld haalt, het gaat altijd (in welke vorm dan ook) om de zetmeelopbrengst, dus de korrelopbrengst. Want alleen die brengt de voederwaarde. In de markt heerst de vraag: voeder waarde? Het antwoord is: zetmeel! De Nederlandse rassenlijst moet op zijn kop. Het kengetal celwand verteerbaarheid is al geschrapt en daarmee een belangrijk onderdeel in de VEM. Daarmee staat ook de VEM ter discussie. Gelukkig maar, want zetmeel is het enige dat telt. Het zetmeelgehalte is eenvoudig en correct te bepalen in kuilanalyses. Alleen de rijpheid van de maïs is sterk van invloed hierop. En daarom kan je ook deze in de normale silomaïsproeven wel bepalen, maar mag je ze niet vergelijken. Kortom: het hele evaluatiesysteem moet op zijn kop om tot een correcte waardevolle productvergelijking voor silomaïs te kunnen komen. Er moet een systeem komen dat focust op de potentiële zetmeelopbrengst per hectare. Korrelmaïsopbrengst resultaten vormen voorlopig de beste basis voor de rassenkeuze op basis van zetmeelopbrengst per hectare. Wij wensen u een goede oogst.
Nieuws Om organische stof te onderhouden gebruiken telers steeds vaker versnippermachines. Het Duitse tijdschrift Maïs deed een praktijktest.
Hoofdartikel
4
Alles draait bij maïs om zetmeel. 6
Onderzoeker Roeland Vandenborre zet uiteen wat er in de kolf gebeurt tijdens het afrijpen.
Beeldverhaal
10
Zo bepaalt u het optimale moment om te oogsten!
Interview
Loonbedrijf Lettink
12
De broers Rene en Jeroen Rougoor over rupsbanden, silagewagens, spitten en de groei van CCM.
Het maïsjaar 2011 begon moeizaam met veel droogte.
14
Met twee KSM-ers kijken we terug én vooruit.
Bedrijf in de kijker
Telers en loonwerkers aan het woord
16
In het Waalse Steinbach (zo’n 550 meter boven de zeespiegel) kunnen Dirk van den Haute en Christel Jochems zelf geen maïs verbouwen, dus kopen ze het aan. “We gaan voor kwaliteit en dus krijgen onze 150 koeien maïs.”
Wat zijn de belangrijkste voederwaardecijfers van maïs?
18
Martine Bruinenberg van BLGG AgroXpertus en Harrie van der Vliet van Trouw Nutrition geven hun visie.
De redactie
Colofon
“De Maïsteler” is een uitgave van Gil Claes Producties. Er wordt geen verantwoording genomen voor de consequenties van gevolgtrekkingen van de lezer uit de inhoud van dit blad.
Oplage: Editie België 12.500 ex. Editie Nederland 19.500 ex. Uitgeverij / advertenties Gil Claes Producties Brigitte Weyts Gerheiden 87 2250 Olen - België tel 0032 (0)14 27 94 91 e-mail
[email protected]
Redactiesecretariaat Alice Booij tel 0031 (0)6 532 564 56 e-mail
[email protected] Afgifte kantoor: België Hasselt Nederland Sittard Redactie en fotografie: Arjan Lassche, Rob van Ginneken,
Loonbedrijf Lettink, Alice Booij “De Maïsteler” wordt gratis op naam verstuurd aan alle telers met meer dan 5 ha maïs en de loonwerkers in Nederland en Vlaanderen. Overige abonnementen tegen betaling van € 10,-
op rek.nr. 413-2142071-77, van Gil Claes Producties, met duidelijke vermelding: abonnement De Maïsteler. Gelieve bij onjuiste adressering of bij verhuizing ons hiervan per post, of per fax of e-mail op de hoogte te brengen. najaar 2011
| 3
Nieuws
Versnippermachines van verschillende leveranciers in de praktijk getest Klepelmaaiers, machines met Y-messen en ventilatorbladen zijn bij de versnippering of mulching van maïsstoppels het breedst inzetbaar. Zo blijkt uit een praktijktest gepubliceerd door het Duitse tijdschrift Maïs. De inzet van mulchingmachines ofwel versnipperaars bij het onderwerken van maïsstoppel en restplant neemt toe om zo het organische stofgehalte van de grond te behouden en te verhogen. Bovendien voorkomt deze manier van onderwerken dat het volggewas aangetast wordt door schimmels. De Duitse Landwirtschaftskammer NRW en de Bayerische Landesans talt für Landwirtschaft testten in de herfst van 2010 het aanbod en de werking van verschillende machines in een praktijktest. De test vond met 8 verschillende machines plaats in de silomaïsstoppel, alsook de stoppel die is achtergebleven na de oogst van CCM. De kwaliteit van de versnippering van de stoppel en stroresten is op de
Beeldauteur Jürgen Rath, DMK, Bonn
dat bij percelen die onder moeilijke omstandigheden geoogst zijn en waar spoorvorming is opgetreden, de kwaliteit van het versnipperen ondermaats blijft. Het zal in de toekomst een uitdaging zijn om met een technische oplossing dit probleem te voorkomen.
volgende drie punten beoordeeld: 1. de mate van versnippering 2. de intensiteit van versnippering 3. vermogensbehoefte/m werkbreedte Over het algemeen kan gecon cludeerd worden dat klepelmaaiers evenals de machine met Y-messen en ventilatorbladen het breedst inzetbaar zijn. Dat neemt niet weg
De technische gegevens van de verschillende geteste machines: Merk
DAL-BO
Spearhead
Schulte
Kuhn
Spearhead
Dücker
Müthing
Müthing
Type
MaxiCut 600
Star-Cut 500
FX 315
RM 280
Trident 2800 HD
UM 27
MU-Pro 280
MU-FARMER 280
Werkprincipe
Snijwalzen
Dubbele messen
Dubbele messen
Y-mes met
Spiraalrotoras
Rotoras
Rotoras
Rotoras
zonder tegenmes
met tegen-mes
ventilatorblad
met klepels
met klepels
met klepels
met klepels
Werkbreedte(m)
5,80
5,00
4,57
2,80
2,80
2,70
2,80
2,80
Doorsnede
0,60
3 x 1,80
1,55/1,80/1,55
0,65
0,45
0,62
0,51
0,67
90
Boven 3
Boven 2
64 Y-messen
66
24
24
18
onder 3
onder 2
32 klepels
Steunsloffen
Steunwielen
Steunwielen
Steunrol
Steunsloffen
Steunsloffen
Steunsloffen
rotor(m) Aantal messen/ klepels per rotor Hoogteregeling
-
of steunrol
4 |
najaar 2011
Proefveld van 3,5 hectare op Werktuigendagen in Oudenaarde KWS heeft op de werktuigendagen in Oudenaarde (op zaterdag 24 en zondag 25 september, tussen 9.00 en 18.00 uur) een proefveld van 3,5 hectare aangelegd waar zo’n 20 KWS m aïsrassen te bewonderen zijn. D aarnaast zullen er ook KWSbietenrassen tentoongesteld worden. Op zondag is er een kringdemo waarbij verschillende machines rondom de maïsteelt in het werk te bekijken zijn. Bezoekers zijn hartelijk welkom in de tent op het KWS-terrein om te profiteren van de vroegbestelkorting. Op vertoon van uw KWS-relatiepas (die met deze Maïsteler is meegestuurd) krijgt u gratis toegang. Voor meer informatie: www.werktuigendagen.be
Maïs rijpt traag af De afrijping van de maïs verloopt met name in het noorden van Nederland traag, zo blijkt uit de eerste monster names van 20 augustus. Het drogestof percentage in de kolf ligt in het noorden van Nederland rond de 20% terwijl het in het zuiden schommelt rond 30%. “De verwachting is dat de oogst in het noorden niet eerder dan begin oktober écht op gang zal komen”, schat Arjan Lassche van KWS in. “Alleen de hele vroege rassen zullen eerder rijp zijn.” Voor de oogst is een drogestofpercen tage in de kolf rond 55 tot 60 % nodig. Met een gemiddelde verhoging van de drogestof van 1 % per dag betekent het nog 40 dagen totdat de korrels harddeegrijp zijn om te oogsten. Het natte en relatief koude weer in augustus zorgt voor een langzame vulling van de kolven. “We hebben in september nog wel wat hogere dagtemperaturen en een wat lagere luchtvochtigheid nodig”, geeft Lassche aan. Dankzij het vocht in de grond vindt er nog steeds mineralisatie plaats, dus voeding van de plant. “De planten zijn voor deze tijd van het jaar ook nog behoorlijk groen. Andere jaren zie je dat de onderste bladeren al wat bruin worden.”
Bezoek de KWS-demodagen! Op verschillende locaties in Neder land en Vlaanderen houdt KWS komende weken haar demodagen met als thema: maximalisatie rendement=zetmeelmanagement! U bent van harte uitgenodigd om samen met de KSM-er uit uw regio van gedachten te wisselen over de laatste stand van zaken rondom de maïsteelt. Vanzelfsprekend ziet u op de demovelden ook verschil lende soorten maïsrassen, wordt de bepaling van het optimale oogstmoment besproken én kunt u gebruik maken van de mogelijk heid tot vroegbestel-condities voor het maïsjaar 2012. Vanzelfsprekend zorgt KWS tijdens uw bezoek ook voor een drankje en een hapje.
KWS Maïs DEMODAGEN 2011 vanaf 7 september Noord-Nederland 08-sep Dijksterweg 23 Kloosterburen 13.30 - 16.30u 13-sep PW Jansenlaan 41 Vledderveen 13.30 - 16.30u 13-sep Hoofdstraat 199 Beerta 13.30 - 16.30u 14-sep Gorterlaan nabij spoorweg Staphorst 13.30 - 16.30u 15-sep Slennerbroekweg 13 Hoonhorst 13.30 - 16.30u 15-sep Bijdeleijwei 155 Hoornsterzwaag 13.30 - 16.30u 17-sep Dokter Larijweg 60 Ruinerwold 10.00 - 12.30u 21-sep Ommelanderwijk 317 Ommelanderwijk 13.30 - 16.30u 22-sep IJkenweg 32 Noordwolde 13.30 - 16.30u 22-sep Roderweg-Kampweg Bunne 13.30 - 16.30u 30-sep Lakeweg IJsselham 13.30 - 16.30u Midden-Nederland 08-sep Marshoekersteeg 2 Dalfsen 13.30 - 16.30u 09-sep Prinsenstraat Breedenbroek 13.30 - 16.30u 14-sep Zelhemseweg 44 Hengelo (GLD) 13.30 - 16.30u 15-sep Prov. weg Rijssen-Nijverdal Zuna 13.30 - 16.30u 16-sep Zenderensestraat Albergen 13.30 - 16.30u 20-sep Stokkersweg-Borculoseweg Eibergen 13.30 - 16.30u 21-sep De Stokte Dalfsen 13.30 - 16.30u Zuid-Nederland 07-sep Kloosterdreef 8 Aarle Rixtel 13.30 - 16.30u 13-sep Gelderseind Nieuwstadt 13.30 - 16.30u West / Midden België 11-sep Hulstbaan 266 Sinaaï 13.00 - 18.00u 13-sep Assesteenweg 378 Ternat 13.30 - 16.30u Oost-België Afrit 32 Tongersesteenweg 14-sep Millen (Riemst) 13.30 - 16.30u 16-sep Diestersteenweg Maaseik Neeroeteren 13.30 - 16.30u
najaar 2011
| 5
Hoofdartikel
De kolf met inhoud is het allerbelangrijkste van de maïsplant
Zetmeel, zetmeel en nog eens zetmeel! Alles draait bij de maïsteelt om de kolf. Daar zit namelijk het meest waardevolle nutriënt in: zetmeel. Natuurlijk zijn stengel en blad onontbeerlijk voor een goede kolfvulling en ook als drager van de kolf. “Maar de drogestofopbrengst, het drogestof gehalte en de energiedichtheid (VEM) worden zeer sterk beïnvloed door het zetmeel en dus de kolf. Het zetmeel moet dus centraal staan in de rassenbeoordeling.” Maïs telen betekent hoge opbreng stenaan zetmeel telen. Het koolhydraat zetmeel bete kent tenslotte energie voor het vee. Wie maïs verbouwt heeft het zetmeel dus zelf in
huis en hoeft het niet in brokvorm of met andere (dure) producten aan te kopen. “Het zetmeel is dé belang
6 |
najaar 2011
6 |
najaar 2011
rijkste component van de maïs, zowel voor de veevoeding als voor de bedrijfseconomie”, vat Roeland Vandenborre, technisch manager bij KWS, samen. “In de waardering van maïs moeten beide aspecten dan ook meegenomen worden.” De onderzoeker geeft aan dat in de veevoeding denken in tonnen droge stofopbrengst per hectare en ook VEM oude zienswijzen zijn. “Het gaat erom dat de kolven maximaal gevuld en rijp zijn: dan heb je de meeste opbrengst aan zetmeel en de meeste energiedichtheid. Dat telt.”
Kolf bepaalt oogstmoment Het juiste oogstmoment bepalen betekent volgens Vandenborre kijken naar de kolf. Zo gauw deze m aximaal is gevuld, halen telers ook de maximale zetmeel van een hectare. “En dus verschilt silomaïs niet wezenlijk van korrel maïs: het draait om zoveel mogelijk kolf met zoveel mogelijk goed gevulde korrels.” Uiteindelijk vindt de productie van dit zetmeel pas plaats nadat de maïsplant is
”Op VEM kun je geen ranglijsten maken” gaan bloeien. “Dan pas begint de vulling van de kolf en wordt het zetmeel gevormd.” Vandenborre
Roeland Vandenborre: “Het zetmeel moet centraal staan in de rassenbeoordeling”
vergelijkt het met een lege emmer die langzaamaan volloopt. “Het zetmeel is bij de bloei nog nul. Voor de bloei zorgt fotosynthese er elke dag voor dat de suikers niet meer in de restplant, het vegetatieve deel, terechtkomen, maar omgezet worden naar zetmeel in de kolf, het generatieve deel.” Hij geeft aan dat op topdagen het gewas 150 tot 200 kilo drogestof per hectare maakt, wat na de bloei zetmeel is. “Als je dat verdeelt over de 100.000 planten die op een hectare staan, weet je dat de emmer bij wijze van spreken met een lepeltje gevuld wordt”, zo beschrijft hij. Het is een langzaam en geduldig proces waarbij het zetmeel toeneemt. “Op het moment van bloei, nog zonder kolf, is het drogestofpercentage van de totale plant 15 tot 18%.” Zes weken later, zo rond de datum van 1 september oogt de plant nog groen en is het droge stofpercentage gestegen naar zo’n 28 tot 30%. “De verandering in het drogestofpercentage komt alleen van de kolfvulling. Doordat er meer zetmeel in de emmer komt, stijgt het drogestofpercentage met plusminus 1% per dag in de kolf, afhankelijk van de weersomstandigheden.” Het
afrijpingsproces gebeurt in de kolf, zo benadrukt Vandenborre nog maar eens. “De mate waarin het zetmeel toeneemt bepaalt dus de vroegheid van het ras. Vroege rassen vullen de korrels snel met zetmeel.” Uiteindelijk vindt de oogst plaats bij een drogestofpercentage in de gehele plant van zo’n 35%. “Dan heb je een gezonde, groene restplant.” Is het drogestofpercentage hoger dan ligt broei op de loer. “Aanrijden is dan moeilijker, het duurt langer voordat de zuurstof uit de kuil is. En bij het openen van de kuil is de maïs poreus, kan er lucht intreden en broei optreden.”
Restplant is bedrijfszekerheid Heeft de restplant dan totaal geen waarde in de beoordeling van het oogsttijdstip? ”De groene massa van de maïsplant zegt dus niets over het beste oogsttijdstip, zo geeft Vandenborre aan. “De stengel en het blad zijn er voor de bedrijfszeker heid. Deze moeten ervoor zorgen dat de kolf ook daadwerkelijk op het beste moment geoogst kan worden.” De plant moet dus vooral bestand zijn tegen ziekten en legering. “Het moet zo lang gezond en groen op het
veld staan totdat de kolf helemaal rijp is”. Het is vergelijkbaar met het vlagblad bij graan. “Het kolfblad heeft dezelfde rol bij maïs.” En daarbij functioneert de restplant als waterbuffer. Bij geringe vochtvoor raad in de grond zal de restplant een laag vochtpercentage hebben en dus een hoger drogestofgehalte. “Terwijl bij nat weer de restplant zich weer volzuigt en zo een lager drogestofpercentage heeft”, licht Vandenborre de ‘sponsachtige’ werking van de maïsplanten toe. “De drogestofopbrengst, het droge stofgehalte, de energiedichtheid (VEM) wordt zeer sterk beïnvloed door het zetmeel en dus de kolf. Het zetmeel moet dus centraal staan in de rassenbeoordeling.”
”Op een topdag produceert maïs 150 tot 200 kilo drogestof per hectare” Zetmeelintensiteit De voedingtechnische kwaliteiten van zetmeel zijn daarbij ook nog eens het hoogst. Nagenoeg 100% van het zetmeel is verteerbaar. Het bestendige deel zowel als het onbestendige deel zijn van groot belang voor de energievoorziening voor de melkproductie van koeien. “De restplant bevat voor 70 tot 80% celwanden. Daarvan bestaat
najaar 2011
| 7
40 tot 50% uit cellulose, een zelfde hoeveelheid hemicellulose en zo’n 2% lignine. De cellulosesoorten zijn nog wel verteerbaar voor de koe. “Maar dan moeten ze wel 60 tot 100 uur in de pens verblijven. In
”De restplant zorgt ervoor dat de kolf lang en gezond op het veld kan staan” praktijk is dat slechts 8 tot 12 uur”, weet Vandenborre. De lignine is niet afbreekbaar. “Eigenlijk is de rest plant niets meer dan structuur en dus activator van de pens.” Koeien halen dan ook het gros (ongeveer 90%) van de voederwaarde van de silomaïs uit de korrel, de rest uit de restplant. “In de energievoorziening voor de koeien is de bijdrage van de celwanden bijna nihil.” En voor veehouders die naar een hoge zetmeelintensiteit streven: CCM en maïs pletten levert
één is langer dan de andere dan zal het zetmeelgehalte van de lange plant lager zijn. Zetmeelgehalte is bovendien a frijpingsafhankelijk. ”Hij pleit voor een vergelijking op basis van zetmeelopbrengst in relatie tot korrelrijpheid. “Dat is tenslotte economie.”
iteindelijk het beste van de maïs. u “Hoger hakselen is ook een optie”, geeft Vandenborre aan. “Het aandeel van de restplant gaat naar beneden, het aandeel kolf stijgt evenals het drogestofpercentage.”
Rassen kweken mét maximaal zetmeel
Vroeg werd laat
Wat Vandenborre duidelijk wil maken is dat zetmeel het alles bepalende kenmerk is van maïs. “Het is eigenlijk nog belangrijker dan alle landbouwkundige eigen schappen die maïs heeft.” En dat vertaalt hij dan ook in de productont wikkeling. “We zoeken naar rassen met de hoogste korrelopbrengst, dus zetmeelopbrengst per hectare.” Hij geeft echter aan dat het dan ook belangrijk is de waardering van de rassen op deze basis te doen. “Op VEM kun je geen ranglijsten maken, dan gaat de vroegrijpheid verloren en ook niet op celwandverteerbaar heid, maar daar is men inmiddels achter. Daarvoor is de relatie met de praktijk zeer sterk afhankelijk van het oogstmoment.” Voor zetmeelge halte geldt hetzelfde. “Wanneer je twee planten met dezelfde hoeveel heid zetmeelopbrengst hebt en de
Hij heeft nog een mooi praktijk voorbeeld uit 2010. Van een teler die meende een vroeg ras te hebben gezaaid, het gaat oogsten, maar waarbij de korrels nog niet rijp zijn. “Hij heeft een vroeg ras gezaaid en denkt “ik kan vroeg oogsten”, maar het gewas is er niet klaar voor.” De teler laat opbrengst liggen. “De emmer is nog niet vol. Het was dus eigenlijk geen vroeg ras. Wellicht een ras met hoge VEM opbrengsten of een hoog suikergehalte in de restplant. Of een ras dat door een afstervende restplant een hoog drogestofpercentage krijgt. Het ras krijgt een mooie waardering op de rassenlijst. Maar vroeg is het niet en het meeste zetmeel haalt hij ook niet per hectare. De teler besloot overi gens met de oogst nóg 2 weken te wachten. Toch niet vroeg, maar laat.”
Maïsareaal gelijk, meer grotere telers Het areaal aan maïs dat in Nederland geteeld wordt is de laatste jaren stabiel gebleven op zo’n 240.000 hectare, zo blijkt het cijfers van het CBS. Wel stijgt het aantal bedrijven dat meer dan 10 hectare maïs teelt. “De schaalvergroting in de landbouw heeft hier direct mee te maken”, denkt Arjan Lassche, agro service manager bij KWS Benelux. “De bedrijven worden groter en logischerwijs ook hun areaal maïs.” Alhoewel betrouwbare cijfers over de jaren heen ontbreken is het areaal silomaïs in België de laatste jaren licht gestegen naar ongeveer 230.000 hectare. Daar scoort korrelmaïs met 60.000 hectare hoger dan in Neder land waar de hoeveelheid geteelde hectares korrelmaïs al jaren stabiel ligt rond de 25.000 hectare.
8 |
najaar 2011
Aantal bedrijven met snijmaïs naar areaalgrootte in Nederland (2006 – 2009) bron: CBS/LEI Wageningen 12000
2006
2007
2008
2009
9655
10000
8864 8000 6000 4797 4000 2014
2000
1200
578
0 0-5
2006 2007 2008 2009 2009 tov 2006
5 - 10
10 - 15
0 - 10 ha 10 - 15 ha 20568 4646 19609 4661 19233 4974 18519 4797 -2049 151
15 - 20
>15 ha 2667 2928 3611 3792 1125
20 - 30
Totaal 27881 27198 27818 27108 -773
> 30
Oppervlakte in ha 218.000 221.600 241.700 240.200 22.200
Ricardinio De échte kampioen toont zijn klasse !!!
Rangorde aan diggelen... bevestigd!!! Superieur ten opzichte van alle rassen, op alle lijsten. ✓ Vroeg rijp (Fao 220) ✓ Gebruiksdoel: vroege silomaïs,
CCM/geplette maïs, droge korrelmaïs
✓ Nr 1
in alle korrelmaïsproeven (= zetmeelopbrengst) in alle vroegrijpheden, + 10%
✓ Nr 1 in alle silomaïsproeven in alle vroegrijpheden, + 10% ✓ Top voederwaarde (Energie-index 56) ✓ Zeer goede stay-green ✓ Zeer goede stevigheid ✓ Goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte (Helminthosporium en Kabatiella)
Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com najaar 2011
| 9
Beeldverhaal
Het juiste oogstmoment van silomaïs Het bepalen van het juiste tijdstip van oogst is één van de belangrijkste momenten bij de teelt van maïs. Dat bepaalt namelijk de maximale drogestofopbrengst én de optimale energiedichtheid van silomaïs. Hierbij stap voor stap het proces van afrijping in maïs beschreven. De korrel is bepalend Niet de afrijping van de totale plant, maar de afrijping van de korrel in de plant bepalen het juiste moment om silomaïs te hakselen. Deze korrel en dus de kolf zijn voor de voeder waarde (uit zetmeel) bepalend, en niet de restplant.
‘Stay-green’ is de trend De moderne maïsrassen hebben de eigenschap om lang groen te blijven, ofwel ‘stay-green’. Ze ogen groen, terwijl toch het ideale oogstmoment daar is. Wanneer het ideale oogst moment is bereikt, zijn hooguit de onderste bladeren verkleurd, maar is verreweg het grootste gedeelte van de plant nog groen. Laat u dus niet misleiden en ga het perceel in om de korrels van de kolf te beoordelen. Overigens geeft de ‘stay-green’ eigenschap een zekere ‘oogstelasticiteit’. Zo is er voldoende tijd om de loonwerker te reserveren, zonder dat dat ten koste gaat van kwaliteit en/of opbrengst. Voor de optimale zetmeelopbrengst oogst u wanneer de korrel het volledig rijpe stadium heeft bereikt. Uitgedrukt in geld betekent dit per hectare € 300 – 350 extra, verge leken met oogst in het deegrijpe stadium. Het gemiddelde drogestof percentage van de totale plant ligt dan rond de 35%. Bij dit drogestof percentage zijn perssapverliezen en de kans op broei minimaal.
10 |
najaar 2011
deegrijp 50%
zetmeel (vast)
harddeegrijp 55%
volledig rijp 60%
melklijn
melk (vloeibaar)
Bepaling van de rijpheid van de korrel en daarmee het juiste oogstmoment Loop voor het bepalen van het juiste oogstmoment een aantal meters het maïsperceel in en pluk wille keurig een paar kolven. Breek ze doormidden en snijd een aantal korrels overlangs door. Op basis van de zogenaamde ‘melklijn’ in de korrel kan het drogestofpercentage van de korrel geschat worden. Het drogestofpercentage van de korrel zegt niet alles over het drogestof percentage van de totale plant. Dit is mede afhankelijk van de verhouding kolf/restplant. Hoe hoger het aandeel kolf (bij korte, gedrongen gewassen), hoe droger de maïs. Hoe minder ‘stay-green’ het ras, des te sneller het drogestofpercentage omhoog schiet bij afrijping.
Tips voor een geslaagde maïskuil: • Wacht met oogsten tot de eerste zwarte puntjes in de korrel zichtbaar worden. Een volledig rijpe korrel in combinatie met de hoogste korrelopbrengst heeft de hoogste financïele opbrengst. • Heeft u niet het geduld, of laten de (weers)omstandigheden het jaar na jaar niet toe, kies dan voor een (in de korrel) vroeger afrijpend ras. • Controleer tijdens het hakselen of de korrel in het gehakselde product goed gebroken is. Alleen op die manier komt het zetmeel goed en vlot beschikbaar voor de koe. • Laat de kuil ‘betonvast’ aanrijden. Met een goed aangereden maïs kuil bespaart u uwzelf in de voer periode een hoop problemen door broei en schimmel.
najaar 2011
| 11
Interview
Gebroeders Rougoor van loon- en grondverzetbedrijf Lettink:
“Rupsbanden zijn onze verzekering” Het is half augustus en de hakselaar staat bij de gebroeders Jeroen en René Rougoor in de werkplaats om de maïsbek alvast klaar te maken. Half september staan één hakselaar en twee combines klaar om de vele hectares maïs in de regio van het Gelderse Westendorp te oogsten. “Een groeiend aantal veehouders dorst maïs tot CCM.”
Hoeveel is jullie maïsareaal gegroeid? “De afgelopen 5 jaar zo’n 40%.” Wanneer hebben jullie de eerste maïs gezaaid dit jaar? “18 april. Vroeger zaaien heeft geen zin, want de grond is dan te koud. Zaaien onder folie hebben we geen ervaring mee, maar volgens ons verhoogt het alleen de kostprijs.” Hoe ziet jullie voorjaarsbewerking eruit? “Spitten heeft bij ons het ploegen zo goed als verdrongen. We werken met twee zaaimachines en dan kunnen we, als de spitmachine van het land komt, meteen zaaien. Met spitten houd je ook vocht in de bovengrond vast, dat was dit jaar een groot voordeel. Spuiten doen we vaak voor opkomst want onkruiden als haagwinde zijn hier een probleem.” Wat hebben jullie van het afgelopen maïsjaar geleerd? “We hebben in het natte najaar niet lang wakker gelegen van de oogst. Voor ons geen kettingen, touwen of met drie man het veld in met ‘s avonds maar 5 hectare eraf. We hebben rupsbanden aangeschaft
12 |
najaar 2011
Namen Jeroen en René Rougoor Leeftijd 40 en 45 jaar Bedrijf
Lettink
Gevestigd Westendorp (Gld) Gespecialiseerd Loonen grondverzetbedrijf Aantal werknemers 25 ‘allemaal fanatieke jongens’
en zijn in ploegen gaan werken. Zo hebben we met die éne combine 3 keer zoveel hectares gedaan en zijn tot januari zonder problemen blijven dorsen. Nu staan de rupsen als verzekering in de schuur. Ook al moeten we maar 30 hectare in de nattigheid combinen, we hebben ze.”
Wat is de verhouding tussen hakselen en dorsen? “Zelf hebben we veel huurgrond om maïs op te telen, waarvan we de helft dorsen. De veevoerindustrie verwerkt nogal wat CCM in het voer. Daarnaast is er een groeiend aantal boeren dat zelf CCM verbouwt en verwerkt. Ze telen als het ware hun eigen krachtvoer. Dat komt ook omdat ze meer grond hebben vanwege de mestwetgeving. En we dorsen ook bij loonwerkers die geen combine hebben of geen rupsbanden.” Neemt het areaal dorsen toe? “Nee, er is wel een lichte verschui ving van silomaïs naar dorsen. Aan de andere kant merken we dat de vraag naar silomaïs toeneemt en dat veehouders vooral ook massa in de kuil willen hebben, omdat ze zoveel mogelijk eigen voer van de grond willen halen. We zitten zo’n 7
kilometer van de Duitse grens en daar hebben we als maïstelers veel concurrentie van de vergisters. Eerder kon je in Duitsland maïs kopen, nu kopen ze het hier. Dat maakt dat maïs schaarser wordt.”
”Het lijkt erop dat we minder voertekort hebben dan in 2010” Wat vinden jullie daarvan? “De Duitse regering zorgt voor een gunstige positie van de onder nemers in de energiemarkt. De vergisters schieten als padden stoelen uit de grond, terwijl ze hier bijna failliet gaan. Het is concurren tievervalsing, maar je hebt er in de maïsmarkt mee te maken.” En het maakt de maïs ook duur? “Er waren tijden dat je voor 850 tot 900 euro per hectare maïs kon kopen, tegenwoordig praat je meer over 1250 tot 1350 euro per hectare. De prijzen van grond en de pacht prijzen zijn ook gestegen, dus het is
Dankzij de rupsbanden tot in januari maïs gedorst
wel logisch. En wat dit jaar betreft: er is de laatste maanden toch veel gras nog binnengehaald. Het lijkt erop dat er minder tekort aan voer is dan in 2010.”
”De kuil bepaalt het tempo van hakselen” Kun je elk maïsras ook dorsen? “Nee, telers moeten bij het zaaien wel goed weten wat ze willen. Wanneer je de korrels wilt oogsten moet je meer naar stevigheid kijken en ook builenbrand wil je er niet in hebben. Onze ervaring met KWSrassen zijn wat dat betreft zeer goed. Ze zijn ‘stay green’ zodat ze gemakkelijk een half jaar op het veld kunnen blijven staan zonder stengelrot, ook al staan ze in het water. We pakken de pluim, trekken die naar de grond en de plant swingt keurig weer omhoog. In de hele range aan KWS-rassen zijn de eigenschappen van korrelmaïs ingebouwd.” Wat vinden jullie de ideale haksellengte? “Dat gaat in overleg met de klant. Meestal is het 7 mm om zo iets meer structuur aan het product mee te geven. Je moet dan wel zorgen voor goed scherpe messen en een
goed afgestelde korrelkneuzer om goede kwaliteit werk af te leveren bij deze lengte.”
geteeld wordt. Vruchtwisseling van gras, graan en maïs helpt bij het vruchtbaar houden van de bodem.”
Hoe voorkom je broei in de maïskuil? “Heel goed aanrijden. De kuil bepaalt bij ons het tempo van hakselen. De kuil moet muurvast. Wij werken daarom ook niet met kiepers, maar met silagewagens. Elke keer leggen we er een laagje overheen en daarmee is de maïs beter aan te rijden.”
Hoe luidt het advies na de oogst? “Italiaans raaigras. Daar heb je weinig kilo’s zaad voor nodig en is snel te zaaien. Daarbij is er in het voorjaar niet zoveel restgewas, dat maakt de grondbewerking gemakkelijker. Met rogge heb je teveel product op het land staan. Bij de oogst van korrel maïs vragen we ons wel af wat het nut van een groenbemester is. Net na de opkomst ga je alweer injecteren en eigenlijk heb je er dan met spuiten alleen maar last van.”
Hebben jullie nog aandachtspunten voor maïstelers? “Let op de pH van de grond. We zien percelen met voldoende bemesting, maar te weinig opbrengst. Afgelopen herfst is er niet bekalkt en ook afgelopen voorjaar is het te weinig gedaan. Toch is bekalken belangrijk zodat het gewas maximaal mineralen kan opnemen. Dat wordt in de toekomst nog belangrijker.” Waarom? “Wanneer we in de rijenbemes ting geen fosfaat meer mogen toepassen, gaat het nog meer om efficiënt elke voedingsstof benutten. Dat gaat een druk leggen op de opbrengsten. Het mestbeleid zou kritisch bekeken moeten worden voor de maïsteelt. Het gewas krijgt te weinig voeding om te groeien. De grond raakt uitgeput, vooral op percelen waar jaarrond maïs
”Koop alleen maïs van een teler die voor kwaliteit gaat” Wat is jullie advies: maïs zelf verbouwen of aankopen? “Koop alleen maïs van een teler die voor kwaliteit gaat. Veel telers gaan voor massa, maar je wilt wel 400 gram zetmeel erin hebben. Bij zelf verbouwen kun je zelf de keuzes maken. Zo kan je het hele traject van bemesten tot oogsten ook uitbesteden aan een loonwerker die verstand van zaken heeft. Wij doen dat voor de meeste van onze klanten.”
najaar 2011
| 13
Dit voorjaar allesbepalend voor opkomst en ontwikkeling maïs
Halve meter korter Het maïsjaar 2011 is nog niet afgelopen, maar toch valt er al wel wat te zeggen over dit seizoen. Ondanks een vlotte start in het voorjaar verliep de opkomst door de droogte moeizaam. Dat kent zijn weerslag aan het einde van het seizoen: meerkolvigheid en een korter gewas zijn het resultaat. Het rendement van de maïs werd dit jaar bepaald in het voorjaar.
Het leek allemaal zo voorspoedig te gaan in het voorjaar van 2011. De grond liet zich vroeg en gemak kelijk bewerken dankzij een mooie droge winter. De mest ging er vlot in, de grondbewerking verliep zonder problemen en dus stonden maïs telers begin april al in hun handen te wrijven. De maïs kon er dit jaar vroeg in. “De zeer vroege zaaiers hadden het geluk dat de grond nog vochtig was en daardoor kwamen de planten snel boven”, weet Menno Hulleman, KSM-er in het noorden van Nederland. “Degene die wat later zaaiden kregen te maken met droogte waardoor de kieming van de maïs vertraging opliep.” Soms duurde het zelfs enkele weken voordat de planten zichtbaar boven de grond kwamen, zo vertelt ook Stijn De Baerdemaeker die als KSM-er in Vlaanderen percelen tegenkwam waarbij het wel 6 weken duurde voordat de maïs boven de grond stond. “Het zijn de percelen waar eerst een snede raaigras vanaf is gekomen en daarna maïs werd gezaaid, die het moeilijk hebben gehad.” Het is een gebruikelijke volgorde in de regio bij Stijn, maar dit jaar pakte het niet goed uit. “De zaai vond plaats tussen 5 en 10 mei en toen bleef het maar droog.” Hij ziet overigens hierbij ook heel veel
14 |
najaar 2011
verschillen per regio. “Op een aantal percelen is toch water gevallen terwijl 5 kilometer verderop geen regen kwam. De zon en de tempera tuur waren er wel, maar als er geen vocht is gebeurt er niets.”
Grondbewerking succesfactor Daarbij was de grondbewerking dit voorjaar ook een belangrijke succesfactor. Akkerbouwers die in de winter alvast ploegden, zagen de grond droger en harder worden. “Ze hadden moeite om een fijn zaaibed te maken.” Ploegen en binnen een dag zaaien gaf dit jaar het allerbeste resultaat. “Plus zaaien met een goede zaaimachine”, voegt Stijn toe. “Door goede schijven en aandruk rollen bleef er bovenin de bouwvoor
”Een goede zaaimachine met sterke aandrukrollen maakte dit jaar positief verschil, vooral in een droog zaaibed.” vocht wat van levensbelang was voor de kieming.” Telers die met hun oude zaaimachine het land ingingen kwamen tekort, zag Stijn. “Die hadden de maïs beter kunnen laten zaaien.” Eenmaal gekiemd in een vochtig zaaibed ontwikkelde het wortelstelsel van de maïsplant zich en kon hetook dieper uit de bodem water halen. “Die planten hebben zo een maand voorsprong gekregen en die maïs staat er nu dan ook goed bij”, weet Stijn.
Stijn De Baerdemaker: “Het liefst één goed gevulde kolf”
Stress door vorst Menno geeft echter aan dat aan de vroegzaai vooral in het oosten van het land nadelen kleefden. Daar kregen de jonge maïsplanten te maken met vorst en dus schade en ook storm achtig weer en hagel lieten hun sporen achter. “Achteraf hebben de planten zich wel weer goed hersteld, maar je krijgt toch een soort stress. Hierdoor is ook de veelkolvigheid afkomstig.” Ook al wordt de kolf pas zichtbaar in het tweede gedeelte van het groeiseizoen, kort na de opkomst wordt de hoeveelheid en plaats van de kolven al bepaald. “Het liefst hebben we één goede gevulde kolf. Een tweede kolf kost energie van de plant, wat ook weer ten koste van de
lastig was het juiste moment van onkruidbestrijding te kiezen, blijkt het onkruid toch wel onder controle. “Er staat hier en daar nog wel wat tussen de maïsplanten”, signaleert Menno. “Veel onkruid is gegroeid na de bespuiting.” Wat hij wel aantreft is wat verschijnselen van blad vlekkenziekte. “Dat moeten telers
”Houd bladvlekkenziekte in de gaten” goed in de gaten houden. Wanneer het teveel wordt, is oogsten aan te bevelen om te voorkomen dat het voer muffig en dus niet smakelijk wordt.” Bovendien krijgt bij een flinke aantasting van bladvlekken ziekte de plant de kolf niet meer gevuld. “Dan wordt het gewas noodrijp.”
Menno Hulleman: “Melkveehouders willen massa”
eerste kolf gaat. Zo’n tweede levert vaak niet veel extra’s op”, noemt Menno als nadeel van veelkolvigheid. “En over een derde of vierde kolf hoeven we het niet eens te hebben. Daar komt niets van terecht.” Alhoewel het door de droogte ook
Korrelmaïs in de silo Stijn geeft aan dat hij nog nooit zoveel variatie in maïspercelen heeft gezien als dit jaar. “Er staan percelen heel goed, maar ik zie ook maïs van 60 tot 70 centimeter hoog.” Hij schat in dat veel maïs dat als korrelmaïs gezaaid is uiteindelijk toch in de silomaïs zal belanden.
“Met name melkveehouders hebben tekort: ze willen massa. Daarbij zijn hier meer aardappelen gepoot, er is vraag naar maïs.” Op het eigen bedrijf zal Stijn de 4 hectare die als korrelmaïs is geplant ook in de silomaïs stoppen. “Het groeiseizoen is tekort, het wordt geen korrelmaïs meer tenzij je wilt wachten op vorst in december.”
Cijfer tussen 2 en 10 Menno denkt dat dit maïsjaar nog met een 7,5 zal kunnen eindigen. “Als we tenminste wat droog weer krijgen anders wordt het oogsten heel lastig. ”Hij voegt nog toe om geduldig te zijn bij de oogst. “Je verbouwt maïs voor het zetmeel, maar de plant moet wel de tijd krijgen dit te produceren.” De oogst in de regio bij Stijn zal waarschijnlijk eind september starten. “En op zandgrond kan het half september al wel, vooral met echt vroege rassen.” Hij geeft dit maïsjaar een cijfer tussen 2 en 10. “Ik ben 26 jaar, maar heb nog nooit meegemaakt dat percelen zo slecht erbij staan.” Nuchter is hij echter ook. “Ook al lijkt een gewas goed of slecht te staan, je weet het pas echt na de oogst. De cijfers zijn alles bepalend. Als de maïs straks in de kuil zit en geanalyseerd is, weten we pas echt hoe het maïsjaar 2011 is geweest.”
najaar 2011
| 15
Bedrijf in de kijker
Dirk van den Haute (38) en Christel Jochems (37), Steinbach (Gouvy). Veestapel: 150 melkkoeien, 1.425.000 kilo melk Productie: 9.400 liter melk, 4,20 % vet, 3,50 % eiwit Voeding: flatfeeding. De hoogproductieve koeien krijgen 16 kilogram maïs, de laagproductieve koeien 11,2 kilogram per koe
Maïs voor melkveehouder Van den Haute onmisbaar voor hoge productie
Verse maïs uit de vrachtwagen Silomaïs is een vast onderdeel in het rantsoen van de koeien van Dirk van den Haute en Christel Jochems. Zo’n 550 meter boven de zeespiegel kunnen ze zelf geen kwaliteit verbouwen, dus kopen ze maïs aan. “We bekijken de maïs voor we het aankopen. Goede kolven en een mooie restplant, de lengte vinden we minder belangrijk.” Het was een kleine cultuurschok, toen Dirk van den Haute en zijn vrouw Christel Jochems in 2000 neerstreken in de Ardennen. Afkom stig uit het Vlaamse Ninove was de maïsteelt een gebruikelijk onderdeel van het bouwplan, maar maïs telen op de Waalse gronden bleek geen gemakkelijke opgave. ”In de eerste jaren hebben we een paar goede oogsten gehad. Met opbrengsten van 45 ton per hectare was deze niet veel minder als in Vlaanderen, maar de kwaliteit is niet hoog”, zo heeft van den Haute ervaren.
Veel minder zetmeel Het kwaliteitsverschil verklaart Van den Haute door de ligging van zijn woonplaats Steinbach. Op 550 meter boven de zeespiegel is het voorjaar kouder, wat de ontwikkeling van de plant remt. “Gemiddeld is het hier zo’n 5 graden kouder dan in
16 |
najaar 2011
Vlaanderen, waardoor de maïs soms bevriest en moeilijk afrijpt”, legt de melkveehouder uit. Hoewel er in de omgeving wel melkveehouders zijn die de teelt van maïs in hun bedrijfs voering hebben opgenomen, heeft van den Haute besloten om maïs uit zijn bouwplan te schrappen. “Vorig jaar hadden wij nog 15 hectare maïs staan, maar de kwaliteit was niet voldoende om een hoge productie te realiseren, ondanks dat we rassen gebruikt hadden met een vroegrijpheidscore van maximaal 200.” Met name het zetmeelgehalte van de maïs valt tegen, aldus Van den Haute. “Waar in Noordelijkere streken gemiddeld 350 gram/kilo gram gehaald wordt, scoren wij maximaal 220 gram/kilogram.”
”Voor ik maïs koop, bekijk ik het gewas” Transportkosten Om zijn productie van 9.400 liter per koe te handhaven wil Van den Haute alleen gebruik maken van hoogwaardige ruwvoeders en dus ook maïs. Jaarlijks koopt hij zo’n 700 á 800 ton aan. In eerste instantie
Naast maïs bestaat het hoogproductieve rantsoen uit 1e en 2e snee gras, luzernehooi, gerstestro, maïsmeel, perspulp, proficorn, geplette tarwe, soja(hullen), raapschroot, mineralen, krijt en natriumbicarbonaat
richt hij zich op telers rondom Luik. Hoofdzakelijk om de kosten voor het transport zo laag moge lijk te houden. “Onlangs hebben we ingekuilde maïs aangekocht uit Geel, een afstand van 165 kilo meter, dat kostte 10 euro/ton extra. De transporteur had toen wel een retourvracht.” Dat er extra kosten kleven aan de aankoop van maïs door het transport betekent echter niet dat de veehouder, omwille van kostprijsbeheersing, concessies doet aan de kwaliteit. “De kwaliteit van de kolf en de kwaliteit van het loof moeten goed zijn. De lengte van de plant speelt een mindere rol. Op de rassenlijst staan wel enkele rassen die me bevallen, maar ik ben ook afhankelijk van het product wat de markt aanbiedt”, aldus Van den Haute, die aangeeft dat hij niet
ngezien maïs koopt. Het oogst o tijdstip ligt wat hem betreft bij 34 procent droge stof. “Tot 36 procent is er geen probleem met aanrijden en conserveren en door de maïs wat droger te hakselen hoop ik een vrachtwagen te besparen.”
”Maïs onder folie kost € 300 extra” CCM als krachtvoervervanger Om op transportkosten te besparen liet Van den Haute tot en met 2009 CCM aanvoeren uit Vlimmeren, waar zijn schoonbroer Bart Jochems een melkveebedrijf runt. Omdat Jochems zijn areaal maïs zelf nodig heeft verkiest Van den Haute nu voor de aanvoer van gehakselde maïs, hoewel CCM als voedermiddel hem wel beviel. “De grootte van de veestapel is dusdanig dat we niet meer zelf voorzienend zijn in het ruwvoer. Met gehakselde maïs hebben we meer volume.” Het aandeel CCM in het rantsoen is nu overgenomen door een speciaal maïsmeel van De Heus mengvoeders. Of CCM in de toekomst weer haar intrede doet op het bedrijf is afhankelijk van de prijsvorming van silomaïs. “Als silomaïs heel duur wordt zullen we het misschien weer gaan overwegen.“
Hoewel hij het vooralsnog alleen gevoelsmatig kan onderbouwen, denkt van den Haute dat de volledige aankoop van maïs financieel verant woord is. “Om de huidige productie te behouden zal ik kwalitatief goede maïs moeten verstrekken”, aldus de melkveehouder, die alleen maïs voert aan zijn melkkoeien. Het vervangen van maïs door bijpro ducten ziet hij niet zitten.”Afspraken worden vaak mondeling gemaakt en niet altijd nageleefd. Afgelopen jaar had ik 600 ton perspulp besproken. Uiteindelijk is er maar 350 ton uitge leverd. Daarom was ik genoodzaakt om ingekuilde maïs bij te kopen.”
Afwachtend over foliemaïs Of maïs ooit terugkomt in het teeltplan van van den Haute is niet zeker. De veehouder volgt de ontwikkelingen in zijn directe omge ving nauwgezet. Zo wordt er in de regio rondom Steinbach de laatste jaren maïs geteeld onder plastic. De temperatuur heeft dan minder invloed op de kiem, zodat de ontwik
”Als maïs heel duur wordt, overwegen we weer zelf te gaan verbouwen”
Kwalitatief goede maïs noodzaak voor hoge melkproductie
keling niet geremd wordt. Van den Haute neemt een afwachtende houding in: “Ten eerste kost het 300 euro per hectare extra. Daarnaast heeft er ooit op een perceel van ons maïs gestaan onder plastic. Elke keer als het geploegd wordt, komt er plastic tevoorschijn. Hoewel ik wel geloof dat de plastic van tegen woordig beter is, wacht ik eerst de resultaten even af.”
De twee productiegroepen staan in twee verschillende stallen. In de voorste stal staan de laagproductieve koeien en de melkstal. In de achterste stal lopen de hoogproductieve koeien.
najaar 2011
| 17
Bestendigheid in de zomer lager dan net na het kuilen
Streven naar 400 gram zetmeel per kilogram drogestof De maïs zit in de kuil, een monster is genomen en het voederwaarde-onderzoek ligt keurig op uw bureau. Maar wat zeggen de cijfers over de kwaliteit van de maïs? En hoe is het voer te combineren met andere producten? Harrie van der Vliet van Trouw Nutrition en Martine Bruinenberg van BLGG AgroXpertus lopen langs de kengetallen. Zo’n drie weken nadat de maïs is ingekuild kan er een monster genomen worden voor het voeder waarde-onderzoek. “De meeste veehouders doen ook zo’n onder zoek”, schat Martine Bruinenberg, onderzoeker diervoeding bij BLGG AgroXpertus in. “Met deze g egevens kun je het rantsoen optimaliseren, de krachtvoergift bepalen en daarmee maximaal melken.” Harrie van der Vliet, specialist herkauwers bij Trouw Nutrition vindt het zelfs een ‘must’ voederwaarde- onderzoek te doen. “Voerefficiency en voerkosten zijn de belangrijkste parameters in de productiekosten. Vergeleken hiermee zijn de kosten van zo’n analyse minimaal.”
Zetmeel: bestendig en onbestendig Eén van de belangrijkste getallen waar veehouders naar kijken is het zetmeel. “Dat is hét product waar het bij silomaïs om draait, hier kunnen de koeien echt wat mee”, weten Van de Vliet en Bruinenberg. Gemiddeld ligt het tussen 350 en 400 gram per kilo droge stof. “Het droge stofpercentage van de maïs en het zetmeelgehalte zijn behoorlijk aan elkaar gerelateerd. Bij een hoog drogestofpercentage hoort vaak ook een hoog zetmeelgehalte.” Van der Vliet vult aan dat bij een hoger drogestofpercentage de verterings snelheid in de pens afneemt. “En
18 |
najaar 2011
Bij een hoog drogestofpercentage hoort vaak een hoog zetmeelgehalte en een hogere bestendigheid.
de bestendigheid van het zetmeel neemt toe, echter met de stay-green rassen is de relatie tussen drogestof en bestendigheid minder duidelijk geworden.” Het zetmeel is te splitsen in een bestendig en onbestendig deel. “Het meest, het onbestendige deel, wordt verteerd in de pens. Het bestendige deel gaat door naar de dunne darm”, licht Bruinenberg toe. “Het zetmeel in de dunne darm zorgt voor een meer efficiënte melkproductie. Maar te hoog wil je de bestendigheid ook niet, want dan kan het niet meer verteerd worden in de darm en komt het eruit via de mest.” Afgelopen jaar heeft BLGG voor het eerst ook de stabiliteit van het bestendige zetmeel op de uitslag
”Bestendigheid vermindert na het inkuilen” meegenomen. “De bestendigheid vermindert naarmate maïs langer ingekuild is”, geven Van der Vliet en Bruinenberg aan. “Het is dus voor de rantsoenoptimalisatie van belang dat de maïs meteen in november
of tijdens de volgende zomer wordt gevoerd.” De eiwitstructuur die rond de maïskorrel zit, weekt na het inkuilen in en daarmee kunnen microben erbij komen. “Zo gaat er bestendig zetmeel verloren. Ook hierbij zie je dat bij een hoger aandeel zetmeel er ook meer bestendigheid verloren gaat.” Naast zetmeel geeft Bruinenberg aan dat NDF een belangrijk onder deel is op de voederwaarde-uitslag. “Samen met zetmeel vormt dit het grootste aandeel van de plant.” De NDF en het percentage verteerbaar heid hiervan geven de structuur waarde en de kwaliteit van de rest plant aan. “Bij ‘stay-green’ rassen zou je een hogere verteerbaarheid van de NDF verwachten, maar in ons laboratorium kunnen we geen splitsing maken tussen stay-green en dry down rassen.”
Van papier in de koe Om het rantsoen ‘kloppend’ te maken moet de maïsoogst van 2011 aansluiten op de grasoogst van afgelopen voorjaar en zomer. Volgens de onderzoeken van BLGG AgroXpertus bevatten de voorjaars kuilen van 2011 een hoge VCOS, een hoog suikergehalte, en een geringe
rzoek
taat m/kg, anders ld.
erwaarde alyseaat
enner
Onderzoek-/ordernummer: 697419/002622962
Datum verslag: 29-11-2010
structuur. De verteringssnelheid is
mais silo Voederwaarde-onderzoek Snijmais ingekuild
Maaidatum: Datum monstername:mais silo daardoor hoog. “Zorg ervoor dat de 18-10-2010 18-11-2010 maïs niet te kort gehakseld wordt”,
DS
adviseert Bruinenberg. “Dan voeg je met de maïs nog wat extra structuur Resultaat Streeftoe.” Van product der Vlietdroge geeft stof aan dat hijtraject in het verleden het advies gegeven 380een drogere, trager 320-360 zou hebben
Onderzoek
Resultaat in gram/kg, tenzij anders vermeld.
Voederwaarde en analyseresultaat
Kuilkenner
Najaar, winter
30
119
Voorjaar
26
101
Zomer
24
95
Totale afname
6
Resultaat
Postbus 115 NL-6860 AC Oosterbeek
Mineralen
T +31 (0)88 876 1010 F +31 (0)88 876 1011 E
[email protected] I blgg.agroxpertus.nl
Resultaat droge stof
Streeftraject
Gemiddelde
Mangaan (mg)
Kalium
Zink (mg)
Magnesium
IJzer (mg)
Calcium
Koper (mg)
Gemiddelde
Datum monstername: 18-11-2010
Monster genomen door: Contactpersoon monstername: BLGG AgroXpertus Sipke Nijboer: 0652002147
Resultaat product droge stof
Streeftraject
Resultaat droge stof
Streeftraject
Gemiddelde
320-360
349
Ruw as
36
35-50
39
pH
3,9
3,8-4,2
3,9
VCOS (%)
76,3
73-78
75,5
VEM
373
981
920-1000
966
Ruw eiwit
76
75-85
73
391
3,9
Gemiddelde
Opmerking
380
349
Ruw as VCOS (%)
1027
950-1030
1007
Ruw eiwit totaal
80
80-90
77
21
56
45-60
53
Oplosbr.ruw eiwit(%)
52
42-60
56
OEB+
-14
-38
-40 - -20
-38
Ruw vet
31
25-35
34
VOS
280
736
700-750
726
Ruwe celstof
163
180-200
190
VEVI DVE+
FOSp+
966
Ruw eiwit
201
529
505-555
532
Suiker
< 12
1-15
13
-1
-2
-10 - 0
-3
Zetmeel
392
320-400
349
98
257
240-285
260
Best.heid zetmeel(%)
30
25-34
29
Structuurwaarde
1,6
1,7-2,0
1,8
Bestendig zetmeel(g)
119
70-120
101
Verzadigingswrd.
0,84
0,79-0,82
0,82
NDF
364
370-420
393
NDFverteerbr.heid(%)
52,7
30-70
53,7
ADF
191
190-220
215
ADL
17
14-20
18
OEB+ 2 uur FOSp+ 2 uur
1007
Stabiliteit bestendig zetmeel Verloop Resultaat best.zetmeel % g/kg DS Najaar, winter
53 30
119
26
101
Zomer
24
95
Totale afname
6
Voorjaar
Ruw eiwit totaal
Streeftraject
0-3
1,1-2,7
Kat.AnionVerschil (meq)
Maaidatum: 18-10-2010
DS
Jodium (mg)
Resultaat droge stof
1,8
Chloor
Datum verslag: 29-11-2010
Oplosbr.ruw eiwit(%)
36
Partij Ras snijmais
80 52
Gemiddelde
35-50
39
-
BEMONSTERINGSMETHODE:
Droge stof Ruw eiwit (bij silage: ammoniakvrij) Oplosbr.ruw eiwit(%) Ruw eiwit totaal Ruwe celstof Ruw as VCOS (%) Suiker Zetmeel Best.heid zetmeel(%) Ruw vet Chloor pH NDF NDFverteerbr.heid(%) ADF ADL
Q
Em: GEWAS.OVB
Q
Em: NIRS Em: NIRS Berekende waarde Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS Em: NIRS
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Kobalt (µg)
DVE 1991: Voormalige DVE-waarden: 49 g DVE, -26 g OEB en 493
73-78
GEBRUIKTE AFKORTINGEN:
PLA 2310
BEPALINGSMETHODE:
Em Gw; Cf Q
Streeftraject 2,3
Seleen (µg)
Rundvee: de berekende gehalten van onderstaande darmverteerbare aminozuren bedragen circa: Lysine 3,5 g/kg DS Methionine 1,4 g/kg DS
Bemonsteringsmethode volgens standaard BLGG AgroXpertus: Q
76
Gemiddelde
Na verzending van dit verslag wordt het monster nog 2 weken bij BLGG AgroXpertus bewaard. Binnen deze tijd kunt u nog aanvullend onderzoek aanvragen.
Voederwaarde en analyseresultaat
76,3
Toelichting
Streeftraject
Molybdeen (mg)
Zwavel
Onderzoek-/ordernummer: 697419/002622962
Resultaat droge stof
Natrium
Fosfor
verteerbare en bestendiger maïskuil pH 3,9 3,8-4,2 te maken. “Maar dat is in praktijk met Het beste is de920-1000 VEM moeite uitvoerbaar. 373 981 maïs gewoon te oogsten op het meest VEVI optimale 391 1027om zo de maxi 950-1030 oogsttijdstip male voederwaarde te krijgen.” 21 56 45-60 DVE+ Een voederwaarde-analyse is één, -14 in de -38koe te krijgen-40 - -20 OEB+ de nutriënten is de volgende uitdaging. Van der VOS Vliet geeft 280 736 700-750 aan dat er een berekend rantsoen is, een gevoerd, gevreten 201 529 505-555 FOSp+ én een verteerd rantsoen. “Je moet dat wat er uur -1 controleren -2 -10 - 0 OEB+ 2regelmatig op papier staat ook in praktijk klopt 2 uureen 98 FOSp+ voor optimaal257 resultaat. Een 240-285 goede beoordeling van de dieren en Structuurwaarde 1,6 1,7-2,0 hun resultaten geeft uiteindelijk het beste beeld. Koeien Verzadigingswrd. 0,84liegen niet.” 0,79-0,82
Stabiliteit bestendig zetmeel Verloop Resultaat best.zetmeel % g/kg DS
Monster genomen door: Contactpersoon monstername: BLGG AgroXpertus Sipke Nijboer: 0652002147
Eigen methode BLGG AgroXpertus Gelijkwaardig aan; Conform Methode geaccrediteerd door RvA
VCOS NDF ADF ADL
75-85 .
VEM VEVI DVE OEB VOS FOS(p) 2 uur
80-90 Structuurwaarde Verzadigingswrd.
Bepaling: Verteringscoëfficiënt Organische Stof Neutral Detergent Fibre Acid Detergent Fibre Acid Detergent Lignin
g FOS.
75,5 73
Energie en eiwit (berekend): Voeder Eenheid Melk Voeder Eenheid Vleesvee Intensief Darm Verteerbaar Eiwit Onbestendig Eiwit Balans Verteerbare Organische Stof Fermenteerbare Organische Stof (pens) Hoeveelheden OEB en FOS na een verblijf van 2 uur in de pens. Structuurwaarde/kg ds (CVB 1998) Verzadigingseenheden/kg ds (CVB 2002)
77
42-60
56
25-35
34
180-200
190 hoeveel-
Ruw vet
31
Ruwe celstof
163
532
Suiker
< 12
1-15
13
-3
Zetmeel
392
320-400
349
260
Best.heid zetmeel(%)
30
25-34
29
1,8
Bestendig zetmeel(g)
119
70-120
101
0,82
NDF
364
370-420
393
NDFverteerbr.heid(%)
52,7
30-70
53,7
ADF
191
190-220
215
ADL
17
14-20
18
-38
Toelichting uitslag t.o.v. streeftraject Vrij Vrij Uitleg Laag laag hoog Hoog Gevaar op pag. 2
726 Pagina: 1 Totaal aantal pagina's: 2 697419, 29-11-2010
Streeftraject
**
Pagina: 2 Totaal aantal pagina's: 2
Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van ing.H.Hekman, manager Operationele Zaken a.i. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. BLGG AgroXpertus stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens BLGG AgroXpertus verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen.
Streven is een zo hoog mogelijke
697419, 29-11-2010
BLGG AgroXpertus is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.
niet te missen voor land- en tuinbouwers én liefhebbers
0-3
Alle verrichtingen zijn binnen de gestelde houdbaarheidstermijn tussen monstername en analyse uitgevoerd.
heid zetmeel
In volgende editie van
Toelichting uitslag t.o.v. streeftraject Vrij Vrij Uitleg Laag laag hoog Hoog Gevaar op pag. 2
Rassenkeuze: welk ras levert het meeste rendement?
**
Pagina: 1 Totaal aantal pagina's: 2
De meerwaarde van
Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van ing.H.Hekman, manager Operationele Zaken a.i. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek
worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. 30ste Internationale BLGG AgroXpertus stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke voortvloeiend eengevolgen goede groenbemester
Werktuigendagen
uit het gebruik van door of namens BLGG AgroXpertus verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen.
697419, 29-11-2010
BLGG AgroXpertus is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.
Oudenaarde 24 & 25 september 2011 www.werktuigendagen.be
DeMaistelerB110xH126mm_NL.indd 1
4/08/11 16:09
Maïs, zetmeel en de vertering in de koe
najaar 2011
| 19
Uw KWS-maïszaad vroeg bestellen loont ACTIE L E T S E voor VROEGB agen en
veldd punten * s w k e d Tijdens ember 2011 = 5 1 nov en voor punten * 11 = 4 0 2 r e b n* 1 decem i 2012 = 3 punteen * 1 januarri 2012 = 2 punt ei d 1 februa ld e é énh * p er be
s te
De beste maïs voor de beste prijs! 10% meer zetmeel (= korrelopbrengst) per Ha met KWS-maïs Nu KWS maïszaad bestellen Het is nu extra aantrekkelijk voor u als teler of loonwerker om gebruik te maken van de KWS-VROEGBESTELACTIE. Op alle rassen uit het assortiment van KWS Benelux kunt u tot 1 februari profiteren van deze bijzondere vroegbestel-spaaractie. Maar... let op, de actie is strikt aan tijd gebonden Bij vroegtijdig bestellen ontvangt u uw voordeel in de vorm van spaarpunten. Deze punten kunt u eenvoudig omzetten in nuttige artikelen. Op de webshop van KWS Benelux, www.kws-maisshop.com vindt u een overzicht, van pet tot gratis maïszaad. U kunt hier zelf uw keuze maken. Extra voordeel Tijdens de KWS-velddagen die we dit najaar organiseren en tot uiterlijk 1 november 2011 is het ook mogelijk tot 5 punten (vergelijkbaar in waarde 5 euro) per bestelde éénheid te ontvangen. De spaarpunten ontvangt u na validatie van uw aankoop. Voor meer informatie vraag onze brochure aan. Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com 20 |
najaar 2011
KWS MAÏS ME ER nd M E Z E T M E E L va n h e t l a ER E N E RG I E i n d e s t a l MEER RENDEMENT