Zandzakken voor de deur Waar is uw moed? Toch niet in uw schoenen?
Peter Mol Zomer 2014
U zit er midden in. Passend Onderwijs... En heeft u de zandzakken al voor de deur weggehaald? Viel het mee, of is de moed u al in de schoenen gezakt. De wereld is niet vergaan. U kunt trots zijn! U bent er niet aan ontkomen. U geeft passend onderwijs!
Zandzakken voor de deur Waar is uw moed? Toch niet in uw schoenen? 12e bundeltje verhaaltjes "Het loopt, en niet uit de hand!"
Peter Mol Zomer 2014
Inhoud Collega Jorigas Schoolbord Tips van Lilian Ik weet niks meer Bootje Onderbroek Foutief Etiketten Kippen Laatste twee Hetzelfde Ondeugend Gestoord
5 8 11 13 16 18 20 24 26 29 31 35 37 38
Collega De eerste schooldag. Spannend, dit jaar zeker. U heeft de avond ervoor nog even een stevig glas Ouzo ingeschonken, meegesmokkeld uit Griekenland. Want het gaat gebeuren. U heeft uw maatregelen getroffen, zandzakken voor de schooldeuren geplaatst. Passend Onderwijs staat de volgende morgen letterlijk voor de deur. U heeft onrustig geslapen en erover gedroomd: Drommen leerlingen met ADHD, ODD, CD en afkortingen waarvan u de betekenis niet eens weet, leunen verveeld tegen de deur aan. Of trekken andere leerlingen richting de sloot langs het plein. Of rennen dwars tussen groepjes leerlingen door die geen label of etiketje hebben. Links en rechts meppen uitdelend. Natuurlijk ligt uw bureau al vol met ontwikkelingsprofielen, bij elkaar gehouden met een rood touwtje (extra scherp in de gaten houden, levensgevaar!) of een groen touwtje (extra aandacht geven!). Met dank aan uw dochter uit groep 7 die wel normaal is en zo handig touwtjes kan haken. Na een stevig ontbijt hijst u zich op uw fiets en peddelt zingend naar school. Naar Don Quishocking: " Ach zou die school er nog wel zijn, kastanjebomen op het plein...?" Op het plein valt het mee. De leerlingen zijn wat uitgelaten, zo na de vakantie, maar je ziet ook een groepje knikkeren. Joep roept: "Hee, mees!" en wat verward zwaai je terug. In de koffiekamer zitten je collega's wat schuchter in een hoek met een ietwat wezenloze blik in de ogen. De meesten wel bruinverbrand en een enkeling wat onvast op de benen. Ouzo denk je. De schooldeuren zwaaien open, je spoedt je naar je lokaal en
COLLEGA
5
dan, dan..... Na enkele minuten, als de directeur de ouders naar buiten heeft gedreven, zit je in de kring naar de vakantieverhalen te luisteren. Je spiedt in het rond. Wie maakt onverhoedse bewegingen? Wie trekt straks een mes uit de broekzak en gaat CD-tje (Conduct Disorder)spelen? Is dit stilte voor de storm? Waar zitten de labeltjes? Ik ben pro-actief bezig en zo gauw ik een "trigger" waarneem, duik ik er bovenop om een escalatie te voorkomen. Na enkele uren zijn de leerlingen aan het werk. Je loopt rond, deelt complimenten uit. Je "bekrachtigt positief". En vooral: veel humor. Maar dat deed je eigenlijk altijd al. Malcom en Teresa zijn nieuw. Ze rekenen. Ik loop langs. Ze snappen de sommen. Ik let scherp, heel scherp op hun bewegingen. Maar behalve een etui die op de grond valt, gebeurt er niets bijzonders. Zou je het dan toch geleerd hebben? Ik geef voor de zekerheid de nieuwen maar een extra compliment. Maar toch op mijn hoede! Het moet vast nog komen. Dat monster Passend Onderwijs waar je vannacht nog over hebt liggen dromen. Morgen of volgende week. In ieder geval voor de herfstvakantie. Dat kan toch niet anders? Vraagt Teresa, een van de nieuwen in de klas ineens: "Als je wat wilt vragen aan u, moet ik dan mijn vinger opsteken of komt u langs via het GIP- model?"
Peter Mol
6
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
COLLEGA
7
Jorigas Voor ons trouwen had mijn vrouw een "modezaak". Nou ja, modezaak, het was een winkel, opgericht aan het begin van de 20e eeuw door haar moeder. Een zaak in kleding dus. In feite kon je er alles kopen: kleding, sokken, ondergoed, ritssluitingen, knopen, naald en draad, cadeaus en allerlei ondefinieerbare dingen in huidskleur wat dames op een bepaalde leeftijd nodig schijnen te hebben om het lichaam in bedwang te houden. Omdat de zaak bekend stond onder de naam van haar moeder, bleef het in Blijerheide "bij Jorigas". Pinnen kon je er niet en dat was ook niet nodig. De bank was aan de overkant van de straat. Een in de jaren zeventig voorgenomen modernisering van de winkel is gestruikeld over het protest van de klanten. Dus de dames pasten BH's nog steeds op gang die naar het woonhuis leidde, je moest hopen dat je het toilet weer uit kwam als je jezelf er eenmaal had ingepropt en achter in het kantoor bleef de koffie pruttelen. Een soort Swiebertjes "Malle Pietje", maar dan de vrouwelijke variant. De winkel was eh.... vol! In het West-Fries, waar mijn vrouw nu is terechtgekomen: "Je kon er je kont niet keren". Maar wel veel klanten! Wat je ook wilde hebben, wat je ook nodig had, ouderwets, modern, oud of jong, het was er. Enkele keren per jaar deed mijn vrouw Marlies inkopen. Een nieuwe voorraad moest zorgvuldig ingekocht worden. In de straat was zij de laatst overgebleven modezaak, dus de wens van de klant was erg belangrijk. Als er verschillende dames in blijde verwachting waren, anticipeerde Marlies daarop en kocht babykleding in en schoentjes in cadeauverpaking. Er waren veel oudere klanten. Achter in de wijk stond, of staat nog steeds, een bejaardenhuis. Dus kocht Marlies "op de klant 8
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
in". Zo van "dit lijkt me leuk voor mevrouw Van den Berg" en "het echtpaar zus-en-zo is eerdaags vijftig jaar getrouwd, dus willen ze in het nieuw". Hup dus, een feestjurk en twee stropdassen. En uiteraard enkele moderne shorts voor de mannen uit de nieuwbouwwijk. Zelfs een nieuwe zwarte hoed voor de man van mevrouw Van Lee, waar het de laatste tijd bergafwaarts mee ging. Bij de bestellingen voor de nieuwe voorraad, liep ze een lijst klanten na en bij elke klant hoorde een verhaal. Op die klant en op dat verhaal werd ingekocht. Marlies kent mijn werk. "Je helpt leraren om te gaan met kinderen die zich niet als gemiddelde leerling gedragen." Ik praat en schrijf daar veel over. Uiteraard wilde ik haar proberen uit te leggen wat passend onderwijs nu eigenlijk inhoudt. Waarschijnlijk had ze daar een fout beeld van, omdat ik steeds met excelstaatjes en indicatieformulieren in de weer was. Maar toen ik het serieuze gesprek over wat nu eigenlijk passend onderwijs is, wilde gaan voorbereiden (zoiets doe je niet voor de vuist weg), hield iets me tegen. Ik kwam namelijk op zolder een doos tegen met daarin twee jurken in het blauw en een blouse in een aparte kleur groen. " Voor mevrouw Holsteiner. Haar zoon ging zich verloven dus had ze vast een leuke jurk nodig; ze houdt van blauw. En die blouse past precies bij een rok die ze anderhalf jaar geleden heeft gekocht. Misschien gaat ze die dan ook weer dragen", zei Marlies. Mevrouw Holsteiner heeft de verloving van haar zoon niet gehaald, vandaar de doos op onze zolder, maar dat terzijde. Het gesprek over wat handelingsgericht werken en passend onderwijs nou eigenlijk inhoudt, leek me overbodig. Passend Onderwijs: in voorraad nemen wat je denkt dat kinderen nodig hebben. En dan uiteraard hopen dat ze nog lang bij je blijven. Op school.
JORIGAS
9
10
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
Schoolbord Fans weten het al. De niet fans ook en noemen het truttig. Maar ik ben voorstander van het ouderwetse schoolbord. Het zwarte of bruine bord. En de krijtjes, wit met geel omhulsel of de iets hardere witte krijtjes die geen stof geven. Dat bord met twee zijvlakken, die (verdraaid!) ook nog een achterkant hebben! En de bordwisser, of is het bordenwisser? Straks even opzoeken. De spons voor wekelijks onderhoud en de krijtgoot. Het bord dat door een steentje in het krijtje of een onhandige beweging met je hand bij het schrijven, waardoor je nagel op het vlak kraste, een afgrijselijk geluid kon maken. Vrijdagmiddag. " Als we vandaag even doorwerken, ga ik vertellen bij de tekening die achter op het bord staat. Maar niet stiekem gluren hoor!" En werken al die kinderen! Ik hoor de voorstanders van ICT in het onderwijs zich al kwaad maken en zie ze in mijn fantasie mijn boeken verbranden. "Met digiborden heb je toegang tot de hele wereld! Je kunt er alles mee en meer dan een krijtbord. Kijk....ik stuur zo het beeld van mijn I-pad naar het digibord. Het is niet zo statisch als een zwart bord". Die mensen hebben gelijk. Maar toch, ik mis dat bord, die krijtjes, die bord(en)wisser. "Jaap, klop jij voor mij de borstel even uit voor me". Jaap naar buiten met liniaal en wisser. Kloppen! Stof in het rond en iedere leerling jaloers op Jaap, die deze eer te beurt viel. Jaap rustig de rest van de ochtend. "Mees mag ik de stompies?" en je gaf de bijna opgebruikte krijtjes mee die te klein waren geworden om zonder nagelkrassen mee op het bord te schrijven. "Maar niet op de muur hoor!"
SCHOOLBORD
11
Ik beken, ik genoot als ik een nieuw pakje krijtjes uit het magaziin mocht halen (het liefst de niet-stofarme!). Schrijven met een nieuw krijtje, dat pas lekker ging als het gele topje eraf was gesleten. Kleurkrijt was zachter en ik was erg bedreven in de techniek de kleur met een vinger uit te vegen tot een zweem. En dan de tekening omtrekken moet houtskool, dan kreeg je diepte. Dat digibord is een vooruitgang. Werkt sneller en heeft meer technische mogelijkheden. Maar de pedagogische toepassing is nul komma nul. Het spel, de sfeer en het als pedagogisch en niet alleen als didactisch middel gebruiken van dat bord....! Dat heeft dat digibord (nog) niet. Ik blijf dus fan, van zwart of bruin, wat al modern was. Kwaliteitsonderwijs is immers vooral spel, sfeer, kortom pedagogiek. Je mag ook oneerbiedig zeggen "show". En daarna pas de didactiek. En nee, dat staat niet in je competentieprofiel, "omgaan met het bord". Meneer Cito meet die sfeer ook niet. Onterecht! Allemaal de boom in, ik wil dat krijtbord terug! Maar dan wel met een nieuw pakje krijt. Wit met een geel omhulsel en vierkante kleurkrijtjes, waar je het papier deel voor deel moest afscheuren langs voorperformeerde randjes. Dat kleurkrijt dat je zo fijn kon uitvegen met je vingers. Middelen zijn niets, helemaal niets zonder de creativiteit en het vakmanschap van de leraar. Een afwasmachine heeft het praten bij de afwasbak doen verminderen en het geinen met het schuim op de neus van je zoontje. Passend onderwijs, met of zonder digi- of krijtbord. Maar met de passie waarmee ik een bordtekening maakte of een schrijfles mee illustreerde. Vooral de lijnen trekken op het bord was een kunst. En de kinderen zeiden dan "Mooi mees!" en ze meenden het echt. Ook de zorgleerlngen. Juist die. En dan probeerden ze het net zo mooi, met hun tong soms uit de mond. En dan liet ik ze de borstel uitkloppen. Time-out.
12
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
Tips van Lilian Lilian Beentjes is vorig jaar naar het VO gegaan. Zij heeft "tips voor de brugklasser" geschreven. Luisteren naar kinderen is ook echt luisteren naar kinderen. Dus geef ik u de tips van Lilian hieronder door. Ten eerste: blijf rustig. In het begin zal het lastig zijn om de lokalen te vinden of je weet niet hoelang je nog hebt voordat de bel gaat. Je kan het altijd aan een leraar vragen. Dat is niet gek, maar juist slim. En de lokalen weet je op een gegeven moment uit je hoofd. Een leraar snapt ook wel dat het in het begin moeilijk is om alles te vinden. Ga niet elk uur naast dezelfde persoon zitten. Ik spreek uit ervaring. In het begin kende ik natuurlijk nog niet zoveel mensen en bleef ik het liefst bij mijn eigen clubje vriendinnen en vrienden. Hierdoor zat ik het hele jaar bijna elk uur naast dezelfde persoon. Later leer je heel veel andere leuke mensen kennen met wie je ook veel om zal gaan. Ga daarom juist ook eens naast iemand zitten die je niet goed kent, maar je wel aardig lijkt. Geef dus iedereen een kans en bepaal zelf later of je diegene leuk vindt. Niet stressen. Het zal heel erg wennen zijn om opeens heel veel huiswerk te moeten maken. Hierdoor kan je heel erg stressen, maar dit helpt niet. Het is natuurlijk heel gezond alert te zijn met wat je allemaal wanneer moet maken, maar overdrijf niet als dat niet nodig is. Gewoon doen wat je moet doen en goed je best doen is al een grote stap. Houd je huiswerk bij. "Oh, dat vak doe ik later wel" zal je vaak gaan denken. Op deze momenten moet je juist die opdrachten
TIPS VAN LILIAN
13
gaan maken, want als je steeds uitstelt zul je opeens een hele berg huiswerk hebben en dat is dan niet meer haalbaar om nog te gaan maken in die korte tijd. Daarbij kun je ook problemen krijgen met de leraren. Dit is echt niet om jullie bang te maken, maar sommige leraren kunnen boos worden als je je huiswerk niet af hebt. Dit is zodat je de volgende keer wel weer je huiswerk gaat maken. Een soort wake-up call. Neem vullend en gezond eten mee. Op veel middelbare scholen zijn kantines met chocola, frikandellen en kroketten. Dat klinkt heel verleidelijk, maar ga niet elke dag een broodje op school kopen. Dat is super ongezond. Neem gewoon lekker van thuis je broodje en koekje mee. Natuurlijk kan je af en toe iets lekkers op school kopen, maar hou altijd in je achterhoofd dat het beter is om iets gezonds van thuis mee te nemen. Je moet wel eens een project doen met een groepje. Een verslag of presentatie bijvoorbeeld. Soms mag je zelf een groepje vormen, maar soms word je ook ingedeeld door de leraar. Het kan zijn dat een of meer mensen in het groepje niet goed meedoen of jou al het werk laten doen. Zeg tegen diegene dat hij of zij echt harder moet werken. Zeg wat je wilt dat ze doen, zodat ze niet later kunnen zeggen niet te weten wat ze moesten doen als excuus. Helpt dit niet? Stap dan naar de leraar. Dat klinkt heel gemeen voor die persoon, maar het is echt het beste. De leraar is er dan van op de hoogte en kan daar rekening mee houden. Ook kan de leraar met diegene praten, zodat hij of zij ook echt iets gaat doen. Dit zijn vaak echt vervelende dingen die je meemaakt op school, maar zo leer je wel goed hoe je hier mee om moet gaan. De laatste en belangrijkste tip: Wees gewoon lekker jezelf. Er zijn veel leerlingen in het eerste jaar die zich cooler of stoerder proberen te gedragen, omdat ze nou eenmaal op de middelbare school zitten. Dit is echt niet nodig. Het is juist leuk als je doet, zegt en draagt wat je leuk vindt. Zolang je er maar niemand mee kwetst. Trek je dus niets aan van wat anderen van je vinden. 14
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
TIPS VAN LILIAN
15
Ik weet niks meer Het staat natuurlijk heel slecht op mijn cv, maar... van de leerstof van de HBS weet ik eigelijk niks meer. Ik spreek een aardig mondje Engels, herken hier en daar een Duits of Frans woord, maar dat is het dan wel zo'n beetje. Ik weet dat H2O water is en ik ken nog een rijtje "waterstof-helium-lithium-berilium-boor" maar waar het op slaat... geen idee! Ik ken nog een beetje wiskunde, hoewel ik daar altijd onvoldoendes haalde. Misschien is al die kennis wel "geintegreerd" in mijn geest of maken ze deel uit van mijn ondeelbaar brein. Och, ik verzin maar wat. Maar echt, waar is al die kennis van vijf jaar lang zwoegen gebleven? Biologie, aardrijkskunde, scheikunde... ik ben het kwijt. Van Duits herinner ik me nog meneer Kemperink die met zijn hoofd naar voren liep en wel door moest stappen omdat anders zijn hoofd eraf viel. Conrector Overmars, die ooit bij een voorstelling als zwarte Piet in de touwen hing en brulde "Ik kom niet van Mars, maar van Overmars". En rector Groensmit die eerst op de microfoon klopt als hij een boodschap voor de hele school had via de omroepinstallatie. Maar de lesstof, de kennis... weg! Nederlands... daar staat me vaag iets van bij, maar wat precies, dat weet ik ook niet meer. Heb ik vijf jaar van mijn leven verprutst? Of, heeft die school vijf jaar van mijn leven.....? Ik vind het een benauwende gedachte. Er zullen vast pedagogen zijn die uitleg kunnen geven. Iets dat die jaren goed zijn geweest voor mijn algehele ontwikkeling en dat ik "gevormd" ben. Waren die leraren dan allemaal malloten? Hebben zij al die jaren energie gestopt in een opleiding van mij, nutteloze energie, volkomen weggegooide energie, terwijl ik er niks van 16
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
heb overgehouden? De naam van een fruitvliegje kan ik in het Latijn uitspreken, maar niet opschrijven. Ik herken een logaritmeteken, maar geen idee wat dat ding nou doet. Ik herinner me de leraren, soms letterlijke uitspraken. Ik herinner me de straf, maar niet meer waarom ik straf kreeg. Ik herinner me een enkel compliment en ook nog waarom ik die kreeg. Ook kan ik feilloos aangeven welke leraar of lerares mij aardig vond. Tenminste, ze wisten waar ik woonde, dat ik op zaterdag de post rondbracht en welke hobby's ik had. Ik herinner me een of ander feestje, omdat meneer Witters zei dat ik de uiensoep eens moest proberen. De eerste keer dat ik soep van uien proefde. En ik herinner me Van de Pol, die zo geweldig enthousiast les kon geven! Je zat op het puntje van je stoel! Hij betrok me erbij. Waarschijnlijk elke leerling, maar ik had het gevoel dat hij voor mij en mij alleen les gaf. Als hij er niet was geweest had ik nu nooit "in het onderwijs gezeten". Ik overdrijf. Maar het staat voor mij als een paal boven water dat de sfeer, het contact, de "menselijkheid" veel meer blijft hangen dan de leerstof. En die leerstof, ach als het nodig is haal ik dat Nederlands zo weer op. Wiskunde niet. Want die leraar zag ik helemaal niet zitten.
IK WEET NIKS MEER
17
Bootje Het is de taak van een intern begeleider de verschillende toetsen en testen te coordineren op de school. Natuurlijk moet je de leerlingen niet zenuwachtig maken en de toets is niet bedoeld als proefwerk. Het geeft de leerkracht inzicht in de groei van de leerlingen. Handelingsgericht: wat heeft de leerling van mij nodig om op minimaal de gemiddelde lijn uit te komen die ik van tevoren heb uitgestippeld naar aanleiding van het ontwikkelingsprofiel. Zo haal je alles uit een leerling wat er latent in zit en, zo staat dat in de schoolgids, "geef je de leerling optimale kansen om zich ononderbroken te ontwikkelen, rekening houdend met de talenten van iedere leerling". Vorige week was op de school "De Kleiduif" de onderbouw aan de beurt. De kleuters dus. Juf gaf haar kinderen instructie en die waren de dagen daarvoor al goed voorbereid. De ouders waren op de hoogte gesteld: uw kind krijgt een toets... enkele ouders gaven hun kind op de toetsdag druivensuiker en spraken de kleine toe "zich toch vooral niet druk te maken omdat het om een momentopname ging". Maar de moeder van Hans dacht stiekem toch wel even "Hij zal toch niet hoogbegaafd zijn?" Er werden bladen uitgedeeld en potloden. De kleuters moesten cirkels inkleuren, tekeningen afmaken en poppetjes met een streep verbinden met gereedschappen die in een rijtje daarnaast stonden. Van groot naar klein sorteren en andersom was ook een opdracht. De plaspauze was aangepast. De tafeltjes en stoeltjes stonden raar vonden de kinderen. De kleuters gingen aan het werk, sommigen met de punt van hun tong uit de mond, want mama had gezegd dat ze toch vooral goed hun best moesten doen. Ik heb gemengde 18
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
gevoelens. Wel heb ik me een beetje laten overtuigen: het is goed het niveau van een leerling te weten om vervolgens je lessen daarop aan te laten sluiten. Je kunt dan als het ware voortbouwen binnen het ontwikkelingsprofieltje van de leerling. Maar, niet verder vertellen, ik vraag me soms wel af of de combinatie plezier, uitdaging, spel en materiaal de ontwikkeling niet meer stimuleert. Zo iets... laat ze lekker gaan en dan komt het allemaal goed. Kleuters zijn van nature nieuwsgierig en als je bepaalde werkjes in de kast vooraan legt wordt die nieuwsgierigheid vanzelf geprikkeld. Maar dat is natuurlijk niet wetenschappelijk bewezen. En misschien gaat het op de meeste scholen heel anders dan op de Kleiduif. Ik vraag me wel af of kleuters dit nu echt leuk vinden. Ze komen thuis en moeder vraagt "Heb je je best gedaan, hoe ging het?" in plaats van "Was het leuk op school?" Na de uitslag in het tien-minuten-gespek zet moeder op FaceBook: "Saar heeft haar eerste examentje gehad. Viel niet tegen!" en er is weer gespreksstof op de volgende verjaardag in de familie. Maar goed, ze zijn aan de gang. De leerling van groep 6 die langs komt om te trakteren omdat ze jarig is wordt bij de deur opgevangen en met zachte hand naar het volgende lokaal heen gezonden. Potloden die breken worden listig vervangen door een vers exemplaar met een scherpe punt en de juf knort tevreden. Het bordje " stilte, examen" op de deur is gelukkig niet door gegaan..... Juf zal vanavond alle resultaten goed bekijken en haar volgsysteem aanpassen. Het blijft altijd spannend om te kijken of het grafiekje van Frits en MariaLouise omhoog of omlaag gaat. Want dan weet je wel wat je te doen staat in de komende weken. De eerste kleuter is klaar en gaat rechtop zitten. Na verloop van tijd zijn er meerdere kinderen klaar met hun werk. Plotseling steekt een jochie met sproeten zijn werkblad omhoog. Juf loopt er heen en ik hoor het sproetje duidelijk fluisteren: "Juf, mogen we er nu zestien vierkantjes van maken en een bootje vouwen?"
BOOTJE
19
Onderbroek Veel van de verhaaltjes die ik schrijf komen uit mijn eigen jeugd. Dus, u moet het niet verder vertellen, als ik een lezing of training voorbereid, zoek ik ook altijd in mijn geheugen. "Hoe zou ik dit als kind ervaren hebben?" Niet bewust. Mijn vrouw zegt vaak dat ik vijf hoofdstukken kan schrijven over een graspriet, maar nee, het ligt toch anders. Het is geen gave, maar ergens, ook bij u, zitten die herinneringen ergens. Misschien komen ze niet vaak naar boven omdat u "met belangrijker zaken bezig bent". Natuurlijk zit de wereld anders in elkaar dan vijftig jaar geleden. Maar de essentie ... is die niet hetzelfde? Een heel belangrijke essentie! Laat ik het even testen. Mijn generatie, geboren ergens in de jaren vijftig. Welke herinneringen komen bij u boven bij de woorden topgrafie en rekenles? En, laat ik zeggen: gymles. En nu:... zilverpapier, melkdoppen, gaatje met potlood, inkt. Misschien zit u anders in elkaar dan ik, gelukkig maar. Maar bij al deze steekwoorden komen gevoelens bij me boven. Gevoelens, geuren, beelden. Nauwelijks inhoud. Bij topografie voel ik lichte paniek. Bij rekenles de bruine kaft om het boek en de hoek van het boek komt er door heen. De inkt op het etiket loopt door. Melk, vermoed ik. Gymles: de geur in de kleedkamer. Iets met zweet en sokken. En ik zie onderbroeken, in alle soorten en maten. Kinderen die wat apart waren, met een rare onderbroek. Zilverpapier, melkdoppen: de kast achter in de gang van de Cuneraschool en een vat van heel dik karton. Melk: het ploppen van de gaatjes prikken met je potlood, de trots dat jij het mocht doen vandaag en het aflikken van het potlood. De verwondering 20
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
dat het geen ronde gaatjes werden, maar achthoekig. Inkt, fles met twee "uitlooptuutjes". Melancholie van een oude man? Of handvatten wat er blijft hangen in kinderkoppies van je zorgvuldig voorbereide les. Een van mijn showtjes begint met plaatjes uit het verleden en het lied "Ach zou die school er nog wel zijn?" van Don Quishocking. Platen van ridders met een kruis...melancholie en oudbolligheid? Eerder schreef ik dat meester Naber mij een stempel gaf in de vierde klas. "Heks melkt uit bijlsteel", iets van de Middeleeuwen. Nog steeds ben ik geinteresseerd in de Middeleeuwen en geschiedenis. Maar op de HBS had ik steevast een onvoldoende. Daarentegen was Historische Pedagogiek een van mijn hoofdvakken op de VU. Het beoordelen van scholen op basis van een Cito-score is belachelijk, misdadig eigenlijk. Want je meet helemaal niets. Misschien de kennis van dat moment die al weer heel snel vervaagt. Niet de interesse die gewekt is, de motivatie van "er meer van willen weten". Men meet het volgevreten zijn van wat erin is gestopt. Tegen de tijd dat de leerling volwassen is, is de kennis achterhaald. Een van de belangrijkste doelen van basisonderwijs, maar ook van voortgezet onderwijs is het kweken van de zin om te leren, dieper te graven en iets nieuws te ontdekken. Zin om te leren, omdat er contact was tussen de man of vrouw voor de klas en de leerling. Echt contact, gemeend contact. Zoals de vriendin van meester De Nijs, die in de bus op de terugweg van het schoolreisje naast de dromerige Peter Mol kwam zitten en vroeg: "Gaat het?" Ik ben serieus voorstander van de beweging die ongetwijeld op gang komt als blijkt dat velen passend onderwijs verkeerd hebben begrepen. De beweging waarin wordt gepropageerd dat alle digiborden vervangen moeten worden door een herdruk van de stempels van de Noord-Nederlandse stempelfabriek. Gewoon omdat men die borden verkeerd gebruikt in het concept onderwijs. ONDERBROEK
21
En herinvoering van schoolplaten. Want die hingen met een beugel aan een stang in klas 5 en 6. Dat was spannend: welke plaat zou de meester morgen of volgende week uit het rek pakken, voor het bord hangen en dan alleen maar een paar minuten kijken. En dan zei de meester: "Zie je die vrouw die boven uit dat raam iets naar beneden gooit?" En iedereen zocht... en ineens brulde Siem, die altijd een rare onderbroek aan had bij gym: "Ze leegt een emmer met pis!"
22
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
ONDERBROEK
23
Foutief Geniale inval van mijn collega Arthur! Misschien heeft hij het ook wel gepikt van een ander hoor, dat weet ik niet. Maar het geeft voor mij aan dat een begeleider het niet alleen moet hebben van competenties en ervaring, maar zeker ook van creativiteit. Zet een leerkracht uit het ZMOK in een reguliere klas: hij mislukt zonder dat inzicht. Andersom kun je ook mislukkingen verwachten als je een willekeurige begeleider voor een ZMOK-groep zet. Het zijn verschillende vakken. Arthur begeleidt een leerling in het voortgezet onderwijs. Henk heet die geloof ik. Henk heeft het syndroom van Asperger en is slim. Hij werkt veel en graag op de computer, maar ja... die wachtwoorden! Henk haalt ze door elkaar en dat is lastig. Als het hem weer niet lukt om een bepaald programma te openen, omdat hij een fout wachtwoord intikt, wordt hij boos. Erg boos. en als Henk boos wordt duurt het een hele poos om hem weer tot bedaren te brengen en dan nog... hij weet zijn wachtwoord niet meer. Arthur: "Het is makkelijk, de computer zegt je achtwoord voor!" Henk tikt een willekeurig wachtwoord in en op het beeldscherm "Het wachtwoord is foutief". "Kijk zie je", zegt Arthur... je wachtwoord is foutief ". Henk computert vrolijk verder. Zijn vriend de computer onthoudt zijn eigen wachtwoord: foutief!
24
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
FOUTIEF
25
Etiketten Gelukkig, we zijn er van af! Het geplak van allerlei nare etiketten op onschuldige kinderkoppies. Niks geen labellen van opvallend gedrag meer en zo. Een zucht van verlichting bij alle ouders van kinderen met een rugzakje. De rugzakjes worden afgesmeten en het kind is weer kind. Wel met een extra ondersteuningsbehoefte, maar we gaan vanaf vandaag uit van wat het kind juist wel kan. Alle kinderen dezelfde kansen, geen disciminatie meer. Elk kind is uniek, dus we maken geen onderscheid meer. Moeders en soms ook vaders krijgen de veerkracht in hun gang naar school toe terug. Hun kind is geen buitenbeentje meer! We zijn af van die indicatiecommisies, de bureaucratie en het selecteren van de "o jee, daar is iets mee aan de hand kinderen". Dat moet je Sander Dekker toch maar mooi meegeven: deze "boost" komt van hem! Nou ja, er zijn uitzonderingen. Kinderen die wel een heel zware wissel trekken op de leerkracht. Dove en slechthorende kinderen. En natuurlijk kinderen met epilepsie. Maar dan nog! Ze moeten ook niet teveel lichamelijke zorg nodig hebben. En wat te denken van leerlingen die wel heel erg de aandacht trekken door bijvoorbeeld agressief gedrag? Het moet wel behapbaar blijven. Dus ontstaat er inclusief onderwijs-met-uitzonderingen. En dat noemen we "passend". En voor kinderen die hoogbegaafd zijn of autistisch maar wel erg slim maken we aparte scholen, of minstens aanleunklassen. En dat kost extra geld, maar dat noemen we geen rugzakjes. Toen het ingewikkelder werd greep het ministerie in. Want we wilden immers van dat "aparte" af! En nu...gelukkig helpt het ministerie om de praktijk opnieuw 26
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
vorm te geven. Stroomschema's! En we hebben een Ondersteuningsplan, een echt plan. Inclusief ging ons iets te ver, dus moeten we wel rekening houden met kinderen-die-wat-extra's-nodig-hebben. Tenslotte zijn er dan wel geen rugzakjes meer, maar kinderen hebben de vervelende eigenschap niet in rook op te lossen. In plaats van alle leerlingen aan te nemen en dan aan te sluiten op hun talenten heeft de staatssecretaris in zijn wijsheid bedacht om elk nieuw kind toch even diep in de ogen te kijken. Je vraagt niet aan de ouder of er misschien iets aan de hand is met Karel, maar je wilt dat eigenlijk wel weten! Want als het te ernstig is, tja.... dan mag Karel een deurtje verder. "Heeft uw kind een extra ondersteuningsbehoefte?" is de vraag die aan elke ouder van een nieuwe leerling wordt gesteld. Als het antwoord "ja" is, dan volgt er uiteraard een nog dieper in de ogen kijken. Ik hoop van harte dat alle scholen het voorbeeld van basischool De Triangel volgen en een bord op hun gevel spijkeren: "We indiceren en arrangeren niet. We onderwijzen passend!" Want voor je het weet komen er nieuwe etiketjes en hoor je bij de kassa van de Jumbo: "Zeg is jouw Jaap nou een basisondersteuningsleerling of een ontwikkelingsprofieltje. Toch geen zware zorg leerling? Meieieieidddd...!" Ik hoor uw kritiek.... sorry... ik ben ook maar een mens. Ik ben VOOR passend onderwijs en heb enorme waardering voor de collega's, in welke vorm van onderwijs dan ook. En hun enorme inzet en inzichten. Maar beste ministerie... had die "hulp" nou maar gelaten. Het zit me wat dwars. Nog voor het startschot van passend onderwijs zijn er nog nooit zoveel thuiszitters geweest.
ETIKETTEN
27
28
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
Kippen Ik heb het geloof ik al een keer verteld, maar ik vind het zo'n mooi verhaal. Een collega van mij heeft een zoontje dat op school de nodige aandacht vraagt. In de vorige klassen was hij al niet de gemakkelijkste, maar nu hij in groep 6 zat leek het van kwaad tot erger te worden. Hij is met geen stok naar school te krijgen en elke ochtend is het dreinen en treuzelen. Hij komt 's middags druk thuis en daar begint een circus van jewelste! Collega heeft met de juf gepraat. Op school is hij ook erg druk. Thuis vertelt hij dat hij baalt van de juf en van die rot school. Hij vindt het helemaal niet leuk. Hij kan bepaalde dingen ook niet, in rekenen is hij ronduit slecht. Zelfs de gymlessen vindt hij "prut" en het contact met andere kinderen lijkt ook steeds slechter te worden.Collega is heel open tegen de juf, zij weet ook niet goed wat de meest effectieve aanpak is. Eten thuis is een drama. De ouders zijn gestopt met tijdens het diner te vragen "En, hoe was het op school?" Het antwoord is altijd "Bleeehhhhhhh!!!" en dan is de sfeer alweer verpest. Het jongere zusje heeft dan ook geen zin meer om te vertellen en begint de laatste weken haar oudere broer na te doen. "Ook bleeeehhhh..." Collega is ook een beetje boos op zichzelf. Ze weet toch hoe het moet? Ze helpt anderen en is zeer bekwaam in "passend onderwijs". Op verjaardagen in de familiekring vermijdt ze te praten over haar werk. Ze ziet familieleden kijken met een blik van "Ja, ja...jij weet het allemaal zo goed, maar je zoontje...". Kortom: ook zij baalt! Als professional en als moeder-na-een-dag-hard-werken. Ik heb een paar keer met haar gepraat, haar adviezen en een boek gegeven. Zelfs heb ik aangeboden een keer "te observeren". Maar ik raad je aan: adviezen geven aan een collega over hoe je je eigen zoon het beste kunt aanpakken: niet doen! En zeker niet aanbieden om
KIPPEN
29
te gaan observeren! Wijze lessen over ABC-schema's of over "negeren" of "het goede gedrag aanleren"... nogmaals: niet tegen je collega, specialist in moeilijk gedrag! Beslist niet doen! "Jij hebt makkelijk praten, je hebt zelfs niet eens kinderen". Ik beken, het klopt. Ik heb alles uit boekjes en van wat ik om me heen zie en zelf ervaar in de klassen. En van cursussen, maar ik heb nooit de eer gehad zelf een kind te mogen opvoeden. Ik ben wel een lesgever, in alle takken van onderwijs. Maar dat is natuurlijk weer anders. Dinsdag tussen de middag. Collega wil me spreken, na school. Ik twijfel of ik zal zeggen dat ik snel weg moet, want ik wil niet nog eens een aanvaring. Maar ze is blij..... zoon kwam gisteren thuis en tijdens het eten bleef hij maar praten over "zijn juf". Hij leek wel verliefd en vanmorgen stond hij te trappelen om naar school te gaan. Collega is zeer opgetogen, maar ik bleef op mijn hoede. Ik stond op het punt om te vragen welke training nu het beste geholpen had, maar ik hield me in. Voor je het weet heb je het image van "betweter zonder eigen voortplantingservaringen". Collega vertelde: Zoon houdt kippen. Juf ook. Juf nam boek mee over kippen en dat mocht zoon lenen, als hij heel erg voorzichtig was. Want een boek over kippen leen je niet zo maar uit. Dat snapte zoon best! Dus goed inpakken en aan niemand anders uitlenen! Ja, duh, vanzelf! "Mam, mag mijn juf ook een keer mijn kippen zien? En mag ze de grote bruine ook een keer vasthouden?" Dat mocht. Die juf wil ik mijn team! Ze past!
30
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
Laatste twee Soms werd een gymles vervangen door een wedstrijdje voetbal of handbal. Twee partijen tegen elkaar. Eerst twee teams samenstellen. Ik heb het geleerd op de PA te Bergen van H en H. Je laat twee leerlingen partijen kiezen, om en om. Pas op het einde grijp je in als leraar. De laatste twee of vier leerlingen verdeel je zelf. Anders blijft zo'n leerling met zo'n naar gevoel achter. Even een kijkje in mijn geheugen-volgsysteem: ik was steevast, zeg maar altijd, bij de laatste twee. Alleen Andre scheen nog erger te zijn. Ik snap dat best, ik zou mezelf ook niet gekozen hebben bij een wedstrijdje. Vaak werd ik danook op doel gezet en er werd een andere jongen uitgekozen die dicht in mijn buurt moest blijven. Bij ons thuis deed alleen mijn vader aan sport: hij keek naar voetbal en luisterde naar Langs de lijn. Van mijn moeder herinner ik me dat ze naar kunstschaatsen keek op de TV. Ze was gek op Sjoukje Dijkstra. Maar kunstschaatsen was geen sport, dat leerde ik al vroeg van mijn vader. Voetbal of handbal, ik kon er niks van. Ik kende het spel en de spelregels niet en voor zover ik kan nagaan zijn de regels me ook nooit uitgelegd. Pas in mijn latere leven begon ik het spel te kennen, door te vragen, naar het commentaar van anderen te luisteren en te juichen op het moment dat anderen dat ook deden. Voor H en H was het normaal dat een jongen van mijn leeftijd opgegroeid was met de regels van het spel. "Buitenspel" was voor mij echter als achttienjarige een term zonder inhoud of betekenis. Dat een grensrechter de boel ook in de gaten hield, net als de scheidsrechter, snapte ik. Maar waar zo'n grensrechter nu helemaal naar keek, geen idee! Bij ons thuis
LAATSTE TWEE
31
was er geen geld voor sport. In de buurt sportten we niet. Nog steeds weet ik niet hoe je een bal schopt met de zijkant van je voet, laat staan dat ik enige richting kan geven aan een bal. Dat bij die laatste twee horen... ik beken.... het zit me nog steeds een beetje dwars. Wel heeft het me gemotiveerd om op andere vlakken uit te blinken. Sportdagen wist ik handig te vermijden, ik had regelmatig een flinke griep. Het viel niemand op, of men was blij dat ik er niet was; dat kan ook natuurlijk. Als we passend onderwijs nou echt een kans willen geven moeten we niet leerstof instampen op de opleiding tot leraar. Maar laten ervaren. Waar liggen je talenten en waar leer je bij? Passend Onderwijs is niet leren "om te gaan met afwijkend gedrag" of zoiets, hoewel ik waarschijnlijk op de ADHD-schaal hoog zou scoren. Het is omgaan met leerlingen. Voorleven en vooral begrijpen wat er in het koppie van zo'n leerling omgaat, als hij steeds bij "de laatste twee" hoort. "De rest verdeel ik wel", hoor ik de gymleraar nog zeggen en, nog erger, later als onderwijzer deed ik hetzelfde. Passend onderwijs is kijken naar kinderen en ze de kans geven mee te kunnen doen. Ze dingen te leren. Niet door de laatste twee maar zelf te verdelen. De leraren bewegingsonderwijs op de pedagogische academie te Bergen hebben me veel geleerd. Vooral wat ik blijkbaar niet kan, omdat het me nooit is geleerd. Op "teamdagen" doe ik nog steevast niet mee met sport. Het is me geleerd dat ik dat niet kan. En als iemand mij ooit eens in actie zou zien, zou hij of zij het roerend met me eens zijn. Maar ja, in de tijd dat ik het mooie vak leerde in Bergen bestond passend onderwijs nog niet. Nu doen de leraren bewegingsonderwijs het anders natuurlijk. Toch?
32
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
LAATSTE TWEE
33
34
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
Hetzelfde We staan op het punt om samen weer naar ons geliefde plekje in Kent te gaan, Marlies en ik. Ongetwijfeld komen we op weg naar een of ander dorp weer een schoolklas tegen: jongens en meisjes die in een rij naar of van school lopen. Of stoeiend op weg naar huis. Maar wel in schooluniform: dezelfde broeken of rokjes. Dezelfde kleuren. "Kijk", zal Marlies dan zeggen, "ze zien er hetzelfde uit. Het heeft toch wel iets. Je ziet geen verschil tussen merkkleding-kinderen en kinderen uit armere gezinnen". Ik probeer wel iets van "ja, maar dat is toch uit de tijd", maar haar reactie kan ik nu al voorspellen: "Hoezo dan?" Tegen zoveel logica verlies ik het op knock out. Ik ga dus direct plat liggen want anders gaat ze door: "Dan worden ze ook niet gepest met hun kleren". Alle leerlingen hetzelfde. het zou wel makkelijk zijn met je correctiewerk: allemaal een voldoende! Volgsystemen zijn niet meer nodig. Een enkel kind volgen is genoeg. De rest scoort hetzelfde. Ouderavonden kun je afschaffen. Je laat de klassenouder komen en bespreekt de resultaten van haar kind. En die klassenouder stuurt dan een mail of zo naar de andere ouders. Passend onderwijs is dan vanzelfsprekend geworden. Je hoeft immers geen rekening te houden met verschillen. Ze doen hetzelfde, gedragen zich gelijk en zien er ook hetzelfde uit. Geen pesterijen meer, rust! Je zou de klassen ook gerust kunnen vergroten tot een leerling of 50. "Nou sla je door", zegt Marlies. En ze heeft gelijk. het zou ook een ontzettend saai vak worden, leraar! Je krijgt
HETZELFDE
35
schooluniformen overigens nooit voor elkaar in Nederland. Misschien wel dezelfde basisuniformpjes. Maar we willen verschillen, we willen onderscheiden. Ondanks de propaganda voor inclusief onderwijs delen we leerlingen in: met of zonder extra ondersteuningsbehoefte. Dus verzinnen we bij het schooluniform vast rode sokjes, vanwege die extra behoefte. Of een korter stropdasje. Dan zie je wat voor een vlees in je in de kuip hebt in je klas. En die trekken we dan uit als we de leerling op een andere school aanmelden. Anders blijf je shoppen met zo'n kind....
36
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
Ondeugend Het valt me op hoeveel kinderboeken er zijn over ondeugende kinderen. Pietje Bell, Dik Trom, Pippi Langkous.... en volwassenen zitten te snotteren bij de film met Danny de Munck...krijg toch allemaal de klere....! Op een of andere manier vinden we deze kinderen sympathiek, terwijl ze toch de ene rot streek na de andere uithalen. Wat zou jij doen als een leerling in je klas tegen je zou zeggen: "Krijg de klere"? of als iemand de inktpot leegde over het hoofd van een medeleerling. Maar als we de boeken lezen of de films zien, nemen we het voor zo'n kind op. want we kennen zijn of haar achtergrond. Ze doen wel ondeugende dingetjes, maar in hun hart zijn ze goed. Ze zijn wat ballorig geworden door hun ouders, of hun omgeving of gewoon door omstandigheden. We stellen ons voor dat we zelf misschien dat jochie zouden zijn.... pffff.... dan zou ik net zo reageren. We hebben ook helemaal geen medelijden met de volwassenen die slachtoffer zijn van hun vaak behoorlijk afwijkende gedrag. En zelf gezagsdragers zoals de veldwachter in de verhalen van Dik Trom vinden we zielige figuren.... en menig onderwijzer of pinnige onderwijzeres moet het ontgelden, terwijl ze slechts orde proberen te houden. We begrijpen die baldadige kinderen en hun daden, juist misschien wel omdat ze zich afzetten tegen wat er door die saaie samenleving van kinderen wordt verwacht: braaf zijn en vooral niet lastig. We veroordelen de kinderen niet, plakken hen geen etiketten op en vinden ze op z'n hoogst "pittige kinderen". Maar .... een Pietje Bell in uw klas?" Gaat u zitten, meneer en mevrouw Bell. Ik denk dat u het wel met me eens kunt zijn dat Pietje een extra ondersteuningsbehoefte heeft..." En san zegt pa: "Tja,'t is een bijzonder kind. En dat is ie".
ONDEUGEND
37
Gestoord Gestoord "Hij is volledig gestoord!" gaf de juf van basisschool "Het Hoentje" telefonisch nog even door. Blijkbaar gaf het onderwijskundig rapport van Jochem niet helemaal weer wat de juf te rapporteren wist. "Hij is het nergens mee eens en laat dat ook duidelijk blijken door grensoverschrijdend gedrag", vulde juf nog aan. "Ik heb hem steeds weer gewaarschuwd en twee keer geschorst. Niets helpt. Het is er echt eentje voor jullie." De inhoud van het onderwijskundig rapport loog er overigens ook niet om. Achter elke alinea kon ik de emotie van de juf lezen. Die Jochem moest er toch wel eentje zijn! Een spugertje, en knijpertje. Hij schold juf vaak uit en ging vaak "uit zijn dak". Op grond van het rapport van juf en de ondersteunende verklaring van de onafhankelijke commissie "toelaatbaarheid", had Jochem een TLV-tje gekregen. Het samenwerkingsverband had een experiment- status gekregen en was een jaar eerder gestart met passend onderwijs. Men vermoedde CD of minstens ODD. Een ondersteunend onderzoeksrapport ontbrak. "We willen geen etiketjes plakken", was de verklaring in een begeleidend schrijven, "maar het gedrag overstijgt de mogelijkheden binnen Het Hoentje, zoals gedocumenteerd in het schoolprofiel". Nieuwe leerlingen worden bij ons op school ontvangen door de leerkracht. Tien minuten voordat we de dag zouden starten kwam Jochem aan. Op een rood fietsje, zonder ouders. Hij gooide de fiets tegen een muur en rende hard naar de deur. "Ik ben juf Lisette en voor mooie fietsen hebben we een aparte stalling. Anders gaan ze misschien kapot. Jouw rode racemonster mag daar 38
ZANDZAKKEN VOOR DE DEUR
in". We liepen samen naar het lokaal. Jochem telde hardop: "Een, twee, drie... ", tot zes bij mijn lokaal. "Hee, ik ben overgegaan! Groep 6", brulde Jochem lachend. Jochem heeft sproeten, een rode fiets en een harde stem. Hij is enthousiast te maken. Een stoer binkie dat genoeg uitgangspunten zal bieden om een stuk eigenwaarde te herstellen. Geen "kwaaie", maar dat schrijf je niet in een rapport, net zo min als "gestoord". Straks eerst maar over voetbal praten. Eens kijken of ik hem enthousiast kan krijgen en de hele dag loeren op kansen om complimenten te geven. Mooi vak!
GESTOORD
39