Zakelijk en professioneel Nederland en Vlaanderen in de virtuele 3D wereld Second Life (SL) Dr An Vanderhelst
I.
Een korte inleiding en beschrijving van het project
Het volgende rapport is een verslag van een door de TU gefinancierd pilootproject dat in de winter en het voorjaar van 2012 aan de universiteiten van Sheffield en Nottingham liep. Het doel van het project was om eerstejaarsstudenten Nederlands te laten kennis maken met de Nederlandse zakelijke wereld en hen de mogelijkheid te geven hun taal en culturele kennis toe te spitsen op carrièregericht gebruik. In het VK, net als in de rest van de wereld, zijn de maatschappelijke mogelijkheden na de studie immers belangrijke overwegingen voor studenten om voor Nederlands te kiezen. Voor de praktische uitvoering van het project werd gekozen om gebruik te maken van de virtuele omgeving Second Life (SL). Deze levensechte 3D wereld die gesproken en geschreven communicatie toelaat, sluit aan bij de eigentijdse communicatiestijlen van moderne studenten. Het project moest niet alleen leiden tot een evaluatie van het nut om eerstejaarsstudenten in te wijden in de professionele wereld van Nederland en Belgie, maar ook tot een meer algemeen rapport met praktische ideeën en tips over het gebruik van SL in het (tweede) taalonderwijs. Dit rapport is daarom bestemd voor alle docenten die een virtueel luik aan hun bestaande cursussen taal, cultuur of maatschappij willen toevoegen. Het eerste deel (II) van het rapport bevat een gedetailleerde beschrijving van de verschillende SL sessies waarin de studenten de Nederlandse zakelijke wereld leren kennen en hun kennis van de Nederlandse taal in context oefenen. In dit deel kunnen zowel praktische als meer inhoudelijke ideeën gevonden worden over hoe SL te gebruiken in een taalcursus of cursus cultuur en maatschappij. Het tweede deel van dit rapport (III) gaat in op een aantal praktische overwegingen bij het gebruik van SL in een educatieve context. Deze zijn van toepassing op het huidige project maar zijn ook relevant voor andere onderwerpen en zelfs andere talen. Het laatste deel (IV) bevat een conclusie over het eigenlijke project maar ook meer algemene bedenkingen over het gebruik van SL in een educatieve context.
II.
Zakelijk Nederland en België in Second Life: de sessies
a. Sessie 1: introductie / training De trainingsessies vonden plaats op locatie in de computerlokalen van de universiteiten van Sheffield en Nottingham. Studenten kregen een uitgebreide inleiding over het doel en verloop van het project. Het zwaartepunt van deze sessie lag echter op het gebruik van SL zelf. Eerst werd een inleiding gegeven over wat Second Life precies is en hoe het werkt. Ook aan de basisfuncties van het programma werd veel aandacht besteed. Daarna was het aan de studenten zelf. Zij doorliepen eerst een algemene training die hen vertrouwd moest maken met de belangrijkste gebruiksfuncties van SL voor dit project, bv ‘hoe gebruik ik de spreekfunctie?’, ‘Hoe stuur ik een geschreven bericht aan mijn medestudenten?’,’ Hoe begeef ik me van de ene virtuele plaats naar de andere’, enz.
1
Sessie 1: student die de algemene training doorloopt.
Na de algemene training, werden de studenten gevraagd een aantal specifieke taken in SL uit te voeren die hen zouden helpen bij de lessen (bv identificeren van de virtuele gebieden die aan Nederland en België gewijd zijn in SL, aanpassen van de privacy instellingen, kennismaken met het virtueel klaslokaal, enz)
Sessie 1: een groepje studenten uit Sheffield en Nottingham ontmoeten elkaar voor het eerst in het virtuele klaslokaal
2
b. Sessie 2: virtueel Amsterdam De eerste reeks inhoudelijke sessies, die telkens één uur en 30 minuten duurden en waaraan gemengde groepjes studenten uit Sheffield en Nottingham deelnamen, handelden over de manier waarop Amsterdam en de Nederlandse (bedrijfs)cultuur in SL wordt voorgesteld en de vraag of de virtuele voorstelling van Amsterdam, en haar instellingen en bedrijven, representatief is of net stereotiep. Studenten namen deel aan een korte rondleiding in virtueel Amsterdam en dienden vervolgens een vragenlijst op de lossen over het thema. Nadat de studenten de vragenlijst doorlopen hadden, kwamen ze samen in een virtueel klaslokaal om de resultaten te bespreken. Daar discussieerden de studenten, onder leiding van de docent, verder over de representatieve waarde van virtueel Amsterdam en haar instellingen en bedrijven.
Sessie 2: student op ontdekking in virtueel Amsterdam
c. Sessie 3: kennismaken met Nederlandse en Belgische bedrijven en instituten De tweede reeks inhoudelijke sessies hadden als doel het beter leren kennen van een aantal Nederlandse en Belgische bedrijven en instituten die in SL aanwezig zijn. De studenten kregen de opdracht een virtuele versie van een bedrijf te zoeken in de SL gebieden die aan de bedrijfswereld gewijd zijn, zoals het bekende Zakelijk Nederland 0031. Ze dienden een kort onderzoekje te doen naar het originele bedrijf, een beschrijving te geven van de SL versie (‘zijn er virtuele werknemers aanwezig?’; ‘worden er producten aangeboden?’, enz) en zich te buigen over kwesties als: ‘waarom is dit bedrijf in SL aanwezig?’, ‘wat wil men bereiken met de aanwezigheid in SL?’ enz.) De studenten presenteerden tijdens de sessies de resultaten van hun onderzoek in het Nederlands en op locatie, i.e. in de virtuele versie van de door hen gekozen instelling of bedrijf. Na afloop van de presentaties volgde er nog een korte vragenronde in het virtuele klaslokaal waarbij de studenten elkaar in het Nederlands vragen konden stellen over de verschillende bedrijven die besproken werden. d. Sessie 4: nadenken over de rol van het Nederlands in je toekomst In deze sessies werden studenten aangezet om na te denken over de rol die zij willen of denken dat Nederlands in hun toekomstige carrière gaat spelen. Als voorbereiding op de SL sessies werd hen gevraagd drie vragen te bedenken over het onderwerp en die virtueel aan twee andere studenten voor te leggen (‘studeer jij Nederlands omdat je denkt dat je het later gaat gebruiken in je professionele leven?’, ‘wat soort baan met Nederlands zou jij later willen doen?’ enz). Op hun beurt werden de vragenstellers door 3
hun medestudenten geïnterviewd. Dit gebeurde allemaal in het Nederlands. De resultaten van deze korte onderzoekjes werden dan besproken in het virtuele klaslokaal in SL. Na de resultaten van de interviews te hebben doorlopen, volgde er een groepsgesprek over. e. Sessie 5: interviewen van vroegere studenten Nederlands In deze sessies hadden de studenten de mogelijkheid vragen te stellen aan twee vroegere studenten Nederlands aan University College London, Joanna Gorczynska en Terry Ezra, die momenteel in Nederland werken en dagelijks in contact staan met de Nederlandse bedrijfswereld. De studenten moesten als voorbereiding drie vragen bedenken die ze wilden stellen aan Joanna en Terry. De vraagronde vond plaats in het virtuele klaslokaal in SL. Eerst stelden Joanna en Terry zichzelf en hun baan voor en daarna was het tijd voor de vragen. De vragen gingen over het zoeken naar werk in Nederland, de dagelijkse werkervaring en de moeilijkheden die gepaard gaan met het werken in een andere taal en cultuur, en of de studie Nederlands in het VK studenten goed voorbereid op werken in Nederland. De sessie verliep volledig in het Nederlands en werd afgesloten met een samenvatting van de discussies door de docent. f.
Sessie 6: taal oefenen in context
De laatste sessies waren specifiek gericht op het gebruiken van de Nederlandse taal in context en wilde daarom de studenten de mogelijkheid geven op meer creatieve manier te spreken. Als voorbereiding werden de studenten gevraagd een korte presentatie voor te bereiden in het Nederlands over een virtuele locatie die met Nederland of België in verband staat en die voor hen belangrijk is. Tot de gekozen locaties behoorden: favoriete museums, bedrijven, banen enz. De studenten stelden hun locatie voor, legden uit waarom de plaats voor hen belangrijk was en maakten een vergelijking met de originele locatie. Na elke presentatie, hadden de andere studenten de mogelijkheid om elkaar verdere vragen te stellen.
Sessie 6: student bestudeert reisfoto’s van Nederland en België in SL galerij
Conclusie sessies: De sessies werden als succesvol ervaren. De aspecten die het meest gesmaakt werden door de studenten, waren de kennis over de Nederlandse professionele wereld die ze in de sessies opdeden, het feit dat ze nu 4
een beter idee hebben van de rol die het Nederlands kan gaan spelen in hun toekomst, dat ze de mogelijkheid hadden om hun medestudenten en de studenten aan de andere universiteit beter te leren kennen en dat ze hun opgedane kennis van het Nederlands konden uitproberen in een visueel stimulerende context. De negatieve aspecten waren vooral van technische aard. Zo hadden een aantal studenten niet de vereiste technische apparatuur om SL te laten lopen of geen voldoende sterke geluidskaart. De hoogtepunten van de sessies voor de docent waren de momenten waarop de virtuele omgeving van SL ten volle benut werd om een stimulerende omgeving voor discussie over de Nederlandse zakenwereld te creëren, of een visuele setting waarin studenten de Nederlandse taal in context konden gebruiken. In elke sessie kwamen er zulke momenten voor. Het doel van het project, i.e. eerstejaarsstudenten te laten kennismaken met de Nederlandse zakelijke wereld en hen de mogelijkheid te geven om hun opgedane kennis van de taal en cultuur in een carrièregerichte context te gebruiken, werd in de sessies bereikt zoals ook blijkt uit de positieve ervaringen van de studenten die hierboven beschreven staan. Net als voor de studenten het geval was, werden vooral de technische problemen als een negatief element ervaren. Hoewel SL over het algemeen goed functioneerde, waren er problemen met de spreekfunctie. Zo werd al vrij snel besloten om Skype te gebruiken voor de rechtstreekse communicatie. Het feit dat sommige studenten niet beschikten over de vereiste hardware om aan SL deel te nemen was een tweede belangrijk probleem.
III.
Second Life (SL) in een educatieve context: een aantal praktische bedenkingen
Voorbereiding en voorbereid zijn is van fundamenteel belang voor docenten die SL willen gaan gebruiken als onderdeel van een cursus Nederlandse taal, cultuur of maatschappijleer. Hieronder volgen een aantal praktische tips:
Als docent moet je je eerst zelf technisch goed vertrouwd maken met SL. SL biedt trainingsprogramma’s om de basisfuncties van het programma te leren kennen. Daarnaast moet je bereid zijn een aantal uren, of zelfs dagen, op SL door te brengen om je met de mogelijkheden en beperkingen van SL vertrouwd te maken. Het is immers onontbeerlijk dat je je studenten een inductietraining kan aanbieden die hen het goed gebruik van SL aanleert. Zonder een dergelijke training zullen je studenten sneller afhaken omdat ze zich niet vertrouwd voelen met de leeromgeving. Belangrijk is om in je training de nadruk te leggen op die aspecten of functies van SL die je studenten van pas zullen komen tijdens jouw lessen: zo moet je bijvoorbeeld uitleggen hoe de spreekfunctie gebruikt moet worden als je spreekoefeningen wil doen in SL. Het is ook van belang dat studenten geïnformeerd worden over de hardware vereisten die nodig zijn om aan SL deel te nemen, om problemen te vermijden zoals het geval was in het hierboven beschreven project. Een dergelijke inleidende training is verder ook het moment om een aantal praktische regels vast te leggen over hoe de deelnemers aan de les zich dienen te gedragen, zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat als je lessen uit spreekoefeningen bestaan, je afspreekt wie op welk moment praat (en niet allemaal samen).
Het is belangrijk om te weten wat je precies wil gaan doen met SL: je kan SL bijvoorbeeld gebruiken als integratie van je lessen of als een middel om les te geven van op afstand. SL kan inderdaad voor al die verschillende doeleinden gebruikt worden. In het project hierboven hebben we SL gebruikt om taal in context te oefenen en om studenten beter vertrouwd te maken met een aspect van de 5
cultuur en maatschappij van Nederland en Belgie, i.e. de zakelijke wereld. Een belangrijk element daarbij is het goed inschatten van wat technologisch en praktisch mogelijk is: een hoorcollege in een publieke SL ruimte is geen goed idee, je moet dus al beschikken over een eigen virtueel klaslokaal als je echt wil gaan doceren en bijvoorbeeld een white board wil gebruiken.
Wanneer je als docent beslist hebt waarvoor je SL wil gaan gebruiken, komt het moment dat je de sessies of lessen in detail gaat moeten plannen. Dit is belangrijk om zoveel mogelijk de controle over de lessen te kunnen behouden, want er is natuurlijk altijd een factor bij het gebruik van SL die je als docent niet helemaal in de hand hebt – de technologische moeilijkheden die kunnen opduiken. Het is ook belangrijk dat de studenten voor elke les/sessie zoveel mogelijk informatie krijgen over de inhoud van de lessen (welke taken ze moeten doen, welke voorbereiding voor de les) maar ook praktische informatie, zoals in welk deel van de virtuele wereld de sessie plaats vindt. Hoe beter en gedetailleerder je lesvoorbereiding en communicatie met je studenten, des te minder ongewenste verrassingen tijdens de virtuele lessen!
Wanneer je SL eindelijk gaat gebruiken met je studenten, is het van belang dat je(bijna) altijd beschikbaar bent om de studenten technisch en praktisch te ondersteunen zowel tijdens de lessen als bij de voorbereiding op de lessen. Als ze het gevoel hebben dat je hen bijstaat in deze nieuwe ervaring, zullen je studenten zich minder snel door SL overweldigd voelen. En of je nu een hoorcollege geeft of je studenten in groepjes laat werken, je moet altijd stevig de touwtjes in handen houden en erop toezien dat de praktische regels die voorheen werden vastgelegd, ook gerespecteerd worden.
IV.
Conclusie
Het pilootproject heeft zijn doel bereikt. Het heeft eerstejaarsstudenten op Sheffield en Nottingham de kans gegeven de Nederlandse professionele wereld beter te leren kennen en hun kennis van het Nederlands in deze zakelijke context te gebruiken. De deelnemende studenten gaven ook zelf aan zich nu meer bewust te zijn van waarom ze Nederlands studeren en waarom ze het willen blijven doen. Een beter inzicht in de carrièremogelijkheden die de kennis van de Nederlandse taal en cultuur hen biedt, speelt bij deze bewustwording zeker een belangrijke rol. Het project heeft verder ook de meer modernere mogelijkheden van de studie Nederlands laten zien door de virtuele wereld SL een integraal deel te maken van het project. SL is in dit project naar voren gekomen als een inhoudelijk veelbiedend en veelbelovend middel bij de studie van een tweede taal. Naast de meer traditionele voordelen van online leren en studeren, biedt SL een omgeving die stimuleert en tal van mogelijkheden biedt om lessen in taal, cultuur of maatschappij boeiend en uitdagend te maken. Maar SL is niet zonder problemen. Hoewel SL op zich goed werkt, kan een gebrek aan de juiste apparatuur bij de studenten de hele ervaring voor hen vergallen. Een afwegen van de voor- en nadelen van SL voor jouw lessen en jouw studenten is daarom dus een must als je eraan denkt het programma te gaan gebruiken.
6