Your Power Tractie-energie
Inhoudsopgave 1. Wat is tractie-energie? 1.1 Van producent tot trein 1.2 Voordelen 1.3 Energie, spanning of stroom 1.4 Transport en distributie 1.5 Levering van tractiestroom
3
2. Mag u zelf uw energieleverancier kiezen? 2.1 Basisvoorwaarden 2.2 Wat moet u verder doen? 2.3 Infrabel als energieleverancier
5
3. Hoe wordt uw verbruik bepaald? 3.1 Energiemeters 3.2 Treininformatie 3.3 Schatting 3.4 Graaddagen 3.5 Validatie 3.6 Waar wordt het verbruik bepaald?
6
4. Hoeveel moet u betalen? 4.1 Tariefperiodes 4.2 Tarieven 4.3 Hoe worden de tarieven bepaald? 4.4 Facturen 4.5 Erex gebruiksinterface
9
5. Hoe koopt Infrabel tractiestroom aan? 5.1 Wat wordt er aangekocht? 5.2 Aankoopwijze 5.3 Betere risicospreiding 5.4 Eenheidsprijzen
11
6. Hoe worden de tarieven bepaald? 6.1 Transport en distributie 6.2 Levering
13
7. Hebt u een energiemeter nodig? 7.1 Waarom? 7.2 Waaraan moet een energiemeter voldoen? 7.3 Oudere meettoestellen
14
8. Definities en afkortingen
15
// 2
1. Wat is tractie-energie? 1.1
Van producent tot trein
Producenten maken elektriciteit in nucleaire centrales, met klassieke thermische centrales (vb. op basis van aardgas) of via hernieuwbare energie (vb. wind).
De elektriciteit wordt op een tractieonderstations van Infrabel.
hoge
wisselspanning
getransporteerd
en
bereikt
zo
de
Infrabel vormt de spanning om en verdeelt deze via de bovenleiding. Via stroomafnemers kan de nodige elektrische energie afgenomen worden door de spoorwegondernemingen. Deze energie kan u vervolgens gebruiken voor het voeden van: • uw elektrische locomotieven en/of motorstellen; • comfortdiensten voor reizigerstreinen zoals verwarming, verlichting en airco.
1.2
Voordelen
Elektrisch rijden is efficiënter dan rijden op diesel want er wordt minder primaire energie gebruikt. Aangezien er minder CO2 wordt uitgestoten, is het beter voor het milieu. Voor goederenvervoer is het met elektrische locomotieven mogelijk om zwaardere lasten te vervoeren.
// 3
1.3
Energie, spanning of stroom
Een energielevering is de levering van een hoeveelheid stroom op een bepaalde spanning gedurende een bepaalde tijd. Infrabel moet als “minimale dienst” zorgen voor het aanbieden van spanning op de bovenleiding. De “aanvullende dienst” heeft dus meer betrekking op het element stroom. In de netverklaring1 spreken we dan ook van de “aanvullende dienst tractiestroom”. Wie met dieseltractie rijdt, maakt geen gebruik van deze aanvullende dienst. Deze aanvullende dienst bestaat uit twee onderdelen: • transport en distributie; • levering.
1.4
Transport en distributie
Infrabel staat als enige in voor het transport en de distributie van elektriciteit op haar net, ongeacht of de spoorwegonderneming gebruik maakt van de levering van tractiestroom via Infrabel of via een leverancier van zijn keuze. De dienst “transport en distributie tractiestroom” is dus verplicht voor elke spoorwegonderneming die gebruik wenst te maken van elektrische tractie. Transport en distributie tractiestroom omvat: • alle kosten voor de aansluitingen van de tractieonderstations bij Elia en bij de andere distributienetbeheerders (volledige netkosten); • netverliezen in de onderstations en de bovenleidingen; • administratieve kosten voor het meten en correct toewijzen van de energie aan de spoorwegonderneming en bijhorende leverancier; • taksen en heffingen geïnd via de netbeheerders.
1.5
Levering van tractiestroom
Momenteel wordt alle tractiestroom nog geleverd door Infrabel. De spoorwegondernemingen zullen in de nabije toekomst zelf hun eigen energieleverancier kunnen kiezen (zie hoofdstuk 2). Infrabel zal echter de dienst ‘levering tractiestroom’ blijven aanbieden. De levering van tractiestroom omvat: • de energiekost; • kosten in het kader van het evenwicht tussen injectie en afname van de leverancier binnen de Belgische regelzone; • taksen en heffingen geïnd via de leverancier; • kost groenestroomcertificaten en WKK-certificaten (warmtekrachtkoppeling); • CO2 emissierechten.
1
Definities en afkortingen bevinden zich in hoofdstuk 8.
// 4
2. Mag u zelf uw energieleverancier kiezen? 2.1
Basisvoorwaarden
Na omzetting van de Europese richtlijn 2009/72 naar Belgisch recht, moeten we nog de nodige afspraken maken met bijvoorbeeld de publieke netbeheerders in de elektriciteitsmarkt. Tegen einde 2012 hopen we volledig gereed te zijn.
Als u in 2013 zelf uw energieleverancier wenst te kiezen, kan u nu al starten met het plaatsen van energiemeters op uw treinen. Dit is immers een basisvoorwaarde in de elektriciteitsmarkt. Deze voorwaarde werd ook overgenomen in een studie van ERA, de Europese spoorweginstantie.
2.2
Wat moet u verder doen?
U moet op zoek gaan naar een energieleverancier. De energieleverancier dient over een geldige leveringsvergunning te beschikken. U moet ook een evenwichtsverantwoordelijke aanduiden (vb. uw energieleverancier). De evenwichtsverantwoordelijke: • meldt dagelijks aan Elia hoeveel energie u zal verbruiken; • compenseert de energieverliezen op het transmissienet van Elia; • betaalt de kosten voor onevenwicht aan Elia. U meldt ons minstens drie maanden vooraf uw leverancier en evenwichtsverantwoordelijke (in België wordt deze ook toegangsverantwoordelijke genoemd). Een wijziging gaat steeds in op de eerste van de maand en loopt minimaal over een periode van drie maanden.
2.3
Infrabel als energieleverancier
Indien u niet kiest voor een eigen energieleverancier, kunt u kiezen voor de dienst ‘levering tractiestroom’ bij Infrabel. Binnen ons productgamma werd dit opgenomen onder het product Your Power. Infrabel zal aan grote spoorwegondernemingen ruim vooraf vragen of zij gebruik willen maken van deze dienst. Dit laat Infrabel toe om tijdig te starten met de aankoop. Hierdoor wordt de bevoorradingszekerheid vergroot en worden de financiële risico’s zo veel mogelijk gespreid.
// 5
3. Hoe wordt uw verbruik bepaald? 3.1
Energiemeters
Als er energiemeters op uw treinen staan, dan worden de meetgegevens uit deze meters gebruikt om het verbruik van uw treinen te bepalen. Een energiemeter staat vast op een locomotief of een motorstel. Hij meet zowel de energie die via de bovenleiding geleverd werd als de remenergie die teruggeleverd werd. Ook de GPS-coördinaten en het tijdstip van verbruik worden opgeslagen. Minstens één maal per dag worden de meetwaarden verzonden. U moet een infrastructuurbeheerder kiezen die de ruwe meetgegevens zal ontvangen. Deze infrastructuurbeheerder zal controleren in welk land het verbruik plaatsvond en zal de meetwaarden doorzenden naar zijn collega in dat land (conform aan UIC-fiche 930). Infrabel biedt deze dienst gratis aan. Bijlage E.3 van de netverklaring bevat o.a. de vereisten voor energiemeters en ook meerdere methoden voor het verzenden van de data. Dit document is terug te vinden op de website van Infrabel onder het luik “spoorwegondernemingen”.
3.2
Treininformatie
De meetgegevens moeten gekoppeld kunnen worden aan informatie over uw treinen. Indien deze koppeling niet mogelijk is, kunnen we de meetgegevens niet toewijzen aan de juiste treinrit. Daarom moet u ons melden wat de samenstelling is van al uw treinen. Voor goederentreinen kan dit via “Fill In”, een applicatie op de Business Corner. Als unieke sleutel wordt het Europese voertuignummer gebruikt: vb. 918801302301. In plaats van de applicatie “Fill In” op de Business Corner te gebruiken, kan u ook gebruik maken van onderstaand rekenblad.
// 6
In de cel A17 en volgende kan u het Europees voertuignummer voor uw locomotieven invoeren. Alle informatie over dit rekenblad en de applicatie “Fill In” vindt u op de Business Corner. Voor vragen kan u steeds contact met ons opnemen. Wat betreft reizigerstreinen, zijn we volop aan het werken aan een oplossing. Van zodra deze oplossing klaar is, zal dit gecommuniceerd worden aan de reizigersoperatoren en zal deze paragraaf in een nieuwe versie worden aangepast. Indien u locomotieven en/of motorstellen nu al wilt uitrusten met energiemeters, gelieve ons dan te contacteren zodat we samen tot een oplossing kunnen komen. Indien het Europees voertuignummer van de tractie-eenheid niet tijdig of niet correct werd ingegeven, hebben we geen controle op de opgegeven tractiewijze en kan een dieseltrein zelfs per vergissing als elektrische trein gekend zijn. Voor goederentreinen kan deze informatie in Fill In gewijzigd worden tot 4 dagen na het vertrek van de trein (D+4 om 16u). Voor reizigerstreinen zal in de toekomst hetzelfde gelden. Ook de massa van de trein wordt door u ingegeven in onze systemen. Wij registreren op verschillende plaatsen de doortocht van uw trein. Aan de hand van deze gegevens kunnen wij de ton-km per treinrit en per tariefperiode berekenen.
3.3
Schatting
Ontbrekende meetgegevens worden geschat op basis van een gemiddeld specifiek verbruik (kWh/tonkm) per categorie (reizigers, goederen of hogesnelheid). Infrabel gebruikt in 2012 de volgende formules: reizigers:
(32 + 0,023 * D1 + 0,033 * D2) Wh/ton-km
hogesnelheid:
(40 + 0,023 * D1 + 0,033 * D2) Wh/ton-km
goederen:
18 Wh/ton-km
Deze formules kunnen jaarlijks beperkt wijzigen. De formules zijn opgenomen in de netverklaring.
3.4
Graaddagen
Een belangrijk gedeelte van het verbruik van reizigerstreinen dient voor verwarming of koeling. Dit verbruik is afhankelijk van de buitentemperatuur. In de bovenstaande formules staan D1 en D2 voor graaddagen gebaseerd op de gemiddelde (effectieve) dagtemperatuur in Brussel. Voor de bepaling van D1 wordt elke graad onder de 16,5°C geteld als één graaddag. Een dag met een gemiddelde dagtemperatuur van 10°C zorgt dus voor 6,5 graaddagen. Een dag met 7,5°C als gemiddelde dagtemperatuur levert 9 graaddagen aan. Het is de som van de graaddagen over een maand die gebruikt wordt als D1. Voor de bepaling van D2 wordt elke graad boven de 20°C geteld als één graaddag. Het is de som van de graaddagen over een maand die gebruikt wordt als D2.
// 7
3.5
Validatie
Meetgegevens worden vergeleken met de geschatte waarden. Indien de meetgegevens duidelijk foutief zijn, wordt er een alarm gegeven en wordt het geschatte verbruik aangewend.
3.6
Waar wordt het verbruik bepaald?
Tot einde 2011 werd het energieverbruik van de verschillende operatoren verrekend ter hoogte van de tractieonderstations. Vanaf begin 2012 berekent Infrabel het energieverbruik ter hoogte van de stroomafnemer. Ongeveer 7% van de energie gaat verloren bij de omzetting in de tractieonderstations en het transport door de bovenleiding. Vanaf 2012 zal er 7% minder verbruik aangerekend worden. De kost voor de aankoop van de verliezen zal aangerekend worden als onderdeel van ‘transport en distributie’.
// 8
4. Hoeveel moet u betalen? 4.1
Tariefperiodes
Infrabel heeft drie tariefperiodes:
Op zaterdagen, zondagen en feestdagen geldt het nachttarief.
4.2
Tarieven
De tarieven zijn opgenomen in de netverklaring. Deze worden opgesplitst per tariefperiode en voor de onderdelen ”levering van tractiestroom” en ”transport en distributie van tractiestroom”. In 2012 worden volgende tarieven toegepast:
nacht dag piek
4.3
transport en distributie 10 EUR/MWh 22 EUR/MWh 45 EUR/MWh
levering 45 EUR/MWh 68 EUR/MWh 103 EUR/MWh
Hoe worden de tarieven bepaald?
Infrabel maakt een eerste raming van de tarieven in de zomer van het jaar J-2. Deze worden opgenomen in de netverklaring De definitieve tarieven worden één jaar later vastgelegd en de netverklaring wordt aangepast. Concreet betekent dit dat in de zomer van 2009 een eerste raming werd gemaakt van de tarieven voor het kalenderjaar 2011. Deze werden in december 2009 gepubliceerd in de netverklaring 2011. In de zomer van 2010 werd het tarief 2011 definitief vastgelegd. Een aanpassing van de netverklaring 2011 werd eind 2010 gepubliceerd.
4.4
Facturen
Infrabel maakt eind oktober van het jaar J-1 een tabel op met de maandelijkse voorschotten die elke spoorwegonderneming zal moeten betalen. Deze tabel wordt opgenomen in de gebruiksovereenkomst. De factuur voor deze voorschotten wordt overgemaakt bij het begin van de verbruiksmaand. Na elke verbruiksmaand volgt er een factuur gemaakt op basis van de gemeten en/of geschatte verbruiken en op basis van de gepubliceerde tarieven. Samen met de laatste factuur wordt er een afrekeningsfactuur gemaakt. Afwijkingen tussen kosten en opbrengsten van Infrabel in het product “tractiestroom” wordt versleuteld op basis van het totale factuurbedrag per spoorwegonderneming in het lopende boekjaar. Alle facturen zijn binnen de 30 dagen te betalen.
// 9
4.5
Erex gebruiksinterface
Erex is het systeem dat door Infrabel gebruikt wordt om het verbruik van elke treinrit te bepalen. Om transparant te zijn naar onze klanten, stellen we een gebruiksinterface ter beschikking. Via deze gebruiksinterface kan men het verbruik (zowel gemeten als geschat) gedetailleerd opvolgen. Voor meer informatie over de mogelijkheden van deze interface en het aanvragen van een log in, neemt u best contact via
[email protected].
// 10
5. Hoe koopt Infrabel tractiestroom aan? 5.1
Wat wordt er aangekocht?
Het totale volume energie voor treinen bedraagt jaarlijks ruim 1400 miljoen kWh. Dit is een zeer groot volume. 450 000 400 000 350 000 300 000 kW
250 000 200 000 150 000 100 000
Vermogenafname
50 000
22:00
20:00
18:00
16:00
14:00
12:00
10:00
8:00
6:00
4:00
2:00
0:00
0
De afname heeft een zeer specifiek verloop. Bovenstaande grafiek toont de afname op 11 februari 2010. Dit grillige verloop maakt het moeilijk om de energie aan te kopen via de energiemarkt. Voor de piek moeten tijdelijk extra productie-eenheden ingezet worden, waardoor de productiekost veel hoger wordt dan voor een grootverbruiker met een vlak afnameprofiel. Het profiel bemoeilijkt ook het behoud van het evenwicht tussen injectie en afname. Ook dit leidt tot een hogere kost.
5.2
Aankoopwijze
Infrabel organiseert Europese aanbestedingen om de energie aan te kopen. Tot 2008 stegen de energieprijzen jaar op jaar. Door vroeg aan te kopen, kon Infrabel voor de spoorwegondernemingen grote prijsvoordelen behalen.
100,00 90,00 Cal Cal Cal Cal Cal Cal
€/MWh
80,00 70,00 60,00
2009 2010 2011 2012 2013 2014
50,00
11/05/2011
26/01/2011
13/10/2010
02/07/2010
15/03/2010
26/11/2009
17/08/2009
04/05/2009
15/01/2009
29/09/2008
18/06/2008
29/02/2008
13/11/2007
02/08/2007
17/04/2007
02/01/2007
40,00
De economische crisis deed eind 2008 de prijzen in elkaar stuiken. Omdat Infrabel de energie op voorhand aankocht, werden de hoge energieprijzen uit 2008 pas met vertraging zichtbaar op de facturen van 2010 en 2011. In 2012 speelt de terugval van de marktprijs ten volle in de door Infrabel gehanteerde tarieven.
// 11
5.3
Betere risicospreiding
Voor levering vanaf 2013 werd een nieuwe benadering gevolgd waarbij een deel van de prijs elk jaar wordt vastgeklikt. Deze nieuwe aankoopstrategie moet het mogelijk maken om marktschommelingen uit te vlakken. Het aankoopbeleid voor levering in 2013 en 2014 wordt als volgt bepaald: • • • • •
35% van de prijs wordt vastgeklikt in Jaar-3; 25% van de prijs wordt vastgeklikt in Jaar-2; 25% van de prijs wordt vastgeklikt in Jaar-1; 5% van de prijs wordt vastgeklikt 3 maand voor levering; 10% van de prijs wordt bepaald door de prijs van de volgende dag op de elektriciteitsbeurs.
Voor 2015 vervalt de schijf van 5% die wordt vastgeklikt 3 maand voor levering. 15% wordt bepaald op basis van de prijs van de volgende dag op de elektriciteitsbeurs.
5.4
Eenheidsprijzen
Onderstaande figuur toont de eenheidsprijzen (in EUR/MWh) voor de aankoop van de tractie-energie voor de periode 2007 tot en met 2015.
120,00 taksen
100,00
netkosten
80,00
groene stroom en WKK
60,00
commodity
40,00 20,00 0,00 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
De eenheidsprijzen voor 2013, 2014 en 2015 zijn ramingen. Op 1 januari 2012 was de prijs voor 2013 nog maar voor 60% vastgelegd, en deze voor 2014 voor 35%.
// 12
6. Hoe worden de tarieven bepaald? 6.1
Transport en distributie
Infrabel zal de kosten betalen voor de aansluitingen van de tractieonderstations op de publieke hoogspanningsnetten (Elia en de distributienetbeheerders). Deze kosten zijn verbonden aan de fysieke verbinding van het publieke net tot aan onze tractieonderstations en de kosten om de energie te transporteren doorheen de publieke netten. De facturen van de publieke netbeheerders bevatten ook een aantal taksen en heffingen die via de netbeheerders geïnd worden. We schatten dat er ongeveer 7% van de energie verloren gaat tussen de aansluiting op het publieke net en de stroomafnemer. Infrabel koopt hiervoor zelf energie aan. Om het energieverbruik te kunnen meten en toewijzen hebben we meerdere informaticatoepassingen. Kosten voor verbeteringen, beheer en onderhoud van deze applicaties worden in rekening gebracht. Voor een aantal cruciale taken rond de informatieverwerking hebben we niet opnieuw het warme water uitgevonden. We werken daarvoor samen binnen Eress een Europees samenwerkingverband met meerdere spoorweginfrastructuurbeheerders. Zo kunnen we kennis delen, maar ook besparen op de investeringskosten.
6.2
Levering
De prijs voor de eigenlijke energielevering is gebaseerd op de resultaten van de Europese aanbesteding en de evolutie van de energie-indexen voor de leveringsperiode (zie hoofdstuk 5).
// 13
7. Hebt u een energiemeter nodig? 7.1
Waarom?
Elke elektriciteitsverbruiker heeft een energiemeter. Treinen zijn grote elektriciteitsverbruikers. Indien een spoorwegonderneming vrij zijn energieleverancier wenst te kiezen, moet Infrabel beschikken over het werkelijk energieverbruik. Een energiemeter is dan noodzakelijk.
Een energiemeter zorgt er ook voor dat enkel het werkelijke verbruik aangerekend wordt. Een spoorwegonderneming die minder energie tracht te verbruiken, zal dus ook minder betalen. Landen als Noorwegen en Duitsland hebben in een vijftal jaar besparingen van 10 tot 20% bereikt.
7.2
Waaraan moet een energiemeter voldoen?
De spoorwegsector heeft criteria vastgelegd waaraan alle energiemeters geplaatst op de treinen moeten voldoen. Deze werden goedgekeurd door de Europese Commissie. De basisvereisten staan in bijlage D van de TSI over rollend materieel. Er wordt ook gewerkt aan een Europese norm, nl. EN 50463. Producten die voldoen aan deze norm, voldoen ook aan de basisvereisten uit de TSI. Alle vereisten voor de energiemeter staan samengevat in bijlage E.3 van de netverklaring.
7.3
Oudere meettoestellen
Infrabel is bereid om tijdens een overgangsfase meetgegevens te aanvaarden die afkomstig zijn van energiemeters die niet voldoen aan bovenvermelde vereisten. Deze overgangsfase loopt minimaal tot 2 jaar na publicatie van EN 50463, dus vermoedelijk tot september 2014. Een verlenging is mogelijk mits dit toegelaten blijft door de Europese en Belgische regelgeving.
// 14
8. Definities en afkortingen
Business Corner
Beveiligde website, voorbehouden voor de spoorwegondernemingen Via verschillende applicaties kunnen de spoorwegondernemingen hun rijpaden online reserveren, reglementen en administratieve documenten downloaden, transportgegevens en facturen consulteren, de samenstelling en het tonnage van de trein ingeven, …
Beheerder van het Belgische transmissienet Zij beheert de elektriciteitsnetten van 30 kV tot en met 380 kV. Alle grote centrales en verbindingen met buurlanden zijn op deze spanningen. De meeste tractieonderstations zijn aangesloten op het net van Elia.
Elia Elektriciteit kan niet gestockeerd worden. Elia waakt er ook over dat er op elk moment een evenwicht is tussen de ingevoerde of geproduceerde energie enerzijds en de uitgevoerde of verbruikte energie anderzijds. Elia factureert deze dienst aan de partij die de onevenwichten veroorzaakt.
ERA
European Railway Agency De instelling die voor de Europese Commissie de wettelijke en praktische afspraken vastlegt voor de spoorwegsector. Zij staan o.a. in voor het opstellen van de TSI’s.
Eress
European Railway Energy Settlement System Europees samenwerkingsverband met meerdere spoorweginfrastructuurbeheerders met als doel gezamenlijke oplossingen aan te bieden rond meting en toewijzing van energieverbruik van treinen aan spoorwegondernemingen.
Netverklaring
De netverklaring is een document waarin op gedetailleerde wijze de beschrijving van het net, de algemene verkeersregels, de termijnen, de procedures en de criteria in verband met de regelingen voor de heffing van gebruiksrechten en de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit zijn vastgelegd. Dit document bevat verder alle andere gegevens die nodig zijn om de aanvragen voor spoorweginfrastructuurcapaciteit in te dienen. De netverklaring is opgesteld ten behoeve van de kandidaten, de gebruikers en iedere andere betrokken partij en is te raadplegen op www.infrabel.be.
TSI
Technical Specifications for Interoperability Er bestaan meerdere TSI’s. Een TSI bevat de basisvereisten voor een bepaald subsysteem, bijvoorbeeld het rollend materieel of de spoorweginfrastructuur. Alle nieuwe treinen in Europa moeten voldoen aan de TSI voor het rollend materieel. Deze TSI’s zijn terug te vinden op www.era.europa.eu.
// 15
Cel Energiebeheer Tel: +32 (0)2 525 27 66 Email:
[email protected]