Workshop Verbinding zorg, sport en bewegen
Dirk Schaars – Ilvie van Schijndel – Karlijn Leenaars – Eva Smit 10 december 2015
Agenda 1. Welkom
2. Inleiding: Kader van het onderzoek en deze workshop 3. Werkvorm: Hoe geef je de verbinding tussen zorg en sport vorm?
4. Presentatie: Resultaten uit het onderzoek 5. Interview: Wat ervaart een buurtsportcoach?
6. Discussie: Hoe gaan we verder?
Welkom • Dirk Schaars, adviseur bij het NISB • Ilvie van Schijndel, buurtsportcoach in 's-Hertogenbosch • Karlijn Leenaars, promovenda Wageningen Universiteit
• Eva Smit, promovenda Radboudumc
Buurtsportcoach: Ilvie van Schijndel
Onderzoek verbinding zorg, sport en bewegen Studie I: effect van de inzet van de buurtsportcoach • Vormgeving van de samenwerking met lokale organisaties • Randvoorwaarden inzet en ondersteuning buurtsportcoach • Effecten en maatschappelijk rendement buurtsportcoach
Studie II: effect van interventies • Bereik van leefstijlinterventies • Randvoorwaarden voor zelfmanagement, participatie en doorstroom • Gezondheidseffecten
Methode 14 buurtsportcoaches in 9 gemeenten: 14 casestudies • Utrecht, Den Haag, Den Bosch, Heusden, Zwolle, Hoogeveen, Franeker, Nijmegen en Emmen Actie-onderzoek en procesevaluatie: • Interviews met de buurtsportcoach • Focusgroepgesprekken met netwerk in de wijk • Interviews beleidsmedewerkers • Delphi studie onder zorg-, sport- en welzijnprofessionals • Fittesten en vragenlijst deelnemers
De buurtsportcoach in Nederland • Verschillende rollen en taken • Werkzaam voor de gemeente (n=3), gezondheidscentrum (n=1),
sportorganisatie (n=5), welzijn (n=2) GGD (n=1) en zorg (n=2) • Verschillen in randvoorwaarden en context: “In het kader van Franekeradeel actief, zijn er een stuurgroep en twee werkgroepen (jeugd en senioren) geformeerd met daarin vertegenwoordigers van sportverenigingen, ouderenbonden, het onderwijs, welzijnsorganisaties en een sportservicepunt. De werkgroepen ontwikkelen ieder jaar een activiteitenplan voor de betreffende doelgroep en geven uitvoering aan de sport- en beweegactiviteiten.” [Projectplan buurtsportcoaches, 2012]
Werkvorm • Wat is het doel van de verbinding tussen zorg en sport? • Hoe moet de verbinding eruit zien, welke partijen wil je betrekken bij de verbinding? • Wat is de rol van de buurtsportcoach en beleidsmakers?
Verbinding zorg, sport en bewegen
Welke rol ziet iedere professional voor zichzelf m.b.t. leefstijlbevordering en de verbinding zorg, sport en bewegen? Wat verwachten professionals van elkaar en van de buurtsportcoach? Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren voor de verbinding zorg, sport en bewegen?
Delphi studie Wie heeft er deelgenomen?
• • • •
Huisartsen en praktijkondersteuners Fysiotherapeuten en diëtisten GGD’en en sociaal wijkteams Sportverenigingen en buurtsportcoaches
Wat is er gevraagd? • Taakopvatting leefstijlbevordering • Samenwerking in de wijk • Verwachting van en voor de buurtsportcoach
Resultaten
Huisarts
POH
Fysio
Diëtist
Wijkteam
GGD
Sport
BSC
Leefstijlbevordering
7/13
6/12
13/13
9/11
4/7
4/8
6/10
0
Samenwerking
0/9
0/9
10/10
4/10
9/9
4/11
6/10
0
14/19
11/20
22/24
13/17
15/20
19/26
7/17
25/57
Verwachting BSC
Leefstijlbevordering Leefstijlbevordering
Huisarts
POH
Fysio
Diëtist
Wijkteam
GGD
Sport
BSC
7/13
6/12
13/13
9/11
4/7
4/8
6/10
0
• De huisarts en praktijkondersteuner hebben enkel een adviserende rol • De GGD richt zich vooral op populatiegerichte werkzaamheden • Bij het sociaal wijkteam moet nog meer duidelijkheid komen
Samenwerking Samenwerking
Huisarts
POH
Fysio
Diëtist
Wijkteam
GGD
Sport
BSC
0/9
0/9
10/10
4/10
9/9
4/11
6/10
0
• Geen mogelijkheden bij de huisarts en praktijkondersteuner
• Bij diëtisten ligt er een opening tot samenwerken • De GGD heeft minder invloed op wijkniveau
Verwachting buurtsportcoach Verwachting BSC
Huisarts
POH
Fysio
Diëtist
Wijkteam
GGD
Sport
BSC
14/19
11/20
22/24
13/17
15/20
19/26
7/17
25/57
• Buurtsportcoaches vervullen hun rol allemaal anders
• De verwachtingen voor de buurtsportcoaches zijn divers • De GGD heeft veel te bieden voor de buurtsportcoach
Focusgroepen Wie heeft er deelgenomen?
• Het netwerk van de buurtsportcoach in 9 wijken
Wat is er gevraagd? • Belemmerende factoren • Bevorderende factoren
Eerstelijnszorg • Gebrek aan tijd en geld • Beperkte kennis over het sportaanbod “En je kunt alleen maar verwijzen naar datgene dat je dus kent. Ik weet bijvoorbeeld dat er in [...] wandelclubjes zijn op meerdere niveaus, daar verwijs ik dan wel naartoe. Maar waarnaar toe dat weet ik niet. Dat moeten ze hè, dan zeg ik van nou: “je moet maar even kijken waar je dat weghaal”
• Eigen belangen “Ja natuurlijk hebben wij commercieel belang. Als je kijkt naar de kosten, die liggen zo laag dat wij als we een volle groepen hebben, dan spelen wij quitte”
Sportsector • Zorg- en welzijnsprofessionals vinden het aanbod niet geschikt “Nee als mensen klaar zijn met zorg, omdat ze voldoende belastbaar zijn, dan zijn ze nog niet voldoende belastbaar voor de sportvereniging, daar zit nog een gat tussen..”
• Er is voldoende aanbod maar onvoldoende bekendheid “Nou wat denk ik wel belangrijk is, is dat de aanbieders, op welk gebied dan ook dat die onvoldoende bekend zijn. Dus, het profileren van die aanbieders is erg belangrijk, denk ik. Waar dan ook.”
• (On)geschikte sportinstructeurs/vrijwilligers
Algemene factoren • Persoonlijke interesses: het belang inzien van bewegen “Altijd veel sport gedaan, nog steeds actief en passief en ik heb dus veel belangrijkstelling voor sport, in ons gezondheidscentrum dus ook al heel lang het belang gezien van bewegen”
• Effectieve programma’s: het behalen van resultaten “Ik zeg met name die Beweegmaatjes, dat vind ik echt een fantastisch project. Dat is echt fantastisch want daardoor haal je mensen ook echt uit hun isolement. Ze durven veel meer, ja”
Algemene factoren • Beleid van de gemeente: sportstimuleringsbeleid “En, en, dus aan de voordeur worden ze [doelgroep] binnengebracht door nieuwe sportcoaches en door de achterdeur worden er gewoon weer vijf uur geschrapt om onduidelijke redenen”.
• Doelgroep: moeilijk te enthousiasmeren en motiveren “Mensen die niet gewend zijn om te bewegen, die hebben ook weer heel gauw redenen om weer te stoppen. Dus van het aantal deelnemers die hij heeft aangebracht zijn er ook weer gewoon een aantal weggebleven. Ze zeiden van ’t is leuk, leuk, leuk” en later bellen ze af en daarna foetsie”
Discussie
Hoe gaan we nu verder?
Voor verder informatie kunt u contact opnemen met:
Karlijn Leenaars
[email protected] Eva Smit
[email protected]