Stedelijke conferentie Bewonersinitiatieven in Rotterdam
Workshop Straatgerichte Bewonersinitiatieven De gespreksleidster van de workshop is Geerteke van Lierop. In deze workshop fungeren straatgerichte bewonersinitiatieven: Opzoomeren (doe-het-zelf) en Mensen maken de Stad (interventies van opbouwwerkers in de straat om bewoners te activeren) als case. Wat kunnen we ermee voor de komende jaren? Hoe kan de straat meer verantwoordelijkheid nemen? Zijn er nieuwe verhoudingen (nieuwe verbindingen) tussen de straat en de overheid mogelijk? De deelnemers aan de workshop discussiëren aan de hand van stellingen, waarna met stemkastjes gestemd wordt. Een panel leidt de stellingen in. De panelleden zijn: Mimi Baas en Fatiha Abbad (twee actieve bewoonsters), Theo Coskun (dagelijks bestuurder deelgemeente Charlois) en Johan Janssens (Opzoomer Mee). Panel trapt af Van Lierop vraagt aan Mini Baars en Fatiha Abbad om wat over de activiteiten in hun straat te vertellen. Mimi is gangmaker in de Dantestraat in Lombardijen. “Ik kan het niet hebben als mensen elkaar voorbijlopen zonder te groeten. Toen ik er kwam wonen, was de Dantestraat echt dood.’’ Ze ging Opzoomeren. “Het eerste wat ik organiseerde, was een picknick. Ik ben huis aan huis bij iedereen langsgegaan. Het heeft geen zin om informatie in de brievenbus te doen, want mensen lezen het niet.” Door de picknick en vervolgactiviteiten is de straat uit de anonimiteit gekomen. Fatiha woont in een straat met nieuwbouw in Bospolder-Tussendijken. Daar is het Opzoomeren begonnen met een barbecue in het park. Met deze barbecue en andere activiteiten zijn de onderlinge contacten verstevigd, helpen bewoners elkaar meer en wordt er samengewerkt als er iets
Stedelijke conferentie Bewonersinitiatieven in Rotterdam
aan de hand is. Een klein deel van de bewoners, Hollanders, houdt zich afzijdig. “We proberen ze erbij te betrekken, maar ze komen niet.” Van Lierop vraagt aan Theo Coskun wat het straatwerk de deelgemeente oplevert. Coskun heeft inmiddels in vijf straten zijn handtekening gezet onder straatafspraken die bewoners in het kader van Mensen maken de Stad met elkaar hebben maken. “Het is belangrijk dat mensen weten hoe ze met elkaar om moeten gaan. Als je in een portiek woont, zorg dan dat de deur dicht is. Laat kinderen na tien uur ’s avonds niet gillend over de galerij rennen. Afspraken hebben alleen zin als ze door bewoners zelf gemaakt worden. Het is handig dat ook het deelgemeentebestuur en de corporatie de afspraken ondertekenen. Huisbaas, bewoners en deelgemeente moeten gezamenlijk toezien dat de afspraken nagekomen worden. Wat levert het de deelgemeente op? Tevreden bewoners betekent een tevreden deelgemeente.” Johan Janssens benadrukt dat bewonersinitiatieven in straten belangrijk zijn. Een (kind)vriendelijke, veilige en schone straat, zijn elementaire belangen. Hij wijst op de vele onderzoeken die concluderen dat het gevoel van veiligheid grotendeels afhankelijk is van bekendheid met de buren/bewoners in je straat. Een leefbare stad begint volgens Janssens met leefbare straten. Veel Rotterdammers begrijpen gelukkig dat ze daar medeverantwoordelijk voor zijn en zetten zich daarvoor in. Men Opzoomert of doet mee aan Mensen maken de Stad zodat buren elkaar leren kennen, elkaar makkelijker aanspreken en samenwerken als het nodig is. Hij vindt het raar dat als gesproken wordt over investeren in de straat, anderen soms roepen dat onderwijs en sport ook belangrijk zijn om mensen bij elkaar te brengen. Natuurlijk is dat belangrijk en gelukkig investeert Rotterdam ook in sportstimulering, brede school, e.d. De straat is wel anders dan sport of onderwijs. Daar wonen mensen naast en door elkaar zonder dat men elkaar heeft uitgekozen en daar zijn elementaire belangen zoals veiligheid aan de orde.
Stelling 1:
Alleen een straatbarbecue is al Opzoomeren Van Lierop introduceert de eerste stelling die direct de tongen losmaakt: Alleen een barbecue is al Opzoomeren. Verschillende aanwezigen zijn het niet eens met deze stelling. “Als elk jaar in een straat hetzelfde clubje meedoet, is het niet nodig daar overheidsgeld aan te besteden”, stelt een deelnemer. Wethouder Louwes vindt niet dat het bij barbecueën moet blijven, er moet een stimulans zijn om meer te doen, zeker voor betere straten in Rotterdam. Mia Curiel wijst erop dat je met een barbecue makkelijk mensen bij elkaar brengt en voor de eerste onderlinge contacten zorgt. “Dat begin heb je nodig in een straat om verder te kunnen gaan.” Een ander vult aan: “Eten verbroedert sinds mensenheugenis. Als dat stukje vlees daaraan bijdraagt, dan zeg ik: doen!”. Een andere voorstander wijst erop dat een barbecue samenwerking tussen bewoners vergt. “Er komt heel wat bij kijken om een straatbarbecue voor 50 bewoners te organiseren. Bewoners moeten taken verdelen en samenwerken om die barbecue voor elkaar te krijgen. Samenwerken en leren samenwerken is heel belangrijk. Stemming over stelling 1 Eens: ruim 70 %
Oneens: bijna 28 %
Kan ik niet beoordelen: ruim 2 %
Het merendeel van de bewoners, professionals en ambtenaren is het met deze stelling eens. De groep tegenstemmers bestaat vooral uit bestuurders en politici.
Stedelijke conferentie Bewonersinitiatieven in Rotterdam
Stelling 2:
Het sociale effect van straatactiviteiten is beperkt Fatima Amrani is het deels eens met deze stelling. Ze heeft voor haar afstudeerscriptie onderzoek gedaan in verschillende actieve straten. In sommige straten constateerden ze dat bepaalde groepen niet meededen of elkaar tegenwerkten. Zo deed de jeugd in een straat niet mee en in een andere straat werkten twee groepen ouderen elkaar tegen. Het sociale effect wordt daardoor beperkter. Iemand anders merkt op dat je kritisch moet blijven op de sociale opbrengst van straatactiviteiten. Soms kunnen mensen zich ook buitengesloten voelen. Zoiets kan er gaandeweg insluipen. De meeste deelnemers geven voorbeelden van de sociale effecten van de straatactiviteiten. Theo Coskun: “Op basis van ontmoeting gebeurt er van alles. Voor iemand die ziek is, worden bijvoorbeeld boodschappen gedaan.” Een andere deelnemer merkt op: “Door straatactiviteiten worden kwaliteiten van bewoners zichtbaar. Daar kun je in een straat verder op bouwen”. Stelling: Het sociale effect van een straatactiviteit is beperkt Eens: 38 %
Oneens: 52 %
Kan ik niet beoordelen: 10 %
Het merendeel van de bewoners en professionals is het oneens met deze stelling. Bestuurders, politici en ambtenaren zijn verdeeld. Stimuleren tot meer verantwoordelijkheid Hoe kan de overheid bewoners stimuleren om meer verantwoordelijkheid voor hun straat te dragen? Johan Janssens: “Bestuurders moeten in elk geval niet te veel voorschrijven. ‘Doe het dan zelf’, zeggen bewoners dan. Stimuleren is wat anders. Daar ligt een taak voor de overheid. Niet door alleen een pot geld klaar te leggen. De overheid kan actief uitdragen wat mogelijk is, bewoners inspireren, inspelen op hun initiatieven en vragen wat ze nodig hebben. De kans is groot dat bewoners dan meer verantwoordelijkheid willen dragen.” Mimi Baars vult aan: “De beste stimulans is als de deelgemeente zegt: doe het op jullie manier”. Fatiha onderstreept het belang van luisteren. “Bij ons hebben bewoners vergaderd over het parkeerprobleem. We kunnen het niet alleen oplossen. Dan hebben we een deelgemeente nodig die naar ons luistert.”
Stedelijke conferentie Bewonersinitiatieven in Rotterdam
Stelling 3:
De deelgemeente moet benoemen welke straatactiviteiten zij graag ziet
Enkele reacties uit de zaal. “De deelgemeente mag aangeven, maar niet verplichten.” “De deelgemeente moet met bewoners spreken en niet zelf initiatieven benoemen.” “Het is goed als de deelgemeente aangeeft wat ze zelf doet en wat van bewoners verwacht wordt.” Theo Coskun: “De overheid moet geen straatactiviteiten benoemen, maar wel kijken wat er met gemeenschapsgeld gedaan wordt en wat het oplevert. De overheid moet een plan hebben voor wat wel en niet ondersteund wordt. Een gebiedsvisie is niet heilig. Als bewoners iets anders willen, dan moet de gebiedsvisie aangepast worden. (…) Mensen zijn meer op zichzelf aangewezen nu de overheid zich terugtrekt. Maar er mag wel meer van de overheid verwacht worden dan alles over te laten aan het particulier initiatief. (…) De overheid kan helpen de kracht in een straat eruit te halen en de betrokkenheid van organisaties stimuleren.” Daphne van Houte merkt op dat Opzoomeren en Mensen maken de Stad niet alleen zorgen dat mensen elkaar kennen en de straat uit de anonimiteit komt, maar daardoor ook zorgt dat bewoners met elkaar gaan samenwerken. Die samenwerking, die kracht zou de overheid alle kans moeten geven. Mini Baars en Fatiha Abbad geven desgevraagd aan dat je straten niet moet overvragen, maar dat in hun straten wellicht veel meer potentie zit. Op de vraag van Van Lierop hoe corporaties met de kracht van de straat omgaan, antwoordt Wim Wilbers van Vestia: “Corporaties denken nog te weinig na over hoe ze de kracht in de straten kunnen gebruiken. Ze moeten vaker gesprekken op gelijk niveau gaan voeren.” Stemming over stelling 3 Eens: bijna 6 %
Oneens: ruim 88 %
Kan ik niet beoordelen: bijna 6 %
Stedelijke conferentie Bewonersinitiatieven in Rotterdam
Stelling 4:
Om in contact te komen met burgers, maakt de overheid onvoldoende gebruik van de 2.000 actieve straten. Enkele bewoners geven aan dat de overheid wel een beroep op ze doet en dat ze daar blij mee zijn. “Bij de deelgemeente weten ze dat we andere mensen meekrijgen.” Theo Coskun benadrukt dat bestuurders moeten aansluiten bij bestaande initiatieven. “Niet dat ze iets gelezen hebben over een activiteit in Boston en besluiten om dat hier ook maar te doen.” Johan Janssens wijst op de dure publiekscampagnes en de bureaus die overhead bij nieuwe projecten vaak inzet om in contact te komen met de burgerij. Maak gebruik van de netwerken die er in de stad zijn, zoals die 2.000 actieve straten. Stemming over stelling 4 Eens: 60,5%
Oneens: 27%
Kan ik niet beoordelen: 12,5%
De meeste bewoners zijn het met deze stelling eens. Een kleine meerderheid van bestuurders en politici is het er niet mee eens.
Stelling 5:
Straten nemen meer verantwoordelijkheid als stad en deelgemeente op maat inspelen op hun wensen op het gebied van jeugd, zorg, schoon, heel en veilig.
Door tijdgebrek kan niet echt gediscussieerd worden over de stelling. Theo Coskun en andere deelnemers zien nog te vaak initiatieven sneuvelen vanwege de regels. Coskun: “Ambtenaren moeten zich aan de regels houden, maar politici moeten de bureaucratie doorbreken. Bestuurders moeten creatief zijn, dan kan er veel.” Enkele deelnemers wijzen erop dat er altijd straten zullen zijn die niet mee willen doen. Stemming over stelling 5 Eens: ruim 61%
Oneens: bijna 23%
Kan ik niet beoordelen: bijna 16%
De stemmen van de verschillende groepen zijn evenredig verdeeld. Hier is dus geen tegenstelling tussen de diverse groepen.
Stelling 6:
De deelgemeente moet steun beschikbaar stellen om een straatnetwerk op te zetten. Logisch, vindt iedereen. Bewoners kunnen niet alles zelf. Met het oog op de komende bezuiniging wordt er gewaarschuwd: “Haal de maaimachine niet over de wijk, want dan houd je niks over.” Stemming over stelling 6 Eens: 100% (!)