P 602755 AFGIFTE LEUVEN 1
BELGIE-BELGIQUE P.B. LEUVEN 1 2/878
Driemaandelijks – Oplage: 3.300 ex. 39° jg., nr. 2,2° trim. 2010 V.U.: Dirk Verdonck Tiensevest 17 3010 Kessel-Lo 016/22.96.13 Fax: 016/22.76.47 E-mail:
[email protected] [email protected] www.oikondeleuven.be 777-5964190-27
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 1
Beste lezer,
Wonen, een thuis maken doe je nooit alleen. Wonen met Ondersteuning van een Particulier, afgekort W.O.P., is een variante van pleegzorg die deze stelling al meer dan 15 jaar bewijst. Het laatste Oikonde Nieuws over deze woonvorm dateert van 2001. Voor u ligt een volledig vernieuwde versie. Het is een goede zaak dat we informatie over deze formule nog eens ruim verspreiden. We merken immers dat deze woonvorm in het algemeen, en zelfs binnen de zorgsector in het bijzonder, onvoldoende bekend is. In het eerste luik diepen we de visie rond W.O.P. uit, en staan we stil bij de waarde ervan voor de cliënt en voor de samenleving. Daarna wordt de formule concreter toegelicht en komt u onder meer te weten hoe W.O.P. kan opgestart worden. Tot slot eindigen we met een aantal bloedmooie voorbeelden, uit het leven gegrepen. Deze authentieke verhalen spreken over het belang en de helende kracht van sociale netwerken, beter en duidelijker dan welke theorie ook. Het boeiende aan de W.O.P.-formule is dat we er vele kanten mee op kunnen, omdat elke W.O.P.-situatie uniek is.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 2
Deze
uniciteit
wordt
bepaald
door
de
dynamiserende
driehoekswerking tussen cliënt, steungezin en begeleider.
Dirk Verdonck
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 3
W.O.P.: HET BESTE VAN TWEE WERELDEN… ‘Wonen Onder begeleiding van een Particulier’ (W.O.P.) Zo staat het wat stijf en ongelukkig geboekstaafd in het Belgisch Staatsblad en in officiële documenten. Maar de praktijk ervan is wel een frisse en boeiende woonvorm geworden voor mensen met een handicap, die zo graag ook “op hun eigen benen willen staan, maar wel zonder alleen te vallen”… In 1991 begon Oikonde Leuven samen met enkele andere diensten voor Pleegzorg te experimenteren met een nieuwe woonformule, die in 1998 ook erkend werd door het ‘Vlaams Fonds’, de voorloper van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Een beetje “het beste van twee werelden” zou het worden: via de inbreng van een beroepskracht en de ondersteuning van een vrijwilliger maximaal mogelijk maken dat ook mensen met een handicap zo zelfstandig mogelijk konden leven, maar ook met een stevig sociaal netwerk rondom hen. Die combinatie van autonomie en verbondenheid was overigens al het handelsmerk van Oikonde Leuven, sinds de oprichting van de v.z.w. in 1969. Oikonde is Grieks en betekent op weg naar huis. Kwetsbare en gekwetste mensen op weg helpen naar zichzelf, naar welzijn en geluk, en dit met de steun van andere, gewone mensen van goede wil en goede doen: dat was van in den beginne de missie1 van Oikonde Leuven, en dat is ze altijd gebleven. Omdat het leven niet overleefbaar is zonder de steun van andere mensen, en zeker niet wanneer je minder mogelijkheden hebt of om welke reden dan ook ‘scheef wordt bekeken’ door de goegemeente. 1
Wie meer info wil lezen over de missie en de visie van Oikonde kan de artikels ‘Over de spirit van Oikonde Leuven’ en ‘Bewogen bewegers’ downloaden via www.oikondeleuven.be W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 4
Wonen doe je nooit alleen… Wonen kun je – in de letterlijkheid – natuurlijk alleen. De ‘groep’ van de alleenstaanden wordt in Vlaanderen een van de volgende jaren statistisch zelfs de grootste ‘groep’. Maar feit blijft wel dat zelfstandig wonen voor de meeste mensen toch een stuk aangenamer wordt wanneer een mens ‘er niet alleen voorstaat’ en zich omringd en gedragen weet door een tros familieleden, vrienden, buren… Het volgend gedicht van Marlieke de Jonge is daar een ‘mooie’ illustratie van.
Splendid isolation Altijd anders, uitgesloten, veroordeeld tot levenslang in mijzelf draag ik mijn eenzaamheid met verve mijn rug recht en mijn hoofd hoog. De pijn van nergens bij te horen, de pijn van altijd eenling te zijn. Mij nergens achter kunnen verschuilen lijkt soms meer dan ik kan dragen. Wie kent het kind dat huilt in mijn hart bij elke nieuwe trap? Maar de kwetsbaarheid is mijn kracht. Mij krijgen ze er niet onder: ik vecht voor het recht op leven op mijn eigen wijze. Mijn recht: het recht van anders zijn. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 5
Ik ben mijn eigen god mijn vrijheid is mijn leven en mijn vloek. Ik kan niet anders.
“Ik kan niet anders.” Die hunker naar die mooie mix van vrijheid en verbondenheid, die de dichteres hier subtiel verwoordt, geeft wellicht de beste garantie opdat mensen ook gelukkig door het leven zouden kunnen gaan. Voor die hunker heeft Oikonde Leuven altijd opengestaan en antwoorden gezocht. Decennia lang tegen de tijdsgeest in…
‘Trop’ is een beetje teveel
Ondertussen wordt de wereld bijna een halve eeuw lang al met aandrang en met alle mogelijke middelen diets gemaakt dat Vrijheid de uitgelezen weg is, de snelweg zelfs naar welzijn en geluk. We zijn het allemaal gaan geloven. De ene al wat meer dan de andere, maar de liberale idee van de vrije, zelfstandige burger was o zo verleidelijk. Niet te stuiten, vooral ook omdat de economie er dadelijk brood in zag. En dus zou de idee van de vrije, calculerende, kiezende en zelfbeschikkende burger de wereld gaan veroveren en gestalte geven aan de homo concurrens en de homo consumens, die we allemaal een beetje geworden zijn. De liberale economie spelde de les. De mythe van vrijheid blijheid was geboren en zou de gang van de wereld, en dus ook van het welzijnswerk gaan bepalen. Pas op: laat ons het kind niet met het badwater weggooien. Vrijheid hééft iets, natuurlijk. Veel zelfs. Vrijheid is een zegen. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 6
Vrijheid is ongemeen belangrijk. Ook vrijheid heeft veel met geluk te maken. Kijk maar naar een film als Daens, waar kiezen nog synoniem is van ‘luisteren wat ge moet doen’ en waar het leven er vooral een is van ‘buigen of barsten’, en je beseft voor altijd het belang van Vrijheid en van Zelfbeschikking. Sta stil bij de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zoals afgekondigd in de Algemene vergadering van de Verenigde Naties op 10 december 1948, en je leest een document dat een absoluut Monument is van Humaniteit, een hoogtepunt in de mensengeschiedenis. Verdiep je even in de emancipatiestrijd die zoveel groepen vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw gevoerd hebben én nog moeten voeren, en je beseft dat je eigen lot in eigen handen kunnen nemen en een leven uitbouwen ‘naar je eigen zin’ geen evidenties zijn, waar lichtzinnig mag over worden gepraat. Vrijheid en Zelfbeschikking zijn kostbare waarden, die we pas recentelijk konden ‘waar’ maken. Helaas gebeurde er in de euforie hierrond iets raars. Iets naars. Iets wat gaandeweg juist tot nieuwe grimmigheid en ontevredenheid en ziekelijkheid zou leiden. De Vrijheid werd zo de Nieuwe Hemel (de consumptiemaatschappij) in geprezen, dat we het belang van Verbondenheid uit het oog verloren. Gingen bagatelliseren zelfs. Gaandeweg werden geluk en welzijn steeds meer en steeds exclusiever geassocieerd met zelfbeschikking en materialisme, steeds meer gereduceerd tot eigen keuzes maken. Tot eigen belang eerst en uw eigen goesting doen. Tot dat ‘goed gevoel’ ook, dat bij voorkeur opgewekt kon worden door de juiste producten of de juiste diensten af te kopen of op te eisen, maar dat altijd een bittere nasmaak achterlaat. Ook het welzijnswerk plooide zich meer en meer naar de wenkende vrijheid en naar de markt als producent van aangename gevoelens en instant geluk. In 1980 waarschuwde Hans Achterhuis W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 7
in zijn ophefmakende boek ‘De markt van welzijn en geluk’ dat de hulpverlening te bevoogdend werd en zorgvragers juist extra afhankelijk dreigde te maken. Een bevoogding, die overigens niet alleen haaks staat op vrijheid, maar die ook niks gemeen heeft met authentieke verbondenheid. In alle geval: sindsdien zijn de zelfbeschikking, de keuzevrijheid en een oprukkend marktdenken de welzijnswereld meer en meer gaan kleuren en sturen. Met concepten als zorg op maat, vraaggestuurde zorg, persoonsgebonden budget. En met ‘begeleid zelfstandige woonvormen’ in alle variëteiten. Weerom: zeer veel waardevols zit er ongetwijfeld in deze concepten. Ze roepen de professionele zorgverlening op om de cliënt meer au sérieux te nemen en om (opnieuw) te focussen op waar het echt om draait: de adequate zorg voor en de emancipatie van de kwetsbare mens.
Autonomie door verbondenheid In medio virtus, wist Aristoteles al een paar duizend jaar geleden te vertellen, de deugd ligt in het midden. Die oude wijsheid zijn we enkele decennia lang uit het oog verloren, maar heel veel wijst erop dat we opnieuw op zoek zijn naar dat gelukkige midden. Als we morgen nog van gezonde mensen in een gezonde samenleving, van gelukkige mensen in een gelukkige samenleving willen spreken, zullen we ons maatschappijmodel moeten bijsturen en op de allereerste plaats dat vitale, levengevende evenwicht moeten herstellen tussen autonomie en verbondenheid. In de wetenschap dat een mens maar écht autonoom kan zijn wanneer er toehoorders zijn die hem die eigen identiteit gunnen en geven, en voor hem af en toe ook met graagte applaudisseren. Maar het omgekeerde is natuurlijk ook waar: échte verbondenheid bestaat maar bij de gratie van op zichzelf staande mensen. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 8
Verbondenheid kan ook niet zonder autonomie: anders slaat ze om in kuddegeest en zielloze afhankelijkheid. In medio veritas, dus ook een beetje: ook de waarheid ligt dikwijls in het midden. En dat empathie en verbondenheid belangrijker waarden zijn dan we de voorbije decennia in dit een beetje toch ‘verwilderde’ Westen (want téveel door ego en economie gestuurd) wilden geloven, is een waarheid die steeds meer door de wetenschap (her)ontdekt en onderschreven wordt. Oikonde Leuven probeert al meer dan veertig jaar haar kleine bijdrage te leveren voor de uitbouw van een meer zorgzame samenleving. Omdat een zorgzamere samenleving ongetwijfeld ook een meer gelukkige samenleving creëert van vrije en verbonden mensen. Manifeste steun voor de idee dat welzijn en geluk (en op termijn zelfs de overleving van onze planeet…) gediend zijn met een gezond evenwicht tussen autonomie en verbondenheid komt recentelijk ook uit evolutionaire hoek en uit internationale geluksonderzoeken. In zijn meeslepend en diep-zinnig boek ‘Tijd voor empathie. Wat de natuur ons leert over een betere samenleving’ maakt de wereldwijd gerespecteerde bioloog Frans De Waal duidelijk dat empathie een even belangrijke (dierlijke en menselijke) drijfveer en behoefte is als egoïsme, en dat een samenleving die daar te weinig rekening mee houdt, onontkoombaar zal degenereren. Ook de resultaten (over de laatste decennia) van de internationale geluksonderzoeken van het World Values Survey zijn zondermeer ontluisterend. Juist daarom wellicht wordt er zo weinig aandacht aan geschonken, maar ze laten wel cijfermatig en haarscherp zien dat naast vrijheid ook solidariteit en tussenmenselijke zorgzaamheid essentiële, doorslaggevende factoren zijn voor menselijk geluk. Op de geluksranking van 87 landen staat W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 9
Denemarken al verschillende jaren op nummer 1. Maar alleen door het existentiële belang van relationele verbondenheid valt te verklaren dat Puerto Rico en Colombia respectievelijk op nummer 2 en nummer 3 staan, en dat landen als El Salvador (11) en Guatemala (17) België (20) ruimschoots voorafgaan op de internationale geluksranking van 2008, terwijl het toch stuk voor stuk landen zijn met veel armoede en onveiligheid. Als onze westerse cultuur de pretentie heeft om de best mogelijke wereld uit te bouwen, dan is er werk aan de winkel en zal de waardeschaal waarop onze cultuur is gebaseerd onvermijdelijk herschikt moeten worden en in balans worden gebracht. Als het welzijnswerk zijn basisopdracht ten volle wil realiseren, zal het dezelfde evenwichtsoefening moeten maken, en er liefst zo snel mogelijk (welzijns)werk van maken. Deze opdracht valt nog het best te illustreren met die historische oneliner van een moeder van een verstandelijk gehandicapte man: “Ik denk dat onze Bram ondertussen toch ook al heel veel rechten heeft. En als hij nu nog wat vrienden krijgt, kan hij nog gelukkig worden ook.”
W.O.P.: thuis tussen de mensen De W.O.P.-formule is geconcipieerd in tijden dat zelfbeschikking als de ultieme norm werd beschouwd om een gelukkig leven uit te bouwen, en door mensen dus die er grondig van overtuigd waren dat de kick van de zelfbeschikking alleen maar kan werken bij gratie van een hoop positieve banden en relaties binnen je vrije tijd, binnen je beroepsleven, binnen je privéleven. Dat evenwicht heeft Oikonde altijd ten allen prijze willen bewaken. Rechten zijn belangrijke instrumenten naar een rechtvaardiger samenleving, maar een basishouding van aandacht en diep respect voor de kwetsbare anderen is nog altijd de beste garantie dat zij ten volle recht worden gedaan. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 10
Door heel schroomvol om te gaan met de privacy van de cliënt bijvoorbeeld, en nooit zo maar bij hem of haar ‘binnen te vallen’. Vrijwilligers – goed geselecteerde vrijwilligers – zijn daar meester in. Omdat zij al wat zij doen voor en met de cliënt uit vrije wil doen en vanuit een authentieke betrokkenheid, zonder direct eigenbelang. Daardoor krijgt hun hulp voor de cliënt ook een andere, een diepere, een existentiële betekenis. Vrijwilligers zorgen voor een meta-dimensie in de zorg, omdat hun praktisch engagement ook altijd een relationeel signaal is naar de cliënt dat hij/zij waardevol is voor en in de ogen van iemand anders. Dit turbo-effect maakt dat ‘de motor’ van de cliënt extra zuurstof krijgt en extra geest-drift opgewekt wordt, die de cliënt een nieuw levensélan en nieuwe goesting (kunnen) doen krijgen om – bijvoorbeeld – hun woning beter te gaan onderhouden. Meer nog en explicieter nog dan professionals kunnen vrijwilligers applausmeesters zijn, die het beste in (gekwetste) mensen (opnieuw) naar boven kunnen halen. Niet of veel minder gehinderd door tijdsgebrek of extrinsieke belangen (bij beroepskrachten is het onvermijdelijk ook om de poen te doen) kunnen vrijwilligers in relatie treden met cliënten en hen identificeren en bevestigen als unieke personen met unieke capaciteiten en een unieke waarde. Al doende en ‘al spelende’ bijna spelen zich hier processen af die veel verder reiken dan ontspanningsactiviteiten of technischpraktische hulp. Door iemand gewoon te leren koken, door gewoon iets samen te eten, door gewoon samen verdrietig te zijn, door gewoon samen wat te kletsen en plezier te maken, spelen zich processen af die zo gewoon menselijk zijn en zo gewoon helend en zo gewoon zijn, dat we de grote therapeutische waarde ervan haast niet meer beseffen. Sinds 1991 zijn we er in Oikonde Leuven steeds meer van overtuigd geraakt dat W.O.P. werkt. In de breedte en in de diepte vooral. Met een gezonde dosering tussen autonomie en verbondenheid enerzijds en een bekrachtigende samenwerking tussen de professional, de vrijwilliger en de cliënt anderzijds. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 11
Vooral de inbreng van de vrijwilliger zorgt voor die existentiële dimensie, die dikwijls over het hoofd wordt gezien, maar zo dynamiserend en levengevend kan zijn. Die inbreng kan zorgen dat de leefwereld van personen met een handicap verbreed wordt, dat ze kunnen thuiskomen tussen anderen. Maar nog belangrijker – uiteindelijk – is dat mensen kunnen thuiskomen in hun woonst en bij zichzelf. Ook daar kan de driehoeksverhouding tussen cliënt, begeleider en vrijwilliger grenzen verleggen. Lees in dit verband de drie W.O.P.-verhalen, verder in dit tijdschrift. Ze zeggen meer dan honderd beschouwingen…
Epiloog Veel filosofen hebben zich in het verleden over ‘het wonen’ gebogen. ‘Wonen’ gaat blijkbaar over veel meer dan de bakstenen of de cocoon-elementen die een mens beschermen en omringen. Wonen gaat – filosofisch gesproken – niet zozeer over uiterlijke, maar vooral over innerlijke eigenschappen. Als er één constante in de filosofische literatuur naar voren komt dan is het: “Wonen is het vestigen van uw identiteit”. En daarvoor heb je bevestigers nodig. Vandaar ook de titel van dit Oikonde Nieuws: “Wonen doe je nooit alleen.” Of zoals de grote Russische schrijver Leo Tolstoj zijn hoofdpersonage in de roman ‘Waardoor de mensen leven’ uit 1881 al liet zeggen: “Ik heb begrepen dat iedere mens niet leeft doordat hij zorg draagt voor zichzelf, maar door de liefde”.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 12
W.O.P. CONCREET W.O.P. betekent ‘Wonen met Ondersteuning van een Particulier’. Kenmerkend voor W.O.P. is de wisselwerking en de samenwerking tussen de cliënt, de vrijwilliger en de beroepskracht. Met de nabije hulp van een vrijwilliger en de begeleiding van een beroepskracht kunnen mensen met een handicap hun droom van een meer zelfstandig leven realiseren zonder het risico te lopen dat ze zouden vereenzamen.
Info voor de cliënt Wie kan een vraag naar W.O.P. stellen? Mensen met een licht tot matig verstandelijke handicap, die (bijna) 18 jaar zijn of ouder, en een erkenning hebben of kunnen krijgen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) kunnen kiezen voor W.O.P. Maar ook mensen met bijvoorbeeld een (beperkte) lichamelijke of zintuiglijke handicap kunnen in aanmerking komen. Wie kiest voor W.O.P. kiest er ook voor om voor een langere periode zelfstandig te wonen. Dit betekent dat de persoon grotendeels zijn plan kan trekken of vrij snel voldoende kan bijleren rond huishoudelijke taken, persoonlijke hygiëne en kleding, eenvoudige administratieve en financiële verrichtingen. Belangrijk is ook dat de persoon op een goede manier kan omgaan met de gevaren die het dagelijkse leven kunnen meebrengen (brandgevaar bij het koken, voordeur op slot doen, bezoek door huis-aan-huis verkopers, …). Goed je dagen kunnen invullen is ook belangrijk om het zelfstandig wonen aan te kunnen. Zelfstandig wonen wil echter niet zeggen dat de cliënt alles zelf moet kunnen beredderen. De cliënt kan ook beroep doen op gezins- of poetshulp, diensten voor warme maaltijden of voor thuisverpleging, …. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 13
Wie kiest voor W.O.P. wil begeleiding van Oikonde én een aanbod van een steungezin. Hij of zij woont alleen of samen met anderen in een studio, een appartement of een huis. Oikonde zoekt niet mee naar huisvesting. Voor wie is W.O.P. niet aangewezen? Deze woonvorm is niet geschikt voor mensen met zware persoonlijke problemen of voor wie onmiddellijke opvang nodig heeft. En ook niet voor mensen die dagelijks begeleiding nodig hebben of voor iemand die niet geïnteresseerd is in de ondersteuning door een vrijwilliger.
Waar? Oikonde Leuven is actief in de provincie Vlaams-Brabant, meer bepaald in alle gemeenten van het arrondissement Leuven (alle gemeenten in Oost Vlaams-Brabant) en in een aantal gemeenten van het arrondissement Halle-Vilvoorde (Zemst, Vilvoorde, Steenokkerzeel, Machelen, Zaventem, Kraainem, WezembeekOppem, Overijse en Hoeilaart). Dit wil dus zeggen dat wij in deze regio’s en gemeenten mensen kunnen begeleiden in de W.O.P.formule.
Welke begeleiding en ondersteuning wordt er geboden? Regelmatig is er contact met de begeleid(st)er, bij de cliënt thuis of op het secretariaat van Oikonde. Hoe vaak cliënt en begeleid(st)er elkaar zien verschilt naargelang de vraag. De gesprekken en de hulp kunnen gaan over administratieve of financiële zaken, over de dagbesteding, over de planning van de huishoudelijke activiteiten, over vrijetijdsactiviteiten, over de contacten met andere mensen, …. Alle onderwerpen kunnen aan bod komen. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 14
Het steungezin en de cliënt hebben regelmatig contact. Hoe ze met elkaar omgaan verschilt van situatie tot situatie. Soms kent men elkaar al van eerder, soms gaat Oikonde op zoek naar een steungezin. Een vrijwilliger is voor de cliënt op de eerste plaats een bijkomend ‘contact’, dat extra steun biedt en de leefwereld van de cliënt verruimt. In wezen gaat het om gewone, alledaagse contacten, maar die toch heel verrijkend kunnen zijn: samen iets eten misschien, kletsen, de stad intrekken, samen naar een film kijken, (voor elkaar) een boodschap of een klusje doen, telefoneren of mailen naar elkaar, een kaartje voor een verjaardag, …. Wederzijds vertrouwen vooral en het aangename gevoel om voor elkaar iets te betekenen. Soms neemt een vrijwilliger ook praktische zaken op: samen boodschappen doen, helpen bij de aankoop van kledij, tips rond huishoudelijke taken, meegaan naar een sportclub of een vrijetijdsactiviteit, …. Het steungezin woont in de buurt. Het kan een alleenstaande zijn of een gezin met of zonder kinderen. Soms is die vrijwilliger een bekende van vroeger, soms zoekt Oikonde zelf een steungezin. De cliënt wordt ook uitgenodigd voor Oikonde-activiteiten en krijgt het driemaandelijkse tijdschrift ‘Oikonde Nieuws’. Hoe wordt een W.O.P.-begeleiding opgestart? Eerst wordt een afspraak gemaakt met een begeleid(st)er van Oikonde voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek wordt informatie gegeven over de verschillende woon- en begeleidingsmogelijkheden, en vooral over de W.O.P.-formule. Bij dit gesprek kan ook de verwijzer en/of familie van de cliënt aanwezig zijn. Als achteraf blijkt dat een persoon interesse blijft hebben voor W.O.P., kan hij/zij een afspraak maken voor een selectiegesprek bij de kandidaat thuis of op het secretariaat van Oikonde. Tijdens dit gesprek W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 15
wordt het levensverhaal overlopen, stilgestaan bij welke hulp iemand juist zoekt, nagegaan of een steungezin een meerwaarde zou bieden, …. Nadien wordt de vraag besproken op de teamvergadering van de begeleiders. Het team beslist om al dan niet een W.O.P.begeleiding te starten. Oikonde gaat ook na of de kandidaat al een erkenning heeft voor W.O.P. vanuit het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Indien die er (nog) niet is, moet ze eerst worden aangevraagd en goedgekeurd. Oikonde kan informatie geven over de procedure die hiervoor moet gevolgd worden. Belangrijk om aan te stippen is ook dat de kandidaat sinds enige tijd aangemeld moet worden op de Centrale Regie voor Zorg (C.R.Z.). Informatie hierover is te vinden op pagina 22. Bij een positieve teambeslissing en indien er een erkenning is van het Vlaams Agentschap voor W.O.P., start de zoektocht naar een steungezin. Soms is er al een kandidaat-steungezin uit de omgeving van de cliënt. Soms heeft Oikonde al een goed steungezin voorhanden. Anders organiseert de dienst een wervingscampagne op zoek naar een geschikte vrijwilliger. Die zoektocht kan dan wel enige tijd in beslag nemen. Daarna start de kennismaking met het steungezin. Oikonde vertelt de cliënt over het gezin en informeert ook het gezin over de cliënt. Er is een eerste ontmoeting tussen cliënt en steungezin en daarna begint de proefperiode. Hoelang die duurt, is voor elke situatie verschillend. Nadien volgt een evaluatiegesprek met de cliënt en met het gezin. Bij de aanvang van de begeleiding wordt een overeenkomst ondertekend.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 16
Info voor het steungezin Om misverstanden te vermijden, geven we eerst twee opmerkingen bij het begrip ‘steungezin’. Met de term ‘steungezin’ verwijzen we zowel naar alleenstaanden als naar gehuwden of samenwonenden. Samenwonenden en gehuwden kunnen als koppel het engagement opnemen, of één van beiden kan zich engageren als steungezin. Een steungezin woont nooit samen met een cliënt, maar wel in de ruime buurt. Het is ‘pleegzorg van op enige afstand’, zou je kunnen zeggen. Vele situaties en vele motivaties zijn mogelijk. Wie steungezin wil worden, heeft zin in een uitdaging en een beetje tijd voor contact en ontmoeting. Een steungezin heeft interesse voor (de leefwereld van) personen met een handicap en kan omgaan met verschillen in denken en doen. Hij of zij staat open om iets te leren aan en van anderen, en is graag bereid tot overleg met de begeleid(st)er van Oikonde.
Wie kan steungezin worden? Een steungezin is minstens 21 jaar. Het kan een alleenstaande zijn of mensen die samenwonen. Een steungezin kan familie zijn van een volwassen persoon met een handicap (behoudens ouders of partner), of een vriend of kennis zijn, of een buur die dit engagement wil opnemen. Maar het kan ook iemand zijn die de persoon met een handicap helemaal niet kent en via Oikonde met hem of haar in contact komt. W.O.P. hoeft alleszins geen project te zijn van een gans gezin. Het is mogelijk dat een cliënt ook deelneemt aan gezinsactiviteiten, maar W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 17
dikwijls engageert één persoon uit een gezin zich naar de cliënt toe zonder dat de andere gezinsleden hierbij expliciet betrokken worden. Een steungezin voor Oikonde Leuven woont in Vlaams-Brabant, meer bepaald in één van de gemeenten van het arrondissement Leuven of in Zemst, Vilvoorde, Steenokkerzeel, Machelen, Zaventem, Kraainem, Wezembeek-Oppem, Overijse of Hoeilaart (arrondissement HalleVilvoorde). Wat kan een steungezin bieden? Het belangrijkste is misschien de basishouding van aandacht en wederzijds respect, en de vertrouwensband die gaandeweg groeit tussen cliënt en steungezin. Het zijn dikwijls juist de kleine dingen van het ‘samen beleven’ die maken dat een persoon met een handicap zelfzekerder wordt en meer vertrouwen krijgt in de wereld, het gevoelen ook van ‘mee te tellen’. Wat kan dit betekenen? Dat een cliënt belangrijke gebeurtenissen kan delen met het steungezin. Een steungezin van Oikonde Leuven doet een relationeel aanbod. De concrete invulling van de relatie tussen het steungezin en de cliënt is voor elke situatie verschillend. Doorgaans ontmoeten cliënt en steungezin elkaar om de 14 dagen. Soms neemt een vrijwilliger ook praktische zaken op. In wezen gaat het om heel gewone, alledaagse contacten, maar die toch heel verrijkend kunnen zijn: samen iets gaan drinken misschien, kletsen, samen een uitstap doen, samen naar een film kijken, (voor elkaar) een boodschap of een klusje doen, telefoneren of mailen naar elkaar, een kaartje voor een verjaardag, …. Een steungezin biedt geen dagdagelijkse ondersteuning. Indien zo’n hulp (bijvoorbeeld bij maaltijden, bij het zich verplaatsen, bij persoonlijke hygiëne en toilet, …) nodig is, kunnen thuiszorgdiensten ingeschakeld worden. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 18
Wie zich als steungezin engageert naar een cliënt van Oikonde Leuven doet dit – behoudens overmacht of uitzonderlijke omstandigheden – voor een minimumperiode van één jaar. Welke ondersteuning krijgt het steungezin van Oikonde? De cliënt wordt begeleid door een beroepskracht, maar ook het steungezin mag op die support rekenen via regelmatige samenspraak met de begeleid(st)er (2 à 4 keer per jaar). Wat die ondersteuning inhoudt, verschilt sterk van situatie tot situatie. Het kan gaan over de evolutie van (het contact met) de cliënt, samen uitzoeken hoe het steungezin de cliënt beter kan stimuleren of ondersteunen bijvoorbeeld, mee zoeken hoe zijn/haar sociaal netwerk zou kunnen verruimd worden, …. Tussentijds kan een steungezin altijd met vragen of bedenkingen bij de begeleiding terecht. Hij/zij wordt uitgenodigd op Oikonde-activiteiten en krijgt regelmatig het tijdschrift van Oikonde. Het steungezin ontvangt ook een maandelijkse onkostenvergoeding van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Hoe word je steungezin? Een kandidaat-steungezin neemt spontaan contact op of reageert op een advertentie. Dan volgt een kennismakingsgesprek met een begeleider van Oikonde. In dit gesprek wordt informatie gegeven over de werking en de woonvormen van Oikonde Leuven, en meer bepaald over W.O.P. Het kandidaat steungezin krijgt info over de verwachtingen van Oikonde naar een steungezin, en er worden voorbeelden gegeven van W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 19
wat het engagement van een steungezin zou kunnen zijn. Ook specifieke vragen kunnen beantwoord worden. Indien de kandidaat geïnteresseerd blijft, volgt een tweede gesprek (selectiegesprek) met twee begeleiders van Oikonde. Bedoeling is o.a. om een zicht te krijgen op de leefwereld van het kandidaatsteungezin, op de motivatie voor dit engagement, op de kijk op handicap, op de verwachtingen naar een cliënt en naar de begeleiding, op hoe iemand met bepaalde situaties zou omgaan, …. De medewerkers van Oikonde brengen hiervan verslag uit op de wekelijkse teamvergadering. Bij een positieve beslissing wordt het gezin opgenomen in het adressenbestand van de kandidaat W.O.P.gezinnen. Tussen de positieve teambeslissing en de matching- de ‘koppeling’ van de ‘juiste’ cliënt aan het ‘juiste’ steungezin - kan enige tijd verlopen. Wanneer een cliënt weerhouden wordt die mogelijks past in het aanbod van het steungezin, wordt het steungezin hiervan verwittigd, en krijgt het een mondelinge voorstelling van die persoon. Omgekeerd wordt ook het gezin voorgesteld aan de cliënt. Daarna start een kennismakingsperiode, die nadien ook geëvalueerd wordt. Bij de start van de begeleiding wordt een overeenkomst getekend tussen het steungezin, de cliënt en Oikonde. Oikonde neemt de eindverantwoordelijkheid voor de W.O.P.-situatie. Dit betekent ondermeer dat Oikonde zich engageert om voor de cliënt een oplossing te zoeken wanneer het contact met het steungezin niet langer mogelijk zou zijn.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 20
Administratieve en financiële aspecten De hoofdmoot van het Oikonde-werk bestaat uit de begeleiding van cliënt en steungezin. In dit laatste luik worden een aantal meer formele zaken en enkele technisch-juridische aspecten van W.O.P. uitgediept. Er is al gewezen op de voorwaarden om in aanmerking te komen voor W.O.P.. De cliënt moet (bijna) 18 jaar zijn en een erkenning hebben of kunnen krijgen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) voor W.O.P. (de ambulante vorm van pleegzorg). Oikonde kan informatie geven over de procedure die bij deze aanvraag moet gevolgd worden. Zowel cliënt als steungezin moet positief geselecteerd zijn door Oikonde. Daarnaast moet zowel cliënt als steungezin in Vlaams-Brabant wonen, meer bepaald in één van de gemeenten van het arrondissement Leuven of in Zemst, Vilvoorde, Steenokkerzeel, Machelen, Zaventem, Kraainem, Wezembeek-Oppem, Overijse of Hoeilaart (arrondissement Halle-Vilvoorde). Het steungezin moet minstens 21 jaar zijn. Het kan een alleenstaande zijn of mensen die samenwonen. Het kan familie zijn van de cliënt (geen ouders of partner), vriend of kennis, maar het kan ook initieel een onbekende zijn voor de cliënt. Wanneer er niet direct een (geschikte) vrijwilliger voorhanden is voor een kandidaat-cliënt, zet Oikonde een wervingscampagne op. Uiteraard kan dit proces enige tijd in beslag nemen.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 21
Het steungezin en Oikonde werken met de cliënt samen op basis van een overeenkomst. Die wordt opgesteld aan de hand van de individuele begeleidingsvragen van de cliënt. Voor de cliënt zijn de begeleiding en de ondersteuning gratis. Het steungezin ontvangt vanuit het Vlaams Agentschap een belastingsvrije maandelijkse onkostenvergoeding, die op 01/05/ 2010 3,27 euro per dag bedraagt.
De Oikonde-verzekeringen Oikonde Leuven heeft twee verzekeringspolissen afgesloten binnen het kader van de W.O.P.-activiteiten. 1. Polis Persoonlijke Ongevallen van de vrijwilligers en de gezinnen Doel van deze polis is het verzekeren van de ongevallen van de steungezinnen in het kader van de activiteiten van Oikonde Leuven. De ongevallen overkomen op de weg naar en van het vrijwilligerswerk zijn eveneens gedekt. Waarborgen worden toegekend bij overlijden, bestendige werkongeschiktheid, tijdelijke werkongeschiktheid en medische kosten. Er worden geen vrijstellingen toegepast in deze polis. 2. Polis Burgerlijke Aansprakelijkheid Uitbating en Lichamelijke Ongevallen van de bewoners Doel van deze polis is het verzekeren van de burgerlijke aansprakelijkheid van de instelling voor het toebrengen van lichamelijke en stoffelijke schade aan derden. Er is ook een waarborg rechtsbijstand voorzien. Verder worden via deze polis ook de lichamelijke ongevallen van de cliënten verzekerd in de pleegzorgsituatie.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 22
De noodzakelijke aanmelding op de Centrale Registratie Zorgvragen (C.R.Z.) Om W.O.P. op te starten, moet een kandidaat-cliënt niet alleen een erkenning voor W.O.P. hebben van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), maar ook aangemeld staan met een vraag naar W.O.P. op de C.R.Z. Dit is een gecentraliseerde wachtlijst die ervoor moet zorgen dat personen met een handicap op een vlotte en zo rechtvaardig mogelijke manier begeleiding of opvang kunnen krijgen. De C.R.Z. wil ervoor zorgen dat mensen met de meest dringende en zwaarste noden voorrang krijgen. De aanmelding van een vraag op de C.R.Z. moet gebeuren door een ‘contactpersoon’. Dit kan de voorziening of de dienst zijn waarvan iemand begeleiding wenst, of het multidisciplinaire team dat het verslag maakte voor de erkenning of een gebruikersorganisatie die erkend is om een persoon met een handicap of zijn/haar gezin te vertegenwoordigen. De tijdsduur dat iemand op de C.R.Z. is aangemeld speelt een belangrijke rol voor de toekenning van een plaats. Het is dus belangrijk dat een persoon zo snel mogelijk op de C.R.Z. wordt aangemeld. De contactpersoon heeft de opdracht om naast de aanmelding ook actief te zoeken naar een gepaste begeleiding of opvang voor de cliënt.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 23
Veelgestelde vragen
Moet de cliënt zelf een vrijwilliger voorstellen? Neen, uitzonderlijk kent de cliënt al een vrijwilliger in zijn netwerk. Meestal gaat Oikonde op zoek naar een geschikte vrijwilliger (zie p.15). Woont de vrijwilliger bij de cliënt? Neen, dit kan niet in W.O.P.. Komt de begeleid(st)er bij de cliënt aan huis? Ja, de meeste gesprekken gaan door bij de cliënt thuis, uitzonderlijk op het secretariaat. Wat is de taak van de begeleiding? De begeleiding regelt praktische zaken en bespreekt thema’s, die belangrijk zijn voor de cliënt (zie pag.13-14). De begeleiding overlegt (2 à 4 keer/jaar) met de vrijwilliger. Dit kan samen met de cliënt en soms zonder cliënt. Wat doet de vrijwilliger? De vrijwilliger heeft regelmatige (2x/maand) contacten met de cliënt. Hij neemt soms ook praktische zaken op (zie pag.14). Wat kost de W.O.P.-begeleiding? De begeleiding is gratis. Welke erkenning heeft de cliënt nodig? Voor W.O.P. heeft de cliënt een erkenning voor pleegzorg of voor een zwaardere zorgvorm nodig (zie pag. 20). Kan W.O.P. in combinatie met andere zorgvormen? Dit kan voor een dagcentrum VAPH, kortverblijf logeerfunctie VAPH, serviceflat. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
VAPH,
pag. 24
Wat is het verschil met begeleid wonen en met beschermd wonen? W.O.P. combineert de individuele begeleiding van de cliënt met de regelmatige ondersteuning door de vrijwilliger. W.O.P. is een samenwerking tussen cliënt, vrijwilliger en begeleider. Voor alle andere vragen mail (
[email protected]) of bel 016/22.96.13.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 25
Die aanmoedigingen maken mij veel zekerder. Christine is 48 jaar en geboren in Frankrijk. Toen ze 19 was, is ze van de Elzas naar België verhuisd. Haar familie woont dus pakweg 500 kilometer van hier. Ze is getrouwd en heeft vier kinderen, waarvan er nog eentje thuis kampeert. Lang geleden heeft ze een tijdje als administratief bediende gewerkt. Chantal is 60 jaar. Over haar thuis, ook lang geleden ondertussen, wil ze liever niet praten. Overigens woont ze ook al zo lang ‘op haar eigen’. Maar enkele jaren geleden had ze het moeilijk. Toen ze hoorde van W.O.P., van een vrijwilliger die misschien met haar zou kunnen optrekken, was ze direct nieuwsgierig en geïnteresseerd. Een reporter van dienst trok op een frisse namiddag naar de gezellige woonst van Christine, mocht er in de tuin het konijn met de flaporen bewonderen dat eigenlijk meer op Samson van Gert geleek, maar raakte vooral geboeid door het gegiechel en het krachtige verhaal dat beide dames samen aan het schrijven zijn.
Chantal: Ik heb geen gemakkelijke jeugd gehad. Nu ben ik een flapuit, maar eigenlijk ben ik heel lang gesloten geweest en kon ik niet goed omgaan met andere mensen. Ik lachte wel veel, maar in feite was ik toch te dikwijls op mijn eigen. Misschien verstaan wij mekaar nu zo goed omdat wij alle twee weinig vrienden hebben. Christine: Wat misschien ook een beetje meespeelt is dat wij alle twee Franstalig van afkomst zijn. Dat was wel grappig om te constateren, en ook dat schiep direct een beetje een band. Maar het is zo: ik heb mijn man en mijn kinderen, maar naar buiten toe vond ik niet echt mijn draai. En dus besloot ik een paar jaar geleden dat ik daar iets moest aan DOEN. En niet veel later zag ik een piepkleine advertentie in de Passe-Partout. Oikonde zocht W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 26
vrijwilligers. Dat sprak me aan. Ik ging kijken op de website van Oikonde en heb daarna direct een e-mail gestuurd. Er volgde een boeiend kennismakingsgesprek waarin me werd uitgelegd hoe Oikonde werkt en wie de cliënten (kunnen) zijn en wat men van de vrijwilliger verwachtte en dat ik zeker een tweede afspraak kon maken als ik verder geïnteresseerd bleef… Ik bleef geboeid natuurlijk, en korte tijd later kwamen twee medewerkers van Oikonde bij mij thuis op bezoek. Voor een diepgaand, grondig gesprek, dat was het zeker. Als ik zeg dat ik op de rooster werd gelegd, is dat wellicht een beetje overdreven, maar ze wilden mij alleszins goed leren kennen. Ik begrijp dat ook, het gaat ten slotte over het samen optrekken van twee mensen die vreemd zijn voor mekaar, en ik probeerde ook zo eerlijk mogelijk te antwoorden over wie ik ben en wat mijn motivatie en interesses zijn. Ik kon ook mijn voorwaarden stellen: eerlijkheid vind ik heel belangrijk, maar ook dat het iemand zou zijn die niet rookte. In dat gesprek brachten ze toen ook al de persoon van Chantal ter sprake, hoewel ze haar natuurlijk niet zo bij naam noemden. Niet zoveel later hoorde ik dan dat ik als kandidaat steungezin was weerhouden. Chantal werd nu grondiger aan mij voorgesteld en… we waren vertrokken. Chantal: Charlotte, de begeleidster, was erbij toen we mekaar in De Grillekes in Heverlee voor het eerst ontmoetten. Ik keek ernaar uit, maar ik weet nog dat ik toch ook gespannen was. Maar na een dik kwartier voelde ik al dat het ging klikken. We waren direct aan het babbelen en aan het giechelen - zelfs in ’t Frans! - en Christine verstopte ook niet dat zij het al eens moeilijk had, en ik voelde mij direct rustig bij haar. En rustigheid en vertrouwen, dat was zeker wat ik nodig had… Christine: Ik weet het ook nog goed, ook ik was er niet echt gerust in. Wat als het niet zou klikken? Ik vond dat ik heel eerlijk moest zijn - we W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 27
moesten mekaar toch leren kennen - maar zou ze mij wel aanvaarden zoals ik ben? Maar ook Chantal verstopte zich niet en tot mijn opluchting zag ik voor mij een joviale madam met een heel grappige toets. e Het ijs was dus snel gebroken, die 18 december 2008. Raar misschien, maar er was direct veel respect tussen ons, we waren precies een beetje lotgenoten. Die namiddag al hebben we onze gsm-nummers uitgewisseld en de afspraak gemaakt dat we mekaar ongeveer om de twee weken zouden ontmoeten. De eerste maanden bleven we in Leuven hangen, maar met de lente in zicht deden we onze eerste daguitstap met de bus: naar Maastricht. Chantal: En wat er daarna gevolgd is - op één jaar tijd - is al teveel om op te noemen. We zijn naar de luchthaven van Zaventem getrokken en dan in den Ikea iets gaan eten. We zijn al met de trein naar Oostende gereden, en naar de vlindertuin in Knokke. Naar Antwerpen ook, naar de zoo, en nog niet lang geleden naar Verviers. Amaai, zo’n vuil stad, alleen het zicht van het centrum was een beetje convenabel. Maar het moet ook niet ver te zijn om goed te zijn. Christine was nog nooit in het Zoet Water in Oud-Heverlee geweest, en nog nooit in Waver. Maar wat ik daar aan ’t stadhuis meegemaakt heb zal ik maar niet voor het boekske vertellen… Chantal haar pretoogjes blinken en ze besluit wijselijk: Maar al bij al moet het niet ver zijn. We doen alle twee graag een terrasje, en als we maar bij mekaar zijn is het plezant… Christine: Of gewoon gezellig bij u thuis, met tomatensoep met balletjes… Chantal: Ja, dat was tof, terwijl thuis zijn nooit mijn sterkste kant is geweest. Eigenlijk komt er bijna nooit bezoek. (Ze denkt na). Is het rommelig omdat er nooit bezoek komt? Of misschien wil ik geen bezoek met W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 28
al die rommel… Met Charlotte heb ik het daar al over gehad. En door het contact met Christine begin ik nu meer op te ruimen thuis. Een tijd geleden heb ik voor haar die tomatensoep gemaakt. Zij had broodjes meegebracht en we hebben op mijn appartement samen lekker gegeten en gezellig gekletst. Ik zou dat nog wel eens willen doen, thuis een nieuw recept uitproberen en dat dan samen opeten… Christine: Ik vond dat alleszins ook plezant. Voor mij was het een nieuw recept, maar ik vond het vooral fijn om te zien hoe trots Chantal toch ook kan zijn op haar appartement. Chantal: Het is zeker plezanter om thuis te blijven als het wat opgeruimd is, en als er al eens iemand op bezoek komt, da’s waar. Christine: Gemiddeld zien we mekaar 2 à 3 keer per maand, en dan komen er nog wat sms-jes bij. Eerst vond ik die maandelijkse vergoeding overbodig, maar het stelt ons in staat om uitstappen te doen en om al eens te gaan eten als echte madammen. Ge kunt met Chantal wel altijd iets beleven, maar ze voelt heel goed aan wat kan en niet kan. Eigenlijk is ze een heel attente vrouw. Vloeken heb ik haar wel afgeleerd, allez toch als ze bij mij is… Maar plagen kan ze als de beste. Over de kleur van mijn nieuw kleed bijvoorbeeld… En nieuw uitdrukkingen maken, daar is ze echt een crac in. “Allez, ge hebt weer een nieuw Chantalleke uitgevonden”, zeg ik dan. Een tijd geleden waren we in de Universiteitshal verzeild geraakt, en we namen daar de lift en helemaal boven hadden we een prachtig panoramisch uitzicht over de stad. Chantal was dat weer te weten gekomen… En toen we met de trap naar beneden gingen, passeerden we daar een mooie grote zaal en daarnaast was er een receptie aan de gang. Ik zag Chantal loeren naar de W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 29
taartjes en ik zei nog tegen haar: “Ik weet niet of ge daar aan moogt komen…” Waarop ze antwoordde dat ze het ook niet wist. Maar ik zag wel dat het haar smaakte… Chantal (met pretoogjes): Ik denk dat er nog overschot genoeg was… Christine: Iedere keer dat we op stap zijn in Leuven komt ze mensen tegen die ze kent. Soms vraag ik me af wie kent ze niet. Chantal: Ja, dat is wel plezant, maar dat zijn oppervlakkige kennissen. (En op de vraag van de interviewer wat dat wil zeggen:) Dat is nu het verschil met andere mensen: Bij Charlotte en Christine heb ik echt het gevoelen dat ze mij steunen en dat ze met mij begaan zijn. Soms vind ik dat Charlotte al eens te bezorgd is, maar ja, ik ben al zo lang mijn eigen baas. En Christine is voor mij een goei vriendin, en als ik met mezelf in de knoop zit, dan weet ik dat ik bij hen terecht kan. En dat alleen al doet precies dat ik nu meer zelf kan dan vroeger en dat ik beter mijn plan kan trekken. Die aanmoedigingen maken mij veel zekerder. Christine: Ik ben ook heel content dat die begeleiding van Oikonde er is. Dat geeft mij de nodige feedback. Want ik twijfel nogal eens of ik de zaken allemaal goed doe. Eigenlijk vind ik die W.O.P. een win-winsituatie. Chantal bekijkt haar met wenkbrauwgefrons. Wel ja, ik vind dat gij mij soms ook vertroetelt. Chantal (schatert het uit): Dat komt goed uit; ik wil ook wel eens mama spelen. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 30
Kapitein met twee stuurmannen Sinds mei 2009 trekken de mannen samen op, Thomas (°1979) en Eddy (°1966). De ene werkt in de proefbrouwerij van Inbev, de andere als jurist bij de Europese Commissie. Wat ze gemeen hebben buiten hun liefde voor een goed glas bier? U leest het hier… Thomas: Ik was al 26 jaar, toen ik mijn diagnose kreeg: met mooie woorden 'het syndroom van Asperger'. Het was mijn moeder die mij op het spoor zette. In de familie waren er nog mensen met dit syndroom. Ik had geen gemakkelijke jeugd gehad. Ik voelde mij toen dikwijls onbegrepen en onzeker. Ik heb het altijd moeilijk gehad met het goed inschatten van de reacties van mensen bijvoorbeeld, moeite ook met veranderingen en om ‘het plaatje in zijn geheel te zien’ zonder mij te verliezen in details. Ik was een stil en gesloten iemand. Het is niet prettig om te horen dat je ‘speciaal’ bent. Na verloop van tijd kwam de diagnose toch als een soort bevrijding over. Er werd mij duidelijk waarom ik soms het bos door de bomen niet zag en waarom ik tegen de stroom in zwom. Ik kon mezelf nu beter begrijpen en wist beter waar ik aan toe was. Maar er kwamen ook veel nieuwe vragen op mij af. “Wat nu? Hoe moet ik mijn leven gaan organiseren? Wat kan ik doen om mij beter in mijn vel te voelen?” Ik woon alleen in mijn eigen huis en heb tot nu toe vooral tijdelijk werk gehad. Ik ben wel sociaal ingesteld, maar weet ook dat naast sociaal contact en vrijetijdsbesteding planning en omgaan met nieuwe situaties juist mijn grootste problemen zijn. 2 Na een serieuze denk- en zoektocht naar alle mogelijkheden, koos ik voor WOP via Oikonde. Het leek mij een interessante formule om een vrijwilliger te hebben die mij kon bijstaan en die mij 2
Via GTB, de gespecialiseerde dienst voor trajectbepaling en begeleiding van personen met een arbeidshandicap. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 31
misschien met mijn sociale vaardigheden zou kunnen helpen, en daarnaast een begeleider die mij kon bijstaan rond administratieve zaken. W.O.P. sprak mij vooral aan omdat ik zo meer mijn vrijheid had dan in andere vormen van ondersteund wonen. Het interessante aan W.O.P. is volgens mij dat ik twee extra stuurmannen heb, maar dat ik toch de kapitein op het schip blijf. Oikonde ging dus voor mij op zoek naar een vrijwilliger in het Leuvense om mijn activiteiten te verbreden en om sociaal een tandje bij te steken. Eddy: Toen ik 25 jaar geleden mijn rechtenopleiding begon, vond ik het noodzakelijk het leven van rechtsregeltjes te compenseren met een iets rechtstreekser engagement voor hen die niet in het centrum van de maatschappelijke belangstelling staan. Op de faculteit boden ze de mogelijkheid om op woensdagnamiddag samen met gerechtskinderen allerlei activiteiten te doen. Die ervaring was zo geslaagd dat het naar meer smaakte. Een paar jaar later hoor ik onze prof strafrecht - Lieven Dupont - met passie spreken over Oikonde en Oikoten. Ik sloeg die informatie op, maar deed er op dat ogenblik niks mee. Tijdens en kort na mijn legerdienst deed ik wel nog wat vrijwilligerswerk in de ‘zachte’ sector, maar dat engagement verminderde naarmate mijn job in de ‘harde’ sector meer tijd opslorpte. Tot ik een paar jaar geleden tijdens een buurtfeest een buurman aansprak over mijn (aloude) behoefte om naast mijn job, een gezin met vrouw en drie jongens en een paar hobby’s, toch nog tijd vrij te maken voor ‘iets’ dat een beter evenwicht brengt. Die buurman bleek bij Oikonde te werken en de bal ging aan het rollen… Thomas: Twee jaar stond ik op de wachtlijst van het Vlaams Agentschap voor mijn 'dossier’ op de bovenste plank kwam. We konden eindelijk starten. Gelukkig had Oikonde ondertussen al een mogelijke vrijwilliger gevonden. In een gesprek werd mij wat meer W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 32
over hem verteld, en ik zag het wel zitten. De volgende stap was de ontmoeting met mijn begeleider en die onbekende vrijwilliger. Eddy: Plaats van afspraak: de Kaminsky, een café aan de Tiense Poort; we zouden er later nog wel een paar keer komen. Ik kom binnen, iets te laat, en ik kijk rond, op zoek naar Thomas en Tim, twee mannen die ik niet kende. Blijkbaar was mijn zoekende blik al voldoende. Tim riep mij naar een tafel, de pinten werden geserveerd en we hebben met zijn drieën een hele avond zitten babbelen over… Tja, waarover? Ik heb geen precieze herinnering, het moet over dat soort dingen geweest zijn waarover drie mannen op café gewoonlijk babbelen… De avond vloog voor mij alleszins voorbij. Of het klikte? Ik heb mij die vraag niet zo expliciet gesteld. Voor mij was het voldoende dat het allemaal heel spontaan en eerlijk aanvoelde, alsof we elkaar al eerder hadden gezien. Thomas: Ik weet nog goed dat ik erg zenuwachtig was voor het onbekende. De kennismaking liep echter zo vlotjes, dat dit snel wegebde. Voor ik het goed besefte waren wij aan 't lachen en groeide er reeds wederzijds vertrouwen. Wij hadden geen bedenktijd nodig en diezelfde avond nog werden ideeën uitgewisseld en een volgende afspraak gemaakt. Onze activiteiten zijn eerder rustig begonnen met een bezoek aan een tentoonstelling over fotografie en aan het museum van Magritte. Fotografie is mijn passie en ik wil er graag mijn bijberoep van maken. Mijn sterk ontwikkeld oog voor details is in mijn foto's net mijn kracht. We genoten beiden van de uitstappen, de toon was gezet. Later kwam het meer sportieve zoals poolen en tennissen. Vooraf of nadien iets gaan eten of drinken is ondertussen een kleine traditie geworden. De afspraken met Tim, mijn begeleider, zijn van een andere aard. Hij helpt mij bij mijn papierwerk en bij mijn planning, en hij zorgt dat W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 33
ik de zaken wat beter kan overzien. Dit is een hele geruststelling voor mij. Het voorbije jaar zijn we ook enkele keren met ons drieën samengekomen. Dan overlopen we de stand van zaken, maar het eindigt toch steeds in een gezellige en plezante avond. Eddy: Tijdens die bijeenkomsten met drie is Tim diegene die, naast een paar administratieve zaken soms, ons een tussentijdse spiegel voorhoudt. En tot nu toe is het besluit dat we ‘vaneigens’ goed bezig zijn! Tim stelt vragen, doet suggesties, … . Toch goed dat Oikonde die omkadering, dat vangnet aanbiedt. Ik denk dat het ertoe leidt dat Thomas en ik iets zorgelozer ons ding kunnen doen. En dat ding, dat is een vette kebab met looksaus eten terwijl we dit bij mij thuis intypen (Thomas heeft daarnet nog de jongens voor het slapen gaan ondervraagd aan de hand van een zoekprentenboek), en binnen twee weken gaan we naar een toneelstuk kijken. Gemiddeld - denk ik - komen we zo’n twee keer samen per maand. Ah ja, en vóór het einde van het jaar wil hij zijn rijbewijs halen… Thomas: Ja, … ik wil mijn rijbewijs halen. Ik weet van mezelf dat ik best iemand kan gebruiken, die mij op een vriendelijke maar doortastende manier helpt bij mijn planning hier rond. Het zijn dus niet alleen puur ontspannende zaken die we samen doen. Eddy 'stuurt' mij soms vooruit… Ik heb gelukkig een kleine, maar solide vriendenkring en een familie waar ik kan op terugvallen. Eddy en Tim zijn een extra vangnet. Dit geeft mij een rustig en veilig gevoel, want ik kan altijd bij iemand terecht. Eddy is zelfs een vriend geworden. Wij zijn dus op goede weg. Ik wil dan ook graag regelmatig een wederdienst doen. Ik vind het leuk wanneer de zaken in balans zijn.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 34
Eddy: Ik weet zeker dat die balans voor mij perfect in evenwicht is. Ik heb al gezegd dat ik naast mijn werk ‘publiek recht’, waar ik altijd maar met ‘structuren’ bezig ben om de samenleving te verbeteren, ook iets concreets voor mensen wou doen. Voor mensen, maar toch ook voor mezelf. De ‘klik’ tussen ons is er. Die moet er ook zijn, want anders blijft het niet duren. Ik beleef ook echt deugd aan ons contact. Ik doe nu dingen waar ik zonder Thomas allicht nooit zou toe komen. Dingen die mijn wereld doen opengaan en mij verrijken. Het is heel gemakkelijk om ’s avonds met je pantoffels aan in de zetel te ploffen. En dat kan wel eens aangenaam zijn, maar ik weet zeker dat die avonden dat wij samen optrekken, voor mij beter besteed zijn. En van ‘wederdienst’ gesproken: enkele weken geleden kwam Thomas thuis met paaseieren aangesjeest. Onze Elias is er 8, onze Quinten 6 en onze Kasper 4 en ik kan alleen maar zeggen dat ‘paashaas Thomas’ grote indruk op hen heeft gemaakt. Het was de eerste keer dat ze hem zagen, maar voor hen mag hij ongetwijfeld iedere dag op bezoek komen.
Kortom, ’t is allemaal niks speciaals…3 Dat vriendschap en geborgenheid zowat het belangrijkste zijn in een mensenleven - en dus ook in het welzijnswerk - moet ge aan Swoi (°1943) niet uitleggen. Zijn leven, zeker nu m et zijn zuurstofflessen, is er een levend bewijs van… Oikonde kent hij al heel lang. Van in 1981, toen hij in het doorstromingshuis op de Naamsesteenweg belandde. Hij kwam 3
Met dank aan Paulien, voor de journalistieke hulp. W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 35
van Antwerpen en was zwaar toegetakeld. Breuken overal. Met familie. Met vrienden. Met de wereld. En drinken daarop. En zo in de psychiatrie terechtgekomen. En helemaal geïsoleerd geraakt. Zijn verblijf in Oikonde van mei 1981 tot oktober 1983 - een eeuw geleden al - deed hem ongetwijfeld deugd, maar voor iedereen die hem daar had leren kennen was het toch even de adem inhouden wanneer hij daarna ‘op zijn eigen’ ging wonen. Een aantal jaren ging het behoorlijk goed, toen zijn dochter nog bij hem woonde, die nog school liep. Daarna ging het stilaan bergaf, en zou hij weer gaan wegkwijnen in alleenzaamheid. Tot hij in 1999 weer in contact kwam met Martine, zijn vroegere begeleidster. In een Oikonde Nieuws in 2001 zou hij daarover schrijven: “Zij vroeg hoe het met mij ging. ‘Goed’, zei ik, maar dat was het van geen kanten.” “Ik miste de gewone contacten die een mens goed doen”, zei hij daarover ook in een recent gesprek. In alle geval: vanaf 20 september 1999 kwam Swoi ‘in W.O.P.’ en begon voor hem een mooie Odyssee, een soort wonderbaarlijke vermenigvuldiging van contacten en vrienden, van nieuwe familie bijna… Bert en Krist, vrijwilligers via Oikonde, worden voor hem de eerste hechtingspunten in vele jaren. Heelmeesters zonder specifieke opleiding, mensen die Swoi op weg zetten om opnieuw ‘nen hele mens’ en vooral ‘ne schone mens’ te worden. Voor Swoi, de ruwe bast met de lange haren, gaat met de komst van die twee intellectuelen een nieuwe wereld open. “Met Krist en Bert ging ik af en toe naar de cinema. Of een dag samen door de Ardennen toeren. Of gewoon eens samen eten, hoe lang was dat voor mij al niet geleden? Of eens goed discussiëren… Ik neem van een ander zeker niet alles aan, maar die twee mannen hebben het in die tijd gedaan gekregen dat ik nen hoop rommel uit mijn huis heb weggegooid, want alles wat ik vond en waarmee een mens nog iets zou kunnen doen, nam ik in die dagen mee.”
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 36
Swoi leert ook de familie van Krist en Bert kennen. De eindejaarsfeesten zijn sinds lang geen eenzaam-pijnlijke momenten meer. In 2003 verhuist Krist naar Antwerpen (waar hij overigens W.O.P.er zal worden voor Oikonde Antwerpen) maar ze blijven mekaar mailen en Krist passeert bij Swoi als hij in Leuven moet zijn. Bert en zijn vriendin (nu zijn vrouw) Katrien trekken nu met Swoi op en wanneer ze in 2007 voor een tijd naar Oxford verhuizen, vraagt Bert aan zijn zus (ook een Katrien) of zij de W.O.P.-draad niet wil overnemen. Voor haar en haar man Dirk was het even puzzelen en schuiven met de tijd en herorganiseren, maar ze vonden het op zich héél evident om die rol op te nemen. Tenslotte was Swoi al een beetje familie geworden… In 2008 schreef Dirk daarover: “Op woensdagavond is het bij ons gastenavond. … Als Swa nu eens om de twee weken ook op woensdagavond kwam? … De kinderen waren direct enthousiast en het leek haalbaar. Toen stelden we het aan Swa voor. Het zou wel anders zijn, drukker. Maar Swa zag het precies ook zitten. Intussen zijn we een jaartje verder. Het viel echt mee. Swa heeft nog steeds contact met Bert en Katrien, maar heeft er nu een familie bij. Hij is er om de twee weken op woensdagavond. Regelmatig komt er iets nieuws op tafel, waarvan Swa ontdekt dat het lekker is. De avond vliegt dan voorbij: luisteren naar het verhaal van de kinderen, UNO spelen, mee volgen wanneer het huiswerk van de kinderen verbeterd wordt, mee TV kijken. Als de kinderen slapen zijn, komen de grote verhalen aan bod: de sport en de politiek. Een gewone buitengewone avond is het dan.
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 37
Eénmaal per maand doen we samen een activiteit. Als de kinderen met de Chiro op kamp zijn, gaat Swa mee naar de opendeurdag. Mee naar de tentoonstelling van Da Vinci in Brussel. Iets eten in een Indisch restaurant. Op kerstavond samen naar de mis en bij ons thuis Kerstmis vieren. Eerste communiefeest van Toon. Klasconcert van de kinderen in de muziekschool. Dansoptreden van de kinderen in de schouwburg… Kortom, we doen niets speciaals. We leven ons gewone drukke leven en Swa maakt daar een beetje deel van uit. Uiteindelijk vraagt het niet zoveel inspanning. Wel de reflex om te plannen en te bekijken: zou dit iets voor Swa zijn? Zonder te overdrijven, maar er toch voor zorgen dat er regelmatig iets is.”
En zo ging de vermenigvuldigingsdans weer verder. Swoi leerde nu ook de familie van Dirk kennen. En sinds Bert terug is uit Oxford en in Hasselt woont, gaat Swoi daar ook af en toe eens logeren. En daarmee eindigen de contacten van Swoi niet. Want de steun en de openheid van al die vreemden die gaandeweg zo eigen waren geworden gingen Swoi gaandeweg tekenen en aansteken en veranderen: bijna onvermijdelijk werd hij met de jaren rustiger en socialer en minzamer. De contacten met zijn familie waren nooit echt afgebroken, maar nu komen zijn dochter en zijn kleinkinderen en zijn schoonzus regelmatig bij hem op bezoek. En dan is er - niet te vergeten! - nog zijn thuis rond zijn huis, zijn vriendenkring die hij in zijn Mussenstraat heeft opgebouwd. Wie in Leuven het Vougelstroike binnendraait wordt direct geconfronteerd met een prachtige gevelschildering met Swoi en zijn vriend, de bakker, als centrale figuren. Je ziet er de Swoi van een tijdje geleden, nog met zijn lang haar, zich languit en W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 38
zorgeloos schurkend tegen een muurtje, met een grassprietje nonchalant tussen zijn tanden en de kat op zijn schoot, gezellig keuvelend met bakker Gust… Een sfeervol tafereel, dat meer zegt dan woorden en onmiskenbaar duidelijk maakt hoezeer Swoi thuis is in zijn straat en hoezeer zijn straat het verlengde is geworden van zijn thuis. De Mussenstraat is voor hem het stroike van geven en krijgen geworden. In de zomer zit hij veel buiten en dan is het babbelen en kwetteren met de andere bewoners uit de steeg. En van het een kwam het ander. Hij was een tijd toogvuller in het buurthuis en prominent pannenkoekenbakker. Hij zorgde voor de planten en de katten, wanneer buren op vakantie waren. Hij sprong geregeld binnen bij een buurvrouw die een lange revalidatie moest doorgaan. Met de bakker groeide een intense band rond hun beider passie om vanalles te verzamelen. Niet dat er nooit problemen zijn of conflicten natuurlijk. Swoi sleepte een moeilijk verleden mee dat een mens ook niet zo maar kan kwijt spelen. Maar zijn draagkracht steeg naarmate hij zich gedragen wist door goed volk, en in dezelfde beweging stegen zijn goesting in het leven en zijn goesting om te geven. En zo ontdekte hij gaandeweg de wisselwerking van geven en krijgen, en hoeveel gemakkelijker en aangenamer het leven kan zijn als een mens een beetje die balans (terug)vindt. Swoi sukkelt ondertussen met zijn gezondheid. Hij weet dat, hij voelt dat ieder moment, en soms maakt het hem wel kwaad en opstandig. Want geven blijft nog altijd gemakkelijker dan te moeten krijgen, heeft hij ondertussen aan den lijve ondervonden. Eind 2008 moest hij de kliniek in met ademhalingsproblemen. De buren kwamen zijn planten gieten en zijn katten eten geven. Toen hij een beetje hersteld was, kon je hem zien rondsjezen met zijn bromfiets op vier wielen, mét zijn zuurstoffles daarop. Maar ook dat werd moeilijker. Regelmatig volgden er nieuwe opnames wanneer hij in ademnood raakte of problemen had met W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 39
de rug. Steeds lastiger werd het om zijn huis uit te komen. Maar zijn familie heeft de weg naar hem dus teruggevonden, en de kinderen van Dirk en Katrien komen nog altijd eenmaal per week na school bij hem langs om hun huiswerk te maken, in afwachting van een of andere vrijetijdsactiviteit. En buren springen nu al eens meer binnen om een babbeltje te slaan of om te zien of hij niks nodig heeft. En het steungezin komt Swoi nog steeds ophalen, voor de tweewekelijkse woensdagavond bij hen thuis, zorgt voor de grote boodschappen en voor die extra cocon die een mens nodig heeft. Zijn lange, wilde haren is Swoi al lang kwijt. Het zint hem allemaal niet echt, dat afhankelijker worden. Maar hij beseft heel goed dat hij hier in zijn steegje nog kan blijven wonen, juist omdat hij goed omringd is. En hij beseft ook dat hij goed omringd is omdat hij op zijn kleine manier de voorbije tien jaar wel wat heeft teruggegeven aan mensen en misschien, hopelijk, wellicht ook iets voor hen betekend heeft. Dat besef is ongetwijfeld een zoete zalf tegen het ouder worden. En dat besef, dat een écht gelukt leven alleen maar een leven van wederkerige zorgzaamheid kan zijn, is uiteindelijk wat op die fraaie muurschildering daar op het einde van dat steegje af te lezen staat… Geluk in een klein hoekje… Je moet er maar eens gaan naar kijken, als je in Leuven passeert. Swoi ten voeten uit, kwetterend met vriend bakker, terwijl andere mensen geamuseerd toekijken. Daar, op de hoek van de Mussenstraat4.
4
Of kijk eens op onze website: www.oikondeleuven.be/VrijwilligersGezinnen/Getuigenissen W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 40
W.O.P.- Wonen met Ondersteuning van een Particulier.
pag. 41