WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALECTEN DEELI
LANDBOUWWOORDENSCHAT AFLEVERING 12: KLEINVEE door Roxane VANDENBERGHE Veronique DE TIER Magda DEVOS
.Vakgroep Nederlandse Taalkunde, Universiteit Gent Drukkerij G. Michiels, Tongeren, 2009
INHOUDSOPGAVE Herkomst van de afbeeldingen Lijst van de gebruikte afkortingen. . Ten geleide 1. De aflevering Kleinvee 2. Opzet en methode van het W V D 3. Bronnen 4. Wetenschappelijk A p p a r a a t 5. Dankwoord Alfabetische lijst van de p l a a t s n a m e n
.
.
.
.
.
.
.
.
xxi xxm xxv xxv xxvi xxvn xxxiv xxxiv xxxvn
.
1.1.1.2.2. Kleinvee
— 2.2.1. H e t v a r k e n
— 2.2.1.0. Algemeen Varken Vleinaam voor een varken
1 2
— 2.2.1.1. Onderscheid n a a r soort en herkomst Inlands varken . . . . Piétrainvarken Grootyorkshirevarken Varken met rechtopstaande oren Varken met hangoren Varken met gedrongen snuit . Varken met scherpe snuit Mestvarken . . . . . Gekruist varken
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.~
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
4 6 7 8 8 9 10 10 11
— 2.2.1.2. Onderscheid n a a r geslacht en/of leeftijd
— 2.2.1.2.1. Niet geslachtelijk onderscheiden Big Vleinaam voor een big Pasgeboren big . . Loopvarken Oud varken Achterblijvende big
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
13 16 17 17 21 21
— 2.2.1.2.2. Het mannelijke v a r k e n Beer
23
Beerbig . Barg Binnenbeer Dekbeer
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
24 24 27 28
— 2.2.1.2.3. H e t v r o u w e l i j k e v a r k e n Zeug Zeugbig Zeug die v o o r de eerste k e e r heeft g e b i g d O u d e zeug Zeug m e t biggen . . . . . . Gelte O n v r u c h t b a r e zeug Fokzeug
.
.
.
.
.
.
.
.
28 30 30 31 32 33 34 35
.
— 2.2.1.3. L i c h a a m s d e l e n Kop Snuit Muil Hals Nek Keel Schoft Schouder Varkensborstel Voorbil Elleboog Voorpoot. ., Onderbil . Hoef Romp Achterbil Achterpoot Schenkel Bijteen Hiel Lenden Kruis Staart Staartwortel . . K w a s t a a n de s t a a r t Krulstaart . . Roede Teelballen Balzak Geslachtsorganen van Klink Baarmoeder . .
VI
. . " .- - .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
de beer .
.
. .
36 36 37 38 39 39 40 40 40 42 42 43 43 43 44 45 46 46 47 48 49 49 50 50 50 51 52 53 54 54 54 55
Uier
57
Speen
57
— 2.2.1.4. E i g e n s c h a p p e n Goed g e d i j e n
58
Varken dat goed gedijt
59
Varken d a t slecht gedijt
61
Varken m e t lang wollig h a a r
63
Varken met te hoge rug
64
Doorgezakte rug
64
Varken met lange rug
65
Varken met hoge p o t e n
66
Varken met korte p o t e n Boosaardig
.
.
.
. .
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
67
.
.
.
.
.
.
.
68
Vermagerd door veelvuldig zogen
70
— 2.2.1.5. V e r r i c h t i n g e n e n g e d r a g Knorren Schreeuwen
71 .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
72
Wroeten
74
Slobberen
77
Staartbijten
78
— 2.2.1.6. V o o r t p l a n t i n g
"" *
• - _ _
— 2.2.1.6.1. G e s l a c h t s d r i f t e n d e k k i n g Berig
79
Dekken
80
Zich l a t e n d e k k e n .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
81
Dekgeld voor de d e k b e r e n h o u d e r
81
Drachtig
81
Niet d r a c h t i g
82
— 2.2.1.6.2. G e b o o r t e Nest dragen
85
Barensweeën
86
Biggen Verlossen
87 .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
88
Nageboorte
89
Goedaardige afscheiding geven n a h e t b i g g e n .
.
.
.
.
.
.
.
.
De b a a r m o e d e r u i t p e r s e n Zeugenkooi Nest pasgeboren biggen
90 92 94
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Zog Zogen Knorren om de biggen te roepen
96 97 97
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
99
VII
Zuigen van de moeder Overwennen Opkweken met de zuigfles Een met de zuigfles opgekweekte big Spenen
100 100 101 102 103
— 2.2.1.7. Ziekten — 2.2.1.7.1. Uitwendige aandoeningen aan de poten, de huid en/of de bek Vlekziekte Mond-en-klauwzeer Varkenspokken
105 106 107
— 2.2.1.7.2. Ernstige besmettelijke ziekten en aandoeningen aan de ingewanden. Diarree Virusdiarree Geboortediarree Varkensdysenterie Ziekte van Aujeszky Varkenspest
108 109 109 110 110 111
— 2.2.1.7.3. Ziekten en aandoeningen.aan de luchtwegen Varkensgriep Kortademigheid Snuffelziekte
.
111 112 113
— 2.2.1.7.4. Ziekten en aandoeningen i.v.m. de voortplanting en/of de melkproductie Verwerpen Melkziekte
113 114
— 2.2.1.7.5. Andere aandoeningen Slingerziekte Sint-Vitusdans Rachitis Carréziekte
116 116 117 118
— 2.2.1.8. Behandeling en verzorging — 2.2.1.8.0. Algemeen Roepwoord voor varkens Roepwoord voor biggen Sussende woorden voor de zogende zeug Troep varkens
VIII
118 120 122 123
— 2.2.1.8.1. Varkens houden Fokken Varkensfokker Vetmesten Dekberenhouder Knecht van de dekberenhouder
124 125 126 127 128
— 2.2.1.8.2. Voederen Voederen Varkensvoer Gestoomde aardappelen als varkensvoer . . . . . Varkensketel . . . . . . . . . . . Aardappelstamper Handmolen om aardappelen te pletten Slobbering Varkenskuip Slobbering bereiden Graan(meel) schouden Roerstok Schepvoorwerp . . . . . . . . . . Schepemmer Droogvoer uit de fabriek Varkensbak voor droogvoer
.
. .
. .
. .
.
. .
.
.
.
.
.
"".-..._.
.
.
129 130 131 132 134 135 138 140 141 142 143 144 146 147 148
— 2.2.1.8.3. De t a n d e n afknippen, het varken ringen en de beer castreren De tanden afknippen Tandentang Ringen Neusring Neusringtang Castreren . . Castreerder
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
149 150 151 152 154 155 155
— 2.2.1.8.4. De varkens in de weide laten Halsbeugel In destal drijven Uit de stal halen
156 157 159
— 2.2.1.8.5. De varkens naar de m a r k t brengen en verkopen Varkenskooi . Biggenmand Biggenkooi Staartjesgeld Biggenkoopman
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
159 161 162 163 163
IX
— 2.2.2. H e t s c h a a p — 2.2.2.0. A l g e m e e n Schaap V l e i n a a m v o o r een s c h a a p .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
165 165
— 2.2.2.1. O n d e r s c h e i d n a a r soort e n h e r k o m s t Vlaams schaap Texels s c h a a p Suffolkschaap . . . . . . . . . . . . Hampshire down Merinoschaap Bleu d u m a i n e Kempisch heideschaap Gekruist schaap Kruisen Zwart schaap . . . . . . . . . . . . . Gevlekt schaap Schaap met vlekken op de kop Melkschaap . . . . . . . . . . . . . Vleesschaap . Wolschaap Slachtschaap . . . . . . . . . . . . . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
166 167 169 169 170 170 171 171 173 173 173 174 175 175 176 176
— 2.2.2.2. O n d e r s c h e i d n a a r g e sl a c h t en/of leeftijd — 2.2.2.2.1. N i e t geslachtelijk o n d e r s c h e i d e n Lam Zuiglam Paaslam Jaarlingschaap Tweetander Viertander . . . . . Zestander S c h a a p m e t een b l i j v e n d gebit . Eenling Tweeling Achterblijvend lam
.
. .
. .
. .
. .
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
177 178 179 180 180 181 181 182 183 183 184
— 2.2.2.2.2. H e t m a n n e l i j k e s c h a a p Ram Ramlam Dekram . Weer
X
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
184 186 186 187
— 2.2.2.2.3. Het vrouwelijke schaap Ooi Ooilam Onvruchtbare ooi Door ouderdom o n v r u c h t b a a r geworden ooi Fokschaap
188 190 191 192 193
— 2.2.2.3. Lichaamsdelen Muil Melktanden Blijvende tanden . Maaltanden Horens Uier Speen Hoef Staart Staartwervel Klink Baarmoeder Roede
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
193 194 194 196 197 197 198 199 200 201 201 202 203
— 2.2.2.4. Eigenschappen Schaap van goede kwaliteit Schaap van slechte kwaliteit Varkensmond Snoeksmond . • Kreupel schaap Kwaadaardig schaap Goede grazer
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
- -.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
204 204 205 206 206 206 208
— 2.2.2.5. Verrichtingen en gedrag Blaten Blaten van lammeren . Grazen Herkauwen . . . Groen kauwsel Met de horens stoten Urine Urineren Keutels Zich ontlasten Huppelen Kwispelstaarten Zich wentelen
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
209 210 210 211 212 213 214 214 214 216 216 217 218
XI
— 2.2.2.6. Voortplanting — 2.2.2.6.1. Geslachtsdrift en dekking Rammig Bronst Bronstig Dekken De ooi bij de ram brengen Dektuig Dekstift Antidekschort .Drachtig Niet drachtig Dracht Verlopen
219 220 220 220 221 222 222 222 224 224 225 225
— 2.2.2.6.2. Geboorte Lammeren Lijfbieden De baarmoeder uitpersen In stuit (liggen) Verlossen Nageboorte Goedaardige afscheiding geven na het lammeren Kwaadaardige afscheiding na het lammeren Kwaadaardige afscheiding geven na het lammeren Uieren Zogen . Biest Zog Darmpek Weeslam Verstoten Verstoten lam Pleeglam Pleegmoeder Overwennen Zoogtoestel Opkweken met de zuigfles Spenen
t.
. . ".--..
. .
225 226 227 228 228 229 230 230 230 231 232 233 234 234 234 235 236 236 236 237 237 238 239
— 2.2.2.7. Ziekten - 2.2.2.7.1. Uitwendige aandoeningen aan de poten, de huid en/of de bek Bloedblaar Rotkreupel
XII
240 241
Tussenklauwontsteking Mond-en-klauwzeer Zerebekjesziekte Schurft Schapenpokken . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
242 244 245 246 247
— 2.2.2.7.2. Besmettelijke ziekten en aandoeningen aan de ingewanden Diarree Leverbotziekte Miltvuur Longontsteking Draaiziekte
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
247 248 249 250 251
— 2.2.2.7.3. Ziekten en aandoeningen die (vooral) bij jonge dieren voorkomen Polyartritis Het bloed Lamdysenterie . . . . . Boutvuur Vlies voor de o g e n . . . Zich voortdurend strekken
.
.
.
.
. .
. .
. .
.
.
.
.
.
. .
. .
. .
.
251 252 253 254 254 254
— 2.2.2.7.4. Ziekten en aandoeningen i.v.m. de v o o r t p l a n t i n g en de melkproductie Verwerpen Melkziekte Navelinfectie Uierontsteking
-7 ~" . . .
255 256 257 257
— 2.2.2.7.5. Andere aandoeningen Scheerziekte . . . . . . . . Priem om in de flank te steken In de flank steken . . . . . . . Slokdarmsonde Gescheurd oor Een zwaaiende beweging m a k e n bij het lopen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
258 259 260 260 261 261
— 2.2.2.8. Behandeling en verzorging
— 2.2.2.8.0. Algemeen Loopstal Overtasten om de waarde te schatten
262 263
— 2.2.2.8.1. Voederen Schapenvoer Groenvoer Krachtvoer .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
263 264 264
XIII
Droogvoer uit de fabriek Voederbak
264 265
- 2.2.2.8.2. Kortstaarten, de hoeven bijknippen en de ram castreren Kortstaarten . . . . . . Kortstaarten met een mes Kortstaarten met een tang Kortstaarten met een gummiring Gummiring De staart afwringen De hoeven bijknippen Schapenhoefmes Schapenhoeftang Castreren met de open methode Castreren met de bedekte methode Castreertang
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
265 267 267 267 268 268 268 269 270 271 271 272
-2.2.2.8.3. Schapentuig en -merken Halsband Halsbeugel Halster Wolmerken Merkstift Wolmerk Oormerken Metalen oormerk Oormerktang Oorknip . .'• Halsplaatje
" ' . . . .
.
272 273 274 274 275 276 276 277 278 278 279
- 2.2.2.8.4. Schapen scheren Scheren Schaapscheerder Schapenschaar Handtondeuse Elektrische tondeuse Schapenvacht Schapenwol Pas afgeschoren wol Wolvet Jaarlingswol Blootwol De vuile wol wegknippen
XIV
279 280 280 281 281 282 283 284 284 286 286 286
— 2.2.2.9. S c h a p e n h o e d e n
— 2.2.2.9.1. D e s c h a a p h e r d e r : a l g e m e e n , kledij e n u i t r u s t i n g Schaapherder Spotnaam voor de s c h a a p h e r d e r Schaapherderin Herder in l o o n d i e n s t Herdersstaf . . . . . Schop a a n d e h e r d e r s s t a f H a a k a a n de h e r d e r s s t a f K r u k a a n de h e r d e r s s t a f . . Herdersfluitje Herderstas Lamsbuidel Schaapherdershut R e g e n j a s . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
287 289 289 290 290 291 292 292 292 292 293 293 294
.
— 2.2.2.9.2. S c h a p e n h o e d e n Hoeden Herderskudde Roepwoord v o o r s c h a p e n Roepwoord v o o r l a m m e r e n S p o t n a a m v o o r een s c h a a p Eigennaam voor een s c h a a p . . Schapenbel Drijven Drift Naar een a n d e r e drift v e r p l a a t s e n . Schapenbocht In een s c h a p e n b o c h t d r i j v e n Aarde gooien n a a r e e n s c h a a p . . De herdersstaf o p d e r u g h o u d e n Achteruit t e g e n d e h e r d e r s s t a f l e u n e n Vooruit t e g e n d e h e r d e r s s t a f l e u n e n . De herdersstaf o p d e s c h o u d e r s d r a g e n Verbodsteken
.
.
.
.
.
." - . __ .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
295 295 296 297 297 297 297 297 298 299 299 300 300 300 301 302 302 303
— 2.2.2.9.3. D e h e r d e r s h o n d Herdershond Goede w a k e r . . . . . . . . . . . Slechte w a k e r Brutale h o n d Bijten n a a r d e s c h a p e n . . . . . . . . Bevel om de s c h a p e n v o o r u i t t e j a g e n Bevel om voor d e s c h a p e n t e l o p e n Bevel om de s c h a p e n h a r d a a n t e p a k k e n . . . . Bevel om de s c h a p e n t e b e l e t t e n e e n lijn t e o v e r s c h r i j d e n
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
304 305 306 306 306 306 307 307 307
XV
Bevel om de schapen aan de kant van de weg te brengen Bevel om te blijven liggen Bevel om een verdwaald schaap bij de kudde te brengen Bevel om de schapen bijeen te drijven
308 308 308 309
— 2.2.3. De geit — 2.2.3.0. Algemeen Geit Vleinaam voor een geit
309 310
— 2.2.3.1. Onderscheid naar soort en herkomst Bontgekleurde Vlaamse geit Witte melkgeit Dwerggeit Kortharige geit Langharige geit Zwarte geit Bruine geit Bonte geit Melkgeit Trekgeit
311 312 312 313 314 314 315 315 316 316
— 2.2.3.2. Onderscheid naar geslacht en/of leeftijd — 2.2.3.2.1. Niet geslachtelijk onderscheiden Geitenlam Zuiglam
316 318
— 2.2.3.2.2. De mannelijke geit Geitenbok Vleinaam voor een geitenbok Stinkende geitenbok Onvruchtbare geitenbok Gecastreerde geitenbok Dekbok
318 319 320 320 320 320
— 2.2.3.2.3. De vrouwelijke geit Wijfjesgeit Onvruchtbare geit Door ouderdom onvruchtbaar geworden geit
321 322 323
— 2.2.3.3. Lichaamsdelen Horens
XVI
324
Sik Halslellen
324 325
— 2.2.3.4. Eigenschappen Met de hakken naar binnen gericht
326
— 2.2.3.5. Verrichtingen en gedrag Mekkeren Mekkergeit Met de horens stoten Reutels
327 328 329 329
— 2.2.3.6. Voortplanting — 2.2.3.6.1. Geslachtsdrift en dekking Bokkig Dekken Dekgeld Drachtig
330 331 332 332
— 2.2.3.6.2. Geboorte Lammeren . Drooglikken
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.--. .
. . ~~ 7 - - .
. .
333 334
— 2.2.3.7. Behandeling en verzorging — 2.2.3.7.0. Algemeen Roepwoord voor geiten Bokkenstal Geitenhouder Spotnaam voor de geitenhouder Geitenbond Trektuig van de geit
335 336 336 336 337 337
— 2.2.3.7.1. Een geit opsmukken Geitenkeuring Prijsgeit Opsmukken Borstelen K a m m
e
n
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
338 339 339 340 340
— 2.2.3.8. Producten van de geit Geitenmelk
340
XVII
Geitenboter Geitenkaas
340 340
- 2.2.4. Het konijn -2.2.4.0. Algemeen Konijn Vleinaam voor een konijn Spotnaam voor een konijn
341 343 343
- 2.2.4.1. Onderscheid n a a r soort en herkomst Vlaamse reus . . . Gevlekt konijn Zwartwit gevlekt konijn Konijn met lange oren Langharig konijn
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
343 343 345 345 345
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
346 346 348
- 2.2.4.2. Onderscheid n a a r geslacht en/of leeftijd Konijnenjong. Rammelaar . Voedster
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
-2.2.4.3. Lichaamsdelen Oren Staartje Tanden Vacht .
.
350 350 351 351
- 2.2.4.4. Verrichtingen en gedrag Verharen H e t neusje optrekken Knabbelen Met de achterpoten slaan . Keutels Konijnenpijp . . . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
352 352 353 353 353 355
- 2.2.4.5. Voortplanting Rijdig Bespringen . . Nest dragen . . Jongen Nest konijnenjongen
XVIII
. .
. .
356 356 358 359 359
— 2.2.4.6. Ziekten Waterzucht Myxomatose Oorschurft
360 362 363
— 2.2.4.7. Behandeling en verzorging Konijnenhok Konijnenren . Konijnenkweker Konijnenvoer Castreren
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
363 363 365 366 367
.
— 2.2.4.8. Konijnen slachten Slachten Villen
367 368
Lijst van medewerkers en zegslieden Alfabetische lijst van de lemmatitels Alfabetisch register van de trefwoorden Lijst van reeds verschenen afleveringen . . . . . . . Lijst van reeds verschenen afleveringen van Academia Press . . _ Informatie over het W V D Uitslaande kaart
371 383 393 475 479 481
. . . • ~~ - . - .
. • .
• .
XIX