Er is veel geluid om ons heen. Soms erg veel lawaai. Mensen zeggen heel veel. Mensen doen van alles. In onze wereld is er veel geluid. En er is weinig stilte. In deze weken, waarin we naar Goede Vrijdag en Pasen toeleven, zijn we ook met stilte bezig. Omdat we in de stilte gaan nadenken. In de weken die komen gaat het over Jezus die naar Jeruzalem gaat en de mensen zijn er heel blij om. Omdat ze denken dat Hij de koning zal zijn die Israël van de Romeinen zal bevrijden. Maar dat is niet de opdracht van Jezus. Dan komt Jezus op het plein voor de tempel en ziet daar allerlei kooplui die offerdieren verkopen. Er zijn ook anderen die het gewone geld van de mensen omruilen voor tempelgeld. Het lijkt wel een soort markt, daar voor de tempel. Het is in elk geval geen plek waar je je rustig kunt zijn en rustig kunt bidden. Daarna ziet Jezus een vijgenboom. Het is de tijd van de vijgen. Maar er zit geen enkel vijgje aan de boom. Zo heeft die boom geen enkele zin. Jezus laat de boom verdorren. De leerlingen snappen niet hoe hij dat doet. Maar Jezus zegt: “Als je gelooft, kan er heel veel”. Later heeft hij een gesprek met de leiders van het volk. Die willen hem met een strikvraag te pakken nemen. Maar Jezus laat zich niet pakken. En Jezus waarschuwt de leerlingen dat het allemaal heel verdrietig en heel moeilijk zal gaan worden. Ook voor de leerlingen. Nou… Petrus denkt dat hij Jezus nooit in de steek zal laten. Maar Jezus weet wel beter. Het wórdt heel moeilijk. Zo moeilijk dat Jezus doodsbang wordt. Hij bidt met hart en ziel tot God. De leerlingen kunnen hem niet helpen. Maar God helpt hem. Ook als Jezus wordt gekruisigd en als Hij sterft. Maar Jezus blijft niet in het graf. Alsof de zon opgaat en warmte geeft, na een koude, donkere nacht, zo verandert alles voor de mensen die zoveel van hem hebben gehouden en zo’n verdriet hebben van zijn dood.
Gera Mateman februari 2014
woensdag, 5 maart Aswoensdag zoek de stilte
Aswoensdag is de eerste dag van de 40 dagen die vooraf gaan aan Pasen. Op Aswoensdag is er in de Rooms Katholieke kerken een kerkdienst. Iedere kerkganger komt tijdens die dienst naar voren . De priester maakt dan een kruisje van as op ieders voorhoofd. Het betekent dat mensen fouten maken, verkeerde dingen doen. Daar willen we over nadenken in de weken die komen. Daar denken we vooral aan op Goede Vrijdag, als Jezus wordt gekruisigd. Maar dat kruisje van as wil ook zeggen dat er een nieuw begin mag zijn. En daar gaan we ook over nadenken in de weken die komen. En dat vieren we met Pasen als Jezus opstaat uit de dood. Als je de dagen telt vanaf vandaag tot Pasen zijn dat 46 dagen. Dat het toch 40-dagentijd heeft, komt, omdat de 40-dagentijd alleen bestaat uit de dagen van maandag tot en met zaterdag. De zondagen zijn feestdagen en worden daarom niet meegeteld. Maar op de andere dagen staan we stil bij het lijden in deze wereld. Omdat je daar niet maar steeds aan kunt denken, besluiten sommige mensen om deze weken geen lekkere dingen of bijvoorbeeld vlees te eten. Dan bedenk je toch telkens even dat het bijzondere weken zijn. Ook zijn er mensen die het geld dat ze daarmee uitsparen, bewaren. Met Pasen geven ze het dan weg aan een goed doel. Of mensen sparen gewoon elke dag of elke week een beetje. Als jij dat zou willen kun je een spaardoosje maken. Om dat te gebruiken wanneer je wat wilt sparen.
as = n
z=g
-p
k=l
t=d l=n
ip = ij
-d l=n
k=d + en
v = bl -f
___ _____ __ _____ ______ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ (de ‘ij’ is 1 letter)
donderdag, 6 maart zoek de stilte
Het spaardoosje: kopieer (en vergroot) de afbeelding op stevig papier, knip uit langs de dikke lijnen, rits de gestippelde lijnen, prik of knip in de bovenklep over de stippellijn de gleuf en plak het doosje in elkaar.
vrijdag en zaterdag, 7 en 8 maart zoek de stilte
Tegenstellingen: zoek de tegenstellingen uit het rijtje woorden in het rood hieronder die passen bij de woorden 1 t/m 8. Als je het goed doet, vormen de letters op de rode streepjes samen een zin.
______ 2.veel ______ 3.rumoer _ _ _ _ _ _ 4.snel ________ 1.lawaai
_____ 6.geschreeuw_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7.druk ______ 8.hard _____ 5.onrust
weinig – stilte – vrede – rustig – kalmte – zacht – langzaam – gefluister oplossing: __ __ __ __ __ __
__ __ __ __ __
__ __ __ __
zondag, 9 maart 1e lijdenszondag Jezus gaat naar Jeruzalem
Jezus komt Jeruzalem binnen rijden. Op een ezel. En de mensen zijn zo blij en gelukkig. Opgewonden zwaaien ze met palmtakken. Ze maken een mooie loper voor Jezus van de jassen die ze aanhebben. De koning komt! Dit is de koning die Israël gaat bevrijden!!! Maar Jezus weet dat hij zo’n soort koning niet is en ook niet zal worden. Hij is de koning van de liefde en de vergeving. Van geven en delen. En niet een koning van macht en van vechten. Hij wordt er verdrietig van, dat de mensen om hem heen hem niet begrijpen. Maar de mensen zien dat niet, omdat ze hoopvol juichen en zingen: “Hosanna! Gezegend hij die komt in naam van de Heer, Gezegend het koninkrijk dat komt, het koninkrijk van onze vader David! Hosanna voor God in de hemel!” Jezus gaat naar de tempel, de mensen gaan weer naar hun huizen. Maar de kinderen in de straten zingen nog het lied van de koning die komt.
Jezus rijdt Jeruzalem binnen op een ezelsveulen
maandag, dinsdag, woensdag, 10, 11, 12 maart Jezus gaat naar Jeruzalem
Het gaat Jezus niet om winnen en de beste zijn. Hij is geen schreeuwer en hij maakt geen hoop lawaai zodat mensen hem horen en zien. Hij is een mens van de vrede, de stilte. En die zoekt hij dan ook geregeld. En dan gaat hij bidden. Een kruiswoordpuzzel over deze Koning Jezus van links naar rechts: 2. rustig 4. paardachtig dier 6. wanneer je iets viert 8. kunnen wachten 9. met je stem muziek maken 10. praten met God van boven naar beneden: 1. rust van binnen 3. mensenmassa 5. majesteit 7. zonder geluid 10. vrolijk (de ‘ij’ is één letter)
De intocht van Jezus in Jeruzalem. Op deze twee plaatjes zijn 10 verschillen te vinden. Zie jij ze?
donderdag, vrijdag, zaterdag, 13, 14, 15 maart Jezus gaat naar Jeruzalem
De kinderen willen erbij zijn. Bij de intocht van Jezus in Jeruzalem. Want iedereen is blij. Er wordt gezongen en gejuicht. Mensen zwaaien met palmtakken. Wie wil daar nou níet bij zijn! Het kindje hierboven wil er ook graag bij zijn. Maar moet eerst nog een weg vinden in de doofhof. Kun jij daar bij helpen?
zondag, 16 maart 2e lijdenszondag in de tempel
En dan komt Jezus in de tempel. Het was de bedoeling dat de mensen in de tempel tot stilte kwamen. Ze konden in de tempel een offer brengen aan God. Om Hem te bedanken voor iets. Of om Hem te eren. Ze konden er bidden, hardop of zachtjes, zonder woorden. En ze konden ook geld geven voor de dienst aan God. Dat was niet zomaar geld, maar speciaal geld, bedoeld voor de tempel. Maar in die tempel was helemaal geen stilte of rust. Het was net een markt. Er werd geld geruild voor tempelgeld en er werden allerlei dieren verkocht, die de mensen dan konden offeren. Er was veel geschreeuw en lawaai van de verkopers en de kopers.
Jezus wordt er woedend om. Hij jaagt alle dieren de tempel uit en gooit de tafeltjes met geld ondersteboven. Hij zegt: “Het huis van God moet een huis van rust en stilte zijn, waar mensen kunnen bidden!!!” Hiernaast een paardensprongpuzzel. Begin met de Z in het oranje vakje. Spring steeds twee vakjes en 1 vakje óf 1 vakje en twee vakjes naar beneden, boven, links of rechts. Er komt een woord tevoorschijn wat iets te maken heeft met stilte en rust. __ __ __ __ __ __ __ __
maandag, dinsdag, woensdag, 17, 18, 19 maart in de tempel
(projectlied van Kind op Zondag)
Een stilte die zich horen laat, heel zacht, nog ongekend; ze fluistert van wat komen gaat en wie U voor mij bent. Ik zoek de stilte, zoek een rust die ruimte maakt in mij. Ik adem op, ik ben gerust en voel U heel dichtbij.
donderdag, vrijdag en zaterdag, 20, 21, 22 maart in de tempel
Wegstreeppuzzel Streep de volgende woorden weg. Van links naar rechts of andersom, van boven naar beneden of andersom of schuin en dat kan dan ook weer van boven naar beneden, maar ook andersom: bidden eerbied God Jezus knielen koning liefde offer rust stilte tempel vragen vrede vriend
Als je het goed doet, hou je een aantal letters over. Met die letters in volgorde, van links naar rechts van boven naar beneden, vind je een zin die te maken heeft met God en bidden: __ __ __ __ __ __
__ __
__ __ __ __ __ __
__ __ __
__ __ __
zondag, 23 maart 3e lijdenszondag oppassers in een wijngaard
Jezus vertelt een verhaal van een man die een wijngaard heeft. Hij heeft er ook bewakers bij. Die moeten oppassen dat er geen dieven of wilde dieren in de wijngaard komen. Maar die bewakers willen de wijngaard zelf hebben. Als de druiven klaar zijnn om te oogsten, stuurt die eigenaar zijn knechten om de opbrengst van de oogst op te halen. Maar die oppassers geven de opbrengst niet aan de knechten mee, maar ze slaan de knechten en gooien ze uit de wijngaard. Dan stuurt de eigenaar zijn zoon. De oppassers denken: `Weet je wat? We doden de zoon. Dan is er geen opvolger meer. Als dan de eigenaar overleden is, wordt de wijngaard voor ons.” Dat is natuurlijk heel gemeen. Maar zo is het eigenlijk ook met Jezus gegaan. De wereld is van God. En omdat God van de mensen houdt stuurt God zijn Zoon Jezus om dat aan de mensen te vertellen. Maar omdat de mensen dat niet begrijpen, zullen ze Jezus doden. Daar denken we aan in deze weken, voordat het Pasen wordt. Met Pasen vieren we dan groot feest. Het feest van het Leven. Want bij het sterven houdt het Leven niet op. Maar het gaat verder. Wel anders misschien, maar niet minder echt. Daarom hebben we met Pasen ook versierde eieren. Want een ei is een teken van leven: in een bebroed ei kan een kuikentje wonen. Voordat je eieren gaat versieren om ze op te hangen, kun je ze uitblazen: neem een rauw ei. Prik er met een scherpe naald aan de top een klein gaatje in. Maak aan de stompe kant een wat groter gat. Neem een satéstokje en roer daarmee via het grotere gat door het ei, zodat de dooier en de vliezen stuk gaan. Daarna blaas je via het kleine gaat de inhoud van het ei door het grote gat naar buiten. Spoel het ei met water door.
maandag, dinsdag, woensdag, 24, 25, 26 maart oppassers in een wijngaard
Recepten met ei Roerei Een roerei is heerlijk om warm op brood of toast te eten. Je kunt je precies houden aan het recept. Maar je kunt ook naar eigen smaak dingen toevoegen. Wat heb je nodig: - een flinke klont boter - 4 eieren, geklopt - 1 tomaat, gesneden - 100 g feta (geitenkaas) - verkruimeld - zout en wat (versgemalen) peper Wat moet je doen: smelt de boter in een braadpan op zacht vuur. Doe de eieren in de pan en roer het af en toe door elkaar. Als de eieren bijna gaar zijn, doe je de stukjes tomaat en feta er bij. Strooi er peper en zout over. Bakken tot de kaas gesmolten is. In plaats van feta kun je ook een fijn gesneden uitje nemen. Dat bak je dan als eerste op een zacht vuurtje goudgeel. Daarna het ei en als laatste de tomaat. Voor het mooi kun je je toast of brood als laatste met een takje peterselie versieren. Omelet in een bakje Een voorbeeld om snel en makkelijk een ontbijtje of lunch te maken! Wat je bij de eieren doet, kun je laten afhangen van wat er in de koelkast zit. - 2 eieren, losgeklopt - 2 eetlepels geraspte kaas - 2 eetlepels blokjes gekookte ham - 1 eetlepel stukjes groene paprika - zout en peper naar smaak Vet een bakje, wat in de magnetron kan, in met boter. Doe alle ingrediënten in het bakje. Zet het, onafgedekt, 1 minuut in de magnetron op de hoogste stand. Dan goed doorroeren. Verwarm daarna nog 1 tot 1½ minuut tot de eieren helemaal gaar zijn. Eet smakelijk!!
donderdag, vrijdag, zaterdag, 27, 28, 29 maart oppassers in een wijngaard
Kuikentjes van strijkkralen Deze kuikentjes kun je met Pasen als onderzettertje gebruiken tijdens het Paasontbijt, maar je kunt ze ook aan de Paastak hangen. Zorg er voor dat je de kralen niet te lang of te heet strijkt en strijk beide kanten van je kuikentjes.
Het versieren van eieren Het versieren van eieren kun je het best door een ei in een eierdoosje te zetten. Daar staat het goed stevig. Je kunt eerst de ene helft van het ei en daarna de andere helft versieren. Als je eieren hebt geverfd met waterverf of plakkaatverf (dekkende verf) kun je je ei, als het droog is, oppoetsen met een doekje met olie. Wil je je ei beplakken, bijvoorbeeld met gekleurde steentjes, dan kun je dat het best doen met lijm uit een lijmpistool. Daar heb je misschien wat hulp van je ouders voor nodig. Ook kun je je ei beplakken met bijvoorbeeld spikkels. Neem daarvoor ‘gewone’ lijm. Hoe je je versierde ei kunt ophangen: haal een draadje door beide gaatje van het ei. Neem een stukje lucifer, bind het eind van het touwtje er om en doe het luciferstukje via het grote gat in het ei. Of neem een lintje en trek dat door de beide gaatjes in het ei en maak een strik onderaan het ei.
zondag, 30 maart 4e lijdenszondag groot denken
Ëén van de voorvaders van Jezus is koning David. Koning David was een heel belangrijke koning voor het volk Israël. Maar ook al is Jezus een achter-, achterkleinzoon van koning David, toch is Jezus nóg belangrijker dan koning David voor het volk Israël. En voor de wereld. Koning David was een vechtkoning voor het volk Israël. Toen hij jong was, was hij schaapherder Jezus is een vredekoning voor de hele wereld. Nadat Hij was geboren was een kribbe zijn wiegje. David, gekroond met een gouden kroon. Jezus, gekroond met een doornenkroon. Hieronder is een weg die David gaat en er is een weg die Jezus gaat.
Kun je de weg van David vinden en ook de weg van Jezus?
maandag, 31 maart, dinsdag, woensdag, 1 en 2 april groot denken
Een plaatjessudoku. Een plaatjessudoku van David als herder, als koning, zijn kroon en nog een ander plaatje over David. Weet je over welk verhaal van David dat plaatje gaat? Probeer de lege vakjes zo te vullen met de plaatjes dat op elke rij en in elke kolom alle vier de plaatjes komen én in elk kleiner vierkant.
En een liedje over Jezus die als een herder voor ons wil zorgen overdag en ’s nachts. De Heer is mijn Herder! Hij zorgt steeds voor mij. Hij weet hoe wij heten, zal ons niet vergeten, ook als wij gaan slapen Hij ons nabij.
donderdag, vrijdag, zaterdag, 3, 4, 5 april groot denken
Op een dag kwamen er moeders bij Jezus. Met hun kinderen. Omdat Jezus zo goed was. En zo lief. Zo geduldig en zo zorgzaam. Dat wilden die moeders ook laten merken aan hun kinderen. Maar de discipelen dachten dat Jezus alleen maar voor volwassenen was gekomen. Zij wilden die moeders met hun kinderen wegsturen. Toen werd Jezus een beetje boos. Hij zei: “Wat doen jullie? De kinderen horen er ook bij. Ik zal het jullie nog anders zeggen:
JUIST de kinderen horen erbij en denk er aan dat je hen nooit mag wegsturen!” En toen legde Hij zijn armen om hen heen en zei: “Ik houd heel veel van jullie. En je mag goed onthouden dat God ook heel heel veel van jullie houdt en dat Hij jullie nooit vergeet!
zondag, 6 april 5e lijdenszondag ik blijf bij je
“Ik blijf bij je” zegt Petrus, als hij er achter komt dat Jezus het nog zwaar te verduren krijgt. Er zijn een heleboel mensen die erg teleurgesteld zijn dat Jezus niet de koning wordt die ze zich hadden gedacht. Dat weet Jezus. En Hij waarschuwt de discipelen dan ook dat ze er rekening mee moeten houden dat er nog wel eens heel nare dingen kunnen gebeuren. Petrus bedoelt het goed als hij zegt dat hij een trouwe vriend zal zijn van Jezus. Dat hij Jezus niet in steek zal laten. Maar Jezus weet dat het veel erger zal worden dan Petrus denkt. En Jezus weet ook dat zijn vrienden, zijn discipelen, hem dan in de steek zullen laten. Ook Petrus zal hem dan in de steek laten. In deze wegstreeppuzzel vind je na het wegstrepen van de woorden hieronder datgene wat Petrus tegen Jezus zei. delen, geven, Jezus, koning, liefde, lijden, Petrus, pijn, trouw, verdriet,vriend
Vriendschap is heel belangrijk. Op een goede vriend of vriendin kun je rekenen. Daar kun je dingen aan vertellen. Die is trouw. Ben jij zo’n vriend of vriendin? Sommige vrienden lijken veel op elkaar, anderen juist helemaal niet. Hiernaast zie je vijf vrienden die erg verschillend zijn. Maar de twee plaatjes verschillen ook van elkaar. Zie je het? Er zijn tien verschillen.
maandag, dinsdag, woensdag, 7, 8, 9 april ik blijf bij je
Een vriendschapsspel… Volg de nummering hieronder.
1.fff Neem een vierkant papier of knip een vierkant uit een A4-tje 2.ff Vouw alle kanten een keer dubbel. 3. Vouw alle vier de punten naar het midden. Draai dit vierkant om. 4. Opnieuw vouw je alle vier de punten naar het midden. Draai dan je vierkant weer om. 5. Vouw de puntjes om. Draai hem om. 6. Nummer elk vakje, je krijgt dan nummer 1 t/m 8. 7. Schrijf aan de binnenkant van de vakjes iets over vriendschap 8 Doe de duim en wijsvinger van je linkerhand in de twee vakjes en die van je rechterhand ook. Nu heen en weer bewegen en tellen… Vraag een vriend een cijfer te noemen b.v. 4. Ga vier keer heen en weer en vraag welk cijfer hij wil. Vertel wat daarachter op de flap staat.
donderdag, vrijdag, zaterdag, 10,11,12 april ik blijf bij je (ij = 1 letter)
vriendschap is k=le –r +e
pe=am
__ __ __ __ __
oek=ing
__ __ __ __ __
een vriend
__ __ __ __ __ m=pt
m=d r=n
__ __ __ __ __ __
__ __ __ __
__ __
ip=e
vriendschap is
__ __ __ __ __ __
__ __ __ __ __ __
mp=ch
een vriend
__ __ __
__ __ __ __ __ __
an-ijg
vriendschap is ld=r
__ __ __ __
gev=elk
h=l
__ __ __ __ __ __
v=t
__ __ __ __ - __ __ __ __ __
een vriend tom=l
__ __ __ __
ko=j
__ __
bl=vr
__ __ __
vriendschap is
__ __ __ __ __ r=s
-d
een vriend
__ __ -v
on=uw
__ __ __ __ __
__ __ __ __ __ __
zondag, 13 april Palmzondag Jezus bidt
En dan is het zover: Jezus weet dat Hij zal gaan lijden. Hij zal bespot worden, uitgelachen, vals beschuldigd. Ze zullen hem pijn doen. En zijn vrienden zullen hem in de steek laten. Hij is doodsbang. Hij gaat met zijn vrienden naar een tuin. Om daar te bidden en om hulp te vragen aan God. Hij wil zo graag dat zijn vrienden daar bij hem zijn en hem steunen. Maar terwijl Jezus bidt, vallen zijn vrienden in slaap. Hij komt bij hen terug en vraagt of ze dan niet éventjes wakker kunnen blijven voor hem. Zijn vrienden schamen zich een beetje, maar als Jezus weer gaat bidden, vallen ze opnieuw in slaap. Dan laat Jezus ze maar. Hij wist het wel en Hij weet het nu weer zeker: alleen God kan hem helpen in het lijden wat zal komen. Met God zal Hij het kunnen doorstaan. Bidden is praten met God. Dat kan je hardop doen, aan tafel, op school of in de kerk. Bijvoorbeeld met het “Onze Vader”. Jezus heeft zijn leerlingen geleerd dat het bidden van dat gebed voldoende kan zijn voor alles wat je nodig hebt:
Je kunt ook bidden door het zingen van een gebedje, misschien voordat je gaat slapen. Maar je kan het ook zachtjes doen, in jezelf. Dan hoort niemand je, behalve God. En hem kan je alles zeggen!
maandag, dinsdag, woensdag, 14,15,16 april Jezus bidt
Je hoeft nooit bang te zijn om God iets te vertellen. Want Hij begrijpt je. Beter nog misschien dan je jezelf begrijpt, begrijpt Hij jou! Naast de invulpuzzel een aantal eigenschappen van God die je kunt invullen in de puzzel hieronder. Op de gele vakjes overlappen het eind en het begin van een woord elkaar. geduldig genadig gever geweldig groot liefdevol rechtvaardig ruimhartig teder trouw volmaakt waar
Eieren versieren: Verf een ei en beplak het ei daarna met lovertjes of glittertjes. Je kunt ook een ei insmeren met lijm en daarna door de glitter rollen:
Het ei hiernaast is beplakt met uitgeknipte plaatjes. Je kunt ook plaatjes van servetten gebruiken. Daarna af’lakken’ met rauw eiwit (blijft doorzichtig en glanst). En rechts een ei waarop een gezichtje is getekend met haartjes van wol er op geplakt.
donderdag, vrijdag, zaterdag, 17,18,19 april Jezus bidt
Vandaag recepten om wat lekkers voor Pasen te maken, want dan is het feest!! Chocoladebakjes om te vullen: wat heb je nodig: - 4 ballonnen en bakpapier -f115 gram pure chocolade -fslagroom en suiker - (vers) fruit Blaas de ballonnetjes een stukje op. Leg bakpapier op een bakplaat. Smelt de helft van de chocolade zachtjes in de magnetron of au bainmarie. Dat is een pannetje met de chocolade in een pan met kokend water zetten totdat de chocolade is gesmolten. Als de chocolade gesmolten is, de andere helft van de chocolade toevoegen. Doorroeren tot alle chocolade is gesmolten. Schep daarna met een theelepel vier schepjes chocolade op het bakpapier een stukje van elkaar. Doop de vier opgeblazen ballonnetjes in de gesmolten chocolade en zet de op de vier stipjes. De chocoladeballonnetjes ongeveer 30 minuten in de koelkast. zetten. Daarna de ballonnetjes met een schaar stukknippen zodat ze rustig leeglopen. De bakjes even buiten de koelkast laten staan. Haal de ballonnetjes voorzichtig los van de chocolade. Zet de bakjes daarna terug in de koelkast totdat je ze gaat vullen. Klop de slagroom met wat suiker en vul de chocoladebakjes met de slagroom en vers fruit. Eet smakelijk! Een lekker en makkelijk te maken fruitdrankje: wat heb je nodig: - 1 banaan; -f150 ml sinaasappelsap; - halve perzik wat moet je doen - schil de banaan en snijd deze in stukken -lsnijd ook de perzik in stukjes - doe de banaan en de perzik in een mengbeker of blender en voeg de sinaasappelsap toe - meng alles goed door elkaar tot het fruit fijn is - in een glas, rietje er in, klaar!
zondag, 20 april Pasen!!!
we mogen verder gaan!
Op Goede Vrijdag denken we aan het lijden van Jezus. De pijn die Hij heeft gehad. Zijn eenzaamheid omdat iedereen hem in de steek liet… behalve God. Daardoor kon Hij het dragen en vergeving vragen voor wie hem dit aandeden. En dan wordt het PASEN!! Het kruis en de zon: na het lijden is er een nieuw begin!! En nu: 10 verschillen in deze zonnige plaatjes:
Oplossingen: 5 maart 7 en 8 maart 10, 11, 12 maart:
20, 21, 22 maart 31 maart, 1, 2 april 6 april 10, 11, 12 april 20 april:
van geven en delen worden jij en anderen blij stilte geeft rust van links naar rechts: 2.kalm 4.ezel 6.feest 8.geduldig 9.zingen 10.bidden van boven naar beneden: 1.vrede 3.menigte 5.koning 7.stilte 10.blij 10 Verschillen: de staart van de ezel, de voet van Jezus, het leidstel, de arm van de man links, de palmtak in het midden, het haar en de voeten van de vrouw midden voor, de jas van de voorste vrouw rechts, de snor en het haar van de man rechts bidden is praten met God David en de reus Goliath ik blijf bij je - meisje boven: haar, shirt; jongen boven: hals v.d. trui; meisje onder: strik, hals van shirt; jongen midden voor: kleur mouw; jongen rechts voor: kleur trui, kleur jas, petje, haar samen leuke dingen doen; helpt je; tranen lachen; kan zwijgen; naar elkaar luisteren; laat je vrij; samen spelen; is trouw de zon; de linker bloem: het hart, het blad; de middelste bloem: het hart; de 4 e bloem: het hart; de rechtse bloem: de rand en een blad; onderste rij: het 5e blad, het 7e blad, het rechtse blad.