Woensdag 28 oktober 2009 x Beursschouwburg x Brussel x Een organisatie van Muziekcentrum Vlaanderen i.s.m. het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media van de Vlaamse Gemeenschap x www.muziekdigitaal.be
Verslag Studiedag Muziek Digitaal 28 OKTOBER 2009 x BEURSSCHOUWBURG, BRUSSEL x VERSLAG
Inhoudstafel Inleiding ................................................................................................................................................................................ 7 Hoe beïnvloedt de opkomst van digitale technologie de (re)productie, distributie en consumptie van muziek? ............................................................................................................................................... 8 Inkomstenmodellen in het digitale tijdperk ........................................................................................................ 11 Op zoek naar fans? Over online promotie, marketing en netwerking rond muziek .......................... 23 Music overload?! Hoe reageert de eindgebruiker op al die nieuwe toepassingen? ............................ 28 Redden computergames de muziekindustrie? ................................................................................................... 32 Muziek & het mobile web: uitdagingen en opportuniteiten ......................................................................... 37 Slottoespraak .................................................................................................................................................................... 40 Startup Corner ................................................................................................................................................................. 40 Colofon ................................................................................................................................................................................ 50
Inleiding Op 28 oktober 2009 organiseerde Muziekcentrum Vlaanderen met de steun van het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media de studiedag Muziek Digitaal. In de Brusselse Beursschouwburg kwamen 150 deelnemers samen om te reflecteren over de invloed van digitale technologie op de (re)productie, distributie en consumptie van muziek. Het internet en digitale technologie plaatsen de muzieksector immers voor een breed gamma aan uitdagingen en opportuniteiten, onder andere op het vlak van inkomstenmodellen, ontsluitingsmogelijkheden en auteursrechtelijke kwesties. De studiedag begon met een keynote speech van de Brit Andrew Dubber, auteur, docent en expert digitale muziekcultuur. Daarna volgden sessies rond inkomstenmodellen in het digitale tijdperk; online promotie, marketing en netwerking rond muziek; auteursrecht in een digitale samenleving; noden en verwachtingen van eindgebruikers; nieuwe vormen van ontsluiting van muziek via computergames en uitdagingen en opportuniteiten rond muziek & mobiel internet. Per sessie werden telkens drie vooraanstaande sprekers uit Vlaanderen en Nederland uitgenodigd. De studiedag richtte zich op een publiek van professionals uit de Vlaamse en Nederlandse muzieksector (muzikanten, organisatoren, managers, promotoren...) alsook beleidswerkers van de Vlaamse overheid (cultuur, media, innovatie...). Met deze studiedag wil Muziekcentrum Vlaanderen de vinger aan de pols houden, inspirerende praktijkvoorbeelden aanreiken, actuele tendensen in kaart brengen en het debat stimuleren rond deze thema’s. We wensen U alvast veel leesgenot met dit verslag! Het Muziekcentrum Vlaanderen‐team
8
Hoe beïnvloedt de opkomst van digitale technologie de (re)productie, distributie en consumptie van muziek? KEYNOTE ANDREW DUBBER x VERSLAG: DIRK STEENHAUT “Digital technology changes everything about what popular music does and how we experience it. In essence, my presentation will be about introducing the concept of just how radical the change is.” – Andrew Dubber De opkomst van de digitale technologie heeft de muziekindustrie, zoals we die de jongste decennia hebben gekend, totaal op zijn kop gezet. In zijn openingstoespraak ging de Britse hoogleraar Andrew Dubber, blogger en auteur van het boek ‘The Twenty Things You Must Know About Music Online’ uitvoerig in op de ingrijpende manier waarop het onlinegebeuren de productie, exploitatie, distributie en consumptie van muziek heeft veranderd. De kern van zijn betoog was dat je eerst de eigenheid van een nieuw medium moet leren begrijpen en onderkennen, voor je de mogelijkheden ervan ten volle kunt benutten. We staan op de drempel van een nieuw tijdperk, zegt Dubber, en dat gaat gepaard met nieuwe wetmatigheden, zeker in de muziekindustrie. In het zog van ‘the digital age’ tekenen zich nieuwe fenomenen af, die we nog niet helemaal begrijpen omdat we ons in een overgangsfase bevinden en er dus nog geen afstand van kunnen nemen. Dat standpunt illustreert hij aan de hand van een parabel over een theatermaker die zich plots geconfronteerd ziet met de opkomst van een revolutionair nieuw medium: televisie. Eerst ziet hij er vooral mogelijkheden in om met zijn stukken een ruimer publiek te bereiken, maar al gauw beseft hij dat hij daarvoor compromissen zal moeten sluiten die de eigenheid van zijn
“Stop making music, start making internet”
expressievorm aantasten. Bovendien blijken nu minder mensen een kaartje te kopen voor zijn voorstellingen, omdat tv‐kijken (relatief) gratis is. Zijn conclusie: televisie vernietigt de theatercultuur. Een vergissing, aldus Dubber, omdat hij aan een nieuw medium een oud verwachtingspatroon vastknoopt. Theater wérkt niet op het televisiescherm, dus moet de
9
regisseur leren hoe je televisie maakt. En zodra hij die stap heeft gezet kan hij het medium gebruiken om zijn verhaal nog trefzekerder én aan meer toeschouwers te vertellen. De analogie met de muzikant van de 21ste eeuw ligt voor de hand: “stop making music, start making internet”, stelt Dubber. We zien nieuwe media nog te vaak in de context van wat voorafging, terwijl we ze op hun eigen merites moeten beoordelen. Dat we daar soms moeite mee hebben is te wijten aan de snelheid waarmee communicatiemiddelen zich dezer dagen ontwikkelen. Er waren tienduizenden jaren nodig om de orale traditie te doen overgaan in een geschreven traditie. Vijfhonderd jaar na de boekdrukkunst brak het elektrische tijdperk aan, een evolutie die aan de oorsprong ligt van massamedia als telefonie, telegrafie, radio en televisie. Dat tijdperk is inmiddels alweer verdrongen door het digitale, en dat heeft een fundamentele invloed op hoe we ons gedragen als mensen. Doordat we ons moeten aanpassen aan een nieuwe technologische omgeving, reageert ons brein ook op een andere manier op de prikkels die het krijgt. De overgang van een analoge muziekopname naar een mp3‐bestand is volgens Andrew Dubber net zo ingrijpend als die van een gedrukte partituur naar opgenomen muziek. In die context heeft de platenindustrie zijn relevantie verloren. Vandaag staat immers het internet centraal in de manier waarop mensen muziek componeren, distribueren, promoten en consumeren. Oude gewoonten, vaardigheden en businessregels dienen daarom vervangen te worden door nieuwe. Wie niet ten onder wil gaan, kan maar beter vooruitkijken. Want, besluit Dubber, “digital is different.” Reacties van het publiek Op welke manier zullen de digitale ontwikkelingen op termijn het gedrag van de muziekconsument beïnvloeden? Dubber: “Naar mijn gevoel zal die in de toekomst op een actievere manier met (andermans) muziek omspringen. Fenomenen als de remix en de mash‐up zijn daar, in de huidige transitieperiode, al uitingen van. Naarmate de technologische omgeving verandert, zullen meer vernieuwende niches ontstaan. Dat merk je aan de manier waarop zestienjarigen vandaag met muziek omspringen. Ze luisteren ánders en hebben andere verwachtingen dan dertigers en veertigers. Het zijn dan ook veeleer media‐ dan muziekconsumenten.” Welke rol is er weggelegd voor het auteursrecht in die nieuwe technologische omgeving? Dubber: “Copyright is belangrijk, maar het werd bedacht op maat van media die inmiddels tot een ander tijdperk behoren. Je kunt die oude regels niet zomaar toepassen op een nieuwe digitale omgeving. We zullen het principe van het auteursrecht dus moeten aanpassen en herdefiniëren. Daartoe dienen we ons af te vragen: waarvoor dient het precies? Hoe ver moet het reiken? Wie moet het ten goede komen? En hoe staat de consument er zelf tegenover? Ik wil er graag op wijzen dat copyrightwetten kunstenaars nooit hebben beschermd tegen uitbuiting. Doorgaans kwamen ze vooral de machtigsten uit de sector ten goede. Mocht het auteursrecht niet hebben bestaan, dan zouden de auteurs zelf in het verleden gegarandeerd meer geld hebben verdiend. Copyright gaat overigens vooral over de toelating een werk te gebruiken, niet over het maken van een kopie.” Hoe moet FMradio reageren op de jongste technologische ontwikkelingen? Dubber: “Het radiolandschap verschilt van land tot land, het is dus moeilijk er algemeen geldende uitspraken over te doen. Ik weet niet wat er met FM‐radio zal gebeuren, maar zeker is dat veel zenders het in de toekomst moeilijker gaan krijgen om een luisterpubliek op te bouwen. Toen FM de middengolf verdrong, gebeurde dat omdat het de enige plek was waar nieuwe, opwindende muziek werd gedraaid. Die functie wordt nu meer en meer overgenomen door internetradio. Maar je mag er redelijkerwijs van uitgaan dat mensen die iets maken waar anderen graag naar luisteren, altijd succes zullen hebben.”
10
Inkomstenmodellen in het digitale tijdperk SESSIE 1.1 x VERSLAG: GEERT ZAGERS Koop eens een band! Op het Nederlandse sellaband.com kunnen bezoekers songs van beginnende bands beluisteren en, als ze dat willen, 10 dollar (6,7 euro) sponsoren. Van zodra een band 50.000 dollar heeft vergaard, kan hij met de hulp van Sellaband een plaat opnemen. Micropatronage is maar één van de ontelbare voorbeelden van nieuwe business models die onder impact van de digitale technologie als paddenstoelen uit de grond lijken te schieten. Digitale technologie lijkt bovendien steeds meer de traditionele tussenschakels in creatie, productie, distributie en exploitatie van muziek weg te nemen. Het Amerikaanse Tunecore.com bijvoorbeeld zet platenfirma’s buitenspel door artiesten de kans te bieden hun muziek rechtstreeks op online muziekwinkels als iTunes, Amazon, Napster en Rhapsody te plaatsen (in ruil voor een instapkost en een fee per nummer weliswaar). Ook om tegen de stroom van illegale downloads en peer‐to‐peer netwerken op te tornen wordt volop geëxperimenteerd met nieuwe inkomstenmodellen. Jamendo.com laat bezoekers kiezen hoeveel ze willen betalen voor een nummer; op Amiestreet.com stijgt de prijs van songs naargelang de vraag; op Lala.com kunnen gebruikers hun hele muziekcollectie gratis online plaatsen en via het web beluisteren. Voor nieuwe muziek die ze nog niet in hun bezit hebben, verkoopt Lala.com in plaats van een download een “virtuele kopie” – alleen, maar wel overal, beluisterbaar op het web. Maar lonen al die nieuwe inkomstenmodellen wel echt? Een Britse studie toonde in 2008 aan dat meer dan tien miljoen songs op het internet nog geen enkele fan gevonden hebben die bereid is ervoor te betalen. Steeds vaker duikt ook de kritiek op dat zogenaamde long tail‐verkoop een te geïdealiseerd inkomstenmodel is en dat online verkoopsucces nog altijd voorbehouden is aan een kleine schare grote kleppers. Is er dan niets nieuws onder de zon? Hoe vertaalt dit alles zich naar de lokale muziekscene? En... valt er eigenlijk überhaupt nog wel iets te verdienen met muziek? Business model issues voor de audiovisuele sector Een blik op de statistieken maakt duidelijk dat de muziekindustrie het niet zal redden met platenverkoop alleen, zegt Olivier Braet, senior onderzoeker en projectleider aan IBBT‐SMIT, het Instituut voor Breedbandtechnologie – Studie over Media Informatie en Telecommunicatie van de Vrije Universiteit Brussel. De fysieke platenverkoop gaat omlaag, en hoewel de digitale
“Een blik op de statistieken maakt duidelijk dat de muziekindustrie het niet zal redden met platenverkoop alleen”
verkoop omhoog gaat, zal die nooit de verliezen kunnen compenseren. Het illegale circuit tiert ondertussen weelderig: 66,3 procent van de 15‐ tot 19‐jarigen koopt nooit platen of cd's. Radioheads In Rainbows, hoewel gratis en legaal te downloaden op hun site, werd 400.000 keer illegaal gedownload via torrents (een systeem om op een decentrale manier computerbestanden uit te wisselen) . Illegaal downloaden is voor velen een reflex geworden.
11
12
Via zogenaamde Digital Rights Management (DRM) probeert de industrie die evolutie tegen te gaan. De contentindustrie introduceert landcodes om hun nationale markt af te schermen; softwarebedrijven coderen muziekbestanden om illegale verspreiding tegen te gaan; de telecomindustrie onderzoekt trafiek om illegale verspreiding tegen te gaan. Alleen: die DRM is steevast te omzeilen voor wie écht wil. Proxy's laten de kijker toe de landcode te omzeilen, de hackergemeenschap maakt er een sport van elke codering te kraken. Maar er is ook een nieuw model mogelijk in het digitale tijdperk, zegt Braet. “Hét dominante model op het web is het Google‐model: je geeft je content weg en probeert via advertentie‐inkomsten op die content winst te maken. Op die manier wordt muziek een promotietool om iets anders te verkopen in de marge – advertenties, liveconcerten, merchandising. Alleen: dan moet je wel bereid zijn je analoge euro's op te offeren voor digitale centiemen.” Er zijn dus drie mogelijke antwoorden op het veranderende businessmodel. Eén: het directe model ‐ mensen laten betalen per song die ze downloaden, zoals iTunes of AmazonMP3, of via abonnementen. Twee: inkomsten uit advertenties – gratis je muziek weggeven en geld halen uit de advertenties of via merchandising en productplacement. Drie: geld verdienen op de rechten van de muziek. Vraag is hoe je die businessmodellen best kan implementeren. Volgens Braet hangt het af van twee factoren: wil de luisteraar de muziek één keer horen of meerdere keren? En daarnaast: hoeveel technologisch inzicht heeft de luisteraar? Gaat hij op zoek naar torrents (waarmee je computerbestanden op een decentrale manier kan uitwisselen) en open proxy's (waarmee je de identiteit van je computer kan manipuleren) om aan de content te geraken? Binnen dat model werkt DRM best bij muziek voor – cru gesteld: technologisch domme – mensen die de DRM niet zullen omzeilen én die meermaals geluisterd wordt – voor vluchtigere muziek doen mensen toch niet de moeite om het illegaal te downloaden. In andere gevallen is een andere aanpak – bijvoorbeeld een indirect businessmodel – wellicht beter op zijn plaats. Conclusie: een gediversifieerd businessmodel is de enige manier om de uitdagingen van het digitale tijdperk aan te pakken. Olivier Braet is senior onderzoeker en projectleider aan IBBTSMIT (Instituut voor Breedbandtechnologie – Studie over Media, Informatie en Telecommunicatie), een onderzoeksinstituut van de Vrije Universiteit Brussel. Hij focust op de bedrijfskundige en economische dimensies van nieuwe informatie en communicatietechnologieën, en is in die hoedanigheid betrokken bij verscheidene internationale en nationale onderzoeksprojecten. Muziek verkopen in het digitale tijdperk: van business to consumer naar business to business Ook Benny Lanoizelé, directeur Business & Digital Development bij Universal Music Belgium, ziet dat de muziekindustrie in een overgangsfase zit. “We schuiven weg van een productdriven industrie naar iets nieuw, alleen is nog niet duidelijk wat dat precies moet zijn.” Er zijn veel initiatieven om op een nieuwe manier geld te verdienen voor artiesten, alleen zijn de meeste nieuwe initiatieven moeilijk te vatten en nog moeilijker te monetariseren. “Wie wil nog betalen voor muziek: dat is de grote vraag”, zegt Lanoizelé. En volgens Universal zijn dat grote bedrijven als Coca Cola, Jupiler of de telecomindustrie. Zij willen toegang tot de jeugd en de muziekindustrie kan hen die verschaffen. En op hun beurt kan de muziekindustrie de jeugd bereiken zoals de jongeren dat willen: nú en gemakkelijk. Wat houden die samenwerkingen met grote bedrijven dan precies in? “We hebben bijvoorbeeld een partnership met
“Wie wil nog betalen voor muziek: dat is de grote vraag”
Samsung, waarbij je bij aankoop van een nieuwe gsm de cd van de Pussycat Dolls er gratis bij krijgt. Samsung betaalt de plaat, en in ruil kunnen ze zich differentiëren in een gigantisch aanbod aan gsm's. Andere voorbeelden zijn dan weer usb‐sticks die je
13
als muziekcollectie bij de aankoop van high‐end geluidsinstallaties aanbiedt, premiums bij Coca Cola om gratis een track te downloaden op basis van een code op het flesje of samenwerkingen met Quick, waarbij je bij aankoop van een Giant Menu één uur onbeperkt kan downloaden.” Belangrijk daarbij is dat je een cultuur van muziek rond het product creëert, zegt Lanoizelé. Je moet een omgeving van muziek errond bouwen – waarbij je bijvoorbeeld ook exclusieve foto's van Pussycat Dolls uploadt op die gsm van Samsung. Of bijvoorbeeld met recommendation technology mensen nieuwe dingen laten ontdekken: op basis van je gebruik van de nummers op je gsm kan die technologie je smaak samenstellen, en zo suggesties doen en nummers naar jouw smaak importeren op je gsm. Kortom, er is een nieuwe waaier aan business to business‐mogelijkheden voor de muziekindustrie, waarbij de platenmaatschappij zich steeds sterker engageert binnen de partnerships. Is dit dan dé respons op de nieuwe uitdagingen van de muziekindustrie? “Neen”, geeft hij toe. “Dit is een oplossing voor de uitdagingen op dit moment. Een manier om te monetariseren wat we nu hebben.” Benny Lanoizelé is directeur Business & Digital Development bij Universal Music Belgium. Ownership versus streaming Dave Haynes, UK manager van de website Soundcloud, gooit het over een andere boeg en zoekt zijn heil in de zogenaamde cloud – de wolk van digitale content op het web zonder fysieke downloads. Vergeet de mp3, lang leve de cloud! “Eerst waren cassettes het nieuwe ding”, zegt Haynes. “Daarna had iedereen het over cd's en vervolgens alweer over mp3's. En nu is er dus de link.” Mocht u het nog niet door hebben: de link is de nieuwe mp3. Je moet geen bestanden meer downloaden en in mappen ordenen: je kan alles gewoon streamen via websites als Spotify of Last.fm. En dat zou wel eens een grote stap kunnen blijken. “De hele context van het internet komt er bij. Op enkele uren tijd kan je muziek bijvoorbeeld 100.000 mensen bereiken via pakweg Facebook.” De cloud is voor Haynes dé nieuwe manier om de luisteraar te bereiken. “Het belang ervan neemt alleen maar toe op het web. G‐mail is een cloud‐based system voor email. Flickr is een cloud voor foto's – ik kan ze delen en mijn moeder een link sturen naar mijn stream. Word en Excel zijn stilaan passé: je kan even goed Google Spreadsheets en Google Docs gebruiken – niet toevallig in de cloud.” En dat kan perfect ook voor muziek zo worden. “Wat als je één plaats zou hebben als artiest of
“Mocht u het nog niet door hebben: de link is de nieuwe mp3.”
label waar je muziek staat? Je hebt geen fysieke kopieën meer nodig om te verspreiden onder distributeurs of labels. Eens je plaat gereleased is kan je dezelfde files gebruiken om te linken op Facebook en Twitter, en de luisteraar er zelf content rond laten maken – en zo reclame verspreiden voor je plaat of je optredens. Als je één unieke, relevante link hebt met muziek in superieure kwaliteit, is dat interessanter voor de gebruiker dan illegale downloads. Misschien is dat wel de nieuwe manier om met muziek om te gaan.” Maar willen mensen dan hun muziek niet bezitten, zoals Steve Jobs in 2007 zei? Neen, beweert Haynes. Het is soms handiger om je muziek te bezitten, maar het is minder en minder nodig. Dankzij de cloud en diensten als Pandora en Spotify kan je luisteren waar je wil en wanneer je wil. Een dienst als Spotify laat zelfs toe dat je bestanden tijdelijk in je cachegeheugen opslaat, waardoor je ook offline nog kan luisteren. “Ik wil mijn muziek zelfs niet meer bezitten”, zegt Haynes. “Mijn cd's staan in dozen op zolder.” Vraag is of daar dan nog een businessmodel in te vinden is. Volgens Haynes is er nog op drie manieren geld te genereren in de muziekindustrie. Vooreerst creëert muziek aandacht, in een wereld van digitale overvloed een schaars goed én de manier voor labels om adverteerders aan te spreken. Daarnaast is
14
ook het gebruiksgemak een belangrijke factor. iTunes is succesvol omdat het veilig en makkelijk is en slaagt er dus in muziek te monetariseren. En tot slot zijn mensen ook nog bereid te betalen voor een ervaring – gaande van een live‐ervaring tot de fysieke ervaring van pakweg vinyl. “Misschien dat de cloud op die manier nieuwe businessmodellen kan genereren.” Dave Haynes is UK manager van Soundcloud. Daarvoor had hij zijn eigen label en muziekwinkel en werkte hij in de digitale muziekdistributie. Hij is de oprichter van Open Music Media, een Britse groep die maandelijks bijeenkomt om te discussiëren rond digitale muziek en media.
15
16
En als alles nu eens gratis was? Over auteursrecht in een digitale samenleving SESSIE 1.2 x VERSLAG: DIRK STEENHAUT Dankzij de digitale technologie van vandaag is het kopiëren, verspreiden en hergebruiken van muziek makkelijker dan ooit. Dat zorgt voor een toenemende spanning tussen rechthebbenden, de beheersvennootschappen die de rechten innen en de gebruikers. Is het internet een bedreiging of een kans? Moet het inkomen van auteurs beter gegarandeerd worden aan de hand van bestaande instrumenten en netwerken van beheersvennootschappen of moeten integendeel nieuwe exploitatiemodellen worden ontwikkeld? Adieu auteursrecht! De huidige culturele markt wordt beheerst door enkele culturele conglomeraten, zegt Joost Smiers, die politicologie van de kunsten doceert aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en co‐auteur is van het boek ‘Adieu auteursrecht’. In het digitale tijdperk is, met bedrijven als Apple en Google, de concentratievorming zelfs nog nadrukkelijker dan in het analoge. Het auteursrecht biedt aan hen die vooral bestsellers of blockbusters maken een investeringsbescherming. Vanuit het oogpunt van het mededingingsrecht, dat iedereen de vrije toegang tot de markt moet garanderen, vindt Smiers die marktdominantie onaanvaardbaar: ze zorgt voor verwrongen
“Kan iemand die iets kleins toevoegt aan een traditie eigenlijk wel aanspraak maken op intellectueel eigendomsrecht?”
machtsverhoudingen. Wanneer grote investeerders een bescherming krijgen voor hun investering, heeft dat fatale gevolgen voor de culturele diversiteit. De conglomeraten maken namelijk misbruik van hun marktpositie, door de consument met veel marketinggeweld de indruk te geven dat zij de interessantste producten in de aanbieding hebben en daardoor worden de andere spelers weggedrukt. In zo’n klimaat krijgt een nieuwe Disney per definitie veel meer aandacht dan de zeshonderd films die bijvoorbeeld in Europa worden gemaakt en dat vindt Smiers, als democraat, in geen geval te tolereren. Honoreert het auteursrecht de originaliteit van iemands creatie? Joost Smiers relativeert dat. Want vaak wordt slechts voortgebouwd op het werk van anderen. Kan iemand die iets kleins toevoegt aan een traditie eigenlijk wel aanspraak maken op intellectueel eigendomsrecht en zo anderen uitsluiten van het gebruik van zijn werk? Smiers beschouwt het copyright als een vorm van censuur. Het feit dat je het werk van een ander niet mag veranderen vindt hij ondemocratisch en in strijd met de mensenrechten. Wanneer de eigenaar als enige mag bepalen hoe zijn werk gebruikt mag worden, dreig je de cultuur te bevriezen. “Het is mijn democratisch recht, bijvoorbeeld om ideologische redenen, een werk te veranderen en zo een andere werkelijkheid te tonen”, stelt de professor. “We zitten momenteel met een democratisch deficit, waar we dringend van af moeten, maar het auteursrecht staat ons daarbij in de weg. Dus moeten we ingrijpen door 1) dat instrument af te schaffen en 2) marktdominante culturele conglomeraten in kleinere stukken te hakken.”
17
Wat is het voordeel van die demarche? Om te beginnen verkleint het de mogelijkheid van de marktleiders om nog verder te investeren in blockbusters en in een sterrensysteem. Want ook al beweert de entertainmentindustrie enkel te maken wat het grote publiek wil, toch spendeert het doorgaans gigantische marketingbudgetten om toeschouwers naar hun producties te lokken. Maar indien de cultuurconsument niet meer in een bepaalde richting wordt gedwongen, krijgt hij een grotere culturele diversiteit voorgeschoteld. Een veranderende markt waar geen dominante spelers meer actief zijn, zal vanzelf een positieve weerslag hebben op het inkomen van heel wat kunstenaars want die krijgen het op een ‘level playing field’ nu makkelijker om een publiek te vinden en hun werk op een redelijke manier te laten renderen. Bovendien, zegt Smiers, zijn we dan meteen verlost van de privatisering van ons publieke domein van kennis en creativiteit. Zo ontstaat een markt waar kunstenaar en publiek dichter bij elkaar staan. De consument die zich nauwer betrokken voelt bij een artiest zal ook makkelijker bereid worden gevonden voor diens werk te betalen. In de nabije toekomst wil Joost Smiers nu gaan onderzoeken hoe die nieuwe markt precies zal functioneren. “We moeten af van de neo‐liberale idee dat we de markt niet mogen regelen”, zegt hij. “Dat mogen we wél. En dan liefst ten gunste van het publieke domein.” Joost Smiers is professor (em.) in de politicologie van de kunsten en research fellow in de Onderzoeksgroep Kunst & Economie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Zijn “Arts under Pressure. Promoting Cultural Diversity in the Age of Globalization” is in tien talen vertaald. Samen met Nina Obuljen redigeerde hij Unesco’s Convention on the Protection and Promotion of the Diversity of Cultural Expressions. Making It Work. Auteursrecht in een digitale samenleving: is het nog nodig? Advocate en VUB‐docente Fabienne Brison, momenteel voorzitter van de Belgische Vereniging voor het Auteursrecht, is het niet met de analyse van Joost Smiers eens en pleit voor een genuanceerdere benadering. Daarbij hanteert ze volgende uitgangspunten: ‐
Het auteursrecht is in Europa aan het einde van de achttiende eeuw ontstaan als antwoord op een economische behoefte. Toen er nog nauwelijks sprake was van mecenaat, zocht men naar een manier om kunstenaars voor hun werk te vergoeden.
‐
Het verleent de auteur niet alleen vermogensrechten (een financiële vergoeding), maar ook morele rechten (een bescherming van de naam en artistieke reputatie van de auteur). De vermogensrechten hebben vooral tot doel de creativiteit aan te moedigen, door de kunstenaar een ‘return on investment’ te geven. Fabienne Brison merkt op dat het in onze maatschappij volkomen normaal is dat culturele conglomeraten geld investeren om geld te kunnen terugverdienen.
‐
Het auteursrecht dient het algemeen belang. We willen immers dat de artiest ons het beste van zichzelf kan geven en dat het publiek kan genieten van een groot cultureel aanbod.
Toch is het auteursrecht niet onaantastbaar, vindt ze. Het is altijd een compromis tussen de rechten van de auteur en die van het publiek. Het honoreert de creaties van een kunstenaar, maar is wél beperkt in de tijd en dus eindig: op een bepaald moment wordt een werk publiek domein. Bovendien voorziet de wet uitzonderingen op het auteursrecht, bijvoorbeeld ten behoeve van het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de vrijheid van meningsuiting. Maar iedereen weet dat het in een online‐omgeving praktisch gezien steeds moeilijker wordt misbruiken tegen te gaan en de gebruiker het auteursrecht te doen respecteren. Fabienne Brison erkent dat het copyright nog steeds voor verbetering vatbaar is, en dat er constant nieuwe evenwichten moeten worden gezocht, maar ze waarschuwt tegen denkpistes als deze van Joost Smiers die het kind met het badwater dreigen weg te gooien. Daarom pleit ze voor een op internationaal niveau nog meer geharmoniseerd, maar ook
18
vereenvoudigd, en in zijn praktische werking transparanter auteursrecht. Fabienne Brison citeert uit een studie van Arthena over het economisch belang van het auteursrecht in België in 2008 om haar argumentatie kracht bij te zetten. In dat jaar bedroeg de omzet van de hoofdindustrieën van en rond het auteursrecht in ons land meer 32 miljoen euro, vertegenwoordigde het meer dan 3 procent van het Bruto Binnenlands Product en zorgde het voor de tewerkstelling van meer dan 92.000 voltijdse werknemers. Met andere woorden: het gaat om een belangrijke industrie die de belangen van enkele individuen ver te boven gaat. Daarentegen zijn de cijfers over het economisch belang van het “digitaal” gebruik van auteursrechtelijk beschermd repertoire teleurstellend, waarvoor Brison bijvoorbeeld verwijst naar het laatste jaarverslag van Sabam (zo werd ‘slechts’ 13,2 miljoen euro aan fonografische reproductierechten geïnd en leverde de thuiskopievergoeding slechts 3.692.037 euro op) . Fabienne Brison formuleert tenslotte haar antwoord op Joost Smiers: “Laat ons het debat omtrent nodige of wenselijke aanpassingen van het auteursrecht niet uit de weg gaan (zo bijv. inzake het artistiek citaatrecht), de sector moet dringend zijn verantwoordelijkheid opnemen en de beheersvennootschappen bijv. dringend afdoende en constructieve oplossingen aandragen, en laat mogelijke misbruiken van machtsposities door zgn. cultuurconglomeraten systematischer aanpakken, minstens aftoetsen, op basis van het mededingingsrecht. Maar, in afwachting van een werkbaarder instrument, doen we er goed aan het bestaan van het auteursrecht niet op de helling te zetten.” Fabienne Brison, advocaat partner bij Howrey LLP, doceert intellectuele rechten, juridische aspecten van de massamedia en recht van nieuwe technologie aan de Vrije Universiteit Brussel, alsook naburige rechten in de Master na Master Intellectuele Rechten aan de Katholieke Universiteit Brussel. Ze is auteur van diverse artikelen en auteur/coauteur/editor van boeken over intellectuele rechten en wordt regelmatig gevraagd als spreker op nationale en internationale fora. Fabienne Brison is momenteel voorzitter van de Belgische Vereniging voor het Auteursrecht en
vicevoorzitter van de adviserende Raad voor de Intellectuele Eigendom, afdeling auteursrecht. Het auteursrecht: ten voordele van muziek Ook jurist Luc Gulinck, tevens voorzitter van Uradex en bestuurslid van GALM, doet het discours van Joost Smiers af als demagogisch. Hij beroept zich hierbij op het Artikel 27 uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: ieder individu heeft het recht deel te nemen aan het culturele leven en ieder individu heeft het recht de vruchten te plukken van zijn eigen werk. De essentie van het auteursrecht berust op eigendom, iets waar volgens Gulinck over gediscussieerd kan worden, maar dat wel aan de basis ligt van het westerse rechtssysteem. Sinds het ontstaan van de boekdrukkunst kwam daar ook het intellectuele eigendom bij, al gaat dat minder ver en is het aan beperkingen onderhevig. De wetgever heeft dus al een afweging gemaakt tussen de belangen van het publiek en het recht op bescherming van de auteur. Alleen wordt in het licht van de jongste digitale evoluties voortdurend afgedongen op die ‘gewogen entente’. De auteur wordt meer en meer misprezen door de buitenwacht, terwijl de consument zijn honger naar entertainment ongelimiteerd mag stillen. Dat acht Gulinck onaanvaardbaar: immateriële (of morele) rijkdom kan slechts genationaliseerd worden op voorwaarde dat dit ook met alle materiële rijkdom gebeurt, stelt hij in een reactie op de analyse van Smiers. “Schaf je het auteursrecht af, dan reduceer je een hele sector tot puur amateurisme.” Smiers’ kritiek op de conglomeraten, volgt Gulinck evenmin: “bewegingen zoals punk en dance zijn alleszins niet door hen gedirigeerd.” Voorts citeert hij Björn Ulvaeus van ABBA, die stelt dat het auteursrecht hem in staat stelt van de tien songs die hij schrijft enkel die ene goede over te houden. Luc Gulinck is van oordeel dat de toekomstmogelijkheden van de komende generaties artiesten vooral bedreigd worden door nieuwe machtige economische spelers, zoals de grootdistributeurs of ‘contentboeren’, zoals hij ze noemt: de telecombedrijven, de omroepen en de sociale netwerksites die muziek als lokaas gebruiken voor hun
19
eigen handeltje. Gulinck betreurt tot slot dat het door de academische wereld gevoede populistische discours over het auteursrecht almaar vaker door beleidsmakers wordt overgenomen. “Dat legt een zware hypotheek op de toekomstige bestaansmogelijkheden van de artistieke gemeenschap.” Luc Gulinck is jurist, gespecialiseerd in auteursrecht en nevenrechten. Hij werkte eerst als muziekjournalist en later bij diverse independent en majorplatenfirma’s (R & S Records, Sony Music Entertainment en EMI Music) als legal and business affairs manager. Nu is hij juridisch en zakelijk adviseur van auteurs, uitvoerende kunstenaars, televisie, film en platenproducenten, uitgevers en acteurs. Hij is tevens voorzitter van Uradex (beheersvennootschap van de rechten van uitvoerende kunstenaars) en lid van de raad van bestuur van GALM (Genootschap Auteurs Lichte Muziek). Vóór alles blijft hij echter nog steeds muziekliefhebber, auteur/componist en muzikant. Reacties van het publiek Jammer genoeg moest professor Joost Smiers de studiedag om familiale redenen vroegtijdig verlaten, waardoor het verwachte debat tussen de sprekers helaas geen doorgang kon vinden. Wel kwamen er vanuit het publiek heel wat vragen en opmerkingen. Het internet verandert voortdurend: veel bloggers en sites gebruiken content, zoals filmpjes, illegaal. Hoe moeten de hoeders van het auteursrecht daar mee omgaan? Luc Gulinck: “Simpel. Wanneer ik een bakkerij open, moet ik ook vooraf nadenken over mijn businessmodel en over mijn onkosten. Blijkbaar vinden sommigen dat je op het internet niet diezelfde gestrengheid hoeft na te streven. Maar ook daar dien je je af te vragen: wat kost mijn content? Alleen, dat gebeurt niet. Men handelt voor men onderhandelt en is vervolgens verontwaardigd dat er rechten betaald moeten worden. Van die mentaliteit moeten we dringend af, want de auteursregeling vloeit rechtstreeks voort uit de wet. Dat verklaart waarom de Vlaamse website Cutting Edge onlangs een factuur van 750 euro kreeg voorgelegd. Tja, als je die dan niet kunt of wilt betalen, heb je je zaken niet goed voor elkaar.” Uit Scandinavië komt het voorstel om via de internetproviders een bedrag pakweg 2 à 3 euro te eisen als onderdeel van het internetabonnement, dat rechtstreeks naar de auteursrechtenvennootschappen zou gaan, ter compensatie van downloads. Hoe staan de sprekers daar tegenover? Luc Gulinck: “Het is een element dat je in overweging kunt nemen. Je verlaat dan het exclusieve recht en dat geeft mogelijkheden, al blijft voorzichtigheid geboden. Ik geloof niet dat zo’n regeling in de toekomst alle problemen zal oplossen. Want het lijkt dan alsof je de gebruiker een vrijgeleide geeft om wat dan ook met die gedownloade muziek te doen. Bijvoorbeeld: de muziek die je van het net haalt op een film zetten. Je dreigt dus in een grijze zone terecht te komen.” Christophe Depreter, de nieuwe directeurgeneraal van Sabam, betreurt dat Prof. Smiers reeds vertrokken is. “Ik had hem willen vragen of hij in zijn boek geïnvesteerd heeft en of hij het gratis uitdeelt. Ik vraag me ook af of Smiers geen twee dingen door elkaar haalt: adieu auteursrecht en adieu conglomeraten. Schaf je het auteursrecht af, dan dreigt de artistieke productie inderdaad in amateurisme te verzanden. Dat impliceert een terugkeer naar de middeleeuwen, waar enkel de vorst besliste wat je mocht zingen, schilderen of denken. Daar bedank ik voor. Wil Smiers af van Sabam? Velen kennen niet eens het verschil tussen auteursrecht, Sabam en de collectieve maatschappij voor het beheer van de rechten. Ik onderschrijf de kritiek van Fabienne Brison: het auteursrecht én Sabam zijn voor verbetering vatbaar. Momenteel zijn we dan ook bezig onze interne werking te verbeteren. Ik maak met jullie graag een afspraak over enkele maanden om na te gaan in hoeverre Sabam tegen dan geëvolueerd zal zijn. Goed, een auteurscompensatie
20
via het internetabonnement is één van de mogelijke sporen, al geloof ik niet in een licentie voor internetproviders die slechts 2 à 3 euro bedraagt. Zelf zou ik uitgaan van een bedrag van minstens 10 euro. Maar Sabam bestudeert ook andere scenario’s. U weet dat we Tiscali Scarlett gedagvaard hebben en ze ertoe veroordeeld zijn hun netwerk te filteren. We wachten nu op een beslissing in beroep. We bestuderen ook de Hadopiwet in Frankrijk (wet waarbij burgers die betrapt wordt op het illegaal downloaden van auteursrechtelijk beschermde werken na drie waarschuwingen geen toegang tot het internet meer krijgen voor een bepaalde periode). Ik verzeker u nu al dat Sabam in de komende maanden met een duidelijk standpunt naar buiten zal komen en hopelijk kunnen we dan op de steun van de auteurs rekenen om het door de internetproviders én de politici te doen aanvaarden.” Olivier Maeterlinck, general manager van de Belgian Entertainment Association (BEA) en vicevoorzitter van Arthena, die onlangs een studie heeft voorgesteld over de economische bijdrage van het auteursrecht, wil bij de door Fabienne Brison geciteerde cijfers enkele nuances aanbrengen. “We hebben die studie laten uitvoeren op basis van internationaal aanvaarde regels, uitgevaardigd door de World Intellectual Property Organisation (WIPO). Er bestaat dus een ruime concensus over de berekening van de precieze economische bijdrage, zodat je die land per land kunt vergelijken. Fabienne Brison stelde terecht dat de tewerkstellingscijfers onderschat zijn, wegens gebaseerd op de cijfers van de RSZ. De zelfstandigen zijn er niet in opgenomen en dat terwijl er in de artistieke sector juist veel zelfstandigen zijn. Ook belangrijk om aan te stippen: het gaat om de omzetcijfers van BTWplichtigen. Met een flink stuk van de sector, zoals de nietBTWplichtige culturele centra, is dus geen rekening gehouden. Het op zich indrukwekkende omzetcijfer is bijgevolg onderschat. Een andere nuance: velen denken dat de studie gaat over de sector van het auteursrecht, maar in wezen gaat ze iets breder, heeft ze betrekking op alle sectoren (ook het reclame en drukkerijwezen) die belang hebben bij de bescherming van het auteursrecht.” Over de vergoeding van de internetproviders voor de digitale exploitatie van auteursrechterlijk beschermde werken, wil Maeterlinck geen uitspraken doen, omdat het debat door de betrokken sectoren nog gevoerd moet worden. “Rechthebbenden dienen zich zeker af te vragen wat de beste oplossing is. Maar stel dat het principe wordt aanvaard, dan vraag ik me wel af wat de reactie zal zijn van de digitale markt, die nog volop in ontwikkeling is, en waar bedrijven, meestal starters, tot investeringen bereid moeten zijn. Dat lijkt me problematisch, zeker wanneer aan de consument het signaal wordt gegeven dat hij in ruil voor een klein, vast bedrag per maand, alles mag downloaden wat hij op het net vindt.” Musicus en theatercomponist Luc Mishalle vraagt zich af welk percentage van de geïnde auteursrechten terugvloeien naar de scheppende kunstenaar. Hij stelt ook dat we meer oog moeten hebben voor de excessen van de muziekindustrie die de auteursrechten van scheppende kunstenaars commercialiseert. Hij vergelijkt componisten en creatieve kunstenaars met kompels in een diamantmijn: “Die mensen leven in armoedige omstandigheden, terwijl er in de diamantsector in het westen grof geld wordt verdiend.” Mishalle stoort zich aan de uitspraak van Luc Gulinck dat de afschaffing van het auteursrecht naar louter amateurisme zou leiden. “Auteursrechten staan bij ons weliswaar onder druk, maar het getuigt van grofheid dat muziek die in werelddelen als Afrika en Azië wordt gemaakt, met amateurisme gelijk wordt gesteld. Luc Gulinck: “De essentie is dat, als je het auteursrecht afschaft, de incentive verdwijnt voor kunstenaars om van hun activiteit hun beroep te maken. Zeker: er bestaan excessen in de industriële exploitatie van kunst en muziek. Anderzijds hebben artiesten zich in het verleden misschien wel al te gewillig laten naaien. Auteurs moeten assertiever worden, het heft meer in eigen handen nemen en beseffen dat ze zich, als het over contracten en vergoedingen gaat, iets verantwoordelijker moeten gedragen.” Fabienne Brison reageert nog op Mishalles eerste vraag: “Uit de jaarverslagen van de beheersvennootschappen blijkt dat het gros van de opbrengsten, minus de werkingsonkosten,
21
terugvloeit naar scheppende kunstenaars. In 2008 bedroeg alleen al het omzetcijfer van Sabam, de grootste beheersvennootschap, 218 miljoen euro. Dat is niet weinig, vooral omdat het los staat van wat wordt voorzien in de individuele contracten van artiesten. Sinds 1994 worden de auteurs wettelijk veel beter beschermd, er zijn dus al enorme stappen vooruit gezet. Ook bij juristen en advocaten is er dezer dagen sprake van een groter begrip van de materie. Wat de vergelijking met de diamantsector betreft: het is een economische wetmatigheid dat wie een grondstof levert, bijvoorbeeld een muzikale compositie, en die vervolgens economisch laat exploiteren, slechts een deel van de opbrengst krijgt. Want uiteraard is het de bedoeling dat diegene die met de grondstof iets doet, er ook wat aan verdient.” Guy Van Handenhove van EMI publishing, tevens voorzitter van de uitgeversorganisatie, merkt op dat we niet te lang stil mogen blijven staan bij de excessen uit het verleden. “Het verhaal van de industrie die zich verrijkt op de rug van de arme artiest is achterhaald. De wetgeving is er om ervoor te zorgen dat een artiest die van zijn creatie wil leven beschermd wordt. Smiers’ stelling dat we die moeten afschaffen is dus van een stuitende absurditeit: als alles van iedereen is, kun je om het even welk huis binnenstappen en er alles meegraaien wat je maar wilt. Kijk, een auteur die met een uitgever scheep gaat, zoekt eigenlijk een partner om samen met hem zijn muziek te exploiteren. Zo komt er geld in het laatje dat hem toelaat zijn scheppende activiteiten voort te zetten. Dat wij uitgevers er financieel een graantje van meepikken, heeft te maken met het werk dat wij in dat proces investeren. Maar wie al zijn pijlen op de industrie richt, gaat volgens mij al te kort door de bocht.” Tijs Vastesaeger van Poppunt vindt dat de discussie over het auteursrecht teveel steunt op een zwart wittegenstelling. Stel dat het nodig is, in het licht van de jongste digitale evoluties, enkele aspecten van het auteursrecht ter discussie te stellen, over welke hebben we het dan precies? Met welke spelers dient het debat gevoerd te worden? Waar liggen de prioriteiten? Vastesaeger verwijst naar het principe van de sampling: veel artiesten doen niet eens meer de moeite om de rechten voor het geleende materiaal te clearen. Valt dat gevecht dus nog wel te winnen? En zo niet, hoe bouwen we dan een remuneratiemodel op waarbij de auteur, de rechthebbende en de industrie, toch nog een degelijke vergoeding kunnen binnenhalen? In welke mate moeten we het auteursrecht zelf of de systemen van inning en repartitie aanpassen? Luc Gulinck: “Tja, je kunt niet ‘een klein beetje’ auteursrechterlijk beschermd zijn. Het zou zeer gevaarlijk zijn afwijkingen toe te staan, bijvoorbeeld omdat de aanwezigheid van je werk op een site promotionele voordelen biedt, waar je achteraf niet meer op terug kunt komen omdat ze intussen als verworvenheden worden beschouwd. Het zou wél helpen, mocht de overheid zich duidelijk uitspreken over het respecteren van het auteursrecht, omdat de sector zich dan beter zou kunnen wapenen tegen misbruiken. Voorlopig bestaat daar helaas geen kader voor. Maar als je het collectief beheer gaat ondergraven is het einde zoek.” Fabienne Brison: “Op het wetgevende niveau zijn er openingen om over uitzonderingen op het auteursrecht te discussiëren, maar niemand wil raken aan de compromissen die in de wet zijn vastgelegd. Het debat verloopt moeizaam doordat iedereen op eieren loopt. Door aan de boom te schudden, dwingt prof. Smiers ons naar antwoorden op zoek te gaan. We moeten het aandurven contractuele regels te herevalueren. Er is meer transparantie nodig inzake de implicaties van morele rechten, inzake tarificatie. Maar om tot bevredigende resultaten te kunnen komen is het nodig dat alle gesprekspartners op een correcte en respectvolle manier met elkaar omgaan. Ook al hebben de beheersvennootschappen nog een weg af te leggen, de beloften van Christophe Depreter stemmen mij optimistisch. De auteurswetgeving en de reglementen van Sabam horen vereenvoudigd te worden en de auteurs moeten tijdens de algemene vergaderingen met kennis van zaken interveniëren.”
22
Op zoek naar fans? Over online promotie, marketing en netwerking rond muziek SESSIE 2.1 x VERSLAG: DIRK STEENHAUT Loont het om zwaar te investeren in online promotie, marketing en netwerking? Zo ja, welke strategie gebruik je het best? Wat werkt, wat niet? Hoe kan je internet inzetten in je promotie? En is er leven na web 2.0? AB2 In 2008 integreerde de AB een communityplatform in zijn nieuwe website. Volgens David Zegers, directeur communicatie en ontwikkeling, richt de Brusselse concertzaal zich steeds meer op onlinecommunicatie omdat 90 procent van zijn publiek zich via het internet informeert over het concertaanbod en 70 procent zijn kaartjes via de website bestelt. Vroeger concentreerde de site zich enkel op de concerten, terwijl vandaag ook de artiesten en fans een centrale plaats krijgen toebedeeld. Gebruikers kunnen er nu een eigen profielpagina aanmaken, waarop hun eigen muzikale voorkeuren en hun concertverleden worden bijgehouden. Zo kunnen ze op de concertpagina zien wie zich voor welk concert heeft aangemeld. De groeiende interactiemogelijkheden tussen de toeschouwers leiden ertoe dat ze zichzelf én gelijkgestemden beter kunnen helpen, door bijvoorbeeld aan ticketruil te doen of met streekgenoten afspraken te maken omtrent carpooling. Bovendien beschikt de AB over een eigen Facebookpagina. Op basis van een Last FM‐integratie krijgt de fan er informatie over andere concerten die mogelijk binnen zijn interesseveld liggen, wat vaak leidt tot nieuwe ontdekkingen. Via de site krijgt hij ook content van buitenaf, zoals concertverslagen of YouTube‐filmpjes, aangeboden. Dat het communityplatform, AB2 dus, in een mum van tijd tot een paradepaardje is uitgegroeid, blijkt uit het feit dat er één jaar na de lancering al 24.000 profielen actief zijn. Zo’n niche‐community is volgens Zegers zinvol, omdat ze een meerwaarde biedt tegenover sociale netwerksites en het unieke karakter van de AB in de verf helpt te zetten. Dankzij het onderdeel ABtv slaagt het muziekhuis er zelfs in met bepaalde concerten twee keer meer mensen te bereiken dan de zaalcapaciteit toelaat. Zo werd een concert van Moby, dat gestreamd werd via de website, door 5000 mensen bekeken. Internationale concerten worden overigens in het online‐archief opgeslagen en kunnen dus later ‘on demand’ worden opgevraagd. Op één jaar tijd is ABtv al 750.000 keer bekeken, wat aantoont dat het publiek deze nieuwe tool absoluut apprecieert. Per maand wordt hij gemiddeld door 8.680 kijkers gebruikt. Aanvankelijk keek slechts 3 procent onder hen live, maar vandaag is dat aantal al gestegen tot 20 procent. 80 procent van de consumenten bekijkt de concerten op een later tijdstip. Het voordeel van die formule is volgens David Zegers dat er voortdurend nieuwe content kan worden aangeboden en dat ABtv over uiteenlopende formats beschikt. Behalve concerten vallen er ook reportages en AB‐sessies (live‐opnamen in de AB‐studio van één artiest of groep die in een vast decor één nummer brengt) te bekijken. Ancienne Belgique ontwikkelde speciaal daarvoor samenwerkingsmodellen met platenmaatschappijen en de krant De Standaard. Tegenwoordig zijn heel wat artiesten al vragende partij om aan zo’n sessie deel te nemen. Tot dusver zijn er al een zestigtal ingeblikt en ze blijken een prima middel te zijn om de platenverkoop van een artiest te bevorderen en zijn publieksbereik te vergroten. De afspraak met artiesten en labels is wel dat ze uitsluitend op de
23
24
website van de AB zelf (en niet via YouTube) te bekijken vallen. David Zegers gewaagt van een sterk model, omdat het nauw verstrengeld is met de reguliere concertwerking van het huis. De resultaten van al die vernieuwingen mogen er alvast wezen: het aantal unieke AB‐bezoekers is het afgelopen jaar met 45 procent gestegen. Het belang van doorverwijssites valt daarbij allerminst te onderschatten: heel wat mensen komen via Facebook, Twitter of Last FM op de website van de AB terecht. Het communityplatform biedt voor de concertzaal, als promotiemiddel, dus een onbetwistbare meerwaarde. Het heeft niet alleen de communicatie tussen de AB en zijn publiek geoptimaliseerd, ook de dialoog tussen de toeschouwers onderling is erdoor aangezwengeld. David Zegers is directeur communicatie en ontwikkeling bij concertzaal Ancienne Belgique. Daarvoor werkte hij als pers, communicatie en marketingverantwoordelijke bij Poppunt. David is bedrijfspsycholoog van opleiding (UGent) en behaalde in 1999 een Master in General Management aan de Vlerick School. Daar werkte hij vervolgens ook drie jaar als onderzoeker rond het domein van Interactieve Marketing. New Music Labs Hoe kun je de digitale technologie het best aanwenden om een fanbase uit te bouwen? Lykle De Vries, van het Nederlandse Music Labs, een creatief laboratorium voor de muziekindustrie, is van oordeel dat de traditionele marketingstrategieën hebben afgedaan. Ook MySpace is, tenzij het zich drastisch vernieuwt, wellicht volgend jaar al ten dode opgeschreven. Daarom ontwikkelde Musiclabs de zogenaamde ‘tools for tribes’: manieren voor groepen om de contacten met hun fans te onderhouden. Het bedrijf helpt bands met de opbouw van hun website, het ontwikkelen van iPhone‐applicaties en van een tribe monitor, die alle essentiële connecties moet samenbrengen. Het doel van marketing is: belangstelling wekken voor wat je
“Doe niets voor niets. Bands moeten iets krijgen in ruil voor hun muziek, al hoeft het niet per se geld te zijn.”
maakt als artiest en mensen ertoe te overhalen er tijd en geld voor af te staan. Het ideale model begint, volgens De Vries, bij de content (de muziek), die vervolgens in een (digitale) context wordt geplaatst. Het komt erop aan voor een artiest een waardevolle setting te creëren en kanalen te openen waarlangs hij zijn fans kan bereiken. Zelf kan de artiest met zijn publiek een dialoog aangaan en met het oog daarop dient hij zowel in de echte als de digitale wereld actief te zijn. Om een en ander te vergemakkelijken ontwikkelde New Music Labs een vijftal basisprincipes: ‐
Doe niets voor niets. Bands moeten iets krijgen in ruil voor hun muziek, al hoeft het niet per se geld te zijn. Contactadressen zijn, zeker in het beginstadium van een groep, soms net zo waardevol. Ook doet een muzikant er goed aan na zijn optredens cd’s aan te bieden, waarbij hij het publiek zelf de prijs laat bepalen.
‐
Communiceer met je fans en betrek ze bij je werk, door ze bijvoorbeeld remixen van je nummers te laten maken die je op je website zet. Zorg er ook voor dat je met merchandisingspullen uitpakt waar je publiek echt op zit te wachten.
‐
Deel niet alleen je muziek maar ook je passie. Zorg ervoor dat het publiek je kan geloven en breid je fanbase uit door je werk te relateren aan dat van anderen.
‐
Laat de fans delen in je avonturen door middel van blogs. Zorg ervoor dat je zichtbaar bent door zoveel mogelijk events af te schuimen en ga de dialoog aan met je publiek via Facebook en Twitter. Bepaal welk groepslid het best geschikt is om zich actief te buigen over de verschillende onderdelen van je strategie.
25
‐
Hou je fans op de hoogte van alles wat je doet en geef ze een reden om je te blijven volgen, door bijvoorbeeld kortingsbonnen voor je volgende optreden uit te delen.
Volgens De Vries kan ook een kleine band met deze tools in een mum van tijd een grote impact bereiken. Als voorbeeld geeft hij de Nederlandse groep Silence is Sexy, die haar cd gratis als torrent aanbood via Last FM. In 4 maanden werd hij ruim 25.000 keer gedownload. Lykle de Vries (New Music Labs) was coördinator van de minor ‘The Next Web’ aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden waar studenten de nieuwste online applicaties en social communities leren bouwen. Hij geeft regelmatig lezingen waarin hij vertelt over nieuwe ontwikkelingen zoals Web 2.0, Ondernemen 2.0 en Communiceren 2.0. Communiceren in het digitale tijdperk: what’s next? In het digitale tijdperk staan de traditionele businessmodellen in de muziekindustrie zwaar onder druk. Daarom is het nodig op een nieuwe manier te communiceren, vindt Jesse Wynants, een ‘digital native’ die werkzaam is als Strategic Planner bij het reclamebureau Boondoggle. In tijden van dalende cd‐verkoop staren platenlabels zich teveel blind op wat ze verliezen en hebben ze te weinig oog voor de nieuwe mogelijkheden die zich aandienen voor de industrie. Wynants komt alvast met vier strategische tips op de proppen: ‐
Smeed een band met je fans. Dat is makkelijker dan ooit, dankzij allerlei sociale netwerken op het internet. Zo heeft Britney Spears 3,6 miljoen fans op Twitter, terwijl Radiohead over 1,2 volgelingen beschikt op Facebook. Er valt dus veel potentiële winst te halen uit rechtstreeks contact met het publiek. Het voordeel is dat zowel kleine als grote bands daartoe alle communicatietools binnen handbereik hebben. Een boeiend initiatief in die context is Faninvest, waarbij fans aandelen kopen om de opname van een cd te financieren en later delen in de winst. Op die manier creëert een artiest een vorm van ‘urgency’ bij de fan, die rechtstreeks betrokken wordt bij het artistieke proces en daardoor vanzelf een zekere loyaliteit aan de dag zal leggen.
‐
Werk samen met merken en laat je sponsoren. Wynants verwijst hierbij naar de samenwerkingen tussen Groove Armada en Bacardi, tussen Tim Vanhamel en Absolut Vodka of de banner‐actie waarmee Axion op zoek ging naar jonge bandjes.
‐
Gratis is de beste promotie. Radiohead bewees het enkele jaren geleden al met ‘In Rainbows’, maar ook de Braziliaanse groep Banda Calypso geeft haar cd’s gratis weg. Het zijn slechts promotietools voor haar ‐lucratieve‐ optredens.
‐
Creëer méér dan muziek. Ook via het maken van ringtones en iPhone‐applicaties kun je de band met de fan nauwer aanhalen.
Zijn conclusie: goede muziek creëert celebrities. Vervolgens komt het erop aan bekendheid in winst om te zetten. Jesse Wynants studeerde in 2006 af aan de KHLIM in Communicatie en Multimediadesign, waarna hij begon bij Boondoggle als Strategic Planner. Als ‘digital native’ is hij binnen Boondoggle verantwoordelijk voor social media en innovatie. Reacties van het publiek De AB heeft voor zijn onlineactiviteiten een contract met Sabam. Wat met Uradex?
26
David Zegers: “Voor de concerten hebben we met die vennootschap weliswaar een grote overeenkomst, maar niet voor het promotionele aspect. Nu de distributiekanalen zo ingrijpend veranderd zijn, denkt de AB er ernstig over in de toekomst meer met muziek zélf naar buiten te komen. Op dat vlak willen we zeker nog extra initiatieven ontwikkelen maar veel zal uiteraard afhangen van de beschikbare budgetten. Ook willen we, samen met de platenindustrie, nadenken over de eventuele meerwaarde van dergelijke projecten.” Een deelnemer stelt vast dat het debat zich lijkt te beperken tot één enkele niche, die van de popmuziek, waar marketingprincipes makkelijk op toe te passen zijn. Wil je bekendheid in winst omzetten, ga je dan niet voorbij aan een heleboel expressievormen die daar NIET vatbaar voor zijn? Wat met traditionele muziek? Jazz? Bepaalde vormen van kunstmuziek? Jesse Wynants: “De kracht van het internet is juist dat je, zelfs als je met iets marginaals bezig bent, gelijkgestemden uit de hele wereld kunt bereiken.Via Facebook kun je bijvoorbeeld mensen van een bepaalde leeftijd en met een specifieke muzikale smaak probleemloos samenbrengen in één groep.” Lykle De Vries: “10 à 12 jaar geleden was het voor een band onmogelijk een cd uit te brengen zonder dat het alleen maar geld zou kosten. Nu zijn al die kanalen veel meer open en is de instap bijna gratis. Met de tools die vandaag voor handen zijn kun je dus makkelijker je eigen fanbase opbouwen. In het geval van de traditionele muziek zul je, behalve liefhebbers van de stijl, misschien ook instrumentenbouwers bereiken, wat aan de context een heel andere draai geeft. Het klopt dat we ons te snel beperken tot voorbeelden uit de populaire cultuur, maar het internet biedt ook daarbuiten een rijke waaier aan mogelijkheden.” David Zegers: “Twee weken geleden stond er een artikel in Humo over Jef Neve, die onlangs in de AB een concert heeft gespeeld. Iemand van een Japans platenlabel heeft dat concert gezien op ABtv en wil het nu op cd uitbrengen. Leuk dat wij dit mogelijk hebben gemaakt.” De Vries: “Ieder van u heeft ooit nog wel cassettes gebruikt en de opkomst van de cd meegemaakt. Dat referentiekader heeft u gevormd en bepaalt wat u logisch vindt en wat niet. Maar u bent gehandicapt door uw geschiedenis, soms is het belangrijk dat u ‘out of the box’ durft te denken. Digital natives zijn het gewend alles binnen handbereik te hebben, maar nu de vinyl‐lp weer populair wordt, stellen ze over vijf jaar misschien wel vast dat juist fysieke dragers hartstikke cool zijn.” Wynants: “Toen ik opgroeide moest ik geduldig wachten tot mijn favoriete clipje toevallig op MTV voorbijkwam. De generatie na mij surft gewoon naar YouTube en krijgt het in een oogwenk te zien. Dat leidt tot een heel andere mindset. De media ontwikkelen zich momenteel op een gigantisch hoog tempo. Wat voor de een nog even wennen is, is voor de ander vanzelfsprekend. Daar moeten we ons zeer bewust van zijn.” Devries: “Laat ons niet vergeten dat de digitale muziekindustrie altijd veeleer een centenbusiness dan een eurobusiness is geweest. Op een bepaald moment is alles opgeklopt, ten voordele van een klein groepje mensen, en nu landen we stilaan weer op aarde. Kijk, mocht Leonardo da Vinci geen mecenas hebben gehad, dan had hij zich misschien gedwongen gezien timmerman te worden. Ik bedoel maar: je moet je verwachtingen altijd vormen naar de werkelijkheid. Wil je echt boven de massa uitsteken, dan moet je fantastische muziek maken, hard werken en veel geluk hebben ‐ het is nooit anders geweest. Maar dankzij de nieuwe digitale tools denk ik wel dat een grotere groep mensen nu de kans krijgt RELATIEF succesrijk te worden.”
27
28
Music overload?! Hoe reageert de eind‐ gebruiker op al die nieuwe toepassingen? SESSIE 2.2 x VERSLAG: GEERT ZAGERS Is de muziekliefhebber wel blij met al die nieuwe kanalen? Hoe gaan de digital natives om met de nieuwe realiteit? En downloadt de jeugd nu echt zo veel? Lotte De Bruyne, Frederik De Wachter en Gino Verleye keken naar de invloed van de digitale overload op de muziekluisteraar. Meet the digital natives Wat betekent muziek voor jongeren vandaag? Dat is de vraag die Lotte De Bruyne, experte jeugdcultuur en researcher bij vzw Ladda zich stelt. Ze stelt vast dat muziek niet centraler aanwezig is in hun leven dan bij vorige generaties. “Muziek is altijd en overal wel aanwezig, maar daarom niet centraal”, zegt De Bruyne. “Het belang ervan blijft even groot als vroeger.” Muziek blijft dan ook dezelfde functies vervullen bij jongeren als vroeger. Het is een stuk mood enhancement, dat je gemoed moet ondersteunen, veranderen of je doet opgaan in een sfeer én een manier om je identiteit te versterken en te bepalen tot welke groep je behoort en tot welke niet. Wat wel anders is bij de jeugd van vandaag is de beleving van muziek. Nieuwe technologieën – van YouTube tot breedbandverbindingen – hebben een andere manier van omgaan met muziek teweeggebracht. Jongeren van nu hebben bijvoorbeeld een eclectische smaak, doordat ze met veel meer muziek in contact komen. “Diversiteit is de nieuwe norm. Je kan perfect zowel naar Spinvis als naar Fidget House luisteren. De tijd dat The Prodigy controversieel was op een rockfestival als Werchter ligt achter ons – zelfs de passage van Regi was nauwelijks nog controversieel te noemen.” Gevolg is ook dat jongeren met een verschillende smaak met elkaar in contact komen en de verschillende subculturen niet meer duidelijk te onderscheiden zijn – het zijn steeds nieuwe stijlen en fenomenen die elkaar opvolgen. Voor de oudere generaties lijkt de muzikale generatiekloof dan ook toegenomen – “zelfs mensen van 30 klagen al over de jeugd van tegenwoordig.” Alles wordt vluchtiger, er is geen attitude meer, ze lopen van hype naar hype, niks heeft nog waarde: de klachten liggen voor de hand. “En ergens is dat ook waar”, zegt De Bruyne. “Maar: je moet het in het juiste tijdskader plaatsen. De jeugd van vandaag gaat misschien minder diep graven, maar ze gaan de muziek wel meer ervaren – bijvoorbeeld via liveconcerten of door zelf hun muziek te maken.” En vluchtig is ook niet altijd slecht, zoals artiesten als Simian Mobile Disco toegeven. “Vroeger was het niet beter, vroeger was het anders.” Lotte De Bruyne werkt als experte jeugdcultuur en researcher bij vzw Ladda (www.ladda.be). Ze is licentiate in de Sociale en Culturele Agogiek en deed een bijkomende opleiding culturele studies. Lotte was de voorbije acht jaar actief in de culturele en muzieksector (CC Belgica, kwp en opnamestudio De Pianofabriek, Mukha Media, DJ Grazzhoppa’s DJ Bigband, …).
29
Wat wil de fan? Weet waarover je spreekt, zegt Frederik De Wachter, oprichter van Tagger.fm. Als je niet achter Napster, Myspace, YouTube en Facebook wil aanhollen, moet je weten wat de fan van vandaag wil. Met een groot onderzoek bij 1.200 Vlamingen over hun gebruik van sociale media en mobiel internet en hun muziekbeleving probeerde De Wachter die besognes van de fan anno 2009 te weten te komen (meer informatie over het onderzoek kan verkregen worden via
[email protected]).
“Er is een hele generatie aan het ontstaan die YouTube dagelijks zal gebruiken.”
En De Wachter ziet in de verkregen cijfers een heleboel verschuivingen opduiken. Neem nu YouTube: 14 procent van de 40‐ tot 49‐jarigen kijkt wekelijks YouTubefilmpjes. In de categorie 30‐39‐jarigen stijgt dat al tot 21,8 procent. Bij 20‐29‐jarigen wordt dat 36 procent. En bij 15‐19‐jarigen zelfs 48,4 procent, plus nog eens 22,9 procent dagelijkse bezoekers. Er is dus een hele generatie aan het ontstaan die YouTube dagelijks zal gebruiken. “Probeer daar dan ook geen schrik van te hebben maar speel in op wat je met YouTube kan doen”, zegt De Wachter. Platenmaatschappij PIAS heeft dat bijvoorbeeld begrepen en een overeenkomst gesloten met YouTube om in de inkomsten te delen. “If you can't beat them, join them.” Een gelijkaardige verschuiving zie je op vlak van sociale netwerken, aldus De Wachter. 54,5 procent van de ondervraagden maakte actief gebruik van Facebook, 16,5 procent van Netlog. In de categorie 15‐tot 19‐jarigen steeg dat naar 83,7 procent voor Facebook en 48,4 procent voor Netlog. MySpace gaat ondertussen heel snel achteruit. De overgang van de traditionele media naar internetmedia is zich in ras tempo aan het voltrekken. De online advertentie‐inkomsten in de UK waren dit jaar niet voor niets groter dan die van televisie. Nog een belangrijke groeier: mobiel internet. In Vlaanderen blijft het gebruik ervan voorlopig beperkt tot 2,9 procent, maar de perspectieven ervan zijn bijzonder belangrijk. Bij 15‐ tot 19‐jarigen bleek 100 procent van de ondervraagden over een gsm te beschikken. Er circuleren vier keer zoveel gsm's als pc's. Mobiel zal op termijn dan ook een grote rol spelen. De eerste tekenen daarvan zien we ook al met de komst van de iPhone, die een kleine revolutie heeft ontketend: 70 procent van alle mobiele zoekopdrachten komen van een iPhone, hoewel de iPhone maar een tiental procent van de smartphonemarkt in handen heeft. iPhone breekt de markt open met applicaties als Shazam, dat op een heel eenvoudige manier muziek herkent via het web, en is druk bezig een hele nieuwe wereld van businessmodellen te creëren. Op termijn zou bijvoorbeeld de iPhone App wel eens het nieuwe album kunnen blijken: een artiest als David Guetta heeft een iPhone App gecreëerd waarop je zijn plaat kan downloaden, info over zijn concerten vindt en kan tweeten met Guetta, dat veel verder gaat dan die ene download via iTunes. Tot slot merkt De Wachter ook op hoe livemuziek een steeds belangrijkere rol inneemt in de muziekindustrie. 40‐ tot 49‐jarigen spenderen jaarlijks gemiddeld 145 euro aan platen en cd's, 18 euro aan downloads, 77 euro aan concerten en 20 euro aan merchandising. Bij 15‐19‐jarigen zijn die cijfers veranderd naar 88 euro voor platen en cd's – toch nog altijd, dus – 15 euro voor downloads, 124 euro voor concerten en 24 euro aan merchandising. Tendensen die je maar beter in het oog houdt, wil je mee zijn met de fan. Frederik De Wachter is de oprichter van Tagger.fm. Frederik studeerde economie aan de Universiteit Gent en heeft een carrière opgebouwd met een mix van ondernemerschap, passie voor muziek en interesse voor informatica, het internet en sociale media. Bij muziekmaatschappij NEWS introduceerde hij in 1996 het internet. Vanaf 2000 combineerde hij IT business development met de lancering van zijn Gentse club en bijhorende optredens tijdens de Gentse Feesten.
30
Muziekconsumptie in het digitale tijdperk Downloaden jongeren echt zo vaak illegaal? En in welke mate zijn ze bereid om legaal te downloaden? Prof. Dr. Gino Verleye, docent onderzoeksmethodologie aan de Universiteit Gent, begeleidde het afgelopen jaar een thesisonderzoek waarin 400 jongeren over hun downloadgedrag werden geïnterviewd. En de realiteit blijkt iets complexer dan gedacht. Enkele cijfers: 85 procent van de mensen koopt nooit online legaal muziek – ook niet wanneer ze beginnen werken. 97 procent koopt nooit een film online legaal, bij games ligt dat rond de 90 procent. Hoe ze dan wel downloaden? De populairste vorm blijft illegale file‐sharingnetwerken, waarvan 69,9 procent van de respondenten toegeeft gebruik van te hebben gemaakt en 35,4 procent voor film. Het verschil is daar wel groter tussen werkende ‐26‐jarigen en studenten, met respectievelijke percentages van 64,5 procent en 82,9 procent voor muziek. Anderzijds downloadt 38,7 procent van de mensen wel eens via officiële sites van de platenmaatschappijen of MySpace – legaal dus. Het downloadverhaal is dus complexer dan je in de eerste plaats zou verwachten. Daarnaast probeerde het onderzoek de gebruikers te groeperen in clusters op basis van attitudes als ethiek en normen, hardnekkigheid, computerkennis en de houding tegenover legaal downloaden en angst voor illegaal downloaden. De conclusie? “Het is geen zwart‐wit verhaal, maar veel complexer dan gedacht. Het is belangrijker om alles te zien in de juiste clusters dan in cijfers na de komma”, zegt Verleye. Tot slot werden in het onderzoek ook hypothetische concepten aangeboden aan de geïnterviewden inzake legaal downloaden. Een eerste concept was een abonnement bij een internetprovider waardoor ze voor een kleine meerprijs – 5 à 10 euro – ongelimiteerd legaal muziek zouden kunnen downloaden. 14 procent van de ondervraagden zou on the fly op dit abonnement springen. “Als we dit als benchmark nemen, kunnen we dan ook concluderen dat het een concept is waar potentieel in zit”, zegt Verleye. Een tweede concept ‐ een gsm van rond de 160 euro waarmee je een jaar lang gratis muziek kan downloaden – deed het veel minder goed, met slechts een kleine 2 procent van de ondervraagden die onmiddellijk geïnteresseerd waren. Goed weten wat de gebruiker wil voor je een nieuw businessmodel introduceert is dus de boodschap. Prof. Dr. Gino Verleye is docent onderzoeksmethodologie aan de Universiteit Gent en CEO van kpiware.com, een spinoff van het Instituut voor Breedbandtechnologie (IBBT) die analyse en statistische onderzoeksrapportage softwarematig automatiseert. Hij maakt deel uit van de onderzoeksgroep voor Media en ICT (MICT) die verbonden is aan de Vakgroep Communicatiewetenschappen van de Universiteit Gent. MICT voert zowel fundamenteel sociaalwetenschappelijk onderzoek als toegepast en beleidsgericht onderzoek uit in het domein van de nieuwe media en informatie en communicatietechnologieën.
31
32
Redden computergames de muziek‐ industrie? SESSIE 3.1 x VERSLAG: DIRK STEENHAUT Games zoals Wii Music en Guitar Hero worden steeds belangrijker voor de muziekindustrie. Gamers leren tijdens het spelen nieuwe nummers kennen, die ze daarna ook downloaden. Computerspelletjes zijn volgens sommigen dan ook een ideaal platform om bands en artiesten in de kijker te plaatsen. Zo werden artiesten die op soundtracks van Guitar Hero stonden twee‐ tot driemaal meer verkocht dan voorheen. Volgens Activision, de ontwikkelaar van de game, gaat de verkoop gemiddeld maal drie. De band Weezer zag de verkoop van de single 'My name is Jonas' zelfs met duizend procent stijgen in de weken na de release van Guitar Hero III. Uit recent onderzoek van Electronic Arts blijkt dat meer dan de helft van de toegewijde Amerikaanse gamers (13‐32 jaar) een nieuwe band ontdekt heeft dankzij een gamesoundtrack. Meer dan een derde van de gamers hebben een liedje gedownload nadat ze dat in een game hoorden. Meer dan een vijfde kocht zelfs een album. De relatie tussen games en de muziekindustrie staat in Vlaanderen nog in zijn kinderschoenen. Maar verwacht wordt dat muziek en games in de toekomst nog veel meer samen zullen gaan. Zo zullen op termijn de meeste spellen soundtracks aanbieden die gedownload kunnen worden. Of ook het inkomstenmodel zal veranderen, valt af te wachten. Op dit ogenblik zijn het nog de gameontwikkelaars die de platenmaatschappijen betalen voor het gebruik van songs. Maar sommige gameontwerpers vragen zich al luidop af of dat in de toekomst niet omgekeerd zal moeten. Games en Muziek: een perfect huwelijk? Het heeft enkele decennia geduurd voor muziek een volwaardige rol in een computergame kon opeisen. Pas tijdens de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam er een generatie videogameconsoles, zoals Nintendo, op de markt, waarvoor originele muziek werd gecomponeerd. Zo leverde Koji Kondo een soundtrack voor 'Super Mario Bros', terwijl Nobuo Uematsu muziek bedacht voor 'Final Fantasy'. Alleen namen die soundtracks toen nog veel geheugen in beslag. Dat verbeterde in de jaren negentig dank zij optische media zoals de cd en dvd. Playstation, Nintendo 64 en Sega Saturn werden voorzien van betere geluidskaarten, waardoor nu nieuwe opnamen konden worden gebruikt in plaats van samples. Voortaan zou de soundtrack een volwaardige component van een game worden. Stijn Bannier, junior researcher bij de VUB op het gebied van e‐cultuur, maakt daarbij een onderscheid tussen originele en gelicentieerde soundtracks. In het eerste geval gaat het doorgaans om orkestrale muziek met regelmatig terugkerende thema’s, die verschillende gamestadia of levels begeleiden. De soundtrack werkt nu ook als interface. De muziek waarschuwt de speler bijvoorbeeld dat er een gevechtsscène op komst is. Vaak is er sprake van adaptieve soundtracks, waarbij de muziek zich aanpast aan wat er in de game gebeurt. In het tweede geval worden bestaande nummers van bepaalde artiesten opgenomen op de gamesoundtrack. Daarnaast bestaat nu de mogelijkheid je eigen muziekcollectie bij diverse games op diverse consoles te importeren. Tijdens de jaren negentig begonnen artiesten zoals Mike Oldfield, Michael Jackson of Iron Maiden muziek te maken die specifiek
33
voor games was geconcipieerd of probeerden ze hun muziek te promoten door middel van het medium games, om zo een nieuwe generatie te bereiken.. De jongste jaren zijn specifieke muziekgames steeds populairder geworden. Het spel is er georiënteerd op de interactie tussen muziek en de speler. Die laatste kan dankzij de games bestaande nummers mee‐ of naspelen, met toonhoogtes experimenteren etc. Rockband, Donkey Conga en Guitar Hero doen het momenteel uitstekend op de markt en spelen een almaar belangrijkere rol in de gamecultuur, waardoor ze extra mogelijkheden bieden voor de promotie en de distributie van muziek. Stijn Bannier studeerde cum laude af als Master of Arts in Nieuwe Media en Digitale Cultuur aan de Universiteit Utrecht. In 2008 werd hij werkzaam bij IBBTSMIT, VUB als junior researcher, waar hij momenteel werkt aan verschillende eCultureprojecten. Praktijkvoorbeeld: Guitar Hero Het ongemeen populaire Guitar Hero heeft ervoor gezorgd dat muziekgames in de Gamewereld inmiddels een genre op zich zijn geworden. Het laat je toe met behulp van een nepgitaar bestaande muzieknummers mee te spelen. Volgens Ruben De Houck, marketing manager bij Activision Benelux, het bedrijf dat Guitar Hero produceert, dekt de naam al lang de lading niet meer, aangezien er intussen ook vergelijkbare games als DJ Hero en Band Hero op de markt zijn. Het eerste vertaalt het principe naar de dancewereld en wordt gespeeld met een ‘turntable console’, zodat je er ook mee kunt scratchen, het tweede draait om percussie‐ of andere instrumenten. Muziekgames bestaan al 25 jaar, maar pas sinds Sony in 2004 Singstar (een soort karaokegame, dat gespeeld wordt op Playstation 2) ontwikkelde, kwamen ze echt in een stroomversnelling terecht. Guitar Hero ontstond een jaar
“Artiesten die zijn opgenomen in Guitar Hero III zien de verkoop van hun langspelers plots stijgen met 300 procent.”
later en kreeg in 2008 een geduchte concurrent, toen Rock Band op de markt werd gebracht. Inmiddels zijn muziekgames een geaccepterde vorm van mainstream‐entertainment geworden. Guitar Hero is een sociaal spel, dat je behalve in je eentje ook samen met anderen kunt spelen. In 2008 groeide de markt voor muziekgames, alleen al in de Benelux, met 500 procent. Momenteel is Guitar Hero de best verkochte video game franchise, wereldwijd goed voor ruim 40 miljoen verkochte exemplaren. In de Benelux gingen er al 235.000 stuks van over de toonbank, wat overeenkomt met een marktaandeel van 65 procent. 50 procent van de kopers schaffen de game aan omdat ze de gebruikte muziektracks goed vinden. 20 procent motiveerde zijn aanschaf met de vaststelling dat er veel nummers inzaten die populair waren in Nederland. Volgens De Houck probeert de producent alle genres te coveren, van r&b tot pop, middle of the road en rock. Het spelen van Guitar Hero heeft op de consument overigens allerlei nevenwerkingen. Twintig procent van de kopers gaan later aan de slag op echte instrumenten en wanneer een bepaalde track in de game wordt opgenomen leidt dat tot een toename van 100 procent van de muziekdownloads. Voorts stimuleren games de aandacht voor de backcatalogue van bepaalde artiesten. Tieners komen al gamend in contact met muziek waar hun ouders naar luisterden en raken zo geïnteresseerd in het werk van, bijvoorbeeld, Pat Benatar. De impact van games op de muziekindustrie valt niet te onderschatten. Artiesten die zijn opgenomen in Guitar Hero III zien de verkoop van hun langspelers plots stijgen met 300 procent. Dat geldt vooral voor zogenaamde alternatieve acts. Ook als een game integraal wordt gewijd aan één artiest, zoals Aerosmith, zwengelt dat de cd‐verkoop aanzienlijk aan. Nadat een track van Anouk in Guitar Hero werd
34
opgenomen, werd de artieste plots zeer ‘zichtbaar’ in de VS. Van de cd waar het bewuste nummer opstond werden 200.000 exemplaren extra verkocht. Kortom: de game leidt tot een explosie in de platenverkoop en dus tot meer opbrengsten. Hij helpt artiesten ook door te dringen tot een breder publiek. De producenten denken intussen al aan een nieuw gamma games: Harmonica Hero, Tuba Hero, Bagpipe Hero en dies meer. Ruben Dehouck is marketing manager bij Activision Benelux, de producent van Guitar Hero. Muziek in digitale media Liesbeth Huybrechts, docente hoger kunstonderwijs aan de Media & Design Academy in Genk, is ervan overtuigd dat games de zieltogende muziekindustrie zullen redden. “Wat meer spelen en experimenteren kan geen kwaad”, zegt ze. In de school waar ze lesgeeft worden makers van het internet opgeleid. In de researchgroep Social Space maken ze nieuwsoortige interfaces en onderzoeken ze manieren om er geluid en muziek mee te maken. Ook wordt er gewerkt met een atelier waar gehandicapten muziekinstrumenten gebruiken om met elkaar te communiceren. Sinds de komst van Napster is de distributie van muziek ingrijpend veranderd. Daardoor won de community waarbinnen muziek werd gedeeld en uitgewisseld enorm aan belang. In het verlengde daarvan kwam de vaststelling dat je met muziek andere dingen kunt doen dan de oorspronkelijke bedoeling van de industrie was. Dat inspireerde producenten er dan weer toe nieuwe media‐ applicaties te gaan ontwerpen. “Wij leren onze studenten binnen een rigide structuur een vrije ruimte te creëren”, zegt Huybrechts. “In die mate zelfs dat ze die structuur op een speelse manier gaan herontwerpen, bijvoorbeeld door het materiaal op een oneigenlijke manier te gebruiken. Het doel is dat ze muziek en geluid op een andere manier gaan bekijken.” Als voorbeeld geeft ze de Wii, die door Nintendo op de markt werd gebracht, maar waar individuen heel persoonlijke applicaties bij gingen ontwerpen.” Ook Rudi Knoops is docent en onderzoeker aan de Media & Design Academy. Hij hecht veel belang aan re‐mediation, een proces waarbij men bepaalde aspecten van een medium hergebruikt om er een nieuw medium mee te creëren (ook het verfilmen van een literair werk is een vorm van re‐mediation). Als voorbeeld geeft hij het project van een van zijn studenten die de game Pong in een nieuwe variant, namelijk Noise Pong, had getransformeerd. Daarin werden bepaalde aspecten van een game gebruikt om er generatief muziek mee te creëren. Zo wordt een middenweg gezocht tussen wat hij noemt: “fact and fiction” of tussen fysiek en digitaal. Een ander onderzoeksthema was de wisselwerking tussen meerstemmigheid in muziek en audiovisuele vormgeving. “Imiteer niet, maar speel met parameters zoals ruimte, perspectief en harmonie”, aldus Knoops, “om uiteindelijk terecht te komen in een ‘multilayered space’.” Liesbeth Huybrechts doet een doctoraatsonderzoek rond het gebruik van nieuwe media in participatory design en kunst. Ze is researcher en docente hoger kunstonderwijs aan de Media & Design Academy in Genk. Liesbeth is ook actief als eindredactrice van het ecultuurweblog van de Vlaamse Overheid. Ze maakt deel uit van de onderzoeksgroep InterfaceOurSpace die focust op de rol van nieuwe media in artistieke en museale context. Rudi Knoops is docent aan de Media & Design Academy. Hij onderzoekt er onder andere hoe interactieve media museumcollecties op een speelse manier toegankelijk kunnen maken, en welke wisselwerking er kan zijn tussen meerstemmigheid in muziek en audiovisuele vormgeving.
35
Reacties van het publiek In promotioneel opzicht kunnen muziekgames voor artiesten blijkbaar zeer lucratief zijn. Maar hoe staat het met hun winstdeelname in de verkoop? Ruben Dehouck: “Die varieert van artiest tot artiest. In de gamewereld hanteert men een royalty rate die doorgaans lager ligt dan in de muziekindustrie. Maar de ontwikkelingskosten van games liggen dan ook erg hoog. En het spreekt vanzelf dat grote bands als Metallica of Aerosmith een groter deel van de opbrengst krijgen dan iemand als, pakweg, Anouk.” Wanneer komen er schlagerversies van games als Singstar of Guitar Hero? Ruben Dehouck: “In Nederland is er zeker vraag naar muziekgames rond Marco Borsato of André Hazes. Vroeg of laat zie ik dus zeker minder voor de hand liggende versies van muziekgames op de markt verschijnen.” Heeft Guitar Hero een beperkte levensduur? Dehouck: “Je moet natuurlijk regelmatig nieuwe hardware en nieuwe content toevoegen en zo de game actualiseren. Slagen we erin dat te blijven doen, dan kan de gebruiker zeker verscheidene jaren van Guitar Hero blijven genieten.” Stijn Bannier: “Er zijn momenteel al games in ontwikkeling waarbij je een échte gitaar op een computer kunt aansluiten. Er zijn dus nog wel een paar interessante evoluties aan de gang.”
36
Muziek & het mobile web: uitdagingen en opportuniteiten SESSIE 3.2 x VERSLAG: GEERT ZAGERS Tegen 2020 wordt de mobiele telefoon de belangrijkste toegangspoort tot het internet. Maar zijn iPhones en andere smartphones dan ook dé manier om muziek te ontsluiten en marketen op het web? Gianni Cooreman, Ard Boer en Jurgen Thysmans denken van wel. Mobile internet in België: is er überhaupt een publiek? Eerst moeten we uiteraard wel weten hoe de digitale en mobiele markt precies in elkaar zit. Gianni Cooreman van het online marktonderzoeksbureau InSites Consulting zocht het uit aan de hand van hun jaarlijkse mobile mapping‐onderzoek. Eén blik op de cijfers maakt duidelijk dat België niet de snelste leerling van de klas is als het over internet gaat. Anno 2009 is België qua internetgebruik een middenmoter in Europa met een penetratiegraad van 60 procent – betrekkelijk gewoontjes in vergelijking met de 80 procent in de Scandinavische landen. We scoren wel beter dan de emerging countries in Oost‐Europa, maar die hebben dan weer een jonger publiek dat meer open staat voor nieuwe applicaties, aldus Cooreman. Ondertussen is wel duidelijk dat we naar een maatschappij evolueren waarin iedereen 24 op 7 online zal zijn, met verschillende access points tot het internet naast de laptop. Qua mediagebruik zal het gat met de televisie dan ook alleen maar verkleinen. Maar de vraag hier is uiteraard hoe het zit met het gebruik van smartphones en het mobiel internet. Met 8 procent doet België het daar ronduit slecht in vergelijking met het Europees gemiddelde
“Tegen 2014 zal er wereldwijd online 2,4 miljard euro gespendeerd worden aan muziek. Ongeveer drie keer zoveel als games, en zeven keer zoveel als de markt van video en tv.”
van 14 procent. Slechts één land doet slechter dan ons: Hongarije. “We staan nog maar aan het begin van de technologie en we hinken al achterop”, zegt Cooreman. En daar zal niet zo snel verandering in komen. Over heel Europa wordt voorspeld dat de adoptie van mobiel internet tegen 2014 39 procent zou bedragen, België zou slechts uitkomen aan 28 procent. Van een inhaalbeweging is vooralsnog geen sprake. Hoe dat komt? “We zijn in België vrij laat begonnen met 3G‐netwerken”, zegt Cooreman. “Base heeft bijvoorbeeld lange tijd geen 3G‐netwerk aangeboden. En ook koppelverkoop is bij ons niet mogelijk, waardoor smartphones en data‐abonnementen vooralsnog heel duur blijven. Een internetabonnement zoals in Scandinavische landen, waar je een percentage van je internetgebruik ook mobiel kan gebruiken, bestaat nog niet bij ons.” En toch is mobiel internet een grote uitdaging voor de muziekindustrie. De marketingmogelijkheden zijn enorm. Je bent heel dicht bij de consument en je kan die consument met nieuwe devices en applicaties op een nieuwe manier bereiken. Met de komst van location based services en applicaties met sociale netwerkelementen zou er wel eens een nieuwe digitale realiteit kunnen ontstaan. “De tijd is aangebroken om te experimenteren met mobiel”, zegt Cooreman, “maar het is nog geen massakanaal. De usability van mobiel internet is dat van het gewone internet in 1998. Er is nog heel veel werk aan de winkel dus.” En toch loont het de moeite. Tegen 2014 zal er wereldwijd online 2,4 miljard euro gespendeerd worden aan muziek. Ongeveer drie keer zoveel als games, en zeven keer zoveel als de markt van video en tv. Muziek en het
37
38
digitale en mobiele web hebben wel degelijk een toekomst. Gianni Cooreman werkt sinds 2004 bij het online marktonderzoeksbureau InSites Consulting. Als Digital Research Manager houdt hij zich voornamelijk bezig met projecten die te maken hebben met technologie en nieuwe media. Door de jaren heen heeft Gianni projecten uitgevoerd voor onder andere Skype, eBay, PayPal, Google, Pioneer, Rabobank,... Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het MC DC marktonderzoeksrapport. Het rapport behandelt 17 uitdagingen op het gebied van digitale media waar marketeers vandaag mee geconfronteerd worden. Muziek op mobiele applicaties Ook artiesten kunnen de ontwikkelingen van het mobiel internet maar beter op de voet volgen. Ard Boer, medeoprichter van Music Labs, maakte de eerste iPhone Applicatie (App) voor een Nederlandse artiest: de App van Don Diablo. “Het is tijd om volop te experimenteren”, zegt Boer. “Je kan waanzinnig mooie dingen doen met zo'n iPhone App. Nieuws, tourdates, YouTubefilmpjes, muziek, twitteren met de artiest: je App wordt een soort mobiele MySpace. En het leuke is dat je er ook een 'Buy'‐knopje kan zetten naast elk nummer, met een directe link naar de iTuneswinkel. Op termijn kan je daar dus ook economische voordelen uit halen – het is niet alleen promo en marketing.” Ook niet onbelangrijk: de iPhonemarkt is een groeimarkt. Wereldwijd zijn er in het eerste kwartaal 7,4 miljoen iPhones verkocht, bepaald indrukwekkende cijfers – “en die cijfers gaan alleen maar stijgen”. 25.000 Apps werden er al gemaakt voor de iPhone, die samen al 2 miljard keer gedownload zijn – al moet daar wel bij gezegd worden dat downloaden en daadwerkelijk gebruiken niet hetzelfde zijn. Dé uitdaging is dan ook om je App zo goed te maken dat de downloader hem ook blijft gebruiken. Die iPhonegebruikers moet je ook als één markt zien, zegt Boer. “Nederlanders, Amerikanen, Britten en Belgen zitten allemaal in dezelfde markt: je moet je dus niet tot één land beperken.” Spotify heeft dat bijvoorbeeld heel goed begrepen, met een fantastische App – 'een echte game changer' – waarin je nummers kunt opslaan in je cachegeheugen en luisteren wanneer je wil. Het label Excelsior in Nederland gebruikt het dan weer om artiesten te pushen: wie de App downloadt om pakweg Spinvis te luisteren, komt zo ook in contact met andere artiesten van het label. Kortom, ontwikkelingen om in het oog te houden. Ard Boer is medeoprichter van New Music Labs. Hij realiseerde de eerste iPhone App voor een Nederlandse artiest, evenals de laatste website van Krezip en is initiatiefnemer van het festival Into The Great Wide Open op het Waddeneiland Vlieland. Tevens verzorgt hij advies over online marketing aan onder andere Sony Music. Praktijkvoorbeeld: Nokia Comes With Music Ook Nokia, een van de grootste spelers op de mobiele markt, heeft muziekplannen, zegt Jurgen Thysmans, communication manager bij Nokia Benelux. Met de Nokia Music Store, een à la carte concept in de stijl van iTunes, bieden ze muziek op de gsm aan voor 99 cent per track. Daarnaast zijn ze ook druk in de weer met Comes With Music, een soort all you can eat‐concept voor muziek: wie een maandelijks bedrag van rond de tien euro betaalt kan één jaar lang onbeperkt en gratis downloaden. Volledig legaal én de muziek blijft steeds van jou. Nokia werkt zo samen met de muziekindustrie, telecomoperatoren en content providers om muziek in de broekzak van de luisteraar te krijgen. “Gebruikers willen muziek bij zich hebben”, zegt Thysmans. “De beleving verandert. Muziekliefhebbers willen hun muziek nú en ze willen het kunnen delen met anderen. Met Nokia hopen we dat we daar kunnen toe bijdragen en drempels van het legale downloaden wegnemen.” Jurgen Thysmans is communication manager bij Nokia Benelux.
39
40
Startup Corner Technologische innovatie van eigen bodem! Tijdens de studiedag boden we ook aan jonge internetondernemers die rond muziek werken de kans hun project voor te stellen aan de muzieksector. Dat gebeurde doorlopend in de Startup Corner. Tijdens de lunch presenteerde elk project zich in korte pitch sessies. FanInvest Crowdfunding Culture FanInvest is een platform dat de financiering van beginnende kunstenaars ‐ niet beperkt tot muziek dus ‐ mogelijk maakt via zogenaamde crowdfunding. Fans kunnen mee financieren door zelf een kleine bijdrage te leveren. Promotie en financiering worden gerealiseerd via een combinatie van tools zoals social community ‐ interactie tussen fans en artiest ‐ en industry expert community ‐ interactie tussen verschillende actoren binnen het bredere cultuurlandschap. Anderzijds is het de bedoeling standaard en premium content aan te leveren als incentive naar de fans toe. FanInvest wil een rol spelen van katalysator zonder zich te mengen in bestaande relaties tussen artiest, manager en label zoals die vandaag de dag reeds bestaan en heeft als hoofddoel om de betrokkenheid tussen fan en artiest te vergroten. De lancering van de betaversie wordt voorzien in het voorjaar van 2010. Motion Music Manager Motion Music Manager (MMM) is het ‘online dashboard for the self‐promoting musician’. Als artiest merk je dat je online identiteit helemaal versnipperd wordt over je eigen website en verschillende sociale netwerken heen. MMM brengt het beheer van je profielen en sites weer naar een centraal punt. Vanuit het dashboard kun je content uploaden ‐ nieuws, status updates, foto’s, video’s, concertdata ‐ naar al je profielen en websites tegelijk. Je krijgt ook een mooi overzicht van statistieken ‐ profile views, song plays, comments, fans… ‐ waarop je kan aflezen wat de impact is van je acties. Op die manier kun je je strategie evalueren of herzien. Het credo is: maximale communicatie met minimale inspanningen, waardoor je je weer kan concentreren op de kern van de zaak: muziek maken. (beta.mmmotion.com) Musescore MuseScore is een gratis en open source muzieknotatieprogramma, beschikbaar voor Windows, Mac en Linux. Het ondersteunt een ongelimiteerd aantal notenbalken: tot 4 stemmen per balk en noten kunnen heel eenvoudig ingegeven worden via het toetsenbord, muis en MIDI keyboard. Verder ondersteunt MuseScore in‐ en uitvoer van MIDI en MusicXML bestanden, alsook uitvoer naar pdf, png, wav, ogg en andere. MuseScore is ideaal voor muziekscholen, academies en muziekliefhebbers: het is gratis, heel gemakkelijk in gebruik en is beschikbaar in meer dan 20 talen, waaronder Nederlands. MuseScore is meer dan een volwaardig alternatief voor commerciële software pakketten zoals Finale Notepad. (www.musescore.org)
41
Oxynade Oxynade heeft de meest uitgebreide evenementendatabank van Europa opgebouwd en verzorgt de evenementenkalenders van heel wat kranten en andere media partners. Via MijnEvent.be kunnen organisatoren van festivals, concerten, seminaries en andere evenementen eenvoudig en professioneel online tickets verkopen én hun evenement extra in de kijker zetten. (www.oxynade.com) Tagger.fm Tagger.fm is een nieuwe manier voor fans om heel eenvoudig hun interesses in muziek vast te leggen en te delen met vrienden. Zo leren we voor onze partners de fans beter kennen. (www.tagger.fm) Tunify Op www.tunify.com kies je muziek niet alleen op basis van muziekstijl, maar ook op basis van ritme, dansstijl, thema, sfeer, instrument, taal en nog veel meer. Meer dan 300 categorieën helpen je bij het bepalen van je muziekkeuze. Tunify stelt op jouw commando urenlange en steeds nieuwe playlists samen, nooit saaie herhalingen! Je kan ook zelf playlists maken, verzoeknummers spelen en bij elke song gelijkaardige muziek opvragen. Je hebt een gewone computer met internetverbinding nodig. Je hoeft geen extra hard of software te kopen of te installeren. Je hoeft geen muziek te downloaden. De muziek wordt in een superieure kwaliteit gestreamd via het internet. Je abonneert je op www.tunify.com (vanaf 4,95€), krijgt toegang tot je online muzieksysteem en kan onmiddellijk muziek beginnen spelen. (www.tunify.com)
42
43
44
Slottoespraak JAN VERMASSEN x ADVISEUR VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR JOKE SCHAUVLIEGE x VERSLAG: DIRK STEENHAUT De studiedag Muziek Digitaal moet ons nieuwe modellen opleveren om een goed cultuurbeleid te ontwikkelen en concrete stappen vooruit te zetten, zegt Jan Vermassen. Muziek is door de recente evoluties in een nieuwe, ingrijpende fase terechtgekomen. Als antwoord daarop moet het beleid de e‐ cultuur verder ontwikkelen. E‐cultuur staat voor de fundamentele wijzigingen, veroorzaakt door de nieuwe communicatie‐ en informatietechnologie, met veranderende rollen voor zowel de aanbieder als gebruiker. Het historisch rijke muziekleven in Vlaanderen wordt geconfronteerd met een zware internationale concurrentie. De oude recepten voldoen niet langer, dus moeten we resoluut inzetten op innovatie en creativiteit in de culturele sectoren. Dat brengt globalisering, technologisering en individualisering mee, thema’s waar de overheid op een ambitieuze manier moet mee omgaan. De digitalisering, die ook de muzieksector voor grote uitdagingen stelt, is daarin een essentiële schakel. Het is onze ambitie een e‐cultuurvisie en een beleid rond cultuurindustrie te ontwikkelen. We moeten oog hebben voor de problemen die zich voordoen in het veranderende landschap, maar ook voor de nieuwe kansen die zich aandienen ten voordele van de muzieksector. Diverse overheidsinstellingen, binnen de cultuur (maar ook daarbuiten), spelen hierin een voorname rol: het BOM‐project, het Archipelproject dat op stapel staat, het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT), Flanders Investment & Trade... die projecten moeten we voorzetten. Het zijn stimuli om tot een duurzaam beleid rond e‐cultuur en cultuurindustrie te komen. We moeten zoeken en experimenteren, met als doel de cultuursector transparanter én toegankelijker te maken. Een van onze beperkingen is de kleine schaal van Vlaanderen. Veel nieuwe businessmodellen worden daardoor in hun groei gefnuikt. Belangrijk is dus dat we ons ontwikkelen in een Europees of globaal kader. Kleine landen kunnen daar overigens best een betekenisvolle rol in spelen. Kijk maar naar de cultuuruitingen en de creatieve economie die IJsland heeft geïntroduceerd. Tegelijk moeten we aandacht hebben voor de bewaring en ontsluiting van ons muzikale erfgoed. Op de Waalse Krook in Gent wordt een compleet nieuw mediacentrum ontwikkeld dat de bibliotheek van de 21ste eeuw zal huisvesten, maar ook de nieuwe media en het audiovisuele archief van de VRT zal ontsluiten. Het muzikale erfgoed dient deel uit te maken van dat programma. Het auteursrecht is een moeilijk thema. Moeten we het afschaffen en vrijmaken, of moeten we het juist nog strenger gaan toepassen? Het lijkt aangewezen hier een gulden middenweg te bewandelen. Het thema zal tijdens deze legislatuur hoe dan ook aan bod komen. Auteursrecht is weliswaar een federale bevoegdheid maar de Vlaamse overheid kan het debat wèl stimuleren. De budgettaire context waarin de Vlaamse regering momenteel moet opereren is niet ideaal. Toch moeten we bepaalde beleidskeuzes verder ontwikkelen en aan veldanalyse blijven doen. In onze beleidsnota staat nadrukkelijk dat de e‐cultuur een belangrijk aandachtspunt zal blijven, maar dat we tegelijk op zoek moeten naar nieuwe modellen om met creativiteit, innovatie en nieuwe mogelijkheden tot financiering om te gaan. Muziekcentrum Vlaanderen wordt, als steunpunt én als vertegenwoordiger van de muzieksector, onze eerste partner in dat verhaal.
45
Deelnemerslijst (Dit is het overzicht van de bevestigde deelnemers bij inschrijving)
Voornaam
Naam
Organisatie
Andres
Ambrogio
‐
Hans
Ascrawat
Management Ascrawat
Stijn
Bannier
IBBT‐SMIT
Bart
Becks
SonicAngel
Rik
Bevernage
De Werf
Ard
Boer
New Music Labs
Jotie
Boone
Ancienne Belgique
Johan
Bouciqué
Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Olivier
Braet
IBBT‐SMIT
Robin
Aerts
Muziekcentrum Vlaanderen
Jan
Briers
Festival van Vlaanderen Gent
Fabienne
Brison
Howrey LPP
Julia
Bucz
BrightArt
Frederic
Busscher
Het Depot
Piet
Callens
ParticipatieMaatschappij Vlaanderen
Wies
Callens
Repetitieruimtes vzw
Isaline
Claeys
Festival van Vlaanderen
Christine
Claus
Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Carolien
Coenen
Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Stef
Coninx
Muziekcentrum Vlaanderen
Gianni
Cooreman
Insites
Delphine
Coppe
Sabam
Martin
Corlazolli
NEWS NV
Paul
Corthouts
Overleg Kunstenorganisaties vzw
Wim
Coryn
MusicPublishers.Be
Dirk
Coutigny
Symfonieorkest Vlaanderen
Ingrid
Crab
fruityTECH bvba
Thierry
Dachelet
Sabam
Eleen
Daneels
Met‐X
Hans
De Belder
Vlaanderenconsult.Eu bvba
Brandaan
De Belder
‐
Jan
De Block
AudioLogo's
Jo
De Clercq
‐
Bram
de Jong
SampleSumo bvba
Pascal
De Keyser
DK Services
46
Nick
De Mey
Board Of Innovation
Sam
De Smet
Sabam
Lykle
De Vries
News Music Labs
Frederik
De Wachter
Tagger.FM
Christine
Debaene
Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Nikolaas
Debelie
Belgian Entertainment Association
Bart
Debruijn
Nokia Belgium
Lotte
Debruyne
ladda vzw
Christoph
Decaesteker
SoundBoard
Evelien
Deceuninck
ParticipatieMaatschappij Vlaanderen
Ruben
Dehouck
Activision Benelux
Johan
Delaure
Bibnet
Robbe
Demuynck
Soundslike
Didier
Deneuter
Modo Advocaten
Christophe
Depreter
Sabam
Dave
Driesmans
Kraak / CobaltApp.com
Tine
Englebert
‐
Tom
Evens
MICT / IBBT / UGent
Jill
Everaerdt
Vlaamse Permanente Vertegenwoordiging bij de EU
Stefaan
Froyman
Winob
Petra
Geens
Muziekcentrum Vlaanderen
Kim
Geerdens
Het Depot
Geert
Geuten
MoJuice
Paul
Gompes
Muziek Centrum Nederland
Katrien
Goossens
Pukkelpop
Sander
Graumans
[PIAS] Belgium
Luc
Gulinck
‐
Patrick
Guns
Universal Music Belgium
Jan
Hautekiet
VRT
Laurence
Hauttekeete
‐
Dave
Haynes
Soundcloud
Sarah
Hoebrechts
‐
Liesbeth
Huybrechts
Media & Design Academy
Peter
Jolling
Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Ioan
Kaes
PHL Music
Gerrit
Kerremans
VRT
Robin
Kerremans
ICRI / IBBT / K.U.Leuven
Rudi
Knoops
Media & Design Academy
Ann
Laenen
C.H.I.P.S. vzw
Tristan
Lagae
Vk* concerts
Benny
Lanoizelé
Universal Music Belgium
Evelyne
Lauwers
Muziekcentrum Vlaanderen
Katrien
Lefevre
Muziekcentrum Vlaanderen
Kristin
Lenaers
SJP Promotions
Peter
Leyder
ParticipatieMaatschappij Vlaanderen
47
Klaas
Lievens
Oxalys vzw
Stefaan
Lippens
Universiteit Gent
Tim
Lodens
Agentschap Kunsten en Erfgoed
Nele
Maertens
Provincale bibliotheek Limburg
Olivier
Maeterlinck
Belgian Entertainment Association
Glenn
Magerman
‐
Steven
Marx
Muziekcentrum Vlaanderen
Vanessa
Massant
Pukkelpop
Kevin
Mc Mullan
Ancienne Belgique
Peter
Mechant
MICT / IBBT / UGent
Mars
Mertens
Buma/Stemra
Joachim
Michem
Deloitte
Johan
Mijs
Bibnet
Luc
Mishalle
Met‐X
Bernard
Moerman
Bibliotheek Oostende
Katrien
Molenberghs
Ancienne Belgique
Dries
Moreels
Vlaams Theater Instituut
Isabelle
Moussiaux
Universal
Sandra
Muts
NEWS NV
Hans
Nissens
Oxynade
Luc
Nowé
Poppunt
Gert
Nulens
IBBT‐SMIT
Nikolaas
Onsea
Sony Music
Axel
Ophoff
Universal Music Belgium
Ann
Overbergh
Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst
Wouter
Peeters
Agentschap Kunsten en Erfgoed
Winne
Penninckx
The European Blues Union
Karolien
Polenus
‐
Stijn
Roggeman
De Kreun / 4x4music
Caroline
Rombaut
Muziekcentrum Vlaanderen
Jo
Santy
Muziekinstrumentenmuseum
Katrien
Schulz
Locus
Katia
Segers
Vrije Universiteit Brussel ‐ CEMESO
Joost
Smiers
‐
Luc
Standaert
VRT
Dirk
Steenhaut
Journalist
Marc
Steens
vzw Clubcircuit
Koen
Tanghe
SampleSumo bvba
Isabelle
Thoelen
Provinciale Bibliotheek Limburg
Jurgen
Thysmans
Nokia Belgium
Robin
Tulkens
BNLX / Crammerock / daMusic / KNNKT
Filippe
Van de Craen
Quiet Concerts
Lawrence
Van Den Eede
EMI Music Publishing Belgium
David
Van den Hende
Divan
Hans
van der Linden
Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media
48
Diederik
Van der Sijpe
Deloitte
Guy
Van Handenhove
EMI Music Publishing Belgium
Jan
Van Hooydonck
fruityTECH bvba
Herman
Van Laar
Sabam
Stan
Van Pelt
Agentschap Kunsten en Erfgoed
Jos
Van Rillaer
Agentschap Kunsten en Erfgoed
Gunter
Van Rompaey
Brilliant Classics / Foreign Media Group
Quinten
Van Wichelen
Muziekcentrum Vlaanderen
Lieve
Vande Velde
Muziekcentrum Vlaanderen
Jan
Vandervieren
VD4team
Evelyn
Vandervieren
VD4team
Sarah
Vandervreken
Oxynade
Guido
Vangoidsenhoven
‐
Gust
Vanhecke
Universiteit Gent
Roel
Vanhoeck
Jeugd en Muziek
Tijs
Vastesaeger
Poppunt
Peter
Verbiest
Boondoggle
Gerry
Vergult
VRT
Katrien
Verhuyck
Vive La Fête / Firme De Disque / Katroll
Gino
Verleye
MICT / IBBT / UGent
Jan
Vermassen
Kabinet Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege
Johan
Verminnen
Sabam
Véronique
Verspeurt
Matrix
Liesbeth
Vlerick
ladda vzw
Serge
Vloeberghs
Arthena
Dirk
Volkaert
Undertone vzw
Marc
Vrebos
Ancienne Belgique
Carlo
Vuijlsteke
Muziekcentrum Vlaanderen
Luc
Waegeman
Kinky Star vzw
Evi
Werkers
ICRI / IBBT / K.U.Leuven
Mariepaule
Wouters
Muziekcentrum Vlaanderen
Jesse
Wynants
Boondoggle
Geert
Zagers
Journalist
David
Zegers
Ancienne Belgique
Annelies
Zoetardt
Sony Music
49
Colofon De studiedag Muziek Digitaal werd georganiseerd door Muziekcentrum Vlaanderen in samenwerking met het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media van de Vlaamse Gemeenschap. Hartelijk dank aan alle sprekers en moderatoren, de leden van de stuurgroep van de studiedag, de Beursschouwburg en zijn personeel, en alle anderen die deze dag mogelijk maakten! Dit verslag werd opgemaakt door Dirk Steenhaut en Geert Zagers. Muziekcentrum Vlaanderen verzorgde de eindredactie. De foto’s zijn van Isabel Pousset (www.isabelpousset.com). Zin in meer? Surf snel naar www.muziekdigitaal.be voor alle achtergrondinfo, beeldmateriaal en presentaties van de studiedag! Wil je meer lezen over de thema’s van de studiedag, snuister dan alvast eens door de publicaties en persknipsels die we verzameld hebben onder het trefwoord “e‐cultuur” op www.muziekcentrum.be/e‐cultuur. Ze zijn allen raadpleegbaar bij Muziekcentrum Vlaanderen (op eenvoudige telefonische afspraak) en/of integraal online beschikbaar op www.muziekcentrum.be. Over ons Muziekcentrum Vlaanderen is het officieel steunpunt voor de professionele muzieksector in Vlaanderen. Het is een onafhankelijke vzw opgericht door de Vlaamse overheid en gevestigd in het centrum van Brussel. Als steunpunt heeft het de taak meegekregen om sector en beleid op het vlak van praktijkondersteuning, praktijkontwikkeling en beeldvorming en communicatie bij te staan. Het Muziekcentrum Vlaanderen realiseert deze doelstellingen door het verzamelen en ontsluiten van relevante informatie over en voor de muzieksector; overleg te plegen met en over de muzieksector; de muzieksector bij te staan in zijn professionele ontwikkeling; en het initiëren, begeleiden en ondersteunen van promotionele acties en publicaties rond muziek uit Vlaanderen. Contact Muziekcentrum Vlaanderen vzw Steenstraat 25, 1000 Brussel T +32 2 504 90 90 | F +32 2 502 81 03 www.muziekcentrum.be |
[email protected] O.N. 0468.697.862
50
© 2009 Muziekcentrum Vlaanderen vzw. Overname van teksten is alleen toegestaan mits bronvermelding en na overleg met Muziekcentrum Vlaanderen.