WINTERREGELING MIDEA (Low Ambient Kit) Wanneer moet ik een winterregeling gebruiken? U kunt een winterregeling gebruiken wanneer u buitentemperaturen. Buiten temperaturen lager dan 15 °C.
wilt
koelen
bij
lage
Wanneer kan ik geen standaard winterregeling gebruiken? Op een inverter unit en een “multi” unit, een duo, trio of quatro kan geen standaard Midea winterregeling aangesloten worden. Hiervoor zijn wel winterregelingen in de handel. Wat doet een winterregeling? Een winterregeling zorgt ervoor dat de condensorventilator in de koelmodus bij lage temperaturen niet constant draait. De druk in het koelsysteem is afhankelijk van de temperatuur van het koudemiddel. Om deze druk optimaal te houden moet de temperatuur van het koudemiddel niet te laag worden. Wanneer de condensorventilator wel constant draait dan koelt het koudemiddel te ver af waardoor er te weinig druk ontstaat in het koelsysteem. De winterregeling zal de ventilator zo regelen dat er een vloeistof temperatuur tussen +20º en +40º C bereikt zal worden. Beschrijving aansluiten winterregeling: De Midea winterregeling dient u aan te sluiten op de buitenunit. Er hoeft niets veranderd te worden aan de verbinding tussen de binnen- en buitenunit. De winterregeling wordt op de volgende universele manier aangesloten:
Benaming draden van de winterregeling: 1. Voeding voor de winterregeling. Deze komt van de voeding van condensorventilator (voor het monteren van de winterregeling). De voeding kan van de aansluit klemmenstrook van de outdoor unit komen of vanuit de outdoor print. 2. Vaste nul. 3. Voeding vanuit de winterregeling naar de condensorventilator. 4. Overbrugt de condensorventilator tijdens verwarmen. 5. Regelende nul van de condensorventilator.
www.vb-klimaattechniek.nl 1 / 12
Alleen voor: MSG 07 T/M18 MSV1 07 T/M 18
MSC 07 T/M 18 MOU 09 T/M 18
MSX 07 T/M 18
Aansluiten winterregeling: 1. Verwijder draad A van aansluitklem 4 en sluit op aansluitklem 4 draad nr 1 van de winterregeling aan. 2. Sluit op draad A draad 3 van de winterregeling aan. 3. Verwijder draad B van de condensator van de condensorventilator en sluit op de condensator van de condensorventilator draad nr 5 van de winterregeling aan. 4. Sluit op draad B draad nr 2 van de winterregeling aan. 5. Sluit bij draad C draad nr 4 van de winterregeling aan. 6. Monteer de voeler op de uittrede vloeistofleiding van de condensor en isoleer deze goed. Mits juist aangesloten zal de winterregeling de condensorventilator zo regelen dat er een vloeistof temperatuur tussen +20º en +40º C bereikt zal worden. Benaming draden van de winterregeling: 1. Voeding voor de winterregeling. Deze komt van de voeding van condensorventilator (voor het monteren van de winterregeling). De voeding kan van de aansluit klemmenstrook van de outdoor unit komen of vanuit de outdoor print. 2. Vaste nul. 3. Voeding vanuit de winterregeling naar de condensorventilator. 4. Overbrugt de condensorventilator tijdens verwarmen. 5. Regelende nul van de condensorventilator.
www.vb-klimaattechniek.nl 2 / 12
Alleen voor: MSG 07 T/M18 MSV1 07 T/M 18
MSC 07 T/M 18 MOU 09 T/M 18
MSX 07 T/M 18
Zonder winterregeling:
Met winterregeling:
www.vb-klimaattechniek.nl 3 / 12
Het is mogelijk dat de nul van de condensator van de condensorventilator via de condensator van de compressor loopt dan dient u het onderstaand schema te gebruiken. Zonder winterregeling:
Met winterregeling:
www.vb-klimaattechniek.nl 4 / 12
Alleen voor: MOF 24 en 28 HN1 Let op: Deze buitenunits regelen zelf al enigszins de condensorventilator door op een temperatuur de ventilatorsnelheid te regelen tussen hoog en laag toeren. Indien deze regeling te grof regelt kunt u een winterregeling aansluiten op de onderstaande manier. Aansluiten winterregeling: 1. Verwijder draad A en sluit deze draad aan op draad 3 van de winterregeling. 2. Sluit draad nr. 1 van de winterregeling aan op CN11 van de printplaat. 3. Verwijder draad B van de condensator van de condensorventilator en sluit op deze draad draad 2 van de winterregeling aan. 4. Sluit draad nr 5 van de winterregeling aan op het zojuist vrijgemaakte contact van de condensator van de condensorventilator. 5. Sluit bij draad C draad nr 4 van de winterregeling aan. 6. Monteer de voeler op de uittrede vloeistofleiding van de condensor en isoleer deze goed. Opmerking: Indien u een winterregeling toepast dient u de witte draad (D) aangesloten op C10 los te halen van C10 en deze NIET meer te gebruiken. Mits juist aangesloten zal de winterregeling de condensorventilator zo regelen dat er een vloeistof temperatuur tussen +20º en +40º C bereikt zal worden. Benaming draden van de winterregeling: 1. Voeding voor de winterregeling. Deze komt van de voeding van condensorventilator (voor het monteren van de winterregeling). De voeding kan van de aansluit klemmenstrook van de outdoor unit komen of vanuit de outdoor print. 2. Vaste nul. 3. Voeding vanuit de winterregeling naar de condensorventilator. 4. Overbrugt de condensorventilator tijdens verwarmen. 5. Regelende nul van de condensorventilator.
www.vb-klimaattechniek.nl 5 / 12
Alleen voor: MOF 24 en 28 HN1 Zonder winterregeling:
Met winterregeling:
www.vb-klimaattechniek.nl 6 / 12
Alleen voor: MOU 24HRN1 (230 Volt) Aansluiten winterregeling: 1. Verwijder draad A van aansluitklem 3 en sluit op aansluitklem 3 draad nr 1 van de winterregeling aan. 2. Sluit op draad A draad 3 van de winterregeling aan. 3. Verwijder draad B van de condensator van de condensorventilator en sluit op deze klem draad nr 5 van de winterregeling aan. 4. Sluit op draad B draad nr 2 van de winterregeling aan. 5. Sluit bij draad C draad nr 4 van de winterregeling aan. 6. Monteer de voeler op de uittrede vloeistofleiding van de condensor en isoleer deze goed. Mits juist aangesloten zal de winterregeling de condensorventilator zo regelen dat er een vloeistof temperatuur tussen +20º en +40º C bereikt zal worden. Benaming draden van de winterregeling: 1. Voeding voor de winterregeling. Deze komt van de voeding van condensorventilator (voor het monteren van de winterregeling). De voeding kan van de aansluit klemmenstrook van de outdoor unit komen of vanuit de outdoor print. 2. Vaste nul. 3. Voeding vanuit de winterregeling naar de condensorventilator. 4. Overbrugt de condensorventilator tijdens verwarmen. 5. Regelende nul van de condensorventilator.
www.vb-klimaattechniek.nl 7 / 12
Alleen voor: MOU 24HRN1 (230 Volt) Zonder winterregeling:
Met winterregeling:
www.vb-klimaattechniek.nl 8 / 12
Alleen voor: MOU 30 en 36 HRN1 (380 Volt) Aansluiten winterregeling: 1. Verwijder draad A van aansluitklem Hi, Low en sluit op dit aansluitblok draad nr 1 van de winterregeling aan. 2. Sluit op draad A draad 3 van de winterregeling aan. 3. Verwijder draad B van het nulblok en sluit draad 2 van de winterregeling aan op het nulblok. (Nulblok is een aansluitblok dat rechtstreeks is verbonden met de nul van de voeding). 4. Sluit op draad B draad nr 5 van de winterregeling aan. 5. Sluit bij draad C draad nr 4 van de winterregeling aan. 6. Monteer de voeler op de uittrede vloeistofleiding van de condensor en isoleer deze goed. Mits juist aangesloten zal de winterregeling de condensorventilator zo regelen dat er een vloeistof temperatuur tussen +20º en +40º C bereikt zal worden. Benaming draden van de winterregeling: 1. Voeding voor de winterregeling. Deze komt van de voeding van condensorventilator (voor het monteren van de winterregeling). De voeding kan van de aansluit klemmenstrook van de outdoor unit komen of vanuit de outdoor print. 2. Vaste nul. 3. Voeding vanuit de winterregeling naar de condensorventilator. 4. Overbrugt de condensorventilator tijdens verwarmen. 5. Regelende nul van de condensorventilator.
www.vb-klimaattechniek.nl 9 / 12
Alleen voor: MOU 30 en 36 HRN1 (380 Volt) Zonder winterregeling:
Met winterregeling:
www.vb-klimaattechniek.nl 10 / 12
Alleen voor: MOU 48 en 60 HRN1 (380 Volt) Aansluiten winterregeling: 1. Verwijder draden A1 en A2 van het aansluitblok Hi-Low en sluit op dit aansluitblok draad 1 van de winterregeling aan. 2. Sluit draden A1 en A2 samen aan op draad n3 van de winterregeling aan. 3. Verwijder draden B1 en B2 van het nulblok en sluit beide draden aan op draad 5 van de winterregeling. (Nulblok is een aansluitblok dat rechtstreeks is verbonden met de nul van de voeding). 4. Sluit draad nr 2 van de winterregeling aan op het nulblok. 5. Sluit bij draad C draad nr 4 van de winterregeling aan. 6. Monteer de voeler op de uittrede vloeistofleiding van de condensor en isoleer deze goed. Mits juist aangesloten zal de winterregeling de condensorventilator zo regelen dat er een vloeistof temperatuur tussen +20º en +40º C bereikt zal worden. Benaming draden van de winterregeling: 1. Voeding voor de winterregeling. Deze komt van de voeding van condensorventilator (voor het monteren van de winterregeling). De voeding kan van de aansluit klemmenstrook van de outdoor unit komen of vanuit de outdoor print. 2. Vaste nul. 3. Voeding vanuit de winterregeling naar de condensorventilator. 4. Overbrugt de condensorventilator tijdens verwarmen. 5. Regelende nul van de condensorventilator.
www.vb-klimaattechniek.nl 11 / 12
Alleen voor: MOU 48 en 60 HRN1 (380 Volt) Zonder winterregeling:
Met winterregeling:
www.vb-klimaattechniek.nl 12 / 12