Sensor voor omgevingstemperatuur TEMPSENSOR-AMBIENT Installatiehandleiding
TempsensorAmb-INL110610 | 98-0042810 | Version 1.0
NL
SMA Solar Technology AG
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Toelichting bij deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geldigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Doelgroep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruikte pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 2.1 2.2
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
3
Leveringsomvang. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4 4.1 4.2
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Montagelocatie kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Omgevingstemperatuursensor monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5 5.1 5.2
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Kabel op omgevingstemperatuursensor aansluiten . . . . . . . . . . 9 Omgevingstemperatuursensor op de Sunny SensorBox aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
6 6.1 6.2
Buitenbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Omgevingstemperatuursensor demonteren . . . . . . . . . . . . . . . 12 Omgevingstemperatuursensor afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
7
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
8
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Installatiehandleiding
TempsensorAmb-INL110610
4 4 4 4
3
Toelichting bij deze handleiding
SMA Solar Technology AG
1 Toelichting bij deze handleiding Deze handleiding behandelt de montage en installatie van de omgevingstemperatuursensor. De handleiding dient te allen tijde toegankelijk te zijn.
1.1 Geldigheid Deze handleiding is bestemd voor de uitbreidingsset TEMPSENSOR-AMBIENT.
1.2 Doelgroep Deze handleiding is voor geschoolde elektriciens.
1.3 Gebruikte pictogrammen In dit document worden de onderstaande soorten veiligheidsaanwijzingen en algemene aanwijzingen gebruikt: GEVAAR!
"GEVAAR" markeert een veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen direct tot de dood of zwaar lichamelijk letsel leidt! WAARSCHUWING!
"WAARSCHUWING" markeert een veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot de dood of zwaar lichamelijk letsel kan leiden! VOORZICHTIG!
"VOORZICHTIG" markeert een veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot licht of middelzwaar lichamelijk letsel kan leiden! OPGELET!
"OPGELET" markeert een veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot materiële schade kan leiden! Opmerking Een aanwijzing duidt op informatie die belangrijk is voor de optimale werking van het product.
4
TempsensorAmb-INL110610
Installatiehandleiding
SMA Solar Technology AG
Veiligheid
2 Veiligheid 2.1 Reglementair gebruik De omgevingstemperatuursensor TEMPSENSOR-AMBIENT bestaat uit een PT100 meetweerstand die in een lP65 kunststofbehuizing is ondergebracht. Met de temperatuursensor TEMPSENSOR-AMBIENT kan naar keuze in 2-draads of 4-draads techniek worden gemeten. Het meetbereik van de omgevingstemperatuursensor ligt tussen − 30 °C en +80 °C. Voor de verdere verwerking van de omgevingsgegevens, moet de sensor worden aangesloten op de Sunny SensorBox. De omgevingstemperatuursensor is uitsluitend geschikt voor gebruik met origineel toebehoren van SMA of met toebehoren dat door SMA Solar Technology AG wordt aanbevolen. Tot een reglementair gebruik behoort eveneens het in acht nemen van alle andere documenten bij dit apparaat alsmede bij de bijbehorende componenten.
2.2 Veiligheidsaanwijzingen OPGELET! Beschadiging van de PV-installatie door blikseminslag. Alle apparatuur die op het dak wordt gemonteerd, moet in de bestaande bliksembeveiliging van de PV-installatie worden geïntegreerd.
Installatiehandleiding
TempsensorAmb-INL110610
5
Leveringsomvang
SMA Solar Technology AG
3 Leveringsomvang
Positie A B C
aantal 1 2 2
Aanduiding TEMPSENSOR-AMBIENT (omgevingstemperatuursensor) Schroeven Pluggen
6
TempsensorAmb-INL110610
Installatiehandleiding
SMA Solar Technology AG
Montage
4 Montage 4.1 Montagelocatie kiezen • De omgevingstemperatuursensor mag niet met de draadverbinding omhoog worden gemonteerd om een waterstand op de kabelschroefverbinding te verhinderen. • Bescherm de omgevingstemperatuursensor tegen sterke verontreiniging en spatwater. • Raadpleeg de afbeelding hiernaast voor de aanbevolen uitlijning van de omgevingstemperatuursensor. • Kies een montageplaats die zich de hele dag in de schaduw bevindt. • Let erop dat zich op de montageplaats geen warmte kan ophopen. •
Houd rekening met de maximale kabellengte van 30 m.
4.2 Omgevingstemperatuursensor monteren
1. Vier schroeven aan de behuizing van de omgevingstemperatuursensor losdraaien en deksel verwijderen. 2. Montagelocatie bepalen en markeren. Houd daarbij rekening met de montageruimte (zie afbeelding). 3. Behuizing van de omgevingstemperatuursensor bevestigen met de bijgeleverde schroeven. ☑ De omgevingstemperatuursensor is gemonteerd.
Installatiehandleiding
TempsensorAmb-INL110610
7
Elektrische aansluiting
SMA Solar Technology AG
5 Elektrische aansluiting 4-draads techniek Om meetfouten door leidingweerstand te compenseren, moet de temperatuursensor met de 4-draads techniek worden aangesloten. Bij deze aansluiting wordt de stroomvoering en spanningsmeting op afzonderlijke draadparen uitgevoerd. De kabel mag niet langer dan 30 m zijn.
Kabelaanbeveling OPGELET Beschadiging van de omgevingstemperatuursensor door binnendringend vocht. Gebruik voor de aansluiting van de omgevingstemperatuursensor uitsluitend een kabel met een diameter van minstend 4,5 mm2, zodat beschadiging van de omgevingstemperatuursensor door binnendringend vocht wordt vermeden (bijvoorbeeld door regen of sneeuw). De kabellengte en -kwaliteit hebben invloed op de kwaliteit van het signaal. Volg de onderstaande aanwijzingen voor de bekabeling om een goede kwaliteit van het signaal te bereiken. Buitenshuis Gebruik buitenshuis een kabel met de volgende essentiële eigenschappen: • Doorsnede minstens 4 x 0,25 mm2, minstens 4 x AWG 24 • Buitendiameter kabel: minstens 4,5 mm, max. 7 mm • UV-bestendig SMA Solar Technology AG adviseert de volgende typen kabel: • Lappkabel: UNITRONIC S-LifY11Y 4 x 0,34 mm² • Lappkabel UL-geregistreerd: UNITRONIC S-LifY11Y 4 x 0,34 mm2 Binnenshuis Wanneer u de kabel voor buitenshuis beschermt tegen UV-straling met een overeenkomend kabelkanaal, kunt u voor binnenshuis ook een niet-UV-bestendige kabel gebruiken met de hierboven vermelde fundamentele eigenschappen. SMA Solar Technology AG adviseert de volgende typen kabel: • Lappkabel: Unitronic LiYY 4 x 0,5 mm2 • Lappkabel UL-gecertificeerd: UNITRONIC LiYY UL/CSA 4 x AWG22/7 • Helukabel: TRONIC LiYY 4 x 0,5 mm2
8
TempsensorAmb-INL110610
Installatiehandleiding
SMA Solar Technology AG
Elektrische aansluiting
5.1 Kabel op omgevingstemperatuursensor aansluiten 1. Schroeven aan de behuizing van de omgevingstemperatuursensor losdraaien en deksel verwijderen. 2. Kabelschroefverbinding van de omgevingstemperatuursensor draaien. 3. De afdekplaatjes binnenin verwijderen. Zorg dat de afdichting binnenin niet uit het toestel valt. 4. De kabelschroefverbinding halverwege op de behuizing draaien. 5. kabel door de kabelschroefverbinding van de omgevingstemperatuursensor trekken. 6. Draden in 4-draads techniek op de schroefklemmen aansluiten, zie afbeelding rechts. 7. De draadkleur noteren: I+ ___________________________ V+ ___________________________ V- ___________________________ I- ___________________________ 8. De kabelschroefverbinding van de omgevingstemperatuursensor met de hand vastdraaien in de behuizing van de omgevingstemperatuursensor (draaikoppel: 0,8 Nm). 9. De stekker van het deksel van de omgevingstemperatuursensor verbinden met de schroefklemmen, zoals in de afbeelding rechts weergegeven. De polariteit van de kabel is willekeurig. 10. Deksel van de omgevingstemperatuursensor op de behuizing bevestigen met de bijgeleverde schroeven. ☑ De kabel is op de omgevingstemperatuursensor aangesloten.
Installatiehandleiding
TempsensorAmb-INL110610
9
Elektrische aansluiting
SMA Solar Technology AG
5.2 Omgevingstemperatuursensor op de Sunny SensorBox aansluiten De aansluiting van de omgevingstemperatuursensor vindt plaats via de aansluiting "F6 TmpAmp" van de Sunny SensorBox. Ga als volgt te werk: OPGELET! Beschadiging van de Sunny SensorBox door binnendringend vocht. • Bij werken buitenshuis moet erop worden gelet dat er geen vloeistof (bijv. door regen of sneeuw) in de geopende Sunny SensorBox terechtkomt. • Bij het invoeren en verwijderen van de kabel door middel van de kabelschroefverbinding, moet erop worden gelet dat de doorvoerdichting correct in de kabelschroefverbinding zit. OPGELET! Beschadiging van de Sunny SensorBox door poreus afdichtingsrubber. Het afdichtingsrubber in het deksel van de Sunny SensorBox wordt na verloop van tijd poreus en verliest zijn dichtheid wanneer de Sunny SensorBox dan wordt geopend. Wanneer u de Sunny SensorBox na een gebruiksduur van meer dan 5 jaar, bijv. voor uitbreidingsdoeleinden, openschroeft, moet het afdichtingsrubber in het deksel van de Sunny SensorBox worden vervangen. Bestel in dat geval een vervangingsafdichting voordat u met de onderhoudswerkzaamheden begint. 1. De zijdelingse kleppen van de Sunny SensorBox via de uitsparingen openen. 2. Schroeven in de hoeken van de Sunny SensorBox losmaken en het deksel van de behuizing naar links uitklappen. De deksel is via haken met het onderste deel verbonden. 3. Wartelmoer van de kabelschroefverbinding onder in het midden van de Sunny SensorBox losdraaien en de blinde plug eruit trekken. 4. Kabel van de omgevingstemperatuursensor door de wartelmoer trekken en de kabelschroefverbinding van de Sunny SensorBox vastdraaien.
10
TempsensorAmb-INL110610
Installatiehandleiding
SMA Solar Technology AG
Elektrische aansluiting
5. Weerstand en overbrugging van de aansluiting "F6: TmpAmb" van de Sunny SensorBox verwijderen.
6. Omgevingstemperatuursensor op de aansluiting "F6: TmpAmb" van de Sunny SensorBox aansluiten Houd rekening met de draadkleuren die u hebt genoteerd (zie pagina 9). 7. Correcte plaatsing van de doorvoerdichting van de kabelschroefverbinding controleren. 8. Wartelmoer handvast op de kabelschroefverbinding draaien, om de kabel vast te zetten (draaikoppel: 0,8 Nm). 9. Bevestig de kabel met geschikt materiaal. 10. Behuizingsdeksel van de Sunny SensorBox op het onderste deel van de behuizing plaatsen. 11. De schroeven handvast (draaikoppel: 1 Nm) in de onderkant van de behuizing draaien. ☑ De omgevingstemperatuursensor is op de Sunny SensorBox aangesloten.
Installatiehandleiding
TempsensorAmb-INL110610
11
Buitenbedrijfstelling
SMA Solar Technology AG
6 Buitenbedrijfstelling 6.1 Omgevingstemperatuursensor demonteren 1. Kabel van de omgevingstemperatuursensor van de Sunny SensorBox verwijderen. 2. Weerstand (100 ohm) en overbrugging van de aansluiting "F6: TmpAmb" in de Sunny SensorBox steken.
3. Schroeven aan de behuizing van de omgevingstemperatuursensor losdraaien en deksel verwijderen. 4. Behuizing van de wand nemen. ☑ De omgevingstemperatuursensor is gedemonteerd.
6.2 Omgevingstemperatuursensor afvoeren De omgevingstemperatuursensor na afloop van de levensduur overeenkomstig de op dat moment op de plaats van opstelling geldende afvoervoorschriften voor elektronisch afval afvoeren, of op eigen kosten en onder vermelding van "ZUR ENTSORGUNG" ("TER AFVOER") naar SMA Solar Technology AG sturen.
12
TempsensorAmb-INL110610
Installatiehandleiding
SMA Solar Technology AG
Technische gegevens
7 Technische gegevens Algemene gegevens Breedte x hoogte x diepte Meetweerstand Montagelocatie
100 mm x 52 mm x 67 mm PT100 buitenshuis
Omgevingsvoorwaarden Omgevingstemperatuur Beschermingsklasse
− 30 °C … +80 °C IP65
Aansluitleiding* Maximale kabellengte
30 m
Meetbereik en toleranties Tolerantie Meetbereik
*
maximaal ± 0,7 °C (Klasse B) − 30 °C … +80 °C
niet bij de SMA-levering inbegrepen.
Installatiehandleiding
TempsensorAmb-INL110610
13
Contact
SMA Solar Technology AG
8 Contact Neem bij technische problemen met onze producten contact op met de SMA-Serviceline. Wij hebben de volgende gegevens nodig om u snel van dienst te kunnen zijn: • Model van de omgevingstemperatuursensor. • Firmwareversie van de Sunny SensorBox • Firmwareversie van de Sunny WebBox • Meetwaarden van de omgevingstemperatuursensor
SMA Benelux bvba/sprl Generaal de Wittelaan 19B 2800 Mechelen Tel. +32 15 28 67 30 Fax +32 15 28 67 36
[email protected] www.SMA-Benelux.com 14
TempsensorAmb-INL110610
Installatiehandleiding
SMA Solar Technology AG
Juridische bepalingen
De informatie in deze documenten is eigendom van SMA Solar Technology AG. Voor de publicatie ervan, geheel of gedeeltelijk, dient SMA Solar Technology AG vooraf schriftelijk toestemming te verlenen. Binnen het bedrijf van de klant mogen deze documenten voor de evaluatie of voor het correcte gebruik van het product gereproduceerd worden zonder toestemming.
Aansprakelijkheidsinformatie Als basis gelden de algemene leveringsvoorwaarden van SMA Solar Technology AG. De inhoud van deze documenten wordt voortdurend gecontroleerd en, indien nodig, aangepast. Desalniettemin kunnen afwijkingen niet worden uitgesloten. De volledigheid wordt niet gegarandeerd. De desbetreffende actuele versie is beschikbaar op internet via www.SMA.de en kan bovendien via de gebruikelijke commerciële kanalen worden aangevraagd. Claims met betrekking tot de fabrieksgarantie en de wettelijke garantie zijn bij schade altijd uitgesloten als deze het gevolg zijn van een of meerdere van de volgende oorzaken: • Transportschade • Foutief of onreglementair gebruik van het product • Gebruik van het product in een niet-toegestane omgeving • Gebruik van het product zonder inachtneming van de op de gebruikslocatie relevante wettelijke veiligheidsvoorschriften • Niet in acht nemen van de waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen in alle documenten die voor het product relevant zijn • Gebruik van het product onder gebrekkige veiligheids- en beschermingsvoorwaarden • Eigenmachtig wijzigen of repareren van het product of de meegeleverde software • Storingen aan het product onder invloed van aangesloten of aangrenzende apparaten buiten de wettelijk toegestane grenswaarden • Rampen en force majeure • Het gebruik van de meegeleverde, door SMA Solar Technology AG geproduceerde software is bovendien onderhevig aan de volgende voorwaarden: • SMA Solar Technology AG kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte gevolgschade, die het gevolg is van het gebruik van de door SMA Solar Technology AG geproduceerde software. Dit geldt ook voor het verlenen respectievelijk niet-verlenen van supportdiensten. • Voor meegeleverde software die niet door SMA Solar Technology AG is geproduceerd, gelden de desbetreffende licentie- en aansprakelijkheidsovereenkomsten van de fabrikant.
SMA-fabrieksgarantie De actuele garantievoorwaarden worden met het apparaat meegeleverd. Indien gewenst kunt u deze ook downloaden via www.SMA.de of de papieren versie via de gebruikelijke commerciële kanalen aanvragen.
Handelsmerken Alle handelsmerken worden erkend, ook als deze niet apart zijn gekenmerkt. Als het kenmerk ontbreekt, betekent dat niet dat een product of handelsmerk vrij is. Het Bluetooth® woordmerk en de logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en worden door SMA Solar Technology AG onder licentie gebruikt. SMA Solar Technology AG Sonnenallee 1 34266 Niestetal Duitsland Tel. +49 561 9522 -0 Fax +49 561 9522 -100 www.SMA.de E-mail:
[email protected] © 2004-2011 SMA Solar Technology AG. Alle rechten voorbehouden.
Installatiehandleiding
TempsensorAmb-INL110610
15
4."4PMBS5FDIOPMPHZ
XXX4."4PMBSDPN 4."4PMBS5FDIOPMPHZ"( XXX4."EF 4.""NFSJDB --$ XXX4.""NFSJDBDPN 4."5FDIOPMPHZ"VTUSBMJB1UZ -UE XXX4.""VTUSBMJBDPNBV 4."#FOFMVY413XXX4."#FOFMVYDPN 4."#FJKJOH$PNNFSDJBM$P -UE XXX4."$IJOBDPN 4."$[FDI3FQVCMJDTSP XXX4."$[FDIDPN
4."'SBODF4"4 XXX4."'SBODFDPN 4.")FMMBT"& XXX4.")FMMBTDPN 4."*C©SJDB5FDOPMPHB4PMBS 4- XXX4."*CFSJDBDPN 4."*UBMJB4SM XXX4."*UBMJBDPN 4."5FDIOPMPHZ,PSFB$P -UE XXX4.",PSFBDPN