Contextgebied Energie – Windenergie
Frontpagina
Contextgebieden
Lestitels
Wind maken Thema : Herfst -stormweer Uitgetest in de tweede kleuterklas Haalbaar voor kinderen tussen 4 en 6 jaar Lesdoelen en onderwijsdoelen Werkbladen Suggesties voor de leraar Materiaal en gereedschap Pedagogischdidactische tips Achtergrondinformatie Evaluatie
Probleem
We willen spelen met de wind maar er is geen wind !
□ □ □ □ □
Concrete doelen Wind en windkracht ervaren in de natuur. Zelf ontdekken hoe wind kan gemaakt worden met het eigen lichaam, met voorwerpen uit het concrete klassenmilieu en met toestellen van thuis. Zelfstandig en veilig kunnen omgaan met de haardroger. De ventilator onder begeleiding gebruiken om wind te maken. Ervaren dat energie nodig is om toestellen te doen werken.
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen OD 2.5 Tonen zich bereid om veilig om te gaan met materialen en gereedschap van de klas. ET 2.2 Kunnen van voorwerpen uit hun omgeving aangeven welke de energiebron is die nodig is voor de waargenomen beweging. ET 2.8 Kunnen eigen werkwijzen vergelijken met andere werkwijzen en een oordeel geven daarover. ET 2.9 Brengen waardering op voor eenvoudige, inventieve technieken van technische constructies en voorwerpen.
1.2 1.1 3.1 VVKBaO 6.2 G.O. OVSG
2.2 1.4 3.2 6.3
Leerplandoelen 3.3 3.4 3.5 1.25 1.26 1.27 3.3 3.5 6.4 6.5
1.28
2.3
2.19
Contextgebied Energie – Windenergie
Frontpagina
Contextgebieden
Lestitels
Wind maken (1/2) Thema : Herfst - stormweer Uitgetest in de tweede kleuterklas – een mogelijke werkwijze Haalbaar voor kinderen tussen 4 en 6 jaar Lesdoelen en onderwijsdoelen Werkbladen Suggesties voor de leraar Materiaal en gereedschap Pedagogischdidactische tips Achtergrondinformatie Evaluatie
1. Ervaringen met wind Een klasgesprek als verwerking van de herfstwandeling. De kleuters hebben een boswandeling gemaakt. Het waaide erg hard die dag. Ze hebben ervaren dat de draagtasjes wegwaaiden in de wind, dat iemand zijn pet afwaaide, dat de open jas als een zeil veel wind nam, dat het achter de boomstam minder hevig waaide, dat de wind koud aanvoelde, … Ze vragen zich af hoe dat komt. De kleuters willen meer weten over de wind. Ze trekken naar buiten met hun plastiekzak en willen spelen met de wind … maar helaas er is nu onvoldoende. Dus zullen ze zelf wind moeten maken. 2. Probleem: zelf wind maken. De leraar heeft droge herfstbladeren in de klas gebracht. Opdracht: doe de bladeren bewegen zonder er aan te komen. De kleuters suggereren oplossingen om wind te maken. Verschillende werkwijzen worden uitgetest door een individueel kind, een groepje kinderen, alle kinderen. Uitgangspunt : Ons lichaam is het eerste instrument - we blazen de blaadjes weg, (alleen, allemaal) - we bewegen met de handen, (alleen, een groepje kleuters) Ervaringsbesluit: de kinderen begrijpen dat de wind krachtiger wordt door samen te werken. Uitgangspunt: Hulpmiddelen uit de klas in het verlengde van eigen kunnen - we gebruiken voorwerpen uit de klas (bierviltje, een boekje, een dienbord, ..) Ervaringsbesluiten: • de kinderen ervaren dat grote oppervlaktes meer lucht verplaatsen en dus meer wind maken.. • hoe meer inspanning je doet, hoe meer wind je kan maken … maar dat is lastig.
Contextgebied Energie – Windenergie
Frontpagina
Contextgebieden
Lestitels
Wind maken (2/2) Thema : Herfst - stormweer Uitgetest in de tweede kleuterklas – een mogelijke werkwijze Haalbaar voor kinderen tussen 4 en 6 jaar Lesdoelen en onderwijsdoelen Werkbladen Suggesties voor de leraar Materiaal en gereedschap Pedagogischdidactische tips Achtergrondinformatie Evaluatie
3. Wind gebruiken in thuissituaties. Een klassengesprek richt de kleuters op situaties waarbij men thuis gebruik maakt van wind om dingen te doen. - op de verjaardagstaart worden de kaarsjes uitgeblazen. - de blaasbalg is soms nodig bij het haardvuur. - we drogen onze haren met een haardroger. - we zoeken afkoeling bij de ventilator. - de herfstbladeren worden weggeblazen op het terras -… 4. Veilig omgaan met elektrische toestellen In de klas zijn diverse toestellen aanwezig: een haardroger – een bladblazer – een ventilator – een blaasbalg – een fietspomp De haardroger: Onder begeleiding mogen de kleuters omgaan met de haardroger. De juf leert ze de start- en de temperatuurschakelaar hanteren. De kinderen mogen de haardroger uittesten op de blaadjes nadat ze hun handen hebben drooggewreven aan een doek. De ventilator: De kleuters leren de werking en de besturing van een ventilator kennen. Ze ontdekken welke het resultaat is de bediening van de snelheidsknoppen. Ze stellen vast: • meer of minder wind; • horen een ander geluid; • waarom draait de schroef in een kooitje? De kinderen mogen de ventilator bij de bladeren zetten en kijken (en genieten). De bladblazer De kinderen mogen de zandbak (buiten) of een deel van de speelplaats bladvrij maken met de bladblazer. Een bijkomend probleem wordt hier het verlengen van het snoer.
Contextgebie d Energie –
Frontpagina
Contextgebieden
Lestitels
Windenergie
Spelen met de wind Thema : Herfst - stormweer Uitgetest in de tweede kleuterklas Haalbaar voor kinderen tussen 3 en 6 jaar
Lesdoelen en onderwijsdoelen Werkbladen Suggesties voor de leraar Materiaal en gereedschap Pedagogischdidactische tips Achtergrondinformatie Evaluatie
WERKBLAD Niet nodig. Doen en erover praten is belangrijk.
Contextgebied Energie – Windenergie
Frontpagina
Contextgebieden
Lestitels
Spelen met de wind Thema : Herfst - stormweer Uitgetest in de tweede kleuterklas Haalbaar voor kinderen tussen 3 en 6 jaar Lesdoelen en onderwijsdoelen Werkbladen Suggesties voor de leraar Materiaal en gereedschap Pedagogischdidactische tips Achtergrondinformatie Evaluatie
- een plastieken tas om vindmateriaal te verzamelen in het bos - een speelgoedbox vol met gedroogde bladeren - voorwerpen uit de klas die dienst kunnen doen als alternatieve windschoep: bierviltje, een vel karton, een boekje, een schenkbord, een vliegenmepper, een krant, …. - Toestellen die meegebracht moeten worden: een fietspomp, een haardroger, een bladblazer, een ventilator. - Hulpmiddelen: klein en groot verlengsnoer