Wijzigingen in de voorkoming van dubbele successiebelastingheffing Mr. Maria de L. Monteiro1
Indien sprake is van dubbele of meervoudige
overlijden van iemand die ten tijde van dat over-
Mazars Belastingadviseurs te Rotterdam, Universiteit Utrecht en Notariskantoor Rompes te Nieuwerkerk aan den IJssel.
belastingheffing doordat meerdere landen over de
lijden in Nederland woonde, wordt ter verreke-
vererving of schenking van dezelfde goederen hef-
ning van vanwege een andere Mogendheid
fen, bestaan er enkele regelingen ter vermindering
geheven belasting een vermindering verleend
In geval van dubbele successiebelastingheffing heeft Nederland slechts met zeven landen verdragen gesloten, waarvan alleen twee verdragen ook betrekking hebben op dubbele heffing van schenkingsrechten. Zie voor een uitgebreide beschrijving van deze materie, Sonneveldt en Zuiderwijk, Internationale aspecten van schenkings- en successierecht, Fed Fiscale Brochures, Kluwer, 2e druk.
van deze dubbele heffing. Allereerst is het van
van het recht van successie voor de in de verkrij-
belang of er een verdrag met het desbetreffende
ging begrepen bezittingen behorende tot een
land is gesloten. In geval van dubbele heffing in de
door hem gedreven buitenlandse onderneming
relatie Nederland, de Nederlandse Antillen en
als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a,
Aruba, kan voor een regeling ter vermindering van
en voor de in de verkrijging begrepen onroeren-
dubbele belasting worden aangeknoopt bij de
de zaken die binnen het gebied van een andere
Belastingregeling voor het Koninkrijk (hierna: BRK).
Mogendheid zijn gelegen en rechten waaraan
Als geen verdrag is gesloten en de BRK niet van toe-
deze zijn onderworpen, voorzover de verkrijging
passing is, kent Nederland nog een eenzijdige rege-
van vorenbedoelde bezittingen aan een gelijk-
ling ter voorkoming van dubbele belastingheffing,
soortige belasting is onderworpen die vanwege
het Besluit Voorkoming Dubbele Belasting 2001
een andere Mogendheid als daar bedoeld wordt
1
2
Zulks naar aanleiding van het arrest ‘De Groot’, HvJ EG, 12 december 2002 (C-385/00), BNB 2003/182, NTFR 2003/93. Zie voor een beschrijving van dit arrest en het belang daarvan voor onderhavige materie onder meer Van Beelen, De Groot en de gevolgen voor het successie- en schenkingsrecht, Belastingbrief 2005/6. 3
2
(hierna: BvdB 2001). Vorig jaar zijn wijzigingen aan-
2. Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde ver-
beginsel terug tot 1 januari 2005.4 In dit artikel
mindering is het laagste van de volgende bedra-
bespreek ik de regelingen en de wijzigingen in het
gen:
BvdB 2001 met betrekking tot dubbele heffing van
a. het bedrag van de vanwege de andere
schenkings- en successierecht. Voor de duidelijkheid In het besluit van 7 december 2005, nr. CPP2005/1649M, is aangegeven dat een aantal regelingen nog verder terugwerkt dan 1 januari 2005. 4
geheven.
gebracht in het BvdB 2001.3 De regeling werkt in
zal hierna steeds over overlijdenssituaties worden
Mogendheid geheven belasting; b. het bedrag dat tot het recht van successie dat volgens de Successiewet 1956 verschuldigd
gesproken.5
zou zijn zonder toepassing van dit besluit, in dezelfde verhouding staat als de gezamen-
Zowel in de oude als in de nieuwe tekst van het BvdB 2001 gaan de art. 47 tot en met 50 in beginsel uit van overlijdenssituaties. In art. 51 BvdB 2001 worden deze artikelen van overeenkomstige toepassing op schenkingen verklaard. 5
Indien een verkrijger in een land woont dat voor de heffing van successierecht aanknoopt bij de woonplaats van de verkrijger, kan ook bij Nederlandse woonachtigheid van de overledene met slechts Nederlands vermogen, toch sprake zijn van dubbele heffing. 6
De vraag kan overigens worden gesteld of de nieuwe regeling niet reeds werking zou kunnen hebben op overlijdenssituaties en schenkingen die hebben plaatsgevonden vanaf 12 december 2002, zijnde na het arrest ‘De Groot’. 7
1. Domicilie in Nederland, situsvermogen in het buitenland
lijke waarde van de in de verkrijging begrepen, in het eerste lid bedoelde, bezittingen in de andere Mogendheid staat tot de waarde
1.1. Regeling van 1 januari 2001 tot en met 31
van alle verkregen bezittingen. 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
december 2004 Dubbele heffing van succesierecht komt steeds
a. de waarde van de in het eerste lid bedoelde
vaker voor in situaties waarbij zowel de overledene
bezittingen verminderd met de waarde van de
als de verkrijgers 6 in Nederland wonen en er sprake
tot een buitenlandse onderneming als bedoeld
is van vermogen in de vorm van een tweede wo-
in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, behorende
ning in het buitenland. Indien sprake is van een
schulden, daaronder begrepen schulden voort-
overlijden vóór 1 januari 2005, biedt voor de ver-
spruitende uit een medegerechtigdheid anders
mindering in geval van een dubbele heffing, de
dan als aandeelhouder tot een zodanige
toenmalige tekst van art. 47 BvdB 2001 uitkomst.
onderneming, en met de waarde van de niet
Deze tekst luidde als volgt:
tot een zodanige onderneming behorende
7
schulden verzekerd door hypotheek op een Art. 47 BvdB 2001 (tekst van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004) 1. Bij een verkrijging krachtens erfrecht door het
binnen
het
gebied
van
een
andere
Mogendheid gelegen onroerende zaak of een recht waaraan deze is onderworpen;
januari/februari 2006 - ESTATE PLANNER
3
b. de waarde van alle verkregen bezittingen ver-
BvdB 2001. In het BvdB 2001 van vóór 1 januari
minderd met de waarde van de tot een onder-
2005 werd evenmin rekening gehouden met de
neming behorende schulden, daaronder
90%-regeling ex art. 1 lid 4 Succ.w. Op grond van
Alleen ten aanzien van
begrepen schulden voortspruitende uit een
deze regeling hebben de verkrijgers – indien 90%
situsgoederen in de zin van
medegerechtigdheid anders dan als aandeel-
of meer van de gehele nalatenschap bestaat uit
het BvdB 2001 wordt een
houder, en met de waarde van de niet tot een
Nederlandse situsgoederen – de keuze om in plaats
vermindering verleend
onderneming behorende schulden verzekerd
van recht van overgang, successierecht op hun ver-
door hypotheek op een onroerende zaak of
krijging van toepassing te laten zijn.
een recht waaraan deze is onderworpen.
Verder zien we in de tekst van het ‘oude’ art. 47 lid 3 onder b BvdB 2001 dat voor de berekening van
Spanje knoopt voor de heffing van successierecht in beginsel aan bij de verkrijger en kent daarnaast een, vergelijkbaar met het Nederlandse recht van overgang, heffing ten aanzien van de vererving van situsvermogen. Hierbij is de woonplaats van de erflater of de verkrijger niet van belang. 8
We zien dat op grond van deze tekst Nederland
de vermindering alleen bepaalde situsschulden in
een vermindering verleent voor wat betreft succes-
mindering kunnen worden gebracht, terwijl alle
sieheffing door een buitenland over aldaar gele-
bezittingen in aanmerking kunnen worden geno-
gen situsgoederen. Alleen ten aanzien van
men.10
situsgoederen in de zin van het BvdB 2001 wordt
Opvallend is overigens ook dat art. 47 BvdB 2001,
een vermindering verleend. Indien het betreffende
zoals dat gold vóór 1 januari 2005, zowel van toe-
buitenland een ruimer situsbegrip kent, geldt de
passing was als de erflater daadwerkelijk als fictief
regeling niet, met als gevolg dat in beginsel geen
in Nederland woonde.11
vermindering wordt verleend over goederen die niet vallen onder het Nederlandse situsbegrip.
Om de vermindering vast te stellen moeten twee berekeningen worden gemaakt. Allereerst een
Wel kan eventueel een beroep worden gedaan op art. 49 BvdB 2001. De Spaanse belasting over de levensverzekeringsuitkering kan dan als boedelschuld in mindering worden gebracht. Zie voor een uitgebreidere beschrijving van het Spaanse recht, Sonneveldt en Zuiderwijk, t.a.p. 9
Voorbeeld 1
‘berekening’12 van de buitenlandse belasting over
De heer Jansen woont in Nederland. Naast zijn
de situsgoederen. Vervolgens berekent men de
Nederlandse bezittingen en schulden behoort
Nederlandse belasting die gerelateerd is aan de
ook een vakantiewoning in Spanje en een daarop
betreffende situsgoederen. Deze laatste bereke-
rustende hypotheekschuld tot zijn vermogen.
ning kan worden samengevat in de volgende for-
Daarnaast heeft de heer Jansen een levensverze-
mule.
kering bij een Spaanse maatschappij afgesloten. Bij overlijden van de heer Jansen heft Spanje niet
SB47 -/- SS47 x S13
alleen successierecht8 over de vererving van de
TB -/- TSS
vakantiewoning (verminderd met de daarop
Dit is de kwestie die speelde in de ‘De Groot’-problematiek. Zie voor een uitgebreide uitleg, D. van Beelen, t.a.p., Sonneveldt, Een nieuwe lente een vernieuwd besluit, WPNR 2005/6625, Sonneveldt, FBN 2005/6 en Sonneveldt en Zuiderwijk, t.a.p.
rustende hypotheekschuld), maar ook over de uit-
De afkortingen hebben hierbij de volgende bete-
kering van de levensverzekering. Nederland ver-
kenis:
leent op grond van art. 47 BvdB 2001 alleen een
• SB47 = De waarde van de buitenlandse situs-
schuld. De Spaanse heffing over de levensverze-
schulden in de zin van art. 47 BvdB 2001
Op de dubbele heffing in geval van heffing op grond van de tienjaarsfictie zal hieronder nader worden ingegaan.
keringsuitkering komt niet voor vermindering ex
• TB = De waarde van de totale bezittingen
art. 47 BvdB 2001 in aanmerking.9
• TSS = De waarde van de totale situsschulden
10
vermindering ten aanzien van de heffing over de vakantiewoning verminderd met de hypotheek-
11
12 Vaak is dit een vaststaand bedrag. In geval van uitsluitend tweede woningen in het buitenland zal de gehele buitenlandse belasting zien op situsvermogen.
13 Formule ontleend aan Sonneveldt, Een nieuwe lente een vernieuwd besluit, WPNR 2005/6625. Zie dit artikel ook voor de getalsmatige voorbeelden.
bezittingen in de zin van art. 47 BvdB 2001 • SS47 = De waarde van de buitenlandse situs-
betrekking hebbend op zowel de in Nederland We zien in de tekst die vóór 1 januari 2005 geldig was, dat niet alleen het buitenlandse situsbegrip
als de in het buitenland gelegen situsbezittingen
afwijkt van het Nederlandse situsbegrip, maar dat
• S = Nederlands successierecht dat volgens de
ook de Nederlandse regelingen onderling terzake
Successiewet verschuldigd zou zijn zonder toe-
afwijken. Art. 5 lid 2 Succ.w. was immers op meer
passing van het BvdB 2001
vermogensrechten van toepassing en kende een ander schuldenbegrip dan het toenmalige art. 47
4
ESTATE PLANNER - januari/februari 2006
1.2. Regeling na 1 januari 2005
geheven belasting een vermindering verleend
Indien de daadwerkelijk in Nederland wonende erf-
van het recht van successie voor de in de verkrij-
later met buitenlands situsvermogen na 1 januari
ging begrepen bezittingen behorende tot een
Het ‘nieuwe’ art. 47 BvdB
2005 overlijdt, is terzake van vermindering van dub-
door hem gedreven buitenlandse onderneming
2001 heeft betrekking op de
bele heffing van successierecht, art. 47 BvdB 2001
als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a,
daadwerkelijk in Nederland
van toepassing. Het ‘nieuwe’ art. 47 heeft betrek-
en voor de in de verkrijging begrepen onroeren-
king op de daadwerkelijk
de zaken die binnen het gebied van een andere
woonachtige erflater met buitenlands situsvermogen
14
in Nederland woon-
achtige erflater met buitenlands situsvermogen.
Mogendheid zijn gelegen en rechten waaraan
Tevens is voor wat betreft het situsbegrip meer aan-
deze zijn onderworpen, voorzover de verkrijging
sluiting gezocht bij de Successiewet. Zo worden in
van vorenbedoelde bezittingen aan een gelijk-
lid 5 ook de economische eigendom en de fictieve
soortige belasting is onderworpen die vanwege
onroerende zaken als situsvermogen aangemerkt.
een andere Mogendheid als daar bedoeld wordt
De nieuwe tekst luidt als volgt:
geheven. Deze bepaling geldt niet bij een verkrijging
14
En dus niet fictief.
Artikel 47 BvdB 2001 (tekst vanaf 1 januari 2005)
krachtens erfrecht door het overlijden van
Vermindering recht van successie bij in Nederland
iemand die op grond van artikel 1, vierde lid,
wonende erflater
eerste volzin, of artikel 3, eerste lid, van de
1. Bij een verkrijging krachtens erfrecht door het
Successiewet 1956 geacht wordt ten tijde van het
overlijden van iemand die ten tijde van dat over-
overlijden in Nederland te hebben gewoond.
lijden in Nederland woonde, wordt ter verreke-
2. Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde ver-
ning van vanwege een andere Mogendheid
mindering is het laagste van de volgende bedragen:
januari/februari 2006 - ESTATE PLANNER
5
a. het bedrag van de vanwege de andere
2. Fictieve domicilie in Nederland
Mogendheid geheven belasting; b. het bedrag dat tot het recht van successie dat volgens de Successiewet 1956 verschuldigd
december 2004
zou zijn zonder toepassing van dit besluit, in
Van dubbele heffing is in de regel ook sprake indien
dezelfde verhouding staat als de gezamen-
de erflater binnen de tienjaarstermijn ex art. 3 lid 1
lijke waarde van de in de verkrijging begre-
Succ.w. komt te overlijden.15 Vaak zal namelijk ook
pen, in het eerste lid bedoelde, bezittingen in
het land waar de erflater woonde heffen ten aan-
de andere Mogendheid staat tot de waarde
zien van de vererving van de nalatenschap.
van alle verkregen bezittingen.
Woonde de overledene in een land waarmee Ne-
3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt: Van dubbele heffing is in de regel ook sprake indien de
2.1. Regeling van 1 januari 2001 tot en met 31
derland geen verdrag heeft gesloten en is het BRK
a. de waarde van de in het eerste lid bedoelde
niet van toepassing, dan zal voor de vermindering
bezittingen verminderd met de waarde van
van dubbele heffing betreffende deze verkrijging,16
de schulden in verband met die bezittingen;
het BvdB 2001 uitkomst kunnen bieden. Wij zagen
erflater binnen de
b. de waarde van alle verkregen bezittingen ver-
in het voorgaande al dat ten aanzien van de dub-
tienjaarstermijn ex art. 3 lid 1
minderd met de waarde van alle schulden die
bele heffing over situsgoederen in situaties van
Succ.w. komt te overlijden
op grond van de Successiewet 1956 in aftrek
vóór 1 januari 2005, het toenmalige art. 47 BvdB
komen en verminderd met de vrijstellingen,
2001 regels gaf ter berekening van de verminde-
bedoeld in artikel 32 van de Successiewet
ring. Voor de vermindering van het dubbele succes-
1956, voorzover belastingplichtige daarvoor
sierecht dat zag op niet-situsgoederen verminderd
in aanmerking komt.
met de daaraan gerelateerde schulden, diende te
4. De vermindering volgens dit artikel bedraagt ten
worden aangeknoopt bij art. 48 BvdB 2001:
hoogste het bedrag aan recht van successie dat volgens de Successiewet 1956 verschuldigd zou
Artikel 48 BvdB 2001 (tekst van 1 januari 2002 tot
zijn zonder de toepassing van dit besluit.
en met 31 december 2004)
5. Met onroerende zaken als bedoeld in het eerste
Met betrekking tot de geldigheid van de tienjaarstermijn in samenhang met het Europese verwijs ik onder meer naar Van Beelen, De Nederlandse tienjaarstermijn, hoe lang nog?, VP Bulletin 2005/11, Nijs en Verhagen, Tienjaarstermijn: een conclusie ‘à la légère’?, WPNR 2005/6640, Smit, De woonplaatsfictie in de Successiewet: een overzicht en de stand van zaken, Estate Planner 2005/8. 15
overlijden van iemand die op grond van artikel 3,
a. de – niet tot een buitenlandse onderneming,
eerste lid, van de Successiewet 1956 geacht
als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel
wordt ten tijde van het overlijden in Nederland
a, behorende – economische eigendom,
te hebben gewoond, wordt voorts, ter verreke-
bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet
ning van vanwege een andere Mogendheid
op belastingen van rechtsverkeer, van de
geheven belasting, een vermindering van het
binnen
andere
recht van successie verleend voor in die verkrij-
Mogendheid gelegen onroerende zaken of
het
gebied
van
een
ging begrepen bezittingen andere dan die
rechten waaraan deze zijn onderworpen;
bedoeld in artikel 47, voorzover ter zake van de
b. aandelen in lichamen en lidmaatschapsrechten
verkrijging van die bezittingen vanwege een
als bedoeld in artikel 4 van de Wet op belastin-
andere Mogendheid een gelijksoortige belasting
gen van rechtsverkeer, welke onroerende
is geheven omdat de erflater aldaar ten tijde van
zaken en in dit artikel daarmee gelijkgestelde
het overlijden zijn daadwerkelijke woonplaats
goederen binnen het gebied van een andere
had. Deze vermindering is niet van toepassing
Mogendheid vertegenwoordigen. De waarde
ten aanzien van die bezittingen over de verkrij-
van de aandelen en lidmaatschapsrechten is
ging waarvan op de voet van artikel 5 van de
gelijk aan de waarde van de onroerende zaken
Successiewet 1956 recht van overgang zou zijn
en daarmee gelijkgestelde goederen die door
verschuldigd, indien artikel 3, eerste lid, van die
de aandelen en lidmaatschapsrechten middel-
16 De vermindering wordt per verkrijger berekend, art. 50 BvdB 2001. Dit artikel is niet gewijzigd.
6
1. Bij een verkrijging krachtens erfrecht door het
lid worden gelijkgesteld:
wet niet van toepassing zou zijn.
lijk of onmiddellijk worden vertegenwoordigd,
2. Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde ver-
verminderd met de waarde van de schulden in
mindering is het laagste van de volgende bedra-
verband met die zaken en goederen.
gen:
ESTATE PLANNER - januari/februari 2006
a. het bedrag van de vanwege de andere
tefeuille aangehouden bij een Nederlandse bank, tegoeden op bankrekeningen in Nederland en
Mogendheid geheven belasting; b. het bedrag dat tot het recht van successie dat
België en een appartement in Frankrijk.
volgens de Successiewet 1956 verschuldigd zou
Art. 47 BvdB 2001 (tekst vóór 1 januari 2005) ver-
zijn zonder toepassing van dit besluit, in dezelf-
leent een vermindering terzake van het Belgische
de verhouding staat als de gezamenlijke waarde
en Franse (successie)recht dat ziet op de vererving
van de in de verkrijging begrepen, in het eerste
van de woning in België en het appartement in
lid van dit artikel bedoelde, bezittingen staat tot
Frankrijk. Art. 48 BvdB 2001 (tekst vóór 1 januari
de waarde van alle verkregen bezittingen ver-
2005) verleent een vermindering terzake van het
minderd met de waarde van de tot een onder-
Belgische successierecht dat ziet op de bankreke-
neming
daaronder
ningen en de effectenportefeuille. Nederland
Het ‘nieuwe’ art. 48 BvdB
begrepen schulden voortspruitende uit een
geeft geen vermindering in verband met de suc-
2001 ziet exclusief op de
medegerechtigdheid anders dan als aandeel-
cessierechten die zien op het in Nederland gele-
situatie van de fictief in
houder, en met de waarde van de niet tot een
gen appartement.
Nederland wonende erflater
onderneming behorende schulden verzekerd
behorende
schulden,
door hypotheek op een onroerende zaak of een
2.2. Regeling vanaf 1 januari 2005
recht waaraan deze is onderworpen.
Het per 1 januari 2005 geldende art. 48 BvdB 2001 ziet exclusief op de situatie van de fictief 20 in Ne-
De formule17 voor de berekening van de verminde-
derland wonende erflater. Op grond van dit artikel
ring op grond van het oude art. 48 BvdB 2001, luidt
wordt een vermindering verleend van het door het
dan als volgt:
(daadwerkelijke) woonland van de erflater geheven successierecht dat ziet op alle goederen, met
B48
xS
ren.
De afkortingen hebben hierbij de volgende bete-
Artikel 48 BvdB 2001 (tekst vanaf 1 januari 2005)
kenis:
Vermindering van het recht van successie bij fictief
• B48 = De waarde van de goederen waarop art. 48
in Nederland woonachtige erflater
BvdB 2001 ziet18 Ook deze formule is ontleend aan Sonneveldt, Een nieuwe lente een vernieuwd besluit, WPNR 2005/6625. 17
Dit zijn dus niet-situsgoederen; alle goederen met uitzondering van situsgoederen in welk land dan ook gelegen.
18
Zie hieronder. Na 1 januari 2006 dient overigens bedacht te worden dat de introductie van de algehele vrijstelling voor goede doelen alleen het successieen schenkingsrecht betreft. Aangezien art. 24 lid 4 Succ.w. is geschrapt, zullen de verkrijgingen ingevolge het recht van overgang door goeddoelinstellingen onderworpen zijn aan het hoge derdentarief. Hiervoor wordt dus geen vermindering verleend. 19
Op grond van art. 1 lid 4, eerste volzin, of art. 3 lid 1 Succ.w.
20
uitzondering van in Nederland gelegen situsgoede-
TB -/- TSS
1. Bij een verkrijging krachtens erfrecht door het
• TB = De waarde van alle goederen
overlijden van iemand die op grond van artikel 1,
• TSS = De waarde van alle situsschulden
vierde lid, eerste volzin, of artikel 3, eerste lid,
• S = Nederlands successierecht dat volgens de
van de Successiewet 1956 geacht wordt ten tijde
Successiewet verschuldigd zou zijn zonder toe-
van het overlijden in Nederland te hebben
passing van het BvdB 2001
gewoond, wordt ter verrekening van vanwege een andere Mogendheid geheven belasting, een
Nederland zal geen vermindering verlenen voor het
vermindering van het recht van successie ver-
successierecht dat ziet op in Nederland gelegen
leend voor in die verkrijging begrepen bezittin-
situsgoederen. Dit element is niet gewijzigd. De
gen, voorzover ter zake van de verkrijging van
vóór 1 januari 2005 geldende regeling verwijst naar
die bezittingen vanwege een andere Mogend-
de situsgoederen in art. 47 BvdB 2001. Na 1 januari
heid, waarin de erflater ten tijde van het overlij-
2005 wordt verwezen naar goederen die anders
den zijn daadwerkelijke woonplaats had, een
aan het recht van overgang zouden zijn onderwor-
gelijksoortige belasting is geheven. Deze vermin-
pen.19
dering is niet van toepassing ten aanzien van die bezittingen over de verkrijging waarvan op de
Voorbeeld 2
voet van artikel 5 van de Successiewet 1956 recht
Acht jaar na emigratie overlijdt de heer Willemsen
van overgang zou zijn verschuldigd, indien arti-
in 2004 in België. Hij laat na een woning in België,
kel 1, vierde lid, eerste volzin, of artikel 3, eerste
een appartement in Nederland, een effectenpor-
lid, van die wet niet van toepassing zou zijn.
januari/februari 2006 - ESTATE PLANNER
7
2. Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde ver-
andere Mogendheid zijn gelegen en rechten waar-
mindering is het laagste van de volgende bedragen:
aan deze zijn onderworpen, voorzover de verkrijging
a. het bedrag van de vanwege de andere Mo-
van vorenbedoelde bezittingen aan een gelijksoorti-
gendheid geheven belasting; b. het bedrag dat tot het recht van successie dat
ge belasting is onderworpen die vanwege een andere Mogendheid als daar bedoeld wordt geheven.
volgens de Successiewet 1956 verschuldigd zou zijn zonder toepassing van dit besluit, in
Tekst artikel 49 BvdB 2001 (ongewijzigd)
dezelfde verhouding staat als de gezamen-
Indien een verkrijging van een erflater die ten tijde
Bij besluit van 15 december
lijke waarde van de in de verkrijging begre-
van het overlijden in Nederland woonde, bezittin-
2005, Stb 2005, 686
pen, in het eerste lid van dit artikel bedoelde,
gen omvat welke zich binnen het gebied van een
is de omissie in art. 48
bezittingen staat tot de waarde van alle ver-
andere Mogendheid bevinden en niet op grond van
kregen bezittingen.
de artikelen 47 en 48 aanspraak bestaat op een ver-
BvdB 2001 gerepareerd
3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
mindering ter voorkoming van dubbele belasting,
a. de waarde van de in het eerste lid bedoelde
wordt bij het bepalen van de waarde van die ver-
bezittingen verminderd met de waarde van
krijging een vanwege die andere Mogendheid over
alle schulden, behoudens de waarde van de
deze bezittingen geheven gelijksoortige belasting
schulden in verband met de bezittingen,
in mindering gebracht op die verkrijging.
bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Successiewet 1956.
Voorbeeld 3
b. de waarde van alle verkregen bezittingen ver-
Acht jaar na emigratie overlijdt de heer Willemsen
minderd met de waarde van alle verkregen
in 2004 in België. Hij laat na een woning in België,
schulden en verminderd met de vrijstellingen
een appartement in Nederland, een effectenpor-
bedoeld in artikel 32 van de Successiewet
tefeuille aangehouden bij een Nederlandse bank,
1956, voorzover belastingplichtige daarvoor
tegoeden op bankrekeningen in Nederland en
in aanmerking komt.
België en een appartement in Frankrijk.
4. De vermindering volgens dit artikel bedraagt ten
Art. 48 BvdB 2001 (tekst na 1 januari 2005) verleent
hoogste het bedrag aan recht van successie dat
een vermindering terzake van het successierecht
volgens de Successiewet 1956 verschuldigd zou
dat ziet op het door België geheven successierecht
zijn zonder de toepassing van dit besluit.
over de vererving van alle goederen met uitzondering van het in Nederland gelegen appartement.
De oplettende lezer zal zien dat art. 48 BvdB 2001
Nederland geeft naar aanleiding van de reparatie-
vanaf 1 januari 2005 geen vermindering meer ver-
wetgeving ook een vermindering in verband met
leent in verband met het successierecht dat geheven
de buitenlandse successierechten die zien op het in
is door een land waar de erflater daadwerkelijk noch
Nederland gelegen appartement en het door
fictief zijn woonplaats had.21 Op grond van de oor-
Frankrijk geheven recht in verband met de verer-
spronkelijke letterlijke wettekst, kon het successie-
ving van het aldaar gelegen appartement.
recht dat door dit land is geheven, slechts als een passiefpost van de boedel op grond van art. 49 BvdB 2001 in aanmerking worden genomen. Bij besluit van 15 december 2005, Stb 2005, 686 is deze omissie 21 Sonneveldt geeft in ‘Het vernieuwde besluit voorkoming dubbele belasting 2001 en de internationale estate planningspraktijk’, FBN 2005/34 en in ‘Een nieuwe lente en een vernieuwd besluit’, WPNR 2005/6625 aan dat dit niet de bedoeling kan zijn geweest. Na overleg zijnerzijds met het Ministerie is dit bevestigd en gerepareerd.
3. Stroomschema vermindering successierecht ex BvdB 2001
gerepareerd. In art. 48 lid 1 wordt na de eerste volzin ingevoegd: Voorts wordt een vermindering van
Hoe nu te handelen indien een nalatenschap openvalt
het recht van successie verleend voor in die verkrij-
met buitenlandse elementen? In dit artikel kunnen
ging begrepen bezittingen, behorende tot een door
uiteraard niet alle varianten worden behandeld,
hem gedreven buitenlandse onderneming als
casu quo de oplossingen worden aangedragen.
bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, en op in
Voor de wat eenvoudigere internationale nalaten-
de verkrijging begrepen onroerende zaken als
schappen, heb ik het navolgende stroomschema in
bedoeld in artikel 47 die binnen het gebied van een
verband met de voorkoming van dubbele heffing
8
ESTATE PLANNER - januari/februari 2006
Indien bijvoorbeeld de verkrijging van de langstlevende echtgenoot onder de Nederlandse vrijstelling is gebleven, zal de vermindering ten aanzien van diens verkrijging per definitie nihil zijn. 22
van successierecht ex het BvdB 2001 opgesteld. Dit
Volledigheidshalve merk ik op dat dit stroomsche-
stroomschema is alleen van toepassing indien voor-
ma alleen de hoofdlijnen weergeeft. En betrekking
af is geconstateerd dat:
heeft op het successierecht en de vermindering van
a. Nederland geen verdrag op het gebied van suc-
de Nederlandse heffing die ziet op de desbetreffen-
cessierecht met het betreffende andere land
de vermogensbestanddelen. Voor een uitgebreidere
heeft gesloten;
uitwerking verwijs ik naar de in de voetnoten
b. aan de desbetreffende verkrijger zowel een Neder-
gemelde publicaties.
landse als een buitenlandse aanslag is opgelegd.22 3.1. Overlijden vóór 1 januari 2005 ja
ja
ja
Vermogen ex art. 47? nee
Vermogen in het buitenland? nee
Vermindering ex art. 47
Vermindering ex art. 49
Geen vermindering
ja
nee
Woont erflater daadwerkelijk in NL?
ja
ja
Vermogen ex art. 47? nee
Vermogen ex art. 5 Succ.w.? ja
Heffing door woonland?
nee
ja nee
nee
ja nee
nee
Geen vermindering
Vermogen ex art. 5 Succ.w.?
Heffing door een derde land?
Geen vermindering
Vermindering ex art. 48
Geen vermindering
ja
Woont erflater o.g.v. art. 3 lid 1 Succ.w. fictief in NL?
Vermindering ex art. 47
Geen vermindering
Vermindering ex art. 47
Vermogen ex art. 47? nee
Vermindering ex art. 49
3.2. Overlijden na 1 januari 2005 ja
ja
ja
Vermogen ex art. 47? nee
Vermogen in het buitenland? nee
Vermindering ex art. 47
Vermindering ex art. 49
Geen vermindering
ja
Woont erflater daadwerkelijk in NL?
ja
ja
Vermogen ex art. 5 Succ.w.? nee
Heffing door woonland?
Geen vermindering
Vermindering ex art. 48
ja nee
Woont erflater o.g.v. art. 1 lid 4 of 3 lid 1 Succ.w. fictief in NL?
ja nee
nee
Geen vermindering
Heffing door een derde land? nee
Vermogen ex art. 5 Succ.w.?
Geen vermindering
ja nee
Geen vermindering
Vermindering ex art. 48
Vermogen ex art. 48 tweede zin? nee
Vermindering ex art. 49
januari/februari 2006 - ESTATE PLANNER
9