In artikel 2 van de wet van l l januari 1993 tot voorkoming van het gebruik

V10050 13/12/1996

1

MINISTERE DES FINANCES MINISTERE DE LA JUSTICE

MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN JUSTITIE

Projet de loi rnodifiant la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l'utilisation du systèrne financier aux fins du blanchirnent de capitaux

Ontwerp van wet tot wijziging van de wet van l 1 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld

ALBERT 11, R01 DES BELGES,

ALBERT 11, KONING DER BELGEN,

A tous, prksents et a venir, SALUT Sur la proposition de Notre Ministre de I'Economie et des Télécommunications, de Notre Ministre des Finances et de Notre Ministre de la Justice,

Aan allen die nu zzjn en hierna wezen zullen, ONZE GROET Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Telecommunicatie, van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Justitie, HEBBEN WIJ BESLOTEN EN BESLUITEN WIJ:

Notre Ministre de lYEconomieet des Télécommunications, Notre Ministre des Finances et Notre Ministre de la Justice sont chargés de présenter en Notre Nom aux Chambres législatives et de déposer a la Chambre des représentants le projet de loi dont la teneur suit:

Onze Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie zijn gelast in Onze Naam het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, aan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers in te dienen:

Article premier

Artikel l

Les articles 14, 4", et 15 du projet de loi reglent une matiere visée a l'article 77 de la Constitution.

De artikelen 14,4", en 15 van het wetsontwerp regelen een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Les autres articles reglent une matiere visée a l'article 78 de la Constitution.

De overige artikelen regelen een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

A l'article 2 de la loi du l l janvier 1993 relative a la prévention de l'utilisation du systeme financier aux ñns du blanchiment de capitaux sont apportées les modifications suivantes:

Art. 2

In artikel 2 van de wet van l l januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" a l'alinéa ler:

1" in het eerste lid:

a) les mots "aux organismes financiers et aux persomes" sont remplacés par les mots "aux organismes et aux persomes";

a) worden de woorden "financiële ondernemingen en personen" vervangen door de woorden "ondernemingen en pers~nen'~;

b) le 3" est remplacé par la disposition suivante:

b) wordt de 3" vervangen door de volgende bepaling:

"3" les entreprises d'investissement de droit belge agréées en qualité de société de bourse";

"3 " de beleggingsondememingen naar Belgisch recht met een vergunning als beursvemootschap";

c) le 6" est remplacé par la disposition suivante:

c) wordt de 6" vervangen door de volgende bepaiing:

"6" les entreprises d'investissement de droit belge agréées en qualité de société de courtage en instruments financiers";

"6" de beleggingsondememingen naar Belgisch recht met een vergunning als vennootschap voor makelarij in financiële instrumenten";

d) le 8" est remplacé par la disposition suivante:

d) wordt de 8" vervangen door de volgende bepaling:

"8" les entreprises d'investissement de

"8" de beleggingsondememingen naar

droit belge agréées en qualité de société de gestion de fortune";

Belgisch recht met een vergunning als vennootschap voor vermogensbeheer";

e) le 9" est remplacé par la disposition suivante:

e) wordt de 9" vervangen door de volgende bepaling:

"9" les sociétés de conseil en placements établies en Belgique, telles que visées au livre 111, titre 11, de la loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des entreprises d'investissement et a leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placements";

"9" de in Belgïe gevestigde vennootschappen voor beleggingsadvies als bedoeld in boek 111, titel 11, van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondememingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs";

2" l'alinéa ler est complété cornme suit:

2" het eerste lid wordt aangevuld als volgt:

"15" les succursales en Belgique d'entreprises d'investissement relevant du droit d'un autre Etat membre de la Communauté européenne, telles que

"15" de bijkantoren in Belgïe van beleggingsondememingen die onder het recht van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap ressorteren, als

visées au livre 11, titre 111, de la loi du 6 avrii 1995 précitée;

bedoeld in boek 11, titel 111, van voornoemde wet van 6 april 1995;

16" les succursales en Belgique d'entreprises d'investissement relevant du droit d'Etats qui ne sont pas membres de la Cornrnunauté européenne, telles que visées au livre 11, titre IV, de la loi du 6 avril 1995 précitée;

16" de bijkantoren in Belgïe van beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van Staten die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, als bedoeld in boek 11, titel IV, van voornoemde wet van 6 april 1995;

17" les entreprises de gardiennage fournissant des services de surveillance et de protection de transport de biens, autorisées en application de l'article 2 de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage."

17" de bewakingsondernemingen die diensten van toezicht op en bescherming bij het vervoer van goederen leveren met toepassing van artikel 2 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondememingen en de interne bewakingsdiensten."

3" a l'alinéa 2, les mots "organismes financiers OU personnes" sont remplacés par les mots " o r ~ s m e OU s personnes."

3" in het tweede lid worden de woorden "financiële ondernemingen of personen" vervangen door de woorden "ondernemingen of personen".

Art. 3

Un article 2bis, rédigé cornme suit, est inséré dans la même loi: "Art. 2bis

Art. 3

Een artikel 2bis wordt in dezelfde wet ingevoegd, luidend als volgt: "Art. 2bis

Dans la mesure OU elles le prévoient expressément, les dispositions de la présente loi sont également applicables aux personnes mentionnées ci-apres:

Voor zover zij het uitdrukkelijk voorzien, zijn de bepalingen van deze wet eveneens van toepassing op de hierna vermelde personen:

1 les notaires;

1 de notarissen;

2" les huissiers de justice;

2" de gerechtsdeurwaarders;

3" les personnes physiques OU morales membres de 1'Institut des reviseurs d'entreprises;

3" de natuurlijke personen of rechtspersonen die lid zijn van het Instituut der Bedrijfsrevisoren;

4" les personnes physiques OU morales inscrites au tableau des experts comptables externes de P~nstitutdes Experts-comptables;

4" de natuurlijke personen of rechtspersonen die ingeschreven zijn in het register van de externe accountants van het Instituut der Accountants;

5" les agents immobiliers visés a l'article 2

de l'arrèté royal du 6 septembre 1993 protégeant le titre professionnel et l'exercice de la profession d'agent irnmobilier et qui exercent les activités visées a l'article 3, l", du mème arrèté; 6" les personnes physiques OU morales qui exploitent un OU plusieurs jeux de casino visés a l'article 45 de l'arrèté royal du 23 novembre 1965 portant codification des dispositions légales relatives aux taxes assimilées aux impôts sur les revenus".

5" de vastgoedmakelaars beoogd in artikel 2 van het koninklijk besluit van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar, die de beroepswerkzaamheden beoogd in art. 3, 1" van hetzelfde besluit uitoefenen; 6" de natuurlijke personen of rechtspersonen die één of meer casinospelen uitbaten bedoeld in artikel 45 van het koninklijk besluit van 23 november 1965 houdende codificatie van de wettelijke bepalingen betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen."

Art. 4

Art. 4

Dans l'intitulé du chapitre I1 de la mème loi, les mots "a l'article 2" sont remplacés par les mots "aux articles 2 et 2bis".

In het opschrift van hoofdstuk I1 van dezelfde wet worden de woorden "in artikel 2" vervangen door de woorden "in de artikelen 2 en 2bis".

Art. 5

Art. 5

A l'article 4, alinéa ler, de la même loi, les modifications suivantes sont apportées:

In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" les mots "les organismes et les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis, 3" a 5"";

1" de woorden "de in artikel 2 beoogde ondeniemingen en personen" worden vervangen door de woorden "de in de artikelen 2 en 2bis, 3" tot 5", beoogde ondernemingen en personen";

2" les mots "au moyen d'un document probant" sont remplacés par les mots "au moyen d'un document probant dont i1 est prk copie7'.

2" de woorden "aan de hand van een bewijsstuk" worden vervangen door de woorden "aan de hand van een bewijsstuk, waarvan afschrift wordt genomen".

Art. 6 A l'article 5 de la même loi, les modifications suivantes sont apportées:

Art. 6 In artikel 5 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

V10050 13/12/1996 5

1" les mots "les organismes financiers et les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis, 3" a 5"";

1" de woorden "de in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen" worden vervangen door de woorden " de in de artikelen 2 en 2bis, 3" tot 5", beoogde ondernemingen en personen";

2" les mots "des mesures utiles" sont remplacés par les mots "toutes les mesures raisomables".

2" de woorden "nuttige maatregelen" worden vervangen door de woorden "alle redelijke maatregelen".

Art. 7 Un article Sbis, rédigé cornme suit, est inséré dans la même loi: "Art. 5bis Les personnes visées a l'article Zbis, 6", doivent s'assurer a l'aide d'un document probant dont i1 est pris copie de l'identité de tous les clients qui souhaitent réaliser une opération financiere en relation avec le jeu. En cas de doute sur la question de savoir si ces clients agissent pour leur propre compte, OU en cas de certitude qu'ils n'agissent pas pour leur propre compte, les personnes visées a l'article Zbis, 6", prennent toutes les mesures raisonnables en vue d'obtenir des informations sur l'identité réelle des personnes pour le compte desquelles ces clients,agissent". Art. 8

Dans le texte fiançais de l'article 6 de la mime loi, les mots "un organisme financier OU une personne" sont remplacés par les mots "un organisme OU une personne''.

Art. 9 A l'article 7 de la mème loi, les modifications suivantes sont apportées:

Art. 7 Een artikel Sbis wordt in dezelfde wet ingevoegd, luidend als volgt : "Art. Sbis

De in artikel Zbis, 6", beoogde personen dienen zich aan de hand van een bewijsstuk, waarvan afschrift wordt genomen, te vergewissen van de identiteit van alle cliënten die een financiële verrichting in verband met het spel wensen uit te voeren. Indien wordt betwijfeld of deze cliënten voor eigen rekening handelen, of indien vaststaat dat zij niet voor eigen rekening handelei treffen de in artikel Zbis, 6", beoogde personen alle redelijke maatregelen om informatie te verkrijgen omtrent de ware identiteit van de personen voor wier rekening deze cliënten handelen".

Art. 8 In de Franse tekst van artikel 6 van dezelfde wet worden de woorden "un organisme financier OU une personne" vervangen door de woorden "un organisme OU une persome".

Art. 9 In artikel 7 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" a l'alinéa ler, les mots "Les organismes 1" in het eerste lid worden de woorden "De in artikel 2 beoogde ondernemingen et les personnes visés a l'article 2" sont

V10050 13/12/1996 6

remplacés par les mots "Les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis, 3" a 6"" et les mots "OU les références de celui-c?' sont supprimés;

en personen" vervangen door de woorden "De in de artikelen 2 en 2bis, 3" tot 6", beoogde ondernemingen en personen" en worden de woorden "of de verwijzingen ernaar" geschrapt;

2" a 17alinéa2, les mots "a l'article 5" sont 2" in het tweede lid worden de woorden "in artikel 5" vervangen door de woorden remplacés par les mots "aux articles 5 et "in de artikelen 5 en 5bis"; 5bis"; 3" a l'alinéa 3, les mots "les organismes et les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis, 5" et 6"".

3" in het derde lid worden de woorden "de in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen" vervangen door de woorden "de in de artikelen 2 en Zbis, 5" en 6" b'eoogde ondernemingen en personen".

Art. 10

Art. 10

A l'article 8 de la même loi, sont apportées les modifications suivantes:

In artikel 8 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" les mots "Les organismes et les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "Les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis, 5" et 6"".

1" de woorden "De in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen" worden vervangen door de woorden "De in de artikelen 2 en 2bis, 5" en 6" beoogde ondernemingen en personen7'.

2" un aliiéa est ajouté, rédigé comme suit: 2O een lid wordt toegevoegd, luidend als volgt: "Les Ministres des Finances et de la Justice peuvent, sur avis de la Commission bancaire et financiere et de la cellule de traitement des informations financieres, dresser une liste d'opérations sur devises qui sont particulierement réputées liées au blanchiment de capitaux et sur lesquelles les organismes et les personnes visés a article 2 doivent établir un rapport écrit a transmettre aux personnes visées a l'article 10."

"De Ministers van Financiën en Justitie kunnen, na advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen en de cel voor financiële informatieverwerking, een lijst opstellen van verrichtingen inzake deviezen die specifiek geacht worden verband te houden met het witwassen van geld en waarover in de artikel 2 beoogde ondernemingen en personen een schriftelijk verslag moeten opstellen, dat aan de in artikel 10 bedoelde personnen wordt toegestuurd."

Art. 11

Art. 11

A l'article 9 de la même loi, sont apportées les modifications suivantes:

In artikel 9 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" les mots "Les organismes et les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "Les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis";

1" de woorden "De in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen" worden vervangen door de woorden "De in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen en personen";

2" de woorden "de verrichtingen" 2" les mots "les opérations qui peuvent vervangen door de worden "de être liées" sont remplacés par les mots "les opérations et les faits qui peuvent être verrichtingen en de feiten". liés". Art. 12

A l'article 10 de la même loi, les mots "Les organismes et les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "Les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis. 5" et 6"".

Art. 12 In artikel 10 van dezelfde wet worden de woorden "De in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen7'vervangen door de woorden "De in de artikelen 2 en 2bis, 5" en 6" beoogde ondernemingen en personen".

Art. 13

Art. 13

Dans l'intitulé du chapitre 111de la même loi, les mots "a l'article 2" sont remplacés par les mots "aux articles 2 et 2 $is".

In het opschrift van hoofdstuk 111van dezelfde wet worden de woorden " in artikel 2" vervangen door de woorden "in de artikelen 2 en 2 bis".

Art. 14

Art. 14

A l'article 11 de la même loi sont apportées les modifications suivantes:

In artikel 11 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" au $2 les mots "les organismes et les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis";

1" in $2 worden de woorden "de in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen" vervangen door de woorden "de in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen en personen";

2" au $3, alinéa 2, les mots "dans les organismes OU chez les personnes visés a

2" in $3, tweede lid, worden de woorden "bij de in artikel 2 beoogde

.

a

.

V10050 13/12/1996

8

l'article 2" sont remplacés par les mots "dans les organismes OU chez les personnes visés aux articles 2 et Sbis, 5" et 6"";

ondernemingen of personen" vervangen door de woorden " bij de in de artikelen 2 en 2bis, 5" en 6". beoogde ondernemingen en personen";

3" au $7, les mots "les organismes et les personnes visés à l'article 2" sont

3" in $7 worden de woorden "de in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen"

remplacés par les mots "les organismes et les personnes visés aux articles 2 et 2bis, et les modalites de perception de celleci.";

vervangen door de woorden "de in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen en personen, en de wijze waarop deze worden geïnd.";

4" un $8 est ajouté, rédigé cornme suit:

4" een $8 wordt toegevoegd, luidend als volgt:

$8. Les magistrats visés au $3 conservent leur place sur la liste de rang et continuent a jouir de leur traitement et des augmentations et avantages y afférents. Pendant la durée de leur détachement, ils sont censés avoir exercé leurs fonctions. I1 est pourvu a leur remplacement par une nomination en sumombre. S'il s'agit d'un chef de corps, i1 est pourvu a son remplacement par la nornination en surnombre d'un magistrat au rang immédiatement inférieur7'.

$8. De in 93 beoogde magistraten behouden hun plaats op de ranglijst en blijven hun wedde met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen genieten. Gedurende hun detachering worden zij geacht hun ambt te hebben uitgeoefend. In hun vervanging wordt voorzien door een benoeming in overtal. Wanneer het een korpschef betreft, wordt in zijn vervanging voorzien door de overtallige benoeming van een magistraat tot de onmiddellijk lagere rang".

Art. 15

Art. 15

Aux articles 12, $3, 16 et 17, $2, de la même loi, les mots "procureur du Roi de Bruxelles" sont remplacés par les mots "procureur du Roi".

Art. 16

In de artikelen 12, $3, 16 en 17, $2, van dezelfde wet worden de woorden "procureur des Konings te Brussel" vervangen door de woorden "procureur des Konings".

Art. 16

Dans le texte fiançais de l'article 13 de la In de Franse tekst van artikel 13 worden de woorden "les organismes financiers OU même loi, les mots "les organismes les persomes" vervangen door de financiers OU les persomes" sont remplacés par les mots "les organismes OU woorden "les organismes OU les les persomes". personnes".

Art. 17 Un article 14bis, rédigé comme suit, est inséré dans la même loi: "Art. 14 bis

Art. 17 Een artikel 14bis wordt in dezelfde wet ingevoegd, luidend als volgt: "Art. 14bis

<j ler. Les personnes visées a I'article 2bis,

fi 1. De in artikel 2bis, 1" tot S", beoogde

1" a SO,qui,dans I'exercice de leur profession, constatent des faits susceptibles de constituer la preuve d'un blanchiment de capitaux, sont tenues d'en informer immédiatement la cellule de traitement des informations financieres.

personen die in de uitoefening van hun beroep feiten vaststellen die bewijsmateriaal voor het witwassen van geld kunnen vormen, moeten onmiddellijk de cel voor financiële informatieverwerking daarvan op de hoogte brengen.

132. Lorsque les personnes visées à 17articleZbis, 6", savent OU soupçonnent qu'une opération est liée au blanchiment de capitaux, elles en informent immédiatement la cellule de traitement des informations financieres.

$2. Wanneer de in artikel 2bis, 6", beoogde personen weten of vermoeden dat een verrichting verband houdt met het witwassen van geld, brengen zij dit onmiddellijk ter kennis van de cel voor financiële informatieverwerking.

En outre, ces personnes doivent dans tous les cas et immédiatement informer la cellule de traitement des informations financieres des opérations dont la liste est établie par les Ministres des Finances et de la Justice, sur avis de la cellule de traitement des informations financieres".

Daarenboven moeten deze personen in elk geval en onmiddellijk de cel voor financiële informatieverwerking op de hoogte brengen van de verrichtingen, waarvan de lijst door de Ministers van Financiën en van Justitie wordt opgesteld op advies van de cel voor financiële informatieverwerking."

Art. 18

Art. 18

A l'article 15 de la même loi sont apportées les modifications suivantes:

In artikel 15 van de zelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" au 9 ler, les mots "les organismes et les 1" in $l worden de woorden "de in artikel personnes visés a I'article 2" sont 2 beoogde ondernemingen en personen" remplacés par les mots "les organismes et vervangen door de woorden "de in de les personnes visés aux articles 2 et 2bis". artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen en personen". 2" au $2, les mots "des organismes et des personnes visés a I'article 2" sont remplacés par les mots ''des organismes et des personnes visés aux articles 2 et 2bis, 6"" et les mots "les articles 4 à 10"

2" in $2 worden de woorden "de in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen" vervangen door de woorden "de in de artikelen 2 en 2bis, 6", beoogde ondernemingen en personen", en worden

V10050 13/12/1996 10

sont remplacés par les mots "les articles 4 a 10, 12 a 14bis et 15, $lei'.

de woorden "de artikelen 4 tot 10" vervangen door de woorden "de artikelen 4 tot 10, 12 tot 14bis en 15, $1".

Art. 19

Art. 19

L'article 16 de la même loi est complété comme suit:

Artikel 16 van dezelfde wet wordt als volgt aangevuld:

"Une copie de ces informations est transmise par la cellule au magistrat fédéral."

"Een afschrift van deze informatie wordt door de cel toegezonden aan de federale magistraat".

Art. 20

A l'article 17, $2, de la même loi, les modifications suivantes sont apportées:

-

Art. 20 In artikel 17, $2, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" un alinéa, rédigé comme suit, est inséré 1" een lid wordt tussen het eerste en tweede lid gevoegd, luidend als volgt: entre les alinéas l er et 2: "Le Ijler ne s'applique pas non plus aux demandes de renseignements adressées par la cellule a l'unité de coordination de la lutte anti-fraude de la Cornrnission européeme, dans le cadre de l'application des articles 209A du Traité du 25 mars 1957 instituant la Communauté européeme et 183A du Traité du 25 mars 1957 instituant la Communauté européeme de l'énergie atomique, modifiés par le Traité du 7 février 1992."

"Paragraaf 1 is evenmin van toepassing op de verzoeken om inlichtingen die de cel richt aan de eenheid voor de coördinatie van de fraudebestrijding van de Europese Commissie in het kader van de toepassing van de artikelen 209A van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap en 183A van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie, gewijzigd door het Verdrag van 7 februari 1992 ."

2" l'alinéa 2 est remplacé par la disposition suivante:

2" het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling:

"Pour l'application de l'article 22, la cellule peut néanmoins fournir les informations utiles aux autorités visées par cet article."

"Voor de toepassing van artikel 22 mag de cel niettemin aan de door dit artikel beoogde overheden de nodige informaties meedelen."

3" l'article est complété par l'aliméa suivant:

3" het artikel wordt aangevuld door volgend lid:

"Lorsque cette transmission concerne des

"Wanneer deze mededeling aan de

V10050 13/12/1996 ll

informations relatives au blanchiment de capitaux provenant de la réalisation d'une infraction liée a la fraude au préjudice des intérêts financiers de 1'Union européeme, la cellule peut en informer l'unité de coordination de la lutte anti-fraude de la Comrnunauté européenne".

procureur des Konings inlichtingen bevat betreffende het witwassen van geld dat voorkomt uit een misdrijf dat in verband staat met de fraude ten nadele van de financiële belangen van de Europese Unie, mag de cel de eenheid voor de coördinatie van de fraudebestrijding van de Europese Commissie daarvan op de hooge brengen."

Art. 21

Art. 21

'

A l'article 18 de la même loi les modifications suivantes sont apportées:

In artikel 18 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" a l'alinéa l er, les mots "informations visées aux articles 12 a 14" sont remplacés par les mots "informations visées aux articles 12 a 14bis" et les mots "au sein des organismes visés a l'article 2 OU par les personnes visées a ce même article" sont remplacés par les mots "au sein des organismes visés aux articles 2 et 2bis, 5" et 6" OU par les personnes visées a ces mêmes articles";

1" in het eerste lid worden de woorden "de in de artikelen 12 tot 14 beoogde informatie" vervangen door de woorden "de in de artikelen 12 tot 14bis beoogde informatie" en worden de woorden "in de schoot van de in artikel 2 beoogde ondernemingen of personen'' vervangen door de woorden "in de schoot van de in de artikelen 2 en 2bis, 5" en 6" beoogde ondernemingen of personen";

2" a l'alinéa 2, les mots "des organismes OU des personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "des organismes OU des personnes visés aux articles 2 et 2bis' 5" et 6"".

2" in het tweede lid worden de woorden "van de in artikel 2 beoogde ondernemingen of personen" vervangen door de woorden "van de in de artikelen 2 en 2bis, 5" en 6" beoogde ondernemingen of personen".

Art. 22

Art. 22

A l'article 19 de la même loi, les mots "les organismes OU les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "les organismes OU les personnes visés aux articles 2 et 2bisV,et les mots "en application des articles 12 a 14" sont remplacés par les mots "en application des articles 12 a 15".

In artikel 19 van dezelfde wet worden de woorden "van de door artikel 2 beoogde ondernemingen of personen" vervangen door de woorden "de in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen of personen7'en worden de woorden "met toepassing van de artikelen 12 tot 14" vervangen door de woorden "met toepassing van de artikelen 12 tot 15".

Art.23

Art. 23

A l'article 20 de la mème loi, les mots "les In artikel 20 van dezelfde wet worden de woorden "de door artikel 2 beoogde organismes OU les personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots ondernemingen of personen" vervangen door de woorden "de in de artikelen 2 en "les organismes OU les personnes visés aux articles 2 et 2bis". 2bis beoogde ondernemingen of personen".

Art. 24

Art. 24

A l'article 21 de la même loi, les mots "Les autorités de contrôle OU de tutelle des organismes et des personnes visés a l'article 2" sont remplacés par les mots "Les autorités de contrôle OU de tutelle OU les autorités disciplinaires des organismes et des personnes visés aux articles 2 et 2bis".

In artikel 2 1 van dezelfde wet worden de woorden "De controle- of toezichthoudende overheden van de in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen" vervangen door de woorden "De controle- of toezichthoudende overheden, of de tuchtoverheden van de in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen en personen".

-4%.

Art. 25

Art. 25

A l'article 22 de la même loi, les modifications suivantes sont apportées:

In artikel 22 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1" la première phrase du premier alinéa est remplacée par la disposition suivante:

1" de eerste zin van het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling:

"Sans prejudice des mesures définies par d7autreslois OU d'autres règlements, l'autorité de controle OU de tutelle OU l'autorité disciplinaire compétente peut, en cas de non-respect, par les organismes OU par les personnes visés aux articles 2 et 2bis qui y sont soumis, des dispositions des articles 4 a 19 OU des arrêtés pris pour leur exécution:";

"Onverminderd de bij andere wetten of reglementen bepaalde maatregelen, kan de bevoegde controle- of toezichthoudende overheid, of de bevoegde tuchtoverheid bij niet-naleving van de bepalingen van de artikelen 4 tot 19 of de in uitvoering ervan genomen besluiten door een in de artikelen 2 en 2bis beoogde onderneming of persoon die onder haar ressorteert:"

2" l'article est complété par l'alinéa suivant:

2" het artikel wordt aangevuld met volgend lid:

"Ces skctions peuvent être prononcées par le Ministre des Finances a l'égard des organismes OU des personnes visés aux articles 2 et 2bis qui ne sont soumis a

"Deze sancties kunnen door de Minister van Financiën worden uitgesproken ten opzichte van de in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen of personen die

aucune autorité de contrôle OU de tutelle ni a aucune autorité disciplinaire."

onder geen enkele controle- of toezichthoudende overheid, noch onder een tuchtoverheid ressorteren."

Art. 26

Art. 26 L'article 24 de la mime loi est abrogé.

Artikel 24 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 27

Art. 27

L'identification des personnes qui, au moment de l'entrée en vigueur de la présente loi, ont la qualité de client ordinaire d'un organisme OU d'une personne visés aux articles 2, 15" a 17", et Zbis, 3" a 5", de la loi du l l janvier 1993 relative a la prévention de l'utilisation du systeme financier aux fins du blanchiment de capitaux, au sens du premier alinéa de l'article 4 de la mime loi devra se faire endéans l'année apres l'entrée en vigueur de la présente loi.

De identificatie van de personen die op het ogenblik van de inwerkingreding van deze wet gewone cliënt zijn bij een in de artikelen 2, 15" tot 17", en Ibis, 3" tot 5", van de wet van l l januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld beoogde onderneming of persoon overeenkomstig het eerste lid van artikel 4 van dezelfde wet, zal binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze wet moeten gebeuren.

Donné a

Gegeven te

'-i

Par Ie Roi:

Van Koningswege:

Le Vice-premier Ministre et Ministre de 1'Economie et des Télécommunications,

De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie,

Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën.

Ph. MAYSTADT

Ph. MAYSTADT

Le Ministre de la Justice,

De Minister Van Justitie,

S. DE CLERCK

S. DE CLERCK

B. COMMENTAIRE DES ARTICLES Article premier

Conformément à l'article 83 de la Constitution, l'article premier précise que le projet règle des matières visées aux articles 77 et 78 de la Constitution. Art. 2

La loi du 11janvier 1993 ne s'applique actuellement qu'aux organismes et personnes de nature financière. La modification des alinéas ler et 2 de l'article 2 permettra de viser des organismes et des personnes qui n'ont pas cette nature. Les articles 6, 1°, 8 et 17 du projet poursuivent le même but. La liste des organismes et personnes visés à l'alinéa ler de l'article 2 de la loi est adaptée en fonction de la loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des entreprises d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placement, entrée en vigueur le ler janvier 1996. Cette liste est complétée par la mention des entreprises de gardiennage fournissant des services de surveiilance et de protection de transports de biens. L'article 2 regroupe les organismes et les personnes auxquels s'appliquent l'ensemble des dispositions de la loi du 11janvier 1993. Le Roi peut ajouter d'autres organismes ou personnes à la liste prévue à l'alinéa ler de l'article 2 de la loi. Art. 3

L'article 3 du projet tend à introduire dans la loi du I l janvier 1993 un article 2bi qui regroupe les personnes auxquelies les dispositions de cette loi ne s'appliquent que dans la mesure où elles le prévoient expressément. Il s'agit, en effet, de personnes qui sont légalement titulaires du secret professionnel ou qui ne peuvent être soumises, en raison de leur nature, à toutes les obligations applicables aux organismes et personnes visés à l'article 2 de la loi. Il s'agit, d'une part, des notaires, des huissiers de justice, des reviseurs d'entreprises, des experts comptables externes et des agents immobiliers et, d'autre part, des casinos. Les reviseurs qui exercent leurs activités uniquement a l'étranger mais qui sont néanmoins membres de l'Institut des reviseurs d'entreprises ne sont pas visés par la loi du 11 janvier 1993, en raison du principe de l'application temtonale de cette loi.

Dans i'attente d'un statut légal des casinos, il est proposé de se référer aux dispositions qui déterminent le régime f k a l des jeux de casinos, en particulier à l'article 45 de l'arrêté royal du 23 novembre 1965 portant c&cation des dispositions légales relatives aux taxes assimilées aux impôts sur les revenus.

L'article 4, alinéa ler, de la loi du 11 janvier 1993 dispose que les organismes et personnes visées par celle-ci doivent s'assurer de l'identité de leurs clients au moyen d'un document probant. La directive européenne du 10juin 1991 laisse le choix entre la prise d'une copie et la transcription des références des documents. De nombreuses imprécisions ou lacunes ont été constatées dans l'identification des clients des organismes fuianciers faisant l'objet de déclarations de soupçon adressées par ceux-ci à la Cellule de traitement des informations financières. En conséquence, il est proposé de faire de la prise de copie des pièces d'identification produite par le client une formalité obligatoire. Cette nouvelle obligation ne concerne pas l'identification des clients effectuée avant l'entrée en vigueur de la présente loi. L'article est également modifié afin que l'obligation d'identification des clients s'applique également aux reviseurs d'entreprises, aux experts comptables externes et aux agents immobiliers. Les notaires ne sont pas visés par cette disposition. En effet, d'une part, le notaire qui prodigue des conseils peut difficilement être tenu d'identifier la personne qui le consulte tant que l'acte authentique n'est pas passé. D'autre part, l'identification des parties est indispensable pour la passation de l'acte. En outre, le notaire a l'obligation de s'assurer de la capacité des parties. Les données relatives à cette identification sont reprises, tant dans l'acte présenté dans les quinze jours à l'enregistrement que dans le répertoire visé tous les trimestres par le receveur de l'enregistrement et dont une copie est remise annuellement au greffier en chef du tribunal de première instance de son ressort. Les huissiers ne doivent égaiement pas être soumis à cette disposition dans la mesure où, d'une part, un huissier identifie toujours son client et, d'autre part, c'est un avocat qui s'adresse le plus souvent à lui. Art. 6

L'article 5 est modifié de façon a ce que l'obligation d'identifier l'ayant droit économique s'applique également aw reviseirs d'ent~irises,aux experts comptables externes et aux agents immobiliers. D'autre part, le texte de la directive européenne du 10juin 1991 engageait à l'adoption de mesures raisonnables pour identifier l'ayant droit économique. L'article 5 de la loi du 11 janvier 1993 exige actuellement de prendre des mesures utiles, ce qui powait indiquer que les organismes et les personnes soient assujetties à une obligation de résultat dors qu'il s'agit en réalité d'une obligation de moyen. C'est pourquoi il est proposé de viser "toutes les mesures raisonnables".

Art. 7

En raison de la nature particulière des casinos, il est proposé d'introduire un nouvel article Sbis déterminant des obligations qui leur sont propres en matière d'identification. La distinction entre client habituel et occasionnel n'est pas applicable, dans la mesure où elle perd son sens dans ce contexte particulier. Dès lors tous les clients souhaitant réaliser une opération financière en relation avec le jeu, et non tous les clients du casino dans l'absolu, doivent faire l'objet d'une identification. Pour le surplus, la disposition est calquée sur le régime applicable aux autres organismes et personnes soumis à la loi du 11 janvier 1993. Art. 8

L'article 7 ne concerne que le texte de loi h çais et tend à supprimer le terme "financier" utilisé à l'alinéa 1er de l'article 6 de façon à pouvoir s'appliquer à tous les organismes et personnes énumérés à l'article 2. Art. 9

L'article 7 de la loi du I l janvier 1993, qui concerne l'obligation de conserver les documents ayant servi à l'identification du client, doit être étendu aux reviseurs d'entreprises, aux experts comptables externes, aux agents immobiliers et aux casinos, en tenant compte de la nouvelle disposition particulière qui concerne ces derniers (art. Sbis). L'obligation de conserver une copie du document probant ayant servi à l'identification du client ne peut viser les personnes qui ne sont pas tenues à l'obligation d'identification de leurs clients, à savoir les notaires et les huissiers de justice. L'obligation de conserver les documents relatifs à l'exécution de l'opération visée à l'alinéa 3 de l'article 7 est seulement étendue aux agents immobiliers et ~LIX casinos. En effet, cette obligation ne saurait viser les personnes qui n'effectuent pas d'opérations au sens de la loi: les notaires, les huissiers de justice, les reviseurs d'entreprises et les experts comptables indépendants. Par ailleurs, d'autres lois prévoient la conservation de certains documents, notamment en ce qui concerne les notaires. Art. 10

L'obligation d'établir un rapport écrit sur toute opération qui pourrait être liée au blanchiment de capitaux, prévue a l'article 8 de la loi du I l janvier 1993, est étendue aux agents immobiliers et aux casinos. Elle ne s'applique pas aux notaires, aux huissiers de justice, aux reviseurs d'entreprises et aux experts comptables externes dans la mesure où ceux-ci ne sont pas intégrés dans une Mastructure nécessitant l'établissement d'un tel rapport.

L'expérience acquise par la cellule de traitement des informations financières révde que les opérations les plus vuinérables ad blanchiment de capitaux sont les opérations d'achats et de ventes de devises au comptant. Ii apparaît toutefois que les personnes et les organismes qui effectuent de teiles opérations sur devises (banques, sociétés de bourse et bureaux de change) respectent de manière très inégale l'obligation qui leur incombe d'identifier les pratiques de blanchiment. Etant donné que les opérations sur devises sous forme d'espèces sont souvent effectuées avec des clients occasionnels dont l'organisme financier ne connaît pas la situation économique, il est, en effet, très difficile de déterminer s'il s'agit d'une opération qui doit fbire l'objet d'un rapport interne spécifique (opération inhabituelle visée à l'article 8) ou d'une déclaration à la ceiiule (opération suspecte visée à l'article 12). Compte tenu de cette difficulté il est opportun de donner aux organismes financiers des instructions sur la façon dont ils doivent procéder lors d'opérations sur devises. La tâche des employés des organismes hanciers sera, en effet, beaucoup plus aisée s'ils disposent de critères objectifs pour déterminer s'il s'agit d'une opération devant faire l'objet d'un rapport écrit à transmettre au responsable blanchiment. Comme le précisaient déjà les travaux préparatoires de la loi du 11janvier 1993, il appartient aux autorités de contrôle de formuler, par catégorie d'organismes financiers, les instructions nécessaires en vue de l'exécution de la loi @oc. Parl., Sénat, no 468-1, S.E. 1991-1992, p. 10). Il est dès lors indiqué de compléter les directives existant en la matière par des instructions concernant les cas dans lesquels un rapport écrit doit être établi. Un tel système présente l'avantage d'être contrôiable au moyen de procédures internes. La liste, établie par les autorités de contrôle, des critères retenus pour qualifier une opération sur devises d'inhabituelle ne sera pas exhaustive et devra être régulièrement adaptée en fonction de l'expérience acquise. Dans ce cadre, l'ajout d'un nouvel alinéa à l'article 8 o B e aux Ministres des Finances et de la Justice la possibilité d'inscrire les critères en question dans un texte réglementaire. Le pouvoir octroyé par cette disposition aux Ministres des F i c e s et de la Justice vise à conférer, s'il y a lieu, une plus grande force obiigaioire aux obligations incombant aux organismes financiers. Ce pouvoir est également utile pour faire respecter, dans une perspective européenne, les dispositions en cause par les organismes financiers de la Communauté européenne qui opèrent en Belgique. Le rôle du responsable blanchiment reste néanmoins essentiel lors de l'anaiyse des transactions inhabituelies et de leur déclaration éventuelle à la cellule. Ii convient en effet d'éviter que l'on évolue vers une certaine forme de d é r e s p o d i t i o n et que l'on en arrive à un pur automatisme qui aurait pour résultat de noyer la ceiiule sous une avalanche de déclarations (voir le Rapport d'activités 1994-95 de la C.T.I.F., p. 37). Art. 11

Les mesures relatives à la formation et à la sensibilisation des employés des organismes et personnes visés par la loi, prévues à l'article 9, sont étendues aux notaires, a& huissiers de justice, aux reviseurs d'entreprises, aux experts comptables externes, aux agents immob'iers et aux casinos.

En outre, il est proposé de viser expressément les faits qui peuvent être liés au blanchiment de capitaux et non uniquement les opérations, comme le fait le texte actuel de la loi. Art. 12

L'obligation de désigner une personne responsable de l'application de la loi du 11 janvier 1993 ainsi que d'établir une procédure de contrôle interne, prévue à l'article 10 de la loi, n'est étendue qu'aux agents immobiliers et aux casinos, pour les raisons d'infrastructure déjà évoquées dans le commentaire de l'article 10 du projet de loi. Art. 14

L'article 11, $2, qui concerne le rôle de centralisation et d'analyse d'informations de la Cellule de traitement des informations financières, doit être modifié de façon à englober les informations transmises par les notaires, les huissiers de justice, les reviseurs d'entreprises, les experts comptables externes, les agents immobiliers et les casinos. Les incompatibilités professionnelles des membres de la Ceiiule, prévues à l'article 11, $3, doivent être étendues aux fonctions exercées par les agents immobiliers et dans les casinos. Ces incompatibilités ne s'appliquent donc pas aux notaires, huissiers de justice, reviseurs d'entreprises et experts comptables externes. Toutefois, l'article 7, alinéa 2, du règlement d'ordre intérieur de la cellule de traitement des informations financières, approuvé par l'arrêté ministériel du 4 août 1993, prévoit qu'en cas de contrariété d'intérêts, le membre concerné est tenu d'en prévenir la cellule et de faire mentionner cette déclaration au procès-verbal de la séance. Il ne peut prendre part à la délibération ni au vote. La contribution aux frais de fonctionnement de la Cellule, prévue à l'article 11, $7, et supportée par les organismes et personnes visés à l'article 2, doit être étendue aux notaires, aux huissiers de justice, aux reviseurs d'entreprises, aux experts comptables externes, aux agents immobiliers et aux casinos. En outre, il est prévu que le Roi fixe les modalités de perception de cette contribution, ce qui permettra, le cas échéant, de s'adresser aux organismes représentatifs de certaines professions.

Enfin,il est apparu nécessaire d'ajouter à l'article 11 un $8 concemant le statut des magistrats membres de la Cellule. En effet, la Cellule est actuellement saisie chaque mois, par les organismes financiers et personnes visés par la loi du 11janvier 1993, de plus de 600 déclarations de soupçon de blanchiment de capitaux. Du ler janvier 1993 au 30 novembre 1996, 11.202 déclarations de soupçons ont été adressées à la Ceiiule et regroupées en 2.579 dossiers distincts. Après analyse et découverte d'indices sérieux de blanchiment au sens de la loi, la Ceilule a transmis au parquet 558 de ces dossiers, qui représentent 6.663 déclarations de soupçon et portent sur plus de 76 miliiards de francs. La plupart de ces affaires sont complexes. Il est prévisible que le volume d'affaires traitées par la Ceilule augmentera en raison de l'amélioration des mécanismes de détection des opérations suspectes par le secteur financier et de l'extension du champ d'application de la loi. Il est donc nécessaire de permettre aux magistrats qui sont membres de la Ceilule d'y consacrer tbus leurs efforts, sans porter préjudice au bon fonctionnement des parquets dont ils sont détachés.

En conséquence, il est prévu qu'il soit pourvu à leur remplacement au parquet par une nomination en surnombre, tout en conservant leur place sur la liste de rang et leur traitement. La disposition s'inspire des articles 327 et 327bis du Code judiciaire, modifiés par les lois du 6 août 1993 et du 1er décembre 1994, ainsi que des autres lois qui prévoient le détachement de magistrats au sein de commissions ou de comités permanents, tels que la commission de la protection de la vie privée, le comité de surveillance de la banque-carrefour de la sécurité sociale ou les comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements. Art. 15

Lorsque la Cellule constate un indice sérieux de blanchiment, il paraît plus efficace que les informations soient transmises directement au procureur du Roi temtorialement compétent, plutôt qu'au procureur du Roi de Bruxelles. Le mode actuel de transmission des dossiers constitue une charge administrative inutile pour le parquet de Bruxelles et risque parfois d'entraver le bon fonctionnement des poursuites, surtout dans les cas urgents. C'est particulièrement le cas lorsque la Cellule s'oppose à l'exécution d'une opération pendant vingt-quatre heures, en application de l'article 12, 1er, de la loi. En outre, seuls 35% des dossiers transmis par la Cellule sont effectivement de la compétence du parquet de Bnutelles. Cet article tend donc à apporter les modifications nécessaires en ce sens aux différents articles de la loi du 11 janvier 1993 concernant la transmission d'informations par la Cellule au procureur du Roi. Art. 16

Cet article ne concerne que le texte fiançais de la loi et tend à supprimer le terme ''financier" utilisé à l'article 13 de la loi du I l janvier 1993 pour que cette disposition s'applique à tous les organismes et personnes énumérés à l'article 2.

Art. 17

Pour les raisons citées plus haut liées au secret professionnei, il a paru préférable que les notaires, huissiers de justice, reviseurs d'entreprises, experts comptables externes et agents immobiliers soient tenus d'informer la Cellule de tout fait qu'ils constatent et qui est susceptible de constituer la preuve d'un blanchiment de capitau, à l'instar des autorités de contrôle et de tutelle des organismes et personnes visés a l'article 2 de la loi. Ils ne sont donc pas tenus de transmettre de simples soupçons, comme c'est le cas pour les autres organismes et personnes visés par la loi. Pour les casinos, il est indiqué, à l'inverse des organismes financiers, p o u lesquels la déclaration de soupçon résulte uniquement d'une appréciation subjective, de recourir non seulement à une appréciation subjective mais d'imposer, en outre, une liste de critères objectifs permettant de distinguer les comportements qui ne correspondent pas à celui du joueur normal ou les opérations qui peuvent se prêter particulièrement au blanchiment. Art. 18

L'article 15, fi 1er, de la loi du 11 janvier 1993 prévoit la possibiité pour la Cellule de se faire communiquer, notamment de la part des organismes et personnes visés a l'article 2 de la loi, tous les renseignement complémentaires qu'elle juge utiles à l'accomplissement de sa mission. Cette possibiité doit être étendue aux notaires, aux huissiers de justice, aux reviseurs d'entreprises, aux experts comptables externes, aux agents immobiliers et aux casinos. D'autre part l'article 15, $2, octroie à la Cellule le rôle de vérifier l'application des articles 4 à 10 de la loi du I l janvier 1993 par les organismes et personnes visés à l'article 2 et qui ne sont pas soumis à un contrôle prudentiel. Cette vérification doit donc pouvoir s'exercer sur les casinos qui ne sont, eux aussi, soumis à aucun contrôle prudentiel. Enfin, il s'a& de remédier à la lacune suivante: la loi prévoit que cette vérification ne porte que sur les dispositions 4 à 10 de la loi du 11 janvier 1993, ce qui n'inclut pas les déclarations de soupçon et les demandes de renseignements par la Ceiiule. Ii faut donc y inclure les articles 12 à 14bis et 15, fi 1er.

Art. 19 Il est nécessaire d'améliorer le suivi judiciaire des dossiers transmis par la Cellule aux parquets en vue de renforcer l'efficacité de la lutte contre la criminalité organisée et le blanchiment de capitaux. C'est pourquoi il est prévu que, lorsqu'elle transmet des informations au procureur du Roi en application de l'article 16 de la loi la Cellule adresse une copie de celles-ci au magistrat fédéral. En effet, il est fréquent que ces dossiers concernent plusieurs arrondissementsjudiciaires, qu'ils soient traités par plusieurs semices de police et qu'ils aient des implications internationales. Le magistrat fédéral a donc un rôle important à jouer dans la coordination des enquêtes et des poursuites, dans l'indispensable centralisation des renseignements émanant de la Cellule, ainsi que dans l'établissement de contacts au niveau international. Art. 20

Les articles 2094 alinéa 2, du Traité du 25 mars 1957 instituant la Communauté européenne et 183A, alinéa 2, du Traité du 25 mars 1957 instituant la Communauté européenne de l'énergie atomique, modifiés par le Traité du 7 février 1992, disposent que "sans préjudice d'autres dispositions du présent Traité, les Etats membres coordonnent leur action visant à protéger les intérêts financiers de la Communauté contre la fraude. A cette fin, ils organisent, avec l'aide de la Commission, une collaboration étroite et régulière entre les services compétents de leurs administrations". Au 30 juin 1996, la Cellule de traitement des informations financières a transmis au parquet six dossiers relatifs à la fiaude au préjudice des intérêts financiers de l'Union européenne, portant sur 806 millions de FB,trente dossiers relatifs au trafic illicite de biens et de marchandises, portant sur 2,6 milliards de FB et treize dossiers de fiaude grave et organisée à la TVA, portant sur 6,2 milliards de FB.Ces chiffres indiquent tout l'intérêt d'instaurer une forme de collaboration permettant, d'une part, à la Cellule de mieux identifier l'origine des mouvements de capitaux suspects et, d'autre part, à l'Unité de coordination de la lutte anti-fiaude de la Commission européenne (UCLAF) de coordonner l'action au niveau européen, plusieurs Etats membres étant toujours concernés a des titres divers dans ce genre de dossiers. Dans ce contexte, il est utile que la collaboration entre la Cellule et I'UCLAF ne soit pas soumise à l'article 17, gler, de la loi du l ijanvier-1993 relatif au secret professionnel. Une dérogation au secret professionnel, qu'il s'agisse du secret visé à l'article 458 du Code pénal ou du secret renforcé auquel est soumis la Cellule, est toujours possible pour autant qu'elle soit établie par la loi. Deux exceptions sont ainsi apportées au secret professionnel de la Cellule par l'ajout de deux alinéas à l'article 17, $2. Leur caractère limité tend à assurer une juste proportionnalité entre la finaiité poursuivie (à savoir la lutte contre le blanchiment lié awr activités de la criminalité organisée économique et financière) et les moyens utilisés pour l'atteindre (la dérogation au secret professionnel).

La première permet uniquement la communication par la Cellule de l'identité de personnes physiques ou mordes aux fins d'interroger 1'UCLAF. Une telle exception existe déjà à l'égard des services de police et des services administratifs de 1'Etat ainsi que des organismes visés par l'article 2 de la loi. La seconde exception permet à la Cellule d'informer I'UCLAF du seul fait qu'elle a transmis au parquet des informations relatives au blanchiment de capitaux provenant de la réalisation d'une infiaction liée à la fraude au préjudice des intérêts financiers de l'Union européenne, sans révéler le contenu de ces informations. Une telle exception est déjà prévue en faveur des autorités de contrôle qui possèdent une compétence d'enquête. Elle aura toutefois un caractère facultatif à l'égard de I'UCLAF. Ainsi la Cellule pourra, si nécessaire, consulter le parquet saisi ou le magistrat fédéral sur l'opportunité de communiquer cette information. Les différents textes communautaires prévoyant une assistance mutuelle entre les Etats membres et la Commission disposent que les informations échangées ou communiquées restent confidentielles, ne sont accessibles qu'à des personnes habilitées, sauf pour celui qui les communiquent initialement à y renoncer, sont couvertes par le secret professionnel et ne peuvent être utilisées qu'aux fins prévues par la réglementation. Ces textes sont:

- l'article 19 du Règlement (CEE) no 1468/8 1 du Conseil du 19 mai 198 1 relatif à l'assistance mutuelle entre les autorités administratives des Etats membres et à la collaboration entre celles-ci et la Commission en vue d'assurer la bonne application des réglementations douanières ou agricoles;

- l'article 9 du Règlement (CEE) no 2 18/92 du Conseil du 27 janvier

1992 concernant la coopération administrative dans le domaine des impôts indirects (TVA);

- l'article 7 d e la Directive du Conseil du 19 décembre 1977 concernant l'assistance mutuelle des autorités compétentes des Etats membres dans le domaine des impôts directs et d e la taxe sur la valeur ajoutée;

- l'article 10 du Règlement (CEE) no 595191 du Conseil du 4 mars 1991 concernant les irrégularités et la récupération des sommes indûment versées dans le cadre du financement de la politique agricole commune ainsi que l'organisation du système d'information dans ce domaine, et abrogeant le règlement (CEE) no 283/72;

- l'article 4, $2, du Règlement (CE) no 1469/95 du Conseil du 22 juin 1995 relatif aux mesures à prendre à l'égard de bénéficiaires d'opérations financées par le FEOGA, section "garantie";

- l'article

10 du Règlement (CE) no 168 1/94 de la Commission du 11 juillet 1994 concernant les irrégularités et le recouvrement des sommes indûment versées dans le cadre du financement des politiques structurelles ainsi que l'organisation d'un système d'information dans ce domaine;

- l'article 10 du Règlement (CE) no 183 1/94 de la Commission du 26 juillet 1994 concernant les irrégularités et le recouvrement des sommes indûment versées dans le cadre du financement du Fonds de cohésion ainsi que l'organisation d'un système d'information dans ce domaine. Les modalités de la coopération entre la Cellule et I'UCLAF pourront fàire l'objet d'un accord entre celles-ci ("memorandum of understanding") précisant notamment le degré de confidentialité et l'usage des informations transmises.

Il convient également de compléter l'alinéa 2 de l'article 17 de la loi afin que la Ceilule puisse foumir des informations utiles non seulement aux autorités de contrôle ou de tutelle mais aussi aux autorités disciplinaires compétentes et au Ministre des F i c e s , pour que ceux-ci puissent prendre, en connaissance de cause, les mesures et les sanctions qui s'imposent, en cas de non respect, par les personnes qui leur sont soumises, des dispositions de la loi du 1 1 janvier 1993. Art. 21

Il faut adapter l'article 18 qui désigne la personne compétente, au sein des organismes et personnes visés à l'article 2, pour transmettre les informations à la Cellule, de sorte qu'il s'applique aussi aux agents immobiliers et aux casinos. Art. 22

L'article 19 interdit de porter à la connaissance du client concerné ou de personnes tierces que des informations ont été transmises à la Cellule ou qu'une information du chef de blanchiment de capitaux est en cours. Cette disposition doit être étendue aux notaires, aux huissiers de justice, aux reviseurs d'entreprises, aux experts comptables externes, aux agents immobiliers et aux casinos. Il est également prévu d'y inclure expressément les informations transmises à la Ceiiule à la demande de celle-ci, en application de l'article 15 de la loi. Art. 23

L'article 20 de la loi prévoit qu'"Aucune action civile, pénale ou disciplinaire ne peut être intentée ni aucune sanction professionnelle prononcée contre les organismes ou les personnes visés a l'article 2, leurs employés ou leurs représentants qui ont procédé de bonne foi à une information, conformément aux articles 12 à 1 5 ." Ii est prévu d'étendre cette immunité aux notaires, aux huissiers de justice, aux reviseurs d'entrephses, aux experts comptables externes, aux agents immobiiiers et aux casinos.

Ii faut adapter l'article 21 de sorte que les autorités de contrôle et de tutelle et les autorités disciplinaires des organismes et personnes visés aux articles 2 et Ibis soient tenues d'informer la Cellule si elles constatent des fàits susceptibles de constituer la preuve d'un blanchiment de capitaux.

Art. 25

Cet article vise à étendre aux autorités disciplinaires des organismes et personnes visés aux articles 2 et 2 bis la possibilité de leur appliquer des sanctions administratives en cas de non-respect par ceux-ci des dispositions de la loi du 11 janvier 1993. En outre, il est prévu que ces sanctions peuvent être prononcées par le Ministre des Finances à l'égard des organismes et personnes qui ne sont soumis à aucune autorité de contrôle ou de tutelle ni à aucune autorité disciplinaire. C'est notamment le cas des casinos. Ainsi, le Ministre des Finances sera avisé du non respect des dispositions de la loi du 11 janvier 1993 par la Cellule, conformément à l'article 17, $2, alinéa 3, de la même loi. Art. 26

L'article 24 de la loi actuelle était une disposition transitoire dont les effets sont épuisés. En conséquence, il peut être abrogé. Art. 27

Un nouvelle disposition transitoire doit être insérée prévoyant que les organismes et personnes nouvellement introduits dans la loi sont tenues d'identifier leurs clients ordinaires endéans l'année après l'entrée en vigueur du présent projet de loi. Toutefois, la disposition transitoire ne s'applique pas aux casinos dans la mesure où la distinction entre clients ordinaires et clients occasionnels ne s'applique pas à ceux-ci.

La loi d u l 1 janvier 1993 relative a la prevention de I'utilisation du systeme financier aux fins du blanchiment de capitaux telle que modifiee par le projet d e loi (version d u 30/09/96)

CHAPITRE Ier. - Di.vposirions g M r a l e s

HOOFDSTUK I . - .41geniene bepalingen

Article ler. La présente loi applique la directive du Conseil Y 1/308/CEE du 10 juin 1Y9 1. relative i l'utilisation du systeme financier aux fins du blancliiment de capitau..

Artikel 1. Deze wet-past de-richtlijn-toe van de Raad Y 11308EEG KUI 10 juni IYY 1. tot voorkoming van het gebruk van liet financiële stelsel voor het witwassen van geld.

Art. 2. Les dispositions de la présente loi sont applicables uur organismes et aux personnes mentionnées ci-apres: 1" la Banque nationale de Belgique; 2" les établissements de crédit inscrits a la liste visée 1 l'article 13 de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au controle des établissements de crédit. et les succursales en Belgique des établissements de credit relevant du droit d'un riutre Etat membre de la Coxnmunauté européenne. e~egistréesconformément A l'article 65 de la loi precitee: 3" les entreprises d'investissement de droit belge agréées en qudité de société de bourse;

Art. 2. De bepalingen van deze wet zijn van toepassing op de hierna vermelde ondernemingen en personen: 1" de Nationale Bank van België: 2" de kredietinsteiiingen die zijn ingeschreven op de lijst bedoeld in artikel l3 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. en de in Belgïe gevestigde en overeenkomstig arukel 65 van voornoemde wet geregistreerde bijkantoren van kredietinstellingen die onder een andere LidStaat van de Europese Gemeenschap ressorteren: 3" de beleg@ngsondernemingen naar Belgisch recht met een vergunning d s beursvennootschap; 4" de in België gevestigde verzekeringsondememingen die. niet toepassing van de wet van Y juli .l973 betreffende de controle der verzekeringsondememingen. gemachtigd worden voor de uitoefening van het levensverzekeringsbedrijf: 5" de Post: G" de belegginpondernemingen naar Belgisch recht met een vergunning als vennootschap voor makelarij in tïnanciële instrumenten; 7" de Deposito- en Consignatiekas: Y" de beleggngsondernemingen naar Belgisch recht met een ver~wnningals vennootschap voor vermogensbeheer; 9" de in Bel@ gevestigde vennootschappen voor beleggingsadvies als bedoeld in boek LII, titel 11, van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleg@ngsondernemingen, de bemiddelrurs en beleggingsadviseurs;

4" Ies entreprises d'assurances établies en Belgique et agréées pour esercer l'activité d'assurance \.ie en application de la loi du Y juillet 1975 relative au controle des enueprises d'assurances: 5' la Poste;

6" les entreprises d'investissement de droit belsge asgréées en qudité de société de courtage en instruments tinunciers; 7" In Caisse des Dépots et Consignations: Y" les entreprises d'investissement de droit belge agréées en qualité de société de gestion de fortune-; 9" les sociétés de conseil en placements Etablies en Belgique. telles que visées au livre 111, titre II. de Ia loi du 6 avril 1995 relative ;LUX marchés secondaires, au statut des cntreprises d'investissement et h leur contrôle, uux intermédiaires et conseiilers en placements; 10" toutes les personnes physiques OU les autres personnes morales qui se livrent. a titre professionnel. au. operations d'achat OU de vente au comptant de devises sous forme d'especes OU

10" alle natuurlijke personen en overige rechtspersonen die beroepshalve verrichtingen doen voor de contante aankoop of verkoop van deviezen in contanten of met cheques in deviezen

de cheques libellés en devises OU par I'utilisation d'une carte de crédit OU de paiement: 11' les enueprises hypothécaires inscntes en application de l'article 43 de la loi du 4 aout 1992 relative au crédit hypothécaire: 12" les personnes physiques OU morales agréees en application de l'article 74 de la loi du 12 juin 199 1 relative au credit a la consommation: 13" les personnes physiques OU morales qui Smettent OU gerent des cartes de credit: 14" les enueprises de location-financement agréées en application de l'article 2 de 1.anête royal n055 du 10 novembre 1967 organisant Ie statut jundque des enuepnses pratiquant la location-financement: lso les succursales en Belgique d'entreprises d'investissement relevant du droit d'un autre Etat membre de la Communauté européenne, telles que visées au livre LI, titre LU, de Ia loi du 6 avril 1995 précitée; 16' les succursales en Belgique d'entreprises d'investissements relevant du droit d'Etats qui ne sont pas membres de Ia Communauté européenne, telles que visées au livre 11, titre IV, de Ia loi du 6 avril 1995 précitée; 17O les entreprises de gardiennage fournissant des services de surveillance et de protection de trimsport de biens, uutorisées en application de l'article 2 de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de giirdiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services intemes de gardiennage

ian wel met gebruik van een krediet- of ]e taalkaart; 11" de hypothecaire ondernemingen ingeschreven met toepassing van artikel 43 van ie wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair srediet: 12" de natuurlijke of rechtspersonen. xkend met toepassing van artikel 74 van de wet ian 12 juni 199 1 op liet consumentenkrediet: l 3 O de natuurlijke personen of rechtpersonen die credietkaanen uitgeven of beheren: 14" de leasingondemerningen. erkend met :oepassing van artikel 2 van het koninkelijk esl luit N.% van 10 november 1967 tot regeling ían het juridisch statuut der ondernemingen :especialiseerd in financieringshuur: 15O de bijkantoren in België van beleggingsondememingen die onder het recht van een andere Lid-Saat vim de Europese Gemeenschap ressorteren, ais bedoeld in boek U, titel iII, vim voornoemde wet vim 6 s p n l 1995; 16' de bijkantoren in België vim beleg@ngsondememingen die ressorteren mder het recht van Staten die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, als bedoeld in boek 11, titel TV, van voornoemde wet van 6 april 1995; 17O de bewakingsondernemingen die diens2en van toezicht op en bescherming bij het vervoer v i m goederen leveren met toepassing van artikel 2 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveili$ngsondememingen en de interne bewakingsdiensten.

Le Roi peut ajouter d'auues orgiinismes OU personnes 1 la liste pre\ue i l'alinéa ler.

De Koning kan 'andere ondernemingen en personen op de in het eerste lid voorziende lijst plaatsen.

11 peut en outre adapter la liste dans Ie cadre de l'esécution d'auues dispositions légales.

Hij kan bovendien de lijst aanpassen in liet kader vrin de ~1h:oenngvan andere wetsbepalingen.

Art. 2bis. Duns Ia mesure OU elles Ie prévoient espressément, les dispositions de la présente loi sont également applicables aur personnes mentionnées ci-apres:

Art. 2bis. Voor zover zij het uitdrukkelijk voorzien, zijn de bepalingen van deze wet eveneens van toepassing op de hierna vermelde personen:

1' les notaires: 2O 3O

les huissiers de justice; les personnes physiques

OU

mordes

membres de I'Institut des reviseurs d'entreprises; 4 O les personnes physiques OU m o r i e s inscrites au tableau des experts comptables

l0 de notarissen; '2 de gerechtsdeurwaarders; 3' de natuurlijke personen of rechtspersonen

die lid zijn vim het instituut der Bedrijfsrevisoren; 4 O de natuurlijke personen of rechtspersonen die ingeschreven zijn in het register vim de

externes de l'Ins%itutdes Experts-comptables; agents immobiliers vis& i I'article 2 de l'arrêté royd du 6 septembre 1993 protégeant Ie titre professionnel et I'esercice de Ia profession d'agent immobilier et qui esercent les activités visées U. I'article 3. 1°, du meme arrêté:

j0les

6 O les personnes phyiques OU morales qui esploitent un OU plusieurs jeux de casino visés U. I'lirticle 45 de I'arrêté royd du 23 novembre 1965 portant codification des dispositions relatives uur tuaes assimilees uux impòts sur les revenus.

Art. 3. 4 ler. ALLYfins de I'application de la présente loi. par blanchiment de ca pit au^ i1 faut entendre: . la conversion OU le transfert de capitaux OU d'autres biens dans Ie but de dissimuler OU de déguser leur origine illicite OU d'aider toute personne qui est impliquée dans la réalisation de l'infraction d'ou proviennent ces capitaux OU ces biens. A échapper a u . consequences juridlques de ses actes: . la dissimulation OU le déguisement de la nature. de l'origine. de l'emplacement. de la diposition. du mouvement OU de la propriété des capitaus OU des biens dont on connait l'origine illicite: l'acquisition. la détention OU l'utilisation de capitaus OU de biens dont on connait l'origine illicite: la participation ii l'un des actes visés aus trois &nts précédents. l'association pour commettre ledit acte. les tentatives de le perpétrer. le fait d'aider. d'inciter OU de conseiller quelqu'un li le commetue OU le fait d'en faciliter I'esecution.

:neme accountants van het Instituut der kcountants; 5' de vistgoedmakelaars beoogd in artikel 2 m het koninklijk besluit van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en (UI de uitoefening van het beroep VU xstgoedmakelaar, die de ~eroepswerkzaamhedenbeoogd in art. 3, l0 ïm hetzelfde besluit uitoefenen; 6' de natuurlijke personen of rechtspersonen lie één of meer casinospelen uitbaten bedoeld .. n artikel 45 van het

v

W j k e bep&qwfntre#ee8e de met de

nkomstenbelwtingen gelijkgestelde\, lelastingen. Art. 3. 1. Voor de toepassing van deze wet vordt verstaan onder "witwassen van geld":

-

de omzetting of overdracht van geld of activa net de bedoeling de illegale herkomst ervan te terbergen of te verdoezelen of een persoon die ~euokkenis bij een misdrijf w a d t dit geld of leze activa voortkomen. te lielpen ontkomen aan ie reclitsgevolgen van zijn daden.

-

liet verleden of verhullen van de aard. lorsprong. vindplaats. vervreemding, rerplaatsing of eigendom van geld of activa xaarvan men de illegale herkomst kent; - de venverving, liet bezit of liet gebruk van geld ]f activa waarvan men de illegale herkomst kent:

-

-

-

- de deelnenung aan. de medeplichtigheid tot. de ?oging tot. de hulp aan. het aanzetten tot. het ,.ergemakkelijken van of liet geven van raad ~etreffendeeen van de in de drie voorgaande punten bedoelde daden.

s

2. Voor de toepassing van deze wet is de herkomst van geld of activa illegaal wanneer ieze voortkoriien uit:

2. Pour l'application de la présente loi. l'ori_rine des capitaus OU de biens est illicite lorsque ceus-ci proviennent de la realisation:

l" d'une infraction liée: -.au terrorisme: - li la criniinalite organisée: au trañc illicite de stupéfiants: au trafic illicite d'armes. de biens et de iiiarcliandises: au trnfic de main-d'oeuvre clandestine: au trafic d'êtres liumains: ri 1-exploitationde la prostitution: ii l'utilisation illégde chez les animaux de substarices i effet lioniional. íì effet antihormonal. íì effet bèta-adrénergique OU í ì effet stimulateur de production OU au comnierce illégal de telles substances:

-

I" een misdnjf dat in verband staat met: - terrorisnie: - georganiseerde misdaad: - illegale drughandel: - illegale liandel in wapens. goederen en koopwaren: - liandel in clandestine werkkrachten: - inensenhandel: - e.uploitatie \mi de prostitutie; - illegaal gebrulk bij dieren van stoffen met hormonale. anti-hormonale. betaadrenergische of produktie-stiniulerende werking of het illegaal verhandelen van dergelijke stoffen:

- au traf~cillicite d'organes OU de tissus

- illegale handel in menselijke organen of

liumains: - i la fraude au préjudice des interets financiers de I'Union européenne:

- fraude ten nadele van de financiële belangen

- i la fraude fiscale grave et organisée qui met en oeuvre des mécanismes compleses OU qui use de procédés a dimension internationale: - ii la comption de fonctionnaires publics:

weefsels: \mde Europese Unie:

- ernstige en georganiseerde fiscale fraude \vaarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend: - omkoping van openbare ambtenaren;

2" d'un délit boursier OU d'un appel public irregulier a I'épargne:

2" een beursmisdrijf of een onwettig openbaar aantrekken van spaargelden:

3" d'une escroquene financiere. d'une prise d'otages. d'un vol OU d'une edorsion í i l'aide de violences OU de menaces. d'une banqueroute frauduleuse.

3" een financiële oplicliting, een gijzeling, een diefstal of afpersing met geweld of bedreiging, of een bednegelijke bankbreuk.

9 3. Les organismes et personnes vises a l'article 7 concourent pleinement à l'application de la presente loi par I'identification de tous les actes de blanchiment de capitam.

3 3. De in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen verlenen hun volledige medewerking aan de toepassing van deze wet. om alle daden van winvassen van geld te identificeren.

qqanisatio interne au niveau des organisr~reset des personnes visis aait articles 2 rt 2bis.

HOOFDSTLJK 11. Identflcatie van de cii&bn en interne organisatie op het niveau van de in artikelen 2 en Ibis.

-

Art. 4. Les orgímismes et les personnes visés aux articles 2 et Lbis, 3O h 5O. doivent s'assurer de l'identité de leurs clients nu moyen d'un document probant, dont i1 est pris copie, au moment OU ils nouent des relations d'affaires qui feront d'eus des clients lpbituels nil 49 n d t u n ~ o

-ct&

L

r.nlt.->

Art. 4. De in artikelen 2 en 2bis, 3O tot jO, beoogde ondernemingen en personen dienen zich te vergewissen van de identiteit van hun Aiënten aan de h a d van een bewijsstuk, waarvan afschrift wordt genomen, op liet sgenblik dat zij een zakenrelatie aankopen waardoor de betrokkenen gewone cliënten worden.

Cette meme identification est esigee pour toute u t r e personne qui souhuite réaliser m e operation dont le montant atteint OU escede 10.000 ECU. qu'elle soit effectuée en m e seule OU en plusieurs operations entre lesquelles semble esister u11 lien. L'identification est requise meme si le montant de l'opération est inféneur ii 10.000 ECU des qu'il y a soupçon de blanchiment de capitaus.

Dezelfde identificatie is vereist voor iedere andere persoon die een vemcliting wenst uit te voeren voor een bedrag viln 10.000 ECU of meer. ongeacht of zij in één keer wordt uitgevoerd of in verscheidene keren. waartussen een verband blijkt te bestaan. Identificatie is vereist zelfs wanneer liet bedrag van de vemchting lager is dan 10.000 ECU. zodra wordt vermoed dat liet gaat om winvassen van geld.

L'identification pone sur Ie nom. Ie prénom. OU la dénonunation sociale pour les personnes niorales. l'adresse OU le siege social du client.

De identificatie betreft de naam. de voornaam of voor rechtspersonen de firma. liet adres of de niaatscliappelijke zetel van de cliënt.

Art. 5. En cas de doute sur la question de savoir si les clients visés A I'anicle J agissent pour leur propre compte OU en cas de certitude qu'ils n'agissent pas pour leur propre compte. .les orginismes et les personnes visés IUS articles 2

Art. 5. Indien wordt behvijfeld of de in artikel 4 bedoelde cliënten voor eigen rekening handelen. of indien vaststaat dat zij niet voor eigen rekening liandelen. treffen de in de artikelen 2 en Ibis, 3O tot 5O, beoogde ondernemingen en

et Zbis, 3O i sO, prennent toutes les mesures raisonnables en vue d'obtenir des informations sur l'identité réelle des personnes pour Ie compte desquelles ces clients agissent.

personen alle redelijke maatregelen om informatie te verkrijgen mouent de ware identiteit van de personen voor wier rekening deze cliënten handelen.

Art. 5bis. Les personnes visées i I'article 2bis. 6O, doivent s'lissurer Y I'aide d'un document probant dont i1 est pris copie de I'identité de tous les clients qui souhaitent rédiser une I opération ïinanciere en relation avec Ie jeu. En cas de doute sur la question de savoir si ces clients agissent pour leur propre compte, OU en CU de certitude qu'ils n'agissent pas pour leur propre compte, les personnes visées i I'article Sbis, 6O, prennent toutes les mesures raisonnables en vue d'obtenir des informations sur I'identité réelle des personnes pour Ie compte desquelles ces clients agissent.

Art. 5bis. De in artikel Zbis, 6'' beoogde personen dienen zich aan de hand van een bewijsstuk, waarvan ufschrift wordt genomen. te vergewissen vim de identiteit van alle cliënten die een tinanciële verrichting in verband met het spel wensen uit te voeren. Indien wordt betwijfeld of deze cliënten voor eigen rekening handelen, of indien vaststaat dat zij niet voor eigen rekening handelen, treffen de in artikel Ibis, 6O, beoogde personen alle redelijke muitregelen om informatie te verkrijgen omtrent de ware identiteit van de personen voor mier rekening deze cliënten handelen.

Art. 6. Les organismes et les personnes vises i l'article 2 iie sont pas soumis aus obligations d'idenufication visées a u articles 4 et 5 lorsque Ie client est également un organisme OU une personne visés i I'article 2 OU un établissement de crédit OU une instinition financiere vises a I'article ler de la directive 9 11308lCEE.

Art. 6. De in de artikelen -ien 5 bedoelde identificatieverplichtingen zijn niet van toepassing op de in a d e l 2 beoogde ondernemingen en personen in geval de cliënt eveneens een in artikel2 beoogde onderneming of persoon is of een kredietinstelling of een financiële instelling is bedoeld in artikel 1 van de richtlijn 9 11308EEG.

Art. 7. Les organismes et les personnes tisés aus articles 2 et 2bis, 3O iì 6O, conservent sur quelque support d'archvage que ce soit. pendant cinq ans nu moins apres avoir mis fin aus relations avec leurs clients OU toute auue personne visée i I'article 4. alineas ler et 2. une copie dil document probant a y n t senri {i l'identification.

Art. 7. De in artikelen 2 en Zbis, 3O tot 6O, beoogde ondernemingen en personen bewaren op welke informatiedrager ook gedurende ten minste vijf jaar na liet beëindigen van de relaties met hun cliënten of alle andere personen beoogd in ankel 4. eerste en tweede lid. een afsclmft mi liet bewijsstuk dat voor de idenufícatie heeft gediend.

11 en est de mènie des documents ayant perniis l'identfication visée aus articles 5 et jbis.

Hetzelfde geldt voor stukken die in de artikelen 5 en Sbis beoogde identificatie iiiogelijk liebben gemaakt.

Sans prejudice de l'esigence formulee (I l'anicle G. alinéa 4. de la loi du 17juillet 1973 relative i la coniptabilité et a u . comptes annuels des enueprises. les orgiinismes et les personnes visés aus articles 2 et 2bis, SOet6O, consentent pendant une periode d'au moins 5 ans i panir de l'esecutioii des operations. une copie sur quelque support d'nrchivage que ce soit. des e~egistrements.bordereau et documents des opérauons effectuées de façon li pouvoir les reconstituer précisément.

Onverminderd liet vereiste gesteld in artikel 6. vierde lid. Km de wet van 17 juli 1973 op de booekhouding en de jaarekening van de ondernemingen. bewaren de in de artikelen 2 en Zbis, jOen6O beoogde ondernemingen en personen gedurende een periode van ten minste vijf jaar vanaf de uitvoering van de vemchtingen op welke informauedrager ook een kopie van de registraties. de borderellen en stukken vtm de uitgevoerde vemchtingen om ze nauwkeurig te kunnen reconstrueren.

Art. 8, Les .organismes et les personnes Msés uur articles 2 et Zbis, joet 6O, établissent un rapport écrit sur toute opération qui. iiotarnment en raison de sa nature OU de son caractère idiabituel au regard des activirés du dient. pourrait être liée au blanchiment de capitau: ce rapport est transmis a u personnes visees ri I'article 10 aus fins d'être consewe durant Ie délai prescrit 3 l'article 7.

Art. 8. De in de artikelen 2 en 2bis, 5 O en 6O beoogde ondernemingen en personen stellen :en schriftelijk verslag op over elke vemchting %e. inzonderheid door haar natuur of door h& m g e b d e l i j k karakter ten aanzien van de lctiriteiten van de cliënt. ZOU kunnen verband tiouden met het winvassen van geld; dit verslag ,vordt voor bewaring gedurende de door artikel 7 ,.oorgeschreventermijn toegestuurd aan de in rukel 10 bedoelde personen.

Les min is tres des Finances et de Ia Justice peuvent, sur avis de la Commiusion bancaire et íïnanciere et de la cellule de traitement des informations tïnancieres, dresser une liste d'opérationu sur devises et de transferis de fonds qui sont particulierement réputées liées au blanchiment de capitaur et sur lesquelles les organismes et les personnes vis& h I'anicle 2 doivent établir un rapport écrit h tmsmettre aux personnes visees 3 l'article 10.

De Ministers van Financiën en Justitie kunnen, na advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen en de cel voor tinanciële informatieverwerking, een lijs* opstellen van verrichtingen inzake deviezen en geldoverdracht die specitiek geacht woreden verband te houden met bet witwassen vim geld en waarover de in artikel 2 beoogde ondernemingen en personen een shriftelijk verslag moeten opstellen, dat aan de in artikel 10 bedoelde personen wordt toegestuurd.

Art. Y. Les organismes et les personnes visés aur articles 2 et 2bis prennent les mesures :ippropriées pour sensibiliser leurs employés et leun representants a u dispositions de la présente loi. Ces inesures comprennent la participation de leurs employés et de leus représentants concernes e des progammes spéciaus afin de les aider 3 reconnaitre les opériions et les faits qui peuvent Stre lies au blanchment de capitaus et de les instmire sur la maniere de procéder en ~ a r e iCilS. l

Art. 9. De in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen en personen nemen passende maatregelen om liun werknemers en Iiun vertegenwoordigers met de bepalingen van deze wet vertrouwd te maken. Deze maatregelen houden in dat hun betrokken werknemers en vertegenwoordigers deelnemen aan speciale ~pleidingsprogrammmmrts om de verrichtingen en de feiten te leren onderkennen die met liet wihvassen van geld verband kunnen houden en om hen te onderrichten hoe in die gevallen moet worden gehandeld.

Art. 10. Les orgmismeu et les personnes visés uus articles 2 et 2bis, 5Oet 6O, désignent une OU J ..C& plusieurs personnes responsables de I'applicatioa 'i 1 ( r / i ~ de ~ la ~ presente t ~ loi au sein de leur organisme. Ces i , personnes sont chargees principalement de l~établissementde procedures de coiitrole interne. y . de conmunication et de centralisation des ,,j/' 6 infommtions. irun de prévenir. repérer ei l emppCclier la riklisation boperations Iiées au bblailcliliilent de cipitaus. i

,

2 'Fifq

Art. 10bis. Lorsqu'un acte notarik constate une opération dont le montant atteint OU enckde 10.000 ECU, le paiement de ce montunt doit &re rédisé au moyen d'un virement OU d'un cheque. Lc notaire doit préciser duns l'acte le numero du compte tïnancier par ie débit duquel la somme a été OU sera transférée.

Art. 10. De in de artikelen 2 en 2bis, 5' en 6O beoogde ondernemingen en personen wijzen iéii of meer personen niin die verantwoordeiijk zijn voor de toepassing van deze wet in liui onderneming. Deze personen zijn voord belast met de vaststelling van de procedures voor interne controle. infom~atieverstrekkingen centralisatie om vemchtingen die met het winvassen van geld verband houden. te voorko~nen.op te sporen en te verhnderen.

Art. IObis. Wanneer een notariële akte een verrichting vastelt waarvan de som 10.000 ECU of méér bedraagt, moet de betaling van deze som gebeuren door middel van een overschrijving of een cheque. De notaris moet in de akte het nummer van de tlnanciëie rekening vermelden waarlangs het bedrag werd overgedragen of zal overgedragen worden.

CHAPITRE 111. - Transmission d 'inforviarions entre les organismes ou les personnes visés aux czrrrc1e.s 7 er 7his er les aurorrtis re.spon,sahlesde Ia lurte conrre le hlanchimenr de caprraux.

Art. 11. Ier. I1 est ixistitué. sous la dénorninatioii de "cellule de traitement des informations financieres". une autorite ;idmnistrative dotée de la persomalite juridique chargée du traitement et de la transmission d'informations. en vue de la lune contre le blancliiment de capitaus.

s

HOOFDSTüK 111. - Injurmatieverstrekking trissen de in de artikelen 7 en 7his heoogde onderneniingen en personen en de met de he.srrijtlin*gvan her ivinvassen van geld helast overhe'dc'n. irt. 11. l. Er wordt. onder de benaming "cel ;oor financiële informatievenverking een idmnisuatieve autoriteit met :eclitspersoonlijkheidingesteld belast met liet tenverken en verstrekken van informatie met het log op de bestrijding van het winvassen van geld.

2. Sans préjudxe des compétences des autorités judicaires. cette autorité est chargée de recevoir et d'anaiyser les informauons transmises par les organismes et les personnes vistis aur articles 2 et 2bis en v e m des articles 12 i 15 . par les autorités de contròle OU de tutelle de ces organismes et personnes en v e m de l'article 2 1 et par les organismes étrangers remplissant des fonctions similaires aus siennes. dans Ie cadre d'une collaboration mutuelle. Elle prend toutes les mesures nécessaires. conformément aus articles 12 a 16.

3 2. Onverminderd de bevoegdheden van de ;erechtelijke autoriteiten. wordt deze autoriteit lelast met de ontvangst en de ontleding van de .dormatie die is meegedeeld door de in de irtikelen 2 en Ibis beoogde ondernemingen en personen krachtens de artikelen 12 tot 15. door ie controle- en toezichthoudende overheden srachtens artikel 2 1 en door buitenlandse .n.stellingenmet gelijkaardige opdrachten als de . m e in het kader van wederzijdse samenwerking. Ze neemt alle noodzakelijke maatregelen ~vereenkomstigde artikelen 12 tot 16.

3 3. Cette autorité composée d'espens en matiere financiere est placée sous Ie contròle des Mnistres de la Justice et des Finances et sous la direction d'un niagisuat OU de son suppléant détachés du parquet. Ses membres sont désignés par le Roi.

3. Deze autoriteit. bestaande uit financiële leskundigen. staat onder het toezicht van de Ministers van Justitie en Financiën en onder de leiding van een magistraat of van zijn plaatsi.enringer die van het parket worden gedetacheerd. Haar leden worden ;
11s ne peuvent soit esercer concomitamment. soit avoir esercé pendant l'année qui précede leur désignation. une fonction d'administrateur. de directeur. de gérant OU de préposé dans les orgitinismes ou chez les personnes visés aus urticles 2 et 2bis, Soet ho.

Zij niogen iioch tegelijkertijd. noch tijdens het iaar dat hun iianwijzing voorafgaat. een functie van bestuurder. van directeur. van zaakvoerder of van aagestelde uitoefenen of liebben uitgeoefend bij de in de artikelen 2 en 2bis, jOen6 O beoogde ondernemingen en personen.

3 4. Au inoins wie fois par an. cette autorité dresse uil rapport de ses activités li l'intention des min is tres précités.

3 4. Ten minste één keer per jaar stelt deze autoriteit voor de voornoemde ministers een verslag van liaar werkzaanilieden op.

5 , Au moment de leur nomiiiatiox~les esperts financiers doivent rexnplir les conditions suivantes:

3 j.Op liet ogenblik van hun benoeming moeten de financiële deskundigen de volgende voonvaarden venullen:

l " etre Belge: 3" jouir des droits civils et politiques:

2" het genot hebben van de burgelijke en

3" avoir l'iige de 35 ans accomplis: 4" avoir leur domicile en Belgique: 3" :ivoir une expérience d'au inoind dis ans dans

politieke rechten: 3' de volle leefrijd van 35 jaar hebben bereikt: 4" hun woonplaats in België hebben: 5" een ernaring hebben van ten minste tien jaar

I" Belg zijn:

des fonctions judiciaires. admnistratives OU scienufiques en rapport avec Ie fonctionnement des personnes et organismes vises i l'article 2.

in gerechtelijke. administratieve of wetenschappelijke functies die verband houden met de werking van de in artikel 2 beoogde personen en ondernemingen.

Lcs eqerts financiers prètent. eiitre les niains du .Mi~ustrede la Jiistice. Ie serment prescnt par Ie décret du 20 juillet 183 l .

De financiële deskundigen leggen in handen van de minister van Justitie de bij liet decreet van 20 juli 183l voorgeclwen eed af.

11s ne peuvent esercer aucui mandat public conféré par élection. ni aucun einploi OU íictibité publique OU privee qui pourrait compromettre I'independance OU la dignité de la fonction.

Zij mogen geen bij verkiezing verleend openbaar mandaat uitoefenen en geen openbare particuliere betrekking of activiteit uitoefenen die de onafhankelijkheid of de waardigheid wan het ambt in gevaar zou kunnen brengen.

9 6. Le Roi détermine,par arreté délibére en Conseil des ministres les modalités relatives a la composition. íì l'organisation. au fonctionnement et íì l'indépendance de cette autorite.

g G. De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd koninkelijk besluit de regels inzake de samenstelling de organisatie. de werking en de onafhankelijkheidvan deze autoriteit.

7. Le Roi fixe par arrète royal. delibéré en Conseil des Ministres. la contribution aus frais de fonctionnement de la cellule due par les organismes et les personnes visés aux articles 2 et tbis, et les moddités de perception de celleci.

3 7. De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd koninkelijk besluit de bijdragen in werkingkosten van de cel. die verschuldigd zijn door de in de artikelen 2 en 2 bis beoogde ondernemingen en personen, en de wijze waarop deze worden geïnd.

tj 8. Les magistrats visés au # 3 conservent leur place sur la liste de rang et continuent h jouir de leur traitement et des uupentations et aviintages y afférents. Pendant la durée de leur détachement, ils sont censés avoir esercé leurs fonctions. I1 cst pourvu P leur remplacement par une nomination en surnombre. S'il s'ugt d'un chef de corps, i1 est pourvu P son remplacement par la nomination en surnombre d'un magistrat au rang immédiatement inférieur.

Ij 8. De in Ij 3 beoogde magistraten behouden hun plaats op de ranglijst en blijven hun wedde met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen genieten. Gedurende hun detachering worden zij geacht hun ambt te hebben uitgeoefend. i n hun vervmging wordt voonien door een benoeming in overtd. Wanneer het een korpschef betreft, wordt in zijn vewangng voonien door de overtallige benoeming vim een magistraat tot de onmiddellijk lagere rang.

Art. 12. 9 Ier. Lorsque les organismes OU les personnes visés i l'article 2 savent OU soupçonnent qu'une operation i esécuter est liée au blanchiment de c;ipitaus. ils en informent la cellule de traitement des infonnations financieres. avant d'esécuter l'opération en indiquant Ie cas echeant. Ie délai dans lequel celle-ci doit être esecutee. Cette infomiatioii peut être fiiite télephoniquenient. mais doit ètre immédiatement conîïrmée par télecopie OU li défaut. par tout autre nioyen écnt.

Art. 12. 8 1. Wanneer de in artikel 2 beoogde ondemenungen of personen weten of vermoeden dat een uit te voeren vemchting verband houdt met liet witwassen van geld. brengen zij dit. vooraleer de vemcliting uit te voeren. ter kennis van de cel voor financiële inforniatievenverking en delen zij in voorkomend geval de termijn mee binnen welke die vemcliting moet worden uitgevoerd. Deze kennisgeving mag telefonisch geschieden. maar moet onniiddelijk bevestigd worden per telefax of. bij gebrek daaraan. op anig andere sclinftelijke wijze.

Des réception de l'information. la celluie en riccuse réception.

Zodra de cel de kennisgeving ontvangt, bevestigt zij de onwangst enran.

9 2 . Si. en raison de la gravité OU de l'urgence de I'aff3ire. la cellule I'estime necessaire. elle peut

9 2. Zo de cel het wegens liet ernstig of dringend karakter van de zaak nodig acht. kan zij zich

,

.

faire opposition a l'exécution de I'opération. avant l'e'cpiration du délai d'esécution mentionné par les organismes OU les personnes visés a I'anicle 2.

voor het verstrijken van de uitvoeringstermijn die door de in artikel 2 beoogde ondernemingen of personen is meegedeeld. verzenen tegen de uitvoering van de vemchting.

Cene opposition leur est notdíée immédxatement par telécopie OU. i defaut. par tout auue moven écnt.

Van dit verzet wordt aan deze laatsten onrniddelijk per telefas kennis gegeven of. bij gebrek daaraan. op enig andere schnftelijke \vijze.

Cene ôFiposition fait obstacle Q l'esecution de l'opération pendant une durée masimale de vingt-quatre heures à compter de la notification.

Dit verzet verhindert de uitvoering van de vemchting tijdens maximaal vierentwintig uur te rekenen van de kennisgeving.

3. Si la cellule estime que la mesure visée au 2 doit &re prolongée. elle en réfere sans délai nu procureur du Roi. qui prend les décisions necessaires. A défaut de décision notifiee aus organismes OU aus personnes visés a I'article 2 dans Ie delai visé au 3 2, les organismes OU les personnes sont libres d'exécuter l'opération.

3 3. Indien de cel van oordeel is dat de in 3 2 bedoelde maauegel moet worden verlengd nieldt zij dit onverwijld aan de procureur des Konings die de nodige beslissingen neemt. Indien binnen de in 3 2 gestelde termijn geen beslissing ter kennis is gebracht van de oxidemeiningen of de personen. mogen de ondernemingen of de personen de vemchting uitvoeren.

Art. 13. D'ms l'iiypothese OU les organismes et les personnes visés à l'article 2. qui savent OU soupçonnent qu'une opération 1 esécuter est liée au blanclument de capitaux. ne peuvent en iiiformer la cellule de traitement des informations financieres avant d'esécuter l'opération. soit parce que Ie report de l'esécution de l'opération n'est pas possible en raison de la nature de celleci. soit pírce qu'il serait susceptible d'empecher la poursuite des béneficiaires du blanchiment présume de capitaus. les orgsnismes OU les personnes procedent Q l'infomation de la cellule immediatement apres avoir esécuté l'opération. Dans ce cas. la raison pour laquelle i1 n'a pu ètre procédé Q l'information préalablement i l'esécutioxi de l'operation doit être indiquée.

Art. 13. Wanneer de in artikel 2 beoogde ondernemingen of personen die weten of vermoeden dat een uit te voeren verrichting' verband houdt met liet wihvassen van geld dit niet ter kennis kunnen brengen van de cel voor financiële informatieverwerking vooraleer de vemchting uit te voeren. hetzij omdat het niet mogelijk is de uitvoering van de vemchting. gezien liaar aard. uit te stellen. hetzij oxndat uitstel van aard zou kunnen zijn de venrolging van de begunstigden van liet vermeende winvassen van geld te beletten. stellen de oxidemenungen of de personen oximiddelijk na de uinoenng van de vemchting de cel hiervan in kennis. In dit geval wordt de reden vermeld vaaro om een kennisgeving. vooraleer de \.emcliting uit te \'oeren. niet mogelijk was.

Art. 14. Hors les cas visés aus articles 12 et 13. OU les persounes visés i lorsque les orgax~sn~es I'anicle 2 ont connaissance d'un fait qiii pourrait Etre I'indice d'un blancliiment de copitaus. ils en informexit immédiatement la cellule de traitenient des informations financieres. Cette information peut etre faite teléplioniqueinent mais doit être corifinnee par telécopie OU. i défaut. par tout mtre nioyen ecnt.

Art. 14. Buiten de gevallen bedoeld in de anikelen 12 en 13. brengen de in artikel 2 beoogde ondememingen of personen. waxuieer hun een feit bekend wordt dat op winvassen van geld zou kunnen wijzen. dit o ~ u d d e l i j kter kennis van de cel voor financiële i~iformatievenverking.Deze kennisgeving mag telefonisch geschieden. maar moet worden bevestigd per telefax of. bij gebrek daaraan. op enig andere sclinftelijke wijze.

Des réception de l'information. Ia cellule en accuse reception.

Zodra de cel de kennisgeving ontvangt. bevestigt zij de onhmgst ervan.

Art. l-ibis. 9 ler. Les personnes visées i I'article tbis, l0i sO, qui, dans I'erercice de leur profession, constatent des faits susceptibles de constiîuer Ia preuve d'un blanchiment de capitaux, sont tenues d'en informer immédiatement la cellule de traitement des informations tïnancieres.

Art. l-ibis. 3 1. De in artikel tbis, l0tot 5O, beoogde personen die in de uitoefening van hun beroep feiten vaststellen die bewijsmateriaal voor het witwassen van geld kunnen vormen, moeten onmiddelijk de cel voor financiële informatievenverking daarvan op de hoogte brengen.

2. Lorsque les personnes visées iì I'tirticle Zbis, 6O, sqvent OU soupçonnent qu'une opér~tionest liée au blanchiment de capitaus, elles en informent immédiatement Ia cellule de traitement des informations tïnancieres.

$2. Wanneer de in artikel Ibis, 6O, beoogde personen weten of vermoeden dat een ~errichtingverband houdt met het witwassen van geld, brengen zij dit onmiddelijk ter kennis van de cel voor tinanciële informatieverwerking.

En outre, ces personnes doivent dans tous les Daarenboven moeten deze personen in elk et immédiatement informer Ia cellule de g e v i en onmiddelijk de cel voor tinanciële traitement des informations tinancières des informatieverwerking op de hoogte brengen opérations dont la liste est établie par les van de verrichtingen, waarvan de lijst door de Ministres des Finances et de Ia Justice, sur avis Minisqers van Financiën en van Justitie wordt de la cellule de traitement des informations opgesteld op advies van de cel voor tinanciële tinancières. informatieverwerking. clis

Art. 15. ler. Lorsque la cellule de traitement des informations financieres reçoit une information visée a I'article l l. 2. elle peut se faire communiquer de la pan de tous les organismes et les personnes visés aus articles 2 et Zbis ainsi que des services de police et des senlices administratifs de 1'Etat. tous les renseignements complémentaires qu'elle juge utiles li l'acco~nplisseiiie~it de sa itiission. dans Ie délai qu'elle détermine.

Art. 15. F) l. Wanneer de cel voor financiële informatievenverking een in arukel l l. 9 2. beoogde kennisgeving ontvangt. mag zij eisen dat al de in de artikelen 2 en Zbis beoogde ondernemingen en personen alsook rille politiediensten en administratieve diensten de Staat. haar alie bijkomende inlichtingen die zij voor de vervulling van haar opdracht nuttig acht. meedelen binnen de door haar bepaalde tenmjn.

$ 2. En outre. indépendamnient des cas vises au ler. la cellule peut i tout moment se faire communiquer de la part des organismes et des personnes visés aur articles 2 et tbis, 6O, qui ne sont soumis i aucun contròle prudentie1 tous les renseignenients qu'elle juge utile concemant la inaniere dont ces niemes organismes et personnes nienent en oeuvre les articles 4 9 10, 12 i l4bis et 15, sier.

S 2. Bovendien mag de cel. los van de in 3 1 bedoelde gevallen op elk ogenblik eisen dat de in de artikelen 2 en Zbis, 6O, beoogde ondernemingen en personen. die aan geen prudentieel toezicht ondenvorpen zijn. haar alle door haar nuttig geachte iniichtingen meedelen over de nianier waarop dezelfde oiidemeniingen en personen de artikelen 4 tot 10, 12 tot l-ibis en 15, l toepassen.

Art. 16. Sans préjudice du cas visé A I'article 12. 5 3. 13 cellule de traitement des informations financieres procede i l'esamen des infomations ~iséesiì l'article 11. 2. Des que cet esamen fait apparaitre u11 indice serieus de blanchiment de capitaus. ces infomiauons sont trnnsmises au procureur du Roi. Une copie de ces informations est transmise par Ia cellule au magistrat national.

Art. 16. On~erminderdliet geval bedoeld in artikel 12. 3 3. gaat de cel voor financiële informatievenverking over tot het onderzoek van de informatie bedoeld in artikel 11. 2. Zodra uit dit onderzoek blijkt dat er een enistige aanwijzing van witwassen van geld bestaat. wordt deze informatie aan de procureur des Konings irieegedeeld. Een afschrift van deze informatie wordt door de cel toegezonden aan de nationale magistraat.

Art. 17. 3 ler. Sans prejudice de I'application des articles qui precedent et hors le cas OU i k sont appelés à rendre temoignage en justice. les membres de la cellule de traitement des informations iinancieres et les membres de son persomel OU les esperts estemes ausquels elle a recours ne peuvent divulguer meme dans Ie cas \isé par l'article 29 du Code d'instruction cnminelle. les informations recueillies dans I'esercice de leurs fonctions. Le membre de la cellule. le membre de son personnel OU I'espert edeme qui divulgue une information visee í i l'alinea ler est puni des peines préviies li l'article 158 du Code penal.

Art. 17. S 1. Onverminderd de toepassing van de voorafgaande artikelen en buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte te getuigen mogen de leden wan de cel voor financiële informatievenverking en de leden van haar personeel of de elTeme deskundigen waarop zij beroep doet. zelfs in Iiet geval bedoeld in arukel 79 van het Wetboek van strafvordering. geen ruchtbaarheid geven aan de informatie waarvan zij bij de uitoefening van liun opdrachten kennis liebben gekregen. Het lid van de cel of van haar personeel dat of de elTeme deskundigen die een in Iiet eeste lid bedoelde informatie mchtba,~ maakt. wordt gestrft met de straffen bepaald in artlicel 458 van het Strafivetboek.

4 2. Le 3 Ier ne s'applique pas aus communications faites dans le cadre d'une collaboration mutuelle. en vertu de traites intemationaw awquels la Belgique est paitie OU. inoyennant réciprocité. à des organismes etrangers rempiissant des fonctions similaires et soumis li des obligations de secret analogues a celles de la cellule, en vue de l'accomplissement de leur mission.

S 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing op mededelingen in het kader van een wederzijdse samenwerking, op grond v'an internationale verdragen die België heeft ondertekent of op grond van wederkerigheid. aan buitenlandse instellingen met opdrachten en verplichtingen van dezelfde aard als die van de cel met het oog 3p liet vervullen van hun opdracht.

Le 9 l e r ne s'applique pas non plus uur demandes de renseignements adressées par la cellule P I'unité de coordination de la lutte anti-fraude de la Commission européenne, duns le cadre de I'application des articles 209A du Traité du 25 mars 1957 instituimt la Communauté européenne et 183A du Traité du 15 mars 1957 instituimt la Communauté europkenne de I'énergie atomique moditiés par ie Traité du 7 février 1992.

Paragraaf l is evenmin vim toepassing op de renoeken om inlichtingen die de cel richt aan de eenheid voor de coördinatie vim de Fraudebestrijding vim de Europese Commissie in het kader vim de toepassing v i de artikelen 209A van het Verdrag vim 25 maart 1957 tot oprichting v i de Europese Gemeenschap en 183A van het Verdrag van 25 maart l957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie, gewijzigd door het Verdrag van 7 februari 1992.

Pour l'application de l'article 22. la cellule peut néanmoins fournir les informations utiles aus autorités visées par cet article.

Voor de toepassing van artikel 22 mag de cel niettemin aan de door dit artikel beoogde overheden de nodige informaties meedelen.

De meme. lorsqu'elle transmet au procureur du Roi. en application des articles 12. 3. et 16. des infomiations relatives au blanchinient de cripiraus OU de biens provenant d'une infraction pour laquelle une autorite de controle OU de tutelle possede une cornpetence d'eiiquète. la cellule informe celle-ci de cette transmission.

Wanneer zij bij toepassing van de artikelen 12. $ 3. en 16. aan de procureur des Konings infomiatie meedeelt betreffende liet witwvassen van geld of activa voortkomend uit een misdnjf waarvoor een controle- of toezicht overheid een opsporingsbevoegdheid heeft. licht de cel weiieeiis die overheid in deze mededeling.

Lorsque cette transmission concerne des informations relatives au blanchiment de capitaur provenmt de la réalisation d'une infraction liée P Ia frsude au préjudice des intérêts financiers de I'Union européenne, Ia cellule peut en int'ormer I'unité de coordination de la lutte anti-fraude de Ia Communauté européenne.

Wanneer deze mededeling aan de procureur des Konings inlichtingen bevat betreffende het winvassen van geld dat voorkomt uit een misdri,jf dat in verband staat met de fraude ten nadele vim de tinanciële belangen v m de . Europese Unie, mag de cel de eenheid voor de coördinatie van de fraudebestrijding van de Europese Commissie ddawsn op de hoogte

brengen. Art. 18. La transmission~d'infomationsvisée aum articles 12 i l-lbis est effectuée normalenient par la personne désignée au sein des organismes visis aux articles 2 ct Ibis, Soet 6' OU par les personnes visées ii ces memes articles. conformement a l'article 10.

Art. 18. De mededeling van de in de artikelen 12 tot llbis beoogde informatie wordt normaliter gedaan door de persoon die in de rchoot van de in de artikelen 2 en 2bis, j0 en 6O beoogde ondernemingen of personen ~tereenkomstigartikel 10 is aangesteld.

Tout employé et tout representant des organismes OU des personnes visés aux articles 2 et 2bis, 5' et 6O procedent toutefois personnellement a la transmission d'informations i la cellule chaque fois que la procédure visée i l'alinéa ler ne peut être suivie.

Elke werknemer en elke vertegenwoordiger vim i e in de artikelen 2 en Lbis, 5' en 6O beoogde miernemingen of personen deelt evenwel 3ersoonlijk aan de cel informaties mee telkens ~vanneerde in liet eerste lid bedoelde procedure .Get kan worden gevolgd.

Art. 19. Les organismes OU les personnes visés uur articles 2 et 2bis ne peuvent en aucun cas porter a ia comaissance du client concemé OU de personnes tierces que des informations ont été transmises h la cellule de traitement des informations financieres en application des articles 12 i 15. OU qu'une information du chef de blancliiment de capitau. est en cours.

Art. 19. De in de artikelen 2 en Ibis beoogde mdernemingen ot' personen mogen in geen :eval ter kennis brengen van de betrokken cliënt ~fvan derden dat informatie werd meegedeeld ìan de cel voor financiële informativenverking met toepwsing van de artikelen 12 tot 15. of lat een opsporingsonderzoek wegens \Yih~assen t-an geld aan de gang is.

Art. 20. Aucune action civile. penale OU disciplinaire ne peut ètre intentée ni nucune sanction professiomelle prononcée contre les organismes OU les personnes vis& aun articles I et Ibis.

41% 20. Geen enkele burgelijke rechtvordering, straf- of tuchtvordering kan worden ingesteld en ;een enkele professionele sanctie kan worden ~itgesprokentegen de in de artikelen 2 en Zbis beoogde ondernemingen of personen.

CHAPITRE IV. - .4rrtorit6s tle ccjt7trQleorr de

HOOFDSTUK IV. - (Urirrofe-o/'

rrrtelle.

roezichthoutlende overheden.

Art. 21. Les autorités de contròle OU de tutelle ou les autorités disciplinaires des orgmismes et des personnes visés aux articles 2 et 2bis qui constatent des faits susc'eptibles de constituer Ia preuve d'un blanchiment de capitaus sont tenues d'cii i~ifonnerla cellule de traitement des infomlations financieres.

Art. 21. De controle- of toezichthoudende overheden, of de tuchtoverheden van de in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen en personen die feiten vaststellen die bewijsmiiteriaal \oor het winvassen van geld kunnen vormen. moeten de cel voor financiële informatievenverking daanan op de hoogte brengen.

Art. 22. Sans préjudice des mesures détinies p a r d'autres lois OU d'autres règlements, I'autorité de controle OU de tutelle OU I'autoritE disciplinaire competente peut, en cas de nonrespect, par les organismes OU par les personnes visés aux articles 2 et 2bis qui y sont soumis, des dispositions des articles 4 A 19 OU des arretés pris pour leur erécution:

Art. 22. Onverminderd de bij andere wetten of reglementen bepadde maatregelen, kan de bevoegde controle- of toezichthoudende overheid, of de bevoegde tuchtoverheid bij niet-naleving van de b e p d i n g n van de artikelen 4 tot 19 of de in uitvoering ervan genomen besluiten door een in de artikelen 2 en Zbis beoogde onderneming of persoon die onder haar ressorteert:

1O procéder à la publication. suivant les

1 volgens de regels die zij bepaalt. de

I beslissingen en maatregelen die zij neemt.

inodalités qu'elle détennine. des décisions et niesures qu'elle prend:

openbaar maken;

2" infliger une amende administrative dont le iiiontant ne peut être inférieur íi 10.000 francs et iie peut esceder 50 rnillions de francs. apres avoir eritendu les organismes OU les personnes dans leur defense OU du moins les avoir diinient convoques: l'amende est perçue au profit du Tresor par I'Administration de la T.V.A.. enregistrement et dornaines.

2" een administratieve geldboete opleggen. die niet minder dan 10.000 frank en niet meer dan 5 0 miljoen frank mag bedragen na de betrokken ondernemingen of personen in hun venveer te hebben gehoord of minstens behoorlijk te hebben opgeroepen: de geldboete wordt geïnd in liet voordeel viln de Schatkist. door de Administratie \m de B.T.W:.-registrfitie en'domeïiien: - -

Ces sanctions peuvent étre prononcees par Ie Ministre des Finances ;iI'égard des organismes OU des personnes visés aux articles I et 2bis qui ne sont soumis i aucune autorité de contrôle OU de tutelle ni ;iaucune autorité disciplinaire.

Deze sanctie kunnen door de Minister van Financiën worden uitgesproken ten opzichte van de in de artikelen 2 en 2bis beoogde ondernemingen of personen die onder geen enkele controle- &ftoezichthoudende overheid, noch onder een tuchtoverheid ressorteren.

-

-

HOOFDSTUK V. Wijziging van de wet van 4 december 1990 op de jnanciële transacties -en de financiële markten

CHAPITRE V . .\hdijcation à la loi tiu 4 ~iicernbre1990 relative aux op~rntions Jìnanci&re.ser aux marchi' S J'u7ancrer.s

Art. 23.

Art. 23. /Di.spo.sition niodvìcative tie I 'article 19.5 de la loi tlu 4 (l6cetnbre 1990 abrogie par Ia loi (!u 6 avrd 1995)

-

CHAPITRE VI. Di.sposition transitoire.

'

(1Vij:iglngsbepalinp van artikel 19.5 van tie wet van 4 deceinber l Y90 opgeheven door tie wet van 6 april 1995)

HOOFDSTLJK Vi. - Overgnn,qsbepaling. Art. 24.

Art. 24. i.4brop~par la loi tlu ...J

i0pgchccfil door tie wet van...i

CHAPITRE VII. - Disposirion jhzalc. Art. 25. Le Roi fise In date d'entrée en vipeur

de la presente loi.

Art. 25. De Koning bepaalt de datum waarop deze wet in werking treedt.

Art. 29 A l'article 139, alinéa ler, l", et alinéa 2, de la loi du 6

avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des à leur contrôle, aux entreprises d'investissement et intermédiaires et conseillers en placements, les mots "à l'article 137, alinéa 2" sont remplacés par les mots "aux articles 137, alinéa 2, et 139bis, alinéa 2,". Art. 30 Un article 139bis, rédigé comme suit, est inséré dans la même loi:

Sans préjudice de l'article 4 de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit, sont seuls habilités à fournir OU à offrir au public à titre professionnel en Belgique, moyennant rémunération, des services de transferts de fonds: 1" la Banque nationale de Belgique, 1'Institut de réescompte et de garantie et la Poste; 2"

les établissements de crédit opérant en Belgique en vertu de la loi du 22. mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit;

3"

les entreprises d'investissement belges;

4"

les entreprises d'investissement étrangères Belgique en vertu du livre 11, titre I11 et IV;

5"

les personnes enregistrées en vertu de l'article 139.

opérant

en

Pour l'application de la présente disposition, i1 y a lieu d'entendre par services de transferts de fonds, la prestation de services consistant pour un intermédiaire à transférer, sur les instructions de son client, une somme d'argent à un bénéficiaire désigné par ce client, à l'exclusion des services d'émission, de gestion OU de distribution de cartes utilisées comme instrument de paiement, quelle que soit leur forme. La présente disposition ne s'applique pas aux établissements qui gerent un système de compensation OU de lipidation de paiements OU d'instruments financiers. Elle ne s'applique pas davantage aux entreprises de gardiennage fournissant des services de surveillance et de protection de transport de biens."

Art. 31 L'article 148, S 4, de la même loi est complete comrne suit: "13' ceux qui ne se conforment pas à l'article 139bis." Art. 29, 30 et 31 Les moyens de communication modernes ont entraîné le développement de nouvelles formes de transferts de fonds souvent transfrontaliers. De telles méthodes sont typiquement basées sur l'intervention d'intermédiaires qui font partie d'un réseau de correspondants et qui proposent a leurs clients de transférer des especes instantanément a un correspondant dans le monde, qui les mettra à la disposition d'un bénéficiaire désigné par le client. Parmi les utilisateurs les plus fréquents de ces transferts de fonds, l'on peut citer les voyageurs, les étudiants résidant à l'étranger et les travailleurs étrangers qui envoient de l'argent a leur familie dans leur pays d'origine. Ces services sont offerts en Belgique notamment par les bureaux de change, en complément de leur activité principale. Dans le cadre de la prévention de l'utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux, i1 est essentie1 que lors de ces opérations, les obligations d'identification des clients et de détection des pratiques de blanchiment soient respectées. Leur non-respect minerait en effet entièrement le dispositif prévu en la matière. L'organisation internationale spécialisée, le GAFI, a a cet égard attiré l'attention sur l'importance du respect des mesures de lutte contre le blanchiment, en ce qui concerne les représentants locaux des systemes de tranferts électroniques de fonds (GAFI-VI, Rapport annuel 1994-95, n0 82 et le rapport du groupe d'experts du GAFI-V111 sur les typologies du blanchiment de l'argent, nrs. 27 et 28). La directive 91/308/CEE relative à la prévention de l'utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux engage elle aussi les Etats membres à appliquer les mesures de lutte contre le blanchiment aux organismes financiers dont l'activité principale consiste en opérations de paiement ("money transmission services"). Des experts entendus par la commission juridique et des droits des citoyens, au .sein du Parlement européen, ont d'ailleurs critiqué le fait qu'un marché occulte ait fini par se constituer dans les opérations de transfert de fonds, les institutions recevant des fonds sans aucun contrôle et les transférant par fax, sur ordre, dans tous les continents où ils peuvent être retirés en liquide le jour même; ce type de transactions doit être soumis à un contrôle, faute de quoi les dispositions de la directive resteront lettre morte (PE, Documents de séance, Rapport sur le premier rapport de la Comrnission sur lfapplication de la directive 91/308, PE 212.248/déf., p.15). Cet objectif sera atteint si sont seuls autorités à fournir en ~elgique des services de transferts de fonds aux clients les organismes soumis a la réglementation belge en matière de blanchiment. Tel est

l'objet de l'article 29, qui complete à cette fin la loi du 6 avril 1 9 9 5 . Le non-respect de cette disposition est sanctionné pénalement en vertu de l'article 30. Sont seules visées les personnes qui offrent OU fournissent ces services directement au public, a l'exclusion des gérants de systèmes de paiement OU de systèmes de compensation de titres. La facon dont le client effectue son paiement lors de transferts de fonds importe peu : ce paiement peut se faire sous forme d'espèces OU de cheques OU par l'utilisation d'une carte de crédit OU de paiement. Les émetteurs, gérants OU distributeurs de cartes utilisées comme instrument de paiement, quelle que soit leur forme, ne tombent toutefois pas sous le coup de cette réglementation. Pour les entreprises qui souhaitent exclusivement fournir des services de transferts de fonds au public, le statut de bureau de change s'imposera, même si, pour le reste, elles n'effectuent pas d' opérations sur devises au comptant sous fo m e d'especes Pour régler cette situation, l'article 28 adapte l'article 1 3 9 de la loi du 6 avril 1995. Conformément aux directives bancaires et à l'article 4 de la loi du 22 mars 1 9 9 3 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit, les bureaux de change effectuant des transferts de fonds ne peuvent recevoir des fonds remboursables du public ni faire à cette fin appel au public.

.

Art. 29 In artikel 139, eerste lid, 1°, en tweede lid van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, worden de woorden "artikel 137, tweede lid," vervangen door de woorden "de artikelen 137, tweede lid en 139bis, tweede lid,".

Art. 30 Een artikel 139bis wordt in dezelfde wet ingevoegd, luidend als volgt:

"Art. 139bis Onverminderd artikel 4 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van het toezicht op de kredietinstellingen, zijn enkel de volgende personen en instellingen gerechtigd om in België beroepshalve tegen vergoeding aan het publiek diensten inzake geldoverdrachten te verlenen of aan,te bieden: 1" de Nationale Bank van België, Waarborginstituut en de Post; 2"

het

Herdiscontering-

en

de in België krachtens de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen werkzame kredietinstellingen;

3" de Belgische beleggingsondernemingen; 4" de in .België krachtens boek 11, titel I11 en IV, werkzame buitenlandse beleggingsondernemingen; 5 O

de personen geregistreerd krachtens artikel 139.

Voor de toepassing van deze bepaling wordt verstaan onder diensten van geldoverdrachten de dienstverlening waarbij een bemiddelaar op instructie van zijn cliënt een geldsom overmaakt aan een door deze cliënt aangewezen begunstigde, met uitsluiting van de diensten van uitgifte, beheer of verdeling van als betaalinstrument gebruikte kaarten, ongeacht hun vorm.

Deze bepaling is niet van toepassing op instellingen die een stelsel voor de verrekening of vereffening van betalingen of van financiële instrumenten beheren. Deze bepalixg is evenmin van toepassing op de bewakingsondernemingen die diensten van toezicht op en bescherming bij vervoer van goederen leveren." Art. 31 Artikel 148, S 4, van dezelfde wet wordt aangenld als volgt: " 1 3 O wie zich niet conformeert aan artikel 139bis."

Artikel 29, 30 en 31 Moderne communicatiemiddelen hebben geleid tat de ontwikkeling van nieuwe vormen van vaak grensoverschrijdende geldoverdrachten. Dergelijke methodes kenmerken zich door de tussenkomst van tussenpersonen die deel uitmaken van een correspondentennet en die aan hun cliënten aanbieden om contanten ogenblikkelijk aan een correspondent wereldwijd over te maken, die deze dan op zijn beurt ter beschikking stelt van een door de cliënt aangewezen begunstigde. De meeste gebruikers van deze geldoverdrachten zijn reizigers, in het buitenland verblijvernie studenten en buitenlandse werknemers die geld aan hun familge overmaken in hun land van herkomst. Deze dienstverlening wordt in België onder meer aangeboden via de wisselkantoren als aanvulling op hun hoofdactiviteit. In het kader van de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen yan geld is het van wezenlijk belang dat bij deze verrichtingen de verplichtingen inzake cliëntenidentificntie en het onderkennen van witwaspraktijken worden nageleefd, zoniet wordt het volledige dispositief terzake uitgehold. De gespecialiseerde internationale organisatie Groupe dlAction Financière (GMI) heeft in dit verband de aandacht gevestigd op het belang van de naleving van de maatregelen in de strijd tegen het witwassen, met betrekking tot de plaatselijke vertegenwoordigers van systemen van electronische geldtransfers (GAFI-VI, jaarversJag, 1994-1995, nr. 82 en het verslag van de expertengroep van GAFI-V111 over de witwastypologieën, nrs. 27 en 28). Ook de richtlijn 91/308/EEG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld noopt tot de toepassing van de maatregelen ter bestrijding van witwassen op financiële ondernemingen met als hoofdbedrijf betalingsverrichtingen ( "rnomey transmission servicesn). Deskundigen die door de Commissie jiuridische zaken en rechten van de burger van het Europees Parlement werden gehoord, hebben het trouwens als een tekortkoming aaqemerkt dat in de financiële sector een grijze zone van ondernaingen is ontstaan die geld zonder verdere controle kunnen ontvangen en na

betalingsopdracht per fax naar alle delen vande wereld kunnen overmaken, waar het geld dan nog dezelfde dag mntant kan worden opgenomen; dergelijke activiteit moet worde~onderworpen aan toezicht, want anders blijven alle bepalingen van de richtlijn uiteindelijk dode letter (EP, Zittingsstukken, Verslag over de eerste verslaggeving van de Commissie over ik toepassing van richtlijn 91/308, PE 212.248/def.! blz. 14). &ze doelstelling wordt bereikt indien in Belglë enkel ara de Belgische witwasreglementering onderworpen ondernemincp diensten van geldoverdracht aan cliënten mogen aanbieden. D& is het voorwerp van artikel 29 van het ontwerp dat met dit -1 de wet van 6 april 1995 aanvult. De niet-naleving van d e bepaling wordt strafrechtelijk beteugeld krachtens artikel 30.Snkel de personen die deze diensten rechtstreeks aan het pubaek aanbieden of verstrekken zijn geviseerd, met uitsluiting beheerders van effectencompensatiestdsels. Het is betalingssystemen of onverschillig hoe de cliënt bij geldoverdrac&n zijn betaling verricht: dit kan in contanten zijn of met cheqiics of met gebruik van een krediet- of betaalkaart. De emittenm, beheerders of verdelers van als betaalinstrument gebruikte kaden, ongeacht hun vorm, vallen echter niet onder deze regelgeving. Voor ondernemingen die zich uitsluitend wensen te richten op de dienstverlening van geldoverdrachten ten behoe= van het publiek zal zich het statuut van wisselkantoor @ringen, ook al verrichten ze voor het overige geen cmtante deviezenverrichtingen in baar geld. Om deze toestandte regelen, past artikel 29 artikel 139 van de wet van 6 april 1995 aan. Overeenkomstig de bankrichtlijnen en artikel 4san de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen mogen wisselkantoren die geldovehachten uitvoeren geen terugbetaalbare gelden van het publiel ontvangen, noch .. hiervoor op het publiek een beroep doen.