Wij zijn blij dat u voor onze school gekozen heeft

Schoolbrochure Mater Dei Gooreind versie 2013-2014

Welkom Beste Kinderen, Beste Ouders, Wij zijn blij dat u voor onze school gekozen heeft. We zullen uw kind goed onthalen. U mag erop rekenen dat we als schoolteam i.s.m. het schoolbestuur ons tenvolle zullen inzetten om uw kind een eigentijdse opvoeding en degelijk onderwijs te geven. Deze brochure bieden we aan als een basis voor een goede samenwerking tussen u en onze school. 

In deel 1 vragen we vooral uw aandacht voor ‘ons opvoedingsproject’. Dit is het kerndocument voor onze school: het verwoordt vanuit welke inspiratie en bewogenheid wij uw kind willen opvoeden en onderwijzen. Wij vragen u dit project voor akkoord te ondertekenen: dit is trouwens de voorwaarde om ingeschreven te worden. Natuurlijk hebben we ook de medewerking en inzet van u en uw kind nodig.



In deel 2 vindt u ‘ons schoolreglement, allerlei afspraken en enkele toelichtingen bij de werking van de school’.



In deel 3 vindt u de ‘wettelijke verplichtingen’. De overheid verwacht dat ook binnen onderwijs duidelijk en eerlijk afgesproken wordt wat de rechten, maar vanzelfsprekend ook wat de plichten zijn van de ouders en de school.



Tenslotte vindt u nog een aantal bijlagen terug, waarnaar verwezen wordt in de brochure.

1


1. Opvoedingsproject

2


Wij verwachten van alle ouders dat ze loyaal achter de identiteit en het opvoedingsproject van onze school staan en deze mee dragen. Hieronder vindt u een beschrijving van de uitgangspunten van ons opvoedingsproject. We werken vanuit de visie van de VZW ‘Onderwijsinrichtingen Zusters der Christelijke Scholen van Vorselaar’. Wij zijn een katholieke school en willen een pedagogisch verantwoord onderwijs en een kwaliteitsvolle opvoeding aanbieden. In de godsdienstlessen, die door alle leerlingen verplicht gevolgd worden, komt de christelijke levensbeschouwing uitdrukkelijk ter sprake. De godsdienstlessen ondersteunen de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de kinderen. De pijlers van ons opvoedingsproject:

1. ONZE OPVOEDING IS GERICHT OP HET LEVEN Uw kind is op zoek naar geluk. Met andere kinderen kijkt het uit naar mensen die de weg tonen naar het goede leven. Daarom willen wij als opvoeders - zoals u thuis doet - hen waarden voorleven waarin we zelf geloven. Zin voor waarheid en schoonheid, verantwoordelijkheidsbesef, solidariteit, verdraagzaamheid, vrede en rechtvaardigheid en vele andere waarden. We zullen hen evenwel ook helpen zelf waarden te ontdekken. Onze kinderen moeten immers voelen dat we samen op zoek zijn naar waarden waar onze toekomst nood aan heeft.

2. ONZE OPVOEDING STREEFT NAAR TOTALE PERSOONSVORMING Om gelukkig te worden heeft uw kind ‘hoofd, hart en handen’ nodig. We streven er dus naar alle talenten van uw kind te ontdekken en te ontwikkelen. We zetten ons sterk in om onze kinderen veel te leren, maar we proberen ze vooral ook te leren hoe ze zelfstandig nu en later problemen kunnen aanpakken. We wensen ze ook te leren leven: zowel in de kleine kring als in de grote maatschappij. We hopen ze op weg te zetten naar persoonlijk geluk - we wensen ze ook uit te nodigen en voor te bereiden om straks als ‘jonge burger’ mee te werken aan een meer rechtvaardige samenleving. We beginnen daar mee op het kleine oefenveld van de school. 3


We hopen eveneens bij uw kind en de leeftijdgenootjes de verwondering te wekken voor wat schuilt achter de zichtbare kant van de dingen zodat ze leren aanvoelen welke ‘Goedheid’ het leven draagt en ons veel vertrouwen kan schenken.

3. ONZE OPVOEDING GETUIGT VAN EEN VOORKEURLIEFDE VOOR DE ZWAKSTEN Alle kinderen zonder onderscheid van rang of stand, kleur of ras zijn bij ons welkom. We proberen oog te hebben voor wat elk kind nodig heeft. Voor kinderen die dat nodig hebben zoeken we naar een aangepaste opvang. Natuurlijk rekenen we ook op een oprechte inzet van elk kind zelf. Kinderen lijden soms aan een vorm van ‘moderne armoede’: arm aan relatiewarmte, arm aan cultuur, arm aan hoop of geluk. Voor deze ‘armoede’ proberen we ook aandacht te hebben. Als opvoeders met een voorkeurliefde voor de zwaksten hebben we veel oog voor leerzwakke en leervertraagde leerlingen. We zoeken naar aangepaste leerhulp. We kiezen voor differentiatie en ijveren voor een goed uitgebouwde leerlingenbegeleiding. We pogen de ‘armen’ in de eigen kring van de school te helpen. Tegelijk nodigen we uit oog te hebben voor de weerlozen, de meest kwetsbaren in onze maatschappij en pakken we de uitdaging op om onze kinderen vanuit het evangelie te helpen opkomen voor een eerlijke wereld.

4. ONZE OPVOEDING STEUNT OP EEN PERSOONSBEVORDERENDE RELATIE Om uw kind te helpen groeien willen we nabij zijn, het warmte en aandacht bieden. Daarom kiezen we voor een relatiestijl die vrij is van overbodige macht en sterkte. We spreken een omkeerbare taal zodat kinderen die ons nadoen hoffelijk en tactvol zijn. We geloven sterk in de kracht van de hartelijkheid: kinderen moeten voelen dat we van ‘harte’ les geven en moeten aanvoelen dat we ‘een hart’ hebben voor wat hen raakt en bezig houdt. 4


Deze tijd vraagt echter ook om vastberadenheid in de opvoeding: kinderen hebben nood aan opvoeders die durven neen zeggen en hen durven confronteren met grenzen. Van het kind verwachten we dat het onze ‘neen’ ook leert aanvaarden en respecteren.

5. ONZE OPVOEDING HEEFT ZORG VOOR EEN EIGENTIJDSE GELOOFSOPVOEDING In onze school bekennen we kleur. We geloven dat ‘kleine en grote mensen’ door eerlijk en goed te leven elkaar veel te bieden hebben. Maar we willen de kinderen die ons worden toevertrouwd ook spreken over de ongeëvenaarde goedheid van God en hen helpen ontdekken hoe het evangelie een verrassende reisgids is naar een rijk en zalig leven. Hopelijk zal uw kind en u dit ervaren door de levensstijl die we voorleven en de cultuur die op onze school voelbaar is. 6. ONZE OPVOEDING HAALT KRACHT UIT EEN GOEDE SAMENWERKING Als schoolbestuur en schoolteam zullen we hard werken om dit opvoedingsproject in praktijk om te zetten. Vanzelfsprekend rekenen we op de inzet en de goede wil van alle betrokken partijen. Zonder deze ‘samenwerking’ lukt het ons niet. Dit levens- en leerproject zal immers maar lukken als we samen streven naar eensgezindheid rond het essentiële en we elkaar bemoedigen om elk zijn of haar bijdrage te leveren in de opvoeding van onze kinderen.

5


Onze eigen schoolvisie: “Een visie op … Mater Dei Gooreind… is een gemeenschap waar actief geleerd en geleefd wordt. In een positieve sfeer maken we samen school. Ouders en andere betrokkenen zijn onmisbare partners. Op een zorgzame manier willen we aan alle kinderen de kans geven om zich te ontplooien. We willen de kinderen een stevige basis meegeven waarop ze verder kunnen bouwen. Een evenwichtige ontwikkeling van de totale persoon is ons doel. We zijn een open school met ruimte voor overleg en inspraak. Ons schoolteam gaat voor vernieuwing en wil zich blijvend professionaliseren.

Mater Dei Gooreind…. in een ‘zorg-samen’+sfeer le R/V en!”

6


Wat vragen we aan onze leerlingen?

1. Op school respecteer ik de leefregels Algemeen Ik doe niet aan een ander wat ik zelf niet graag heb. Ik ben vriendelijk tegen de andere kinderen. Ik toon respect voor anderen. Vechten, ruziemaken of pesten doe ik niet. Anderen aanzetten om iets fout te doen doe ik niet. Als ik onbeleefd was of iemand pijn deed verontschuldig ik me spontaan. Op school spreek ik een verzorgde taal. Eerlijk en behulpzaam zijn wordt erg gewaardeerd. Mijn kapsel en kledij zijn verzorgd, zonder opvallend te zijn. Ik draag zorg voor alle materiaal zowel dat van mezelf als dat van anderen. Op de speelplaats houd ik me aan de speelplaatsafspraken. Veiligheid Ik zorg dat ik ruim op tijd vertrek en tijdig op school ben. Van huis naar school en terug neem ik de kortste of veiligste weg. Onderweg let ik erg goed op de verkeersregels. Ik verlaat de school nooit zonder toelating. Ik ga rustig van en naar de klassen en op de trappen. Bij alarm volg ik heel nauwkeurig de richtlijnen. Bij een ongeval verwittig ik meteen een volwassene in de school. Tijdens de speeltijden en tijdens de middagpauze blijf ik niet in de klas. Ik speel sportief zonder ruw te zijn. Ik blijf niet rondhangen in de toiletten of de gangen. Ik draag mee zorg voor het groen op onze speelplaats. Afval sorteer ik netjes in de juiste vuilnisbak. Problemen meld ik aan de leerkracht met toezicht. Bij het signaal stop ik met spelen en ga ik meteen naar de rij. In de eetzaal Mijn eten breng ik mee in een brooddoos met mijn naam er op. Ik breng alleen gezonde tussendoortjes mee. Aan tafel ben ik rustig en ik eet beleefd. 2. Op school volg ik ook de leerregels In de klas doe ik mijn best om goed mee te werken. Ik houd mij aan de klasafspraken. Als ik iets niet versta vraag ik om uitleg. Ik leer mijn lessen en maak mijn huiswerk. Ik zorg er voor dat ik altijd het nodige schoolgerief bij heb, ook voor het zwemmen en de turnles. 7


Wat vragen we aan de ouders? Engagementsverklaring: Ouders hebben hoge verwachtingen van de school voor de opleiding en opvoeding van hun kinderen. Onze school zet zich elke dag in om dit engagement waar te maken, maar in ruil verwachten we wel de volle steun van de ouders. Daarom maken we in onderstaande engagementsverklaring wederzijdse afspraken. Zo weten we duidelijk wat we van elkaar mogen verwachten. Ouders en school zullen op afgesproken momenten de engagementen en het effect ervan evalueren. Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders. We doen dat omdat we partners zijn in de opvoeding van uw kind. Het is goed dat u zicht hebt op de werking van de school. Daarvoor plannen we bij het begin van elk schooljaar een ouderavond in de klas van uw kind. U kan er kennis maken met de leerkracht van uw kind en met de manier van werken. We willen u op geregelde tijden informeren over de evolutie van uw kind. Dat doen we schriftelijk, via het rapport. We organiseren ook geregeld individuele oudercontacten. Bij het begin van elk schooljaar laten we u weten op welke data die doorgaan. Wie niet op het oudercontact kan aanwezig zijn kan een gesprek aanvragen op een ander moment. Als u zich zorgen maakt over uw kind of vragen hebt over de aanpak dan kan u op elke moment zelf een gesprek aanvragen met de leerkracht van uw kind. Dat doet u via het agenda, telefonisch, via mail of per brief. Wij verwachten dat u zich als ouder samen met ons engageert om nauw samen te werken rond de opvoeding van uw kind en steeds ingaat op onze uitnodigingen tot oudercontact. Wij engageren ons om steeds te zoeken naar een alternatief overlegmoment indien u niet op de geplande oudercontacten aanwezig kan zijn. Wij verwachten dat u met ons contact opneemt bij vragen of zorgen t.a.v. uw kind. Wij engageren ons om met u in gesprek te gaan over uw zorgen en vragen t.a.v. de evolutie van uw kind. Aanwezig zijn op school en op tijd komen. De aanwezigheid van uw kind op school heeft gevolgen voor het verkrijgen en behouden van de schooltoelage en voor de toelating tot het eerste leerjaar. Daartoe moeten wij de afwezigheden van uw kind doorgeven aan het departement onderwijs en aan het CLB. Wij verwachten dat uw kind dagelijks en op tijd op school is. Wij verwachten dat u ons voor 9.00 uur verwittigt bij afwezigheid van uw kind. Het CLB waarmee wij samenwerken staat in voor de begeleiding bij problematische afwezigheden. U kan zich niet onttrekken aan deze begeleiding. 8


Wij zullen op de volgende wijze samenwerken met u en met het CLB : wij nemen met u contact bij elke niet-gewettigde afwezigheid, wij houden bij de overlegmomenten het CLB op de hoogte van problematische afwezigheden, vanaf 10 halve dagen wordt een begeleidingsdossier samengesteld. U kan steeds bij ons terecht bij problemen. We zullen samen naar de meest geschikte aanpak zoeken. Individuele leerlingenbegeleiding. Onze school voert een zorgbeleid. Dit houdt ondermeer in dat we gericht de evolutie van uw kind volgen. Dit doen we door het werken met een leerlingvolgsysteem. Sommige kinderen hebben op bepaalde momenten nood aan gerichte individuele begeleiding. Andere kinderen hebben constant nood aan individuele zorg. We zullen in overleg met u als ouder vastleggen hoe de individuele begeleiding van uw kind zal georganiseerd worden. Daarbij zullen we aangeven wat u van de school kan verwachten en wat wij van u als ouder verwachten. Wij verwachten dat u ingaat op onze vraag tot overleg en de afspraken die we samen maken opvolgt en naleeft. Positief engagement ten aanzien van de onderwijstaal. Onze school is een Nederlandstalige school. Niet alle ouders voeden hun kind op in het Nederlands. Dit kan ertoe leiden dat hun kind het wat moeilijker heeft bij het leren. Wij engageren er ons toe alle kinderen zo goed mogelijk te begeleiden bij hun taalontwikkeling. Wij verwachten van de ouders dat ze er alles aan doen om hun kind, ook in de vrije tijd, te stimuleren bij het leren van Nederlands. Dit kan ondermeer door:  Zelf Nederlandse lessen te volgen. (zie lijstje met cursusaanbod in de  

     

regio) Uw kind naschools extra Nederlandse lessen te laten volgen. (zie lijstje met het aanbod in de regio) Te zorgen voor een Nederlandstalige begeleiding van uw kind bij het maken van zijn huistaak, bij het leren van zijn lessen, … (bv. kind in de studie laten blijven, een Nederlandstalige huiswerkbegeleidingsdienst zoeken, …) Bij elk contact met de school zelf Nederlands te praten of er voor te zorgen dat er een tolk is. (volgens de gemeentelijke regels). Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige jeugdbeweging. Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige sportclub. Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige cultuurgroep. Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige academie (muziek, woord, plastische kunsten, …) Uw kind dagelijks naar Nederlandstalige tv-programma’s te laten kijken en er samen met hem over te praten. 9


    

  

Uw kind dagelijks naar Nederlandstalige radioprogramma’s te laten luisteren. Uw kind met Nederlandstalige computerspelletjes te laten spelen. Elke avond voor te lezen uit een Nederlandstalig jeugdboek. Geregeld Nederlandstalige boeken uit te lenen in de bibliotheek en er uit voor te lezen of ze uw kind zelf te laten lezen. Binnen de school en bij elke schoolactiviteit enkel Nederlands te praten met uw kind, met andere kinderen, met het schoolpersoneel en met andere ouders Uw kind, in zijn vrije tijd, geregeld te laten spelen met zijn Nederlandstalige vriendjes. Uw kind in te schrijven voor Nederlandstalige vakantieactiviteiten. Uw kind in te schrijven voor Nederlandstalige taalkampen

10


2.Schoolreglement, afspraken, toelichtingen

11


1. Wie is wie in onze school? ONZE SCHOOL Instellingsnummer: Naam: Adres:

007864 211 2 11053 1 MATER DEI GOOREIND VRIJE BASISSCHOOL OUDE BAAN 92 2990 WUUSTWEZEL-GOOREIND 03/663.52.70 www.materdeigooreind.be [email protected]

Tel. : Schoolwebsite: E-mailadres: Directeur: Els Van Hees tel. 0475 86 30 76 Bij afwezigheid: Helga Vander Avert tel. 03/633.27.07 0472/78 40 04 ONS SCHOOLBESTUUR vzw Onderwijsinrichtingen van de Zusters der Christelijke Scholen Markt 19 2290 VORSELAAR De afgevaardigd bestuurder namens het schoolbestuur voor onze school is: Dhr. PAUL WILLEKENS Onze regio: Noord-Kempen Wilgendaalstraat 5 2900 Schoten Het schoolbestuur is de eigenlijke organisator van het onderwijs in onze school. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het beleid en de beleidsvorming en schept de noodzakelijke voorwaarden voor een goed verloop van het onderwijs, rekening houdend met de wettelijke voorschriften. Onze school bouwt haar werking uit, steunend op een goede begeleiding die het schoolbestuur organiseert voor haar scholen.

12


ONZE SCHOLENGEMEENSCHAP We behoren tot de scholengemeenschap BRESLEGO (BrechtSt.Lenaarts-Gooreind) St. Lenaarts: Leonardusschool, directie: Peter Francken Brecht LS : St. Michielsschool, directie: Wim Mertens Brecht KS: De Zevensprong, directie: Denise Goossenaerts Gooreind: Mater Dei Gooreind, directie: Els Van Hees (coördinerend directeur SG) HET PERSONEEL De leerkrachten, de zorgcoördinator, de ICT-coördinator, de directeur, de kinderverzorgster, het administratief- en ondersteunend personeel en het onderhoudspersoneel vormen samen ons schoolteam. Het onderwijzend personeel is volgens de opdracht opgesplitst in kleuter- en lager onderwijs. Deze groepen werken intens samen. Voor een personeelslijst, zie verder ‘organogram’ bijlage begin schooljaar. DE SCHOOLRAAD In deze raad krijgen de personeelsleden, de ouders en de lokale gemeenschap informatie en inspraak in het onderwijsgebeuren van de school. Samenstelling: Voorzitter: Mevr. Gabriels Chantal Secretaris: Mevr. Vander Avert Helga Leden: Geleding ouders: Mevr. Martens Els, Mevr. Buyens Kim, Mevr. Smets Helge Geleding plaatselijke gemeenschap: Mevr. Speltincx Magda, Mevr. Van Gastel Lieve, E.H. Meeusen Jozef, Geleding leerkrachten: Mevr. Gabriels Chantal, Mevr. Vander Avert Helga, Mevr. Verhoeven Sabine

13


DE OUDERRAAD ” MATER DEI GOOREIND ” Door uw kind in te schrijven in onze school bent u meteen ook lid van onze oudervereniging. Indien u actief lid wil worden, meld dit dan aan de voorzitter of de directie. In het begin van het schooljaar is er een algemene vergadering waarbij de klasverantwoordelijken worden aangesteld. Het is een groep actieve ouders met een hart voor de kinderen. Zij ondersteunen de school en hebben een luisterend oor voor de vragen en de noden van de ouders. Dankzij de ouderraad kan de school vele initiatieven nemen die het schoolgebeuren ondersteunen... Naast of met het oudercomité bieden nog vele andere personen zich aan voor vrijwilligerswerk. Lees-, zwem-, en handwerkouders begeleiden de kinderen in kleine groepjes. Ook zeer veel andere ouders helpen in en rond de school : sport-, kook-, vervoer-, begeleidings -, knutselouders…en ook grootouders zijn mee actief. We streven naar openheid en samenwerking . Voorzitsters: Mevr. Sips Indra De ouderraad informeert u via hun nieuwsbrief en de schoolwebsite.

DE LEERLINGENRAAD In het begin van het schooljaar wordt in elke klas een afgevaardigde van de klas gekozen die dan zetelt in deze raad. De kinderen bespreken in een open sfeer hun problemen, noden, voorstellen,… Bedoeling is leerlingen op een democratische wijze inspraak te geven. Ze kunnen meehelpen, zelf verantwoordelijkheid leren nemen, de draagwijdte van hun wensen inzien. De besproken punten komen daarna aan bod in de personeelsvergaderingen van de leerkrachten. DE BEROEPSCOMMISSIE (bij uitsluiting van een leerling) Indien u beroep wenst te doen op de beroepscommissie dient u zich te wenden tot de voorzitter.

Adres: DKO – Beroepscommissie basisonderwijs Otto Veniusstraat 22 2000 Antwerpen

14


2. Onze samenwerking met het CLB (Centrum voor Leerlingbegeleiding Onze school wordt begeleid door het CLB- team van Essen gegevens centrum: Vrij CLB Voor-en Noorderkempen Nollekensstraat 7, 2910 Essen Tel. 03.667 28 28 e-mail: [email protected] gegevens begeleiders CLB: CP- kleuters: Sara Van Bauwel P-discipline: Sara Van Bauwel M-discipline: Lies Buysen Schoolarts: Inge Geenen Verpleegkundige: Karin Sterckx Folder CLB te verkrijgen bij de zorgcoördinator. De relatie tussen het centrum en de leerlingen en hun ouders 

De school en het CLB hebben een gezamenlijk beleidscontract opgesteld dat de aandachtspunten voor de leerlingenbegeleiding vastlegt. Dat is met de ouders besproken in de schoolraad.



Niet alleen de school, maar ook de leerlingen en ouders kunnen het CLB om hulp vragen. Het CLB werkt gratis en discreet. Het centrum, de school en de ouders dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid.



Als de school aan het CLB vraagt om een leerling te begeleiden, zal het CLB een begeleidingsvoorstel doen. Het CLB zet de begeleiding slechts voort als de ouders van de leerling hiermee instemmen.



Ouders zijn verplicht hun medewerking te verlenen aan:  de begeleiding van leerlingen die spijbelen. Als de betrokken ouders niet ingaan op de initiatieven van het centrum, meldt het centrum dit aan de door de Vlaamse regering aangeduide instantie.  collectieve medische onderzoeken en/of preventieve gezondheidsmaatregelen i.v.m. besmettelijke ziekten.



Hebben ouders bezwaren tegen een bepaalde arts van het CLB, dan kan in overleg een andere arts worden aangeduid. In dat geval zijn de kosten ten laste van de ouders.



Het centrum maakt zijn werking bekend aan de ouders. Dat gebeurt minstens op het ogenblik dat de leerling voor de eerste keer wordt ingeschreven in de school. Ouders krijgen informatie over de rechten en plichten van ouders, leerlingen, de school en het centrum. 15




De regering kan het centrum verplichten vormen van begeleiding voor deelgroepen van leerlingen, ouders en scholen voor te stellen. Het staat deze leerlingen, ouders en scholen vrij om al dan niet op dit verzekerd aanbod in te gaan.



Als een leerling van school verandert, behoudt het centrum zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot de leerling is ingeschreven in een school die door een ander centrum wordt bediend.



Als een leerling voor een bepaalde periode niet ingeschreven is in de school, behoudt het centrum zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot het einde van de periode van niet-inschrijving.



Het centrum heeft recht op de relevante informatie die over de leerlingen in de school aanwezig is en de school heeft recht op de relevante informatie over de leerlingen in begeleiding. Ze houden allebei bij het doorgeven en het gebruik van deze informatie rekening met de geldende regels inzake het beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Het multidisciplinair dossier van uw kind. 

Het multidisciplinair dossier van uw kind bevat alle voorhanden zijnde gegevens die over uw kind op het centrum aanwezig zijn.



Als een leerling van school verandert, is het CLB dat de vorige school begeleidt, ervoor verantwoordelijk dat het CLB-dossier de leerling volgt. Er is geen toestemming van de ouders vereist om een multidisciplinair dossier over te dragen.



Er bestaat maar één CLB- dossier en dit dossier is in principe een ondeelbaar geheel. Daarom wordt het bij schoolveranderen in één zending overgemaakt. Elk CLB is eraan gehouden de ouders te informeren over het doorgeven van het dossier. Er wordt een wachttijd van 30 dagen gerespecteerd na het informeren van de ouders. Als ouder kunt u afzien van die wachttijd. U kunt binnen die 30 dagen verzet aantekenen tegen het overmaken van de nietverplichte gegevens uit het dossier. U kunt geen verzet aantekenen tegen de overdracht van volgende gegevens: identificatiegegevens, vaccinatiegegevens, gegevens in het kader van de verplichte CLB-opdrachten, bijzondere consulten en de medische onderzoeken uitgevoerd als vorm van nazorg na een algemeen, een gericht of een bijzonder consult.



Indien u verzet aantekent, verzendt het vorige CLB enkel de verplicht over te dragen gegevens samen met een kopie van het verzet. Het bewaart de gegevens waartegen verzet werd aangetekend tot 10 jaar na het laatste contact. 16


3. Zorgbeleid Op basis van het aantal leerlingen krijgt iedere school een aantal uren die ingevuld worden als zorguren. Het zijn uren bovenop het pakket van lestijden en ze hebben een specifieke invulling. Hoe de school invulling geeft aan deze uren ‘kiest’ iedere school zelf. Een school werkt met het ganse team een zorgbeleid uit, afhankelijk van de noden van de school. De zorgcoördinator heeft binnen dit beleid een ondersteunende taak, op 3 niveaus. 1. Op niveau van de leerlingen: a. Volgen van leerlingen resultaten opvolgen, afnemen van diagnostische toetsen(lezen),begeleiden van ‘zorgleerlingen’: naast schools presteren ook op emotioneel vlak. b. Hulp bij differentiatie: vnl tijdens hoekenwerk, contractwerk,… = bewuste keuze van onze school; zo weinig mogelijk leerlingen uit de klas halen !!! 2. Op niveau van de leerkrachten: a. Leerkrachten melden ‘problemen’, hebben vragen,… we gaan samen op zoek naar oplossingen. Dit kan zijn: materiaal zoeken of aanpassen, info inwinnen rond bepaalde onderwerpen, extra overleg organiseren met verschillende partijen, leerstof aanpassen, ondersteuning tijdens bepaalde lessen,… 3. Op niveau van de school: a. Alle initiatieven die genomen worden op onze school coördineren en afstemmen op elkaar, op zoek gaan naar noden en bijsturen.

KVS = KLEUTER-VOLG-SYSTEEM De hele kleuterschool volgen we uw kind heel nauwkeurig. Zo weet elke kleuterleidster precies wat belangrijk is en vooral wat ze kan bijsturen. Kleuters krijgen wel heel veel groeitijd! Op de oudercontacten krijgt U meer uitleg hierover. LVS= LEERLING-VOLG-SYSTEEM De leervorderingen worden regelmatig geregistreerd en vergeleken met de algemene ontwikkeling van Vlaamse kinderen. We onderzoeken 2 maal per schooljaar: spelling-lezen-wiskunde. Dit systeem geeft ons de mogelijkheid om heel efficiënt bij te sturen. 17


MDO=multi-disciplinair-overleg Met de ondersteuning van CLB (centrum voor leerlingbegeleiding) komen we een aantal keer samen om de schoolproblemen te bespreken met alle betrokkenen: ouders, leerkrachten,begeleiders.... In deze gesprekken gaan we steeds op zoek naar oplossingen waar iedereen zich goed bij voelt. Als blijkt dat een leerling de eindtermen niet kan bereiken, bestaat de mogelijkheid om te differentiëren in het curriculum. Dit wil zeggen dat we aanpassingen doen aan de leerstof. Hierdoor behaalt deze leerling het getuigschrift basisonderwijs niet. De leerling kan na de lagere school een overstap maken naar een eerste leerjaar B van het secundair onderwijs. Indien de leerling slaagt in dit jaar, behaalt hij/zij alsnog het getuigschrift basisonderwijs. Dit bijzonder leertraject wordt enkel opgestart in overleg met: ouders, klassenraad en CLB. Alle vorderingen, zowel op leergebied als op gebied van welbevinden en betrokkenheid, alle MDO’s en andere gesprekken worden opgeslagen in het digitaal zorgdossier van uw kind. We handelen hiermee met de meeste zorg en rekening houdend met de wet op de privacy. Het is allicht geruststellend dat de Wet Verwerking Persoonsgegevens (8.12.92) van toepassing is op de persoonsgegevens die de school opvraagt voor haar leerlingenadministratie en leerlingenbegeleiding. U hebt het recht deze persoonsgegevens ter inzage op te vragen en zo nodig te laten verbeteren binnen de door de wet vastgestelde termijn.

4. De praktische organisatie van een schooldag De school opent elke dag van maandag tot en met vrijdag om 8.15 u. Vóór 8.15 u. is de poort gesloten voor de leerlingen. Er is dan geen bewaking voorzien.

18


4.1. Kleuterschool  LESSEN EN ACTIVITEITEN in de VOORMIDDAG

8.45 - 10.10: onthaal, taakverdeling, activiteiten 10.10 - 10.25: activiteiten,toiletbezoek, drank 10.25 - 10.40: speeltijd 10.40 - 12.20 : activiteiten  MIDDAGPAUZE:(12.20-13.30 uur) : naar huis of ineten  LESSEN EN ACTIVITEITEN in de NAMIDDAG

13.30 - 14.20 : activiteiten 14.20 - 14.35 : speeltijd 14.35 - 15.25 : activiteit, dagsluiting  om 15.25 UUR EINDIGT DE SCHOOL. tot 15.45 uur toezicht door leerkracht

Kleuters hebben recht op 28 lestijden. Elke week werken de leidsters zeer projectmatig een belangstellingspunt uit dat genomen is uit de leefwereld van de kleuters. We trachten de ONTWIKKELINGSDOELEN maximaal na te streven voor elke kleuter. Ontwikkelingsdoelen zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die we met kleuters trachten te bereiken. Dit gebeurt in een gevarieerd aanbod.

4.2. Lagere school Elk kind heeft recht op minstens 28 lestijden per week. Eén lestijd duurt 50 minuten. In de laagste klassen werken we met halve lestijden. De EINDTERMEN dienen eind zesde leerjaar bereikt te worden door elk kind. Eindtermen zijn minimumdoelen die de Vlaamse Gemeenschap nodig vindt voor de meeste leerlingen, op het einde van de basisschool.

19


 LESSEN EN ACTIVITEITEN in de VOORMIDDAG

8.45 - 10.25: lessen 10.25 - 10.40: speeltijd 10.40 - 12.20 : lessen  MIDDAGPAUZE:(12.20-13.30 uur) : naar huis of ineten  LESSEN EN ACTIVITEITEN in de NAMIDDAG

13.30 - 14.20 : lessen 14.20 - 14.35 : speeltijd 14.35 - 15.25 : lessen  om 15.25 UUR EINDIGT DE SCHOOL. tot 15.45 uur toezicht door leerkracht

Leergebieden

leeftijdsgroepen

1+2+3+4

5+6

Godsdienst

3u

3u

Moedertaal:luisteren, spreken, lezen, schrijven, taalbeschouwing.

5.5-7u

5-6.5u

Wiskunde: getallen, meten, meetkunde, bewerkingen

5.5-7u

5-6u

5.5-7u

5-6u

3u

2-3u

Muzische opvoeding: beeld, muziek, drama, beweging en media.

3-4.5u

3-4u

Franse taal: luisteren, spreken, lezen,schrijven.

0

2-3

Leergebiedoverschrijdende thema's LEREN LEREN SOCIALE VAARDIGHEDEN TOTAAL

28u

28u

Wereldoriëntatie=W.O.(natuur,technologie, mens,maatschappij,tijd,ruimte) -werken met belangstellingscentra of projecten Bewegingsopvoeding + schrift:sport+spel+gezonde en veilige levensstijl

20


4.3. Ineten en dranken - Voor ouders die het wensen voor hun kinderen is er tijdens de speeltijd in de voormiddag en bij het ineten 's middags de mogelijkheid om één van de volgende DRANKEN te gebruiken: melk, chocomelk, aardbeidrank, water en fruitsap. We moedigen vooral het drinken van veel WATER aan! - Bestel hiervoor een drankkaart met 10 beurten. De prijzen van de drank zullen in het begin van het schooljaar meegedeeld worden. Bij verbruik dateren we de beurt op de kaart. Als de kaart vol is, wordt ze mee naar huis gegeven zodat met het meegegeven domiciliëringsstrookje een nieuwe kan aangevraagd worden. Kraantjeswater is gratis. - Drank mag ook van thuis meegebracht worden. Geef geen glazen flesjes mee in de boekentas van uw kind, denk aan de veiligheid. Frisdrank en ‘powerdrankjes’ zijn niet toegelaten. Geef liefst WATER mee! - Het INETEN is vrijblijvend. We vragen remgeld voor het toezicht. Dit wordt na een periode mee gefactureerd via de schoolrekening. Hiervoor ontvangt u een fiscaal attest. -De kinderen brengen zelf boterhammen mee, in een brooddoos waarop de voornaam en naam is vermeld. Een servetje meebrengen is zeer nuttig. Fruit meegeven is gezond, schil dikke appels of peren vooraf en snijd in stukken (dit voor de kleintjes). 1 klein snoepje zoals een smartie, een klein stukje chocolade, een paaseitje, een beertje,… mag wel. Géén lolly’s, geen kauwgom! - Woensdag is het FRUITDAG en WATERDAG: gelieve een aangepaste portie mee te geven, géén koek. Die dag mag er enkel WATER gedronken worden.

4.4. De voor- en naschoolse opvang De kinderen kunnen in de school blijven tot 17.05 u., behalve op woensdag. We hanteren hiervoor dezelfde tarieven als Stekelbees. Deze worden gefactureerd via de schoolrekening. U ontvangt hiervoor een fiscaal attest. We vragen door middel van briefjes of de kinderen opgehaald worden of in de opvang blijven. De kleuters spelen in ’t Muizenhol of op de speelplaats. Voor de kinderen van de lagere school voorzien we een ‘huiswerkklas’ tot 16.15 u. op maandag, dinsdag en donderdag. Voor de leerlingen van het eerste leerjaar starten we hiermee pas na de herfstvakantie. Na 16.15 u. sluiten ook de leerlingen van de LS aan bij de kleuters.

21


Kinderen die naar de huiswerkklas gaan, blijven daar tot 16.15 u. en kunnen niet vroeger opgehaald worden; dit om alle kinderen de gelegenheid te geven hun huiswerk in alle rust te maken zonder gestoord te worden. Indien u uw kind voor 16.15 u. ophaalt, kan het niet naar de huiswerkklas. Na 17.05 u. gaan ze naar Stekelbees, Rerum Novarumlaan 2 , tel: 03/236 29 98 ’s Morgens worden de kinderen naar de school gebracht om 8.15 u. door de begeleiders van Stekelbees. ’s Avonds begeleiden medewerkers van de school de kinderen naar de opvang. Op woensdag om 12.30 u. Indien u net té laat aan de school arriveert en de rij is reeds vertrokken, vragen wij om uw kinderen niet uit de wandelende rij op straat te halen! Wacht hen dan op aan de ingang van Stekelbees aan het poortje in het parkje achter de pastorij. Meer info? tel. 03/663.45.73, [email protected] Vooraf inschrijven bij Stekelbees is verplicht. Dit kan u doen elke eerste donderdag van de maand tussen 17.00 u. en 19.00 u. in ‘Het Huis van het Kind’, Gasthuisdreef 6a in Wuustwezel

4.5. Op tijd in school Het is aangenaam om met heel de klasgroep samen aan een nieuwe dag te beginnen. Uw kind vindt het niet fijn om te laat te komen! Ouders die hun kinderen toch te laat in de school brengen, melden zich bij de directie, leerkracht of op het secretariaat. Laatkomers worden steeds door de ouders tot in de klas gebracht. Tracht de normale klaswerking op dat moment niet te storen. Let er op dat u de poort achter u sluit bij het verlaten van de school!!! - Vanaf 8.15 u. 's morgens onthaalt een leerkracht of een medewerker uw kind aan de schoolpoort. - ’s Middags is er toezicht door de middagbewaking. - Kinderen die na 15.45 u niet afgehaald zijn, gaan naar de naschoolse opvang . - Ouders die iets willen melden, doen dit vóór het belsignaal. Van huis naar school Bekijk samen met uw kind het traject naar de school. Zo ondervind je zelf de moeilijkheden, de risico's die zich op de weg aanbieden. Probeer een veilige schoolroute te vinden en oefen deze verschillende keren met uw kind. De veiligste route is desnoods niet de kortste route. - Voetgangers komen via de grote poort (Oude Baan) in de school. - Fietsers rijden via de Goorbosstraat en de servitudeweg tot aan 22


de fietsenstalling. Ouders die hun kind met de fiets begeleiden, plaatsen hun fiets op het schoolterrein op de daartoe voorziene plaats. De fietsers gaan onmiddellijk door naar de speelplaats.. Kleuters spelen op de kleuterspeelplaats - Met de auto: Parkeer uw auto op de grote parking; stap met uw kind over het zebrapad tot aan de schoolpoort. Parkeren in de Oude Baan raden we af! - Een gemachtigde verkeersopzichter regelt enkel 's morgens vanaf 8.15 u. tot 8.45 u. het verkeer aan het zebrapad.

Van school naar huis Vul de ‘wie haalt mij op’-briefjes correct in en bezorg ’s maandags aan de leerkracht. De kleuters en leerlingen tot en met het tweede leerjaar, staan in de rij op de speelplaats. Als de bel gaat, gaat de schoolpoort open. U komt binnen en wacht voor de rij van uw kind. De leerkracht geeft teken wanneer uw kind mag vertrekken. Het oogcontact is hierbij belangrijk! Neem uw kind niet mee als u er niet zeker van bent dat de leerkracht het gezien heeft! Kinderen die niet opgehaald worden, gaan met de juf mee en blijven onder toezicht. Leerlingen die een toelating hebben om alleen naar huis te gaan, mogen onder begeleiding van de leerkrachten de schoolpoort verlaten. De leerkrachten fungeren op straat als gemachtigde verkeersopzichters. Houd het fietspad vrij voor de fietsers. Wij vragen om een schriftelijke toelating via het daartoe bestemde formulier te geven aan leerlingen die zelfstandig, alleen naar huis mogen gaan. Alle andere kinderen worden opgehaald op de speelplaats. Probeer tijdig aan de school te zijn om uw kind af te halen.

TIPS VOOR MEER VEILIGHEID - Een vaststelling: het onbewust voorleven door volwassenen heeft meer effect dan steeds te zeggen hoe het moet. - Kinderen die dicht bij de school wonen, komen best te voet. - Fietsers komen steeds langs de achteringang binnen en fietsen NOOIT op de speelplaats. Ze houden de fiets aan de hand. 23


- Fietsen moeten in orde zijn. De politie doet een jaarlijkse fietsencontrole op school. - Geef steeds voorrang aan voetgangers en fietsers. - Vanaf de herfstvakantie tot aan de krokusvakantie draagt uw kind liefst een fluovest bij het naar school gaan. We moedigen de kinderen hiertoe actief aan. Uiteraard is het dragen van een fluovest ook in de andere pariodes aan aanrader! - Een fietshelm dragen is veiliger!

4.6. Wat te doen als uw kind ziek is: Zie ook bij ‘Wettelijke verplichtingen’ ‘Afwezigheden’ Breng de school op de hoogte. Dit kan door te bellen naar de school, een mededeling door te geven via andere mensen (ouders, broer/zus), via mail,… Bij ziekte van een kleuter moet u verder geen documenten afgeven. Bij ziekte van een leerplichtig kind moet u ofwel een attest van een dokter bezorgen, ofwel bij een ziekte tot en met 3 opeenvolgende kalenderdagen, een daartoe voorzien briefje (zie in agenda leerlingen) zelf invullen en bezorgen aan de school. Dit laatste kan maximaal 4 keer per schooljaar. Indien uw kind afwezig was op vrijdag en ook nog op de daaropvolgende maandag, is een doktersattest nodig! Deze zelfverklaarde afwezigheden mogen nooit aaneensluitend zijn als de 3 dagen overschreden worden. Een doktersattest is steeds nodig als uw kind afwezig is tijdens de week voor en de week na de herfst-, kerst-, krokus-, paas- en zomervakantie.

4.7 Wat te doen als uw kind medicatie nodig heeft overdag: Indien uw kind medicatie dient in te nemen tijdens de schooluren, vult u het daarvoor bestemde formulier in (zie bijlage of agenda leerlingen of website). In samenspraak met de leerkracht kan de medicatie dan toegediend worden.

4.8 Wat te doen bij een ongeval: -

U laat zo vlug mogelijk een aangifteformulier invullen op school en een medisch attest van vaststelling door de arts die de eerste zorgen toediende. Eventueel ontvangt u in de school een attest van tussenkomst van het ziekenfonds. 24


-

-

-

U vereffent zelf alle rekeningen en u verzoekt uw ziekenfonds om terugbetaling. Daar zal men het attest van tussenkomst invullen, waaruit het door u betaalde deel van de onkosten blijkt. De verzending van de documenten gebeurt door de school. Voor kleine bedragen (tot €50) kan de school het door u gedragen deel in de onkosten vooruit betalen op het einde van het trimester. Bij ernstige gevallen, waarbij de genezing langer dan twee maanden kan uitblijven, moet de aangifte onmiddellijk na de eerste medische vaststellingen ingezonden worden via de school. Dit geldt eveneens voor kwetsuren aan de tanden. Schade aan kledingstukken, brillen (wel als er ook lichamelijk letsel is), fietsen, boekentassen wordt niet gedekt door de schoolverzekering evenmin als mogelijke schade berokkend door uw kind aan derden. Spreek daarvoor de gezinspolis aan.

4.9 Beleid i.v.m. luizen: Onze school organiseert regelmatig luizencontroles. Hiervoor hebben we een ‘kriebelteam’. Dit team bestaat uit 3 mensen die de hoofden van de kinderen controleren. Deze mensen gaan hierbij discreet te werk. Alle kinderen krijgen een briefje mee waarop het resultaat van de controle staat en info voor verdere opvolging. Kinderen die op dat moment afwezig zijn, worden achteraf gecontroleerd en krijgen op dat moment hun brief mee. Als uw kind luizen heeft, vragen wij om onmiddellijk te starten met de behandeling. Hierover krijgt u meer uitleg op de brieven die meegegeven worden bij de controles. Een week later wordt er een her-controle georganiseerd. Worden daarbij nog luizen ontdekt, dan worden de kinderen met een besmetting verder opgevolgd, eventueel met inschakeling van het CLB. De schoolverpleegkundige zal bij hardnekkige gevallen telefonisch contact opnemen met de ouders en een huisbezoek doen. Er wordt dan samen naar een oplossing gezocht. Bij onwil of onkunde van het haardgezin of onvoldoende resultaat, worden andere instanties ingeroepen (huisarts, OCMW,…) Bij hardnekkige weigering van de behandeling, zelfs na voorgaande adviezen, wordt de gezondheidsinspectie ingeroepen. Het luizenprobleem kan slechts beheersbaar worden als alle ouders zich mee inzetten om hun kind(eren) wekelijks te controleren en de school onmiddellijk te waarschuwen bij het vaststellen van luizen, zodat wij op school snel actie 25


kunnen ondernemen en een kriebelcontrole kunnen organiseren in de klas van je kind. De dag voor de controle willen we jullie vragen om het haar van je kind(eren) te wassen en te controleren. Zorg de dag van de controle voor een eenvoudig kapsel, geen gel of haarspeldjes, zodat de controle vlot kan verlopen.

5. Een woordje uitleg bij: 5.1. Godsdienst Een katholieke school is een school die probeert de waarden van het evangelie te beleven. Waarden als goedheid, rechtvaardigheid, vrede en verdraagzaamheid, solidariteit, aandacht voor de kleine mens...zijn ontzettend belangrijk in ons opvoedingsproject. We organiseren jaarlijks een aantal projecten waarin deze christelijke waarden centraal staan: de vredesweek,de rechten van het kind, welzijnszorg en broederlijk delen, ICO-dag (= intercultureel onderwijs),… De Eerste Communie gebeurt gewoonlijk wanneer uw kind in het tweede leerjaar zit. Parochie en de school bereiden samen dit feest voor met de actieve betrokkenheid van de ouders. De eerste communieviering valt op Onze-HeerHemelvaart. De voorbereiding op het Vormsel gebeurt buiten de schooluren door de parochiecatechisten. Het Vormsel wordt steeds gevierd de eerste zondag na Pasen.

5.2. SOEMO = socio-emotionele opvoeding Dagelijks werken we aan sociale vaardigheden. Zowel binnen als buiten de lessen wordt hier aandacht aan besteed. Iedere maand stellen we een ander aandachtspuntje centraal.

5.3. Lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen Kleuterschool: De lessen lichamelijke opvoeding worden gegeven door een vakleerkracht. Alle kleuters krijgen 2 lestijden per week. Ze dragen turnpantoffels (zonder veters) 26


vanaf de 2de kleuterklas. Deze koopt u zelf aan. Zet er de naam van uw kind duidelijk in. Lagere school: De lessen lichamelijke opvoeding worden gegeven door een turnleerkracht. De kinderen dragen aangepaste kleding: een truitje met het embleem van de school en een donkerblauw broekje. Dit turnuniform is in de school te verkrijgen. Het eerste turnpak is gratis. Indien u nadien een nieuwe t-shirt of broek wenst, kunt u deze bestellen via de turnleerkracht, de klasleerkracht of het secretariaat. Dit is dan wel tegen betaling. Witte turnpantoffels, zonder veters, koopt u zelf aan, schrijf met een balpen de naam erin. Kleding en pantoffels worden bewaard in de school in een zak. We geven regelmatig het turngerief mee naar huis en vragen u om de kleding dan te wassen. De lagere school gaat zwemmen in het zwembad te Kalmthout. De inkom voor het zwembad wordt betaald door de gemeente Wuustwezel. Voor het vervoer rekenen we de kosten aan voor zover dit past binnen de maximumfactuur. In de zwemtas: badpak of zwembroek, badmuts, handdoek, handdoek om op te staan, haarborstel. We maken gebruik van kleurcodes bij de badmutsen: rood voor lln. zonder zwembrevet, blauw voor lln. met een zwembrevet van 25 m/50 m, groen voor de lln. met een brevet van 100 m. De badmutsen koopt u aan via de school. De lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen maken integraal deel uit van ons aanbod. Alle kinderen moeten eraan deelnemen. Jaarlijks organiseren we een sportdag. Onze school neemt deel aan activiteiten van het SVS. De LO-leerkracht organiseert hiervoor soms activiteiten op woensdagnamiddag. We hebben een aanbod van middagsport volgens een beurtsysteem.

5.4. ICT: Computer en internet Elke klas heeft minstens één computer. Bovendien werken we met laptops die ingezet kunnen worden in alle klassen. Op het einde van de lagere school kunnen onze leerlingen: info en documentatie opzoeken via de zoekrobots, communiceren via e-mail, een powerpointpresentatie gebruiken om iets te presenteren, een actualiteitenblog op internet bijhouden, ICT gebruiken op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier,… 27


De klassen in de lagere school beschikken over een digitaal bord.

5.5. Werkvormen in de klaspraktijk DOEBORD Aan de hand van pictogrammen weet elke kleuter welke taken moeten afgewerkt worden in een weekschema. Een kind kiest zelf wanneer hij ze doet; er zijn ‘moetjes’ en ‘magjes’... Er wordt hier vooral gewerkt aan zelfstandigheid en planning. HOEKENWERK De klasleerkracht richt een aantal klashoeken in: lees-, schrijf-,computer-, speel-, rekenhoek... Via een doorschuifsysteem komen de leerlingen in alle hoeken terecht. De leerkracht kan ondertussen individueel kinderen bijsturen (= differentiëren) CONTRACTWERK De leerling krijgt van de leerkracht een soort ‘contract’. Contractwerk wordt ‘op maat’ van iedere leerling gemaakt. Dit biedt extra inoefen-en herhalingsmomenten. TAKENBORD Op een bord staan alle week-opdrachten vermeld. De lln. beslissen zelf de volgorde van uitvoeren, ordenen zelf het materiaal en verbeteren zelfstandig. Hier kan heel goed gedifferentieerd worden. NIVEAULEZEN Met de hulp van leesouders wordt in de klassen 1-2-3-4 deze leesvorm in kleine groepen georganiseerd. Elk kind leest op eigen niveau, in kleine groepjes en krijgt daardoor vele leeskansen. SAMENLEZEN Leerlingen met een verschillend leestechnisch niveau, lezen samen hetzelfde boek. De school beschikt over aangepaste boeken voor deze werkvorm.

5.6. Agenda, huiswerk en rapporten agenda: In de kleuterschool worden de ouders geïnformeerd over de activiteiten via een ‘postbriefje’. De kleuterleidster geeft telkens een overzicht mee van de activiteiten van de volgende week. Een eventuele vraag naar specifiek materiaal, 28


ouders die een handje kunnen toesteken, ouders die bereid zijn om te rijden voor een uitstap,…kan ook via deze postbrief gesteld worden. De lagere school werkt met een agenda. De agenda wordt opgemaakt door de leerkrachten. Kleine aanvullingen kunnen samen met de leerlingen gebeuren. Lessen en huistaken worden voor een ganse week opgegeven. Het is de bedoeling dat de leerlingen vanaf het 3de leerjaar zelf hun lessen en huistaken leren plannen. De agenda helpt hen hierbij. Zie verder ook: richtlijnen voor ouders in de agenda zelf. Naast het overzicht van de lessen en huistaken is de agenda een middel om informatie uit te wisselen. Er is ruimte om vragen en opmerkingen te noteren. In de agenda vindt u eveneens briefjes om een afwezigheid te melden, aanvraagformulieren voor dranken ineetkaarten, formulier ‘toediening medicatie’ We vragen aan de ouders de agenda regelmatig te handtekenen. huiswerk: Onze school heeft een huiswerkbeleid. Bedoeling van het huiswerk is, om de leerlingen de kans te geven om de leerstof te herhalen, extra in te oefenen, vast te zetten. Door het huiswerk willen we ouders eveneens informeren over datgene waarmee hun kind bezig is op school. Huiswerk kan ook een voorbereidende taak inhouden vb. iets opzoeken. De leerling heeft de verantwoordelijkheid om zijn/haar huiswerk te maken. Aanvankelijk worden de leerlingen hierbij gestuurd. Tegen het einde van de lagere school verwachten we dat de leerlingen dit zelfstandig kunnen. Zoals eerder gezegd is de agenda hierbij een hulpmiddel. Zo hopen we een goede werken studiehouding te bereiken. We proberen te komen tot huiswerk ‘op maat’. Dat wil zeggen dat onze leerlingen gedifferentieerd huiswerk krijgen. Zo krijgen de leerlingen extra kansen om te oefenen wat voor hen belangrijk is. Vanaf het 1 ste tot het 6de leerjaar leren we stapsgewijs studeren. Elk vakgebied heeft een eigen aanpak! Dit gaat van losse gegevens leren, verschillende informatiebronnen leren gebruiken, samenhangende informatie bestuderen, problemen oplossen, eigen leer- en denkprocessen plannen, bewaken, controleren en bijsturen, leerhoudingen (inzet, durf, concentratie, wilskracht) trainen. Het zesde leerjaar heeft een uniek leerproject over het secundair onderwijs.

29


Faalangst, stress, concentratieproblemen kunnen remmend werken. Hiervoor zoeken we technieken in overleg met ouders en CLB of andere externe organisaties. Toetsen en rapport: De leervorderingen van de leerlingen worden regelmatig getoetst. Ook vaardigheden en leefhouding worden geëvalueerd. U wordt hiervan op de hoogte gehouden via het rapport. Dit rapport wordt 4 maal per schooljaar meegegeven. Na inzage verwachten we dit gehandtekend terug.

5.7. De organisatie van de oudercontacten In de loop van de maand september wordt er een ouderavond georganiseerd. De klasleerkrachten geven u dan info over de leerstof, activiteiten, doelstellingen, klasorganisatie,… Er worden ook individuele oudercontacten georganiseerd. U wordt dan persoonlijk uitgenodigd om over de vorderingen, resultaten en het welbevinden van uw kind te praten met de klastitularis(sen). Deze oudercontacten organiseren we 2 keer per schooljaar: in november en in maart voor derde kleuterklas, eerste leerjaar en zesde leerjaar, in november en mei in de andere klassen. De precieze datum verneemt u via de kalender in september. U heeft ook steeds de mogelijkheid om zelf een bijkomend oudercontact aan te vragen: kleuterschool: Maak een afspraak met de klastitularis ( eventueel via een briefje) lagere school: Na elk rapport met het formulier dat bij het rapport zit of maak een afspraak (klasagenda van uw kind, briefje,…) Indien u een persoonlijk contact wenst met de directeur kan dat, zo mogelijk tijdens de normale werktijden, of op afspraak.

30


6. Nog enkele afspraken op een rij: 6.1. Zindelijkheid Om een goede klaswerking te garanderen, is het belangrijk dat je kind zindelijk is. Daarom draagt uw kleuter een onderbroekje en géén pamper. Vandaar is het belangrijk om thuis tijdig met de zindelijkheidstraining te starten. Omwille van medische redenen kan van deze regel worden afgeweken. U overlegt dit dan samen met de directeur, de kleuterleidster en de kinderverzorgster.

6.2. Verdeling in klasgroepen De school bepaalt in welke klas de leerlingen zitten, bij welke klasgenoten en bij welke leerkracht. Hierover wordt niet gediscusieerd. We bepalen dit aan de hand van observaties van de kinderen, gesprekken met de kinderen en houden rekening met allerlei factoren: aantallen, jongens/meisjes, niveau. We hanteren volgende principes: Omdat kleuters de mogelijkheid moeten krijgen om veel kinderen te leren kennen, worden de klasgroepen elk schooljaar opnieuw samengesteld. Vanaf de lagere school worden de klasgroepen, in de mate van het mogelijke, behouden. Indien we merken dat er duidelijke verschillen zijn tussen parallelklassen, kunnen we eventueel de klasgroepen herverdelen.

6.3. Welk gerief hebben de leerlingen nodig? Uw kleuter heeft een klein boekentasje nodig met een gemakkelijke sluiting. De leerlingen van de lagere school brengen zelf een boekentas mee. Persoonlijk gerief wordt toegelaten, maar heeft uw kind in principe niet nodig. Alles is voorradig in de school. Zie verder ook bij: ‘ineten’ en ‘lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen’.

6.4. Verjaardagen Uw kind krijgt op zijn verjaardag speciale aandacht. U mag zorgen voor een kleine traktatie: Enkele tips: een stukje cake, een stuk fruit, een koek of wafel, een ijsje,.. GEEN SNOEP! GEEN EXTRAATJES OM MEE NAAR HUIS TE GEVEN! De uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes of andere feestjes thuis, worden NIET via/op school verspreid. Gelieve hiervoor zelf te zorgen. 31


6.5. Kerstkaartjes Kerstwensen uitdelen aan anderen is een sociaal gebeuren en hoort tot onze cultuur. Toch willen wij als school niet meedoen aan de commercialisering hierrond. Daarom mogen de kinderen slechts 1 wenskaart (eventueel zelfgeknutseld) meebrengen voor hun klas. Deze kaart zal dan uitgehangen worden in de klas. Het ruilen van kerstkaartjes is verder niet toegestaan op school.

6.6 ruildag, spelgerief, GSM,… De kinderen mogen van thuis een bal, een springtouw,… meebrengen om mee te spelen tijdens de speeltijden, op voorwaarde dat andere kinderen er ook mee mogen spelen, samen met het kind. Duidelijk de naam vermelden! De school is niet verantwoordelijk voor verlies en speelgoed dat stuk gaat. Duur speelgoed breng je best niet mee. Een GSM mag in de boekentas zitten, maar dient UIT te staan. Er wordt niet mee gespeeld of gebeld tijdens de schooluren. ’s Vrijdags mag er geruild worden: stickers, beyblades, prentjes,… Op andere dagen mag dit niet. De kinderen zijn zelf verantwoordelijk voor de meegebrachte spulletjes.

6.7 Helpers in onze school Wij zijn heel blij met helpende handen en maken graag gebruik van hulp van allerlei mensen. Toch willen we hierbij volgende afspraken maken: - We spreken de kinderen aan in een correcte taal. - Door zelf rustig te zijn, stimuleer je de kinderen tot rustig werken. - Wanneer er onregelmatigheden gebeuren, meld je dat aan de leerkracht. - We moedigen kinderen aan tot zelfstandigheid. - Je brengt geen verslag uit aan anderen over het werk en gedrag van kinderen. Hierbij geldt de wet op de privacy.

6.8 Schooluitstappen Vanaf de lagere school krijgen de leerlingen een gele schoolpet. Deze wordt gebruikt bij schooluitstappen. De leerkracht deelt mee wanneer zij wenst dat de kinderen de pet meebrengen. Noteer de naam van je kind in de pet. Indien je de pet kwijt bent, kunt u deze tegen betaling bekomen op het secretariaat. 32


Bij inschrijving ontvangen de kinderen een fluovest. We vragen om bij bepaalde schooluitstappen dit fluovest aan te doen. De leerkracht deelt dit van tevoren mee. Noteer ook duidelijk de naam van uw kind op de fluovest.

6.9 Heen- en weerzakken De kleuters hebben een heen- en weerzakje van de school. De kleuterleidster geeft hierin regelmatig werkjes mee van je kleuter. De zak moet daarna onmiddellijk leeg terug meegegeven worden naar de school. Indien u een nieuwe heen- en weerzak wenst, kunt u deze bekomen tegen kostprijs op het secretariaat.

7. Varia 7.1. Klasfoto’s Eenmaal per jaar komt de schoolfotograaf langs om klasfoto's te maken.

7.2. Tijdschriften De kinderen kunnen zich abonneren op kindertijdschriften. Dit is absoluut geen verplichting en geen noodzaak! kleuterschool DOPIDO :2,5 en 3-jarigen : kerst-,paas- en vakantieboeken DOKADI :4 en 5-jarigen : kerst-,paas- en vakantieboeken DOREMI :5 en 6-jarigen : kerst-,paas- en vakantieboeken lagere school ZONNEKIND :1ste en 2de leerjaar:zonnekind + kerst-,paas- en vakantieboeken ZONNESTRAAL :3de en 4de leerjaar:zonnestraal + kerst-,paas- en vakantieboeken de ZONNELAND :5 en 6de leerjaar:zonneland + kerst-,paas- en vakantieboeken VLAAMS FILMPJE :5de en 6de leerjaar NATIONAL GEOGRAFIC: 5de en 6de leerjaar LEESLEEUW

Vanaf het 4de leerjaar zorgen wij voor elke klas voor een abonnement op een jongerenkrant: de ‘Wablieft’krant’ en de Kids-krant

33


7.3. Bezoek aan de bib De leerlingen leren de weg naar de bib ontdekken. Klasbezoeken aan de bib komen veelvuldig voor, dit vanaf de 2de kleuterklas. We spelen ook in op de speelse en leerrijke activiteiten van de bib, bij de voorleesweek en de jeugdboekenweek.

7.4. Een greep uit enkele activiteiten: Grootouders- en kleuterfeest: eind januari/begin februari Sinterklaasfeest: december Carnaval: febr./maart ICO-dag : laatste dag van 2de trim. Schoolfeest: maart/april de Stadsklassen (3 en 4de lj.): jaarlijks (Antwerpen en Brussel) Landschapsklassen(5de en 6de lj) : 2-jaarlijks Zeeklassen ( 5de en 6de lj.): 2-jaarlijks Pennenzakkenrock(3de graad), bowling(2de graad), minigolven(1ste graad): juni Sportdag: mei of juni Schoolreis kleuters: mei of juni Uitreiking getuigschrift basisonderwijs: juni … Zie verder agenda bij de nieuwsbrief

34


3.Wettelijke verplichtingen

35


1. Inschrijven van leerlingen Alle leerlingen, die aan de toelatingsvoorwaarden voldoen, zijn in onze school welkom. De capaciteit is gesteld op 80 leerlingen per geboortejaar. We schrijven in vanaf 1 september voor het schooljaar dat daarop volgt. Een inschrijving kan pas ingaan na instemming met het schoolreglement en het pedagogisch project van de school. Bij de inschrijving dient een officieel document te worden voorgelegd dat de identiteit van het kind bevestigt en de verwantschap aantoont (de SIS-kaart, het trouwboekje, het geboortebewijs, een identiteitsstuk van het kind zoals een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, een reispas, ...). De inschrijving van een leerling geldt voor de duur van de hele schoolloopbaan in de school.

De directeur beslist in welke leerlingengroep van het leerjaar de leerling wordt opgenomen.

Alle kleuters en leerlingen worden op de datum van de inschrijving/aanmelding opgenomen in het inschrijvingsregister. Zij worden slechts eenmaal ingeschreven volgens chronologie. Een kleuters die nog geen 2 jaar en 6 maanden is, kan ingeschreven worden. Maar pas wanneer de kleuter voldoet aan de toelatingsvoorwaarde (2,5 jaar zijn), wordt de kleuter opgenomen in het stamboekregister en kunnen de ouders de verklaring van enige inschrijving invullen en handtekenen. Vanaf de volgende instapdatum wordt de kleuter toegelaten in de school en wordt hij/zij opgenomen in het aanwezigheidsregister van de klas. Kleuters zijn niet leerplichtig. Instapdata: - de eerste schooldag na de zomervakantie - de eerste schooldag na de herfstvakantie - de eerste schooldag na de kerstvakantie - de eerste schooldag van februari - de eerste schooldag na de krokusvakantie - de eerste schooldag na de paasvakantie - de eerste schooldag na hemelvaartsdag In september van het jaar waarin uw kind 6 jaar wordt, is het leerplichtig en wettelijk verplicht om les te volgen. Ook wanneer het op die leeftijd nog in het kleuteronderwijs blijft, is het dus net als elk ander leerplichtig kind onderworpen aan de controle op het regelmatig schoolbezoek. Om toegelaten te worden tot het lager onderwijs moet de leerling 6 jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Een leerling die 5 jaar wordt voor 1 36


januari van het lopende schooljaar kan reeds in het lager onderwijs ingeschreven worden. Deze afwijking blijft beperkt tot één jaar. Vanaf 1 september 2009 geldt voor inschrijvingen vanaf het schooljaar 20102011 onderstaande regeling: Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan een van de volgende voorwaarden voldoen: 1° het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode gedurende ten minste 220 halve dagen aanwezig zijn geweest; 2° voldoen aan een proef die de kennis van het Nederlands, nodig om het lager onderwijs aan te vatten, peilt. De Vlaamse Regering legt de inhoud van die taalproef vast. Het CLB waarmee de school waar de betrokken leerling zich aanbiedt een beleidscontract heeft, is bevoegd die taalproef af te nemen; 3° beschikken over een bewijs dat hij het voorafgaande schooljaar onderwijs heeft genoten in een Nederlandstalige onderwijsinstelling uit een lidstaat van de Nederlandse Taalunie. Met uitzondering van de leeftijdsvereiste is deze regeling niet van toepassing op leerlingen die worden ingeschreven in Franstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten die deel uitmaken van het Nederlandse taalgebied. Een leerling die 5 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan in het lager onderwijs ingeschreven worden, op voorwaarde dat hij tijdens het voorafgaande schooljaar was ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode ten minste 185 halve dagen aanwezig was geweest. Een leerling die 5 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar en die tijdens het voorafgaande schooljaar niet was ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs, kan in het lager onderwijs worden ingeschreven op basis van een taalproef . Een jaartje langer in de kleuterschool doorbrengen, vervroegd naar de lagere school komen en een achtste jaar in de lagere school verblijven kan enkel na kennisgeving van en toelichting bij het advies van de klassenraad en van het CLBcentrum. In het gewoon onderwijs kan een leerling minimum 5 jaar en maximum 8 jaar in het lager onderwijs doorbrengen, met dien verstande dat een leerling die 15 jaar wordt vóór 1 januari geen lager onderwijs meer kan volgen. De leerlingen zijn verplicht om alle lessen en activiteiten van hun leerlingengroep te volgen. Om gezondheidsredenen kunnen er, in samenspraak met de directeur, eventueel aanpassingen gebeuren. 37


Het schoolbestuur weigert de inschrijving van de betrokken leerling die het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten in de school. Kinderen kunnen specifieke noden hebben. Van ouders wordt verwacht dat zij dit meedelen aan de school. De school zal onderzoeken of haar draagkracht voldoende groot is om het kind de nodige ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging. Indien de ouders, bij inschrijving, nalaten om mee te delen dat hun kind een attest buitengewoon onderwijs heeft, en er de eerste weken na de inschrijving een vermoeden is van specifieke noden, zal de school haar draagkracht alsnog onderzoeken. Bij het onderzoek naar de draagkracht houdt de school, in overleg met de ouders en het CLB, rekening met:  De verwachtingen van de ouders ten aanzien van het kind en ten aanzien van de school;  De concrete ondersteuningsnoden van de leerling op het vlak van leergebieden, sociaal functioneren, communicatie en mobiliteit;  Een inschatting van het regulier aanwezig draagvlak van de school inzake zorg;  De beschikbare ondersteunende maatregelen binnen én buiten het onderwijs;  Het intensief betrekken van de ouders bij de verschillende fasen van het overleg- en beslissingsproces. Wanneer de opschortende voorwaarden nier vervuld zijn om het kind de nodige specifieke ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging zal de school het kind weigeren. De beslissing wordt binnen vier kalenderdagen bij aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs aan de ouders van de leerling bezorgd. De school meldt dit aan het Departement Onderwijs. Het Departement duidt een LOP( Lokaal OnderhandelingsPlatform) aan dat de bemiddeling op zich zal nemen. Dit aangeduide LOP neemt contact op met de ouders. Ouders krijgen toelichting bij de beslissing van het schoolbestuur. Na de bemiddeling door het LOP kunnen ouders alsnog een klacht indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten.

38


2. Omgaan met leerlinggegevens De school houdt rekening met de privacywetgeving. Ouders krijgen de garantie dat alle persoonlijke gegevens enkel door de directie aangewend worden onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ouders hebben het recht deze gegevens op te vragen en zo nodig te laten verbeteren, voor zover ze betrekking hebben op hun kind en zichzelf. Documenten die gegevens opvragen krijgen de vermelding “Deze gegevens worden door de directie van de school strikt aangewend onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.” Ouders hebben het recht om informatie over hun kind op te vragen. Ook kan er in overleg met de school en met respect voor de privacy van het gezin een persoonlijk document opgemaakt worden om de overgang naar een andere school, een ander niveau optimaal te laten verlopen. Dit document kan relevante informatie bevatten over de onderwijsloopbaan van het kind zoals bijvoorbeeld gegevens over onderwijsproblemen, leerstoornissen, belangrijke gegevens medische aard, schoolrapporten, enz.

3. Getuigschrift basisonderwijs Iedereen die ten minste negen jaar is, kan het getuigschrift behalen via een examencommissie. Een lijst van scholen die fungeren als examencommissie en de richtlijnen voor inschrijving zijn te vinden op: http://www.ond.vlaanderen.be/basisonderwijs/examencommissie/#scholenlijst. Het schoolbestuur kan, op voordracht en na beslissing van de klassenraad ( dit is een raad die samengesteld is uit: een afvaardiging van de leerkrachten van de 3de graad, de zorgcoördinator en de directeur), een getuigschrift basisonderwijs uitreiken aan een regelmatige leerling uit het gewoon lager onderwijs. Een regelmatige leerling is volgens het Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 een leerling die slechts in één school ingeschreven is. In het basisonderwijs, of als leerplichtige in het kleuteronderwijs, moet de leerling daarenboven aanwezig zijn, behoudens gewettigde afwezigheid en deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor hem of zijn leergroep worden georganiseerd. De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate, de doelen die in het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt, om een getuigschrift basisonderwijs te bekomen. De beslissing van de klassenraad is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie in het belang van de leerling. Het is uitzonderlijk dat dergelijke beslissing door de ouders wordt aangevochten. In voorkomend geval wenden de ouders zich binnen de zeven kalenderdagen tot de directeur die de klassenraad binnen drie werkdagen opnieuw bijeenroept. De betwiste beslissing wordt opnieuw overwogen. De ouders worden schriftelijk 39


verwittigd van het resultaat van deze bijeenkomst. Als de betwisting blijft bestaan kunnen de ouders aangetekend beroep instellen bij de voorzitter van het schoolbestuur binnen een termijn van zeven kalenderdagen na ontvangst. Het schoolbestuur beslist of de klassenraad opnieuw wordt samengeroepen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het schoolbestuur. Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een attest afgeleverd door de directie met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde leerjaren lager onderwijs.

4. Afwezigheden Op wie is de regelgeving van toepassing? De regelgeving op afwezigheden is van toepassing op leerplichtige kinderen in het gewoon basisonderwijs. De regelgeving is ook van toepassing op leerlingen die, wegens verlengd kleuterschoolbezoek, op zesjarige leeftijd nog in het kleuteronderwijs zitten. Zij zijn op basis van hun leeftijd leerplichtig. Ook leerlingen die reeds op vijfjarige leeftijd zijn overgestapt naar het lager onderwijs vallen onder de reglementering. Niet-leerplichtige leerlingen in het kleuteronderwijs kunnen niet onwettig afwezig zijn, aangezien ze niet onderworpen zijn aan de leerplicht en dus niet steeds op school moeten aanwezig zijn. Het is belangrijk dat kleuters regelmatig naar school komen. Kinderen die activiteiten missen lopen meer risico om te mislukken en raken minder goed geïntegreerd in de klasgroep. We verwachten dat de ouders ook de afwezigheden van hun kleuter onmiddellijk melden omwille van veiligheidsoverwegingen.

Welke afwezigheden zijn gewettigd? Ziekte. Is een kind méér dan drie opeenvolgende kalenderdagen ziek dan is steeds een medisch attest vereist. Dat attest kan afkomstig zijn van een geneesheer, een geneesheer-specialist, een psychiater, een tandarts, een orthodontist en de administratieve diensten van een ziekenhuis of een erkend labo. Een doktersattest is steeds nodig als uw kind afwezig is tijdens de week voor en de week na de herfst-, kerst-, krokus-, paas- en zomervakantie. Consultaties ( zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts), moeten zoveel mogelijk buiten de schooluren plaatsvinden. Wanneer een kind een chronische ziekte heeft die leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (bijv. 40


astma, migraine,...) is het goed contact op te nemen met de school en het CLB. Het CLB kan dan een medisch attest opmaken dat de ziekte bevestigt. Wanneer het kind afwezig is voor die aandoening volstaat dan een attest van de ouders. De school zal het CLB contacteren telkens ze twijfels heeft over een medisch attest. Voor ziekte tot en met drie opeenvolgende schooldagen volstaat een briefje van de ouders. Dergelijk briefje kan slechts vier keer per schooljaar door de ouders zelf geschreven worden. Vanaf de vijfde keer is een medisch attest vereist. De ouders verwittigen de school zo vlug mogelijk en bezorgen ook het attest zo vlug mogelijk. Van rechtswege gewettigde afwezigheden. In volgende situaties kan een kind gewettigd afwezig zijn. De ouders moeten een verklaring (6) of een document met officieel karakter (1 - 5) kunnen voorleggen ter staving van de afwezigheid. Voor deze afwezigheden is geen voorafgaand akkoord van de directeur nodig. De ouders verwittigen de school vooraf van dergelijke afwezigheden. 1. het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van iemand die onder hetzelfde dak woont als het kind, of van een bloed- of aanverwant van het kind; 2. het bijwonen van een familieraad; 3. de oproeping of dagvaarding voor de rechtbank (bijvoorbeeld wanneer het kind in het kader van een echtscheiding moet verschijnen voor de jeugdrechtbank); 4. het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg (bijvoorbeeld opname in een onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum); 5. de onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht (bijvoorbeeld door staking van het openbaar vervoer, door overstroming,...) ; 6. het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van een leerling (anglicaanse, islamitische, joodse, katholieke, orthodoxe, protestantse godsdienst) Concreet gaat het over: -

islamitische feesten: het Suikerfeest en het Offerfeest ( telkens 1 dag);

-

joodse feesten: het joods Nieuwjaar ( 2 dagen), de Grote Verzoendag (1 dag), het Loofhuttenfeest (2 dagen), het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine Verzoendag (1 dag), het feest van Esther (1 dag), het Paasfeest (4 dagen), het Wekenfeest (2 dagen);

41


-

orthodoxe feesten: Paasmaandag, Hemelvaart en Pinksteren voor de jaren waarin het orthodox Paasfeest niet samenvalt met het katholieke Paasfeest.

De katholieke feestdagen zijn reeds vervat in de wettelijk vastgelegde vakanties. De protestantse en de anglicaanse godsdienst hebben geen feestdagen die hiervan afwijken.

Afwezigheden waarvoor de toestemming van de directeur nodig is. Deze categorie afwezigheden verleent de school autonomie om in te spelen op specifieke situaties die niet altijd door de regelgeving op te vangen zijn. Indien de directeur akkoord is en mits voorlegging van, naargelang het geval, een officieel document of een verklaring van de ouders, kan de leerling gewettigd afwezig zijn om één van de onderstaande redenen: -

het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont als het kind of van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad. ( Voor de dag van de begrafenis zelf is geen toestemming van de directeur nodig. Het gaat hier over een periode die het kind eventueel nodig heeft om emotioneel evenwicht terug te vinden (rouwperiode)). Mits toestemming van de directeur kan zo ook een begrafenis van een bloed- of aanverwant in het buitenland bijgewoond worden.

-

het actief deelnemen aan een culturele of sportieve manifestatie, indien het kind hiervoor als individu of als lid van een club geselecteerd is. Het bijwonen van trainingen komt niet in aanmerking, wel bijv. de deelname aan een kampioenschap/competitie. Het kind kan maximaal 10 halve schooldagen per schooljaar hiervoor afwezig zijn (hetzij achtereenvolgend, hetzij gespreid over het schooljaar).

-

in echt uitzonderlijke omstandigheden afwezigheden voor persoonlijke redenen. Voor deze afwezigheden moet de directeur op voorhand zijn akkoord verleend hebben. Het gaat om maximaal 4 halve schooldagen per schooljaar (al dan niet gespreid).

Deze drie categorieën van afwezigheden zijn geen automatisme, geen recht dat ouders kunnen opeisen. Enkel de directeur kan autonoom beslissen om deze afwezigheden toe te staan. De directeur mag onder geen beding toestemming geven om vroeger op vakantie te vertrekken of later terug te keren. De leerplicht veronderstelt dat een kind op school is van 1 september tot en met 30 juni.

Afspraken met dokters, tandartsen of andere para-medici vallen in regel buiten de schooluren Afwezigheden van kinderen van trekkende bevolking, in zeer uitzonderlijke omstandigheden.

42


De volgende regels zijn van toepassing op de kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners. Ze zijn niet van toepassing op kinderen die behoren tot de trekkende bevolking maar die ter plaatse verblijven (bijvoorbeeld in een woonwagenpark). Die kinderen moeten elke dag op school aanwezig zijn. Ouders behorend tot de categorie trekkende bevolking die hun kind inschrijven in een school, moeten er - net als alle andere ouders - op toezien dat hun kind elke dag op school aanwezig is. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen zich situaties voordoen waarbij het onvermijdelijk is dat het kind tijdelijk met de ouders meereist. Deze situaties moeten op voorhand goed met de school besproken worden. De ouders maken samen met de school duidelijke afspraken over hoe het kind in die periode met behulp van de school verder de onderwijstaken zal vervullen (de school zorgt voor een vorm van onderwijs op afstand) en over hoe de ouders met de school in contact zullen blijven. Deze afspraken moeten in een overeenkomst tussen de ouders en de school neergeschreven worden. Enkel als de ouders hun engagementen naleven is het kind gewettigd afwezig. Problematische afwezigheden. Alle afwezigheden die niet opgesomd en gewettigd kunnen worden zoals hierboven beschreven zijn te beschouwen als problematische afwezigheden. De school zal de ouders onmiddellijk contacteren bij elke problematische afwezigheid en deze afwezigheid melden aan het CLB. School en CLB zullen in communicatie met de betrokken ouders een begeleidingsplan opstellen voor de betrokken ouders en hun kinderen. Van zodra het kind meer dan 10 halve schooldagen problematisch afwezig is stelt de school samen met het CLB een begeleidingsdossier op dat ter inzage is voor de verificateurs. Revalidatie De afwezigheid in het gewoon onderwijs gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen voor de behandeling van een stoornis die is vastgelegd in een officiële diagnose: Een bewijs van deze diagnose moet terug te vinden zijn in het revalidatiedossier voor deze leerling op school. Indien dit voor specifieke diagnoses omwille van privacy (persoonsgegevens betreffende de gezondheid) niet mogelijk is, kan het bewijs geleverd worden op basis van een verklaring van het CLB dat het een stoornis betreft die is vastgelegd in een officiële diagnose zoals omschreven in artikel 5, 4° van het BVR tot vaststelling van de operationele doelen van CLB. Het gaat dan over een op systematische wijze opgebouwd, geobjectiveerd en gedetailleerd beeld van de problematiek en de onderwijsnoden van een leerling met gebruik van 43


wetenschappelijk verantwoorde methoden en, waar die voorhanden zijn, van vastgelegde standaarden. De verzekering van de leerlingen die tijdens de lestijden revalidatie krijgen, valt tijdens de periode van de therapie en de verplaatsingen niet ten laste van de schoolverzekering. De begeleiding van de leerling tijdens de verplaatsingen vallen niet ten laste van de school. Therapieën (logopedie, kinesitherapie,…) In de kleuterschool kan therapie gevolgd worden binnen de lestijden. In de lagere school kan therapie tijdens de middagpauze indien een therapeut bereid is om naar school te komen. Tijdens de lesuren wordt geen therapie toegestaan tenzij dit kadert in GON (geïntegreerd onderwijs) Toelatingsvoorwaarden tot het 1ste leerjaar lager onderwijs Naast de leeftijdsvoorwaarde van zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet een leerling voldoen aan één van de volgende voorwaarden om te worden ingeschreven in het gewoon lager onderwijs: - of voldoen aan een proef die de (mondelinge) kennis van het Nederlands peilt, nodig om het lager onderwijs aan te vatten; het schoolbetrokken CLB neemt de taalproef af; - of beschikken over een bewijs dat de leerling het voorgaande schooljaar onderwijs heeft genoten in een (Nederlandstalige) onderwijsinstelling in Nederland; - of het voorgaande schooljaar ingeschreven geweest zijn in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende ten minste 220 halve dagen effectief aanwezig zijn geweest.5.

5. Onderwijs aan huis Een leerplichtig kind uit het lager onderwijs heeft recht op tijdelijk onderwijs aan huis (4 lestijden per week) indien volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld: 

de leerling is meer dan 21 kalenderdagen afwezig wegens ziekte of ongeval;



de ouders hebben een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur van de thuisschool; de aanvraag is vergezeld van een medisch attest waaruit blijkt dat het kind de school niet kan bezoeken en dat het toch onderwijs mag volgen; de afstand tussen de school (vestigingsplaats) en de verblijfplaats van betrokken leerling bedraagt ten hoogste 10 km.

 

Leerlingen die ingeschreven zijn in een school en die leerplichtig zijn, moeten regelmatig aanwezig zijn in de school. Leerlingen die onwettig afwezig zijn, 44


verliezen het statuut van regelmatige leerling. Dat heeft gevolgen voor de school (de leerling telt niet meer mee voor de personeelsformatie en voor de toelagen) en voor de leerling zelf als die in het zesde leerjaar zit (hij kan geen getuigschrift basisonderwijs krijgen). De regelgeving bepaalt in welke situaties leerplichtige kinderen gewettigd afwezig kunnen zijn en welke de verplichtingen van de ouders en de school zijn.

6. Ongevallen en de schoolverzekering Ons schoolbestuur heeft voor al haar scholen een verzekering ‘Burgerlijke aansprakelijkheid’ en ‘Kosten van geneeskundige verzorging’ afgesloten bij KBC. Onze kinderen zijn verzekerd voor ongevallen tijdens de schooluren, overal waar zij onder toezicht staan van het personeel, en voor ongevallen van en naar de school, indien zij de gewone weg gebruiken en deze afleggen binnen een normale tijdspanne. Uw kind is op school en daarbuiten zelf verantwoordelijk voor eigen schoolgerief, kleding, fiets, en al wat uw kind mee naar school neemt. De school kan in geval van beschadiging, verlies of diefstal nooit verantwoordelijk worden gesteld.

7. Geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse Gemeenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen (reclame- en sponsorbeleid) Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een Schoolbestuur, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt in schoolverband. Tegenprestaties zijn bijvoorbeeld het noemen van de sponsor in de schoolkrant of een opdruk op t-shirts. Voorbeelden van sponsoring zijn: - gesponsorde materialen zoals boekjes, video’s, folders, posters en spellen; - gratis producten die winkels of bedrijven uitdelen aan leerlingen of ouders; - gesponsorde activiteiten zoals schoolfeesten, sportdagen, schoolzwemmen en schoolreisjes; - sponsoring van het schoolgebouw, bijvoorbeeld een leslokaal, de inrichting, computerapparatuur of cateringactiviteiten. Schenkingen, waar geen tegenprestatie tegenover staat, vallen dus niet onder het begrip sponsoring. Bij het sluiten van een sponsorovereenkomst is het handig om de volgende regels als uitgangspunt te gebruiken: - sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen; 45


-

sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school; sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die een school aan het onderwijs stelt; sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden; sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit, de geloof waardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen; sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen.

Het Schoolbestuur is altijd verantwoordelijk voor wat er in schoolverband plaatsvindt. Zelfs als het gaat om bijvoorbeeld de oudervereniging die een sponsorovereenkomst aangaat waarbij een tegenprestatie wordt gevraagd waarmee ouders of leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd. Het Schoolbestuur moet ook in zulke gevallen beoordelen of de sponsorovereenkomst verantwoord is. Als ouders het niet eens zijn met beslissingen van de school over sponsoring, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur Departement Onderwijs Secretariaat-generaal t.a.v. Willy Van Belleghem Kamer 5B12 Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel

8. Vrijwilligers De school maakt bij de organisatie van verschillende activiteiten gebruik van vrijwilligers. De wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers verplicht o.m. de scholen om aan de vrijwilligers een organisatienota voor te leggen. Omdat elke ouder een schoolreglement ontvangt en voor akkoord ondertekent, kiest de school ervoor om de organisatienota in het schoolreglement op te nemen ( zie bijlage 1). Op die manier is elke ouder op de hoogte.

9. Zittenblijven en vormen van leerlingengroepen De klassenraad beslist, in overleg en in samenwerking met het CLB dat onze school begeleidt, of een leerling kan overgaan naar een volgende leerlingengroep. Het is de klassenraad die beslist in welke leerlingengroep een leerling ,die in de loop van zijn schoolloopbaan van school verandert, terechtkomt. 46


Leerlingengroepen kunnen heringedeeld worden op basis van een gewijzigde instroom. (Bijvoorbeeld in de kleuterschool na een instapdatum).

10. Orde- en tuchtmaatregelen Het orde- en tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in onze opvoedingsgemeenschap te vrijwaren. Wanneer een leerling de goede werking van de school hindert of het lesverloop stoort, kan er een ordemaatregel worden genomen (en/of kunnen er meer bindende gedragsregels worden vastgelegd in een geschreven begeleidingsplan). Mogelijke ordemaatregelen zijn:  een verwittiging  strafwerk  een tijdelijke verwijdering uit de les gevolgd door aanmelding bij de directie.  … Deze ordemaatregelen kunnen genomen worden door elk personeelslid van de school in samenspraak met de directie. Wanneer het gedrag van de leerling werkelijk een probleem betekent voor het verstrekken van het onderwijs en/of het opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt, kan er een tuchtmaatregel genomen worden.

Mogelijke tuchtmaatregelen zijn:  een schorsing houdt in dat de gesanctioneerde leerling gedurende een bepaalde periode de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen. De betrokkene moet echter wel op school aanwezig zijn;  een uitsluiting houdt in dat de gesanctioneerde leerling definitief uit de school verwijderd wordt op het moment dat deze leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk één maand, vakantieperiode niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving van de beslissing van de uitsluiting. In afwachting daarvan bevindt betrokken leerling zich in dezelfde toestand als een geschorste leerling en moet dus op de school aanwezig zijn. Bij het nemen van een beslissing tot schorsing van meer dan één dag of een beslissing tot uitsluiting wordt de volgende procedure gevolgd: 1. de directeur wint het advies in van de klassenraad. 2. de leerling wordt, in aanwezigheid van de ouders en eventueel bijgestaan door een raadsman, voorafgaandelijk gehoord over de vastgestelde feiten. Voormelde personen worden hiertoe vijf werkdagen vooraf per brief verwittigd. 3. de ouders hebben inzage in het tuchtdossier van de leerling;

47


4. de genomen beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd en schriftelijk ter kennis gebracht aan de ouders van de betrokken leerling binnen een termijn van 5 werkdagen. Tegen tuchtmaatregelen is er geen beroep mogelijk, behalve tegen de uitsluiting. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de beslissing tot uitsluiting, kunnen de ouders schriftelijk beroep indienen bij de voorzitter van de beroepscommissie (adres zie hiervoor onder punt 1.2 Wie is wie?). Het beroep schort de uitvoering van de eerder genomen tuchtbeslissing niet op. De leerling wordt samen met zijn ouders per brief opgeroepen om te verschijnen voor deze beroepscommissie. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van het beroep komt deze beroepscommissie dan samen. De ouders hebben inzage in het dossier. De beroepscommissie brengt de ouders binnen de vijf werkdagen per aangetekende brief op de hoogte van haar gemotiveerde beslissing. Deze beslissing is bindend voor alle partijen. Een personeelslid van de school kan niet optreden als vertrouwenspersoon. Buitenstaanders mogen het tuchtdossier niet inzien, tenzij mits schriftelijke toestemming van de ouders. Ten gevolge van een definitieve uitsluiting het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar kan het schoolbestuur de betrokken leerling weigeren terug in te schrijven.

11. Het leerlingenvervoer Onze school organiseert geen leerlingenvervoer van en naar de school.

48


12. Een- of meerdaagse schooluitstappen (Extra-muros activiteiten) Voor deelname aan een extra-muros activiteit is de schriftelijke toestemming van de ouders vereist. Het streefdoel is dat alle leerlingen deelnemen aan de extramuros activiteiten. Bij ééndaagse uitstappen geldt de ondertekening van dit schoolreglement als principiële toestemming voor deelname aan die ééndaagse uitstappen. Indien de ouders de toestemming bij een ééndaagse extra-muros activiteit weigeren, dienen zij dat vooraf aan de school te melden. Bij een meerdaagse extra-muros activiteit is een afzonderlijke schriftelijke toestemming van de ouders vereist. Hoe de school een- of meerdaagse schooluitstappen organiseert en met welke pedagogisch-didactische bedoelingen deze worden ingericht, verneemt u op de oudercontacten die elke leerkracht organiseert. Deze activiteiten vormen een deel van het schoolgebeuren voor de kinderen en worden ingepast in het leerprogramma van de school. Niet deelnemende kinderen krijgen speciaal aangepaste activiteiten, aansluitend bij wat er gedaan wordt door de groep kinderen die wel deelneemt.

13. Bijdrageregeling (ouders) Als school streven we ernaar het onderwijs in onze school in hoge mate kosteloos te houden. Wij vragen geen inschrijvingsgeld. Bovendien zijn alle activiteiten die we inrichten van de ontwikkelingsdoelen in onze kleuterschool of de eindtermen in onze lagere school onderhevig aan de maximumfactuur. In bijlage vindt u een lijst met een raming van de financiële bijdragen die we kunnen vragen. Deze lijst bevat zowel verplichte als niet verplichte uitgaven. Verplichte uitgaven zijn uitgaven die u zeker zal moeten doen; dit zijn uitgaven die de school aanbiedt (bv.schoolreizen). De uitgaven bedragen een door de overheid vastgelegd maximum per schooljaar. U wordt hierover telkens geïnformeerd door een briefje dat de school meegeeft. De prijs staat hierop vermeld. Niet verplichte uitgaven zijn uitgaven voor zaken waar u niet toe verplicht bent: abonnementen op tijdschriften, aankoop klasfoto, aankoop dranken,… Telkens uw kind iets nodig heeft (drank, abonnement, , ...) vult u een briefje in dat u handtekent en meegeeft naar de school. Voor sommige posten vermeldt de lijst vaste prijzen, voor andere zijn enkel richtprijzen vermeld. Deze lijst werd overlegd in de schoolraad. 49


Bij inschrijving kan u opdracht aan de school geven om de betalingen via domiciliëring te doen verlopen. Na ongeveer twee maanden wordt uw rekening verminderd met het getotaliseerd bedrag. U ontvangt steeds een overzicht van de gemaakte kosten. Ook via overschrijving of contante betalingen behoren tot de mogelijkheden om betalingen te verrichten. Wij opteren er echter voor om zo weinig mogelijk contant geld mee te geven met de kinderen. Indien u problemen ondervindt met het betalen van de schoolrekening, kunt u contact opnemen met de directie. Wij verzekeren een discrete behandeling van uw vraag. Gespreide betalingen behoren tot de mogelijkheden. Bij afwezigheden en annulaties kunnen kosten worden aangerekend. Dat gebeurt als de school kosten heeft gemaakt en deze niet kan recupereren. Onze school ondertekende de ‘Code Gelijke kansen in het onderwijs’. Zie bijlage.

Als ouder doe je er goed aan om na te kijken of je in aanmerking komt voor een schooltoelage (zie ook www.schooltoelagen.be) van de overheid. Bij vragen mag u steeds contact opnemen met de school. Wij helpen u graag verder. Ook de school heeft er belang bij! 14. Schoolbenodigdheden Alle materialen die nodig zijn om de eindtermen te bereiken, worden kosteloos door de school ter beschikking gesteld van de kinderen. De kinderen mogen alle leerboeken, schriften en andere materialen gratis gebruiken zowel op school als thuis. Zowel ouders als kinderen engageren zich om zorgzaam om te gaan met het schoolmateriaal. Stelt de school vast dat het materiaal opzettelijk wordt beschadigd of veelvuldig verloren gaat, dan kan de school de gemaakte kosten voor aankoop van nieuw materiaal aanrekenen aan de ouders.

15. Welzijnsbeleid: Gezondheid, veiligheid, hygiëne, milieu We voeren een actief beleid voor de veiligheid, gezondheid, welzijn, milieu en tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, conform de

50


wettelijke voorzieningen en geïnspireerd vanuit het opvoedingsproject en de Wet op het Welzijn. U vindt onze visietekst ivm ons gezondheidsbeleid in bijlage. In samenwerking met verschillende instanties werd een dynamisch risicobeheersingssysteem en een globaal preventieplan uitgewerkt. Er worden jaarlijks actieplannen opgemaakt en uitgevoerd. Ook u kan deelnemen aan dit beleid. Indien u iets te melden heeft op dit vlak, kan u dit doen met ‘een meldingsformulier’ dat u vindt in bijlage. EVACUATIEOEFENINGEN Jaarlijks houden we één evacuatieoefening in september.We plannen drie andere oefeningen per jaar. Zo leren de kinderen reageren op alarmsignalen om zonder paniek, geordend de gebouwen snel te verlaten.

MEDICATIE IN DE SCHOOL -Het innemen van medicijnen gebeurt zoveel mogelijk thuis. -Wanneer het echt niet kan, spreekt u zelf de klastitularis aan. -U dient een briefje in te vullen met alle gegevens; enkel na schriftelijk akkoord van de ouders en leerkracht kan het geven van de medicatie starten. TOEGANG TOT DE KLASLOKALEN Tijdens de speeltijd en middag mogen de kinderen enkel in de gangen en de klaslokalen met toestemming van de leerkracht of de persoon die toezicht heeft of van de klastitularis. Tijdens de klasuren gaan de ouders in principe niet naar de klaslokalen zonder voorafgaandelijke toestemming van de directeur.

ROOKVERBOD In de school is een algemeen rookverbod van kracht. Dit verbod geldt zowel in de gesloten ruimtes als op de open plaatsen op het grondgebied van de school.

51


16. Echtscheiding Zorg en aandacht voor het kind Scheiden is een emotioneel proces. Voor kinderen die deze ‘verliessituatie’ moeten verwerken, wil de school een luisterend oor, openheid, begrip en wat extra aandacht bieden. Neutrale houding tegenover de ouders De school is bij een echtscheiding geen betrokken partij. Beide ouders, samenlevend of niet, staan gezamenlijk in voor de opvoeding van hun kinderen. Wanneer ouders niet meer samenleven, maakt de school met beide ouders afspraken over de wijze van informatiedoorstroming en de manier waarop beslissingen over het kind worden genomen. Wij vragen u om ons op de hoogte te brengen indien er zich wijzigingen voordoen in de afspraken rond ouderlijk gezag.

17. Website van de school We nemen regelmatig foto’s van activiteiten in de school. Deze foto’s worden op de website geplaatst. In het kader van de wet op de privacy vragen wij u om te handtekenen voor akkoord op de inschrijvingsfiche. Indien u hiertegen bezwaar heeft kunt u dit schriftelijk indienen.

52

Wij zijn blij dat u voor onze school gekozen heeft

Recommend Documents