Autoverzekeraars schroeven eigen risico stevig op > 4
15
Nr.
Nog altijd vraagtekens rond vergunningplicht garantiefondsen 5
Jaargang 35 27 september 2013
Basisprincipe ligt
Verzekeraars kunnen zich niet meer verschuilen, was de boodschap op het eerste Innosurance-congres 18 Dit nummer bevat een selectie van artikelen uit AMplus 10, een Mop van schadeTiggele special. Met onder meer een en Verzekeringsprof teg interview les su verleidingsclau in polissen met hoogleraar Verzekeringsrecht Mop van Tiggele, een reportage over het verzekeren van het overstromingsrisico, een rondetafelgesprek over schadesturing en een blik op de markt voor cyberrisico’s. 10 Special
r 2013 nr. 103e jaargang 27 septembe nal voor de financiële professio Opinies en achtergronden
kking is nodig en mogelijk Collectieve overstromingsde sturing van autoschades Kanttekeningen bij de lissen groeit gestaag De markt voor cyberpo
Interview Econoom Mathijs Bouman beschouwt het provisieverbod als achterstallig onderhoud. Over het intermediair is hij duidelijk: “Als je de markt opnieuw moest gaan uitvinden, zou je geen tussenpersoon verzinnen.” 8
Wervingsbonus Kroodle in strijd met de wet
Gronings kantoor stort zich op markt voor onder vuur sportwagenpolissen 6 Bedrijven zullen op de WGA-markt massaal terugkeren naar het UWV, voorspelt Aegon 15
Examenstelsel gaat alsnog op de schop > 3
Facebook-verzekeraar Kroodle handelt in strijd met de wet, zegt Machteld Robichon van advocatenkantoor Solv. Volgens de advocaat, gespecialiseerd in privacy- en telecomwetgeving, mag Kroodle verzekerden niet zo maar aansporen om via Facebook vrienden uit te nodigen ook polissen te sluiten. “Dat is in strijd met de privacywetgeving. Bovendien stelt Kroodle hierbij een bonus in het vooruitzicht en dat is ook verboden.” Door Jeannette Beentjes Op de Facebook-pagina draait Kroodle, een initiatief van Aegon-dochter Meeùs Groep, er niet omheen: verzekerden worden enthousiast aangespoord om onder hun Facebook-vrienden zo veel mogelijk nieuwe klanten te werven. “Voor iedere verzekeringsaanvraag van een vriend die ingaat op jouw uitnodiging en die door ons geaccepteerd wordt, verdienen jullie samen een bonus. Jij en je vriend hebben allebei recht op 50% daarvan”, zo legt Kroodle uit. Een verzekerde mag maximaal tien klanten per jaar aanbrengen. Gedurende het eerste jaar dat de verzekering loopt, wordt een bonus opge-
bouwd. Voor de BoodleKroodle (inboedel) is dat € 24, voor de CasaKroodle (opstal) € 18, voor de TravelKroodle (reis) € 12 en de TroubleKroodle (aansprakelijkheid), de GadgetKroodle (mobiele apparatuur) en de CollegeKroodle (studentenpolis € 6. “Uitbetaling van de opgebouwde bonus kan door de ‘betaal me uit’-knop in je Kroodle-account te gebruiken”, zo stelt Kroodle die uitgaat van het principe ‘easy does it’. De bonus kan oplopen tot maar liefst € 390. Twee fouten Volgens advocaat Machteld Robichon van het Amsterdamse advocatenkantoor Solv gaat Kroodle op twee punten de fout in. “Kroodle gebruikt een zogeheten tell-a-friendsysteem. Dit komt erop neer dat een website, in dit geval een Facebook-pagina, op initiatief van en namens een gebruiker een bericht verstuurt zonder voorafgaande toestemming van de geadresseerde. Dat is dus eigenlijk spam en dat is verboden. Een persoonlijk e-mailadres of in dit geval een Facebook-account is altijd een persoonsgegeven. De Wet bescherming persoonsgegevens stelt strikte eisen aan het gebruik van persoonsgegevens, maar Kroodle lapt deze regels duidelijk aan zijn laars.” Volgens de advocaat gaan de toezichthouders CBP (College voor Bescherming Persoonsgegevens) en ACM
(Autoriteit Consument & Markt) hier steeds scherper op letten en kan het gebruik van deze marketingmethode Kroodle op een fikse boete komen te staan. “De boete die de ACM kan uitdelen, kan maximaal € 450.000 bedragen”, aldus Robichon. Een tweede punt waarop Kroodle volgens haar over de schreef gaat, betreft de bonus voor het werven van nieuwe klanten. “Tell-a-friend-systemen zijn onder voorwaarden toegestaan, zo hebben de toezichthouders Onafhankelijke Post en Telecom Autoriteit (Opta, nu opgegaan in ACM) en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) in 2008 geoordeeld. De communicatie moet volledig op eigen initiatief van de internetgebruiker gebeuren en de [ A D V E R T E N T I E ]
ZZZ¿QDYLVWDQO
2
Theo van Vugt/
Toekomst
15 27 sept 2013
A
fgelopen week was ons eerste Innosurance-congres. Het was uitverkocht en dat is prettig in deze tijden. Ik denk dat het een zinvolle bijeenkomst was. In de korte tijd dat ik in deze branche zit heb ik gemerkt dat veel verzekeraars nogal voorzichtig en reactief zijn. Volgend en niet agendazettend. Veel van het intermediair is op zijn beurt vooral boos en verlangt te vaak naar oude tijden. Innosurance liet zien dat iedereen te maken krijgt met veranderingen die hard op ons afkomen. Ik vind daarom het TNO-onderzoek naar de trends in de sector, in opdracht van het Verbond van Verzekeraars, moedig. TNO was zelfs enigszins geschokt omdat het nog nooit een bedrijfstak had gezien die zo hard geraakt wordt door zoveel trends en ontwikkelingen. Toch een twijfelachtige eer. TNO en het Verbond geven eerlijk toe dat men achterblijft in het anticiperen op met name de technologische trends. Het is goed dat het nu even niet over Den Haag of toezichthouders gaat die de sector van alles aandoen, maar over wat verzekeraars zélf kunnen doen. Veel van die 130 TNO-trends zijn niet nieuw, maar TNO heeft ze voor onze wereld allemaal op een rijtje gezet en aangegeven wat ze betekenen.
Rubrieken in dit nummer:
6
Vijf vragen
12
Marktvisie
17
Column
20
Stuurlui
22
Persoonlijk
24
Web
Het is nu wachten op actie. Wat dat betreft liet futuroloog Wim de Ridder op het congres weinig hoop: echt diepgaande innovaties komen niet uit de branche zelf, maar altijd van buiten. De geschiedenis bewijst zijn gelijk. Kijk wat er met Nokia gebeurde, de muziekindustrie of de boekhandel. Het waren buitenstaanders die de markt totaal veranderden. En dan Big Data, mét hoofdletters. IBM’s Frans Bentlage liet zien hoe supercomputers zo snel data verzamelen, analyseren en tot inzichten komen, dat er voor geen enkele adviseur nog eer valt te behalen. Hij zei het zuinigjes: de meeste deskundigen besteden maar een paar uur per maand aan het bijhouden van de vakliteratuur. Als je dan een alternatief hebt in de vorm van een supercomputer die echt alles bijhoudt, inclusief sociale media en alle relevante fora, is de keuze snel gemaakt. Hij voerde Watson op, die real time uit tienduizenden bronnen informatie kan halen en tot een gepersonaliseerd advies kan komen, dat relevant is voor iemand die bijvoorbeeld een hypotheek zoekt. Shocking. Ik ging naar huis en dacht: het kost moeite. Het is lastig. Maar verzekeraars moeten die innovatiesprong maken. Wellicht moet u zelfs een deel van de eigen business opeten, want anders doet een buitenstaander dat wel. En sneller dan u denkt. Het is nu echt aan de verzekeringsbranche om te laten zien dat De Ridder het fout heeft. Hoofdredacteur AM
[email protected] @theovanvugt
Nieuws
website mag daar geen beloning tegenover stellen voor afzender of ontvanger. En dat doet Kroodle dus duidelijk wel door de verzekerde en de nieuwe klant samen een bonus in het vooruitzicht te stellen. Verzekerden worden door Kroodle zeer overtuigend aangemoedigd vrienden ook uit te nodigen en hiermee overtreedt de Facebook-verzekeraar de Telecomwet”, aldus Robichon. Ook twee andere grote, gerenommeerde advocatenkantoren melden dat de werkwijze van Kroodle in strijd is met de wet, maar willen vanwege “commerciële belangen” niet met naam en toenaam genoemd worden. Waterdicht Volgens Perry Koorevaar, verantwoordelijk voor Kroodle, hebben de juristen er intern goed naar gekeken en is het systeem waterdicht. “Of het een tell-a-friendsysteem is, waar u het over heeft, weet ik niet. Maar alles is vooraf getoetst en akkoord bevonden”, luidt zijn reactie. Hij legt uit dat een verzekerde via de mail zijn vrienden kan attenderen op Kroodle. “Dat kan via een standaardbericht op Facebook. Deze tekst kan hij uiteraard aanvullen en vanuit zijn eigen mail versturen. De afzender ziet dus niet dat het van Kroodle afkomstig is. Wij kunnen ook nooit de e-mailadressen tracken van degenen waar een verzekerde een mailtje naar stuurt, dus de persoonsgegevens blijven beschermd.” Attendeert een verzekerde een vriend via Facebook, dan heeft Kroodle hier eveneens een standaardbericht voor dat aangevuld kan worden. De Facebooker krijgt het dan binnen als een bericht van zijn vriend en dus niet als een bericht van Kroodle, legt hij uit.
“Als het uiteindelijk een klant wordt, dan krijgen wij natuurlijk wel de persoonsgegevens te zien, maar dat is logisch”, aldus Koorevaar die nog meldt dat Kroodle al ruim tienduizend likes op Facebook heeft en “enkele honderden polissen” gesloten heeft. Wetgeving loopt achter Waar het volgens Robichon om draait, is dat de e-mailadressen ingevoerd worden op de Facebook-pagina van Kroodle en het de vraag is wat er aan de achterkant met die adressen gebeurt. “De informatie over de verwerking van de persoonsgegevens is summier. Feit blijft dat als ik een polis sluit bij Kroodle, ze het zien als daarna een vriend van mij ook een verzekering sluit. Dit betekent dat ergens de gegevens van die vriend, zijn emailadres of zijn Facebookaccount, door Kroodle zijn opgeslagen en aan mijn gegevens worden gekoppeld en dat is in strijd met de wet. En ook met de bonus zitten ze dus fout.” Robichon denkt dat Kroodle, het systeem zelf als waterdicht beschrijft, omdat het CBP en de ACM nog geen rechtsoordeel over het gebruik van social media hebben uitgesproken. “Maar dat is een kwestie van tijd. De ontwikkelingen gaan zo snel, dat de wetgeving achterloopt. Maar achter de schermen is hier wel degelijk sprake van een tell-a-friendsysteem.” Het CBP meldt desgevraagd dat er op korte termijn geen herziening van het rechtsoordeel zit aan te komen. “Wij doen geen uitspraken over zaken waar wij geen uitvoerig onderzoek naar hebben gedaan”, is de enige reactie. Ook toezichthouder ACM spreekt zich nog niet uit. “Maar het is een lastige zaak.”
Nieuws Vakbekwaamheidsstelsel gaat weer op de schop Branche gaat met regering om tafel De inrichting van het nieuwe vakbekwaamheidsstelsel, voor 1 januari gepland, staat nog allerminst vast. De Tweede Kamer heeft afgelopen week de regering verzocht met een nieuw voorstel te komen dat minder belastend is voor financieel adviseurs. Daarmee komt ook het periodieke examen op losse schroeven te staan. Door Rob van de Laar De gezamenlijke brancheorganisaties mogen nu met het kabinet om de tafel gaan zitten om tot een werkbaar alternatief te komen. Dat moet uiterlijk 1 december uit de bus gaan rollen. Het opzij zetten van het geplande stelsel met driejaarlijkse herexamens is een overwinning voor de gezamenlijke brancheorganisaties Adfiz, CFD, NVF, NVGA en OvFD, die de afgelopen maanden de krachten hebben gebundeld in hun protest tegen de nieuwe PE-eisen, die feitelijk al vastgelegd en geconsulteerd waren. Onder meer werd een petitie ‘Stop verplichte examinering van Wft PE’ opgesteld, die door ruim 10.000 vakgenoten is ondertekend. Moties Daarmee kwam het onderwerp weer op de agenda van de vaste Kamercommissie voor Financiën te staan. Dat leidde tot twee moties, waarover vorige week in de Kamer is gestemd. Enerzijds dienden Aukje de Vries (CDA) en Wouter Koolmees (D66) een motie in met verzoek aan de regering om “in overleg met de sector vóór 1 december met voorstellen te komen op welke onderdelen het vakbekwaamheidsbouwwerk zoals het bij wet opgelegde PE-exa-
men kan worden versoepeld maar de kwaliteit wel geborgd blijft, bijvoorbeeld het verlengen van de examentermijn of het invoeren van tuchtrecht/ mentorschap”. Argumenten daarvoor waren dat de nieuwe vakbekwaamheidseisen tot een forse lastenverzwaring leiden en dat een wettelijk verplicht periodiek examen strenger is dan bij vergelijkbare beroepsgroepen. Tony van Dijck (PVV) kwam met een motie waarin hij de regering verzocht het PE-examen te heroverwegen. Die motie is verworpen, maar de motie De Vries/Koolmees is met algemene stemmen aangenomen. Daarin is overigens wel opgenomen dat een versoepeling van het vakbekwaamheidbouwwerk niet ten koste mag gaan van de kwaliteit. Heel wat gebeurd De branche heeft dus alsnog een vinger in de pap gekregen, al is het veel bekritiseerde periodieke examen nog bepaald niet van de baan. “Maar er is al heel wat gebeurd”, zegt CFD-voorzitter Edwin Herdink. Hij verwijst naar het Kamerdebat over het nieuwe PE-stelsel, waarin minister Dijsselbloem al enkele toezeggingen heeft gedaan. “Hij wilde bijvoorbeeld de termijn voor PE-examens wel verlengen tot vijf jaar en de toets beperken tot actualiteiten, zodat er geen oude kennis gevraagd zou worden. Dus daarmee is hij de branche al tegemoetgekomen.” Wat de minister ook duidelijk aangaf in het Kamerdebat, was dat hij vooral het instapniveau wil verhogen. “En dan moet je juist zorgen dat de examinering aan de voorkant verbetert”, vindt Herdink. De CFD-voorzitter is al met al tevreden dat de brancheorganisaties nu de kans krijgen om het vakbekwaamheidsstelsel mede vorm te geven. “Per slot van rekening heeft voormalig minister De Jager deze
stelselwijziging nog snel ingevoegd in het wijzigingsbesluit Financiële markten. Dit hebben we gelukkig met onze lobby terug kunnen halen.” Geen concessies Dat de motie-Van Dijck (afschaffen van PE-examens) het niet heeft gehaald, wijt Herdink aan politieke belangen. “De PvdA heeft aansluiting gezocht bij de motie van CDA en D66. Steun aan de motie van Van Dijck had betekend dat de PvdA tegen de plannen van de eigen minister zou stemmen. Maar ook met de nu aangenomen motie is het periodieke examen geen zekerheid. Wij gaan in elk geval geen concessies doen: wat ons betreft komt er geen PEexamen.” Urenstelsel Het alternatief voor de herhalingsexamens is volgens Ad-
goed te kunnen controleren. Daarnaast wordt het CDFD onvoldoende in staat gesteld om snel definitieve maatregelen te nemen tegen PE-instellingen die onvoldoende kwaliteit bieden, waardoor deze te lang door kunnen gaan met ondermaatse PE-programma’s. Nu lijkt om die reden een examen ingevoerd te moeten worden, dat nog meer kosten met zich meebrengt en die kosten voor wettelijk verplichte opleidingseisen en examinering worden volledig op de branche afgewenteld. Als de branche die kosten volledig moet dragen, investeer dan in een werkelijk goed systeem dat meer bijdraagt aan professionalisering”, luidt het standpunt van de gezamenlijke organisaties.
15 27 sept 2013
3
Opleidingen Intermediair Wetgeving PE
Kosten Eén succes is al binnen: de kosten van het uitvoeren van de regels voor vakbekwaamheid en van de te vormen examenbank zullen niet direct aan adviseurs worden doorbelast. “Via een amendement van het CDA heeft de Kamer deze mogelijkheid geblokEdwin Herdink: “Wij gaan geen concessies doen.”
fiz, CFD, NVF, NVGA en OvFD een PE-urenstelsel. “Het huidige PE-systeem is nog niet volwassen en kan ook geen verdere vorm krijgen, omdat er te weinig budget was binnen CDFD om het
keerd. Het gevolg van het amendement heeft tot gevolg dat kosten alleen kunnen worden doorbelast aan exameninstituten en niet direct aan personen”, aldus de verzamelde organisaties.
4
15 27 sept 2013
Autopolis Eigen risico Schadeherstel Sturing
Nieuws Consument niet meer zelf aan het stuur bij schadeherstel Eigen risico’s lopen op tot wel € 700 “Een voorkeur van autoverzekeraars voor aangesloten schadeherstelbedrijven is tegenwoordig de norm. De vrije keus van de consument voor schadeherstel, zonder gevolgen voor het eigen risico of uitkering, is de uitzondering.” Dat is het commentaar van Martin Koot van Moneyview op het blog die Arthur Goes onlangs op AMweb plaatste. Door Lia van Engelen
Schadesturing is bij de meeste autoverzekeraars gemeengoed.
Goes trekt in zijn blog onder de kop ‘Geen woorden maar daden!’ fel van leer tegen het toenemende gebruik van het ‘eigen risico-instrument door autoverzekeraars, om verzekerden met schade te ‘sturen’
naar herstelbedrijven waarmee zij prijs- en kwaliteitsafspraken hebben gemaakt. “Waar vroeger de klant werd beloond voor goed gedrag met een lager eigen risico, wordt dezelfde consument nu (jaren na de aankoop) door een aantal verzekeraars gestraft voor onbewust onbekwaam gedrag als hij per ongeluk het verkeerde herstelbedrijf inscha-
kelt. Gelijktijdig wordt het product verkocht of op vergelijkingssites gepresenteerd met het ‘standaard’ lage eigen risico, waarbij veelal iedere vorm van waarschuwing ontbreekt omdat dit direct gevolgen heeft voor de verkoopcijfers”, aldus Goes. Een kleine steekproef uit het aanbod aan autoverzekeringen via Independer bewijst volgens hem de stelling. “Inshared hanteert een eigen risico van € 250 in plaats van € 135; VerzekerUzelf verhoogt het eigen risico van € 0 naar € 300; Budgio (ASR) betaalt slechts 75% van de schade uit; Allsecur verhoogt het eigen risico van € 0 naar € 500 en Aegon Online verhoogt het eigen risico van € 150 naar € 650. In de vergelijking worden zij allen gepresenteerd met de normale eigen risico’s en alleen de oplettende, wantrouwende of deskundige consument die verder kijkt, ontdekt de kleine lettertjes.” Lastig Edmond Hilhorst van Independer weet echter zeker dat in de vergelijkingen op zijn site de meest actuele gegevens worden gebruikt, ook voor de toegepaste eigen risico’s: “Die halen we dagelijks uit Rolls, dan wel bij verzekeraars zelf. De verantwoordelijkheid voor deze informatie ligt bij de verzekeraar. Het is wel zo dat verschillende maatschappijen zeer uiteenlopende regels toepassen. We realiseren ons dat dit lastig is voor consumenten en proberen een en ander te harmoniseren en vergelijkbaar te maken.” Als er sprake is van schadesturing, wordt bij Independer in het zoekresultaat onder meer een uitklapper of een uitroepteken getoond. Als je die aanklikt, verschijnt de aanvullende informatie. Pertinent niet Navraag bij de verzekeraars leert dat InShared naar eigen
zeggen al sinds de start het huidige eigen risico van € 250 hanteert. Verzekeruzelf laat weten dat het ‘standaard’ eigen risico € 0 is. “Bij een schademelding worden klanten altijd naar een Schadegarant-bedrijf geleid. Alleen als de klant dat pertinent niet wil, kan hij kiezen voor een herstelbedrijf van eigen keuze, maar wij attenderen de klant er dan meteen op dat hij in dat geval een eigen risico heeft van € 300”, aldus Frank Cooler, die daarmee dus bevestigt dat sturing de norm is en vrije keus de uitzondering. “Het klopt dat Budgio 75% van de schade uitkeert bij schadeherstel dat plaatsvindt buiten onze herstelketen”, meldt de woordvoerder van ASR. “Dat is zo vanaf de introductie van Budgio. Er zit geen verschil tussen de informatie die wij naar vergelijkingswebsites sturen en de polisvoorwaarden.” De woordvoerder van Allsecur meldt dat het eigen risico “nog steeds en altijd € 0 is”. “Wel is het zo dat als je niet naar de voorgeschreven schadehersteller gaat, je niet altijd de hele schade krijgt vergoed. Dit staat duidelijk in de polisvoorwaarden vermeld. Ook bij een vergelijker als Independer.” Aegon ten slotte, meldt dat het standaard eigen risico van de Auto op Maat voordeelvariant (door Independer als Aegon Online aangeduid) van € 150 voor aanrijdingschaden wordt verlaagd
naar € 0. “Als niet wordt hersteld bij een bij Aegon Schade Service aangesloten schadeherstelbedrijf, geldt een eigen risico van € 650.” Uit de polisvoorwaarden die online bij Aegon zijn in te zien, blijkt dit inmiddels al € 700 te zijn. Straf of beloning Het voordeel van schadesturing voor de verzekeraars is evident volgens alle woordvoerders: door de afspraken met herstelbedrijven zegt men de schadelast laag te kunnen houden. Onder meer “doordat wij een groot deel van onze schades hierdoor geautomatiseerd kunnen afhandelen”, aldus Aegon. “Voor de klant betekent dit veel gemak, premievoordeel, lagere eigen risico’s en een gegarandeerde kwaliteit van schadeherstel.” “De voordelen van schadesturing voor de verzekeraar staan niet ter discussie”, reageert Goes. Hij is er echter niet van overtuigd dat de klant de gedwongen sturing altijd op prijs stelt. “Een branche die worstelt met het herstel van vertrouwen moet bij de keuze tussen straf of beloning het eigenbelang opzij zetten en zich realiseren dat straffen alleen effectief is om verkeerd gedrag naar de toekomst af te leren. Maar waarschijnlijk is de consument, een negatieve ervaring rijker, op dat moment al gillend weggelopen. Voor de klant telt namelijk alleen bewijs.”
Schadesturing lijkt weliswaar de norm te worden in Nederland, maar is zeker niet onomstreden. In de VS, bijvoorbeeld, waar de principes van de vrije markt in hoog aanzien staan, hebben verschillende staten speciale ‘anti steering laws’: wetgeving die het verzekeraars uitdrukkelijk verbiedt om consumenten naar bepaalde schadeherstelbedrijven te ‘sturen’. Dit ter bescherming van diezelfde herstelbedrijven, die alle een eerlijke kans verdienen. Dat er ook in ons land nadelen kleven aan autoschadesturing wordt duidelijk in het artikel ‘Verzekeraars zetten keihard in op schadesturing’ op pag. 18 van het AMplus-deel bij dit nummer.
Nieuws Nog altijd vraagtekens rond vergunningplicht garantiefondsen garantiefondsen Wft biedt geen duidelijkheid
altijd sprake is van een vergunningplicht, werd door DNB toen ontkend.
Heeft een garantiefonds een vergunning als verzekeraar nodig? Die vraag hangt al jaren boven de markt. Volgens de wet en toezichthouder DNB luidt het antwoord ‘ja’, maar de gevolgen van dit standpunt zijn onduidelijk.
Oud en nieuw recht Reginald Gubler van De Garantiewaarborg strijdt al jaren tegen de vergunningplicht voor garantiefondsen. In de jaren negentig werd zijn stichting SGWN door de toenmalige toezichthouder de Verzekeringskamer onder de toen van kracht zijnde Wet toezicht Verzekeringsbedrijf niet vergunningplichtig geacht. Daarover is later echter een juridische strijd ontstaan, omdat opvolgers PVK en DNB eind 2003 een andere interpretatie van de Wtv hebben gegeven die als zodanig niet was gewijzigd. In 2005 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven onder de toen nog geldende Wtv een bindende uitspraak gedaan die heeft geleid tot de zesde wijziging Wft, waarin een bijzonder regime voor garantiefondsen is opgenomen. “Primair hebben wij altijd gesteld dat er geen sprake is van verzekeren door stichtingen”, zegt Gubler. “Daarin gesteund door de civielrechtelijke jurisprudentie waarbij de Hoge Raad in cassatie heeft vastgesteld dat er bij de stichtingen geen verzekeringsovereenkomsten tot stand komen zoals bedoeld in artikel 246 Wetboek van Koophandel. Dat artikel is per 1 januari 2006 echter vervallen en het verzekeringsbegrip is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. De wetgever heeft hierbij bewust geen overgangsrecht opgenomen zodat ‘oud recht’ op dat moment ‘nieuw recht’ is geworden. Dat impliceert dat aan de cassatie-uitspraak van de Hoge Raad dus nog gewoon rechten kunnen worden ontleend”, zo meent Gubler. In de Wft is voor de definitie van verzekeren aansluiting gezocht bij de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek. “Dat wil zeggen dat én DNB én AFM geen eigen bevoegdheid meer
Door Rob van de Laar Aannemers die een bouwgarantie bieden aan hun klanten moeten volgens de AFM strikt genomen een bemiddelingsvergunning hebben. Maar er zijn ontsnappingsmogelijkheden. De Wft biedt geen duidelijkheid over de status van waarborg- en garantiefondsen. Die moeten een DNBvergunning hebben voor het uitoefenen van het schadeverzekeringsbedrijf als de toezichthouder hun activiteiten als verzekeringsactiviteiten beoordeelt. Welke criteria daarvoor worden gehanteerd, zijn niet duidelijk. Vrijstelling Voor de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (Nationale Hypotheekgarantie) is in de Wft een wettelijke vrijstelling van de vergunningplicht opgenomen, maar dat geldt bijvoorbeeld niet voor de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer. Volgens de gegevens in het openbare register van DNB heeft de toezichthouder sinds de inwerkingtreding van de Wft aan geen enkele stichting een vergunning verleend. Wel heeft DNB in 2007 een aantal woningbouwgarantieverstrekkers opgedragen hun portefeuille met terugwerkende kracht per 1 januari 2007 onder te brengen bij een verzekeraar. Daaronder was de Stichting Waarborgfonds Koopwoningen (SWK), die de portefeuille bouwgarantieverzekeringen toen overdroeg aan HDI-Gerling. Maar dat er
hebben om anders te oordelen. Civielrechtelijk gezien is er geen sprake van verzekeren door stichtingen en op voet van die constatering is er naar onze mening geen sprake van een DNB-vergunningplicht voor instellingen (stichtingen) en kan van een AFM- vergunningplicht voor aannemers evenmin sprake zijn.” Btw Volgens Gubler is het nog wat gecompliceerder: “De Belastingdienst stelt zich op het standpunt -verwijzend naar de uitspraak van de Hoge Raad dat wij als dienstverlenende organisatie onderhevig zijn aan de btw. De wetgever stelt evenwel dat sprake is van een verzekeraar onder een bijzonder regime en dan zou juist assu-
fonds aanbiedt, is aan te merken als een verzekeringsproduct, dan moet de aannemer een vergunning hebben als hij meer dan NAW-gegevens doorgeeft van klanten.” Maar de toezichthouder wijst erop dat die vergunningplicht omzeild kan worden: “Er zijn diverse mogelijkheden voor de aannemer om geen vergunning te hoeven aanvragen: alleen NAW-gegevens doorgeven, klanten doorverwijzen naar een bemiddelaar die een vergunning heeft of zelf verbonden bemiddelaar worden bij een aanbieder.” Gubler vindt dat een kromme constructie: “Gezien de betrokkenheid van bouwgarantieverstrekkers bij het tot stand komen van overeenkomsten tussen aannemers
15 27 sept 2013
5
Toezicht Wft Schade Belasting
De Belastingdienst stelt dat garantiefondsen btw-plichtig zijn, hoewel DNB veel fondsen als schadeverzekeraar beschouwt.
rantiebelasting te verwachten zijn, die niet door de aannemer kan worden verrekend.” De AFM stelt zich op het standpunt dat aannemers die klanten een garantieregeling aanbieden, in principe een bemiddelingsvergunning moeten hebben: “Als het product wat het waarborg- of garantie-
en consumenten, de te hanteren regelgeving, voorgeschreven garantiebepalingen, de modelaannemingsovereenkomsten en de betrokkenheid bij geschillenregelingen lijkt het omzeilen van het standpunt van de AFM eerder een farce dan een oplossing.”
[ A D V E R T E N T I E ]
MARKTLEIDER in HYPOTHEEKLEADS De beste leads voor de laagste prijs www.leadvisie.nl - 078-6183919 -
[email protected]
6
15 27 sept 2013
Schade Sportwagens Intermediair Vijf vragen
Nieuws Sportwagenpolis wil aan de slag voor het intermediair ‘Nog veel winst te halen in exclusief marktsegment’ Sportwagenpolis uit Groningen, een initiatief van verzekeringskantoor Noordpolis, heeft zich gespecialiseerd in het verzekeren van exclusieve en klassieke auto’s. Het kantoor wil nu ook andere intermediairs gaan bedienen in dit segment. Door Lia van Engelen Volgens initiatiefnemer Martin van Dijken, die samen met
Wolter Woppenkamp en Leo Drost het team van Sportwagenpolis vormt, zijn exclusieve en klassieke auto’s een interessante markt, waarin nog veel winst te behalen is voor het intermediaire kanaal. Onderzoek “Een onderzoek dat wij hebben laten uitvoeren door een studente van de Hanzehogeschool te Groningen heeft laten zien dat veel (kleinere) tussenpersonen geen of onvoldoende mogelijkheden hebben om klanten uit dit segment goed te bedienen op het gebied van verzekeren”, aldus Van Dijken.
Vijf vragen Aan: Marjan van Kasteren (45) Functie: directeur Bedrijf: Vereniging Financieel Planners (FFP) Plaats: Baarn
1
Ga naar een congres of evenement in de branche en het aantal vrouwen is op één hand te tellen. Hoog tijd dus om de vrouwen uit de branche eens in de schijnwerpers te zetten. Vijf vragen aan een verzekeringsvrouw.
Je bent directeur van de FFP. Waar houd je je precies mee bezig? Mijn belangrijkste doel is meer bekendheid geven aan het vak van financieel planner en wat deze voor een consument kan betekenen in zijn financiële leven. Het is voor een consument lastig om in de wirwar van allerhande spelers in de financiële dienstverlening de adviseur te vinden die écht bij hem past. Herkenbaar en vindbaar zijn, zijn dan twee belangrijke criteria. Daarnaast heb ik de afgelopen jaren het projectmanagement gevoerd van het vakbekwaamheidsproject FFP 2.0. Binnen dit project zijn een beroepsprofiel, nieuwe leerdoelen, een eigentijds examenplan en een nieuwe PE-systematiek ontwikkeld. Dat geheel wordt de basis van de financieel planner van de toekomst!
2
Hoe is de verdeling man/ vrouw in het ledenbestand van de FFP? De verdeling is 70/30. Deze is vanuit het verleden zo ontstaan. Je ziet wel dat steeds meer vrouwen een rol als financieel planner en aanverwante functies ambiëren. Logisch: het is een superinteres-
“Wij krijgen geregeld een offerteaanvraag voor het verzekeren van een dure Ferrari, Audi of Porsche van een collega tussenpersoon. Sportwagenpolis wil het intermediaire kanaal bedienen met onze kennis en mogelijkheden.” Toets Tussenpersonen kunnen zich als (onder)bemiddelaar aansluiten bij Sportwagenpolis zonder instapkosten of een maandelijkse fee. “Wij richten ons met name op die tussenpersonen die één of twee keer per jaar een dergelijke auto willen verzekeren. Men hoeft geen aan-
stelling meer aan te vragen bij een verzekeraar, waarbij allerlei (kritische) vragen worden gesteld. Wel zal Sportwagenpolis middels een aanstellingsformulier een toets laten uitvoeren om te beoordelen of de tussenpersoon aan alle gestelde eisen voldoet.” Dat gebeurt, zo legt Van Dijken uit, in overleg met de binnendienst van Turien en met verzekeraar Zurich, waar de polissen worden ondergebracht. Provisie Het verdienmodel van Sportwagenpolis is 50/50, vertelt Van Dijken: “Dus 50% van de provisie is voor de tussenpersoon en 50% is voor ons. Kantoren kunnen via de website Sportwagenpolis.nl meer informatie opvragen.”
sant vakgebied, het beroep raakt de actualiteit, de menskant en je bent nooit uitgeleerd. Het doet een beroep op al je competenties: harde en zachte.
3
Vrouwen zijn betere adviseurs dan mannen. Feit of fabel? Haha, dat vind ik zo’n ‘borreldiscussie’. Waar het om gaat, is dat elke consument of ondernemer de adviseur zoekt en wil vinden die bij hem of haar past. En die fit kan met verschillende dingen te maken hebben: ultieme vakkennis, persoonlijkheid, integriteit of iets anders. Dat zijn criteria die ik veel belangrijker vind dan of je man of vrouw bent.
gedrag aan de top van een organisatie, ‘walk the talk’ zullen we maar zeggen én het besef dat flexibiliteit en verandervaardigheden aan twee kanten aanwezig moeten zijn.
4
5
Er werken wel veel vrouwen in de branche, maar weinig op managementniveau. Hoe kunnen we dat veranderen? Dat is een klassieker en een vraagstuk dat zich ook in veel andere sectoren voordoet. Helaas zal er als we ons blijven vastklampen aan historisch gedrag en bepaalde gangbare normen, niet snel veel veranderen. Zolang we het sexy vinden als een mannelijke manager op tijd naar huis gaat om zijn kinderen van de opvang op te halen- en dat ook breed uitmeet- en we gaan lopen zuchten als een vrouwelijke manager hetzelfde doet, gaan we er niet komen. Het heeft dus te maken met de bereidheid om je opvattingen over beschikbaarheid voor en inzet op het werk aan te passen aan de wensen van deze tijd. Dat vereist een wijziging in
Zie je een rol voor vrouwen om het vertrouwen in de branche terug te brengen? Vertrouwen heeft vooral te maken met gedrag en houding; het zou jammer zijn als we dit terugbrengen naar een man/ vrouw-discussie. Iedereen die zijn beroep serieus neemt en de sector een warm hart toedraagt, zal een bijdrage moeten leveren aan het terugwinnen van vertrouwen. Laten we daarbij ook niet vergeten dat het superbelangrijk is om consumenten meer uitleg te geven over de branche. Uiteindelijk bepaalt die consument immers zelf wie en wat hij gelooft; partijen die zich niet voldoende en op tijd aanpassen aan de praktische en maatschappelijke wensen van consumenten, zullen vanzelf hun plek in het speelveld verliezen.
sprengdwa.ch
Multinational
Size does not matter.
Grootbedrijf
MKB onderneming
Zelfstandig ondernemer
elipsLife verzekert iedere onderneming. elipsLife wil «your insurance» zijn. Wij zijn de flexibele specialist in maatwerkoplossingen van hoge kwaliteit. Ons specialisme is het verzekeren van overlijden en arbeidsongeschiktheid. Wij werken samen met geselecteerde partners en adviseurs om voor hun klant optimale oplossingen te verzorgen. www.elipsLife.com
your insurance
8
15 27 sept 2013
Interview
Het taboe van de verzekeringswereld
‘Als je nu de markt opnieuw moest uitvinden, zou je geen tussenpersoon verzinnen’
9
15 27 sept 2013
Mathijs Bouman is econoom en BN’er. Hij heeft 27.398 volgers op Twitter. En hij heeft een mening. Altijd en over alles. Op 19 november is hij dagvoorzitter van de Verzekeringsbranchedag van AM. We zochten hem op in zijn Westfriese huis en vroegen hem wat hij eigenlijk van de verzekeringswereld vindt. Fasten your seatbelts. Door Theo van Vugt ij spreekt met de vrijheid van de buitenstaander. En Mathijs Bouman vindt het leuk om te filosoferen over wat er allemaal in de financiële wereld gebeurt en kan gebeuren. “Ik denk dat de verzekeraars al een jaar of vier van toon zijn veranderd en harder zijn geworden voor het intermediair. Voor het provisieverbod was het intermediair gewoon een kanaal voor de verzekeraar. In de aanloop naar het provisieverbod is dat veranderd. Ik denk dat ze steeds meer keihard concurreren met het intermediair. Het is wel hét taboe in de verzekeringswereld. Verzekeraars zeggen vooral dat ze het niet doen, maar het is natuurlijk wel zo.” Vette bolides En dan het intermediair… Bouman reageert meteen: “Wat zijn ze nog met veel hè? Het mooiste zijn de parkeerterreinen. Ik kijk daar altijd even als er veel tussenpersonen zijn. Daar zie je de nieuwe en de oude wereld. Je ziet de Smarts met als opdruk ‘Goedkoopverzekeren.nl’ en die snappen het. En je ziet de vette bolides van de oude wereld. Die nog niet begrijpen dat het allemaal veranderd is. Die markt wordt echt een stuk kleiner. Je hebt dan twee opties. De slimmeriken hebben ook al gekozen: goedkoop zijn voor een laag bulksegment, of in de top van de markt de wijze financiële planner zijn. Dan ben je de vriend in het financiële leven van mensen, maar dat is een heel kleine – weliswaar lucratieve – markt. Maar het gros van het intermediair doet alsof er niets veranderd is. Ze moeten hun klanten allemaal nog benaderen om uit te leggen wat ze doen, en dat advies geld kost, maar dat doen ze amper. Ik
heb verzekeringen lopen via tussenpersonen, maar niemand heeft zich nog gemeld bij mij.” Maar misschien moet die tussenpersoon er ook wel gewoon tussen uit, zegt Bouman dan koeltjes. “Het provisieverbod moest er komen. En dat doet pijn, maar ik vraag me ook af in hoeverre het wel een reële markt was. Het is toch raar dat je bij sommige verzekeraars niet terecht kon zonder tussenpersoon? Ook voor simpele producten. En de tussenpersoon was dan ook niet meer dan de geoutsourcete administrateur.” Oorlog Bouman onderschrijft ook wat collegaeconoom Peter Verhaar onlangs in dit blad zei. Alles gaat digitaal en dat heeft een majeure impact op de tussenpersoon. Bouman: “Voor de mensen met een NHG en een vaste baan is hypotheekadvies toch helemaal niet ingewikkeld? Het is standaardwerk. En dat kan via internet. De banken doen dat nu ook, maar moeten daar grof geld voor vragen, want anders krijgen ze ruzie met de AFM en de tussenpersonen. De Rabobank met zijn lage hypotheekadviestarief verklaart toch gewoon de oorlog aan zijn adviseurs? De anderen beloven dat ze dat niet zullen doen, maar het gevecht gaat echt tussen Rabo en ING. En niet tussen Rabo en haar adviseurs.” Als je nu de markt opnieuw moest uitvinden, zou je geen tussenpersoon verzinnen, zegt Bouman. Mensen gaan gewoon op internet kijken waar ze de goedkoopste verzekering kunnen sluiten. “Je moet nu als tussenpersoon je bedrijfsmodel echt overwegen. Je gaat landelijk via internet, of je zoekt een beroepsgroep in een niche. Of je wordt de financiële probleemoplosser. Verzekeraars zitten ver weg. Je moet zorgen uit handen nemen. Dat willen banken nu ook, maar dat kunnen ze niet en dat gaat mislukken. De interne beloningsstructuren binnen banken draaien om targets halen. Dat verandert niet en dus
is er ruimte voor partijen die wel rekening houden met het klantbelang. Maar het oude model dat je als consument via de trechter van de tussenpersoon naar een verzekering moet, dat is binnen tien jaar echt helemaal weg. Je kunt er in ieder geval geen bloeiende praktijk mee opbouwen.” Uitroken Op de vraag of het provisieverbod wel echt noodzakelijk was, zegt Bouman: “Dat was achterstallig onderhoud. En natuurlijk zitten er uitwassen tussen. Zoals het betalen voor hypotheekadvies. Alsof je bij de autodealer gaat betalen voor advies. Dat is raar en dat kan de tand des tijds niet doorstaan. Aan de andere kant moet dat provisieverbod ook een zegen zijn voor de tussenpersonen. Ze kunnen nu tegen de klant zeggen dat ze echt aan zijn kant staan. Dat konden ze nooit eerder. Met een provisiesysteem kon je nooit bewijzen dat je betrouwbaar was. De totale omzet in de sector is kleiner, maar het model is helderder. Samen met de klant kunnen ze nu verzekeraars en banken uitroken. Kijken of er nog ergens een kwart procentje te besparen valt op de hypotheekrente.” Belangen tegengesteld En de verzekeraars…“zijn zo bang om de tussenpersoon te schofferen”, valt Bouman meteen in. “We zitten nu midden in de fase van de verandering van distributiekanalen. Internet wordt het
Verzekeringsbranchedag
Op 19 november vindt het grootste event van de verzekeringsbranche plaats in het Beatrixgebouw in Utrecht. Het thema van de Verzekeringsdag is Samen: samen met de consument, samen met de toezichthouder en samen met verzekeraar en intermediair, dat is de enige manier om dit vak overeind te houden. Sprekers zijn oa: Theodor Kockelkoren van de AFM en Victor Lamme van de Universiteit van Amsterdam. Meer informatie: http://vbdag.nl/.
10
15 27 sept 2013
Interview
eerste distributie- en contactkanaal. In de VS heb je staten die willen verbieden dat consumenten direct zaken doen met autofabrikanten. Ze zijn bang voor hun dealers. En het gaat toch gebeuren dat consumenten die tussenschakel overslaan. Het is dus niet alleen in de verzekeringswereld zo dat
wikkeld, want mensen willen alles: het moet veilig zijn, maar ze willen ook rendement en het moet simpel zijn et cetera. Dat is geen match die makkelijk te maken is. Zorgplicht is in dit verband ook een raar woord. Hoe kun je iemand verplichten om voor je te zorgen? Het gaat om verantwoordelijk-
Mathijs Bouman (47) is beurscommentator bij RTL-Z. Hij is vaste columnist van Het Financieele Dagblad en de business-website Z24.nl. Hij is ook te zien bij De Wereld Draait Door, Eén Vandaag en andere actualiteitenprogramma’s. Bouman geeft voortdurend lezingen over wat er wel en niet goed gaat in de (Nederlandse) economie. Na zijn promotie in 1998 werkte Bouman als onderzoeker en docent aan de UvA, de VU en de Universiteit Leiden. Daarna ging hij de journalistiek in, ondermeer als adjunct-hoofdredacteur van het zakenblad FEM Business. Tussen 2003 en 2005 werkte hij bij de Nederlandsche Bank. Op 19 november is Bouman dagvoorzitter op de Verzekeringsbranchedag. Voor meer informatie: http://vbdag.nl/.
dossier. Ze kijken of iemand echt recht had op die hypotheek volgens de interne en externe regels. En als er geld was verstrekt in de verwachting dat er in de toekomst meer verdiend zou worden, kreeg je een boete. Ondertussen vertellen ze niet echt wat de regels zijn. Ze willen geen rules-based-toe-
‘Het provisieverbod was achterstallig onderhoud’ oude structuren wanhopig overeind worden gehouden om ze nog even die winstmarge te geven. Maar voor nietstoffelijke producten speelt locatie al geen enkele rol meer. Kennis, service en onafhankelijkheid zijn de onderscheidende criteria. Na honderd jaar zijn de belangen tussen verzekeraar en tussenpersoon tegengesteld geworden. Dat gaan ze echt niet eerlijk aan elkaar vertellen. Bestaande partijen proberen het tegen te houden. Maar nieuwkomers gaan het niet met tussenpersonen doen.” Moet de branche niet eerst nog het woekerpolisdossier oplossen? “De woekerpolis heeft de rol van verzekeraars in vermogensplanning fundamenteel geraakt. Het spel is uit. Ik ga echt niet mijn vermogen bij een verzekeraar neerleggen. Ze hebben nog steeds geen nieuw businessmodel rond die producten bedacht, zonder mij uit te kleden. En wij hebben ons lesje wel geleerd. Nieuwe transparante producten moeten ze maken. Dat is erg inge-
heidsgevoel. Maar dan heb je wel een ander beloningssysteem nodig. Het is wachten op de verzekeraar die zegt: wij belonen mensen, omdat ze geen klachten krijgen.” Zou je je kinderen aanraden tussenpersoon te worden? Met een zuinige blik: “Ik zou zeggen: ‘Interessante optie’. Nu is wel hét transitiemoment. Waarom is er in Nederland geen goed gevoel gevend intermediairmerk? Iemand die zegt: ik zorg voor je en ik ben te vertrouwen, want wij zijn de consumentenbond van het financiële verkeer. Iemand die echt transparant is. En vermogensontwikkeling gedurende je hele leven ligt nog open.” Als ik je tot minister van Financiën zou benoemen, wat zou je dan anders doen? Zonder twijfel: “Een ernstig gesprek met de directie van de AFM hebben. Ik vind dat ze daar te veel naar de nietbestaande letter van de wet zijn gaan handelen. Vooral bij het hypotheek-
zicht houden, want dan gaat iedereen om de regels heen. Er zijn alleen wel regels, maar ze vertellen niet welke en ze gaan ze wel heel precies hanteren. Daar wordt de sector gek van. Je krijgt zo ook niet echt een mentaliteitsverandering, je krijgt boetevermijdingsgedrag.” Wedstrijd Bouman ziet het ook in de manier waarop pensioenfondsen worden aangepakt. “Het lijkt er op dat de overheid door regelgeving de boel saneert. Pensioenfondsen moeten bij elkaar kruipen en dat is ook logisch, want we hebben er vijfhonderd en vijftig is al veel. Je krijgt gebrek aan deskundigheid door gebrek aan schaalgrootte. Dan is het ook logisch om te concentreren. Dat geldt misschien ook wel voor de financiële dienstverlening. Meer professionaliteit door strikte regelgeving én scherp toezicht. Lastig en het is geen leuke tijd, maar als je deze wedstrijd niet kunt volhouden, zit je dan wel in het goede vak?”
Gun uw klant het beste!
Geen annuleringskosten! Uw klant zit goed, als u een hypotheek bij Woonfonds aanvraagt. Want bij ons heeft uw klant geen annuleringskosten. Daarnaast bieden wij uw klant standaard ook 4 maanden offertetijd. De beste prijs-kwaliteitverhouding! Gun uw klant al het gemak van een Woonfonds hypotheek. De Woonfonds Annuïteitenhypotheek scoort zowel voor de Comfort Lijn als de Voordeel Lijn de maximale 5 sterren in de MoneyView ProductRating voor ‘Flexibiliteit’.
www.woonfonds.nl Woonfonds Hypotheken is een handelsnaam van Achmea Hypotheekbank N.V., statutair gevestigd te Den Haag, KvK nr. 27154399. Achmea Hypotheekbank heeft een bankvergunning van De Nederlandsche Bank en is opgenomen in het register van de Autoriteit Financiële Markten onder nummer 12000011.
12
15 27 sept 2013
Marktvisie ‘In juni 2014 moet de eerste rapportage plaatsvinden’
Gevolgen van het solvabiliteitscriterium In de rubriek Martktvisie werpt steeds een adviesorganisatie een blik op de verzekeringsbranche. Dit keer de beurt aan Jan Niewold en Rob Gaillard van EY Nederland. Zij gaan in op het theoretisch solvabiliteitscriterium (TSC) voor levensverzekeraars dat het ministerie van Financiën in het voorjaar heeft aangekondigd. Bij de uitwerking zijn DNB en het Verbond betrokken. Dit past in de modernisering van het solvabiliteitstoezicht. Maar Solvency II is er nog niet, dus wat zijn de gevolgen van het theoretisch solvabiliteitscriterium voor levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars? De huidige Europese toets op de solvabiliteit van levensverzekeraars vergelijkt de aanwezige solvabiliteit (eigen vermogen en toegelaten andere instrumenten) met een minimum: de vereiste solvabiliteit. Het minimum is voornamelijk gerelateerd aan de aanwezige technische voorzieningen. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien logisch: hoe meer voorzieningen, hoe omvangrijker kennelijk het risico, dus hoe groter het minimum (buffer)vermogen zou moeten zijn. Maar het is eigenlijk onlogisch: hoe prudenter de maatschappij voorzieningen vaststelt, hoe meer buffervermogen wordt vereist. De risico’s in de beleggingenportefeuille spelen ten onrechte geen rol. En ten slotte bestaat, ondanks de eenvoud van de regels, verschil van inzicht over welk percentage op welke polissen van toepassing is. In dit alles gaat Solvency II grondig verandering brengen, maar dat duurt nog even. Toezichthouders willen tussentijds al stappen maken. De impactstudie naar het Theoretisch Solvabiliteitscriterium, kortweg TSC, sluit hier op aan. Doel van de studie De impactstudie is bedoeld om de methoden en de parameters van het theoretisch solvabiliteitscriterium vast te stellen. Levensverzekeraars hebben daartoe begin augustus 2013 bij DNB proefresultaten ingeleverd van een aantal ‘schokeffecten’ die de Wft-solvabiliteit kunnen raken. Het heeft, evenals eerdere informatie-uitvragen van de toezichthouder, veel weg van de Solvency II-benadering. De impactstudie houdt in dat het effect op de Wft-solvabiliteit is berekend middels scenario’s van schokken op de balans, de toereikendheidstoets en het prudentieel filter. Het gaat dan om debiteurenrisico, stijging en daling van de marktrente en de waardeontwikkeling van aandelen en vastgoed. Verder is het effect van een ongunstige ontwikkeling van kosten en overlevingskansen berekend. Omdat tussen al deze (kansen op) ontwikkelingen bepaalde verbanden worden verondersteld, is het totaaleffect op de solvabiliteit bepaald via een correlatiematrix. Na verrekening van een belastingeffect rolt hier uiteindelijk het netto-effect op de aanwezige solvabiliteit van het hele programma van scenario’s uit. De vereiste minimum solvabiliteit is gelijk gebleven.
Alle informatie is verstrekt via een standaardrekensheet, die evenals alle toelichtingen te vinden is op de Open Boek-pagina’s van DNB. De toezichthouder beoordeelt de effecten in relatie tot de vereiste minimumsolvabiliteit en zal, ook rekening houdend met de ontwikkelingen van de Solvency II-voorstellen, de definitieve technische uitgangspunten van het TSC vastleggen in de toezichtregels. In juni 2014 moet dan de eerste formele rapportage plaatsvinden. Die zal, zolang de wet op Solvency I gebaseerd is, als extra rapportage worden opgevraagd. Mede op basis van de conclusies per verzekeraar kan DNB in de toekomst besluiten om dividendvoorstellen van de verzekeraar te onderwerpen aan een goedkeuringsprocedure (verklaring van geen bezwaar of Vvgb), of de verzekeraar verplichten een herstelplan in te dienen. Het TSC is verplicht voor grote en middelgrote levensverzekeraars. Natura-uitvaartverzekeraars zijn hiervan uitgezonderd. Het instrument van een Vvgb zal op alle verzekeraars van toepassing zijn. Impact op de bedrijfsvoering Naast de maatschappelijke druk en de noodzaak tot het doorvoeren van andere ingrijpende aanpassingen (provisieverbod!), hebben levensverzekeraars te maken met flinke rapportagestress. Het toenemende verlangen zowel intern als extern meer informatie te verzamelen, te analyseren en te rapporteren leidt tot druk op de interne organisatie. Veel interne systemen zijn niet gebouwd voor de uitdijende informatie-uitvraag van de afgelopen jaren en waarvan, getuige deze recente en snelle ontwikkeling, het einde nog niet in zicht is. Het is veelal onvermijdelijk dat de (nieuwe) informatie wordt verzameld en veredeld in spreadsheets en gelegenheidsdatabases, maar deze minder formeel ingerichte ‘informatiestraten’ zijn moeilijker beheersbaar (consistentie, kwaliteit) dan de (financiële) basissystemen. Op onderdelen kan echter al systeemconsolidatie plaatsvinden, nu ook de ORSA- en Pillar III-rapportages voor Solvency II vorm krijgen en ook de voorstellen voor IFRS4 Phase II concreter zijn. De aanpassingen in de toezichtwetgeving bieden de toezichthouder een breder instrumentarium om het buffervermogen van verzekeraars te toetsen aan het mogelijke effect van economische en demografische wijzigingen. De verzekeraar zal dan ook naast de impact van uitbreiding van de rapportageverplichtingen, bij het actualiseren van het kapitaal- en dividendbeleid rekening moeten houden met een mogelijk afwijkende visie van DNB op de uitkeerbaarheid van vermogen. Jan Niewold is industryleader Insurance van EY Nederland en als partner betrokken bij de controle en advisering van verzekeraars. Rob Gaillard is als senior manager verbonden aan het directoraat vaktechniek.
XL Group Insurance
Vooruitgang betekent risico nemen – wij zijn daarin uw partner Wij verzekeren risico´s. Van alledaags tot zeer complex. Voor middelgrote bedrijven en voor grote internationale ondernemingen. In meer dan 140 landen. Momenteel nemen wij wereldwijd deel aan ongeveer 2200 internationale programma´s en hiervan leiden wij meer dan 75%. Casualty Property Professional Specialty
Wij hebben de perfecte omvang. Groot genoeg om u bescherming te bieden HQNOHLQJHQRHJRPǍH[LEHOWH]LMQ Neem contact op met uw makelaar of bezoek ons online en ontdek hoe wij u kunnen ondersteunen uw bedrijf verder te helpen. xlgroup.com/insurance
en MAKE YOUR WORLD GO zijn handelsmerken van de XL Group plc. Niet alle producten worden aangeboden in alle rechtsgebieden. Status informatie: per 31 december 2012
MAKE YOUR WORLD GO
14
Shop Evenementen en opleidingen voor financiële professionals Meer informatie en aanmelden: www.amweb.nl/opleidingen
Scherp hypotheekadvies
AMmasterclass Verzkeringsfraude
AMworkshop
Juridische update voor de professional
U krijgt inzicht in wanneer, waarmee en hoe u uw hypotheekklanten het best kunt benaderen. Ook krijgt u 9 concrete tips van experts om uw klant van uw meerwaarde te overtuigen.
Naast de mogelijke juridische valkuilen en nieuwe ontwikkelingen worden o.a. de huidige rechtspraak en regelgeving onder de loep genomen en worden de consequenties voor de praktijk in kaart gebracht.
Datum en locatie 7 november 2013, Bunnik
Sprekers Dhr. E. van der Eijk Dhr. M. Koot Dhr. J.S. Oversteegen
Datum en locatie 28 november 2013, Bussum
Sprekers Dhr. Prof.dr. M.L. Hendrikse Dhr. Dr. P.M. Leerink
Prijs € 325,- (excl. btw)
Prijs € 495,- (excl. btw)
MFP in 1 dag®
Social Media Event
In 8 uur alle ins-and-outs van financiel (life) planning
Hoe haalt u als financiële professional écht meer omzet uit social media?
Gaat het u niet om de titel, maar wel om de praktische kennis van financial (life) planning? En wilt u die kennis direct in de praktijk kunnen toepassen? Dan mag u dit unieke seminar niet missen! Datum en locatie 12 december 2013, Bunnik
Dhr. Prof.mr. M.J.A. van Mourik Dhr. J. Vetter Dhr. L.G.M. Stevens
Een niet te missen praktijkmiddag. Na deelname weet u welke kansen social media u biedt én hoe u deze kansen grijpt. Datum en locatie 13 december 2013, Bunnik
Prijs € 445,- (excl. btw)
Prijs € 295,- (excl. btw)
Sprekers Dhr. R. Wernsen-Bruin MFP, CFP® Dhr. R. van Beek CFP® €FA Dhr. Mr. F.H. van der Kamp CFP® CT
Sprekers Jarno Duursma Lykle de Vries Henk Jan Geel Antoine Glerum Jeroen Dallinga
Sociale Zekerheid ‘Bedrijven zullen massaal terugkeren naar UWV’ WGA-premie is een perverse prikkel “Schaf de perverse prikkel die terugkeer naar het UWV tegen een minimumpremie mogelijk maakt, af. Bied verzekeraars de ruimte om effectief te re-integreren en laat het UWV focussen op de kerntaken: keuren en (her)beoordelen.” Die boodschap gaf Arend Jansen, manager special deals Inkomen bij Aegon, de politiek mee tijdens de masterclass Inkomen op Prinsjesdag. Door Alex Klein Tijdens de Aegon-masterclass voor inkomensspecialisten werd ferme kritiek geuit op het overheidsbeleid en de onlangs gepresenteerde premies door het UWV. Maar ook de verzekeraars zelf kregen ervan langs. Dat de private markt te kampen heeft met forse verliezen op de WGAportefeuille en een aantal van hen deze markt zelfs de rug toekeert, vindt Boukje Cuelenaere, directeur van beleidsonderzoeksbureau Astri, onbegrijpelijk. “Hoe bestaat het. Hoe hebben jullie dit als private markt laten gebeuren!” Stelsel raakt uit balans De aftrap voor de masterclass werd gegeven door Aegonmanager Arend Jansen. Hij noemde het huidige stelsel privaat – publiek stabiel en functioneel. Om daar direct aan toe te voegen: “Maar voor hoe lang nog?” De crisis is volgens Jansen voor veel bedrijven reden om voor de goedkoopste oplossing te gaan. Veel van hen worden vanuit de private markt geconfronteerd met forse premieverhogingen. Als je dan de mogelijkheid hebt om gedurende vier jaar tegen een lagere premie terug te keren
naar het UWV, met achterlating van schade bij de verzekeraar, dan zal een bedrijf in crisistijd al snel kiezen voor de oplossing die nu het minst drukt op zijn financiële positie. Een keuze die volgens Jansen het stelsel flink uit balans kan brengen en grote gevolgen heeft op de uitvoering. “De politiek zal zich rot schrikken als straks de WGA in- en uitstroomcijfers bekend worden gemaakt. Bedrijven zullen massaal terugkeren naar het UWV, terwijl daar niet voldoende mankracht en middelen zijn om een goede verzuimbegeleiding te geven. Met re-integratie kunnen we als verzekeraar juist het verschil maken voor de werkgever. De onbalans zal slecht uitpakken voor de BV Nederland.” Zijn boodschap aan de politiek: “Schaf de perverse prikkel van terugkeer naar publiek tegen minimumpremie af. Bied de verzekeraars de
ruimte om verzekerden te helpen effectief te re-integreren en laat het UWV focussen op de kerntaken keuren en (her)beoordelen.” Hoofdpijndossier Wat betreft de perverse prikkel is Boukje Cuelenaere, directeur Astri, het geheel eens met de stelling van Jansen. “Een werkgever moet naast de premies ook de schadelast op de lange termijn in zijn overweging meenemen.” Haar focus ligt tijdens de masterclass vooral op het hoofdpijndossier ‘WGA 80-100% arbeidsongeschikten’. De instroom in deze categorie heeft alle verwachtingen overtroffen. De private markt is hier in financiële zin op stukgelopen. Binnen deze categorie ziet Cuelenaere twee duidelijke groepen: de groep met een redelijk tot goede verwachting versus een groep waarbij niet of nauwelijks verbetering te verwachten valt. Ze noemt het
opvallend dat het verzekeraars tot nu toe niet gelukt is om betere resultaten te realiseren. Cuelenaere: “Zijn verzekeraars misschien ook wel te lang bezig geweest om de groep van 80-100% arbeidsongeschikten via herkeuringen zoveel mogelijk in de IVA te krijgen? Wegduwen van het risico. Nu pas zie je beleid ontstaan gericht op preventie en re-integratie.” IVA is voor mensen waarbij verbetering van belastbaarheid is uitgesloten en er sprake is van duurzaam arbeidsongeschiktheid. Geef werkgever uitstel Nu de markt zich veel meer focust op re-integratie moet men zich ook afvragen of reintegratie voor de groep WGA 80-100 wel zo reëel is. Cuelenaere denkt namelijk van niet. Om die reden vindt ze het niet fair dat de werkgever wel tien jaar financieel verantwoordelijk is voor dit risico. Die verantwoordelijkheid moet wat haar betreft worden teruggebracht naar twee jaar en opnieuw geactiveerd worden op het moment dat de werknemer weer restverdiencapaciteit (lees re-integratiemogelijkheden) heeft.
Na de masterclasses Inkomen en Pensioen volgde, onder leiding van dagvoorzitter Barbara Baarsma (algemeen directeur SEO Economisch Onderzoek en Kroonlid bij de SER,) een plenair debat waarin v.l.n.r Jan Ruijtenberg (FNV Jong), Boukje Cuelenaere (directeur Astri), Ilja Boelaars (Jonge Democraten), Michiel Hietkamp (CNV Jongeren) en Rick van der Ploeg (econoom en voormalig PvdA-politicus) met elkaar debatteerden over de Miljoenennota. Al snel werd het een discussie over twee onderwerpen: het pensioenstelsel en de werkgelegenheid.
15 27 sept 2013
15
Sociale Zekerheid Inkomen Masterclass UWV Verzekeraars
NDEERD RA A
E
EINDKAP I
AL HO TA
ST GEG OG
Column
15 27 sept 2013
17
Mond vol tanden... “We zouden op vakantie gaan. Naar Tunesië”, zo begon mevrouw G. haar schademelding. In gedachten haalde ik er alvast de voorwaarden van de doorlopende reisverzekering bij. Na vijftien jaar in het vak heb ik een soort zesde schadezintuig ontwikkeld en dit ging duidelijk in de richting van een reisverzekering. “Maar die vakantie ging niet door.” O, oké, tot zover de reisverzekering. Gevalletje annuleringsschade wellicht? Maar ook van annulering was geen sprake. Het Tunesiëplan was al van tafel ruim vóór de boeking en de familie had besloten om in plaats daarvan naar Italië te gaan. “Met de caravan van vrienden.” ‘Aansprakelijkheid & opzicht’, noteerde ik. Lastig. Altijd een risico om met geleende spullen op vakantie te gaan. Maar ik bleek wederom op het verkeerde been te zijn gezet. De vakantie was namelijk uitstekend verlopen. Ja, alles was nog heel en nee, er was niemand gewond geraakt. Ook geen ziektekostenclaim dus. Ik begon me af te vragen of ik haar wel goed verstaan had (ze had toch gezegd dat ze een schade wilde melden?!) toen het verhaal een verrassende wending nam. “Terug in Nederland, bij het schóónmaken van de caravan, tóen ging het mis!” Goed. Nu kwamen we ergens. Ik zat al te wachten op chloorschade aan de gordijnen of kapotte ruitjes door rondzwabberende schoonmaakattributen, maar met de caravan bleek verder niets aan de hand. Nee, het ging om de vriendín, die was komen helpen. Die
had namelijk haar kunstgebit uitgedaan tijdens het schoonmaken. “Sorry?”, begon ik “Haar kúnstgebit uitgedaan?” Maar voordat ik verder kon vragen, had G. de zaak al toegelicht: “Ze hing nogal voorover tijdens het schoonmaken en daardoor werd ze misselijk van haar kunstgebit.” Afijn. De dames zetten hun tanden in het schoonmaakwerk en toen het klaar was, bracht mevrouw G. alle viezigheid naar de grote perscontainers op het terrein van de stalling. Dat ze in haar ijver ook een plastic zakje met servetje én kunstgebit had meegenomen, daarvan was ze zich niet bewust. “Toen ze haar gebit miste, hebben we nog wel gezocht hoor”, zei G. “Maar het was zo vies in die container dat mijn vriendin zei dat ze dat gebit sowieso niet meer in de mond zou doen.” Helaas kwam het weggegooide kunstgebit niet voor vergoeding in aanmerking. De maatschappij stelde dat er geen sprake was van een onrechtmatige daad (het was niet onlogisch dat klant G. zakjes en servetjes weggooide) en wij sloten ons daar bij aan. Jammer. Maar het hele verhaal was er niet minder mooi om. Esther Vuijsters
[email protected]
Esther Vuijsters, freelance schrijfster en adviseur bij Vuijsters Financiële diensten, schrijft maandelijks een column in AM over de dagelijkse adviespraktijk.
[ A D V E R T E N T I E ]
Social Media Event
MET PE-PUNTEN/ UREN
Hoe haalt u als financiële professional écht meer omzet uit social media? VRIJDAG 13 DECEMBER 2013 | POSTILLION HOTEL UTRECHT-BUNNIK
MELD U VANDAAG NOG AAN VIA: KLUWER.NL/SOCIALMEDIA VRIJDAG 13 DECEMBER 2013 POSTILLION HOTEL UTRECHT-BUNNIK
Meer informatie en aanmelden: www.kluwer.nl/socialmedia
18
15 27 sept 2013
Innosurance
Innovatie in verzekerings Verbond pleit voor komst van een innovatielab Afgelopen week vond het eerste Innosurance-congres plaats bij KPMG in Amstelveen, een event van AM met een groot aantal partners. TNO presenteerde er een onderzoek naar de trends die verzekeraars hard gaan raken en tal van sprekers kwamen door met één harde boodschap: alles verandert. En verzekeraars kunnen zich niet meer verschuilen. Door Theo van Vugt Mary Trussell van KPMG trapte af en wees er fijntjes op dat er geen beroepsgroep is die zo weinig vertrouwen geniet. “Verzekeraars hebben nog te weinig de consument in hun hart gesloten. Degene die dat wel doet, profiteert”. Maar de weg is nog lang. Trussell deed onderzoek onder verzekeraars en haalde een opmerkelijk resultaat naar voren: 57% van de verzekeraars denkt niet dat consumenten de hun aangeboden producten begrijpen. De noodzaak tot simpele producten en transparantie is dus nog niet overal doorgedrongen, vertelde ze. Kloof Paul Schnabel, voormalig directeur van het SCP lepelde cijfers op die aangeven dat Nederland onder grote druk staat, maar anderzijds nog altijd het land is met de minste ellende. Schnabel wijst er op dat er 100.000 verstandelijk gehandicapten in dit land zijn, en die kosten aan zorg € 7 mld. Aan de andere kant zal 85% van wie er nu is, er ook nog in 2030 zijn. De groep van 47 tot 53 jaar is alleen heel kwetsbaar met hun relatief hoge bruto-
Richard Weurding, directeur van het Verbond, maakte in de pauze een ritje in een Mercedes die zichzelf bestuurt. (Foto’s Raphaël Drent)
loon. In het geval van werkeloosheid vallen ze binnen een jaar (of net iets trager) terug naar € 1500 euro per maand. Daar valt niet meer tegenop te verzekeren, luidt zijn boodschap. Hij gelooft overigens niets van de trend dat jongeren nu minder waarde hechten aan bezit. “Iedereen wil meer bezit. Jongeren kunnen het alleen niet betalen.” De kloof tussen het bruto- en nettosalaris wordt in Nederland alsmaar groter en dat zorgt voor veel problemen, denkt hij. Steeds meer groepen kunnen een lastenverzwaring echt niet meer dragen. Tal van uitdagingen waar de sector een antwoord op moet vinden. Om het ge-
bepleit de komst van een innovatielab. TNO is in een heel dik rapport tot meer dan 130 trends gekomen, en liet, volgens Weurding “ons verbouwereerd weten nog nooit een sector te hebben meegemaakt die zo breed door de externe omgeving werd geraakt.” Het zijn vooral de technologische trends waarvan de verzekeraars, volgens TNO, de gevolgen nog niet of te weinig voor ogen hebben: medische innovaties met langere levensduur als gevolg; de ontwikkelingen op het gebied van big data, en de opkomst en nieuwe mogelijkheden die social media openen, en de gevolgen daarvan voor bijvoorbeeld marketing,
Mary Trussell: “Verzekeraars hebben nog te weinig de consument in hun hart gesloten.”
heel wat tastbaarder te maken heeft TNO in opdracht van het Verbond van Verzekeraars de verzekeringsbranche doorgelicht en tal van trends gesignaleerd. Richard Weurding, directeur van het Verbond, deed op Innosurance verslag van de onderzoeksuitkomsten. Hij
riskmanagement of het organiseren van andere vormen van solidariteit. Weurding, die in de pauze zelf een ritje maakte in een Mercedes die zichzelf bestuurt: “Straks rijden alle auto’s wellicht volautomatisch, terwijl je als inzittende rustig je mails bijwerkt onderweg naar bestemming. Wat betekent dat wat voor de markt voor autoverzekeringen?” Meebewegen De verzekeraars moeten hun anticiperend vermogen versterken. Zet een signaleringssysteem op, zo raadt TNO het Verbond aan. Daarmee kunnen verzekeraars vroegtijdig veranderingen identificeren. Weurding: “We moeten de aanpak van risico-inschattingen vernieuwen: de modellen die de sector nu gebruikt, kijken achteruit. We kunnen ‘surprises’ niet aan.” Ook in de producten zelf moet meer ‘bewegingsruimte’ komen om te kunnen meebewegen met veranderingen in omgeving en in risico’s. De sector moet dus gewoon innovatiever worden. Weurding: “Dit is een kernissue! Innovatie is de
sector is broodnodig sleutel voor de toekomst. We zouden met name goed moeten nagaan of we ook samen met andere sectoren kunnen vernieuwen, nieuwe producten kunnen ontwikkelen of nieuwe manieren van risico-inschattingen kunnen opstellen.” En ten slotte moeten verzekeraars hun interne organisatie innoveren en aanpassen. Ook daar signaleert TNO te veel ‘old school’. Weurding: “We moeten nadenken over en werken aan nieuwe adviesmodellen, nieuwe product-dienstcombinaties. Onze ICT moet meer dienstbaar worden gemaakt aan de veiligheid en aan de klantvriendelijkheid.” In feite wil Weurding zeggen: het moet voor de sector die in het organiseren van solidariteit zijn kernfunctie heeft, een uitdaging zijn om zelf nieuwe vormen van solidariteit via die nieuwe vormen van netwerken en nieuwe technologieën te ontdekken. Supercomputer Frans Bentlage van IBM sprak over big data en zette de discussie daarmee op scherp. Vandaag de dag kunnen zo veel data worden verzameld via internet en consumenten die hun sporen daar achter laten, en via al bestaande databanken, dat de snelle verwerking van die data tot een cruciaal concurrentievoordeel kan leiden. Bentlage kwam met IBM’s supercomputer Watson (twee ijskasten groot) die zo snel data verwerkt dat iemand die aan het ding vraagt hoe hij een huis moet financieren en tegen welke voorwaarden, in een ‘split second’ antwoord krijgt. Watson put uit tal van bronnen (onder andere sociale media, officiële bankdocumenten en rapporten, blogs, forumstukken en productbeschrijvingen, maar ook de financiële gegevens en uitgavenpatroon van de vragensteller) om het juiste voorstel te presenteren dat bij het profiel van de klant past en dat af te zetten tegen soortgelijke profielen. Daar kan geen adviseur tegen op, luidt zijn impliciete conclusie. Hij gaf ook aan hoe bijvoorbeeld real time acceptatie van verzekeringen op basis van big data-analyse kan werken. Het gaat automatisch, sneller en effectiever dan nu. Fraude is sneller te detecteren en de afhandelingtijd van een aanvraag is 90% korter. Dit is geen toekomstmuziek, het kan allemaal al. “Data veranderen alles, ook jullie wereld”, zei Bentlage tegen de zaal. Martijn Aslander behoort tot de digitale voorhoede en hij hield het eenvoudig:
15 27 sept 2013
19
Congres AM Verzekeraars Innovaties Trends
Frans Bentlage van IBM: “Data veranderen alles, ook jullie wereld.”
“Internet is cutting out the middle man”, zei hij. Maar het kan nog verder gaan: mensen kunnen zich ook verzamelen om dingen beter te maken. Hij stelde www.instructables.com als voorbeeld. Tal van techneuten verzamelen zich daar en werken aan goedkope technische oplossingen voor consumenten met twee linkerhanden. Dat kan een watersysteem voor planten zijn of een mri-scan, maar het principe is altijd dat veel knappe koppen samen aan iets
werken dat veel goedkoper is dan wat er al is. Aslander: “Bij Philips werken wellicht driehonderd mensen aan een nieuwe mri-scan, maar op internet kunnen dat er wel drieduizend zijn. En die maken iets dat net zo goed is of beter en veel goedkoper.” Met zijn vraag kon iedereen naar huis: “Als dit voor stoffelijke producten al zo goed kan werken, waarom dan niet in de financiële dienstverlening?”
‘U wist het al’ Futuroloog Wim de Ridder van Futures Studies & Management Consultancy hield een onderzoekje met de zaal. Hij legde zeventien issues voor en iedereen moest via internet aangeven wat het belang van elk issue is. Daaruit distilleerde hij de algemene verzekeringstrends voor de jaren tot 2030. “Samen wist u eigenlijk al dat dit de belangrijkste ontwikkelingen voor het verzekeringsvak zijn”, zegt De Ridder. De uitdagingen: 1. Nieuwe risico’s in 2030: cybercrime, biocrime en ongeoorloofde handel in en misbruik van data. 2. In 2030 bestaan schadepolissen niet meer als losse producten: risico’s zijn versleuteld in concepten voor ‘wonen’, ‘zorg & inkomen’, ‘vrije tijd’, ‘mobiliteit’, enzovoort. 3. In 2030 bestaat het collectieve arbeidspensioen niet meer. Iedereen regelt zelf zijn inkomens- en vermogenspositie in zijn (post-)arbeidzame periode. 4. Kandidaat-verzekerden nemen hun aankoopbeslissingen op basis van onafhankelijke, gepersonaliseerde planningssoftware die niet door de aanbiedende verzekeringsmaatschappij te beschikking wordt gesteld. 5. Consumenten pakken de macht: door steeds makkelijkere en snellere toegang tot data en data-analyses, weten zij meer van hun eigen risico’s dan hun verzekeraars. 6. Verzekeringen gaan terug naar de basis: alleen risico’s die niet individueel gedragen kunnen worden, zijn verzekerd op coöperatieve basis via een ‘Onderlinge’. 7. Consumenten organiseren hun eigen risicomanagement; verzekeringsmaatschappijen zijn er met name voor herverzekering van extreme / grote risico’s. 8. Autoverzekeringen zijn in 2030 een bijproduct, omdat de grondslag voor deze verzekering – een onzeker voorval – is weggevallen. 9. Bezit is grotendeels verruild voor gebruik. De gebruiker betaalt alleen bij gebruik en koopt daarmee risico’s af zonder ze zelf in dekking te moeten geven. 10.Belangrijke verzekeringen van nu zijn in 2030 een bijproduct, want technologie maakt veel risico’s voorspelbaar en transparant.
20
Stuurlui aan wal
15 27 sept 2013
Hoe kijken succesvolle marketeers van buiten de financiële dienstverlening tegen de bedrijfstak aan? Wat zouden zij doen? En wat niet? En hoe zijn zij verzekerd? Zouden ze voor een verzekeraar willen werken? Buitenstaanders over de branche. In dit nummer de negende relatieve buitenstaander, Marcel Beerthuizen van bigplans, specialist in sportsponsoring en partnerships.
1
Wie ben je? En waarom zouden we naar je moeten luisteren? Mijn naam is Marcel Beerthuizen. Ik ben 25 jaar actief als marketingcommunicatieadviseur, met een specialisatie in sponsoring en partnerships. Mijn bureau bigplans adviseert bedrijven over het bouwen en activeren van allianties tussen merken en organisaties op het gebied van sport, kunst, cultuur, media en maatschappij. We werken voor een aantal toonaangevende nationale en internationale bedrijven. Mensen hoeven niet naar mij te luisteren, misschien kunnen ze iets opsteken van mijn ervaring.
2
Hoe ben je verzekerd? Tussenpersoon? Direct? Heb je een map met alle verzekeringen of is het de schoenendoos? Ik heb verschillende verzekeringen lopen, zowel via tussenpersonen als direct bij de verzekeraar. Mijn administratie is op orde. Ik heb in de afgelopen jaren vrijwel alle grote financiële instellingen van Nederland geadviseerd. Ik volg de ontwikkelingen in de sector dan ook op de voet en kijk ook met interesse naar nieuwe concepten zoals Inshared en Kroodle en het ontstaan van New B in België.
3
De verzekeringswereld kampt met een groot gebrek aan consumentenvertrouwen. Waar moeten we beginnen om dat te herstellen? Transparantie wordt vaak als tovermiddel genoemd, maar dat is niet de echte oplossing. Mensen hoeven heus niet alles te weten over de processen binnen een bedrijf. Weten wat er speelt bij mensen, dat is het allerbelangrijkste. Het betekent dat bedrijven nog beter moeten luisteren naar consumenten. Dat wordt al jaren geroepen, maar dat gebeurt nog steeds niet. Door hun omvang zijn vele partijen in zichzelf gekeerde organismen die geen weet hebben van het sentiment in de markt. Aanbieders moeten vooral zorgen voor concrete en duidelijke producten. Bedrijven moeten ook duidelijk zijn over het interne beleid, bijvoorbeeld als het gaat om de beloningsstructuur.
4
De marges van marketing zijn nauw in verzekeringsland: de toezichthouders zitten er bovenop. Hoe ga je daarmee om? Bij veel bedrijven is het budget verdeeld over verschillende, traditionele afdelingen. Maar moderne marketing vraagt om een
holistische aanpak, waarbij vanuit één marktgerichte filosofie wordt samengewerkt. Dat vereist een meer gecentraliseerde aanpak en dat is per definitie kostenefficiënter. Het valt me op dat in veel raden van bestuur marketing een ondergeschoven kindje is en er veelal door één van de bestuurders wordt bijgedaan. De kennis over marketing is beperkt, er is momenteel veel meer focus op kosten.
5
Wat is je advies aan verzekeraars? Hoe komen ze nu echt dicht bij die klant? Als ik kijk naar mijn eigen vakgebied, dan is er een duidelijke trend waarneembaar. Consumenten worden steeds kritischer op merken die investeren in projecten die er niet toe doen of amper maatschappelijke relevantie hebben. Sponsoring van wielerteams, Formule 1-auto’s of zeilraces is passé voor deze sector. De grootste opdracht voor verzekeraars is een merk te creëren dat betekenis heeft. Een merk met sympathie, waar mensen op kunnen vertrouwen, dat persoonlijk relevant is en dat waarde toevoegt aan hun leven. Als een bedrijf een relevante rol kan spelen en iets toevoegt, ben je van harte welkom. Dan word je met open armen ontvangen en kun je bouwen aan een waardevolle relatie. Deze ontwikkeling zorgt er voor dat er tal van nieuwe marketing- en sponsorprojecten komen, die zich letterlijk dicht bij mensen zullen afspelen, altijd met een maatschappelijke component. Doordat sociaal-maatschappelijke voorzieningen door bezuinigingen onder druk staan, wordt dat het nieuwe speelveld. In de buurt, dáár gaat het gebeuren.
6
Is er nog een rol voor tussenpersonen in dit werkveld? Er is altijd een rol voor iedereen die toegevoegde waarde levert. Als die er is, zijn mensen ook bereid daarvoor te betalen. Maar door de digitale distributie wordt het direct afsluiten van een verzekering steeds eenvoudiger. Het betekent dat het aantal tussenpersonen zal blijven afnemen. Maar ze kunnen een rol spelen in de trend die ik heb geschetst. Daar liggen kansen.
7
Zou je zelf eigenlijk in de verzekeringswereld willen werken? Ik doe dat eigenlijk al, ik werk namelijk voor het Achmea-con cern. Zij zijn met prachtige initiatieven bezig, waar ik helemaal in geloof. Het is geweldig om voor een bedrijf te werken dat veel verder kijkt dan sec het verkopen van producten.
/VPPL;PSHCJK 7PPHE7PPHE Het beste medicijn voor zorgverzekeringen
Kwaliteit zoals u dat van Voogd & Voogd gewend bent 75% van de consumenten laat zich niet adviseren bij het afsluiten van een zorgverzekering. Dat gaan we veranderen! Voogd & Voogd biedt u dit najaar alles wat u hiervoor nodig heeft. Een gebruiksvriendelijke vergelijkingsmodule, unieke
Dit najaar... t&FOWPVEJHWFSHFMJKLFO t4DIFSQFQSFNJF t.BSLFUJOHPOEFSTUFVOJOH
producten en een behulpzaam marketingpakket. Met onze tool vergelijkt u op een eenvoudige wijze de producten van vele aanbieders. U kunt de vergelijker ook op uw eigen website plaatsen. Uw klant kan hierdoor op ieder gewenst moment de beste zorgverzekering selecteren afgestemd op zijn wensen. Bovendien zijn de producten zeer scherp geprijsd. Naast kortingen op maatschappijproducten, bieden wij ook de unieke ZorgVoordeelPolis. U kunt hiermee zelfs de concurrentie aan met grote collectiviteiten.
Meer informatie op www.voogd.com/zorgverzekeringen
.JTIFUOJFU.FMEVUJKEJHBBO WPPSPO[F#VTJOFTTEBHFO Nog geen samenwerking met Voogd & Voogd? Neem contact op met één van onze relatiebeheerders.
22
15 27 sept 2013
Deze rubriek bevat actuele benoemingen en functiewisselingen in de bedrijfstak. Berichten en digitale kleurenfoto’s (minimaal 300 dpi en 50 mm breed, liefst JPG-formaat) kunnen gestuurd worden naar
[email protected].
Paul Staps is gestart als manager Intermediaire Verkoop bij Florius en alle labels van de geldverstrekker. In deze functie is hij verantwoordelijk voor een goed contact en goede samenwerking tussen Florius en het intermediaire verkoopkanaal. Ook geeft hij leiding aan twee teams van distributieconsultants en is hij lid van het managementteam van Florius. Jan Oosterom en Martin Besemer zijn als managing director respectievelijk director Marine in dienst getreden bij Howden Insurance Brokers Nederland. Beiden zijn afkomstig van Concordia de Keizer. Oosterom was daar chief ‘operating officer’ en Besemer accountdirector Marine. Patricia van Barneveld is in september gestart als directeur van Hypocasso, een hypotheekincassobureau. Van Barneveld heeft ervaring opgedaan in managementfuncties in de financiële dienstverlening.
Bij Omniplan, ontwikkelaar van financiële adviessoftware, is Tom Ehren (45) commercieel directeur geworden. Hij was hoofd productmanagement. Hij wordt opgevolgd door René Frankena, die business-consultant was bij het bedrijf. Dick Verhaar blijft algemeen directeur van Omniplan en gaat zich de komende tijd vooral bezighouden met de plannen voor een tweede vestiging.
Peter Kleine en Ferdy Pierik hebben na respectievelijk zes en drie jaar Cunningham Lindsey verlaten. Hun werkzaamheden worden voorlopig opgevangen door de overige experts uit de productgroep Aansprakelijkheid/CAR. Deze maand is Gerwin Zigterman bij het bedrijf begonnen als bedrijfsschade-expert. Zigterman wordt ingewerkt door Ger Koestering, die weliswaar al de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, maar nog aan het bureau verbonden is. FTE Actuarieel heeft Liesbeth de Winter (46) aangetrokken als unitmanager. De Winter is verantwoordelijk voor de verdere uitbouw van de business-unit die nu drie jaar bestaat. FTE Actuarieel voert met name projecten uit op het snijvlak van pensioen, IT en actuariële kennis.
Financieel & Risk directeur Martijn Wissels (55) verlaat Achmea Bank om directeur Group Risk Management te worden bij SNS Reaal. Achmea Bank is inmiddels op zoek gegaan naar een opvolger voor Wissels die in september 2010 toetrad tot de directie van Achmea Bank. Daarvoor werkte hij twintig jaar in diverse functies bij Fortis. In 2007 en 2008 gaf hij mede leiding aan de integratie van de risicomanagement afdelingen van Fortis en ABN Amro. Wissels is niet de eerste uit de Achmea-familie die de overstap maakt naar SNS Reaal. Na de nationalisering van SNS Reaal begin februari maakte toenmalig Achmea-cfo Gerard van Olphen de overstap naar het kersverse staatsbedrijf.
Softwareontwikkelaar CCS heeft per september Ruud Claasz Coockson (38) aangetrokken als sales executive. Claasz Coockson was jarenlang werkzaam als business-consultant binnen de verzekeringsbranche. De laatste tijd werkte hij bij DPA Finance als business-linemanager.
Heleen de Heer is benoemd tot directeur van het nieuwe bedrijfsonderdeel Intermediaire Zaken bij Nationale-Nederlanden. Zij volgt Joost Hillen op die de functie van september vorig jaar tot mei op interimbasis vervulde. De Heer is sinds eind 2009 al in ING-dienst als algemeen directeur van Zicht, de organisatie van advieskantoren die eigendom zijn van NN.
Jan Veldhuizen heeft begin deze maand zijn werkzaamheden als afdelingsmanager Operations bij Univé beëindigd. Hij zet zijn loopbaan buiten Univé voort, deelt de verzekeraar mee. Veldhuizen was ook portefeuillehouder Marketing & Communicatie binnen het Nivre-bestuur; die functie heeft hij ook neergelegd. Peter van Es, Nivre-voorzitter, zal de portefeuille tijdelijk waarnemen.
Overleden
Monique Kooijman (47) is onlangs benoemd tot countrymanager van Chubb Insurance Company in Nederland. In deze rol volgt zij Bert van der Vossen op, die binnen de Europese organisatie de functie van continental Europe manager heeft gekregen. Kooijman werkt sinds 1991 voor Chubb Insurance in Nederland.
Oud-directeur en oprichter van RVJ Expertises & Taxaties Harry de Raay is overleden. De Raay heeft zich in 1958 onder eigen naam gevestigd en na diverse samenwerkingen werd het bureau in 1976 omgedoopt tot De Raay & De Jong, de voorloper van het huidige RVJ Expertises. De Raay was mede-oprichter van de Europese Vereniging van Schade-Experts Fuedi en van het BCE, thans het Nivre. Hij is 91 jaar geworden.
+HEMHZHUNHUYDULQJLQGH¿QDQFLsOHGLHQVWYHUOHQLQJHQEHQMHWRHDDQHHQYROJHQGHFDUULqUHVWDS" 7HUYHUVWHUNLQJHQYHUGHUHSURIHVVLRQDOLVHULQJYDQRQ]HRUJDQLVDWLHV]LMQZLMper directRS]RHNQDDUQLHXZHFROOHJD¶V
GEZOCHT: ACCEPTANT ZAKELIJK ACCEPTANT PARTICULIER SCHADEBEHANDELAAR VOLMACHT COMMERCIEEL BINNENDIENSTMEDEWERKER ADMINISTRATIEF MEDEWERKER VERZUIMECONOOM Meer informatie en solliciteren .LMNYRRUXLWJHEUHLGHIXQFWLHRPVFKULMYLQJHQYDQGHERYHQJHQRHPGHYDFDWXUHVRSRQ]HZHEVLWHVRI QHHPFRQWDFWRSPHW,QJULG%RXZPDQRSWHOHIRRQQXPPHU -RXZVROOLFLWDWLHEULHILQFOXVLHIFXUULFXOXPYLWDHNXQMH±ELMYRRUNHXUSHUPDLO±VWXUHQQDDU LQJULGERXZPDQ#KHLOEURQQORILQJULGERXZPDQ#PDQGDDWDVVXUDGHXUHQQO
www.heilbron.nl
www.mandaatassuradeuren.nl
3RVWEXV$%'RHWLQFKHP
3RVWEXV$3'RHWLQFKHP
HET WARE NIEUWS
ZIT ONDER DE OPPERVLAKTE 07 special
103e jaargang 7 juni 2013 nr. Opinies en achtergron den voor de financiële professional
FFP’er Leen Winter ziet geen reden voor somberheid Overlijdensrisicov erzekering is ‘goud’ voor de adviseur Hoe overleeft de hypotheekadviseu r de crisis? Beleggingsfondse n vergelijken: een introductie
Beleggen: het mag Neem nu een weer onnement
ab
10294689
op AMplus
Special financiële planning
Diepgang in uw vak met AMplus Waarr AM sign Wa Waa ig g aleert gn leert ert,, zorg orgtt AMpl Mplus uss voo v r het betere graaf a wer we k. AMp Mp plus veerdi rd d ept pt en ve versc rscher rsc her e pt. t AM AMpl pluss anal plu anal na yse yseertt en n inter terpre p teert. pre Me AM Met AMplu pluss krijijjgt gt uw vak v diiepg gang g en n wordt helder wat onder e de oppervlak opperv opp lakte te zit z . AMpl AMplus us vul ultt AM A daar arrmee na armee aadloos ooss aan: o • m met et tie et t n uitg ti uitgav aven n per jaa jaarr incl inc usieff 4 spec p ial i s over pensioen, financiële planning g, schade en socialee zekerheid • inzicht, duiding en verdieping biji het nieuws van AM • inclusief toegang tot het volledige AMplus online-archief.
Ga naar www.amweb.nl/amplus
23
24
15 27 sept 2013
Dikke pluim voor CFD-voorzitter Edwin Herdink Op voorzet van de vaste Kamercommissie voor Financiën, hebben de verenigde brancheorganisaties een luisterend oor gevonden in de Tweede Kamer. Minister Dijsselbloem is hard teruggevloten op het PE-dossier. De regering moet vóór 1 december met voorstellen komen die het opleidingenbouwwerk minder streng maken. Deze voorstellen dient de regering in overleg met de brancheorganisaties op te stellen. Hiermee zien de verenigde brancheorganisaties hun langdurige lobbyactiviteiten beloond. Maar voordat er sprake was van een gezamenlijke lobby, was het vooral de CFD die op de barricades klom. Dat zijn de reaguurders op AMweb niet vergeten. “Grote complimenten voor de gezamenlijke brancheorganisaties en in het bijzonder voor Herdink. Het was toch CFD die als eerste de barricade opging door het vertrouwen in dat autoritaire College Deskundigheid op te zeggen.” En: “Hulde aan het collectief... Maar een extra dikke vette pluim voor CFD en Herdink. Zij zijn degenen geweest die als eerste, op exact de juiste wijze, het lef toonden om hier tegenin te aan.”
Vaste Kamercommissie voor Financiën, was ook velen een doorn in het oog. “Ik was zelf aanwezig en heb met eigen ogen gezien hoe het ging. Het is te triest voor woorden dat alleen de mannen van de CFD bij de behandeling van dit voorstel aanwezig waren en dat Ad-
Meest gelezen berichten op AMweb.nl (week 37 en 38) Aantal keer bekeken: Bas Hoogland: ‘Mijn advies aan verzekeraars is: Neem andere mensen aan’ 19.676 Kamercommissie dient moties in voor verbetering PE-systeem 12.076 AFM start onderzoek naar serviceabonnementen 9.314 Tweede kamer blokkeert PE-systeem Dijsselbloem 8.901
Niet zichtbaar aanwezig De onzichtbare rol die de meeste brancheorganisaties speelden tijdens de behandeling van het PE-dossier door de
0
Secretariaat: Marjon Haan, tel. 0172-466 616 Postbus 4, 2400 MA, Alphen a/d Rijn Internet: www.amweb.nl e-mail:
[email protected] Abonnementen: 0900-500 50 60 Uitgever: Nicole Gorseling, 0570-647 102 Marketing: Joris Krabbenborg, 0570-648 910 Fotografie: Fotobureau Roel Dijkstra en Raphaël Drent
10000
15000
20000
25000
30000 350000
Wat twitteren de vakgenoten? Aegon Nederland (@Aegon_NL) twitterde onlangs: ‘Je bent nu 28 en je hebt een baan. Denk je dat je ooit een goed pensioen krijgt?’ Ron (@betonvoet) twitterde daarop: ‘Nee, ik WAS 28 toen ik jullie woekerpolis kocht #byebyegoedpensioen’
Volg ons ook op www.twitter.nl/amweb_nl of discussieer mee op de LinkedIngroep van AssurantieMagazine.
Vormgeving/prepress:
Hoofdredactie: Theo van Vugt Eindredactie : Jeannette Beentjes Redactie: Jannie Benedictus, Lia van Engelen, Alex Klein, Rob van de Laar en Yvonne Neppelenbroek
5000
Social media
colorscan Voorhout - www.colorscan.nl AM is een onafhankelijk tijdschrift voor de verzekeringswereld.
fiz, NVF, NVGA en OvFD schitterden door afwezigheid. Terwijl het hier toch ook om de belangen van hun achterban gaat.” Of: “Het was alleen CFD die tijdens de pauzes koortsachtig overleg voerde met de Kamerleden om het tij te keren.”
Basisontwerp: Staal&Duiker, Haren Druk: Senefelder Misset, Doetinchem Advertentieafdeling: Postbus 23, 7400 GA, Deventer Staverenstraat 32015, 7418 CJ, Deventer Emilie Kars en Gerdien Ruitenbeek, tel. 0570-648 913, e-mail:
[email protected] Media Order Services: Anja Wanink tel. 0570- 648 604 e-mail:
[email protected] Gratis abonnement Personen met een functie in de verzekeringsbranche komen in aanmerking voor een gratis abonnement. Een aanvraagformulier staat op AMweb.nl. U kunt contact met ons opnemen via
[email protected] of via 0900- 500 50 60.
Betaald abonnement Voor personen buiten de doelgroep kost het jaarabonnement € 125 (incl. btw). Abonnementen kunnen schriftelijk of per e-mail tot uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Kluwer legt gegevens van abonnees vast voor uitvoering van de (abonnements)overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact opnemen met Kluwer Klantenservice: tel. 0570-673 555. Of e-mail naar:
[email protected]. Auteursrecht Alle rechten in deze uitgave zijn voorbehouden aan Kluwer. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB). Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan.
ISSN 0167-3882
10 Special
103e jaargang 27 september 2013 nr. Opinies en achtergronden voor de financiële professional
Collectieve overstromingsdekking is nodig en mogelijk Kanttekeningen bij de sturing van autoschades De markt voor cyberpolissen groeit gestaag
Mop van Tiggele
Verzekeringsprof tegen verleidingsclausules in polissen
B AVA M A A N H E T W O O R D
‘Op welke manier gaat u uw klant bedienen?’ U staat als financieel dienstverlener momenteel opnieuw - voor een aantal beslissingen over uw bedrijfsvoering. Namelijk: op welke manier gaat u uw klant bedienen, en hoe wilt u hiervoor de beloning ontvangen? Wordt het een full serviceconcept of een concept waarbij uw onderneming voornamelijk op execution only-basis werkt? U weegt vanuit uw professie bij die keuze verschillende zaken mee. Zoals de omzet- en winstverwachting bij elk van de varianten. En bijvoorbeeld uw inschatting van wat uw klanten het prettigst vinden, en met welke vorm van uw dienstverlening zij het best geholpen worden. Want u wilt ook in een nieuwe opzet uw klant optimaal terzijde kunnen staan. Op al die aspecten binnen uw vakgebied zult u ongetwijfeld het voor u juiste antwoord weten te vinden. Maar er spelen ook andere zaken, waar u als adviseur zélf advies bij zou kunnen gebruiken. Op juridisch gebied bijvoorbeeld, zodat u later niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Denk eens aan uw algemene voorwaarden voor de advisering in de nieuwe situatie, die moeten sluitend zijn. Of neem de abonnementsvorm, of de praktische invulling van de zorgplicht die op u blijft rusten. U kunt zich voorstellen dat dit anders uitwerkt in de situatie dat u gaat werken op een execution only-basis, dan als u op basis van full service opereert. We weten het, van assurantieadviseurs wordt een zoveelste aanpassing van de bedrijfsvoering
verlangd. Want als er nu één beroepsgroep is die de laatste jaren heeft moeten aantonen flexibel en professioneel ondernemer te zijn, is dit wel de assurantieadviseur. En dan is het een prettig idee dat u professionals achter u hebt staan. Kortom, voor advies rond financiële zekerheid komt de klant bij u, als specialist op uw terrein. En voor specialistisch advies over juridische aangelegenheden rond uw beroepsuitoefening, staan wij graag achter u.
De ve rzekeraar van professionals +31 (0)70 - 319 53 10
ABN Amro 41.18.36.005
BAVAM is een handelsnaam van de Verenigde
Handelskade 49
Assurantiebedrijven Nederland N.V.
Postbus 1074
F +31 (0)70 - 319 53 19
IBAN NL58ABNA0411836005
2280 CB Rijswijk
E
[email protected]
BIC ABNANL2A
KvK 33054669
I www.bavam.nl
BTW/VAT NL.0014.19.043.B01
Colofon AMplus, hét Verzekeringsblad Opinies en achtergronden voor de financiële professional Hoofdredactie Theo van Vugt Redactie Jeannette Beentjes, Jannie Benedictus, Lia van Engelen, Alex Klein, Rob van de Laar Coördinatie schadespecial Lia van Engelen Medewerkers Manon Vonk Eindredactie Yvonne Neppelenbroek Secretariaat Marjon Haan T 0172 - 466 616 E
[email protected], T AMweb_nl W AMweb.nl Postbus 4 2400 MA Alphen a/d Rijn Uitgever Nicole Gorseling T 0570 - 647 102 Marketing Joris Krabbenborg T 0570 - 648 910 Abonnementenadministratie Kluwer Customer Service Postbus 878 7400 AW Deventer T 0570 - 673 555 www.kluwer.nl/klantenservice Abonnementsprijs 2013 € 150,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren: 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode. Losse nummers en specials: € 12,50 excl. btw. Advertenties Emilie Kars en Gerdien Ruitenbeek T 0570 - 648 913 E
[email protected] Media Order Service Toos Schurink T 0570 - 648 685 E
[email protected] Ontwerp Edenspiekermann, Amsterdam Vormgeving Colorscan, Voorhout Fotografie Fotobureau Roel Dijkstra, Wilco van Dijen Druk Gewadrupo ISSN 0165-7909 Kluwer BV legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen. Alle rechten in deze website zijn voorbehouden aan Kluwer. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieen uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB). Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan.
H O O F D R ED ACTIO N EEL
Schade In deze schadespecial staat een interessant interview met hoogleraar verzekeringsrecht Mop van Tiggele. Het gaat over verzekeringsfraude als onwenselijk menselijk gedrag en hoe lastig dat is om uit te bannen. Ze is voorstander van een stevige aanpak. Maar ik begrijp de lastigheid voor verzekeraars. Haar uitspraak dat er kennelijk meer Ray-Ban-zonnebrillen geclaimd worden dan er verkocht worden, doet je wel opschrikken. Het Verbond denkt dat er jaarlijks voor bijna een miljard euro in Nederland aan verzekeringsfraude plaatsvindt. Feit is dat de afhandeling van schade een heel belangrijke exponent is van klanttevredenheid. Als dat goed en soepel verloopt, is de klant blij en tevreden. Als het een terechte claim is lijkt me daar niets mis mee, maar het wordt wel heel zuur als je als verzekeraar te grazen wordt genomen. In feite betalen we daar met z’n allen ook aan mee door hogere premies. Het is hoe dan ook laveren tussen de Scylla van te optimistisch klantdenken en de Charybdis van het scherpe wantrouwen. Beiden zijn funest en kosten geld, maar vind maar eens de juiste mix. In sommige landen proberen verzekeraars daar wat aan te doen door consumenten te belonen als ze tips geven van verzekeringsfraude. Zit de buurman tijdens de buurtbarbecue op te scheppen dat hij zijn dure digitale camera ten onrechte geclaimd heeft bij de verzekering? Aangeven die man! En als de tip in goede aarde valt, dan kun je als tipgever nog een aardig bedrag krijgen. Moet je alleen wel zorgen dat de buurman niet weet dat jij hem hebt verlinkt. Kortom: het is een moeras. Je kunt er alleen bij stevige claims echt diep induiken. Van Tiggele geeft in het interview een voorbeeld van fraude waarbij de kosten van de opsporing alleen al € 35.000 bedroegen. Het is erg lastig om onwenselijk gedrag uit te bannen, want het is toch de gelegenheid die de dief maakt. Fraude is makkelijk en de pakkans is laag. De maatschappij lijkt het ook te accepteren. De buurman krijgt een schouderklopje. Je zou ook denken dat het intermediair dat dichter op de markt zit – ze kennen de potentiële fraudeur – hier een belangrijke rol speelt. Ik zie meteen een gesponsord programma bij RTL van het Verbond voor me. Zoiets als Wegmisbruikers, maar dan met als thema ‘Vette Verzekeringsfraude’. Een team spoort valse claims op en confronteert de oplichters met de uitkomsten. Dat zal ze leren. Fout gedrag wordt bestraft. Het Verbond laat desgevraagd weten dat het aantal fraudespecialisten bij verzekeraars de laatste vijf jaar is gestegen van tweehonderd naar vierhonderd mensen. Hoe zei de Amerikaanse president Thedore Roosevelt dat ook al weer? ‘Speak softly and carry a big stick.’ Theo van Vugt
[email protected], @theovanvugt
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
3
ZO
BREED DAT U ER NIET OMHEEN KUNT Financiële professionals bereiken? Dan kunt u niet om het brede aanbod van AMmedia heen! Ontdek de kracht van AM op
www.amweb.nl/ammedia
• Online adverteren op AMweb • Per e-mail onder de aandacht met AMsignalen of AMnieuws • Offline adverteren in AM en AMplus • Publiciteit op onze events, zoals de Verzekeringsbranchedag • Custom media voor uw eigen uitgaven • Content op maat in samenwerking met AM
8
Hoofdredactioneel
3
Uitgelicht
6
Interview
8
t Mop van Tiggele, hoogleraar Verzekeringsrecht: ‘Verzekeraars kunnen meer doen om fraude te bestrijden’
De Reportage 12
12
t De politiek blijft vertrouwen op de vinger in de dijk
Auto
18
t Verzekeraars zetten keihard in op schadesturing
Schade
25
t Alle hens aan dek bij Cunningham Lindsey
Schade
29
t ‘Schademarkt is hyperdynamisch’
ICT 18
33
t Cyberrisico’s: meer dan ICT
25
33
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
5
Sonja Stalfoort, adjunct directeur Marketing & Communicatie ARAG Wat deed je afgelopen maand? De lancering van de nieuwe ARAG website, compleet met een heel nieuw productportfolio. Hiermee hebben we juridische dienstverlening nog transparanter en toegankelijker gemaakt. En om dat onder de aandacht te brengen hebben we een nieuwe televisiecommercial op de buis gebracht. Juist om ook te laten zien hoe makkelijk het inschakelen van juridische hulp kan zijn. Een drukke maand dus.
Wat ging er mis? Of wat kon beter?
Wie ben je en wat doe je? Mijn naam is Sonja Stalfoort. Ik ben adjunct directeur Marketing & Communicatie bij rechtsbijstandverzekeraar ARAG in Leusden. Ik ben getrouwd en moeder van twee jongens, met een passie voor klantgericht innoveren.
Er ging niet zozeer iets mis, maar als verantwoordelijke voor marketing wil ik altijd sneller dan de techniek het toelaat.
Is jou gelukt wat je je had voorgenomen afgelopen maand? Ja, samen met een fantastisch team. De ambitie stopt hier echter niet, maar ik geloof wel in het vieren van
Uitgesproken Statisticus Michel Bel van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek meldt in ‘Verzekerd’, het magazine van het Verbond van Verzekeraars, dat inboedelverzekeraars bij de lancering van nieuwe smartphones duidelijke piekmomenten signaleren in het aantal ontvangen claims.
‘Wie de nieuwste versie wil, zou kunnen denken: ik meld een defect, verlies of beschadiging, in de hoop zo de financiering van de nieuwste smartphone of iPad te regelen.’ 6
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
mijlpalen. En dat hebben we ook echt gedaan.
Wat was jouw nieuws van de maand? Tijdens de opening van het nieuwe voetbalseizoen, wedstrijd om de Johan Cruijff Schaal, hebben alle KNVB amateurscheidsrechters van Nederland van ARAG en de KNVB een officieel scheidsrechtersshirt gekregen. Kleding draagt bij aan meer respect voor de scheidsrechter en daar leveren wij als sponsor graag een bijdrage aan. Het was geweldig om vele duizenden scheidsrechters in het geel gekleed in het stadion te zien.
Wat wil je kwijt aan andere mensen in dit werkveld? Reken af met complexiteit en ga intern en extern weer met elkaar communiceren over het aantal mensen dat je goed geholpen hebt in plaats van communiceren over polissen en omzetten.
Oud papier... De duim Opmerkelijke schadegevallen zijn van alle tijden. Deze casus uit 1923 betreft een duim met een wel heel (kostbare en) bijzondere functie. Een dame claimt haar afgezette duim op de ongevallenpolis. Een inspecteur neemt de claim bij de dame in kwestie op en wijst het geclaimde direct toe. Over de hoogte van het schadebedrag ontstond echter een discussie. De dame vond dat haar duim een dermate belangrijke functie bekleedde dat het gemis ervan vergelijkbaar was met dat van een pianist of violist. Zij claimde recht te hebben op het voor deze gevallen hogere verzekerd bedrag op de polis, zo is te lezen in Het Verzekeringsblad van 1 september 1923. Op de vraag van de inspecteur welke bijzondere functie de duim dan had, antwoordde de dame dat zij haar man onder de duim had en niet wist hoe zij dit voortaan moest doen.
U ITGE LICHT
55
Schade, niemand wordt er vrolijk van. Of het nu schade betreft aan de auto, inboedel of reisspullen, bijna al het geldrisico door schade valt in Nederland te verzekeren.
De Nederlander, voornamelijk een zekerheidszoeker, maakt er gretig gebruik van. Gemiddeld sluit hij 3,5 schadeverzekeringen af. Nederlandse gezinnen sluiten veruit de meeste schadeverzekeringen af. De Nederlander als zekerheidszoeker is misschien niet nieuw, de bereidheid om in beginsel meer te betalen voor die extra zekerheid wel. Bijna zes op de tien Nederlanders (59%) geven aan het belangrijk te vinden om de risico’s die ze lopen, uitgebreid te verzekeren. Betalen willen ze er ook voor. Meer dan de helft (55%) vindt uitgebreide dekking belangrijker dan een lage premie. Let de zuinige Hollander dan helemaal niet op de kosten? Ja, maar pas in een later stadium. Negen op de tien Nederlanders verwachten, als ze langer klant zijn zonder noemenswaardige schade, een korting op de premie. Voor de autoverzekering al gebruikelijk, maar voor andere schadeverzekeringen?
Bobbie van Beest is senior project manager branding bij marktonderzoekbureau Blauw Research
Micro insurance Coördinerend redacteur Lia van Engelen van deze schadespecial schreef onder meer over de (on)verzekerbaarheid van overstromingsrisico’s (pagina 12). “Ik zou het erg leuk vinden als je ook iets over micro insurance zou willen schrijven. Wij zijn hier zo verwend met al die zekerheden...” Met die woorden doet Hans van Ommen, ervaringsdeskundige op het vlak van catastrofedekkingen, mij uitgeleide als ik na het interview over de (on)verzekerbaarheid van overstromingsrisico’s zijn kantoor uit stap. “Het is erg belangrijk dat zulke zekerheden ook binnen bereik komen van mensen die niet eens weten wat ‘zekerheden’ zijn”, maakt hij – op de valreep – nog wat reclame voor een van zijn stokpaardjes. Nu hadden we als redactie op dat mo-
ment de onderwerpen voor deze Schadespecial al dichtgetimmerd en de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we daarbij niet aan een artikel over micro insurance hebben gedacht. Toch heeft Van Ommen wel gelijk, dacht ik onderweg naar Alphen. “Een gemiste kans.” Terug op de redactie ga ik eens kijken wat het Verbond van Verzekeraars aan micro insurance doet. In hun Beleidsplan 2013 vind ik slechts één relevante alinea; die gaat over micropensioenen en een project in India. Even googelen op micro insurance en wat verzekeraarsnamen levert al meer op. Achmea, bijvoorbeeld, heeft projecten in India, Cambodja, Indonesië, Burundi en Senegal. Daarbij gaat het niet alleen om pensioenen, maar ook om zorg-, oogst- en schadeverzekeringen, die mensen in deze landen wat meer bestaanszekerheden kunnen bieden. Ik spreek met mezelf af hier voor de volgende Schadespecial wat dieper in te duiken…
@ACRGOES 12 september / Verzekeraars werken aan imago: straffen ipv belonen goed gedrag: hoger eigen risico’s/minder uitkering verkeerde hersteller #klantcentraal? 9 september / 18 graden op de teller. Brrr. Tijd om de scheve schaatsen uit het vet te halen 7 september / @frankhoffmans Eindelijk een mondige klant die zijn adviseur eens knipt en scheert 6 september / Iedereen zoekt de Heilige graal in het dossier “distributie van verzekering”, maar niemand ziet hem liggen voor de eigen voeten #oogkleppen 6 september / @deboerleo De vrees is terecht, maar de concurrentiepositie? Is het niet de vrees voor de daling van het rendement op eigen vermogen? 5 september / Voel me net KPN: vandaag twee indiv. relaties geholpen met vraagstuk Volmachtbeloning. Gemiddelde temperatuur bepalend voor de opslag :-) 3 september / Leren van andermans fouten is de beste manier :-) RT @deboerleo: Workshop gegeven bij leden mkb nl over reputatiemanagement
Arthur Goes, oprichter van KoKo Kroup, dat innovatie & innovatiemanagement binnen de sector financiële dienstverlening verzorgd, Amsterdam
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
7
MOP VAN TIGGELE-VAN DER VELDE Prof. mr. Mop van Tiggele-van der Velde (1967) is sinds 2008 hoogleraar Verzekeringsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen en sinds 2012 bijzonder hoogleraar op de leerstoel Verzekeringsrecht aan de Erasmus School of Law. Zij heeft ook het Verzekeringsinstituut onder haar hoede. Haar aandachtsgebied is het (schade)verzekeringsrecht in brede zin. Van Tiggele is getrouwd en woont met man en drie zonen in Rotterdam.
8
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
I NTE RVIEW
‘Verzekeraars kunnen echt zelf meer doen om fraude te bestrijden’ Als verzekeraars en juristen het hebben over bestrijding van verzekeringsfraude, dan gaat het veelal over sancties en kijken ze zelden over de schutting bij wetenschappen als psychologie en criminologie. Een gemiste kans volgens hoogleraar Verzekeringsrecht professor Mop van Tiggele: “Van de criminologie kunnen we bijvoorbeeld leren dat gelegenheid de dief maakt. Verzekeraars moeten er dus voor zorgen dat in de polisvoorwaarden zo weinig mogelijk ‘verleiding’ zit en dat de pakkans voor fraudeurs wordt vergroot. Doen ze dat niet, dan moeten ze accepteren dat misbruik een ‘fact of life’ is en er niet over zeuren…” Door: Lia van Engelen
Z
oekend naar de balans tussen wenselijk gedrag bij zowel verzekerden als verzekeraars, schroomt Van Tiggele niet om beide partijen regelmatig een spiegel voor te houden. “Als het gaat om verzekeringsfraude sanctioneren wij in Nederland heel zwaar”, valt ze maar meteen met de deur in huis. Dat heeft mede te maken met de hoge kosten die verzekeraars maken om fraude te kunnen aantonen en die soms oplopen tot enkele tienduizenden euro’s. Ter illustratie geeft ze een voorbeeld van een vermoeden van fraude met een arbeidsongeschiktheidspolis: “De verzekeraar stuurt binnen een termijn van zeven maanden een onderzoeker in totaal tien dagen achter een benadeelde aan om haar te observeren. Ze zegt bijvoorbeeld dat ze huishoudelijke hulp nodig heeft, niet zelf voor haar gehandicapte zoon kan zorgen en niet kan autorijden. Maar dan blijkt tijdens de observaties dat ze wel zelf kratten sjouwt van de C1000, dat ze kraampjes huurt met Koninginnedag, dat ze de hond uitlaat en dat ze zelf autorijdt. Dus alles wat ze zegt, is niet waar. De kosten die de verzekeraar heeft gemaakt om dat aan te kunnen tonen, bedragen al gauw zo’n € 35.000. Er zijn uitspraken waarin de rechter beslist dat de fraudeur die € 35.000 maar moet betalen. Immers, als hij de verzekeraar niet in de maling had genomen, had hij die kosten niet hoeven maken. Wat mij betreft is dat volkomen terecht.”
Interessanter dan de zware sancties, volgens Van Tiggele, is de vraag waarom iemand fraudeert. Daar kun je met enige fantasie gewoon een kosten/batenanalyse op loslaten. “Met name bij verzekeringsfraude is het helder. De baten zijn hoog en de ‘kosten’ zijn nul. Want voor verzekeringsfraude hoef je geen kosten te maken; er zijn immers geen dure en ingewikkelde systemen en apparaten voor nodig. Je hebt een schadeformulier voor je neus en je schrijft op dat je die dure zonnebril wél kwijt bent, terwijl dat niet zo is. Het is heel gemakkelijk en het kost je niets. Ook niet in emotionele zin, aangezien mensen er meestal niet over inzitten als ze een verzekeringsmaatschappij oplichten. ‘Het is een grote financiële organisatie, ik betaal al jarenlang premie en als ik ze nodig heb, zijn ze er toch niet’, is de gedachte. Dus verzekeringsfraude is bijna een verhaal om over op te scheppen tijdens een verjaardagsborrel, als het je is gelukt. Er zijn nauwelijks remmen op. Het verhaal gaat zelfs dat er jaarlijks meer Ray-Ban zonnebrillen als gestolen worden opgegeven dan er worden verkocht…”
Pakkans Wat ook al niet helpt is het feit dat de pakkans voor verzekeringsfraudeurs zo klein is, dat cijfers hierover niet worden gepubliceerd. Van Tiggele: “Onderzoeken in de vakgebieden criminoloAMplus nummer 10 - 27 september 2013
9
PROTOCOL VERZEKERAARS & CRIMINALITEIT “De pakkans is in alle branches uiterst klein, wat de geloofwaardigheid en het imago van de bedrijfstak op het terrein van fraudebeheersing niet ten goede komt”, erkent het Verbond van Verzekeraars in de jongste versie van het Protocol Verzekeraars & Criminaliteit, dat iedere vijf jaar wordt geactualiseerd. Dit protocol geldt voor alle schade-, levens- of zorgverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars en spaarkasbedrijven, die lid zijn van het Verbond van Verzekeraars en/of Zorgverzekeraars Nederland. In het hoofdstuk ‘Versterking fraude- en criminaliteitspreventie en afschrikking’ van dit protocol is ook een paragraafje opgenomen over (de formulering van) polisvoorwaarden. Daarin staat: “Formuleer polisvoorwaarden en productinformatie helder, eenvoudig en professioneel. Zo weten klanten waar ze aan toe zijn (zekerheid en vertrouwen), wordt discussie over de interpretatie voorkomen en wordt de kans op misbruik van het product kleiner. Geef in polisvoorwaarden expliciet aan dat het plegen van verzekeringsfraude strafbaar is en wat de gevolgen kunnen zijn, waaronder in ieder geval dat bij gebleken fraude de (onderzoeks)kosten zullen worden verhaald op degene die de frauduleuze claim heeft ingediend.” Ten aanzien van de fraudegevoeligheid van polissen beveelt het protocol aan de “speciale afdeling of de Coördinator Fraudebeheersing in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken bij de ontwikkeling of aanpassing van producten. Toets bestaande producten regelmatig aan de hand van misbruikervaringen op fraudegevoeligheid en pas deze zo nodig aan en maak desgewenst gebruik van hierbij door het Verbond van Verzekeraars en Zorgverzekeraars Nederland te bieden ondersteuning. Beide brancheorganisaties attenderen in voorkomende gevallen op fraudegevoeligheid van verzekeringsproducten en/of wet- en regelgeving die van toepassing is op verzekeringen.”
gie en psychologie laten zien dat mensen die kwaad in de zin hebben zich niet zozeer laten tegenhouden door de hoogte van de mogelijke straf, maar vooral door de kans dat ze gepakt worden. En uiteraard hun eigen perceptie van
de grootte van die pakkans. ‘Ik ben te slim, mij pakken ze niet’, dat is hun eigen werkelijkheid. Die pakkans is veel wezenlijker als mogelijke rem dan de strafgrootte.”
kan fout gaan’. Er is echter geen haar op mijn hoofd die eraan denkt mijn verzekeraar te bellen áls het inderdaad door een stommiteit fout gaat. Raar misschien voor een professor in het verzekeringsrecht, maar ik denk nooit aan mijn polis. Ik denk alleen: wat een sukkel, dat kost me weer geld! Daarom ben ik oplettend. Sommige mensen worden echter wat minder alert als ze weten dat ze verzekeringsdekking hebben. In de rechtseconomie noem je dat een moreel risico: mensen veranderen – wetende dat zij verzekerd zijn – hun gedrag. Als je dan een stapje verder gaat, zouden ze ook kunnen denken: ‘Hé, die pc is al twee jaar oud, het besturingssysteem wordt al een beetje traag, als ik nou eens wat minder oplettend ben…’ Dan kun je dus gewoon de boel bedotten door er ‘per ongeluk’ iets overheen te laten vallen en dat is dan echt gedekt. Dat noem ik dus ‘vertrouwenspolissen’ met ‘cadeauclausules’; die lokken gelegenheidsfraude gewoon uit.”
Verleiding
Zeuren
Van Tiggele stelt dat als je als verzekeraar weinig aan de pakkans kunt doen, je in ieder geval moet zorgen dat de ‘baten’ voor de fraudeur naar beneden gaan. “Je zult je polisvoorwaarden steeds op ‘verleiding’ moeten screenen. Het ‘glasheldere’ Interpolis, bijvoorbeeld, heeft een clausule waarin staat dat ‘de inboedel’ is gedekt. Dat betekent dus alles in huis, bijvoorbeeld ook de laptop. Als ik nu even naar mijn eigen gezinssituatie kijk: ik ben zo’n moeder die ’s morgens aan de keukentafel waarschuwt ‘jongens, kijk uit met die laptop en je kop thee ernaast, want dat
De verleiding om te frauderen ligt dus voor een groot deel in de polisvoorwaarden en verzekeraars zouden er daarom volgens de professor voor moeten zorgen dat in wat ze aanbieden zo weinig mogelijk ‘verleiding’ zit: “Ik denk dat we daar met elkaar een nieuw evenwicht in moeten zoeken. Maar een verzekeraar zal misschien zeggen: ‘Waar bemoei je je mee? Ik verdien hier mijn geld mee’. Ze brengen die polissen niet voor niets op de markt. Kennelijk is het lonend. Maar waarom zeuren ze dan zo over fraude?! Wees dan realistisch en zeg: we doen het gewoon zo,
‘Het verhaal gaat dat er meer Ray-Ban-zonnebrillen als gestolen worden opgegeven dan er worden verkocht’
10
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
we hebben polissen met ‘cadeauclausules’, we nemen voor lief dat mensen soms niet eerlijk zijn. Accepteer dan ook dat fraude of misbruik een ‘fact of life’ is. Het Verbond komt echter bij tijd en wijle met nog strengere maatregelen om fraude te bestrijden. Maar ze vergeten dat verzekeraars het voor een groot deel zelf in de hand hebben.”
Steekproeven Van Tiggele vindt nadrukkelijk niet dat verzekeraars niets moeten doen om het fraudeprobleem te verkleinen. “Je mag van mij als verzekeraar best een mooie afdeling optuigen om je fraudevermoedens uit te pluizen, zoals Allianz dat bijvoorbeeld doet. Daar hebben ze het over ‘grijze’ claims. Die gaan naar de fraudeafdeling om te kijken of ze die ‘wit’ of ‘zwart’ kunnen krijgen. Je kunt ook kiezen voor steekproeven: iedere honderdste claim ten volle uitexerceren. Dat moet je dan wel in je polissen zetten en nogmaals bij de schadeaangifte duidelijk maken: ‘Wees u zich ervan bewust, u kunt de honderdste zijn en dan gaan we de claim, ongeacht de expertisegrens en ongeacht een mogelijke verdenking, volledig na.” In het verzekeringsrecht bestaan blijkbaar nog veel witte vlekken op de kaart als het gaat om fraudebestrijding, concludeert Van Tiggele. “Er is heel veel niet uitgezocht en we weten niet hoe de pakkans werkt. We weten wel dat als je Leo de Boer veel op tv ziet, met een fraudeprotocol, een fraudedriehoek en een fraudegrens, dat er dan weer even wordt opgelet. Dat zie je ook bij snelheidsovertredingen: als je op een paar punten langs de weg een politieagent neerzet, dan wordt er, volgens de onderzoeken, minder hard gereden. Dus verzekeraars kunnen echt ook zelf meer doen om fraude te bestrijden. Je kunt je echter afvragen of de premies niet al lang mede gebaseerd zijn op de wetenschap dat een deel van de verzekerden de boel bedot.”
Salonfähig Wie de moeite neemt om eens over de landsgrenzen heen te kijken, ziet dat men in andere landen soms creatieve pogingen doet om verzekeringsfraude te bestrijden door het minder salonfähig te maken. In Ierland, bijvoorbeeld. Daar (ont)sieren deze zomer grote billboards van de verzekeringsindustrie de stadsbussen en het straatbeeld. Hierop prijkt de tronie van een enge man met een vriendelijk masker en de waarschuwende tekst: ‘Insurance fraud, you’re the one he’s cheating!’ Volgens Van Tiggele zijn rechters wel gevoelig voor het niet sociale element van fraude: “Rechters blijken vaker bereid tot zwaar sanctioneren
HUDIG-LANGEVELDTPRIJS Vorig jaar ontving Van Tiggele de Hudig-Langeveldtprijs, omdat zij als wetenschapper de bestaande (privaatrechtelijke) regelingen en gebruiken heeft ‘vertaald’ en voor de praktijk meer inzichtelijk heeft gemaakt. “Dit doet zij met inachtneming van het eigen karakter van de verzekeringsovereenkomst”, aldus de jury. “Illustratief daarvoor is onder meer het boek ‘Verzekering ter beurze. Coassurantie in theorie en praktijk’ dat onlangs op haar initiatief en mede onder haar redactie tot stand is gekomen.”
van verzekeringsfraude, omdat je weet dat je met elkaar een sociale eenheid vormt. Ik vind de Ierse insteek wel een grappige, die we hier inderdaad helemaal niet kennen. Als er al een geluid te horen is, dan komt er vanuit het Verbond een waarschuwing: we gaan nu ferm optreden. Maar zoals ik al aangaf: ferm optreden in de zin van strenger straffen blijkt minder effectief, omdat strafgrootte minder eng is dan pakkans.” Fotografie: Fotobureau Roel Dijkstra
Aan de slag met zorg Zorgverzekeringen zorgen voor extra inkomsten, klantenbinding en vereisen weinig beheer. Nedasco maakt het u makkelijk: Online vergelijken en aanvragen Tot 10% premiekorting Compleet verzorgde eindklantcampagne Gratis vergelijkingsmodule voor op uw website Uw klant regelt alles online in de klantmap
Zo werkt Nedasco. www.nedasco.nl Serviceprovider in schade, zorg en inkomen.
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
11
D E R E P O RTA G E
Politiek blijft vertrouwen Iedereen kent wel het typische Nederlandse verhaal van Hansje Brinker, die door zijn vinger in een gaatje in de dijk te stoppen ons land behoedde voor een overstroming. Zoals altijd liggen de zaken in de praktijk echter een stuk ingewikkelder. Want probeer maar eens uit te leggen hoe het mogelijk is dat in een land dat – als geen ander – tot de tanden toe bewapend is tegen het omringende water, politici en verzekeraars er maar niet in slagen om een betaalbare overstromingsverzekering bij elkaar te polderen… Door: Lia van Engelen
V
olgens het Verbond van Verzekeraars ligt de bal momenteel weer bij de politiek. Het jongste voorstel van het Verbond, een collectieve overstromingsdekking per 2014 op de reguliere brandverzekeringen voor een paar euro per maand per polishouder, is gestrand. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) komt medio juni droogjes tot de conclusie dat het plan niet in overeenstemming is met de Mededingingsregels: “Consumenten en ondernemers moeten de keuze behouden of zij bij het afsluiten van een brandverzekering ook een verzekering tegen overstromingsrisico’s willen afsluiten”, aldus de ACM in een ‘informele zienswijze’. “Door een verplichte
12
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
verzekering wordt de keuzevrijheid van consumenten en bedrijven beperkt en worden zij ongevraagd met een lastenverzwaring geconfronteerd, terwijl de voorgestelde verzekeringsconstructie niet in een behoefte voorziet”, concludeert ACM-bestuursvoorzitter Chris Fonteijn. “Het geeft geen pas om consumenten gedwongen te laten betalen voor een overstromingsverzekering terwijl hun huis in een gebied staat waar geen overstromingsrisico bestaat”, smoort Fonteijn elke solidariteitsgedachte in de kiem. “Daarnaast is niet gebleken dat de overheid de voorgestelde verzekeringsconstructie zou wensen. Na raadpleging van de betrokken ministe-
op de vinger in de dijk ries blijkt dat er geen steun is voor deze verzekeringsconstructie.” Ook is er volgens de ACM geen maatschappelijke behoefte aan een verplichte overstromingsdekking. “Voor consumenten en bedrijven die wel risico dragen en die zich daartegen willen verzekeren, bestaan al oplossingen”, wordt het voorstel afgeserveerd, o.a. doelend op de catastrofeverzekering die Neerlandse sinds september 2012 via Lloyd’s aanbiedt in samenwerking met Vereniging Eigen Huis. Het Verbond reageert nog dezelfde dag teleurgesteld op de zienswijze van de ACM en rept van een gemiste kans. “Dat een dekking geen overbodige luxe is, maken de recente overstromingen in Duitsland, Tsjechië en enkele Oost-Europese landen wel duidelijk. In een aantal Europese landen (waaronder Frankrijk en België) bestaat al een verplichte verzekeringsdekking tegen catastrofes. In Duitsland kunnen inwoners zich vrijwillig verzekeren. Veel Duitsers die recent zijn getroffen door het hoge water, draaien zelf voor de schade op. Zij hebben de verzekering niet afgesloten vanwege de hoge kosten. Juist om die reden maken wij ons al ruim tien jaar sterk voor een betaalbare basisdekking in Nederland, gebaseerd op solidariteit en het gegeven dat landen met een dergelijke verzekering na een calamiteit sneller herstellen”, aldus het Verbond. Ook zou
uit onderzoek blijken dat onder Nederlanders wel degelijk draagvlak is voor een collectieve dekking. “Een collectieve regeling is nodig om de onvermijdelijke antiselectie te doorbreken en de
‘Als Limburg overstroomt, betalen de Groningers ook de rekening’ kosten voor de verzekeringsconstructie acceptabel te houden. Solidariteit speelt hierbij een grote rol, maar voor inwoners van hoger gelegen gebieden is een collectieve regeling ook economisch voordelig. Immers, een catastrofe leidt tot hoge maatschappelijke kosten die iedereen raken. Als Limburg overstroomt, betalen ook Groningers de rekening”, aldus Verbondsvoorzitter Richard Weurding. Door de zienswijze van de ACM blijft Nederland voorlopig verstoken van een betaalbare overstromingsverzekering met een goede dekking, meent het Verbond: “Bij een volgende overstroming – die vroeg of laat komt – staan gedupeerden opnieuw in de kou. Zij moeten maar afwachten of ze dan
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
13
nog een beroep kunnen doen op de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). En ze vragen zich dan terecht af waarom er niets is geregeld.”
Mordicus tegen Nu een collectief branche-initiatief niet mogelijk blijkt, vindt het Verbond dat de politiek aan zet is om de impasse die is ontstaan te doorbreken. De verzekeraars worden op hun wenken bediend, want een dag na het ACM-vonnis (toeval?) vergadert de vaste Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu over Waterveiligheid. Wat blijkt? Slechts de VVD en het CDA gaan op de actualiteit in. Overigens niet op een manier die het Verbond graag zou zien, getuige het verslag: “VVD is mordicus tegen een verplichte verzekering tegen overstromingen”, laat VVD’er André Bosman aan duidelijkheid niets te wensen over: “Het staat iedere verzekeringsmaatschappij vrij een verzekering aan te bieden en het staat iedereen vrij om een dergelijke polis af te sluiten. Een dergelijk product mag echter niet verplicht worden opgelegd aan mensen die dat zelfstandig kunnen regelen. Daarnaast wil een verzekeringsmaatschappij winst maken. Als mensen dan toch geld willen investeren in hun veiligheid, geef ik er de voorkeur aan dat het naar de waterschappen of het Rijk gaat die daarvan een dijk kunnen bouwen.” Ook Jaco Geurts (CDA) heeft de informele zienswijze van de ACM gelezen: “Deze wekt de indruk dat de compensatie voor overstromingsschade in het kader van de Wet tegemoetkoming schade
bij rampen en zware ongevallen (Wts) niet langer of slechts gedeeltelijk mogelijk is. (…) Heeft de Wts nog wel betrekking op toekomstige schade als gevolg van overstromingen?”, wil hij van de minister weten.
Zelf nadenken Minister Melanie Schultz-van Haegen (VVD) zegt tijdens de vergadering als liberaal ook geen voorstander te zijn van verplicht verzekeren, “maar ik denk wel dat het goed is als er een soort verzekering komt. Dat zie je ook in andere landen en bijvoorbeeld in New York. Daar moet een projectontwikkelaar ook nadenken over hoe hij bouwt. Er worden ook eisen gesteld met het oog op de verzekerbaarheid van zo’n pand. In Lower Manhattan zag je dat er allerlei panden onder water liepen. Dat betekent dat je in de toekomst meer moet nadenken over wat je precies gaat doen. Dat is nog een ander soort verzekerbaarheid dan de individuele verzekering. Verzekeraars zeggen ook dat je een brandverzekering moet hebben, want anders heb je geen recht op een algemene vergoeding als er een keer wat gebeurt. Ik geloof dat mijn schoorsteen een keer per jaar moet worden geveegd, wil ik recht hebben op een tegemoetkoming. Het lijkt mij ook een goede ontwikkeling dat verzekeraars zelf nadenken over de producten die zij aanbieden, maar ik vind niet dat het Rijk dat verplicht moet stellen.” De bewindsvrouw zegt aan het eind van de vergadering toe om samen met de minister van Veiligheid en Justitie, verantwoordelijk voor de Wts, “de Kamer binnen
RELATIE WTS MET DE VERZEKERBAARHEID VAN OVERSTROMINGSRISICO’S Als er onverzekerbare rampen voorkomen, dan kan de overheid de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen (Wts) in werking laten treden. Daar is iedere keer opnieuw een Koninklijk Besluit voor nodig. Het doel van de Wts is regels te stellen voor een tegemoetkoming van het Rijk aan gedupeerden van rampen. De Wts valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie. Er zijn drie toepassingen bij overstromingsrisico’s: 1. Overstroming door zoet water; 2. Delen van de Maas in Limburg voor zover de Maaswerken niet volledig ten uitvoer zijn gelegd; 3. Bij Koninklijk Besluit in geval van een ramp die van ten minste vergelijkbare orde is als een overstroming door zoet water of een aardbeving. Voor de toepassingen onder 1 en 3 moet er sprake zijn van een ramp. Een ‘ramp’ wordt gedefinieerd als een gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Voor de tweede toepassing is dat niet nodig. De Wts kan in werking treden bij hoogwaterstanden veroorzaakt door een rivierafvoer met een gemiddelde kans van voorkomen van minder dan 1/10 per jaar, zolang de Maaswerken in Limburg nog niet voltooid zijn. Daarna ligt de lat voor de Wts langs de onbedijkte Maas in Limburg op 1/50 per jaar. Onder de derde toepassing kan ook een overstroming door zout water worden verstaan. Bij al deze toepassingen geldt als waarborg dat een gedupeerde geen recht heeft op een tegemoetkoming in de schade of de kosten, als de schade of de kosten redelijkerwijs verzekerbaar waren.
14
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
HET GEMAK VAN EEN MODERN PENSIOEN
Uw klant zoekt een nieuwe pensioenuitvoerder? BeFrank biedt een modern en betaalbaar pensioen met slimme tools voor zowel werkgever als werknemer. Uw klant krijgt onder meer: - een snelle implementatie van de pensioenregeling; - online dienstverlening, zowel Nederlands als Engels; - per werknemer een pensioenportaal met realtime beleggingsinformatie; - heldere communicatie en online ondersteuning voor werknemers; - een innovatieve pensioenplanner en de App ‘Mijn pensioen’. BeFrank bundelt de online kracht van BinckBank met de pensioenkennis van Delta Lloyd. Ontdek BeFrank en kijk op BeFrank.nl of download de App ‘Mijn Pensioen’.
een maand te informeren over hoe het precies zit met dat advies van ACM en de Wts.”
‘Niet redelijkerwijs verzekerbaar’ Ze doet haar belofte gestand en op 8 juli ligt er een brief bij de Kamer met het ‘verlossende’ woord: “Voor particulieren is er op dit moment één vrijwillige verzekering beschikbaar voor overstromingsrisico’s. De premies hiervan verschillen per regio. De verzekering vergoedt tot € 75.000 en het aantal verzekerden per regio is gemaximeerd om voldoende dekking te genereren. Daarom zijn overstromingsrisico’s momenteel niet redelijkerwijs verzekerbaar voor ieder-
KENMERKEN OVERSTROMINGSVERZEKERING Kenmerken van de door het Verbond van Verzekeraars voorgestelde verzekering: t Dekking voor particuliere verzekeringen: opstal tot € 250.000, inboedel tot € 25.000, met een eigen risico van € 500. t Dekking voor zakelijke verzekeringen: opstal tot € 500.000 en inventaris tot € 250.000, met een eigen risico van € 5.000. t Totale dekking is gemaximeerd tot € 5 mld per jaar, dat wil zeggen als de totale schade in enig jaar in Nederland boven de € 5 mld uitkomt, er naar rato wordt uitgekeerd aan gedupeerden. t Niet gedekt worden: risico’s in uiterwaarden, niet-materiële schade (bedrijfsschade), kosten voor evacuatie, kosten van bodemsanering, gevolgen van doorsteken van dijken. t In verband met de basisdekking voor het overstromingsrisico wordt er een Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Overstromingsschaden N.V. (NHO) opgericht die functioneert als herverzekeraar voor de dekking. t Alle brandverzekeraars die lid zijn van het Verbond, en verplicht worden de basisdekking te koppelen aan de brandverzekering, worden ook verplicht deel te nemen en af te dragen aan deze NHO. Niet-leden kunnen zich vrijwillig aansluiten. t Naar verwachting zullen de kosten voor herverzekering 5 tot 10% van de bestaande premie voor de brandverzekeringen bedragen.
16
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
een. Een gedupeerde heeft geen recht op een tegemoetkoming in de schade of de kosten, voor zover de schade of kosten redelijkerwijs verzekerbaar zijn. Aangezien overstromingsrisico’s op dit moment niet redelijkerwijs verzekerbaar zijn, kan een gedupeerde onder voorwaarden een tegemoetkoming in de schade of kosten ontvangen vanwege de Wts. Indien overstromingsrisico’s op enig moment wel redelijkerwijs verzekerbaar zijn of worden, dan kan een gedupeerde geen tegemoetkoming in de schade of kosten ontvangen vanwege de Wts”, aldus de minister, die hiermee de bal dus weer fijntjes teruglegt bij de individuele verzekeraars en intussen verzuimt aan te geven hoeveel partijen er een polis tegen welke prijs moeten aanbieden, wil er sprake zijn van een situatie dat ‘overstromingsrisico’s redelijkerwijs verzekerbaar zijn voor iedereen’.
Lege dop “Dit is – zoals altijd – typisch een ambtelijke mededeling waar niemand iets mee opschiet”, is dan ook de primaire reactie van Hans van Ommen, ervaringsdeskundige op het vlak van catastrofedekkingen, op het antwoord van de minister. “In het Beleidsplan Crisisbeheersing staat dat de overheid zich terughoudend zal opstellen bij tegemoetkoming bij rampschade. Burgers en bedrijven moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen om de financiële gevolgen te kunnen dragen en de Wts zal alleen als vangnet fungeren voor onverzekerde schade. Maar de Wts gaf niet thuis toen de dijken braken in Wilnis, noch bij andere collectieve schadegebeurtenissen.” Van Ommen vindt dat er gewoonweg te veel onduidelijkheden in de Wts staan: “Het is volstrekt niet helder of en wanneer iets een ramp is die de hele regio economisch zodanig treft dat deze daar niet zelfstandig uit kan herrijzen. Dan praat je dus altijd over een zeer grote ramp.
Verder is de schadeafhandelingsperiode veel te lang. Het kan zo een jaar duren voordat is vastgesteld of een ramp wel of niet onder de Wts valt en gedupeerden kunnen meestal niet zo lang wachten. Dan nog is het zo dat alle hulpdiensten eerst hun kosten vergoed krijgen en als er dan nog iets over is, komt de burger een keer aan de beurt. Dit schept wel het gevoel van zekerheid, maar het is altijd een lege dop.” Overigens vindt ook het voorstel van het Verbond geen genade in de ogen van Van Ommen: “Het plan is een showcase zonder transparante onderbouwing. Omdat er geen sprake is van een gedifferentieerde premie, betalen Groningers premie voor schade door overstroming van de Maas of de Rijn, of de zee. Aan de andere kant krijgen Groningers geen solidariteit terug als hun huizen kraken vanwege bevingen die veroorzaakt worden, omdat Limburgers zo graag hun verwarming wat hoger zetten. Waarom is hier geen enkel initiatief om de zaak op een constructieve wijze op te lossen?”
Van Ommen vindt dat een adequate en betaalbare verzekeringsvorm uitsluitend van de grond kan komen als niet alleen Lloyd’s Underwriters, maar ook alle Nederlandse verzekeraars daaraan bijdragen: “Indien de dekkingen vanwege stormschade en inkomende milieuschade worden geschrapt uit alle lopende polissen voor de verzekering van ge-
‘Bij een nieuwe overstroming staan gedupeerden weer in de kou’ bouwen, inventarissen of inboedels en in een catastrofeverzekering worden meegenomen, dan zou iedereen plots wel belangstelling hebben voor een dergelijke verzekeringsvorm. En dan is meteen het probleem opgelost van de te kleine omvang van de verzekeringskas. Een speciale herverzekering kan en zal vervolgens de ruggengraat zijn en blijven.”
VERZEKERINGSMOGELIJKHEDEN VOOR PARTICULIEREN NA DE WATERSNOODRAMP Na de Watersnoodramp van 1953 was het in Nederland voor particulieren niet meer mogelijk hun woning te verzekeren tegen een overstroming. De Vereniging van Brandassuradeuren (de voorloper van het Verbond) beschouwde het overstromingsrisico als een ‘technisch onverzekerbaar risico’. In 1955 nam het Verbond een Bindend Besluit op grond waarvan het de leden werd verboden dekking te verlenen tegen het risico van overstromingen. In 1982 is assurantiemakelaar Hans van Ommen, toenmalig dga van Lugt Sobbe (later Eurolloyd) begonnen met het ontwikkelen van een catastrofeverzekering waarmee een groot aantal zgn. collectieve gevaren, waaronder overstromingen, toch konden worden verzekerd. Twaalf jaar later, in augustus 1994 werd de Catastrofe Risico Polis door Eurolloyd op de markt gebracht voor zowel particuliere als zakelijke cliënten en ondergebracht bij Lloyd’s Underwriters in Londen. Stormschade en inkomende milieuschade werden niet gedekt, aangezien deze gevaren al door alle gebouwenpolissen en de meeste milieuaansprakelijkheidsverzekeringen waren gedekt. Op basis van postcode was het mogelijk om gedifferentieerde tarieven voor alle individuele gedekte gevaren toe te passen voor ieder risicoadres. De premie werd vervolgens berekend over de volle waarde van een gebouw. De dekking was ultimo 2006 gemaximeerd op € 250.000 voor materiële schade aan gebouwen en de inhoud van het verzekerde risicoadres. Eurolloyd heeft indertijd gepoogd hier een collectieve verzekering van te maken en alle Nederlandse verzekeraars uitgenodigd om met een klein aandeel te participeren in dit verzekeringsproduct. Directeur Erik Fischer van het Verbond van Verzekeraars was enthousiast, maar heeft
geen Nederlandse verzekeraar bereid kunnen vinden om het initiatief van Eurolloyd te steunen met een klein aanvullend aandeel, omdat ze niet bereid bleken stormschade en inkomende milieuschade uit de brandverzekeringen te halen en over te hevelen naar de catastrofeverzekering. Voorafgaande aan de overname van Eurolloyd door Delta Lloyd in 2006 werd opdracht gegeven alle lopende Catastrofe Risico Polissen te royeren, omdat dit product niet paste in het productenprofiel van Delta Lloyd. Intussen werd in 1998, naar aanleiding van mededingingsregelgeving van de Europese Unie, het bindend besluit van 1955 door het Verbond ingetrokken. Hierdoor legt de wetgever Nederlandse verzekeraars nu alleen nog solvabiliteitsvoorwaarden op, mochten ze een overstromingsdekking willen gaan voeren. In september 2012 bracht Neerlandse in samenwerking met Vereniging Eigen Huis een nieuwe catastrofeverzekering op de markt, die schade dekt door een terroristische aanslag, een aardbeving of een overstroming. De maximale uitkering bedraagt € 75.000 met een eigen risico van € 1.000. De hoogte van de premie is afhankelijk van het risicoadres. Ook dit product is ondergebracht bij Lloyd’s Underwriters in Londen. Door in fases en per regio een maximum aantal mensen te verzekeren, spreidt Neerlandse het risico dat er in één gebied in één keer een beroep op hun reserve wordt gedaan. Bij voldoende inschrijvingen in de eerste ronde gaat de inschrijving voor ronde twee van start. Door de verzekering in fases aan te bieden zegt Neerlandse in twee tot vijf jaar te kunnen garanderen dat iedereen in Nederland een catastrofeverzekering kan afsluiten.
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
17
AU TO
Verzekeraars zetten keihard in op
schadesturing
18
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
Consumenten die voor de goedkoopste autopolis gaan, zijn zich vaak niet bewust van de risico’s die aan deze budgetpolissen kleven. Risico’s als het gebruik van imitatieonderdelen waardoor de fabrieksgarantie op de auto vervalt, een ‘boete’ van € 500 als de verzekerde zich bij schade niet laat sturen tot helemaal geen uitkering als de schade is gerepareerd door een niet aangesloten schadeherstelbedrijf. Door: Alex Klein
H
et zijn slechts enkele voorbeelden die op tafel komen tijdens een gesprek over de autoverzekering. Hierin schetst Ilse Schotanus-Bakker, directeur en eigenaar van A.K. Bakker-Bloem in Ridderkerk, de problematiek die zij aan de voorkant, het adviestraject, ervaart. Vincent Winkes, eigenaar Autoschade Van der Ende uit Maasdijk, belicht de achterkant (schadeherstel). Richard Scholten, partner bij OKER in Moordrecht, adviseert schadeherstelbedrijven commercieel en bedrijfsmatig. Ieder op zijn eigen terrein ervaart de gevolgen van het hardere beleid dat verzekeraars hebben ingezet om de resultaten op automotive te verbeteren. Al dan niet onder druk van De Nederlandsche Bank. Premies stijgen, voorwaarden worden aangescherpt en er wordt stevig op de kosten gedrukt. Schadesturing lijkt hierbij een belangrijke troef te zijn. Ilse Schotanus kan erover meepraten: “Verzekeraars staan hier met enige regelmaat op de stoep met de boodschap dat ik meer aan schadesturing moet gaan doen. Dan hebben ze de schades weer eens doorgelicht en opgemerkt dat hier op kantoor weinig ‘gestuurd’ wordt. Proberen ze je vervolgens te dwingen om klanten door te sturen naar schadeherstellers die ik niet ken. Daar werk ik niet aan mee. Wij staan voor een onafhankelijk advies, dus ik moet niets. Ik wil weten met wie er zaken wordt gedaan in geval van een schade. Als het herstel niet naar wens van mijn klant wordt afgehandeld, dan komt hij bij mij verhaal halen.
Maar ook de klant wil vaak zelf bepalen door wie hij een schade laat herstellen. Wie ben ik dan om daar tegenin te gaan? Ik kies voor service, transparantie, persoonlijkheid en onafhankelijkheid. In dat plaatje past geen gestuurd schadeherstel.”
Woud aan polissen en voorwaarden Een klant die bij een schade aan zijn auto niet gestuurd wil worden, zal bij het afsluiten van de autoverzekering goed moeten opletten. Want hoewel de autopolis te boek staat als een eenvoudig te sluiten product, komt de consument volgens Schotanus in geval van schade steeds vaker van een koude kermis thuis. “Het is voor de klant in veel gevallen niet duidelijk dat er een
Verwacht geen kwaliteit op een budget autopolis extra eigen risico wordt geïnd op het moment dat de schade wordt hersteld door een hersteller die niet is aangesloten bij de desbetreffende verzekeraar. Dan ontvangt hij van zijn schadehersteller ineens een rekening van enkele honderden euro’s, die de verzekeraar op de schadeuitkering in mindering heeft gebracht. Een verhoogd eigen risico omdat de verzekerde zijn schade door een niet aangesloten schadehersteller heeft laten uitvoeren.” Scholten legt een paar polisbladen op tafel waarop duidelijk geschreven staat dat het eigen risico op deze polissen ‘nihil’ of ‘0’ is. Er is in de verste verte ook geen sterretje of verwijzing te vinden waaruit zou moeten blijken dat hierop een uitzondering AMplus nummer 10 - 27 september 2013
19
geldt. Ook als we vervolgens de voorwaarden van de in volmacht gesloten polis doorbladeren, risicodrager Nationale-Nederlanden, kost het nog even wat zoekwerk om het regeltje te vinden dat duidelijk maakt dat er een eigen risico in rekening wordt gebracht op het moment dat een niet aangesloten schadehersteller met de schade aan de slag gaat.
Zoektocht naar schadehersteller Hoewel er verzekeraars zijn die bij schade wel direct het schadebedrijf doorgeven waarmee zij samenwerken, zijn er ook nog genoeg maatschappijen waarbij je het zelf mag uitzoeken. Scholten: “Vroeger stak de gestuurde schademarkt overzichtelijker in elkaar. Je had Schadegarant en Topherstel. Dat waren de twee partijen waarmee vrijwel alle verzekeraars zaken deden. Nu zie je een tendens ontstaan dat elke verzekeraar een eigen schadeservice inricht.” Dat merkt ook Schotanus. “Bij schade moet een tussenpersoon eerst controleren of en met welke keten van schadeherstellers de verzekeraar samenwerkt. Vervolgens moet hij uitzoeken wat het eigen risico is als de klant kiest voor een eigen schadeherstelbedrijf. Doordat geen polis meer hetzelfde is, kost dat de adviseur enorm veel tijd. Tijd waar geen verdiensten tegenover staan.”
Polishouders die dit pakket na 28 februari hebben afgesloten, betalen in datzelfde geval een extra eigen risico van € 500. ASR vermeldt het autoruitherstelbedrijf, waarmee de verzekeraar samenwerkt (Glasgarant), duidelijk op de hulpkaart die aan de groene kaart vastzit. Verzekerden met een ‘oude’ polis die een andere schade dan ruitschade aan hun personenauto rechtstreeks laten herstellen bij een Schadegarant-herstelbedrijf dat met ASR samenwerkt, kunnen rekenen op een verlaging van het geldende eigen risico met € 75. Verzekerden met een ‘nieuwe’ polis worden niet meer beloond als zij de schade laten herstellen door een geselecteerd herstelbedrijf. De beloning is omgezet in een ‘boete’ van € 500 in het geval de verzekerde zijn schade laat herstellen bij een niet geselecteerd schadebedrijf. Van beloning naar verplichting dus. Mensen die niet gestuurd willen worden en bij schade niet geconfronteerd willen worden met een extra eigen risico van € 500, kunnen kiezen voor de extra polisoptie ‘Vrije keuze herstel’. Het bedrag van € 500 aan extra eigen risico bij herstel door een niet aangesloten hersteller, is inmiddels een veel gebruikt ‘boetetarief’ bij autoverzekeraars.
Slechte voorwaarden ASR Voordeelpakket Dat verzekeraars harder sturen bleek bijvoorbeeld uit het vernieuwde Voordeelpakket dat ASR dit voorjaar op het schap zette. Verzekerden die voor 28 februari een Voordeelpakket hebben afgesloten, betalen bij vervanging of reparatie van een autoruit door een ASR-vreemde autoruithersteller een extra eigen risico van € 150.
In de dagelijkse adviespraktijk merkt Schotanus dat veel consumenten de mitsen en maren in de polisvoorwaarden over het hoofd zien. Ze moeten er echt op gewezen worden. “Maar ook ik moet soms wel drie of vier keer de voorwaarden van een product doornemen om alle hiaten te kunnen vinden. Uniforme polisvoorwaarden bestaan niet meer. Als adviseur ben je steeds meer
VERBOND VAN VERZEKERAARS OVER SCHADEHERSTELMARKT “Consumenten hebben – al dan niet op advies van een tussenpersoon – in een vrije markt zelf de keuze om een passende autoverzekering af sluiten. De consument maakt daarbij zelf de afweging tussen de gewenste dekking en de maximale premie die hij of zij wil betalen. Feit is dat vervolgens de voorwaarden van de verzekering bepalend zijn. Het Verbond van Verzekeraars onderstreept uiteraard dat die voorwaarden duidelijk moeten zijn.”
Gestuurde schade heeft voor verzekerden – de autobezitters in Nederland – voordelen. Door het volume aan schadeaanbod kan de verzekeraar goedkoper herstelwerk inkopen. Daarnaast heeft de verzekeraar ook betere mogelijkheden om fraude in de schadeherstelbranche te voorkomen. Het biedt verzekeraars de mogelijkheid scherp te letten op prijs, kwaliteit, garantie op de reparatie en eerlijkheid: daar profiteert iedere automobilist van.”
“Bij geselecteerd schadeherstel gaat het vrijwel altijd om herstel van schade op (beperkt) cascoverzekeringen. En in veruit de meeste gevallen heeft de consument zelf de keuze waar hij laat repareren, en of hij dat met originele of imitatieonderdelen laat doen. Wie niet kiest voor een geselecteerde schadehersteller, mist vaak servicevoordelen, zoals vervangend vervoer, haal- en brengservice of geen of slechts gedeeltelijk eigen risico.
Verbond over overcapaciteit
20
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
“Dat de schadeherstelmarkt kampt met overcapaciteit is een feit, maar dat kan niet in de schoenen van de verzekeraars worden geschoven. Tussenpersonen die zich negatief uitlaten over de veelheid aan verschillende voorwaarden van sommige producten, hebben de vrijheid producten wel of niet te adviseren. Ook dat is marktwerking”, stelt het Verbond tot slot.
100% VEILIG BESTAAT NIET.
Data Risks by Hiscox verzekert uw bedrijf tegen de gevolgen van hacking, systeeminbraak, verloren data, gegevensdiefstal en cyberaanvallen. Het is een verzekering die voortbouwt op onze jarenlange ervaring met de gevolgen van data-inbraak en hackers. Voor meer informatie kijk op www.hiscox.nl of bel: 020 5170 700.
020 5170 700 www.hiscox.nl
Hiscox Underwriting Ltd is authorised and regulated by the Financial Conduct Authority. 12224 09/13
tijd kwijt om te achterhalen hoe een product precies in elkaar steekt. Neem bijvoorbeeld hagelschade. Dat valt bij 95% van de verzekeraars onder beperkt casco, zonder terugval van de noclaim. Maar InShared bijvoorbeeld noemt het een schuldschade, omdat het niet te verhalen is. Hagelschade komt dus ten laste van de klant, inclusief het verlies aan no-claim. Hoeveel precies is in de polisvoorwaarden niet terug te vinden. Dat wordt pas inzichtelijk zodra je van verzekeraar wijzigt. Wat er wel in staat: ‘Staat uw schadesituatie niet genoemd? Dan zoeken wij in de geest van deze voorwaarden samen naar een oplossing’, ook niet echt duidelijk. Hoeveel consumenten zijn zich bewust van deze uitzondering als ze online een ‘goedkope’ polis sluiten? Zo kan ik nog vele voorbeelden geven. Consumenten,
’Breng woud aan autopolissen terug naar een natura- en restitutievariant’ maar ook veel adviseurs, hebben er geen weet van. We roepen allemaal dat we het de klant gemakkelijk moeten maken door transparant te zijn en begrijpbaar te communiceren. Op het gebied van autoverzekeringen is nog veel te doen op dat terrein.” Alle autoverzekeraars zouden een voor de consument duidelijk onderscheid
CONSUMENTENBOND OVER SCHADESTURING “Op het gebied van ruitschade wordt er sinds jaar en dag gestuurd door vrijwel alle verzekeraars. Dat het intermediair en de schadeherstelbranche het zwaar hebben, wil niet automatisch zeggen dat schadesturing ook nadelig is voor consumenten. Met enige regelmaat doen wij eigen klanttevredenheidsonderzoeken. Hieruit komt steeds naar voren dat consumenten gemiddeld genomen erg tevreden zijn over de wijze waarop de verzekeraars een schadeclaim afhandelen. De meeste consumenten ervaren hierbij niet gestuurd te worden of ze hebben daar geen bezwaar tegen. We ontvangen hier, buiten onze eigen metingen om, ook nauwelijks klachten over”, meldt de Consumentenbond. “Wij hebben zelf geen bezwaar tegen schadesturing, zolang de gevolgen hiervan (in de vorm van een hoger/lager eigen risico) duidelijk worden gecommuniceerd. Wij hebben ook geen bezwaar tegen het ontstaan van zogeheten budgetpolissen zolang ook hier de verschillen met het reguliere product goed worden toegelicht. Ons zijn geen gevallen bekend dat het soort polis (budgetpolis) bepaalt welke onderdelen (imitatie) er worden gebruikt, waardoor de fabrieksgarantie komt te vervallen. Als dit zo zou zijn, is dat natuurlijk ernstig”, aldus de Consumentenbond.
22
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
moeten maken tussen producten met gestuurde schadeherstel en producten met vrije keuze bij herstel. Vergelijkbaar met de natura- en restitutievariant bij de zorgverzekering. Nu is de ene autoverzekeraar daar heel helder in en de ander totaal niet. Schotanus: “Maar ook bij de ‘vrije’ producten die nu al door verschillende verzekeraars worden aangeboden, moet je oppassen. Bij de ene verzekeraar betaal je voor die vrije keuze 10% (Aegon) meer premie, een ander rekent hier 33% (ASR) extra voor.”
Imitatieonderdelen Scholten zegt met enige regelmaat partijen te spreken die imitatieonderdelen aantreffen in auto’s die bij een gestuurde schadehersteller zijn geweest. “De marges worden zo onder druk gezet dat schadeherstellers met imitatieonderdelen moeten werken. Ze zullen het allemaal ontkennen, maar ik kan je zeggen dat ik het met enige regelmaat tegenkom.” Bij Univé is het helemaal geen geheim dat er bij sommige polisvarianten imitatieonderdelen de auto in gaan. Kiest de klant voor de goedkoopste autopolis ‘All Risk Budget’, dan verplicht hij zich om bij schade gebruik te maken van Univé SchadeService (ruim 300 aangesloten schadeherstelbedrijven). Daar voegt het bedrijf geheel transparant aan toe: “Bij reparatie van uw schade worden niet-originele, maar kwalitatief gelijkwaardige materialen gebruikt.” De klant kiest daar dus heel bewust voor, mits hij de voorwaarden leest of erop gewezen wordt door zijn adviseur. De All Risk Budget is een goedkope polis met strikte voorwaarden. Kiest de klant voor de productvariant All Risk Plus, dan krijgt hij wel het advies gebruik te maken van Univé SchadeService, maar hij is dat niet verplicht. Kiest de verzekerde een ander schadeherstelbedrijf, dan wordt het eigen risico wel verhoogd met € 500. Neemt de klant de variant All Risk Optimaal, dan heeft hij de volledige vrijheid bij schade om zelf een herstelbedrijf te kiezen. Deze informatie wordt door de verzekeraar duidelijk vermeld en zit niet ergens verstopt in de kleine lettertjes. De All Risk Optimaal zonder schadesturing wordt echter, ook na verschillende andere online berekeningen op Unive.nl, niet weergegeven in het premieoverzicht.
Dealergarantie vervalt Toch wil Scholten benadrukken dat aan het gebruik, onbewust of bewust, van imitatieonderdelen grote gevolgen kunnen kleven. “Wie realiseert zich bij het gebruik van imitatieonderdelen dat de kans groot is dat de dealergarantie op je auto komt te vervallen? Bij de meeste auto’s is die garantie drie jaar, maar KIA bijvoorbeeld geeft maar liefst zeven jaar garantie. Die wil je
De harde lijn die verzekeraars momenteel hanteren in de schadesturing, heeft ook gevolgen voor de autoherstelbranche. Er wordt keihard onderhandeld, zegt schadehersteller Winkes. “Schadeherstelbedrijven staan met de rug tegen de muur. Zeggen ze nee tegen de verzekeraar, dan verliezen ze in een klap veel werk. Voor een aantal schadeherstellers betekent dat heel simpel dat ze de tent kunnen sluiten. Dat willen ze niet, dus gaan ze toch weer mee. Er zijn al verschillende schadeherstellers die onder de kostprijs werken. Sommige werken ver onder de € 50 per uur terwijl een uurvergoeding van minimaal € 68 rendabel is. Dat gaat ten koste van de kwaliteit en dat zien we in de praktijk ook terug. De verzekeraar komt er altijd mee weg. Die kan zich beroepen op de afspraken die zijn gemaakt met de schadehersteller. Voor de schadehersteller is de consument de opdrachtgever. Gaat er iets mis
Winkes: “Maar ook als de consument bij ruitschade zelf zijn schadehersteller kiest, reikt de arm van de verzekeraar nog ver. Bij ruitschade zijn er verzekeraars die het uurloon op mijn facturen aanpassen. Zo ontving ik onder andere van verzekeraar ASR het bericht dat zij voor ruitschade een maximaal uurtarief van € 55 hanteren en derhalve mijn factuur naar beneden hadden aangepast.” Het vreemde is dat de maatschappij bij glasschade het uurloon van € 83,60 wel volledig uitbetaald als een klant schade rijdt waarbij ook ruitbreuk is ontstaan. Dan wordt de calculatie uit het schadecalculatiesysteem Audatex, de wereldwijde standaard op dit gebied, gerespecteerd en de factuur niet gesplitst in uren plaatwerk- en glasherstel. “Dat zijn toch vreemde praktijken? Ik heb het al meerdere keren zelf ervaren en ook na veelvuldig overleg met de desbetreffende verzekeraar (ASR) willen ze de factuur niet in zijn geheel voldoen. Het verschil moet ik maar terughalen bij mijn klant.” Kennelijk is de desbetreffende verzekeraar zich er niet van bewust dat het ook zijn klant is.
Steeds meer intermediairs kiezen bewust voor Ansvaridéa. Want we zijn toegewijd, bieden onderscheidende verzekeringsproducten en doen wat we beloven. Zoekt u ook een partij met een goede wisselwerking? Bel vrijblijvend: 020-820 1967 of mail:
[email protected]
www.ansvaridea.nl
Overschiestraat 59a – 1062 XD Amsterdam
Een intermediair, dat is niet zomaar iemand! Ansvaridéa werkt uitsluitend met intermediairs, betrouwbare deskundigen die onze verzekeringsproducten bij de mensen brengen. En met succes, ons marktaandeel blijft groeien.
Postbus 90386 – 1006 BJ Amsterdam
onder.....
[email protected] – www.ansvaridea.nl
Schadeherstel uitgeknepen
tijdens het herstel, dan is de schadehersteller aansprakelijk en niet de verzekeraar.”
T 020 617 04 26 – F 020 617 00 76
niet kwijtraken. Imitatieonderdelen kunnen bij verkoop of inruil ook de waarde van de auto beinvloeden. Zeker als het om auto’s uit het duurdere segment gaat. Maar dat lees je allemaal niet in de polisvoorwaarden terug.”
een bewuste keuze
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
23
>]c S >]c TZSTc \^T ^TZ ^\b c24 &bT c 3 _ cT
\QT E^[V ak 8 ]]^ S bdaP À2[P Tf^a ]RT X\b ZbW ^_ \P ]PV ( T\T ]^e T\Q ]cX] Tak :^\ !" ETa [P] Á iTZ VbX T a X]Vb ]^] Qa iTb cP]S P]RWTSP V
fffRTSTda^_TR^\
SCHADE
Op 17 juni van dit jaar, het is al dagen zwaar weer op de Arabische Zee, breekt het ruim 300 meter lange containerschip MOL Comfort circa 430 zeemijlen uit de kust van Oman plotseling doormidden. Het schip is geladen met bijna 4.500 containers en onderweg van Singapore naar Jeddah, met als eindbestemming Europa. Wonder boven wonder doen zich geen persoonlijke ongelukken voor. De 26 bemanningsleden worden opgepikt door schepen die zich in de buurt bevinden en veilig naar Sri Lanka gebracht. Het rampschip dobbert echter in twee delen stuurloos verder op de wilde golven. Door: Lia van Engelen
Alle hens aan dek bij Cunningham Lindsey AMplus nummer 10 - 27 september 2013
25
K
ort na de ramp zijn bij Cunningham Lindsey Marine (CLM) in Rotterdam de alarmbellen al aan het rinkelen. Hier zijn de schade-experts immers wel wat gewend qua incidenten op zee. “Met de regelmaat van de klok komen containerschepen zwaar in de problemen”, beaamt Ton Schox, Global Marine Practice leader. “Onze ervaringen daarmee dateren al van 1997, toen het containerschip MSC Carla C. ter hoogte van de Azoren spontaan in tweeën brak, precies op de plaats waar het schip ooit verlengd was. Het voorste gedeelte zonk vrij snel. Het achterschip werd naar een veilige haven gesleept en een groot deel van de containers kon destijds worden gered.” Een andere grote schade met een containerschip waarbij de experts van CLM nauw betrokken waren, deed zich praktisch ‘om de hoek’ voor op de Westerschelde: “Op zondagmiddag 20 juli 2002 werd collega Marius Bakker door de gezamenlijke Israëlische verzekeringsmarkt gebeld met het dringende verzoek om naar de MV Pelican 1 af te reizen. Het schip, geladen met circa
‘Met de regelmaat van de klok komen containerschepen zwaar in de problemen’ 1.000 containers met bestemming Antwerpen, was op de Westerschelde in aanvaring gekomen met een ander schip en maakte slagzij. Door snel ter plekke aanwezig te zijn, lukte het ons om goede afspraken te maken met de inmiddels benoemde bergers, konden wij aan de hand van het stuwplan een noodlossingplan opstellen en werden eerst de containers met koel- en vrieslading gelost.” Volgens Schox was de Pelican 1 destijds maar een klein containerschip vergeleken met de huidige containerreuzen: “Die hebben soms een ca-
BIJZONDERE ERVARING Voor Ton Schox en zijn mensen bij CLM was het een bijzondere ervaring: “Een vrijwel nieuw schip, gebouwd in 2008 mag niet zomaar breken. Het breken, zinken en branden komt eigenlijk nooit voor. Naar de oorzaak van deze ramp is het momenteel nog echt koffiedik kijken. Interviews met de bemanning, bestudering van het stuwplan met de gewichten en nader onderzoek naar de materialen die gebruikt zijn geven hopelijk straks een indicatie. Vaak is het toch een samenloop van diverse factoren.”
26
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
paciteit van wel 18.270 TEU (een TEU is een container van 20 voet lang). Hoe groter de schepen hoe groter het probleem! Elk jaar doet zich wel ergens op de wereldzeeën een incident voor met een containerschip. Een van onze laatste opdrachten betrof het MSC Flaminia, waarvan de ladingschades nog maar recent zijn geregeld.”
Kattenrug Terug naar de Mol Comfort, waarvan het breken en zinken via het internet wereldkundig werd gemaakt, compleet met foto’s waarop te zien was dat het schip een ‘kattenrug’ (hogging) had. “De eerste expertise-instructies kwamen dezelfde avond al bij ons binnen en ook de eerste contacten met advocaten zijn toen gelegd”, vertelt Schox. “Een goede les, zo bleek de volgende morgen, is om niet altijd de ‘waarheid’ op het internet te geloven. In tegenstelling tot eerdere berichten, ook op gerenommeerde nieuwssites zoals gCaptain, bleek de Mol Comfort nog niet gezonken te zijn. Het schip was in twee delen gebroken, maar beide delen dreven nog op de Indische Oceaan. In de loop van dinsdag 18 juni verschenen hiervan op het internet de foto’s.” Nader onderzoek leerde Schox en zijn mensen dat het schip in Azië geladen was met 4.268 containers, waaronder ook een deel met bederfelijke waar. “Rotterdam zou een van de loshavens in Europa zijn geweest en het aantal schademeldingen vanuit de Nederlandse verzekeringsmarkt liep al snel behoorlijk op. CLM is via de Global Marine Practice Group met meer dan 125 maritieme experts actief in veertig landen. Wij hebben snel een alert rondgestuurd om de belangen te inventariseren en bij ons te bundelen in kantoor Rotterdam.”
Prioriteiten In allerijl werd bij CLM een speciaal ‘MOL-team’ geformeerd, vertelt Schox. “Deze groep experts heeft zich deels beziggehouden met het registreren en verwerken van de schademeldingen en deels met het vergaren van informatie over de ramp. Bij schades van deze orde is het belangrijk om met de diverse belanghebbenden de juiste strategie te bepalen. In overleg met betrokkenen hebben we een lijst met vier prioriteiten opgesteld: de bemanning moest worden geïnterviewd, er moest contact worden gelegd met de bergers, we moesten het stuwplan/de containerlijst achterhalen en ten slotte ook een informatieplan opstellen.” Volgens Schox spelen advocaten een cruciale rol in de eerste fase van de behandeling van dit soort schades: “Door belangen te bundelen zijn zij in staat om partijen te ‘dwingen’ gegevens af te staan die waardevol zijn voor de belangheb-
benden die lading aan boord hebben van zo’n rampschip. Helaas is het ons in dit geval niet gelukt om via een kort geding de bemanning te spreken te krijgen, die op 21 juni in Colombo (Sri Lanka) aan wal was gebracht.” Wel had het MOL-team van CLM al op vrijdag 28 juni een speciale database gevuld met relevante gegevens en beschikbaar gesteld aan belanghebbenden. Inmiddels werd ook volop gebruikgemaakt van het aparte MOL Comfort e-mailadres.
Stuwplan “Na lang aandringen kregen wij uiteindelijk het stuwplan waarop de containers terug te vinden waren”, vervolgt Schox. “De containers die in de buurt van de breuk waren gestuwd, konden al snel total loss worden verklaard. Verder was de inhoud van de koel- en vriescontainers door het voorval ook al snel onbruikbaar geworden. Tegen het ontbreken van elektriciteit en een buitentemperatuur van meer dan dertig graden is nu eenmaal geen koel-/vrieslading bestand.” Op 27 juni, tien dagen na de breuk, zonk het achterschip, geladen met circa 1.700 containers. Toen kwam het stuwplan goed van pas: “Aan de hand van dit stuwplan konden wij de stuwagepositie van de containers in de database verwerken en aangeven welke containers waarschijnlijk gezonken waren en welke zich nog op het drijvende voorstuk zouden moeten bevinden”, aldus Schox. “Uiteraard is zo’n stuwplan niet 100% waterdicht, dus in de praktijk kan het voorkomen dat containers zich toch op een andere locatie bevinden.”
te redden. Op 10 juli zonk ook het laatste stuk met de resterende containers. Op dat moment was er van de lading nog maar weinig over. Daarmee was het werk echter nog lang niet klaar. Schox: “Het verzamelen van de documenten en het controleren of de opgevoerde containers inderdaad aan boord hebben gezeten, is een hele klus geweest. In totaal hadden zes rederijen en 33 andere partijen lading geboekt op de Mol Comfort. Een aantal daarvan heeft geluk gehad; tijdens het controleren van de gegevens bleek hun container niet aan boord te staan en was deze op een ander zeeschip naar de eindbestemming gebracht. Aan boord waren ook vrij veel groepagezendingen die soms voor een tweede keer in containers zijn geladen, waardoor containernummers nog niet bekend waren. Uiteindelijk kon, in goed overleg met de betrokken makelaars en verzekeraars, het merendeel van de schades snel worden afgehandeld.”
Advocaten spelen een cruciale rol in de eerste fase van de behandeling van deze schades De voorlopige schaderaming is volgens Schox begroot op $ 450 mln voor de lading en $ 60 mln voor het schip. “Wij hopen wel op basis van de door ons behandelde schaden inzicht te krijgen of dit bedrag reëel is.”
Uitkomsten De tegenslagen bleven zich echter opstapelen voor de MOL Comfort en ruim een week later, op 6 juli, brak er brand uit in enkele containers die waren gestuwd op het nog drijvende voorstuk, dat richting Oman werd gesleept. Vanuit Mumbai werd direct een blusboot naar het brandende voorstuk gestuurd. Ondanks alle inspanningen verslechterde de situatie vrij snel en bleek ook het voorstuk van de MOL Comfort niet meer
Lloyd’s Register (LR) is inmiddels benoemd door rederij MOL als technisch consultant, eveneens om te onderzoeken wat precies de oorzaak is geweest van het in tweeën breken van de romp van het containerschip. Over de uitkomsten van dit onderzoek zijn tot nu toe geen mededelingen gedaan. Wel is rederij MOL inmiddels gestart de rompen van alle zusterschepen van de MOL Comfort extra te laten verstevigen.
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
27
I NN OVATI E
‘Schademarkt is hyperdynamisch’ Dat de schademarkt in beweging is, mag gerust een understatement worden genoemd. “Hyperdynamisch”, is het woord dat Robin Roest, directeur Sales & Marketing van CED regelmatig in de mond neemt. En voorlopig is de rust nog niet teruggekeerd, meent hij. Volgens Roest zal het niet lang meer duren voordat de Google’s van deze wereld de markt betreden. Door: Hans Faber, 7N60 communicatie
C
ED is in beweging. Dat moet ook wel, want het speelveld waarop de full service dienstverlener op het gebied van schadebeheersing, expertise en schadeafhandeling opereert, is in rap tempo aan het veranderen. Dat proces is al enige tijd gaande, maar de afgelopen twee jaar versnellen de ontwikkelingen. Roest: “Allereerst zijn verzekeraars sterk gericht op kostenbesparingen onder druk van slechte combined ratio’s en het versterken van hun kapitaalposities. Ook merken wij dat er bij hen veel onzekerheid bestaat over hun toekomstige positie in de waardeketen en welke businessmodellen ze in de toekomst moeten gebruiken. De macht verschuift bovendien langzaam maar zeker van verzekeraar of intermediair naar con-
sument. Die is steeds minder loyaal. Daarnaast loopt het aantal schadegevallen terug en wordt er meer aandacht besteed aan schadepreventie.” Al hebben verzekeraars te maken met veranderende marktomstandigheden, iedereen reageert er anders op. “Daarom spreken wij ook wel van een hyperdynamische markt. Er wordt hard geconcurreerd en de uitkomst van die strijd is onduidelijk: de winnaar van vandaag kan de verliezer van morgen zijn”, meent Roest. CED heeft dagelijks met die realiteit te maken. Het bedrijf zit om tafel met verzekeraars die een strategisch partner zoeken die meedenkt met de commerciële propositie. Maar het bedrijf praat ook met verzekeraars die vooral oog hebben voor AMplus nummer 10 - 27 september 2013
29
het terugbrengen van de operationele kosten. “Beide strategische keuzes zijn legitiem, wij bedienen dan ook beide type klanten”, aldus Roest.
Partnership Een goed voorbeeld van een propositie waarbij CED in partnership een nieuwe vorm van dienstverlening ontwikkelt, is herstel in natura via het label MultiHerstel. Dat initiatief is opgezet in samenwerking met Nationale-Nederlanden. NN biedt sinds begin dit jaar deze vorm van herstel in natura aan. CED behandelt alle herstel in naturaschadegevallen van NN. Het label coördineert ook het feitelijke herstelwerk. “Dat is een mooi voorbeeld van een partnership dat leidt tot geslaagde innovatieve dienstverlening. Voor ons
‘De macht verschuift van verzekeraar en intermediair naar de consument’ is ook interessant dat NN zich in de markt kan onderscheiden met een marketingcampagne en een tv-commercial: turnsters trainen gewoon door terwijl de gymzaal wordt gerepareerd.” Volgens Roest zit de innovatieve kracht van MultiHerstel niet zozeer in het adequaat aansturen van herstelbedrijven in heel Nederland, maar vooral in het bouwen van een online platform waardoor de verzekeraar altijd inzicht heeft in de status van het schadegeval. “Een verzekeraar wil grip houden op het proces. Dat is begrijpelijk, want het is zijn klant. De technologie maakt het ons mogelijk 24 uur per dag inzicht te bieden en het claimsmanagementproces efficiënt af te wikkelen.”
Sleutelrol CED verwacht in de nabije toekomst steeds vaker een rol te kunnen spelen als strategisch partner van verzekeraars die willen samenwerken en investeert dan ook in nieuwe vormen van dienstverlening en intelligente online producten. Bij al die nieuwe producten speelt technologie een steeds belangrijkere rol. “Had je het nog niet zo lang geleden over technologische hulpmidde-
len, nu zie je dat die technologie steeds vaker een sleutelrol gaat spelen in de dienstverlening. De schademarkt gaat hierdoor onherroepelijk veranderen. Met je smartphone kun je als consument zelf een foto of video van je schade maken en uploaden, maar je kunt via FaceTime of straks via Google Glass ook de expert laten meekijken. Zo zijn er veel toepassingen te bedenken. De schademarkt is vrij traditioneel, maar wij verwachten dat deze onder invloed van de beschikbare technologie snel zal veranderen.”
Belang van goede data In pakweg tien jaar tijd zal de schademarkt er heel anders uitzien, is de rotsvaste overtuiging van Roest en zijn collega’s. Het belang van goede data wordt steeds belangrijker. “Op grond van goede data kun je risicoanalyses maken en de kwaliteit van je portefeuille doorrekenen, klanten kiezen en premies differentiëren. Dat is ontzettend waardevol. Ons bedrijf HDS Taxaties heeft bijvoorbeeld een tool ontwikkeld – de Digitale Waardemeter Bedrijven – waarmee je aan de hand van maximaal tien simpele vragen de waarde van een gebouw bepaalt. Daarmee kun je voorkomen dat je gebouw onderverzekerd is”, aldus Roest. Binnen afzienbare termijn zal CED meer op data gebaseerde vormen van dienstverlening introduceren. Daarvoor heeft het bedrijf een team van medewerkers die dagelijks bezig is met innovatieve vormen van dienstverlening.
Google Het toenemende belang van technologie en de beschikbaarheid van goede data zal voor nog meer veranderingen op de schademarkt zorgen. “Het zal niet lang duren voordat verzekeraars concurrentie krijgen van bedrijven die op dat gebied heel sterk zijn. Denk aan de Google’s van deze wereld. Dit soort bedrijven weet nu al alles van gebruikers en dus zo’n beetje van alle consumenten. Op basis van die enorme hoeveelheid aan informatie zijn zij in staat om een adequate risicoanalyse van jou en mij te maken en daar uiteindelijk ook een premie voor een verzekeringspolis aan te koppelen. Daarnaast hebben zij nu al toegang tot een gigantisch netwerk van ‘potentiële’ klanten. Het is dus een kwestie van tijd voordat deze partijen zich op de verzekeringsmarkt begeven. Het speelveld van spelers gaat er de komende jaren heel anders uitzien.”
IN BEWEGING Robin Roest, directeur Sales & Marketing van CED, beschikt nu nog over een ruime directiekamer. Binnen een paar maanden is dat allemaal anders, als CED verhuist naar een ander deel van hetzelfde pand in Capelle aan den IJssel. Alle medewerkers, inclusief de directie, komen dan in open kantoortuinen zonder vaste werkplekken terecht. “Het zal voor sommige collega’s even wennen zijn”, lacht Roest.
30
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
Lagere schadelast en hogere klanttevredenheid!
> GLASGARAGE. VOOR HET GEVAL DAT... Steeds meer verzekeringsmaatschappijen en assurantietussenpersonen kiezen voor GlasGarage als partner voor autoruitservice. En dat is logisch, want GlasGarage heeft met ruim 120 vestigingen het grootste netwerk van autoruitspecialisten. Hiermee zijn wij altijd dicht bij de klant. Dat is belangrijk, want een hoge klanttevredenheid, kwaliteit en schadelastbeheersing staan bij ons hoog in het vaandel. Meer weten? Neem contact op met Leo Smid, 0800 - 1246. Een afspraak is snel gemaakt.
> ALTIJD DICHTBIJ > AUTORUITHERSTEL TEGEN DE LAAGSTE KOSTEN > TRANSPARANT EN CENTRAAL FACTURATIESYSTEEM > ZEER HOGE KLANTTEVREDENHEID Van de Reijtstraat 51 I 4814 NE BREDA I Telefoon: 0800 - 1246 I www.glasgarage.nl
Omdat geld meestal niet gelukkig maakt... Mensen raken vaak gehecht aan hun interieur. De design fauteuil, dat handgeknoopte tapijt of die antieke eetkamertafel… Het ligt dan ook extra gevoelig wanneer zoiets beschadigd raakt. Vaak lijkt het uitkeren van een schadebedrag de meest eenvoudige oplossing. Maar geld maakt niet altijd gelukkig. Het neemt de schade namelijk niet weg, waardoor de verzekerde zich er nog dagelijks aan blijft ergeren. Dát kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn nu klanttevredenheid belangrijker is dan ooit. Juist daarom doen steeds meer verzekeraars en intermediairs een beroep op Homex: dé expert in inboedelschades die vertrouwd is met alle denkbare herstelmogelijkheden. De Homex expert beoordeelt de schade ter plaatse en kan de verzekerde meteen vertellen in hoeverre een schade te repareren valt. Waarbij hij desgewenst direct een vakkundig herstelbedrijf inschakelt. Het resultaat: een optimale beheersing van uw schadelasten en méér tevreden klanten.
Kennismaken met Homex? Bel of mail ons voor een afspraak: 030 - 609 43 11,
[email protected].
Parkerbaan 2, 3439 MC Nieuwegein telefoon (030) 609 43 11
[email protected] www.homex.nl
experts in oplossingen!
I CT
Cyberrisico’s: meer dan ICT
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
33
Bij het fenomeen cyberrisico denkt menigeen al snel aan ICT-fouten en hackende whizzkids. Maar bij datarisico’s spelen meer aspecten een rol. Daarvan worden ook in ons land bedrijven zich in snel tempo bewust: de markt voor cyberpolissen groeit. Door: Rob van de Laar
I
n oktober brengt het Verbond van Verzekeraars een position paper uit over cyberrisico’s. Het Verbond wil er daarom nu nog weinig over zeggen. De organisatie wil vooral de boodschap overbrengen dat verzekeraars ook veel kunnen bijdragen aan het voorkomen van internetcriminaliteit, naast het bieden van dekking voor schade. “Verzekeraars hebben veel kennis en kunnen daarom ook een rol aan de voorkant spelen door hun kennis in te zetten bij het criminaliteitsbestendig maken van ICT.” Voorkomen is beter dan genezen: dat motto hanteert ook TNO, dat vorig jaar concludeerde dat cybercrime de samenleving minimaal € 10 mld per jaar kost en waarschijnlijk zelfs het twee- of drievoudige.
Bredere aanpak De risico’s van cybercrime worden steeds zichtbaarder: alle grote banken hebben al een of meerdere malen te maken gehad met storingen in internetbankieren. Volgens TNO kan geen enkel ICT-systeem 100% veilig zijn. Hackingtools zijn te vinden op internet en wie genoeg kennis heeft, kan elk systeem kraken. Peter Hartman,
WIE BIEDEN EEN CYBERPOLIS?
34
VERZEKERAAR
PRODUCT
Ace Allianz
Dataguard/ Privacy Protection Global & ESI Net
AIG
CyberEdge
25,0 mln
Chubb
CyberSecurity
10,0 mln
CNA
NetProtect
7,5 mln
Hiscox
DataRisks
5,0 mln
Liberty
Cyber Suite
10,0 mln
Zurich
Security & Privacy Protection
25,0 mln
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
CAPACITEIT ( in €) 30,0 mln 100,0 mln
voorzitter van de taskforce Cyber bij Aon, geeft aan dat digitale criminaliteit maar een van de vele cyberrisico’s is. “Een belangrijke andere risicofactor is nalatigheid van mensen, variërend van het gebruiken van eenvoudige wachtwoorden tot het niet beveiligen van USB-sticks met bedrijfsgevoelige informatie. Terwijl dat nu juist risico’s zijn die je prima kunt voorkomen.” Aon vliegt het onderwerp dus breder aan en heeft een taskforce cyberrisico’s ingesteld. Die houdt zich dus niet alleen bezig met internetcriminaliteit, maar ook met andere risico’s die met de digitale wereld gepaard gaan, zoals computerstoringen. “Een voorbeeld is de brand waardoor drie dagen niet via het Vodafone-netwerk gebeld kon worden.” Ook hier is preventie een belangrijk onderdeel van cyberrisicomanagement, dat is gebouwd op de pijlers analyseren, beheersen en bestrijden.
Beheersbaar maken In de visie van Aon zijn er drie belangrijke risico’s op cybergebied: criminaliteit, technisch falen en menselijk falen. “Een ding is duidelijk: de technologische ontwikkelingen gaan zo snel dat ICT’ers al moeite hebben om alles bij te houden. Dus je eigen digitale omgeving 100% beveiligen, dat kun je wel vergeten. Waar het om gaat, is dat je je cyberrisico’s als bedrijf beheersbaar maakt. Wij willen bedrijven helpen om in kaart te brengen welke risico’s ze eigenlijk lopen en welke daarvan een bedreiging zijn voor de continuïteit van het bedrijf. Er zijn allerlei maatregelen die je kunt nemen om je bedrijf beter te beveiligen. Maar er blijven altijd restrisico’s over die je niet in de hand hebt en daarvan moet je afwegen of je die wilt verzekeren.”
Calamiteitenrisico Volgens Hartman zijn veel bedrijven zich niet bewust van de risico’s die ze op digitaal gebied lopen. “Kijk alleen al naar de sociale media. De scheiding tussen privé en zakelijk is daar allang
weg, maar twee op de drie bedrijven hebben nog geen protocol hoe medewerkers hiermee om moeten gaan.” Terwijl het cyberrisico inmiddels geen bagatelrisico meer is, maar een calamiteitenrisico, zegt Hartman. “Kijk maar naar Diginotar. Dat bedrijf was onvoldoende beveiligd en is nu failliet. Het vertrouwen van klanten is weg. Dat zie je ook bij internetbankieren: het risico van imagoschade is heel groot.” De risico’s in de digitale wereld zijn hetzelfde als in de echte wereld, zegt Hartman. “Schade ontstaat niet alleen door inbrekers, maar ook door wat er in de organisatie verkeerd gaat.”
BEKENDE GEVALLEN VAN CYBERCRIME DigiNotar Het Beverwijkse bedrijf verzorgde onder meer de beveiliging van gegevensuitwisseling met de overheid via het Digid. In juni 2011 werd DigiNotar gehackt, waardoor een maand later een certificaat werd uitgegeven waarmee een aanval op Gmail is gedaan. DigiNotar wist dat het certificaat was uitgegeven, maar bevestigde dat pas eind augustus. Onderzoeken volgden en de registratie van het bedrijf als leverancier van gekwalificeerde elektronische handtekeningen werd ingetrokken. Op 20 september 2011 werd DigiNotar failliet verklaard.
Handvol polissen
Internetbankieren
De beroepsaansprakelijkheidspolis biedt in vergelijking met de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB) of de bedrijfsschadeverzekering nog vrij veel dekking voor cybergerelateerde risico’s. “Maar dat is een product dat maar voor een kleine doelgroep bestemd is. De meeste bedrijven hebben een AVB, een bestuurders- en commissarissenaansprakelijkheidsverzekering (BCA) en een brand/bedrijfsschadeverzekering, maar geen cyberdekking. Dat product wordt nog maar heel weinig afgenomen.” Bij Aon gaat het om een handvol polissen en landelijk schat Hartman dat er inmiddels een paar honderd cyberverzekeringen zijn gesloten. “Wereldwijd gaat er inmiddels zo’n 1 miljard dollar premie om in cyberpolissen.” Hij denkt wel dat het product een vlucht zal gaan nemen. “De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering was eerst ook een nicheproduct, maar nu is er bijna geen vereniging meer die er niet een sluit.” Veel bedrijven willen in deze tijd geen energie steken in het beter beveiligen van data. “Maar straks zullen ze wel moeten.”
Alle grote Nederlandse banken hebben inmiddels één of meerdere keren te maken gehad met storingen in internetbankieren. Of er ook sprake is geweest van hacken, is tot nu toe niet bevestigd door de banken.
Informatie lekken Doordat de gemeente Amsterdam vertrouwelijke informatie niet goed heeft afgeschermd, is voor miljoenen euro’s schade geleden. Documenten over bestemmingsplannen werden digitaal beveiligd, maar die beveiliging was eenvoudig te omzeilen. Het betrof een project voor sanering van de Wallen. Bordeeleigenaren zouden mogelijk onteigend worden en kregen zo informatie in handen waarmee ze extra geld van de gemeente konden krijgen voor hun panden.
Goed nadenken Hartman geeft het voorbeeld van een bedrijf dat een half miljoen schade leed doordat het eigen ICT-systeem was gehackt. “Wij hebben berekend dat het bedrijf tegen een premie van € 8.000 zeker de helft van de schade vergoed zou hebben gekregen. En dan gaat het om een vrij eenvoudige hack. Je moet er als onderneming goed over nadenken wat je wilt als je de intentie hebt om actief te blijven.”
Jurisprudentie Een cyberpolis is niet duur in vergelijking met andere bedrijfsverzekeringen, vindt Hartman. “De tarieven zijn nog wel vooral gebaseerd op de ervaringen in de VS. Het is nodig dat we op cybergebied jurisprudentie opbouwen in Nederland, zodat de tarieven beter kunnen worden toegespitst op de lokale situatie. AMplus nummer 10 - 27 september 2013
35
Maar voor een premie van zo’n € 1.000 kan een mkb-bedrijf al een cyberpolis sluiten. Ik begrijp dat dat veel geld is in deze crisistijd, maar de risico’s nemen toe. Veel bedrijven hebben het niet eens in de gaten als ze gehackt zijn! En ondertussen komt zo’n organisatie wel stil te liggen.”
Cyberbeurspolis Hartman vraagt zich af waarom er nog geen Nederlandse verzekeraar is die een cyberpolis biedt. “Waarom zou er geen cyberbeurspolis ontwikkeld kunnen worden? Ik stuit vaak op heel behoudende mensen die niet willen nadenken over het omgaan met een nieuw risico.” Hartman vindt het positief dat buitenlandse verzekeraars wel cyberpolissen in de Nederlandse markt aanbieden. Daar zit wel een nadeel aan: “Die polissen worden in de VS of in Duitsland geschreven en hier verkocht, maar de voorwaarden zijn dan niet aangepast aan onze wet- en regelgeving en sluiten ook niet altijd aan op de behoeften van de Nederlandse klant.” Hij zou graag zien dat er een Nederlandse verzekeraar met een cyberpolis over de brug zou komen. “Het lastige is dat er hier nog weinig historie is op het ge-
‘Het zijn vooral de bedrijven in de ICT- en retailbranche die een cyberpolis aanvragen’ bied van cyberschade. In de VS is die er wel en bestaan er veel grotere portefeuilles, waardoor er veel meer inzicht is in de aard en omvang van schades. In Europa komt dat net op gang. Dat komt omdat bedrijven zich nog onvoldoende bewust zijn van de risico’s en doordat de wet- en regelgeving in de VS veel strenger is.” Die regels komen er in de EU wel aan: elk bedrijf met meer dan 250 medewerkers moet een functionaris voor gegevensbescherming aanstellen,
36
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
datalekken moeten binnen 24 uur worden gemeld en bij overtredingen moet een boete worden betaald die 2% van de jaaromzet kan bedragen. Dat cybercrime het verzekeren waard is, blijkt wel uit de schade die het naar schatting elk jaar veroorzaakt. “Dat is in Nederland zo’n € 10 mld per jaar en wereldwijd zeker € 500 mld. Falende technologie staat inmiddels in de top 10 van risico’s voor het bedrijfsleven.” Elk bedrijf dat met data omgaat, loopt risico’s, waarschuwt Hartman. “Er zijn er die denken: ik heb geen webshop, dus ik heb geen cyberrisico’s. Dat is dus niet waar. Het gaat niet alleen om het stelen van geld, maar ook om het stelen van bedrijfsgeheimen bijvoorbeeld.”
Pionier Hiscox was in 2011 de eerste die in ons land met een polis voor cyberrisico’s kwam. “We waren de pionier”, zegt Yasin Chalabi, manager professional insurance & data risks. “Dat was moeilijk omdat bedrijven zich nog niet bewust waren van de risico’s. Maar vergeleken met een jaar terug, is er wat dat betreft een verschil van dag en nacht. Bedrijven zijn nu veel meer bezig met cyberrisico’s en kijken ook veel meer naar het afdekken ervan.” Maar ook bij Hiscox is de kijk op de risico’s veranderd. “Wij zijn de afgelopen twee jaar meer gaan denken in termen van preventie. Die diensten bieden wij nu ook aan: bedrijven met een omzet tot € 50 mln kunnen een self assessment invullen. Daaruit kunnen ze afleiden hoe hun beveiliging ervoor staat. Wat is het risico op het verlies van data? Dat zit ’m niet alleen in ICT, maar ook in de manier waarop medewerkers met gegevens omgaan.” Hiscox werkt bij het self assessment samen met een beveiligingsbedrijf. “Wij als eerste zo’n samenwerking aangegaan.” De kosten van dit assessment zijn voor rekening van Hiscox, mits het bedrijf de polis sluit.
Aanvragen verdubbeld Chalabi ziet vooral de laatste vijf maanden veel
Een nieuw carrière-perspectief ? Cliëntadviseur zakelijke schadeverzekeringen
Niehoff Werning & Kooij is een onafhankelijke adviseur die volledig is gespecialiseerd in financieel advies, toegespitst op de advocatuur en het notariaat. Onze focus richt zich op het zakelijke schadeverzekeringspakket, waarin beroepsaansprakelijkheid een belangrijke plaats inneemt. Daarnaast zijn wij gespecialiseerd in inkomens- en personeelsvoorzieningen en begeleiden we starters. Ons kantoor telt zo’n 15 mannen en vrouwen die zorgen dat de klanttevredenheid hoog blijft. We zijn gevestigd in het centrum van Amersfoort. We kennen een informele bedrijfscultuur met veel eigen verantwoordelijkheid.
De adviseur die we zoeken adviseert zelfstandig onze klanten en verzorgt verzekeringsanalyses en –voorstellen. Schadebehandeling en beheer van de verzekeringsportefeuille behoren eveneens tot het takenpakket. Je bent niet alleen voor de klanten, maar ook voor de accountmanagers het aanspreekpunt. Incidenteel heeft de functie ook een ambulant karakter, als relaties worden bezocht al dan niet samen met de accountmanager. Profiel We vragen een HBO werk- en denkniveau, vakdiploma’s en ervaring in een soortgelijke functie. Goede communicatieve vaardigheden, flexibiliteit en een commerciële drive zijn noodzakelijke persoonlijke eigenschappen. Kennis van (beroeps-)aansprakelijkheid is een pré. Aanbod Naast een goed salaris bieden wij een 13e maand, premievrij pensioen, reis- en studiekostenvergoeding. Een parttime dienstverband (tot 80%) is bespreekbaar. Een psychologisch onderzoek kan deel uitmaken van de selectieprocedure.
Meer informatie en reageren Voor meer informatie neem je contact op met je mogelijk nieuwe collega’s Henny Zinkstok (033 464 13 42) of Matthijs de Meyere (033 464 13 43). Kijk op onze website voor het volledige profiel. Solliciteren kan door je cv en begeleidend schrijven per e-mail te sturen naar
[email protected] of per post aan: Niehoff Werning & Kooij, t.a.v. mevrouw Mr. Mitzy van der Velden, Postbus 1710, 3800 BS Amersfoort.
www.nwk.nl
OP NAAR HET MILJARD Volgens Allianz is de Europese markt voor het verzekeren van cyberrisico’s over vijf jaar goed voor € 900 mln premie. De Duitse verzekeraar denkt tegen die tijd 20% van de markt in handen te hebben. Nu is het Europese premievolume in cyberpolissen nog zo’n € 150 mln, waarvan tussen de € 50 mln en € 70 mln in Duitsland. In de Verenigde Staten gaat jaarlijks € 985 mln premie om in cyberpolissen. Allianz heeft diverse soorten risicodekking ondergebracht in een pakketproduct voor cyberrisico’s. Daarmee mikt het bedrijf op telecom-, software-, webshop- en bankbedrijven. De jaarpremie voor het product varieert van grofweg € 50.000 tot € 90.000, goed voor tussen de € 10 mln en € 50 mln dekking.
meer aanvragen voor de DataRisks-polis. “We hebben het deze zomer heel druk gehad. Veel bedrijven vragen bij ons de premie op; het aantal aanvragen is met meer dan 100% gestegen.”
Belangrijke cyberrisico’s zijn criminaliteit, technisch falen en menselijk falen
sluiten van een polis lager maken. Met de ervaring die we in de Verenigde Staten hebben opgedaan, hebben we de portefeuille in groepjes verdeeld, waarbij we voor veel klanten de premie en het eigen risico konden verlagen. Ook hebben we veel begrippen die in de voorwaarden worden genoemd, nader toegelicht.” De records (gegevens) van 1 miljoen als eis is inmiddels ook uit de het aanvraagformulier verdwenen en er worden nu minder gegevens opgevraagd. “Daarbij hebben we onder meer gebruikgemaakt van tips die we van adviseurs kregen.”
Twee meldingen Nederland is een land waar relatief vaak gehackt wordt, zegt Chalabi. Toch heeft Hiscox in de twee jaar dat de DataRisks-polis wordt gevoerd, maar twee schademeldingen gehad. “Maar dat is wel in lijn met wat we in andere landen zien. Cybercrime is een globaal verschijnsel: aanvallen komen vaak vanuit het buitenland.” Een gemiddelde hackaanval kost een bedrijf al snel drie ton. “Alleen een forensisch onderzoek om de oorzaak te achterhalen, kost al zo’n € 75.000. Zulke bedragen staan nog los van de aansprakelijkheidsschade. Vergeet ook niet dat bedrijven binnenkort ook boetes moeten betalen als ze hun gegevensbeheer niet op orde hebben. Die zijn ook gedekt op de DataRisks-polis.”
Gewoon realiteit Onder de aanvragers zijn veel bedrijven die al klant zijn bij Hiscox. “Het zijn vooral de bedrijven in de ICT- en retailbranche die een DataRisks-polis aanvragen”, zegt Chalabi. Hackers hebben meestal twee motieven. “Ze vinden het belangrijk om een uitdaging aan te gaan, zoals het kraken van een ingewikkeld systeem. Maar daarnaast gaat het ook om financieel gewin, zoals het stelen en doorverkopen van creditcardgegevens. Dus in feite geldt het cyberrisico voor alle bedrijven die te maken hebben met privacygevoelige en financiële gegevens en werken met creditcard- of pinbetalingen.”
Aanpassingen In de afgelopen twee jaar is het product aangepast. “We hebben nu twee varianten: één voor het mkb met een omzet tot € 5 mln en één voor bedrijven met een omzet tot € 50 mln. “Die eerste variant noemen we ook we de vierminutenpolis, omdat die snel te sluiten is.” Verder is de premie inmiddels gehalveerd ten opzichte van twee jaar terug. “Daarmee willen we de drempel voor het 38
AMplus nummer 10 - 27 september 2013
Over het algemeen weten bedrijven nu al veel beter dan een jaar geleden wat de risico’s zijn. “Dat komt doordat de risico’s steeds zichtbaarder worden. Adviseurs kunnen daarnaast veel beter vertellen over de risico’s en ook wij zijn beter geworden in voorlichting. De boodschap komt dus van alle kanten bij de bedrijven terecht. Ik vind alleen wel dat de overheid beter haar best moet gaan doen. Bedrijven worden dagelijks aangevallen en dat leidt niet altijd tot schade, maar zo’n aanval lukt echt wel een keer.” Risicobewuste bedrijven zeggen tegen Hiscox soms ook: liever een DataRisks-polis dan een beroepsaansprakelijkheidspolis. “Dat is de bewustwording die we willen hebben. Ondernemingen moeten zich realiseren dat cyberschade losstaat van de vraag of de ICT zijn werk wel heeft gedaan. De vraag is juist of signalen bij de juiste personen in de organisatie terechtkomen. Het gaat niet om de vraag of het de eigen schuld is van het bedrijf; cyberrisico’s zijn gewoon de realiteit. Maar nadenken over maatregelen en afdekken van risico’s zijn het belangrijkste.”
Gaat u ook voor juridisch fairplay? De vraag naar juridische dienstverlening neemt nog steeds toe. En de huidige onzekere periode zorgt ervoor dat deze vraag alleen nog maar toeneemt. Hoe vult u deze juridische behoefte van uw klanten in? Een rechtsbijstandverzekering biedt de mogelijkheid om op een laagdrempelige en betaalbare manier rechtshulp te verzekeren. Als assurantieadviseur doet u er dan ook goed aan de rechtsbijstandverzekering niet als sluitpost van een adviesgesprek te zien, maar als een kans op extra omzet én een manier om de band met u relatie te versterken. Zodra een juridisch geschil dreigt, bent u immers degene die ervoor heeft gezorgd dat uw relatie beschikt over de rechtshulp die nodig is. Gaat u samen met ons voor juridisch fairplay? Bel ons op nummer 033 - 43 42 668 voor het vergroten van uw verkoopkansen en pak met recht uw kans! Juridische hulp begint op ARAG.nl
Delivering the promises
(ISRQMWFEVIWGLEOIP Cunningham Lindsey is deze schakel en biedt u een totaalpakket aan diensten en service in de gehele schadeketen. Onze klanten ervaren elke dag onze kernwaarden: ### # # Wij staan voor u klaar vanuit de volgende bedrijfsonderdelen: ! ! (cunninghamlindsey.com) " (clare.nl) (clarc.nl) Weten hoe snel wij kunnen schakelen? Onze mensen staan er klaar voor. Jeroen Fröhlich, algemeen directeur Cunningham Lindsey Nederland bv Kijk voor alle werkgebieden en specialismen van de experts van Cunningham Lindsey Nederland op onze mobiele website via de hiernaast staande QR-code.
cunninghamlindsey.nl 088 - 286 64 64
[email protected]