Nieuwe pagina 1
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...n%20om%20het%20werkstuk%20te%20bezichtigen.html (1 of 2) [11-5-2003 10:57:38]
Nieuwe pagina 1
Groep 5 L3r Joëlle Irene Claudia (L) Helen (L)
Ga naar de inhoudsopgave...
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...n%20om%20het%20werkstuk%20te%20bezichtigen.html (2 of 2) [11-5-2003 10:57:38]
Inleiding
Inleiding Hoofdstuk 1: Hulpmiddelen bij de watersnoodramp (Irene) Hoofdstuk 2: De helpende hand (Helen) Hoofdstuk 3: Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen (Joëlle) Hoofdstuk 4: Hulpverlening na de ramp: qua bezittingen en traumaverwerking (Joëlle) Hoofdstuk 5: Watersnoodramp 2003 (Claudia)
Nawoord Bronvermelding
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukken%2...gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/inhoudsopgave.html [11-5-2003 10:57:39]
Inleiding
Inleiding »Terug naar de inhoudsopgave «
In de nacht van 31 januari 1953 ontstond er de watersnoodramp. Een verschrikkelijke ramp waarbij bijna heel Zeeland, een gedeelte van Zuid-Holland en Noord-Brabant en zelfs een klein stukje van Texel zijn ondergelopen. Er zijn 1836 mensen omgekomen, er is enorm veel vee ten onder gegaan en de oogsten waren mislukt. Het heeft Nederland erg veel geld gekost... en dan nog het leed van de nabestaanden. Kortom: het was een verschrikkelijke ramp die nooit weer moet gebeuren, maar hoe is het zover gekomen? Het was een nacht die op een volle maan volgde, de nacht van 31 Januari. De aantrekkingskracht van zon en maan versterkten elkaar en zogen het zilte water hoog tegen de kusten van West-Europa op, het springtij. Zaterdagmiddag al joeg ook een zeer actieve depressie, breed en langdurig met vlagen van orkaankracht uitschietend tot snelheden van 150 km per uur, onderweg van Schotland naar de Noordzee. Het KNMI waarschuwde voor zeer zware noordwesterstorm, mede omdat de storm samenviel met springtij. De storm dreef in de smalle trechter van de Noordzee, toen steeg het water hoger dan ooit te voren en de ramp was compleet. Op grote schaal braken dijken door en het land overstroomde. Nadelig was dat de berichtgeving van het KNMI in de nachtelijke uren moest worden gestaakt. In die tijd waren er in de nacht geen radiouitzendingen. De toenmalige Hoofd Operationele dienst (heer Postma) vertrouwde de situatie niet en bleef de hele nacht doorwerken. De verantwoordelijke stormdepressie, die 30 januari (overdag) nog boven IJsland lag, had boven de Noordzee een kerndruk van 975 mbar, niet zo extreem laag voor een stormdepressie. De boosdoener van het eigenlijke windveld ontstond door grote luchtdrukverschillen die ontstonden door de aanwezigheid van een hogedrukgebied ten zuidwesten van ons land. Zo is de ramp ontstaan. Het onderwerp dat wij gekozen hebben is: ‘De hulp bij de watersnoodramp’. Onze hoofdvraag is dan ook: ‘Hoe zat het met de hulp bij de watersnoodramp?’. Uit die vraag hebben we ook verschillende deelvragen opgesteld, dat zijn de volgende: ● Wat voor hulpmiddelen gebruikte men? ● Waarom zijn er ondanks de hulpmiddelen toch zoveel mensen omgekomen? ● Wie hielpen er allemaal mee (binnenland & buitenland)? ● Hoe zat het na de ramp, emotioneel en financieel? ● Als we nu zo’n soort ramp zouden krijgen met de hulpmiddelen die we nu hebben, zou er dan minder land ondergelopen zijn en zouden er dan minder slachtoffers zijn file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukken...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/inleiding.html (1 of 3) [11-5-2003 10:57:40]
Inleiding
(etc.)? Deze deelvragen zijn de onderwerpen van de hoofdstukken van dit werkstuk. Er zijn een paar redenen waarom wij tot dit besluit zijn gekomen. Ten eerste vonden wij dat het een actueel onderwerp was; 50 jaar geleden gebeurde deze ramp en daarom werd de ramp pas geleden nog uitgebreid herdacht. Het kwam op het nieuws, er kwamen documentaires op tv etc. De ramp is 50 jaar geleden gebeurd; het is dus ook een geschiedkundig onderwerp. Verder kozen wij dit onderwerp omdat het een erg interessant onderwerp is waar nog niet zo heel veel mensen zich in hebben verdiept. Als laatste vonden wij ook dat het een erg gericht onderwerp is. We verwachten wel veel van dit werkstuk en we hebben er ook veel zin in. Het leek ons een uitdagend idee om ons te verdiepen in een onderwerp waar eigenlijk nog maar bitter weinig over geschreven is. We verwachten dat het werken in een groepje toch wel soepel zal verlopen, hoewel er natuurlijk altijd wel problemen kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld de volgende: er is moeilijk informatie te vinden, mensen krijgen het niet op tijd af, mensen kunnen zich niet aan afspraken houden of naar elkaar luisteren, zo kun je er nog wel een paar noemen. Daar houden we natuurlijk rekening mee. Wij hopen dat alles goed zal verlopen en dat het een informatief en interessant werkstuk wordt! Veel plezier met het lezen van dit werkstuk! Helen, Irene, Claudia en Joëlle. HET ONDERGELOPEN GEBIED
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukken...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/inleiding.html (2 of 3) [11-5-2003 10:57:40]
Inleiding
»Terug naar de inhoudsopgave «
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukken...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/inleiding.html (3 of 3) [11-5-2003 10:57:40]
Hulpmiddelen bij de watersnoodramp
»Terug naar de inhoudsopgave «
Hulpmiddelen bij de watersnoodramp Irene van der Haar
Inleiding Een belangrijk onderdeel van de hulpverlening bij de watersnoodramp waren natuurlijk de hulpmiddelen. "Wat voor hulpmiddelen gebruikten de mensen in 1953?"; daar gaat dit hoofdstuk over.
Primaire hulpmiddelen Toen op de nacht van 1 Februari 1953 het water kwam, probeerden de mensen natuurlijk zo snel mogelijk weg te komen. Als allereerst met de auto, maar menig keer sloegen de benzinemotoren af door het water. Toen wegrijden niet meer mogelijk was gebruikte men alles wat maar dreef, zoals drijvende planken of omgekeerde tafels als redmiddel. Pas later op de dag werden er wat meer bruikbare hulpmiddelen ingezet. Dit gebeurde vooral met bootjes. Met name vissersbootjes voerden langs boerderijen om mensen uit hun benarde positie te redden. “we zijn met de vlet dwars door de boomgaarden gevaren. Ik zat voorop om takken weg te duwen. En ze zaten op de daken, hoor!negenentwintig hebben we er die ochtend afgehaald. Soms kwamen ze langs de regenpijp naar beneden”, vertelt een mosselvisser. Pas in de ochtend van 2 februari kon men pas echt spreken van reddingswerk.
Onmisbare hulpmiddelen Zondagmiddag om 4 uur steeg de helikopter van de Belgische piloot Gerard Tremerie op van het vliegveld van Melsbroek met de vage opdracht 12 op Overflakkee geïsoleerde mensen te redden. Toen hij om 6 uur in Oude Tonge landde, had hij niet 12, maar duizenden in ernstige nood verkerende mensen gezien, in bomen, op daken, op afgebrokkelde stukken dijken, terwijl weer een ruige winternacht over deze radelozen viel. Het oude dorp Oude Tonge was slechts een klein aangevreten eiland met amper dertig huizen, gevuld met overlevenden. Na een helse nacht bij de dorpelingen vloog hij de volgende morgen naar Woensdrecht met een rapport van de burgemeester van Oude Tonge. Het was de eerste duidelijke kreet uit de ontstellende ramp van Goeree-Overflakkee die tot de buitenwereld doordrong. Het was tegelijk het prille begin van de onschatbare hulp, die helikopters bij het reddingswerk zouden verlenen.
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/irene1.html (1 of 7) [11-5-2003 10:57:41]
Hulpmiddelen bij de watersnoodramp
Dit stukje laat al een beetje zien hoe belangrijk helikopters in die tijd waren. Helaas had Nederland in 1953 nog maar 1 helikopter, maar kregen er nog wat uit het buitenland. Helikopters konden op veel meer plaatsen komen dan bootjes, zij waren het nieuwste van het nieuwste. Ze waren onmisbaar, zo blijkt ook uit dit stukje uit het boek “de ramp”: “helikopters waren de redding van de reddelozen, de meest sprekende bijdrage van de moderne techniek. Zij daalden bij bomen en verzakkende daken, speurden door vensters naar overlevenden en vonden kinderen en zieken die geen teken meer konden geven.” Van de 36 helikopters die zijn ingezet, zijn er 1600 mensen gered. Een ander belangrijk hulpmiddel waren de “Ducks”. Dat waren boten die zowel konden varen als rijden, dus gemakkelijk een dijk op konden rijden. Wat ook belangrijk was, was de communicatie. Helaas door de geïsoleerde ligging van het verdronken gebied en door het slechte weer, was zowat al het radiocontact verbroken. Mensen spraken nu over en weer in het rampgebied via walkietalkies. Door de slechte communicatie drong de ware ernst van de ramp bij de bevolking dan ook pas door op 3 en 4 februari.
Hulpmiddelen uit het buitenland Ook uit het buitenland ontving Nederland vee hulp, er werd van alles ingeslagen, waaronder: - Argentinië zond 680 dekens en 500 lakens - Duitsland zond 1200 rubberen laarzen - Scandinavië gaf 40.000 houten ”prefabwoningen” - Engeland zond snoepgoed - Griekenland zond vliegtuigen met levensmiddelen en 1 000 000 zandzakken - Nederlandse Antillen gaf 300 zaklantaarns - Nigeria zond 500 dekens - Zwitserland gaf 2000 sokken, en nog veel meer. Een eindeloze stroom van goederen stroomde Nederland binnen. Dit was een van de weinige rampen waar zo veel hulp uit het buitenland kwam.
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/irene1.html (2 of 7) [11-5-2003 10:57:41]
Hulpmiddelen bij de watersnoodramp
Spontane acties Ook waren er spontane acties van mensen die ook een steentje wouden bijdragen aan de hulp. Een paar voorbeelden: Een keurig geklede Fransman , die het Parijse station St. Lazaire binnenkwam, bleef verbaasd staan voor de reusachtige pakken kleding en goederen, die op een van de perrons kennelijk voor verzending lagen opgestapeld. Hij vroeg aan de spoorbeambte wat dat betekende en kreeg als antwoord dat die goederen naar het verdronken gebied in Nederland zouden gaan. De man bedacht zich geen moment en trok zijn overjas uit, legde die op de stapel en verliet in zijn colbertje het station. Nog een voorbeeld. Op een radiostation in de Italiaanse stad Milaan kwam op zondagavond vlak na het bekendworden van de ramp een arbeider binnen, die 26.000 lire – toen ongeveer 160 gulden op tafel legde en even snel als hij kwam weer verdween. Enkele minuten later kwam hij snel nog even terug om 25 lire voor de tram naar huis van het bedrag af te nemen…. Zo leefde ongeveer op de een of andere manier de gehele wereld mee. Er bleken meer dan 60 landen zowel stoffelijk, als met mankracht steun te hebben gegeven. Ook particulieren verzonnen allerlei acties om geld in te zamelen. Lege flessen acties, waardebonnen acties, karweitjes acties, sportwedstrijden, fancy fairs, loterijen, modeshows, concerten, kunstexposities. Al het geld kwam ten bate van de slachtoffers. Na de ramp Na de ramp stroomde overal het geld binnen: al op woensdagavond 4 februari was er bij dit, direct na de ramp onder voorzitterschap va prins Bernard opgerichte steunfonds een bedrag van ruim 7 miljoen gulden binnengekomen. Ook de omroepen gaven een bijdrage in hun actie onder de naam: “beurzen open, dijken dicht”. Tijdens en na die eerste uitzending op maandagavond 9 februari werd reeds een bedrag van meer dan 178.000 gulden aan het rampenfonds geschonken. Het totaal bedrag, dat na enkele maanden bekend was, bedroeg rond de 115 miljoen gulden! De schade van de ramp werd echter geschat op zo`n miljard gulden.
En waar moest je dan heen als je je huis was kwijtgeraakt? Meer dan zeventigduizend inwoners moesten vanuit het rampgebied naar het droge vasteland worden geëvacueerd. Een gedeelte vond onderdak bij familieleden en kennissen, anderen werden naar Dordrecht, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, en zelfs Utrecht gebracht. Er werden ook veel mensen naar de Ahoyhallen in Rotterdam gebracht. Voor velen een behouden haven na veel ontbering. Het is er warm en er heerst een ordelijke rust. Allen die binnen worden gebracht, worden eerst onderzocht door file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/irene1.html (3 of 7) [11-5-2003 10:57:41]
Hulpmiddelen bij de watersnoodramp
de dokter. Zieken gaan direct naar een speciale ziekenzaal, kraamvrouwen en ernstig zieken of mensen die uitgeput waren werden al snel naar ziekenhuizen overgebracht. Aan alles dat maar nodig kon zijn, werd hier gedacht. Naast maaltijden en koffie, kleren en medicijnen is er ook veel speelgoed voor de kinderen. Verdere uitreiking van kleding vond er niet plaats, omdat de meeste mensen er maar enkele uren verbleven. Een overlevende van de ramp:”toen we over de dijk naar de pont liepen, kwamen we langs ons huis, dat beneden stond. Alleen het dak stak boven het water uit. Bij de pont stonden er bussen klaar, die ons naar Rotterdam moesten brengen. We zaten op de achterste bank in de bus en achter ons hadden mensen een paar doodsbange geredde paarden vast. De bussen brachten ons naar de Ahoy-hallen. Daar werd soep uitgedeeld en moesten we onder de douche. Een Rode Kruis zuster wilde hiervoor meenemen, maar ze kreeg me niet bij mijn ouders vandaan. Die waren immers het enige wat ik nog had dat echt van mij was….” Er werden er na de ramp huizen geschonken aan de mensen die hun huis kwijt waren geraakt. Er waren 515 huizen door het Noorse, Zweedse, Deense en Finse Rode Kruis beschikbaar gesteld, die samen meer dan 7 miljoen gulden waard waren. Onze overheid nam de plaats - en arbeidskosten voor zijn rekening. De keuze van het woningtype was afgestemd op de wensen die hier gemiddeld in Nederland leefde. Het Zweedse Rode Kruis zorgde verder nog voor 7000 vierkante meter hout van een waarde van 1, 3 miljoen.
Maar ook na de ramp moest er nog veel hulp komen. Het Nederlandse Rode Kruis hield een inzamelingsactie : kleding, huisraad, speelgoed, meubels en dekens stroomden binnen. De toestroom van kleding was zelfs zo groot, dat op 4 februari gemeld moest worden dat er geen kleding meer moest komen. Toen ten slotte de eindbalans werd opgemaakt, bleek, dat het Nationaal Rampenfonds onder meer had uitgegeven aan:
Huisraadschade Eerste hulp direct Eerste hulp via provinciale organen Eerste hulp via gemeenten, enzo.
ƒ 92.545.000.ƒ 2.311.000.ƒ 2.452.000.ƒ 578.000.-
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/irene1.html (4 of 7) [11-5-2003 10:57:41]
Hulpmiddelen bij de watersnoodramp
Levensonderhoud evacuees Toiletartikelen, zakgeld, e.d Brillen, gehoorapparaten 13.000.Schade particuliere hulpverleners Aanvulling/voltooiing rampen dêpots Bijdrage aan agrarische opbouw Immateriële schade aan particulieren Kerken, scholen, instellingen Opnamen vrouwen en kinderen in Herstellings- en vakantieoorden ? Periodieke uitkeringen aan weduwen en wezen
ƒ 3.899.000.ƒ 725.000.ƒ ƒ 13.000.ƒ 495.000.ƒ 1.475.000.ƒ 388.000.ƒ 11.000.000.ƒ 570.000.-
ƒ 3.365.000.-
Kinderen die door de ontbering en ellende van de watersnood ziek waren geworden, werden naar speciale herstellingsoorden gebracht om in een rustige, veilige omgeving weer beter te worden. Voor de gezonde kinderen die de ramp hadden overleefd, werden allerlei activiteiten georganiseerd. Duizenden kinderen kregen in de zomer van 1953 een vakantie aangeboden in Nederland of zelfs in Italië, in de vorm van dagtochten of in een kindervakantiepark. Ook voor de wintermaanden werden activiteiten opgezet.
Hulp van het Rode Kruis Tijdens de ramp werd er vooral veel hulp geboden van het Rode Kruis. Daar ga ik met dit stukje nog wat dieper op in. Het Nederlandse Rode Kruis kwam tijdens de watersnoodramp onmiddellijk en grootschalig in actie. In het rampgebied werkten uiteindelijk 2800 vrijwilligers die alle mogelijke vormen van hulp boden. Buiten het rampgebied waren rond tweeduizend vrijwilligers bij de directe hulp betrokken. Ze hielpen bij het vervoer van zieken en de inrichting en exploitatie van noodziekenhuizen en evacuatieopvangcentra. Vanuit 22 rampendepots werden slachtoffers snel voorzien van matrassen en wollen dekens. Omdat het Rode Kruis door bezuinigingen slechts over weinig personeel en materieel beschikte, werd een centrale vervoersdienst uit de grond gestampt.beroepsvervoerders uit binnen- en buitenland leenden vrachtwagens en chauffeurs uit.zes in Zeeland werkzame Rode Kruiscolonnes waren gestationeerd in gebieden die zelf overstroomden raakten: Terneuzen, Tholen, Vlissingen, Wemeldinge, Kruinigen en Zierikzee. Een aantal van de getroffen afdelingen beschikte niet zelf over een colonne of waren dermate ontregeld dat het onmogelijk was om ook maar iets te doen. Dat was met namen het geval bij de afdelingen Duiveland, Noord-Beveland, Schouwen Westhoek en St. Philipsland/Anna Jacobapolder. Bij het afvoeren van gedupeerden met schepen en helikopters kreeg het Rode Kruis hulp van de colonnes van Koudekerke, Walcheren en Wemeldinge. Ook kwam er hulp van medische studenten. Op den duur kwam er zoveel hulp opdagen de de gewestelijk ondercommandant van file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/irene1.html (5 of 7) [11-5-2003 10:57:41]
Hulpmiddelen bij de watersnoodramp
het Rode Kruis op 8 februari moest zeggen dat er geen hulp meer moest komen van vreemden. De Rode Kruisafdeling in Middelburg hield zich in die dagen voor een belangrijk deel bezig met inzamelen, sorteren en distribueren van de uit de rest van Nederland en ook uit België op gang komende goederenstroom. Een paar dagen na de Ramp werd de bevolking gesmeekt te stoppen met het toesturen van goederen. De magazijnen konden de kleren niet meer bergen. Rond de 28.000 gedupeerde gezinnen ontvingen een textielpakket. Veel buitenlandse zusterverenigingen van het Rode Kruis zorgden voor financiële ondersteuning. Het Zweedse Rode Kruis droeg het meeste bij. Het schonk veertien miljoen gulden. Daarmee werd in Zierikzee het Rode Kruisziekenhuis gebouwd. Een bedankbrief van het Rode Kruis: Men schrijft ons van de zijde van het Roode Kruis: De overstromingsramp die Zuid-West-Nederland zo zwaar teisterde, heeft ten overvloede weer eens opnieuw de grote waarde van het Ned. Roode Kruis in een helder licht geplaatst. Heel het grote radarwerk van deze bij uitstek nationale organisatie kwam direct na de eerste noodberichten in beweging en duizenden vrijwilligers, toegerust met het nodige materieel en een ruime dosis naastenliefde, deden al het mogelijke om de nood te lenigen. Ook de Afd. Oud-Beijerland heeft, zij het op bescheiden wijze, een bijdrage tot het grote geheel mogen leveren. Al het mogelijke is gedaan om de getroffenen goed en hartelijk te ontvangen en van het nodige te voorzien. Dat dit mogelijk was, is voornamelijk te danken aan de spontane hulp en medewerking, die van de ganse burgerij is verkregen. Na een korte aanlooptijd liep het werk van de hulpverlening op rolletjes en was het ook administratief uitstekend geregeld. Vele autobezitters kwamen met hun wagens (of de auto’s werden door de zaak afgestaan) om zich met allerhande transporten te belasten. Weer andere verzorgden op deskundige wijze het uitreiken van kleding en schoeisel, daarbij geassiteerd door een uitgebreide staf van dames en de meest gevarieerde leeftijden. De H.B.S., voor de zoveelste maal de hulp in (ruimte) nood was met haar aangename verwarming een ideaal centrum van activiteit. Van de zijde der directie en het personeel werd de meest mogelijke medewerking ondervonden. Om op onvoorziene gebeurtenissen voorbereid te zijn. was ook een nachtdienst ingesteld meermalen werd onderdak en verzorging gevraagd voor hulpploegen van elders, die de volgende dag weer verderop moesten. Zo is er op allerhande wijze met liefde en toewijding gewerkt om leed en nood te verzachten. Het Bestuur van de Afd. Oud-Beijerland kan en wil dan ook niet nalaten allen, van groot tot klein en van oud tot jong, die op enigerlei wijze bij dit werk van barmhartigheid hebben geholpen, haar grote waardering en dank te betuigen. Mevr. KROESEN-LULOFS, Voorzitster D. E. H. DIEPENHORST, Secretaris
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/irene1.html (6 of 7) [11-5-2003 10:57:41]
Hulpmiddelen bij de watersnoodramp
Conclusie De conclusie van dit hoofdstuk, de hulpmiddelen bij de watersnoodramp, is dat er wel veel hulpmiddelen waren, veel hulp van alle kanten in Europa, op allerlei manieren, maar het was helaas nog niet genoeg.
Bronnen: Boeken: Het boek: De Ramp Auteur: n.v.t. Uitgegeven in 1953
Het boek: Een zee van water Auteur: Rien Allewijn Uitgegeven in 1983
Sites: http://www.pzc.nl/ http://www.jobvdsande.nl/
»Terug naar de inhoudsopgave «
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/irene1.html (7 of 7) [11-5-2003 10:57:41]
De helpende hand
»Terug naar de inhoudsopgave «
De helpende hand Helen Rappold
Inleiding In dit hoofdstuk wordt verteld wie er allemaal hielpen met de heropbouw en met het redden van mensen. Zoals bekend werd er niet alleen door de regering van óns land, en ónze burgers hulp aangeboden, maar ook door het buitenland. Heel veel landen deden eraan mee. Ze stuurden tijdens de ramp bijvoorbeeld vliegtuigen en helikopters met voedselpakketten en andere overlevingsmiddelen. Ook na de ramp, bij de heropbouw van de ondergelopen gebieden, hielp het buitenland, ze steunden financieel bijvoorbeeld en er werden zelfs huizen gebouwd! Helaas waren er, ondanks alle steun en moeite, toch veel mensen en dieren omgekomen en was er veel verwoest. Een deel van het ondergelopen gebied, is zelfs nu niet meer op de kaart te vinden.
De eerste hulp Al de dag voor de ramp was bekend dat er een gevaar was op overstroming, maar aangezien de mensen er wel aan gewend waren dat het stormachtig kon zijn en dat het water wel eens hoog stond vreesden ze niet zoveel. De dijken hadden het tot nu toe toch ook goed volgehouden? Toch bleek dat het dit keer erger was. Want nog dezelfde dag werd er gewaarschuwd voor zware stormen file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (1 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
De helpende hand
waren op de Noordzee en dat het water de volgende dag gevaarlijk hoog zou komen te staan. Toch maakte de mensen, die dit nieuws gehoord hadden, zich niet zo’n zorgen. Helaas hadden ze het mis. De volgende dag, stond het water extreem hoog en de dijken stonden op doorbreken. De mensen krijgen het al een stuk benauwder en dan is het zover. De dijken houden het echt niet meer en het water stroomt landinwaarts. Mensen vluchten snel weg, ze proberen landinwaarts te gaan, maar tevergeefs. Ze proberen dan maar op een zo hoog mogelijk punt te komen: het dak van hun huizen, de plek waar ze nog lang moeten blijven zitten. Gelukkig was er hulp in de buurt. De Urkse vissers waren een van de eerste mensen die te hulp schoten. Die lagen namelijk in de winter met hun boten in de Breskens voor de haringvaart voor de Belgische kust. Zo snel ze konden schoten ze te hulp en in het rampenweekeinde waren alle bemanningen (op één na) naar Urk. Ontelbare mensenlevens zijn gered door het werk van deze moedige Urkse vissers.
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (2 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
De helpende hand
Hulp van medeburgers Natuurlijk kwam er ook veel hulp van de medeburgers. Bijvoorbeeld financieel: er werden speciale fondsen opgericht, zoals de landelijke, met het motto “Beurzen open, dijken dicht”. Dit was dan ook een groot succes en bracht maar liefst 6 miljoen gulden op! Dit werd gebruikt om nieuwe spullen te kopen voor de slachtoffers. De medeburgers hadden dus ook een groot medeleven!•
Hulp van de regering (binnenland) Natuurlijk hielp de regering ook mee met de heropbouw van het ondergelopen stuk Nederland en de redding van de slachtoffers. Het was dan ook een best belangrijk en groot stuk dat ondergelopen was. De regering bood de overlevenden onderdak, stuurde boten en helikopters om de mensen te bevrijden van hun dakje, waar ze vaak dagen, soms wel weken moesten wachten. De regering maakte plannen om de dijken te verstevigen, zodat het niet meer kon gebeuren. file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (3 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
De helpende hand
Hij pompte land droog en bouwde nieuwe huizen voor de mensen. Ook de regering stichtte acties en door zijn connecties met het buitenland kon er ook veel meer gedaan worden. Ook zette hij het leger in om te helpen. Vooral financieel heeft de regering veel gedaan voor de herstel van het ondergelopen stuk Nederland.
De hulp van de (Nederlandse) militairen Alleen op de eerste dag al, wanneer duidelijk was dat de ramp niet zomaar iets was, kwamen er meer dan vierduizend militairen in actie om hulp te bieden op alle mogelijke manieren. In de dagen die erop volgden werd aantal ruim boven de tienduizend! à Zoals je alleen al aan de getallen kunt zien, kun je merken dat de militairen een grote rol speelden in de hulp die bij de watersnoodramp was ingeschakeld. De landmacht, de luchtmacht en de marine, ze deden allemaal mee om de slachtoffers te redden en (te proberen) te voorkomen dat de ramp zich nog meer uitbreidde en het nóg erger werd. De marine haalde lijken uit het water en evacueerde de overlevenden zo spoedig mogelijk, de landmacht zette noodziekenboegen en veldkeukens (=verplaatsbare keuken) neer. Ook werden er mensen ingezet om de slachtoffers te beschermen tegen plunderaars. De hulpverlening was ter plekke netjes per eiland verdeeld. Ruim 350 000 kilo zandzakken zijn er neergelegd, sommigen zijn met helikopter of vliegtuig neergegooid, maar de meeste zijn nog altijd met eigen hand neergezet. Het was dan ook hard werken voor de landmacht om al die zandzakken op hun plaats te krijgen. file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (4 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
De helpende hand
Ook het vervoeren van de geneesmiddelen en andere levensmiddelen werd verzorgd door het leger. Het werd verzorgd door de luchtmacht, want grotendeels móest het wel door de lucht; het kon ook wel met de boot, maar dat duurde veel langer en was veel lastiger. Ook werden de buitenlandse vliegtuigen hartelijk ontvangen in Valkenburg, Woensrecht en Gilze-Rijen. De som van alle vliegtuigen bij elkaar was wel 200 vliegtuigen, en de som van de helikopters was 46 (als je je dan ook nog eens beseft, dat helikopters in die tijd nog niet zoveel als nu gebruikt werden). Na ongeveer twee weken trok de meeste militaire hulp zich terug, alhoewel er toch nog ruim tweeduizend militairen achterbleven, om nog twee weken voor hun gebied te zorgen. Zij bleven er voornamelijk om de dijken helpen te verhogen. Eind februari was deze klus geklaard.
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (5 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
De helpende hand
Hulp uit het buitenland Er werd heel veel hulp ontvangen van het buitenland. Want niet alleen in het binnenland werd er veel aan gedaan, maar ook in het buitenland werd er extreem veel aan gedaan om ons kleine landje, wat toen nóg kleiner was, toch nog hoop te geven. En dat heeft geholpen. Een opsomming van giften vanuit diverse landen
Duitsland: 200 speelgoedbeesten. Van het Duitse Jeugd Rode Kruis speelgoed en chocolade; Italië: o.m. 10 schrijfmachines, 10 buitenboordmotoren, 2.500 plaids en 415 stuks plastic.speelgoed (een nieuwigheid in die tijd); Liechtenstein: 364 kilo aardappelen; Oostenrijk: 6 kisten thermosflessen, 75.000 kilo Portland cement, 13 kisten chocolade en suikerwerk; Zwitserland: 3.000 zakdoeken en 1.000 kussens en matrassen. file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (6 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
De helpende hand
Het Zwitsers Jeugd Rode Kruis gaf 2400 schooltassen die werden uitgedeeld in Nieuw Vossemeer, Stavenisse, Middelharnas en Zierikzee.
Bijzonder was het geschenk van de Scandinavische landen: Zij zonden de aangetaste gebieden houten prefabhuizen!
NIET ALLEEN UIT EUROPA KWAM HULP Ook uit andere landen buiten Europa gaven schijnbaar om ons, want ook zij stuurden pakketten met levensmiddelen. Hier nog een “kleine” opsomming: Algiers: levensmiddelen, waaronder 100 kilo macaroni; Unie van Zuid-Afrika: 180 flessen portwijn; Indonesië: o.m.2000 zandzakken; Iran: 9.000 kilo rijst; Israël: o.m. 49 brilmonturen en 6.500 kisten sinaasappels; Suriname: 10.000 kilo suiker en 75 balen kokosnoten; Turkije: dekens; Nieuw-Zeeland: schoeisel; Jamaica: 1.000 kilo koffie. Heel veel landen stuurden onder- en bovenkleding, beddengoed en babykleertjes. En Canada en de Verenigde Staten van Amerika gaven goederen, die file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (7 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
De helpende hand
een totale waarde hadden van miljoenen guldens. En je nu nog afvragen hoe het komt dat Nederland aan de top staat met het meeste geld aan goede doelen geven? Ik begrijp ‘m nu wel.
En tot slot: DE SCHOONMAAK Natuurlijk moest het wel opgeruimd worden, al die troep die er overbleef, die het water mee had gesleept, de resten huizen, de lijken van dode mensen en natuurlijk ook dieren. Gelukkig hadden ze daar een leuke vrolijke ploeg voor: ‘slik- en sopploegen’. Deze vrouwen kwamen uit: Waddinxveen, Twello, Gorinchem en Lekkerkerk, niet te vergeten ook uit Friesland. Over het algemeen van best dichtbij dus. Natuurlijk werd niet alles door hen gedaan, ook andere vrouwen hielpen ze en de padvinders hielden in de zomer ook een grote schoonmaak.
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (8 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
De helpende hand
Conclusie Je kunt uit dit hoofdstuk concluderen dat er enorm veel hulp werd aangeboden, vooral ook door het buitenland werd er veel geschonken. De militairen deden ook hun uiterste best om te helpen. Maar de burgers zijn niet echt genoemd in dit hoofdstuk, om het over hen te hebben: de buren hielpen elkaar natuurlijk wel, maar ze konden niet zo heel veel doen, omdat zij zelf ook in de problemen zaten. Ook de anderen Nederlandse bewoners waren natuurlijk een grote steun, omdat zij hen steunden, financieel en emotioneel. J END J Bronnen Boeken:
Het boek: De Ramp Auteur: n.v.t. Uitgegeven in 1953
Sites: http://www.zeeuwsarchief.nl/strijdtegenhetwater/rampcore.htm http://www.svsd.nl/ http://home.concepts.nl/~oeveren/foto2.htm http://www.mindef.nl/nieuws/persberichten/content/300103_ramp.html http://www.delta2003.nl/index.php?url=/rode_draad/ramp/hulpverlening/buitenland
»Terug naar de inhoudsopgave «
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...k%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/helen1.html (9 of 9) [11-5-2003 10:57:44]
Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen
»Terug naar de inhoudsopgave «
Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen Joëlle Bouma
Inleiding Waarschijnlijk weet je nu wel dat het een verschrikkelijke ramp was, en dat er ontzettend veel mensen en dieren om het leven zijn gekomen: twintigduizend koeien, twaalfduizend varkens en 1750 paarden vonden de dood. 1836 Nederlanders en 25 Belgen verloren het leven. 187 kilometer dijk bezweek waardoor zo’n 150.000 hectare land overstroomde. De stormvloed verwoestte zo’n 4500 woningen en andere gebouwen, een tienvoud raakte zwaar beschadigd. Het was een verschrikkelijke ramp, die echt nooit meer moet gebeuren. Maar hoe kon dit gebeuren? Daar gaan we het in dit hoofdstuk over hebben. Deze gevolgen hebben veel verschillende redenen, hier komen ze:
Ten eerste Het water had een enorme kracht. Het was een nacht die op een volle maan volgde, het was springtij. Springtij is een zeer hoge waterstand die kan ontstaan na volle en na nieuwe maan waarbij de invloed van de zon meewerkt. De maan en de zon hebben namelijk beiden invloed op het tij. Zaterdagmiddag dreef ook een zeer actieve depressie onderweg van Schotland naar de Noordzee. Deze combinatie zorgde voor brede en langdurige vlagen van orkaankracht, uitschietend tot snelheden van 150 km/uur. De storm dreef de smalle trechter van de Noordzee in en de ramp was compleet;de golven in het smalle deel van de trechter, zuidwest Nederland, west België en zuidoost Engeland, werden opgestuwd tot file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle1.html (1 of 7) [11-5-2003 10:57:44]
Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen
abnormale hoogte: gemiddeld werd bij ons een waterstand van 4,35 meter boven NAP gemeten. Onmogelijk om dat water tegen te houden. Ten tweede Het was natuurlijk een hele andere tijd. In 1953 waren de tv-uitzendingen net begonnen dus bijna niemand had nog een tv. Verder waren er ook bijna geen telefoons. De oorlog was eigenlijk net voorbij en Nederland was bezig met de heropbouw. Men had niet zoveel geld, het laatste wat men dan ging kopen was een televisie of een telefoon. Men kocht dan natuurlijk eten en kleding. En omdat nog niet zoveel mensen die producten hadden (en ze nog niet zo lang op de markt waren), omdat er dus nog niet zoveel van die producten verkocht waren, waren de producten ook nog is erg prijzig. Men had wel een radio, maar de berichtgeving van het KNMI moest in de nachtelijke uren worden gestaakt, ’s nachts zond de radio niet uit. De noodklokken luidden wel, maar de afgelegen boerderijen konden die klokken niet altijd horen. De politie raasde daarom langs de afgelegen boerderijen om deze mensen te waarschuwen. Ook een helpster van het Rode Kruis ging in pantalon en pull-overs over haar pyjama langs de afgelegen boerderijen en sloeg met een stok op de deuren, “De dijk breekt door!”. Vaak was er toch te weinig tijd om te vluchten, men dacht meer tijd te hebben en dan kwam daar opeens een vloedgolf. Andere mensen werden geheel onverwachts overvallen in hun slaap en verdronken. Ten derde De mensen die de stormvloed wel overleefd hadden, konden op hun dak soms wel tot dinsdag overleven. Het probleem was, dat de rest Nederland in de nacht natuurlijk ook nog geen radio uitzending ontving. Die mensen waren nog in hun vredige zondagmorgensluimer. Vanaf 4 uur 22 kwamen de eerste alarmberichten uit een telex (schrijfmachine op afstand via een soort telefoonlijn), de alarmberichten over de randgebieden: Zwijndrecht, Dordrecht, Maassluis en Hoek van Holland, West-Brabant, Kruiningen en file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle1.html (2 of 7) [11-5-2003 10:57:44]
Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen
Vlissingen. De echte ramp had nog geen stem die tot de wereld reikte, zelfs niet om acht uur ’s morgens tijdens het eerste nieuws dat uit de radio klonk. Omdat het gespaarde Nederland veel te lang van niets wist, zijn er na de stormvloed ook nog mensen overleden, wachtend op een dak op verlossing, maar dat duurde te lang. Maandag kwamen er dorpelingen op Goerree-Overflakke aan, uit de radio hoorden zij dat er 40 doden waren, toen beseften ze dat de rest van de wereld nog van niets wist. Tot dinsdag bleef het zwijgen van dorpen en gehele eilanden, terwijl elders het opgeschrikte volk te hulp snelde. En toen kwam eindelijk de redding, met ontoereikend materiaal maar met het vanzelfsprekende en naamloze van echte solidariteit en moed. Ook is de Koninklijke Familie sinds de eerste nacht te midden van de lijdenden geweest, om te troosten.
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle1.html (3 of 7) [11-5-2003 10:57:44]
Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen
Ten vierde Nederland had zelf maar één helikopter, wel veel rubberboten. De coördinatie van de redding was op veel locaties in handen van militairen, maar ook plaatselijke vissers droegen hun steentje bij. De helikopter vloog rond op zoek naar overlevenden, en gaf met radiosignalen de plekken door waar mensen op de daken zaten. Dan kwamen rubberboten en die haalden de mensen op. Gelukkig stelde het buitenland veel helikopters ter beschikking om door het water ingesloten burgers te ontzetten (ook voedsel, kleding etc. werd er naar Nederland gestuurd, vanuit de hele wereld), want vlak na de ramp waren er dus erg weinig hulpmiddelen. Daarom moesten mensen te lang wachten en zijn er mensen overleden. Ten vijfde In een van de eerste nachten na de rampnacht bouwden commando’s een dam van zandzakken op de Kwartiersedijk bij Heijningen, WestBrabant. De vaak slecht onderhouden dijken waren niet berekend op de grote waterdruk: ze waren veelal te laag, te steil en slecht van samenstelling. In totaal 187 kilometer dijk bezweek of raakte beschadigd door de stormvloed. Pas na negen maanden kon het laatste dijkgat file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle1.html (4 of 7) [11-5-2003 10:57:44]
Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen
worden gedicht. Waarom de dijken zo slecht waren onderhouden, heeft ook een reden. Dezelfde reden als de reden waarom men geen televisie of telefoon ging kopen. Het was eigenlijk net oorlog geweest en Nederland was bezig met de
heropbouw; Herrijzend Nederland. Dijkonderhoud en –herstel hadden geen prioriteit, men wilde eerst zorgen voor goede huizen, scholen en dat soort dingen. En toen werden we er op een afschuwelijke manier aan herinnerd dat ons landje onder de zeespiegel ligt en dat de bescherming van de dijken en duinen onvoldoende was. Daarom werden op 4 februari 1953 (al) plannen besproken om het land goed te beschermen en zulke rampen voortaan te voorkomen. Er werd de “Delta-commissie” opgericht (een delta is een vertakt riviermondingsgebied, hier van Rijn, Maas en Schelde). Het hele Delta-plan zou nog wel meer dan dertig jaar inspanning betekenen, bijna elke zeearm moest op een aparte manier worden afgesloten. Daarom werd met vereende krachten eerst alle schade hersteld. Ten zesde Het redden van vee en huisdieren was een hachelijke en tijdrovende onderneming, maar men had er helemaal geen tijd voor omdat het redden van mensen voor ging. Een groot deel werd noodgedwongen aan zijn lot overgelaten.
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle1.html (5 of 7) [11-5-2003 10:57:44]
Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen
Dit zijn alle redenen. Maar eigenlijk is er maar een echte hoofdreden: Conclusie Stel je voor, je leeft in Vlissingen, in die tijd. Je zit thuis en hoort over de radio dat er vannacht een zeer zware noordwesterstorm verwacht wordt. Als ik op de radio zoiets zou horen, zou ik mijn balkon leeghalen zodat er niets om kan vallen, de ramen en deuren goed dicht doen en gaan slapen. Wanneer je de noodklokken hoort, weet je wel dat het ernstig is, maar je kan niet de radio aanzetten om te luisteren wat er aan de hand is. ’s Nachts zendt de radio niet meer uit, in die tijd. Dus je gaat naar het gemeentehuis, waar iedereen zich verzamelt. Daar zal je wel verteld worden dat je moet gaan helpen om de dijk te versterken. Dus je pakt thuis je belangrijke spullen, doet extra warme kleren aan en gaat naar de dijk, meehelpen. Je verwacht dan toch niet dat er ieder moment water door de deur kan stromen en dat je kan verdrinken. Nu heb ik het misschien opgeschreven alsof je dit alles heel nuchter doet, maar ik denk dat men niet had verwacht dat zoiets kon gebeuren en dat er door verrassing erg veel mensen om het leven zijn gekomen. De meeste mensen hadden dat gewoon niet verwacht. En als je op een afgelegen boerderij ergens in het midden van een weiland was, had je helemaal een probleem. Want dan hoorde je de noodklokken niet eens, dan werd je helemáál verrast. Kortom: alle mensen werden totaal verrast. file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle1.html (6 of 7) [11-5-2003 10:57:44]
Waarom er ondanks alle hulp toch zoveel mensen zijn omgekomen
Bronnen Boeken: Het boek: ‘De Ramp’ de Nationale Uitgave. Geschreven,gepubliceerd en uitgegeven in Amsterdam, februari 1953. Uitgeverij: de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels (oud-Nederlands)
Het boek: Van nul tot nu,
deel 4: De vaderlandse geschiedenis vanaf 1940.
Auteur: Thom Roep Tekenaar: Co Loerakker Uitgeverij: Oberon Uitgegeven: Haarlem, 1987
Tijdschriften: Het tijdschrift: National Geographic van februari 2003, blz. VI tot en met XIII (Romeinse cijfers), de Nederland-België versie.
Het tijdschrift: Kampioen van februari 2003, blz. 32 tot en met 39.
Sites: http://meteonet.nl/historie/daghistorieJan.htm http://people.zeelandnet.nl/voeveren/frameN.htm
»Terug naar de inhoudsopgave «
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle1.html (7 of 7) [11-5-2003 10:57:44]
Hulpverlening na de ramp
»Terug naar de inhoudsopgave «
Hulpverlening na de ramp, financieel en emotioneel. Joëlle Bouma
Inleiding En toen was de ramp gebeurd, er was niets meer aan te doen. Bijna heel Zeeland, een gedeelte van Zuid-Holland en Noord-Brabant en zelfs een klein stukje van Texel waren ondergelopen. En hoe verliep toen alles? Kregen mensen geld van de regering en werden ze emotioneel geholpen? Daar gaat dit hoofdstuk over.
Heropbouw Tijdens en zeker direct na de ramp hadden velen maar één doel voor ogen: helpen waar dit nodig was. In het begin trokken heel veel vrijwilligers zonder overleg of bepaalde bestemming naar het rampgebied. Zo ontstonden veelal chaotische toestanden. De Rijksvoorlichtingsdienst liet dan ook al snel omroepen, dat arbeidskrachten zich bij de arbeidsbureaus moesten melden. Omdat de toegangswegen naar het rampgebied in vele gevallen waren afgesloten, kregen vrijwilligers verwijskaarten om hun arbeid in te zetten.
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle2.html (1 of 6) [11-5-2003 10:57:46]
Hulpverlening na de ramp
Het hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau had op 3 februari al 12.000 man geregistreerd. Dit aantal zou nog tot meer dan 30.000 oplopen! Met de hulp van iedereen werd het getroffen land weer opgelapt. Maar naast deze inzet van werkkrachten, was er enorme behoefte aan bijstand in de sociale hulpverlening, de tele- en draadloze communicatie, de medische zorg en de voorziening in kleding, voeding en huisvesting. Het Nationaal Rampenfonds heeft hierbij veel geholpen om deze dingen mogelijk te maken. Al op woensdagavond 4 februari was er bij dit, direct na de ramp onder voorzitterschap van Prins Bernard, opgerichte steunfonds een bedrag van ruim 7 miljoen gulden binnengekomen. Onbekende particulieren, grote en kleine bedrijven, straatcollecten, personeelsinzamelingen, overheidsinstellingen, vakverenigingen, radio omroepverenigingen en vele andere bronnen brachten dit geld bij elkaar. De gezamenlijke omroepen gaven een bijdrage in hun actie over de beide Hilversumse zenders onder de naam: ‘Beurzen open, dijken dicht!’. Tijdens en na die eerste uitzending op maandag-avond 9 februari werd reeds een bedrag van meer dan 178.000 gulden aan het Rampenfonds geschonken. Men gaf dus veel geld aan het Nationaal Rampenfonds. Het totaal-bedrag, dat na enkele maanden tenslotte op het gironummer van dit fonds terecht kwam bedroeg rond 115 miljoen gulden! In dit fonds hadden regerings-vertegen-woordigers ook zitting, er ontstond daardoor direct file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle2.html (2 of 6) [11-5-2003 10:57:46]
Hulpverlening na de ramp
contact met de overheid. Er kwamen ook nooduitkeringen, dat gebeurde volgens de reeds bestaande ‘Regeling Oorlogsslachtoffers’.
Verder zochten mensen naar alle meubilair en kleding die ze maar konden vinden. Na drie dagen waren er bij de inzamelplaatsen voldoende kleding voor miljoenen mensen. De meeste getroffenen waren toen buiten levensgevaar. Een vijfde van de bevolking van het rampgebied was geëvacueerd of had zelf een veilig heenkomen gevonden. Niet weg te cijferen bij de hulpverlening waren de plaatselijke afdelingen van het Rode Kruis en andere kruisverenigingen. Zij verzorgden gevluchte en geredde bewoners en brachten ze eerst onder in scholen; later werden evacués naar Capelle a/d/ IJssel, Dordrecht of Rotterdam (AHOY hallen) gebracht. Het afvoeren van zieken en gewonden, het inrichten van hulpposten voor het verzorgen van redders die op hun beurt medische of file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle2.html (3 of 6) [11-5-2003 10:57:46]
Hulpverlening na de ramp
andere hulp nodig hadden, het ontvangen en uitgeven van kleding en dekens – dit alles kreeg in de eerste plaats het Rode Kruis te verwerken. In het geheugen van velen is de herinnering aan de ondervonden hulp onuitwisbaar, bijvoorbeeld het logeren op een vreemde boerderij als klein meisje. 50 jaar later komen de verhalen nog los voor een herdenkingsboekje en een artikel in de krant.
Buitenland Ook het buitenland heeft erg veel geholpen, we kregen kleding, voedsel, geld, huizen, goederen etc. We hebben ook buitenlandse hulp gekregen in de vorm van mankracht. Mensen uit alle landen van de landmacht kwamen helpen. De hele wereld leefde als het ware het volle jaar 1953 op een of andere manier in hulpverlening met ons land mee. Uiteindelijk bleek dat zestig landen qua geld, stoffen en mankracht steun had gegeven!
Conclusie Het onherstelbare verlies aan mensenlevens maakte deze stormvloed tot een gebeurtenis vol tragedie. Daarnaast werd de totale, in geld te waarderen schade, die de ramp veroorzaakte, in die eerste dagen op meer dan een miljard gulden becijferd. Deze schade had ruwweg betrekking op vernielde en beschadigde waterkeringen met daarin liggende kunstwerken als sluizen en dergelijke, op woningen en op bedrijfs- en openbare gebouwen met inventarissen, op landerijen met opstallen en niet in het minst op het verlies van een massa door verdrinking omgekomen vee. Naast het diepe verdriet om verloren familieleden en de ellende van de doorgestane moeite was er voor de achtergeblevenen de haast onmogelijke taak om dit alles weer te herstellen, op te bouwen of opnieuw aan te schaffen. De hulp van verschillende rijks- en provinciale diensten, file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle2.html (4 of 6) [11-5-2003 10:57:46]
Hulpverlening na de ramp
het werk van het Nationaal Rampenfonds, de resultaten van acties als ‘Beurzen open – dijken dicht’, de inzet van de rijksdienst voor landbouwherstel, de activiteiten van allerlei rijksvoorlichtingsdiensten en de bemoeienissen van het ministerie van wederopbouw en volkshuisvesting en de hulp uit het buitenland hebben aan de slachtoffers de energie gegeven om niet bij de pakken neer te blijven zitten maar op te staan en verder te gaan of opnieuw te beginnen. Zowel particulier als overheid, boer als burger kwamen met hulp van velen op het spoor van een doelgericht herstel.
Bronnen Boeken: Het boek: Een zee van water Auteur: Rien Allewijn Uitgegeven in 1983
Weekbladen:
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle2.html (5 of 6) [11-5-2003 10:57:46]
Hulpverlening na de ramp
Regionaal weekblad "IJsselpost" Datum: 19-03-2003
»Terug naar de inhoudsopgave «
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...%20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/joelle2.html (6 of 6) [11-5-2003 10:57:46]
Watersnoodramp 2003
»Terug naar de inhoudsopgave «
Watersnoodramp 2003 Claudia Koolmees
Inleiding De watersnoodramp was natuurlijk verschrikkelijk. Door een combinatie van een aantal omstandigheden overstroomde er een groot gebied en vielen er veel slachtoffers. De dijken waren niet zo hoog als nu… Maar is het nu wel veilig? Zou het niet nog eens kunnen gebeuren? En als er nu een groot gebied zou overstromen, zou de hulpverlening dan zo goed zijn dat er maar weinig slachtoffers vallen? Of juist erg veel, omdat er nu meer mensen wonen? Daarover in dit hoofdstuk meer informatie.
De situatie zoals die nu is Hoewel het Deltagebied van nu ongetwijfeld een stuk veiliger is dan het was in 1953, zijn we nog steeds niet helemaal veilig. Dat blijkt uit het feit dat er nog steeds aan de dijken wordt gewerkt. En we weten allemaal dat door de klimaatverandering de weersomstandigheden steeds extremer worden, en dat de poolkappen smelten en daardoor de zeespiegel steeds file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (1 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
hoger stijgt. In 2050 verwacht men een zeespiegelstijging van circa 20 tot 30 centimeter! En aan het einde van deze eeuw zal dit een halve tot wel een hele meter zijn. Ook zakt de bodem van Nederland elk jaar een stukje, want we zitten tenslotte op inklinkende veengrond. De omstandigheden veranderen dus steeds en dat zal ook in de toekomst zo blijven.
Wat ging er fout? Op de avond van de watersnoodramp was de communicatie niet zoals die geweest zou moeten zijn. Alle radiostations hielden er voor twaalven mee op, waardoor veel mensen van niets wisten en gewoon gingen slapen. Men had wel in de gaten dat het best zwaar stormde, maar ach, dat gebeurde toch wel meer? Niets om je zorgen over te maken. Dacht men. Toen de dijken ook daadwerkelijk doorbraken vielen er dan ook veel slachtoffers, doordat simpelweg bijna niemand erop voorbereid was. Er werden wel noodklokken geluid, maar die zijn natuurlijk niet te horen in een bulderende storm. En de hulpverlening kwam moeizaam op gang, waardoor er veel slachtoffers vielen.
Maatregelen Na de watersnoodramp was iedereen ervan overtuigd dat dit niet nog eens mocht gebeuren. De regering stelde een team van specialisten samen, die een plan moesten ontwerpen. Dit resulteerde in het omvangrijke Deltaplan. In de open zeegaten moesten dammen komen. De dijken moesten worden verhoogd. Men begon met het bouwen van de simpelere dammen en andere bouwwerken. De meer ingewikkelde projecten zouden later aan bod komen. Een opsomming van de dammen: een dam in de Hollandsche IJssel, de Zandkreekdam, de Veersegatdam, de Grevelingendam, de Brouwersdam, de Volkerakdam, de Haringvlietdam, de Oosterscheldedam, de St. Philipsdam, de Oesterdam, en de file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (2 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
Maeslandkering.
Watersnoodramp 2003 Wat zou er gebeuren als er nu zo’n grote watersnoodramp plaatsvond? Dat is de vraag. Je weet nooit wat er precies zou gebeuren, want ook al bereid je je nog zo goed voor, het gaat altijd anders dan we voorzien. Met de Deltawerken in je achterhoofd voel je je relatief veilig. Maar stel dat het toch misgaat? De communicatie in 1953 was niet al te best. De mensen die een radio hadden hebben er niet veel aan gehad, want alle radiostations hielden er voor middernacht mee op. In ieder geval zou de communicatie in onze tijd een stuk beter gaan. Er zou tijdig kunnen worden gewaarschuwd door het KNMI voor een zware storm, want iedereen heeft tenslotte televisie, internet en/of radio. En iedereen heeft een telefoon, en een mobieltje. Tegenwoordig luiden er geen noodklokken, maar goed hoorbare sirenes. En we beschikken over speciale omroepauto’s met luidsprekers die door de straten kunnen rijden om mensen te waarschuwen voor naderend onheil. Rijkswaterstaat controleert samen met Provinciale waterstaatdiensten, de waterschappen en gemeenten regelmatig of onze kustverdediging nog file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (3 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
wel betrouwbaar is. Zo niet, dan worden er maatregelen genomen. De Stormvloedwaarschuwingsdienst, afgekort SVSD, wat eigenlijk stormvloed seindienst betekent, de dijk- en keringbeheerders en de behoeders van de openbare veiligheid in te lichten als er gevaarlijk hoog water wordt verwacht. Ze zijn 24 uur per dag, zeven dagen per week alert. De SVSD volgt de ontwikkeling van het getij aan de kust tijdens stormen, zeker als de wind tussen Zuidwest en Noord vandaan komt. Er worden verwachtingen opgemaakt, en, indien nodig, waarschuwingen afgegeven. Er zijn drie peilen, waarbij, als ze overschreden worden, door de waarschuwingsdienst actie wordt ondernomen: het voorwaarschuwingspeil, het waarschuwingspeil en het alarmeringspeil. Bij de eerste worden er beperkte maatregelen genomen, bij het tweede wordt het al iets serieuzer, en bij de laatste zal er een advies tot dijkbewaking worden afgegeven. De procedure voor het waarschuwen is als volgt: Elke dag maakt het KNMI verwachtingen voor het getij. Ze waarschuwen de SVSD al als het waterpeil ook maar iets hoger zal zijn dan normaal, en dat meestal al een uur of tien van tevoren. De dienstdoende getijhydroloog* van de SVSD besluit op grond van de verkregen informatie of hij al dan niet zal overgaan tot het bemannen van het waarschuwingsbureau, dat is het actiecentrum van de SVSD. Als men verwacht dat het waarschuwingspeil zal worden overschreden dan zal het bureau ook daadwerkelijk worden bemand. Als de verwachting is dat het wel meevalt of dat hoogstens het voorwaarschuwingspeil wordt overschreden dan wordt het bureau niet bemand maar men blijft natuurlijk de situatie wel nauwlettend in de gaten houden. De getijhydroloog zal wel de verschillende dijk- en keringenbeheerders een telefoontje geven. Stel dat de situatie wel zorgwekkend wordt en het bureau wordt wel bezet, dan gaan er echt alarmeringen uit. De dijkbeheerders moeten in ieder geval 6 uur voordat het hoogwater wordt verwacht zij ingelicht, zodat ze nog wat tijd hebben om eventuele voorbereidingen te treffen. In de file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (4 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
kustprovincies worden de waterschaps- en hoogheemraadschapbesturen, de beheersdiensten van de Rijkswaterstaat, de provinciale Waterstaten, binnenlandse zaken (bureau brandweer), en andere instellingen die er belang bij hebben gewaarschuwd. Als er alarmeringen zijn uitgegaan wordt dit ook via radio en televisie bekendgemaakt. Bij dijkbewaking wordt door het ANP en op teletekst bekendgemaakt waar er dijkbewaking is. De mensen die in die gebieden wonen kunnen via radio en televisie nadere informatie verwachten. Meestal is er niet veel aan de hand en is er alleen wat duinafslag, en kan iedereen weer opgelucht ademhalen.Mocht er wel wat gebeuren -de dijken breken bijvoorbeeld op verschillende plaatsen door en delen van het land overstromen- dan is het van groot belang dat de hulpverlening op gang komt. Er zal dus een rampenplan moeten zijn en verschillende diensten zullen met elkaar moeten samenwerken om het aantal slachtoffers en de schade zoveel mogelijk te beperken.
De organisatie Het opperbevel tijdens een ramp ligt in handen van de burgemeester van die stad. Als, en dat is wel waarschijnlijk met een overstroming, de ramp de gemeentegrenzen overschrijdt kan de commissaris van de Koningin het bevel overnemen. Als de omvang van een ramp erg groot is bemoeit ook de minister van binnenlandse zaken zich er actief mee. Hieronder volgt een opsomming van de verschillende hulpdiensten hier in Nederland, die ervoor moeten zorgen dat er zo min mogelijk slachtoffers vallen en dat de schade enigszins beperkt blijft. Natuurlijk is een goede samenwerking dan vereist, want als iedereen langs elkaar heen werkt wordt de situatie, die tijdens en na een ramp hoe dan ook al chaotisch genoeg is, nog verwarrender. De brandweer brandweer de kern van de rampenbestrijding. Ze hebben speciaal materieel, zoals pompen met een vermogen van wel 10.000 liter per file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (5 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
minuut en bijbehorende slangen met een grote diameter.
De gezondheidsdienst Bij de gezondheidsdienst moet je denken aan ambulances en dergelijke. Als een gebied nog toegankelijk is kan er medische hulp aan gewonden worden gegeven, waarna ze naar het ziekenhuis kunnen worden gebracht. Ook de gele traumaheli’s zullen ongetwijfeld van pas komen, omdat deze op plaatsen kunnen komen die voor ambulances onbereikbaar zijn. Er kunnen ook speciale tenten worden opgezet waarin gewonden kunnen worden verpleegd. De politie De politie kan bij noodgevallen gebruik maken van speciaal extra materieel, zoals Helikopters en schepen. Er is ook een speciaal Rampen Identificatie Team, wat gespecialiseerd is in het opsporen en het identificeren van stoffelijke resten. Dit is belangrijk om een beeld te krijgen van het aantal slachtoffers, en het is natuurlijk ook gewoon om te zorgen dat de verspreiding van ziektes zo klein mogelijk blijft. Het team is uitgebreid met een team Postmortale Zorg, dat na identificatie de zorg voor de overledenen en de begeleiding van de nabestaanden. Het leger Het leger kan ervoor zorgen dat de gaten in de dijken zo snel mogelijk worden gedicht. Verder kan het assisteren bij tal van andere werkzaamheden, zoals file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (6 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
zandzakken vullen, vervoeren en tijdelijke dijkjes opbouwen en kan het ook een rol spelen bij de wederopbouw van gebouwen en voorzieningen die door het water zijn verwoest of beschadigd. Natuurlijk heeft het leger ook een heleboel spullen en materieel, zoals heli’s en vrachtwagens. Andere diensten Het ministerie van binnenlandse zaken heeft een eigen voorraad rampenbestrijdingsmateriaal, waaruit lokale overheden kunnen putten als eigen voorraden op zijn. Ook hebben ze spullen die tot ‘zeer uitzonderlijk materiaal’ worden gerekend, denk hierbij aan drinkwaterproducerende machines en zandzakken. Ook ontelbare andere diensten kunnen van pas komen, hier volgt een kleine opsomming: de kustwacht en de reddingsbrigades, de dierenambulance, busmaatschappijen voor het leveren van bussen bij evacuaties, en sporthallen, scholen en tehuizen voor het opvangen van evacués.
Hieronder volgt een krantenbericht uit het NRC Handelsblad. Het gaat over veiligheid. Het is een erg lang bericht, maar ik heb besloten het toch file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (7 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
niet in te korten. Hoe veilig is veilig genoeg? Strandpaviljoen De Piraat, aan de Walcherse noordkust ter hoogte van Oostkapelle, adviseert "Frische Seezunge". Een zachte koelte, waarop een vleugje friture meezweeft, beweegt loom de vlag. In het oosten blikkeren de pijlers van de Oosterscheldekering. Op het strand, de afgelopen winter met een metersdikke laag zand opgespoten om kusterosie vóór te zijn, zitten de eerste toeristen tussen bolderkarren en scheppende peuters. Dit is het westelijk front van de Natte Oorlog. Er is vandaag geen nieuws. En als het aan Rijkswaterstaat ligt, zal dat voorlopig zo blijven. ,,Zeeland is veilig'', zei koningin Beatrix toen ze in 1986 de pijlerdam officieel in gebruik stelde. Nu zij komende zaterdag ook de Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg opent (door haar te sluiten), mag het héle zuidwesten van Nederland zich goed beschermd voelen. Bij de stormvloed van 1 februari 1953 kwamen bijna 2.000 mensen om, raakten 100.000 mensen dakloos en kwamen honderdduizenden hectares land onder zout water te staan. Dat mocht nooit meer gebeuren en dus werden vele honderden kilometers zee- en rivierdijk versterkt en verhoogd, aan zee tot maximaal twaalf meter boven NAP ("Deltahoogte'). De zeegaten, met uitzondering van de toegangen naar Rotterdam en Antwerpen, werden afgesloten. Na 44 jaar is het Deltaplan voltooid. De zee lijkt getemd. Dat wordt onderstreept doordat de "harde elementen' in de kustverdediging steeds frivoler zijn geworden. De eerste bouwwerken, zoals de dam in het Veerse Gat (1961) en de Grevelingendam (1965), zijn niet veel meer dan een hoge stapel keien bedekt met asfalt. De Haringvlietsluizen (1971) hebben al iets speels, terwijl de Oosterscheldekering, met zijn door de architect Wim Quist gestylede schuifmachinerieën, bijna elegant is te noemen. En het ranke frame van witte buizen dat bij ontij over teflon gewrichten de Nieuwe Waterweg kan inscharnieren, mag zelfs wuft heten. Wie tijd heeft voor mooi móet zich wel zeker voelen van zijn zaak, zo luidt de boodschap die de ingenieurs uitdragen. Pas ergens in de tweede helft van de volgende eeuw, als de mechanische schakels in de zeewering op middelbare leeftijd raken, kruipen de ingenieurs weer achter hun tekentafels. Zeker, periodiek opspuiten van stranden als buffer voor kustafslag is symptoombestrijding. En inderdaad, de recente ontdekking dat vierhonderd kilometer zeedijk met verkeerde stenen is bekleed, was onwelkom, evenals de meer dan een miljard gulden die nodig is om het ongedaan te maken. Maar zulke maatregelen vallen vooralsnog in de categorie "groot onderhoud'. De nieuwe landaanwinningsprojecten waarvoor en waartegen Nederland zich nu warmloopt - een tweede Schiphol voor IJmuiden, een "kustlocatie' bij Den Haag en een tweede Maasvlakte bij Rotterdam - hebben weinig meer te maken met de mythische strijd tegen het water. Of, zoals Siggi Weidemann, de Nederlandse correspondent van de Süddeutsche Zeitung, zich vorige week in Intermediair afvroeg: zijn die grands travaux langzamerhand niet ,,alleen maar Spielerei''? Nu hoeven spel en het weren van de zee elkaar niet uit te sluiten, zoals iedereen weet die wel eens bij vloed een zandkasteel heeft gebouwd. Maar er zit iets in: er moet wel heel wat gebeuren willen de wereldkampioenschappen brandingsurfen nog in Utrecht worden gehouden. ,,Een stormvloed als in 1953 geeft geen problemen meer'', zegt ir. Richard Jorissen, onderzoekscoördinator waterkeringen bij Rijkswaterstaat, ontspannen. ,,Misschien ontstaat hier en daar wat schade, juist aan bekledingen, maar die waterstand - bijna vier meter boven NAP aan de kust - kan nu veilig worden gekeerd.'' Van bodemdaling - onder meer door gas- en waterwinning - en een verdere stijging van de Noordzee met een halve meter hoeft voorlopig ook niemand wakker te liggen. Want ,,dat zit met een ruime marge verdisconteerd in de huidige hoogte van onze waterkeringen'', zegt zeespiegelspecialist drs. T. A.M. de Groot, hoofd kustonderzoek bij de Rijks Geologische Dienst (RGD). ,,Als de aardatmosfeer opwarmt, zal het zeewater uitzetten. Maar het ziet er niet meer naar uit dat Antarctisch ijs zal smelten en aan de waterstand zal bijdragen. Eerder omgekeerd: door veranderende luchtstromingen zal aan de Zuidpool juist meer waterdamp in ijs worden vastgelegd, denken wij nu.'' Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), een VN- organisatie, schatte zeven jaar geleden dat de zee in de volgende eeuw gemiddeld 66 centimeter zou stijgen. De laatste file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (8 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
schatting, van vorig jaar, is 49 centimeter. ,,Naarmate onze prognoses beter worden, neemt onze angst voor zeespiegelstijging af'', zegt De Groot. Aan het oostelijk front van de Natte Oorlog liggen de zaken minder bestemd. Ook na de hoge waterstanden van Kerstmis 1993 en februari 1995 tasten de verdedigers nog in het duister over de ware aard van de aanval. "Topafvoeren' zullen er opnieuw komen, maar hun frequentie kunnen deskundigen nog steeds niet voorspellen. De pessimisten zetten zich vanaf nu elke winter schrap. Maar het kan ook wel twintig jaar rustig blijven. ,,Er is geen geschikte statistische manier om op basis van honderd jaar waarnemingen van waterstanden extreme gebeurtenissen te voorspellen met een kans van eenduizendste per jaar'', zegt onderzoekscoördinator Jorissen. ,,Er zijn modellen, maar gebeurtenissen als de hoge waterstanden van 1993 en 1995 stellen die steeds bij'', zegt de Nijmeegse hoogleraar milieuwetenschappen P.H. Nienhuis. Zeker is wel dat de afvoerpieken hoger worden. Maar hoeveel hoger het nog kan worden, is opnieuw giswerk. En dat geldt ook voor de vraag hoeveel gevaar dat nu precies oplevert. De meeste dijken waren berekend op minder uitzonderlijke standen dan die van 1995. Dat er geen doorbraken zijn geweest, betekent waarschijnlijk dat sommige dijken sterker waren dan voorzien. Maar op sommige plekken kon alleen kunst- en vliegwerk het achterland droog houden; terecht knepen de polderbobo's hun billen samen op de kreunende dijk van Ochten. Even los van de omstreden noodzaak om 200.000 Nederlanders uit voorzorg te evacueren, was "1995' in veel opzichten wel degelijk een "bijna-ramp'. Na de topstand van 16,68 meter boven NAP bij Lobith en de topafvoer van 13 miljoen liter Rijnwater per seconde is het devies daarom: better safe than sorry. In totaal 600 kilometer rivierdijk is of wordt in rap tempo verbeterd volgens het "Deltaplan Grote Rivieren'. Voor alle versterkte dijken wordt een strenge vijfjaarlijkse " APK-keuring" ingevoerd. En in Europees verband wordt gerekend aan het uitdiepen van rivieren of het aanbrengen van spaarbekkens om de afvoercapaciteit te vergroten. Maar tegelijkertijd ontdekken de ingenieurs dat ze een grijs gebied betreden. , ,Er zitten nog veel onverwijderbare onzekerheden in het faalgedrag van waterkeringen'', zegt onderzoeker Jorissen. Generaties waterbouwers hebben zich afgevraagd bij welke waterstand een dijk nog bleef staan, maar hij wil juist het onzekere gebied verkennen tussen de gegarandeerde "ontwerpwaterstand" en het punt waarop een dijk doorbreekt. Dat is een schemerzone waar alleen kansberekeningen gelden: de dijk is dan niet meer gegarandeerd veilig, maar wordt ook niet opeens onveilig. Wat zijn de gevolgen van variaties in grondsterkte, golfslag, stroming en wind? Hoe bereken je het gedrag van een dijk die sinds de Middeleeuwen tientallen keren is versterkt en als een Russisch poppetje in elkaar zit? Omdat veel dijken een marge hebben, zal het punt waarop de dijk bezwijkt vaak hoger liggen dan het "ontwerppeil'. Maar het kan ook lager uitvallen, bijvoorbeeld als er zwakke schakels in een dijkvak of ringdijk zitten. Op grond van zulke berekeningen tekent Rijkswaterstaat nu een nieuwe landkaart van Nederland. Daarop staan geen veilige waterstanden, maar overstromingskansen. Als die kaart er is, begin volgende eeuw, komt er een nieuwe discussieronde over de veiligheid van waterkeringen. Jorissen: ,,Dat wordt heel interessant. Want een overstroming is voor een deel act of God, maar de mensen moeten de veiligheidsnormen vaststellen. Moet je bijvoorbeeld overstromingsschade en -risico's vergelijken met andere risicovolle domeinen in onze samenleving, zoals chemische installaties, vliegvelden en verkeer? Hoe veilig vinden we "veilig genoeg'? Welke schade en hoeveel mogelijke slachtoffers accepteer je bij welke kosten? Ik weet niet of het tot hogere dijken leidt, maar wel tot een beter risicobesef.'' Achter de Rijn-, Maas-, Waal- en Lekdijken zal het risicobesef in elk geval sterk afnemen, nu het Deltaplan Grote Rivieren vóór de winter van 2001 moet zijn voltooid. En ook Rotterdam kan bij storm en springtij rustig gaan slapen achter de kering in de Nieuwe Waterweg. Maar stel nu eens dat op een dag de omstandigheden van februari 1953 samenvallen met die van februari 1995? Jorissen denkt even na. Dan zegt hij: ,, In Zeeland is dat geen probleem. En een waterstand van 3,85 meter boven NAP bij Hoek van Holland betekent dat de Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg onherroepelijk dichtgaat. Maar als je op dat moment óók nog een afvoer van dertienduizend kuub bij Lobith hebt, is het rendement van de Stormvloedkering vrijwel nihil. Dan loopt het bij Dordrecht zeer hoog op. Even rekenen: nee, tussen Gorinchem en Dordrecht is geen dijk berekend op zoveel water via de achterdeur.''
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukke...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (9 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
De stormvloed van 1953 trad op tijdens een noordwesterstorm en "1995' werd veroorzaakt door grootschalige neerslag in het Duitse stroomgebied van de Rijn. ,,Die weertypes stroken niet met elkaar'', zegt Jorissen. ,,De kans op zo'n gecombineerde gebeurtenis - eens in de 45.000 jaar - is zo laag dat we die niet betrekken in onze ontwerpnormen.'' ,,Er is geen absolute veiligheid'', zegt de Nijmeegse hoogleraar Nienhuis. ,, Ja toch, dijken tot in de hemel. En die willen we niet.''
* hydroloog=wetenschapper die de kringloop van het water boven, op en onder het aardoppervlak bestudeert
(bron: www.vandale.nl)
Uit dit krantenbericht blijkt wel dat men best wel denkt dat we veilig zijn. Bron: www.nrc.nl
Conclusie Hoewel we hier in Nederland een heel eind onder de zeespiegel zitten, is de kans op een overstroming niet erg groot. We worden beschermd door stevige dijken, en natuurlijk door de Deltawerken. Maar we moeten geen vals gevoel van veiligheid krijgen, want er is natuurlijk altijd een kans dat er iets misgaat. En als er iets misgaat, gaat het ook goed mis. De dijken moeten voortduren worden verhoogd en nagekeken. Er zijn dan ook veel deskundigen die denken dat we toch nog wel een aardig risico lopen, en dat er, als er nu een overstroming plaats zou vinden, veel meer slachtoffers zouden vallen als toen in 1953. Maar er wonen nu natuurlijk nog veel meer mensen in het Deltagebied dan toen.
Bronnen: www.delta2003.nl, een mooie site, zeker de moeite waard als je meer over dit onderwerp wilt weten. www.deltawerken.com (Engelstalig) www.nrc.nl het krantenbericht komt hier vandaan, het is geschreven door file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...0gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (10 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Watersnoodramp 2003
Hans Stretekee /" style="color: blue; text-decoration: underline; text-underline: single"> www.pzh.nl
»Terug naar de inhoudsopgave «
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...0gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/claudia1.html (11 of 11) [11-5-2003 10:57:47]
Nawoord
»Terug naar de inhoudsopgave «
Nawoord De beantwoording van de hoofdvraag We wilden weten hoe de hulpverlening tijdens en na de watersnoodramp georganiseerd werd. We hebben wel gemerkt dat het een verschrikkelijke ramp was, en dat, hoeveel hulp er ook gegeven werd, het eigenlijk toch te weinig was. De hulpverlening kwam door allerlei redenen moeilijk op gang en kwam dus voor sommigen te laat. Er hielpen wel erg veel landen mee, we kregen na de ramp veel hulpgoederen toegestuurd. Ook weten we nu dat er in onze tijd, hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, er ook veel slachtoffers zouden vallen als er nu zoiets zou gebeuren.
De taakverdeling: Irene: - Voorzitster - Hoofdstuk over de hulpmiddelen
Joëlle: - Secretaresse - Hoofdstuk over de slachtoffers, waarom er ondanks alle hulp zoveel mensen en dieren zijn overleden - Hoofdstuk over de hulp na de ramp
Claudia: - Lay-out
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/nawoord.html (1 of 3) [11-5-2003 10:57:48]
Nawoord
- Hoofdstuk over hoe het zou zijn als het nu zou gebeuren
Helen: - Lay-out - Hoofdstuk over wie er allemaal meehielpen om te helpen overleven en de hulp bij de heropbouw
Het voorwoord en het nawoord hebben we eerst met z’n allen besproken, wat we erin wilden hebben en dergelijke. Het voorwoord is uiteindelijk getypt door Irene en Joëlle, en het nawoord door Claudia. De bronnenlijst is ook door Claudia gemaakt.
Werkwijze We hebben eerst informatie gezocht op het internet en in de bibliotheek. Dat viel toch nog wel tegen voor sommigen van ons, omdat de meeste boeken in de bibliotheek uitgeleend waren. Het is natuurlijk precies 50 jaar geleden, en omdat er zoveel aandacht aan dit onderwerk werd besteed (documentaires, herdenkingen…) wilde iedereen meer over dit onderwerp weten. Gelukkig war er het internet ook veel te vinden. Aan het begin van een werkstuk zagen we er toch wel een beetje tegenop (‘nee hè….niet nog een!’) We hebben namelijk nog twee werkstukken. Maar uiteindelijk viel het toch wel mee, want als je eenmaal aan de gang bent gaat het een stuk beter. We hebben niet echt problemen gehad, al was er in het begin een beetje onenigheid over wie de lay-out zou doen: Helen of Claudia? Maar het was toch de bedoeling dat dat door twee mensen werd gedaan dus dat loste zichzelf al op. Verder de layout minder snel dan we verwacht hadden. De samenwerking verliep ook goed. Als we het onderzoek nog eens over zouden moeten doen zouden we het op dezelfde manier doen, want het ging prima. We hebben onze deelvragen allemaal beantwoord. Er zijn dus geen vragen blijven liggen. Er zijn ook tijdens het onderzoek geen nieuwe vragen bijgekomen.
We hebben allemaal met plezier aan dit werkstuk gewerkt en we hopen dat het de moeite waard was om te lezen! file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/nawoord.html (2 of 3) [11-5-2003 10:57:48]
Nawoord
»Terug naar de inhoudsopgave «
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/nawoord.html (3 of 3) [11-5-2003 10:57:48]
Bronnenlijst
»Terug naar de inhoudsopgave «
Bronvermelding Boeken: Het boek: ‘De Ramp’ de Nationale Uitgave. Geschreven,gepubliceerd en uitgegeven in Amsterdam, februari 1953. Uitgeverij: de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels (oud-Nederlands)
Het boek: Van nul tot nu,
deel 4: De vaderlandse geschiedenis vanaf 1940.
Auteur: Thom Roep Tekenaar: Co Loerakker Uitgeverij: Oberon Uitgegeven: Haarlem, 1987
Het boek: De Ramp Auteur: n.v.t. Uitgegeven in 1953
Het boek: Een zee van water Auteur: Rien Allewijn Uitgegeven in 1983
Tijdschriften: Het tijdschrift: National Geographic van februari 2003, blz. VI tot en met XIII (Romeinse cijfers), de Nederland-België versie.
Het tijdschrift: Kampioen van februari 2003, blz. 32 tot en met 39.
Weekbladen:
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/bronnen.html (1 of 2) [11-5-2003 10:57:48]
Bronnenlijst
Regionaal weekblad "IJsselpost" Datum: 19-03-2003
Sites: http://meteonet.nl/historie/daghistorieJan.htm http://people.zeelandnet.nl/voeveren/frameN.htm http://www.pzc.nl/ http://www.jobvdsande.nl/ www.delta2003.nl www.deltawerken.com www.nrc.nl www.pzh.nl http://www.zeeuwsarchief.nl/strijdtegenhetwater/rampcore.htm http://www.svsd.nl/ http://home.concepts.nl/~oeveren/foto2.htm http://www.mindef.nl/nieuws/persberichten/content/300103_ramp.html
»Terug naar de inhoudsopgave «
file:///d|/Mijn%20documenten/Comenius/Werkstukk...20gs%20watersnoodramp%20htmlpagina/bronnen.html (2 of 2) [11-5-2003 10:57:48]