Studiewijzer: aardrijkskunde Je werkt hierbij aan de kerntaken: 1: Assisteren bij het uitvoeren van het primaire onderwijs Werkproces 1.2 : bereidt de uitvoering van programma onderdelen voor Werkproces1.3: assisteert bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 1.4 Begeleidt leerlingen bij de uitvoering van programma onderdelen Inleiding en verantwoording Bij aardrijkskunde is het de bedoeling dat leerlingen zich een geografisch wereldbeeld vormen aan de hand van gebieden en met behulp van kaartvaardigheden. Oriëntatie op de wereld begint bij de directe leefomgeving. Beroepscontext Als onderwijsassistent kun je worden ingezet ter ondersteuning bij het vak aardrijkskunde. Denk aan het begeleiding van groepjes leerlingen of het ontwikkelen van lesmateriaal. Je hebt daarom kennis nodig over de inhouden van deze vakken en didactische vaardigheden en professionele houdingsaspecten om deze vakinhouden over te brengen aan de leerlingen. Leerinhouden 1
Topografische kennis: kennis van de kaart van Nederland: provincies, belangrijke steden, Wateren en deelgebieden.
2
Topografische kennis van Europa en de Wereld: de werelddelen, belangrijke landen, Wereldsteden, wateren, gebergten en vakantielanden
3
Landschapskennis
4
Kaartvaardigheden (atlas)
Didactische werkvormen: doceren, gespreksvormen, presentaties, opdrachtvormen, beeldmateriaal, vertellen, voorlezen, zelfstandig werken, onderzoek en computerspelen. EXAMINERING Wereldoriëntatie is een examenonderdeel van de opleiding Onderwijsassistent en wordt voor de leerinhouden afgesloten met een algemene kennistoets. PORTFOLIO: Voor Aardrijkskunde maak je beroepsproducten. Deze beroepsproducten laat je beoordelen en doe je in je portfolio bij de meest passende competentie.
Wat moet je doen om het kennisblok aardrijkskunde af te ronden? Verplicht: Topo toets Lesopdrachten Lessenserie topografische kennis Keuze uit: Presentatie: provincie, land of stad of themadoos. 1 beroepsproduct naar keuze uit: Werkstuk over een deelterrein van Aardrijkskunde. Aardrijkskunde en computerspelen en games. Maquette van een landschap. Onderzoek vakmethode aardrijkskunde. In lesweek 9 van de 3 de periode (kalender week 14) lever je de beroepsproducten in. In lesweek 10 van de 3 de periode (kalander week 15) is de topo toets. De vakdocent zal je informeren over de datum + tijdstip van de toets.
Verplicht beroepsproduct 1/2 BEROEPSPRODUCT: Lessenserie Aardrijkskunde Werkproces 1.2: Bereidt de uitvoering van programma onderdelen voor Werkproces 1.3: Assisteert bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 1.4: Begeleidt bij de uitvoering van programma onderdelen Didactische competentie en competentie in reflectie en ontwikkeling CONTEXT Als O.A.-er moet je activiteiten met gebruik van leermiddelen/materialen kunnen organiseren en begeleiden onder verantwoordelijkheid van een groepsleerkracht/docent. OPDRACHT Je gaat 2 lessen gericht op aardrijkskunde geven met behulp van een lesformulier en vakmethode en begeleidt leerlingen bij het uitvoeren van de daarbij behorende activiteiten. Je houdt rekening met het budget / materiaal en tijd, dat beschikbaar is voor de lessen. Je werkt met lesformulieren. ONDERSTEUNING Stagementor en vakdocent Friesland College BENODIGDHEDEN Naar eigen inzicht, in overleg met stagementor AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Als je activiteiten wil uitvoeren op een school dan moet je dit op tijd aangeven aan je stagementor. Zelf schrijf je na afloop van de twee lessen ook een reflectieverslag Beoordelingscriteria: Keuze activiteit
1 punt
Uitwerking lesformulier
3 punten
Organisatie en voorbereiding en uitvoering
4 punten
Reflectie
2 punten
Maximale score is 10 punten onvoldoende
8,9,10 punten : goed 6 en 7 punten: voldoende 5 punten en minder is
Beoordelingsformulier: Lessenserie Aardrijkskunde
Naamstudent: …………………………………………………………………… Naam vakdocent: …………………………………………………………………… Datum: CRITERIA: Keuze activiteit
1 punt
0
1
Uitwerking lesformulier
3 punten
0
1
2
3
Organisatie en voorbereiding en uitvoering
4 punten
0
1
2
3
Reflectie
2 punten
0
1
2
Maximale score is 10 punten onvoldoende
8,9,10 punten : goed 6 en 7 punten: voldoende 5 punten en minder is
EINDBEOORDELING: …punten MOTIVATIE VAN BEOORDELING:
PLAATS:
HANDTEKENING DOCENT:
4
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Verplicht 2/2 Presentatie: land, provincie of stad of themadoos BEROEPSPRODUCT :PRESENTATIE: LAND, PROVINCIE OF STAD Je werkt hierbij aan de kerntaken: 1: Assisteren bij het uitvoeren van het primaire onderwijs Werkproces 1.2 : bereidt de uitvoering van programma onderdelen voor Werkproces1.3: assisteert bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 1.4 Begeleidt leerlingen bij de uitvoering van programma onderdelen Didactische competentie en competentie in reflectie en ontwikkeling CONTEXT Iedereen heeft wel een land, plaats of provincie waar hij of zij zich tot aangetrokken voelt. Dat kan je geboorteplaats zijn of een land waar je naar toe bent geweest op vakantie OPDRACHT: Je gaat een land of provincie of stad promoten De presentatie duurt minimaal 15 min. en max. 30 min. Zorg dat er voldoende afwisseling is, je kunt ook gebruik maken van diverse werkvormen. BENODIGDHEDEN Naar eigen inzicht AFSPRAKEN I EVALUATIE I BEOORDELING Je wordt op de volgende onderdelen beoordeeld: diverse werkvormen, duidelijkheid, kennis van het onderwerp, taalgebruik, verstaanbaarheid, oogcontact, mimiek en functionele gebaren en de planning.
Beoordelingsformulier presentatie land ,provincie of stad Naam student Onderwerp: Beoordelingscriteria: Werkvormen
0
1
2
Duidelijke presentatie
0
1
2
Kennis van het onderwerp
0
1
2
Het taalgebruik is respectvol, doelgericht en concreet.
0
1
2
De spreker is verstaanbaar.
0
1
2
De spreker gebruikt gevarieerd stemvolume en spreektempo.
0
1
2
De spreker kijkt het publiek wisselend aan.
0
1
2
De spreker maakt gebruik van mimiek en functionele gebaren.
0
1
2
De planning.
0
1
2
In totaal kan je 18 punten krijgen. 18 punten = uitstekend. 17,16 & 15 punten = goed 14,13 & 12 punten = voldoende 11 punten en minder = onvoldoende Totaal aantal punten……….
Onvoldoende / Voldoende / Goed / Uitstekend.
Toelichting beoordeling
Naam beoordelaar: Handtekening:
Datum:
Verplicht 2/2 Presentatie: land, provincie of stad of themadoos Beroepsproduct: Themadoos Je werkt hierbij aan de kerntaken: 1: Assisteren bij het uitvoeren van het primaire onderwijs Werkproces 1.2: bereidt de uitvoering van programma onderdelen voor Werkproces1.3: assisteert bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 1.4 Begeleidt leerlingen bij de uitvoering van programma onderdelen Didactische competentie en competentie in reflectie en ontwikkeling CONTEXT Een themadoos is een doos of een kist of een koffer waarin verschillende materialen en opdrachten zitten die door leerlingen individueel of in groepjes gemaakt kunnen worden. Een belangrijk kenmerk is dat leerlingen er vrij zelfstandig mee kunnen werken. Leskisten sluiten qua inhoud aan bij de belevingswereld van leerlingen en moeten zo mogelijk actueel zijn. Bij een leskist hoort een docentenhandleiding, een beschrijving van aantrekkelijke opdrachten ( met antwoorden in de docentenhandleiding) Duidelijke instructiekaarten voor leerlingen en reflectieformulieren voor leerlingen zijn natuurlijk ook aanwezig. Mogelijke inhoud van de leskist: : 3-dimensionale objecten ( natuurlijke materialen), platen, kaarten, foto’s, teksten uit boeken en kranten, video’s of Dvd’s, spelvormen ( b.v. kwartet, rollenspel), materiaal voor proefjes, cd-rom's etc. OPDRACHT Maak een themadoos over bijvoorbeeld een land of provincie Wat moet er in de themadoos zitten? Platen/kaarten. Materialen uit het gekozen land of provincie Foto’s, Boeken ( voorlees boeken of informatieve boeken) of artikelen uit kranten en tijdschriften. Dvd’s of links naar filmpjes op internet. ( Vermeld er wel bij waar het filmpje over gaat.) http://www.schooltv.nl/beeldbank/ Een spelvorm bijvoorbeeld een kwartetspel of rollenspel. Vier aantrekkelijke werkbladen. Docentenhandleiding. Wat moet er in de docentenhandleiding zitten? Voor welke thema en doelgroep je hebt gekozen. Wat zit er allemaal in de themadoos? ( Een overzichtelijke lijst, je noteert wat er allemaal in de themadoos zit.) Leerinhouden. Wat leren de leerlingen doormiddel van de themadoos?
De werkbladen + antwoorden. Achtergrond informatie over het thema. Websites waar de docenten extra informatie kunnen vinden. BENODIGDHEDEN Naar eigen inzicht, zie mogelijke inhoud leskist I themakist
AFSPRAKEN I EVALUATIE I BEOORDELING Criteria Originaliteit/aantrekkelijkheid voor de doelgroep. Speel- en leermogelijkheden. Informatie gehalte. Docentenhandleiding. Sluit de themadoos aan bij de doelgroep. Komt het thema duidelijk naar voren. Verzorging en netheid.
Per onderdeel kan je maximaal 2 punten krijgen. In totaal kan je dus 14 punten behalen. 0 t/m 7 punten = onvoldoende. 8 t/m 10 punten = voldoende. 11 t/m 13 punten = goed. 14 punten = uitstekend.
BEOORDELINGSFORMULIER ONDERWIJSASSISTENT NAAM STUDENT: NAAM VAKDOCENT: NAAM BEROEPSPRODUCT: Themadoos. BEOORDELINGSCRITERIA: Originaliteit / aantrekkelijkheid voor de doelgroep.
0
1
2
punten.
Speel- en leermogelijkheden.
0
1
2
punten.
Informatief gehalte.
0
1
2
punten.
Docentenhandleiding.
0
1
2
punten.
Sluit de themadoos aan bij de doelgroep.
0
1
2
punten.
Komt het thema duidelijk naar voren.
0
1
2
punten.
Verzorging en netheid.
0
1
2
punten.
Per onderdeel kan je maximaal 2 punten krijgen. In totaal kan je dus 14 punten behalen. 0 t/m 7 punten = onvoldoende. 8 t/m 10 punten = voldoende. 11 t/m 13 punten = goed. 14 punten = uitstekend.
Eindbeoordeling:
U
Toelichting beoordeling:
PLAATS: HANDTEKENING BEOORDELAAR:
G
V
O
..….. punten.
Beroepsproduct naar keuze 1 / 4 Beroepsproduct Werkstuk aardrijkskunde 1: Assisteren bij het uitvoeren van het primaire onderwijs Werkproces 1.2: bereidt de uitvoering van programma onderdelen voor Werkproces1.3: assisteert bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 1.4 Begeleidt leerlingen bij de uitvoering van programma onderdelen Didactische competentie en competentie in reflectie en ontwikkeling CONTEXT Je gaat een werkstuk maken over een deelterrein van aardrijkskunde. Kies een onderwerp dat je belangstelling heeft. Onderwerpen voor werkstuk deelterrein aardrijkskunde: bv waterzuivering, continenten, migratie, Weer en klimaat, de bodem, het heelal, vulkanen, woestijnen, regenwouden, China en Japan, Arm en rijk, hulpverleningsinstanties in de wereld, Europese Unie,.( keuze in overleg met de docent) OPDRACHT Kies een deelterrein, maak een plan van aanpak en overleg met je vakdocent over je keuze en plan van aanpak. Na het overleg ga je het werkstuk maken en als je klaar bent laat je het werkstuk beoordelen door de vakdocent. Bij gebruik van het internet en boeken vermeld je de bronnen. BENODIGDHEDEN EN ONDERSTEUNING Tijdens kennisblok Wereldoriëntatie Internet en docentenhandleidingen bij de vakmethoden. Je stagebegeleider AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Het werkstuk wereldoriëntatie wordt beoordeeld door de desbetreffende vakdocent. We gaan er van uit dat je zorgt voor een netjes, overzichtelijk werkstuk en correct taalgebruik. Beoordelingscriteria Motivatie keuze
1 punt
Plan van aanpak
1 punt
Selectie en vermelding van informatiebronnen
1 punt
Hoofdstukindeling
1 punt
Relevante en juiste informatie( kwaliteit)
4 punten
Authenticiteit/eigenheid
2 punten
8,9 en 10 punten is: goed
6 en 7 punten: voldoende 5 punten en minder is onvoldoende
Beoordelingsformulier: Werkstuk deelterrein van aardrijkskunde
Naam student: Naam vakdocent Datum: CRITERIA: Motivatie keuze
1 punt
0
1
Plan van aanpak
1 punt
0
1
Selectie en vermelding van informatiebronnen 1 punt
0
1
Hoofdstukindeling
1 punt
0
1
Relevante en juiste informatie( kwaliteit)
4 punten
0
1
2
Authenticiteit/eigenheid
2 punten
o
1
2
8,9 en 10 punten is: goed
Aantal punten: Goed
6 en 7 punten: voldoende
voldoende
MOTIVATIE BEOORDELING
HANDTEKENING VAKDOCENT
onvoldoende
3
4
5 punten en minder is onvoldoende
Beroepsproduct naar keuze 2/4 BEROEPSPRODUCT: AARDRIJKSKUNDE EN COMPUTERSPELEN / GAMES Je werkt hierbij aan de kerntaken: 1: Assisteren bij het uitvoeren van het primaire onderwijs Werkproces 1.2: bereidt de uitvoering van programma onderdelen voor Werkproces1.3: assisteert bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 1.4 Begeleidt leerlingen bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 3.4: Evalueert en rapporteert bevindingen Didactische competentie en competentie in reflectie en ontwikkeling CONTEXT: Computerspelletjes / games zijn niet meer weg te denken zijn uit onze maatschappij. Op zijn minst heeft iedereen er al van gehoord. En heel wat jongeren spelen ze. Gamen is een spel spelen op de computer of een gameconsole zoals PS, X-box, game boy. Het is bedoeld om je te vermaken, maar er zijn ook educatieve games, Er zijn veel voordelen aan het gamen. Sommige onderzoekers beweren dat mensen die gamen een voorsprong hebben op de niet gamers als het op leren aankomt. Gamers kunnen zich over het algemeen beter concentreren en hebben meer doorzettingsvermogen. OPDRACHT: Je gaat een werkstuk maken over het gebruik van computerspelen / games bij het vak aardrijkskunde en je laat aan je medestudenten een spel spelen. Je geeft in het werkstuk een antwoord op onderstaande vragen 1 2 3 4 5 6
Wat voor soort (genres) zijn er te onderscheiden? Aan welke voorwaarden moet een goed, educatief aardrijkskundig game voldoen? Wat is eigenlijk een educatieve game Aan welke randvoorwaarden moet de school voldoen voordat je kunt gamen in het onderwijs? Wat is je rol als onderwijsassistent tijdens de gameles? Maak een Database met aardrijkskundige games
Kies daarna een game uit dat je medeklasgenoten kunnen spelen: bv Waterbusters, Honoloko of? BENODIGDHEDEN Naar eigen inzicht AFSPRAKEN I EVALUATIE I BEOORDELING Voor het werkstuk: ·Vormgeving, inleiding en evaluatie Beantwoorden vragen (inhoud) Correct formuleren Voor het gamen
Tips en tops van medecursisten en START reflectie
Beoordelingsformulier AARDRIJKSKUNDE EN COMPUTERSPELEN / GAMES Naam student:
Naam docent:
Datum:
Handtekening docent
Beoordelingscriteria: Voor het werkstuk:
Vormgeving
0
1
2
punten
Inleiding en evaluatie
0
1
2
punten
Beantwoorden vragen (inhoud)
0
1
2
Correct formuleren
0
1
2 pnt
8,9 en 10 punten is : goed
6 en 7 punten: voldoende
BEOORDELING: aantal punten
O
3
4 pnt
5 punten en minder is onvoldoende V
G
Voor het gamen: ·Vraag aan je mede cursisten om tips en tops en maak zelf een start reflectie TIPS EN TOPS FORMULIER Feedback voor……………………………………………………. Feedback van……………………………………………………… Dit vond ik echt goed bij jou
Dit zou ik de volgende keer anders / beter / meer willen
START reflectie S
Beschrijf de aanleiding en het doel van de opdracht
T
Beschrijf de taak die je had en je rol daarin
A
Beschrijf de activiteiten die achtereenvolgens zijn ondernomen in het kader van deze opdracht
R
Beschrijf het resultaat van de opdracht en hoe de les is ontvangen door je medecursisten (Tips & Tops) Wat is de leeropbrengst voor je zelf geweest en kan je leerdoelen formuleren?
T
Beroepsproduct naar keuze 3 / 4 BEROEPSPRODUCT: Maquette van een landschap Je werkt hierbij aan de kerntaken: 1: Assisteren bij het uitvoeren van het primaire onderwijs Werkproces 1.2: bereidt de uitvoering van programma onderdelen voor Werkproces1.3: assisteert bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 1.4 Begeleidt leerlingen bij de uitvoering van programma onderdelen Didactische competentie en competentie in reflectie en ontwikkeling CONTEXT: Een Maquette is een visualisering, het is een vertaling van een gedachte naar een beeld en wordt gebruikt om gesproken taal en lesstof te verduidelijken en te ondersteunen. OPDRACHT: Je gaat een maquette van een door jezelf uitgekozen landschap maken. Deze 3D visualisatie techniek moet een goede indruk van het gekozen landschap weergeven. Het moet een hulpmiddel zijn om uit te leggen hoe een landschap eruit ziet Het leuke van een maquette van landschap maken is dat de uitwerking iets vertelt iets over jou kijk op de wereld. Er zijn een heleboel soorten landschappen; bv. berglandschap, polderlandschap. Zandlandschap hoogveenlandschap laagveenlandschap,savanne,tropisch regenwoud, vulkanen, zeekleilandschap rivierkleilandschap lösslandschap, duinlandschap, Keus genoeg Zorg voor een mooie maquette, waarop veel is te zien en met zorg aangewerkt is.
BENODIGDHEDEN Naar eigen inzicht AFSPRAKEN I EVALUATIE I BEOORDELING Beoordeling door de vakdocent Beoordelingscriteria: Aantrekkelijkheid, eigen idee en ontwerp, duidelijkheid en correctheid van het weergegeven landschap,
Beoordelingsformulier:Maquette van een landschap Naam cursist:
Naam docent:
Datum:
Handtekening docent
.Aantrekkelijkheid / Creativiteit 2=maquette is goed qua vorm en compositie en het kleurgebruik is passend bij het landschap en is uitnodigend en trekt de aandacht 1=de maquette is voldoende qua vorm en compositie en het kleurgebruik is meestal passend bij het landschap 0=de maquette laat zien dat er niet een keuze is gemaakt voor vorm en compositie. Het kleurgebruik is niet specifiek passend bij het landschap e.Eigen idee, ontwerp 2=de maquette is origineel en verrassend 1=de maquette is algemeen en laat minimale eigen inbreng zien 0= de maquette is algemeen en laat geen eigen inbreng zien f.Duidelijkheid van het thema 2=met één oogopslag is duidelijk wat het landschap is 1=het landschap is weergegeven 0= de maquette geeft niet duidelijk het landschap weer g.Verzorging, netheid 2= de maquette ziet er heel verzorgd en netjes uit 1= de maquette ziet er verzorgd en netjes uit er zijn wel aandachtspunten voor verbetering 0=de maquette maakt een onverzorgde indruk h.Informatie gehalte 2= de maquette nodigt uit tot het opdoen van
Motivatie gegeven punten
informatie 1=de maquette heeft mogelijkheden tot het opdoen van informatie 0=de maquette nodigt niet uit tot het opdoen van informatie 8,9 en 10 punten is : goed
6 en 7 punten: voldoende
5 punten en minder is onvoldoende
Beroepsproduct naar keuze 4 / 4 BEROEPSPRODUCT Onderzoek vakmethode aardrijkskunde Onderzoek: Leermethode wereldoriëntatie Je werkt hierbij aan de kerntaken: 1: Assisteren bij het uitvoeren van het primaire onderwijs Werkproces 1.2: bereidt de uitvoering van programma onderdelen voor Werkproces1.3: assisteert bij de uitvoering van programma onderdelen Werkproces 1.4 Begeleidt leerlingen bij de uitvoering van programma onderdelen Didactische competentie en competentie in reflectie en ontwikkeling CONTEXT Er bestaan veel verschillende methoden waarin leren zo aantrekkelijk en effectief mogelijk wordt gemaakt, ook voor leerlingen die hier moeite mee hebben. Maar hoe aantrekkelijk een methode ook is, het echte leren kun je pas echt zien op de basisschool zelf, als leerlingen en leerkracht en onderwijsassistent samen bezig zijn met het onderwijzen van leerlingen. OPDRACHT Elke basisschool heeft een keuze gemaakt welke methoden gebruikt worden Soms hebben basisscholen geen bestaande methode, maar wel een uitgewerkt plan van aanpak. Je gaat je verdiepen in de leermethode die je BPV school gebruikt. Je verwerkt onderstaande vragen en opdrachten in een verslag dat je toevoegt aan jouw portfolio. Je begint met het vermelden van de naam van de methode en het verzamelen van de leerboeken en materialen die bij de methode horen Vermeld de kerndoelen Welke materialen worden gebruikt? Geef minimaal een omschrijving van de materialen die in jouw groep gebruikt worden. Wat zijn de belangrijkste kenmerken en doelstellingen van de methode. Hoe is de opbouw van de methode? Wat is de werkwijze? Beschrijf een voorbeeld van een les Wordt er rekening gehouden met verschillen tussen kinderen? Wat vind je zelf van de methode
BENODIGDHEDEN EN ONDERSTEUNING Tijdens kennisblok Wereldoriëntatie
Internet en docentenhandleidingen bij de vakmethoden. AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Het verslag van de vakmethode wereldoriëntatie wordt beoordeeld door de desbetreffende vakdocent. of stagementor
Beoordelingscriteria - inhoud (materiaal,opbouw,kenmerken,doelstellingen,kerndoelen)
5 pnt.
- werkwijze, lesvoorbeeld en verschillen tussen kinderen
3 pnt
- Reflectie en eigen mening.
2 pnt.
Maximale score is 10 punten 8,9 en 10 punten is : goed 6 en 7 punten: voldoende 5 punten en minder is onvoldoende
BEOORDELINGSFORMULIER ONDERWIJSASSISTENT NAAM Student: DOCENT: Beroepsproduct: Onderzoek vakmethode aardrijkskunde Beoordelingscriteria - inhoud (materiaal, opbouw, kenmerken, doelstellingen, kerndoelen) 1 2
3
- werkwijze, lesvoorbeeld en verschillen tussen kinderen
1
2
3
- Reflectie en eigen mening.
1
2
4
5 pnt. pnt pnt.
Maximale score is 10 punten 8,9,10 punten: goed
6 en 7 punten : voldoende
EINDBEOORDELING :
G
OPMERKINGEN :
PLAATS
:
DATUM
:
HANDTEKENING BEOORDELAAR:
V
O
5 punten en minder is onvoldoende.
aantal punten: