WERKPAKKET IV
ELEKTRONISCHE MARTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
4 WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN 4.1
INLEIDING ................................................................................................................................. 80
4.1.1
Cijfers en feiten over de koelketen....................................................................................... 80
4.1.2
Actuele ontwikkelingen op de koel- en diepvriesmarkt ....................................................... 80
4.1.3
Algemene informatie over logistieke marktplaatsen ........................................................... 81
4.1.4
Geringe benutting van opslagcapaciteit als onbenut potentieel ........................................ 82
4.1.5
Elektronische marktplaats als oplossing ............................................................................. 83
4.1.6
De doelstellingen in één oogopslag ..................................................................................... 85
4.2
METHODIEK .............................................................................................................................. 86
4.3
ANALYSE ................................................................................................................................... 87
4.3.1
Resultaten van marktenquête .............................................................................................. 87
4.3.2
Resultaten van de experts enquête ..................................................................................... 90
4.3.2.1
Voordelen ...................................................................................................................... 90
4.3.2.2
Bezwaren ...................................................................................................................... 90
WAT ZEGGEN DE EXPERTS? ................................................................................................................... 92 4.4
KENMERKEN VAN EEN ELM VOOR KOELCAPACITEITEN .................................................................... 93
4.5
VOORUITBLIK ............................................................................................................................. 94
79
WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
4.1 Inleiding Auteurs: Raphael Heereman von Zuydtwyck, Frederic Krehl
In het navolgende hoofdstuk krijgt de lezer een korte inleiding over het thema “Elektronische marktplaats voor koelcapaciteiten” evenals over de internationale koelmarkt. Vervolgens wordt aan de hand van het conceptionele model de werking van een elektronische logistieke marktplaats (ELM) voor koelcelcapaciteiten (CSC) beschreven. Tenslotte worden de doelstellingen van het werkpakket vermeld.
4.1.1 Cijfers en feiten over de koelketen De levensmiddelkoelketen is verantwoordelijk voor ca. 2,4% van de CO2-uitstoot. 40% van alle levensmiddelen moet worden gekoeld en heeft daarvoor 15% van de wereldwijd opgewekte elektrische energie nodig [32]. Vooral op het gebied van opslag van gekoelde en diepgevroren levensmiddelen zijn er discrepanties tussen de daadwerkelijk benutte capaciteiten en de uitbreiding ervan door de nieuwbouw van koelhuizen, waarvoor aanzienlijke middelen worden Soorten koelhuizen gebonden. Want enerzijds zijn Duitse koelcellen gemiddeld De markt kan in bedrijfsinterne maar voor ongeveer 77% van de beschikbare capaciteit vol koelhuizen en dienstverlenende [2]. Anderzijds worden er echter jaarlijks alleen al in koelhuizen worden oververdeeld. Duitsland nieuwe koelcapaciteiten voor meer dan 600.000 Bedrijfsinterne koelhuizen, ook „particuliere koelhuizen“ genoemd, europallets gebouwd. Wanneer de aanwezige capaciteit worden door bedrijven ingericht om sterker kan worden benut, zou dit tot een duurzaam hun eigen behoefte te dekken. intelligenter gebruik voor de toegepaste energie leiden. Er Dienstverlenende koelhuizen, ook kan van worden uitgegaan dat concurrenten ten behoeve „openbare koelhuizen“ genoemd, van het behoud van de autonomie eigen koelcapaciteiten bieden professioneel koelruimte en bouwen om niet afhankelijk te zijn van dienstverleners. daarmee verbandhoudende diensten Onderzoeken laten bovendien vermoeden dat verladers en aan. dienstverleners in het kader van de koelsupplychain door hogere transparantie en een openere omgang met beschikbaar gestelde capaciteiten in de toekomst synergieën zouden kunnen realiseren, waarvan alle marktdeelnemers zouden kunnen profiteren. Verborgen omzetpotentiëlen door het aanbieden van vrije koelopslagcapaciteiten zijn voor de verladers een extra prikkel naast de mogelijkheid om energiekosten en CO2-uitstoot te besparen.
4.1.2 Actuele ontwikkelingen op de koel- en diepvriesmarkt Wereldwijd zijn koelcapaciteiten gedurende de afgelopen jaren aan een constante groei onderhevig. India en China bijvoorbeeld nemen meer dan de helft van de globale groei voor hun rekening met jaarlijkse groeipercentages van meer dan 100% in de jaren 2008 en 2009 [33]. Ook in hooggeïndustrialiseerde landen zoals bijv. Duitsland en de Verenigde Staten stijgt de hoeveelheid koelruimte met 75 resp. 8% in dezelfde periode [33]. Omdat de consumptie van gekoelde en
80
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
diepgevroren levensmiddelen wereldwijd toeneemt, kan met een voortzetting van deze trend rekening worden gehouden. Prognoses gaan uit van 3,4% groei per jaar op het gebied van conveniencefood tot aan 2019, dat het grootste gedeelte van temperatuurgeregelde levensmiddelen uitmaakt en dient daarmee een globale omzet van 84,6 miljard USD (66 miljard Euro) te realiseren [34]. Er moet ook rekening worden gehouden met producten die weliswaar ongekoeld aan de uiteindelijke klant worden verkocht, maar in het kader van de supply chain worden gekoeld of bevroren worden getransporteerd of opgeslagen. Zo worden ongebakken deegstukken in grote bakkerijen geproduceerd en vervolgens gekoeld aan filialen geleverd, waar ze tot brood of broodjes worden opgebakken. Verder zijn er ook buiten de levensmiddelbranche koelcapaciteiten nodig, bijv. voor snijbloemen of farmaceutische producten. Daardoor wordt de sector koelopslag steeds belangrijker.
4.1.3 Algemene informatie over logistieke marktplaatsen Elektronische transportmarktplaatsen (ook vrachtenbeurzen of logistieke platforms genoemd) dienen in principe voor de kortetermijnaanpassing van aanbod en vraag wat betreft transportcapaciteiten in het professionele goederenverkeer. Bedrijven die eigen opdrachten zelf niet kunnen of willen uitvoeren, kunnen deze op een Emarktplaats aanbieden. Bedrijven die op een bepaald moment op een bepaalde plaats vrije transportcapaciteiten niet zelf kunnen bedienen, vinden eventueel op de marktplaats wat ze zoeken. De spotmarkt bedient zodoende spontane transacties in de transportsector, anders dan op een marktplaats voor contractlogistiek, waarop middellange- tot langetermijnovereenkomsten worden uitgeschreven en uitonderhandeld. Vrachtprijzen worden tussen aanbieder en navrager meestal per telefoon uitonderhandeld. Gebruikers van de platforms zijn overwegend vrachtwagenexpediteurs en vrachtvervoerders. Naast speciale platforms bijv. voor pakketdienstverleners, rederijen, particulieren en spoorwegverkeersondernemingen plaatsen enkele E-marktplaatsaanbieders hun focus of bijzondere randmarkten zoals bijv. op bulkgoederen, koeltransporten, gevaarlijke stoffen of siloproducten. Andere alternatieve oplossingen en onderzoeksprojecten combineren resp. synchroniseren doelgroepen (gecombineerd vervoer) of sturen de toewijzing van deelladingen van samenwerkende expeditiebedrijven via een centraal algoritme [35]. Aanvullende services van de vrachtbeurzen zijn bijv. vrachtwagentrackingoplossingen, prijsberekeningstools of plattforms voor opslag- en logistieke capaciteiten. Belangrijke voorwaarden voor de gebruikers van een vrachtbeurs zijn een intuitieve bediening, de keuze van zo veel mogelijk talen, het veilig stellen van de vrachtbetalingen en IT-zekerheid. De aanzienlijke voordelen van elektronische marktplaatsen in vergelijking met een telefonische bemiddeling zijn: de toegang tot een grotere ondernemerspool (over het algemeen internationaal), de actuele databeschikbaarheid via opdrachten en capaciteiten evenals de lage transactiekosten door eenvoudige handling en tijdsbesparing. Afzonderlijke expediteurs en vervoerders benutten vandaag de dag vrachtbeurzen, om onbeladen ritten te voorkomen en om de eigen laadruimtecapaciteit optimaal te benutten. Een verlaging van de CO2uitstoot wordt door het gebruik van conventionele E-marktplaatsen vanuit macro-economisch opzicht echter niet bereikt. Het gaat hier meer om een herverdeling van transportorders. De macro-economische benutting van laadruimten blijft gemiddeld over de branchevoorziening verregaand onveranderd [36]. Samengevat kunnen elektronische marktplaatsen in de logistiek worden onderverdeeld in spotmarktplaatsen voor kortetermijnopdrachten en aanbestedingsplatforms voor opdrachten op
81
WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
middellange tot lange termijn. Het doel van beide is onder andere het vergroten van de markttransparantie. Spotmarktplaatsen voor opslagcapaciteiten spelen vandaag de dag nog een ondergeschikte rol. Op de beschreven platforms kunnen gebruikers reeds informatie over eigen opslagcapaciteiten zoals bijv. aard, grootte, eigenschappen aangeven. Het gaat hierbij echter om statische gegevens, die niet het actuele aanbod aan opslagruimte en de vraag daarnaar weergeven.
4.1.4 Geringe benutting van opslagcapaciteit als onbenut potentieel Seizoensafhankelijke effecten, schommelingen in de vraag, kortstondige trends, bullwhip-effect of andere niet te voorziene aspecten die van invloed zijn leiden normaal gesproken tot enorme schommelingen van de bestanden in supply chains [37] en zodoende ook in de benutting van opslagcapaciteiten. Op fasen van grote voorraden volgen fasen met lage voorraden. Om dus ook in piektijden voldoende opslagcapaciteit beschikbaar te hebben, worden magazijnen ver boven de gemiddeld vereiste opslagcapaciteit gedimensioneerd. In bepaalde perioden van jaar blijven daardoor grote delen van de opslagruimte onbenut. Volgens een onderzoek van het Verband der Deutschen Kühlhäuser und Kühllogistikunternehmen e.V. (VDKL) is 22% van de koelruimte in Duitsland onbenut [38]. Dit capaciteitspercentage is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd, hoewel de vraag naar koelcapaciteit, zoals reeds werd beschreven, constant is gestegen. Op de stijging in de vraag werd dus met uitbreiding van de koelruimte door nieuwbouw gereageerd. De capaciteitsbenutting bleef hierbij op een vergelijkbaar niveau. Met name bij koelhuizen leidt dit echter tot enorme kosten, een hoog energieverbruik en veel CO2-uitstoot.
Figuur 20: Op maximale capaciteit ingerichte koelhuizen met lage gemiddelde capaciteitsbenutting
82
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
Figuur 21: Door de capaciteitsbenutting te optimaliseren hoeven er minder koelhuizen worden geëxploiteerd Hier zijn nog onbenutte potentiëlen beschikbaar om te optimaliseren. Exploitanten van koelhuizen zouden alleen al vanuit monetair opzicht geïnteresseerd moeten zijn in een zo groot mogelijke capaciteitsbenutting van hun opslagruimte. Enerzijds moeten de koelhuizen ook bij geringe capaciteitsbenutting nog steeds volledig gekoeld worden. Tegenover de vaste kosten voor het koelen staat dus een lagere omzet. Ten tweede is het koelen van een vol koelhuis energetisch efficiënter dan het koelen van een half leeg koelhuis. Naast het economische effect heeft een hogere capaciteitsbenuttingsgraad ook een ecologisch effect. Bij een hogere capaciteitsbenutting wordt de CO2uitstoot over meerdere opgeslagen eenheden verdeeld. De CO2-voetprint per opgeslagen eenheid daalt dus. Daarnaast zou door een geoptimaliseerd gebruik van de aanwezige koeloppervlakte de bouw van nieuwe koelruimten tijdelijk van de toenemende vraag naar koelruimte worden los gekoppeld (zie Figuur 21). Wanneer men eerste de nog onbenutte potentiële van vrije koelcapaciteiten benut, zou er ook wanneer de vraag steeds verder stijgt mindere nieuwe koelruimte hoeven te worden gebouwd. Op een branchebreed niveau houdt dat een enorme verbetering van de ecologische balans in [39].
4.1.5 Elektronische marktplaats als oplossing Hoe kan nu dus de capaciteitsbenutting van een particuliere koelopslag worden verhoogd, wanneer de eigen supply chain onderhevig is aan schommelingen. De schommelingen in verschillende supply chains zijn meestal niet overal gelijk, maar doen zich op andere tijden voor. In de maanden waarin een bedrijf zijn laagste opslagcapaciteitsbenutting heeft, kan dus een ander bedrijf juist een fase met hoge capaciteitsbenutting te zien geven. Daaruit vloeit als mogelijke oplossing voort om vrije capaciteiten gedurende een fase met ondercapaciteitsbenutting aan andere bedrijven te verhuren. Tevens kunnen bedrijven in fasen met hoge capaciteitsbenutting extra opslagcapaciteiten bij andere bedrijven huren. Door een dergelijke horizontale samenwerking zouden alle partijen kunnen profiteren. Het verhurende bedrijf kan door het verhuren van de niet benodigde koelruimte extra omzet genereren. Omdat het verhuren van opslagruimte eventueel niet de corebusiness van deze bedrijven is, maar slechts dient om de dekkingsbijdrage te verhogen, kunnen koelcapaciteiten aanzienlijk voordeliger worden aangeboden
83
WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
dan door een dienstverleningskoelhuis. Daardoor profiteert ook het hurende bedrijf dat zodoende kan beschikken over voordelige koelruimte en dat zodoende flexibel kan reageren op fasen met hoge opslagcapaciteitsbenutting. Natuurlijk vindt men niet altijd een passende partner in zijn directe omgeving. Daarom is het des te belangrijker om transparantie op de markt te bereiken wat betreft vrije particuliere koelruimte. Hoe groter de transparantie is, des te waarschijnlijker is het dat bedrijven kunnen worden gevonden voor horizontale samenwerkingsverbanden. Hoe meer bedrijven er deelnemen aan een dergelijk systeem, des te beter kunnen de diverse schommelingen van het grote aantal supply chains elkaar overlappen. De opslagcapaciteitsbenutting van de afzonderlijke deelnemers neemt toe waardoor de beschikbare opslagruimte efficiënter benut wordt. Een mogelijkheid om deze benodigde transparantie te bereiken, is het opzetten van een elektronische marktplaats voor koelcapaciteiten. Hiermee kunnen bedrijven in fasen van ondercapaciteit, vrije koelcapaciteiten eenvoudig, snel en actueel aanbieden op de markt. Tegelijkertijd krijgen potentiële klanten een transparant overzicht van vrije capaciteiten op de markt en zijn niet meer uitsluitend aangewezen op koelhuisdienstverleners. Hoe meer aanbieders en potentiële klanten er dan aan een dergelijk ELM deelnemen, des te waarschijnlijker is het dat de schommelingen van de verschillende supply chains elkaar in het tijdsverloop overlappen en zodoende interfereren.
84
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
4.1.6 De doelstellingen in één oogopslag Een elektronische marktplaats voor koelcapaciteiten zou de volgende positieve effecten hebben op betrokken bedrijven: • • •
Bedrijven met particuliere koelhuizen kunnen zonder grote financiële inspanningen hun omzet vergroten, doordat ze vrije koelcapaciteiten op de markt aanbieden. Bedrijven die op korte termijn koelruimte nodig hebben, krijgen toegang tot een uitgebreider aanbod dan tot dusverre. Door een ELM neemt het aantal standplaatsen toe, waar vrije capaciteiten kunnen worden opgeslagen. Daardoor neemt ook de waarschijnlijkheid toe dat er vrije koelcapaciteiten kunnen worden gevonden, die dichter bij de geografisch optimale opslag plaats liggen.
Voor de totale koelbranche wordt het volgende voorspeld: •
•
Op brancheniveau kan de uitbreiding van opslagcapaciteiten door nieuwbouw ten dele worden losgekoppeld van de permanent stijgende vraag, omdat bestaande opslagcapaciteiten efficiënter worden benut. Nieuwe koelruimte hoeft dus pas op een later tijdstip of in een geringere mate nieuw te worden gebouwd. Dat heeft zijn op beurt rechtstreeks gevolgen voor de ecologische balans binnen de branche. Door een hogere capaciteitsbenutting van de koelhuizen kunnen deze energie-efficiënter worden geëxploiteerd. Dalende energiekosten en een verbeterde CO2-voetprint zijn hiervan het gevolg.
Gelet op de genoemde voordelen lijkt een ELM voor CSC theoretisch zinvol. Desondanks is er momenteel nog geen beurs die alle koelcapaciteiten dekt. In het kader van het project Green2 dienen daarom de volgende vragen te worden beantwoord: • • • •
Welk standpunt hebben marktpartijen ten aanzien van een ELM voor koelcapaciteiten? Hoe gedragen marktpartijen zich bij over- resp. onderbenutting van de capaciteit van hun koelhuis? Welke bezwaren hebben marktpartijen tegenover een ELM voor koelcapaciteiten? Wat zou een elektronische marktplaats (ELM) voor koelcapaciteiten (CSC) moeten bieden om attractief te zijn?
Op deze manier dienen de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan het concept model te worden getoetst om vervolgens toekomstige businessmodellen van een ELM te kunnen ontwikkelen en op de markt te kunnen introduceren.
85
WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
4.2 Methodiek In twee enquêtes werden zowel dienstverleningskoelhuizen als exploitanten van koelhuizen voor eigen professionele doeleinden (bijv. voor de koel- of diepgevroren opslag van eigen producten, zogenaamde bedrijfsinterne koelhuizen) uit Nederland en Duitsland geënquêteerd. Nadat in de eerste enquête in de periode van november tot december 2013 in totaal 156 Duitse en Nederlandse koelhuizen rechtstreeks werden gecontacteerd, hetgeen een antwoordpercentage van 10,2% (16) opleverde, werden bij de tweede enquête 501 relevante bedrijven uit de klantenpool van de projectpartner TimoCom aangesproken. Vervolgens 9,78% van de van de aangesproken bedrijven deel (49). Het vragenformulier is gebaseerd op de volgende drie onderzoeksvragen en bestond in detail uit 8 afzonderlijke vragen:
• • •
Welk standpunt hebben marktpartijen ten aanzien van een ELM voor koelcapaciteiten? Hoe gedragen marktpartijen zich bij te hoge resp. te lage capaciteitsbenutting van hun koelhuis? Welke bezwaren hebben marktpartijen tegenover een ELM voor koelcapaciteiten?
De afzonderlijke vragen van het vragenformulier luidden als volgt: • • • • • • • •
Ziet u een behoefte aan een elektronische marktplaats voor koelcapaciteiten in de toekomst? Hoe zou u waarschijnlijk optreden op een dergelijk platform? Welke argumenten spreken er voor het gebruik van een elektronische logistieke marktplaats? Wat spreekt er naar uw mening tegen het gebruik van een dergelijke marktplaats? Hoe reageert u momenteel op leegstand in uw opslag? Hoe reageert u wanneer uw koelcapaciteit volledig resp. overbenut is? Gelieve uw maandelijkse koelhuiscapaciteitsbenutting in de loop van het jaar aan te geven. Over hoeveel palletplaatsen beschikt uw koelhuis?
De resultaten uit deze enquêtes werden als basis genomen voor het ondervragen van experts uit de sector levensmiddelkoeling en –opslag. Hiertoe werd medewerkers van de projectpartners Bakeplus B.V., Kühlhaus Düsseldorf, Oerlemans Food Nederland B.V., SeaCon Logistics Group B.V. en TimoCom Softund Hardware GmbH afzonderlijk geïnterviewd. Een afsluitende meeting bracht vervolgens alle deelnemende bedrijven evenals de Fontys Hogeschool en het GEMIT Institut van de Hochschule Niederrhein in een gemeenschappelijke discussie en denktank aan een tafel bijeen. (Een evaluatie hierover vindt u in het volgende hoofdstuk.) Op basis van deze discussieronde werd er een eerste globaal concept voor een ELM voor koelcapaciteiten ontwikkeld. Dit concept werd vervolgens besproken met experts uit de koelbranche. De resultaten werden vervolgens geanaliseerd en voor het project bewerkt.
86
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
4.3 Analyse De verzamelde gegevens en informatie werden stap voor stap geëvalueerd. Omdat de kwantitatief vastgestelde gegevens de basis van de gesprekken met de expertsmoesten vormen, zijn in de loop van het project eerst de beide marktenquêtes geanalyseerd.
4.3.1 Resultaten van marktenquête Aan beide enquêtes namen in totaal 65 respondenten deel, die volledig antwoord gaven op alle acht vragen. In het geval van een te lage capaciteitsbenutting gaven de respondenten aan dat ze zich als volgt zouden gedragen:
Wij intensiveren de klantenwerving.
44,6%
Wij reageren er helemaal niet op.
21,5%
Wij bieden onze koelruimte aan samenwerkingspartners aan. Wij bieden onze koelruimte aan externe dienstverleners aan. Wij bieden onze koelruimte aan tot het bedrijf behorende filialen aan.
20,0% 15,4% 12,3%
Figuur 22: Gedrag in geval van te lage capaciteitsbenutting Figuur 22 laat zien hoe de ondervraagde ondernemingen zich gedragen als de capaciteitsbenutting te laag is. Het intensieve werven om klanten (44,6% van de deelnemers) kan als conventioneel traject worden beoordeeld en was te verwachten als meest gegeven antwoord. Verrassend echter is dat de antwoord optie “Wij reageren er helemaal niet op” reeds op de tweede plaats (21,5%) volgt. Deze bedrijven laten de kans voorbij gaan om hun business activiteiten uit te breiden en om nog meer klanten te werven. Op grond van de enquête worden er op een na het vaakst vrije capaciteiten aangeboden aan samenwerkingspartners (20%), hetgeen er op duidt dat er reeds netwerken binnen de branche bestaan en worden benut. In het geval van volledige of te overcapaciteitsbenutting gedragen de ondervraagde ondernemingen zich als volgt:
87
WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
Wij slaan op bij samenwerkingspartners.
36,9%
Wij wijken op korte termijn uit naar bufferzones.
35,4%
Wij slaan bij externe dienstverleners op. Wij nemen tijdelijk geen orders aan. Wij slaan op bij bedrijfseigen filialen.
26,2% 20,0% 16,9%
Figuur 23: Gedrag in geval van volle resp. te hoge capaciteitsbenutting Het valt op dat bij volledige capaciteitsbenutting resp te hoge capaciteitsbenutting de geënquêteerde bedrijven vaker een beroep doen op samenwerkingspartners (36,9%) en op externe servicedienstverleners (26,2%), dan in geval van te lage capaciteitsbenutting (20,0% resp. 15,4%). Daarnaast hebben gesprekken met experts in het voorbereidende traject reeds duidelijk gemaakt dat tussenopslag van goederen in bufferzones in de goedereningangs- en/of goederenuitgangszones al heel gangbaar is. Verder worden er koeltrailers voor een kortstondige capaciteitsuitbreiding benut. Dit wordt door de enquête als op een na vaakst gegeven antwoord bevestigd (35,4%). Vergelijkt men de maandelijkse capaciteitsbenutting van de ondervraagde koelhuizen, dan doet zich een kwartaalafstand van 15% tot 25% voor. Dit is een indicatie voor het feit dat de capaciteitsbenutting niet uitsluitend een algemeen geldend jaarlijks ritme volgt, maar ook afhankelijk is van individuele resp. bedrijfsspecifieke aspecten. Wanneer men de grotere afwijkingen bekijkt, dan is dit effect nog duidelijker: Zo vindt men onder de geënquêteerden bijna iedere maand zowel koelhuizen met een geringe capaciteitsbenutting (50%) als koelhuizen met overcapaciteit (meer dan 100% capaciteitsbenutting door buffergebruik). De gewogen evaluatie van de antwoorden van beide enquêtes heeft aangetoond dat de ondervraagde marktpartijen met 80% in het algemeen overwegend positief (antwoord “ja” en antwoord “misschien”) tegenover een toekomstige ELM voor koelcapaciteiten staan:
88
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
Kunt u zich voorstellen dat u in de toekomst een online beurs voor koelcapaciteiten gebruikt 49% 31% 20%
Ja
Nee
Misschien
Figuur 24: Marktinteresse aan koelbeurs Dat de markt overwegend een nut ziet in een toekomstige ELM voor CSC, was de voorwaarde voor verder onderzoek. Dit werd eveneens als these in Green2 geponeerd en door de geënquêteerde groep gesteund (zie Figuur 24). Een toekomstige benutting van de koelbeurs wordtals volgt aangegeven:
Hoe zou u het platform benutten? Vrije koelruimte aanbieden en aanvragen.
16,9%
Vrije koelruimte aanbieden. Vrije koelruimte aanvragen.
40,0% 26,6%
Figuur 25: Mogelijk toekomstig gebruik van een beurs Tenslotte zou in het project nog worden opgehelderd, wat er volgens de marktpartijen tegen een ELM voor koelcapaciteiten in te brengen kan zijn. Bij de enquête kon men vrije tekst invoeren om de antwoordgegevens niet vooraf te beïnvloeden. Hieruit resulteerde een feedback van 31% van de 65 deelnemers. drie deelnemers gaven klantenbescherming / concurrentie als tegenargument van een ELM aan, twee deelnemers wezen op een niet gewenste hoge markttransparantie en een deelnemer ging ervan uit dat een dergelijke ELM geen kritische massa, dus niet voldoende aanbod en vraag voor de toekomst zou kunnen genereren. De meerderheid van de ondervraagden kon echter spontaan geen bedenkingen tegen een ELM vaststellen. De gegeven antwoorden bevestigen de vooraf gemaakte veronderstelling dat de markt door sterke concurrentie wordt bepaald. De risico’s van een te hoge transparantie en bedenkingen wat betreft de klantenbescherming staan hier op de voorgrond en in een nauw verband.
89
WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
4.3.2 Resultaten van de experts enquête In aansluiting op de kwantitatieve marktenquête werden de resultaten in individuele interviews vergeleken met een groep experts. De reacties van de experts werden vervolgens geëvalueerd en de resultaten in een expertworkshop besproken met de geïnterviewden. Het belangrijkste inzicht uit de experts enquêtes en de workshop hierbij was dat er twee meningsstromen zijn. Enerzijds de op kansen gerichte marktdeelnemers die open en positief staan tegenover een ELM voor koelcapaciteiten en anderzijds de risicogeoriënteerden, die een eerder sceptische tot afwijzenden houding aannemen. De opmerkingen van de groepen zijn hieronder bij de twee punten voordelen en bezwaren samengevat.
4.3.2.1 Voordelen De grote kracht van een ELM is vooral de mogelijkheid voor particuliere koelhuisexploitanten om hun vrije capaciteiten op de markt aan te bieden. Door deze tot dusver onbenutte ruimte ter beschikking te stellen kunnen er nog meer positieve effecten ontstaan. Betrokken ondernemingen profiteren hierbij zowel aan de kant van de aanbieders als aan de kant van de klanten. Aanbieders van koelcapaciteiten kunnen hun business uitbreiden en zodoende hun omzet verhogen. De voordelen voor de navraagzijde zijn een uitgebreid aanbod en eventueel lagere huurprijzen. De uitbreiding van het opslagaanbod op de markt maakt een flexibelere omgang binnen de koel supply chains mogelijk. Fases waarin sprake is van overcapaciteit kunnen beter op korte termijn worden opgevangen. Verder kunnen door een ELM transporttrajecten worden beperkt. Wanneer door een ELM meer aanbieders van koelruimte de markt op willen, wordt het geografische netwerk van koelhuizen dichter. Daardoor wordt de kans groter dat de vragers door de verhoogde transparantie en het uitgebreide aanbod geografisch optimaal gelegen koelopslagruimte vinden. Daarnaast leidt een hogere capaciteitsbenutting op brancheniveau tot een hogere energie-efficiency en zodoende tot een beperking van negatieve gevolgen voor het milieu. Voordelen • Particuliere koelhuisexploitanten krijgen eenvoudige toegang tot de markt.
Bezwaren • Eventueel ontbrekende bereidheid om de voor een matching noodzakelijke gegevens te verstrekken. • Aanbieders kunnen onbenutte koelruimte • Eventueel ontbrekende bereidheid tot benutten om hun omzet te verhogen. horizontale samenwerking tussen eventuele concurrenten. • Navragers kunnen zoeken naar vrije • Verscherpen van de concurrentie van capaciteiten in de gewenste regio. gearriveerde marktpartijen wordt gevreesd. • Het is de vraag of een ELM voor CSC als stand-alone-oplossing een kritische deelnemersmassa bereikt. Figuur 26: Samenvatting van voordelen en bezwaren tegenover een ELM voor CSC
4.3.2.2 Bezwaren Een hoofdzorg van de sceptici was dat bedrijven niet bereid zoude kunnen zijn om voor een succesvolle matching tussen aanbod en vraag voldoende gegevens op een platform te publiceren. Informatie die marktpartijen bereidwillig ter beschikking stellen werden met de voor een matching vereiste criteria vergeleken. Het was verrassend dat hier slechts een afwijking bij gegevens bestond, die als “gewenst maar niet absoluut noodzakelijk” werden beschouwd. De voor een matching “absoluut
90
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
noodzakelijk” gegevens zouden daarentegen ter beschikking kunnen worden gesteld. Er zijn dus sterke indicaties voor het feit dat deze vaak genoemde zorg ongegrond is. Bovendien vrezen sommige experts dat een ELM zou kunnen stuklopen op de bereidheid tot samenwerking tussen potentiële concurrenten. Er waren in de groep van de experts ook stemmen te horen die wezen op actueel functionerende voorbeelden van horizontale samenwerkingen tussen concurrenten, zoals het in het project Urban Retail Logistics onder andere het geval is [40]. Een andere zorg binnen de branche is dat een ELM tot een prijsverval voor koelopslagruimte zou kunnen leiden. Dit is vooral een vrees van bedrijfsinterne koelhuisexploitanten. Mocht het lukken om door middel van een ELM vrije capaciteiten in particuliere koelhuizen voor de markt toegankelijk te maken, dan zou dit inderdaad tot een overaanbod leiden, hetgeen op korte termijn resulteert in een daling van de prijs. Gelet op de aanhoudende trends van de groeiende vraag naar koelruimte zou de vraag het aanbod echter weer opvangen en zodoende de prijs doen stijgen. Tenslotte betwijfelen de experts dat er een kritische massa wordt bereikt [41]. Hoe meer aanbieders een marktplaats heeft, des te waarschijnlijker is het voor een vrager om een passende opslagplaats te vinden. Hoe meer vragers een marktplaats heeft, des te waarschijnlijker is het voor een aanbieder om zijn vrije capaciteiten te kunnen afzetten. Het aantal deelnemers beïnvloedt dus rechtstreeks de attractiviteit van de marktplaats en zodoende de beslissing om de marktplaats te benutten. Tegelijkertijd neemt de rentabiliteit toe wanneer het aantal deelnemers stijgt. Pas vanaf een bepaalde hoeveelheid betalende deelnemers dekken de bijdragen de onderhoudskosten van de marktplaats. Als zinvolle maatregel werd het integreren van de ELM in een reeds bestaande marktplaats voorgesteld, bijv. een transportbeurs, om zodoende synergieën te benutten in het onderhouden van de ELM. Verder dient de beurs niet regionaal beperkt te zijn. Een ELM voor CSC die de Europese regio dekt, zou sneller een kritisch aantal deelnemers bereiken dan een ELM die zich tot het grensgebied Duitsland-Nederland beperkt.
91
WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
Wat zeggen de experts? De enquêtes onder experts hebben een groot aantal gegevens opgeleverd, die in de loop van het project werden gedocumenteerd en geanalyseerd. Hier bieden wij u een kort overzicht van onze gesprekken: Hallo meneer Frings, hallo meneer Martens. Fijn dat u de tijd heeft genomen. Meneer Martens, u benut koelruimte vooral voor uw eigen bedrijfsdoeleinden. Wat maakt een beurs voor het uitwisselen van koelcapaciteiten voor u attractief? Martens: Bij BakePlus hebben wij van tijd tot tijd vrije capaciteiten, die wij graag op de markt zouden willen aanbieden. via een dergelijk platform zouden ondernemingen ons aanbod kunnen vinden – zelfs wanneer ze in onze regio geen vaste zakelijke contacten hebben. Meneer Frings en mijnheer Martens: Zijn volgens u capaciteitsbeurzen de toekomst van de logistiek? Frings: Het zal in de toekomst steeds belangrijker worden om de logistiek economisch en ecologisch efficiënter te maken. Capaciteitsbeurzen zijn daarvoor een effectief hulpmiddel. In onze vrachtenbeurs TC Truck&Cargo® vindt men dagelijks tot maar liefst 450.000 internationale vrachten laadruimteaanbiedingen. Er is daarom werkelijk geen smoes waarom je zonder lading zou rijden en hulpmiddelen zou verkwisten. Martens: Producten zoals die van TimoCom worden voor ondernemingen als ons in de toekomst vast en zeker steeds interessanter en de toegevoegde waarde wordt groter, des te verder deze beurzen groeien. Meneer Frings, exploitanten van openbare koelhuizen zouden zich door een elektronische marktplaats voor koelcapaciteiten bedreigd kunnen voelen. Wat vindt u daar van? Frings: Iedereen kan door transparantie profiteren. Ook openbare koelhuizen kunnen een dergelijk platform benutten om hun reikwijdte te
92
vergroten en nieuwe partners te leren kennen. Ik vind dat hier veeleer positieve kansen bestaan. Bent u tevreden met de resultaten uit het project? Martens: Het is jammer dat wij niet tijdens het project belangstellenden voor onze koelruimte konden vinden (lacht). Wij zijn op zoek. Frings: Ik ben met het project heel tevreden. Markten, technieken en behoeften veranderen permanent. Door de samenwerking in Green2 hebben wij het thema nogmaals vanuit een ander perspectief kunnen bekijken en veel zaken kunnen meenemen voor de verdere ontwikkeling van onze platforms. Vindt u dat er in deze sector verder onderzoek moet worden gedaan en, zo ja, hoe zouden de volgende stappen er kunnen uitzien? Martens: Voor ons is het in ieder geval te wensen om een elektronische marktplaats te hebben waarop je een netwerk kunt vormen met aanbieders en navragers. Frings: Netwerkvorming is een goed trefwoord. De ontwikkeling gaat in de richting dat alle opslagvoorzieningen met elkaar worden gekoppeld. Hier ontstaan dan ook nieuwe kansen en synergieën. Marcel Frings, Chief Representative van TimoCom Soft- und Hardware GmbH
Pieter Martens, Kwaliteitsmanager bij BakePlus Venlo B.V.
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
4.4 Kenmerken van een ELM voor Koelcapaciteiten De ELM voor koelcapaciteiten dient als volgt te worden gedefinieerd om op lange termijn op de markt te kunnen bestaan: Een servicespecifieke (verticale), matching-gerichte en open marktplaats, waarop meerdere aanbieders en meerdere navragers (n:m) tegenover elkaar staan om relevante informatie rechtstreeks aan te bieden, waar te nemen en uit te wisselen. Prijzen worden via deze marktplaats dynamische (spot-pricing) gevormd. De exploitant van de marktplaats dient neutraal op te treden, waarmee hij een evenwichtige toegevoegde waarde voor beide partijen zou kunnen realiseren. Opbrengstmodellen voor de exploitatie van de marktplaats kunnen er zeer verschillend uitzien. Marktonderzoek heeft aangetoond dat een gebruiksafhankelijk, rechtstreeks opbrengstmodel de voorkeur zou dienen te genieten. Een ELM voor koelcapaciteiten geniet onder de ondervraagde ondernemingen toestemming. Zoals te verwachten was, worden er echter eveneens bezwaren met betrekking tot de transparantie van data evenals op de aangescherpte concurrentiesituatie geuit. Tegen deze bezwaren kan in een toekomstige ELM door een goed doordachte positionering op de markt en door het vastleggen van de verantwoordelijkheden worden ingegaan. Verantwoordelijkheid van de ELM: Uit gesprekken met de experts binnen het project Green2 is gebleken dat de markt een ELM voor koelcapaciteiten wenst, die de transactieniveaus “informatie” en “aanbanen van een transactie” omvat. De afwikkeling van transacties wordt nog steeds expliciet buiten de ELM gezien op grond van de gevoeligheid van gegevens. Tevens kan een toekomstige exploitant van een dergelijke ELM niet in het bezit zijn van alle informatie over de contractpartijen, die voor een transactie noodzakelijk zijn en een aansprakelijkheidsovername rechtvaardigen.
93
WERKPAKKET IV – ELEKTRONISCHE MARKTPLAATS VOOR KOELCAPACITEITEN
4.5 Vooruitblik Een elektronische logistieke marktplaats (ELM) voor koelcapaciteiten (CSC) lijkt zinvol. In het volgende hoofdstuk zal een korte vooruitblik worden gegeven hoe een koelbeurs in de praktijk kan worden opgebouwd om een kritisch aantal deelnemers te bereiken. Tenslotte wordt er ingegaan op de effecten van een ELM voor CSC op de gevestigde dienstverleningskoelhuizen. Het bereiken van een kritische massa als basisvoorwaarde Zoals reeds vermeld werd, is het bereiken van een kritische massa aan deelnemers de basisvoorwaarde voor een succesvolle exploitatie van een ELM voor CSC. Een ELM voor koelcapaciteiten is een vakmarktplaats, die een gespecialiseerde service voor B2B relaties op het gebied van de logistiek aanbiedt. Omdat koelcapaciteiten een relatief kleine markt vormen, is het aan te bevelen om de ELM aan andere digitale dienstverleningen te koppelen. Een mogelijkheid zou het koppelen van de ELM aan een reeds bestaande vrachtbeurs kunnen zijn. Door de combinatie zouden er voor de exploitant synergieën ontstaan bij het onderhouden. Zodoende zou een ELM ook bij een gering aantal deelnemers rendabel kunnen werken. Daarnaast zouden er uit de gebruikers van de vrachtbeurs nog meer klanten voor een ELM voor CSC kunnen worden geacquireerd. Door een dergelijke combinatie zouden klanten in de toekomst bovendien hele supply chains, van vrije transportcapaciteiten tot aan vrije opslagcapaciteiten op de plaats van bestemming toe – kunnen aanvragen. Als doelgroep voor een dergelijke ELM komen in het algemeen alle bedrijven in aanmerking, die over een nog te onderzoeken minimum grootte aan koelcapaciteit beschikken. Het is hierbij niet van belang of het beschikbaar houden van de koelcapaciteiten core business is of niet. Een tweede mogelijkheid zou het koppelen aan efficiency verhogende of benchmarkingtools kunnen zijn. In de energie-efficiencytool van het project ICE-E bijvoorbeeld kunnen koelhuisexploitanten energiebesparingspotentiëlen laten berekenen op basis van in te voeren gegevens [42]. Enkele van gegevens die in de tool opgevraagd worden, zouden ook voor een matching in een ELM voor CSC kunnen worden benut. Bij een koppeling van beide diensten zou de gebruiker zodoende de mogelijkheid hebben om naast de energetische efficiencyverhoging ook nog een capacitieve efficiencyverhoging te bewerkstelligen. Bovendien zouden hier ook synergie-effecten ontstaan met betrekking tot het onderhouden van de ELM. Een derde mogelijkheid om een kritische massa te bereiken, is het uitbreiden van het businessgebied. Een ELM voor CSC mag daarom niet regionaal beperkt zijn, maar dient idealiter een zo groot mogelijke economische regio zoals bijvoorbeeld de EU volledig te omvatten. Enerzijds ontstaat daardoor een verhoging van de potentiële gebruikersaantallen. Anderzijds kan aan de klant een extra toegevoegde waarde worden geboden. Tenslotte kunnen vragers ook aanbiedingen van vrije ruimten in regio’s bekijken, waar het vragende bedrijf geen eigen partnernetwerk heeft. Deze uitgangspunten dienen te worden omgezet in een toekomstig projectplan en hebben reeds positieve reacties gekregen.
94
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
ELM een uitdaging voor de gevestigde koelmarkt? De markt voor huurbare koelruimte wordt in Duitsland en in Nederland momenteel beheerst door dienstverlenende koelhuizen. Door een ELM kunnen bedrijfsinterne koelhuizen met geringe moeite hun vrije oppervlakte op de markt aanbieden. Particuliere koelhuisexploitanten, die alleen overtollige capaciteiten willen aanbesteden, staan niet onder de druk om winst te genereren met de verhuur, maar zouden ook het doel kunnen nastreven om alleen hun dekkingsbijdrage te verhogen. Een op die manier ontstane prijsdaling zou echter volgens de mening van de experts slechts qua tijd beperkt zijn. Wanneer de vraag naar koelruimte de komende jaren verder stijgt, wordt de vraag weer aangepast aan het aanbod, waardoor de prijs wordt genormaliseerd. Verder zullen particulier koelhuizen waarschijnlijk alleen in een klein gedeelte van de markt worden gepositioneerd. Hun focus zal vooral liggen bij het opslaan van eenvoudig te behandelen goederen. Klanten die aanvullende service verlangen, zoals bijv. assemblage, omverpakking of professioneel ontdooien evenals klanten die zeer gevoelige goederen, zoals bijv. gehakt, willen opslaan, zullen volgens de mening van de experts bij voorkeur met dienstverlenende koelhuizen blijven samenwerken.
95
LITERATUUROVERZICHT
LITERATUUROVERZICHT [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12]
[13] [14] [15] [16] [17] [18]
96
BMVI, „ Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruktur,” Jan. 2014. [Online]. Available: http://www.wsv.de/service/karten_geoinformationen/bundeseinheitlich/pdf/w170a_Europaei sche_Wasserstrassen.pdf. [Geopend Jan. 2015]. K. Bichler en R. Krohn, Galber Kompaktlexikon Logistik, 2. überarbeitete Auflage red., P. Phillippi, Red., Wiesbaden: Gabler Verlag, 2011. BG Verkehr, „Sicherheit beim Umgang mit begasten Containern,” 2011. [Online]. Available: https://www.bg-verkehr.de/medien/medienkatalog/aktionsmedien-und-flyer/sicherheit-beimumgang-mit-begasten-containern. [Geopend Jan. 2015]. C. Bogatu, Smartcontainer als Antwort auf logistische und sicherheitsrelevante Herausforderungen in der Lieferkette: Auswirkungen und Handlungsempfehlungen für die Wertschöpfungskette der Logistik, H. Baumgarten en F. Straube, Red., Berlin: Technische Uni Berlin, 2008. H. H. M. Nuhn, Verkehrsgeographie, Paderborn: Ferdinand Schöningh, 2006. BMVI, „Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruktur,” Jan. 2014. [Online]. Available: http://www.wsv.de/service/karten_geoinformationen/bundeseinheitlich/pdf/w188_Main_Don au_Wasserstr.pdf. [Geopend Jan. 2015]. M. Hannemann, „Nah-Verkehr,” brand eins, pp. 36-41, 07 2014. H. Drewello, I. Dittrich en S. Gütle, „www.hs-kehl.de,” Apr. 2013. [Online]. Available: http://www.hskehl.de/fileadmin/hsk/Forschung/CODE24/Dokumente/PDF/Drewello_Guetle_Dittrich_Kapaz itaetsbelastung_Rheintalbahn.pdf. [Geopend Jan. 2015]. Logistikregion Rheinland, „Rheinland-Erklärung,” Neuss, 2014. Rail Cargo, Spoor in Cijfers, Rotterdam: Rail Cargo information Netherlands, 2014. H. Beckmann, T. Waaden en H. Wagner, „Grüne Logistik - Von der strategischen zur operativen Verkehrsverlagerung,” in Jahrbuch Logistik 2014, H. Wolf-Kluthausen, Red., Korschenbroich, free beratung GmbH, 2014, pp. 101-105. H. Beckmann, T. Waaden en H. Wager, „www.institut-gemit.de,” 2015. [Online]. Available: http://www.hsniederrhein.de/fileadmin/dateien/institute/gemit/Ver%C3%B6ffentlichungen/101_Gr%C3%BC ne_Logistik.pdf. S. Müller en P. Klaus, Die Zukunft des Ladungsverkehrs in Europa: Ein Markt an der Schwelle zur Industrialisierung?, Hamburg: DVV Media Group, 2009. E. Kapell, „Melonenboot Rotterdam-Venlo,” Lebensmittel Zeitung, nr. 8, p. 46, Feb. 2012. o.V., „transport-online.nl,” Nov. 2014. [Online]. Available: http://www.transportonline.nl/site/53356/cabooter-railcargo-gaat-railterminal-trade-port-noord-ontwikkelen/. [Geopend Jan. 2015]. W.-R. Bretzke, Nachhaltige Logistik: Zukunftsfähige Netzwerk- und Prozessmodelle, 3. Auflage red., Berlin Heidelberg: Springer, 2014. W. Süssenguth en D. Wolfsteller, „Nachhaltigkeit in der Supply Chain: Logistikzentren enegieeffizient gestalten,” in Jahrbuch Logistik 2010, Korschenbroich, free beratung GmbH, 2010, pp. 40-46. K. Dobers, M. Schneider, U. Guba en A. Könneker, „Strommessungen an Logistikstandorten -
GREEN² - GREEN LOGISTICS IN AGROBUSINESS
[19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32] [33] [34] [35]
[36] [37] [38] [39]
Ermittlung von verbrauchsspezifischen Stromkennzahlen,” 2012. C. Förster en D. Schröder, Nachhaltige Intralogistiksysteme - Unstetigförderer, Krefeld: Projektarbeit der HS Niederrhein, 2014. Trifolium, „www.trifolium.org/profil/leitbild.html,” Trifolium, 2014. [Online]. Available: www.trifolium.org. [Geopend 02 März 2015]. M. Reuter, Interviewee, Vom Lagerhaus zum nachhaltigen Logistikdienstleister. [Interview]. 03 Juli 2014. Innovatie Value Added Logistics Limburg, „Innvall +,” 2014. [Online]. Available: www.innvall.nl. [Geopend 03 Februar 2015]. W. Ströbele, W. Pfaffenberger en M. Heuterkes, Energiewirtschaft: Einführung in Theorie und Politik, München: Oldenbourg, 2012. P. Icha, Entwicklung der spezifischen Kohlendioxid-Emissionen des deutschen Strommix in den Jahren 1990 bis 2013, Umweltbundesamt, 2014. AG Energiebilanzen e.V. (AGEB), „Anwendungsbilanzen für die Endenergiesektoren in Deutschland in den Jahren 2011 und 2012 mit Zeitreihen von 2008 bis 2012,” Berlin, 2013. B. Linnhoff, User Guide on process integration for the efficient use of energy, Oxford: Pergamon, 1982. Verband Deutscher Kühlhäuser und Kühllogistikunternehmen e.V., „VDKL- Energie- Leitfaden für eine Verbesserung der Energieeffizienz in Kühlhäusern,” Bonn, 2013. Energieeinsparverordnung (EnEV) am 21. Nov. 2013 verkündet (in Kraft getreten am 01.05.2014), Berlin: Bundesanzeiger, 2014. W. Kantlehner, R. Kreß, U. Jäger und O. Scherr, „Neue Zukunftstechnologien mit ionischen Flüssigkeiten,“ Horizonte, Bd. 31, pp. 35-43, Dezember 2007. S. Wang en J. R. M. Bruchmann, „Absorptionskältemaschine I,” SWK-Energiezentrum E² der Hochschule Niederrhein, Krefeld, 2012. D. Gerhard, L. Szarvas, S. Oehlenschläger en A. Alemany, „Absorptionswärmepumpen, Absorptionskältemaschinen und Absorptionswärmetransformatoren auf Basis EMIM-acetate / Methanol”. Deutschland Patent 10160534.3, 21 04 2010. S. James en C. James, „The food cold-chain and climate change,” Food Research International, vol. 43, p. 1954, 2010. V. Salin, „Global Cold Storage Capacity Report,” International Association for Refrigerated Warehouses, Alexandria, Virginia, 2010. Transparency Market Research, “Frozen Food Market (Vegetables & Fruits, Potatoes, Ready-to-eat Meals, Meat, Fish/Seafood and Soups) - Global Industry Analysis, Size, Share, Growth, Trends and Forecast, 2013 - 2019,” Transparency Market Research, Albany, NY, 2013. P. Friedichsmeier, N. Voßen, C. Tummel, E. Hauck en S. Jeschke, „CloudLogistic Geschäftsmodellentwicklung für eine Frachtenkooperation kleiner und mittlerer Straßengüterverkehrsunternehmen im Teilladungssegment,” in Interdisziplinarität und Komplexität : Konferenz für Wirtschafts- und Sozialkybernetik KyWi 2012 vom 28. bis 29. Juni 2012 in Aachen, Berlin, Duncker & Humblot, 2012. W.-R. Bretzke en K. Barkawi, Nachhaltige Logistik: Antworten auf eine globale Herausforderung, 2. Auflage red., Berlin Heidelberg: Springer Vieweg, 2012, p. 327 f.. H. Lee, V. Padmanabhan en S. Whang, „Information Distortion in a Supply Chain: The Bullwhip Effect,” Management Science, nr. 43, pp. 546-558, 1997. VDKL, Jahresbericht, Bergisch Gladbach: Heider Druck GmbH, 2013. H. Beckmann en R. Heereman von Zuydtwyck, „Optimal allocation of idle coldstore warehouse capacities through an e-spotmarketplace – A German-Dutch market research analysis,” in Bridging the Gap – Logistics Theory and Practice, H. Zijm, M. Klumpp, U. Clausen en M. ten
97
LITERATUUROVERZICHT
[40] [41] [42]
98
Hompel, Red., Wiesbaden, Springer, 2015. Fraunhofer IML, Urban Retail Logistics - Entwicklung innovativer Konzepte und Services für die urbane Handelslogistik (Projektergebnisse), Dortmund: Fraunhofer IML, 2014. E. S. David en R. Schmalensee, „Failure to Launch: Critical Mass in Platform Businesses,” Review of Network Economics, vol. 9, nr. 4, 2010. ICE-E, „Improving Cold storage Equipment in Europe,” 2012. [Online]. Available: http://ec.europa.eu/energy/intelligent/projects/sites/ieeprojects/files/projects/documents/ice-e_ice_e_publishable_report_en.pdf. [Geopend 02 June 2014].