Wereldburgerschapseducatie op maat! Behoefteonderzoek in het Vlaams secundair onderwijs 06 mei 2015 esign Charles & Ray Eames - Hang it all © Vitra D
Jan Van Ongevalle (
[email protected]) Heidi Knipprath (
[email protected]) Goedroen Juchtmans (
[email protected])
Ignace Pollet (
[email protected])
Opbouw van de presentatie 1. 2. 3. 4. 5.
Doel van het onderzoek Methodologie Resultaten Noden voor ondersteuning Aanbevelingen
11-5-2015 2
Doel van het onderzoek • Wat zijn de behoeften en de huidige situatie van secundaire scholen in de Vlaamse Gemeenschap betreffende wereldburgerschapseducatie (WBE). – (1) Wat begrijpen scholen onder WBE? – (2) Wat leeft er op scholen rond WBE? – (3) Wat is er nodig met betrekking tot WBE?
3
Methodologie en overzicht respondenten • 18/19 secundaire scholen • Diepte interviews met directeur en minstens 1 leerkracht • Focus groepen met leerlingen • Vragenlijst in twee of meer klassen per school (531 leerlingen in totaal weerhouden voor de analyse) • Interviews met externe actoren (aanbieders WBE, onderwijs beleid)
4
1. Noties (opvattingen) en interesses rond WBE binnen en buiten de school.
5
Notie en opvattingen van WBE (directies + leerkrachten & leerlingen) Lokaal Geen eenduidige betekenis of invulling
In praktijk toch veel acties rond N-Z verhoudingen vaak met caritatieve insteek
Beperkte verwijzing naar structurele invulling: (bv. historiek en onderliggende oorzaken en verbanden van armoede of ongelijkheid, …)
WBE als antwoord op groeiende maatschappelijke uitdagingen Diversiteit, Duurzaamheid, internationalisering, inclusiviteit, ongelijkheid, klimaatsverandering verdraagzaamheid,….
maatschappelijke en culturele context van een school vormt een belangrijk aanknopingspunt voor WBE Rijke diversiteit aan WBE gerelateerde activiteiten
Overwegend integratieve insteek (integratie en participatie aan My hier)
Beperkte verwijzing naar ontwikkelingssamen werking 6
Nood aan ondersteuning op maat (versterking & verdieping bestaande initiatieven)
Thema’s binnen en buiten de school Tabel 1. De thema’s waarover leerlingen (willen) leren of praten binnen en buiten de school (Totaal aantal leerlingen=531) Thema Vervuiling Energie- en waterverbruik Klimaatverandering Verdwijning van planten etc. Anders consumeren Armoede Economie Politiek Mensenrechten Kinderrechten Oorlog Omgaan met andere cultuur/geloof Discriminatie Ontwikkelingslanden Omgaan met informatie van de media
Buiten de school Thuis Media Vrienden 28,6% (152) 56,1% (298) 10,2% (54) 54,0% (287) 42,4% (225) 7,5% (40) 35,0% (186) 61,4% (326) 23,5% (125) 21,1% (112) 51,8% (275) 13,4% (71) 33,5% (178) 29,4% (156) 17,5% (93) 45,8% (243) 54,0% (287) 27,7% (147) 65,2% (346) 47,6% (253) 38,2% (203) 49,2% (261) 55,6% (295) 24,7% (131) 27,3% (145) 44,6% (237) 20,2% (107) 26,4% (140) 42,2% (224) 19,0% (101) 58,8% (312) 65,2% (346) 45,8% (243) 44,6% (237) 37,5% (199) 47,3% (251) 45,2% (240) 48,0% (255) 43,9% (233) 22,0% (117) 47,8% (254) 12,1% (64) 41,8% (222) 31,1% (165) 24,7% (131)
7
Binnen de school Willen leren Geleerd 20,9% (111) 73,6% (391) 22,2% (118) 37,0% (356) 40,7% (216) 79,8% (424) 35,2% (187) 62,1% (330) 17,7% (94) 47,3% (251) 35,6% (189) 73,4% (390) 49,3% (262) 72,7% (386) 30,7% (163) 68,2% (362) 37,1% (197) 69,7% (370) 40,7% (216) 65,7% (349) 48,0% (255) 81,7% (434) 32,2% (171) 75,3% (400) 38,6% (205) 73,1% (388) 27,9% (148) 64,4% (342) 30,5% (162) 58,8% (312)
Thema’s binnen en buiten de school • Leerlingen zijn vragende partij voor meer werelburgerschapseducatie op school. • Jongeren zijn het meest geïnteresseerd in oorlog, economie, politiek, het milieu en rechten. Met vrienden wordt er naast oorlog vooral gepraat over het omgaan met andere cultuur/geloof. • Buiten de school lijkt de media vooral de eerste informatiebron te zijn voor de meeste thema’s. Op de tweede plaats komt het thuisfront.
• Dat wat op school gezien wordt bepaalt de gesprekken en informatievoorziening buiten de school.
8
Thema’s en leerlingkenmerken •
Meisjes zijn vooral geïnteresseerd in thema’s die een zekere empathie veronderstellen zoals armoede, kinderrechten, discriminatie enzovoort. Jongens zijn eerder geboeid door economische en politieke gebeurtenissen.
•
Anderstalige leerlingen onderscheiden zich van uitsluitend Nederlandstalige leerlingen door hun interesse in mensenrechten, economische issues en het omgaan met anders zijn. Vooral op school hebben ze behoefte om hierover meer te leren.
•
Ook de attitude van leerlingen ten aanzien van een aantal gebeurtenissen in de wereld verklaren sterk de thema’s die thuis besproken worden, de informatie die verzameld wordt via de media en de wens om over deze thema’s (meer) te leren op school.
•
Leeftijd: Hoe verder in de schoolloopbaan, hoe meer leerlingen een aantal thema’s bespreken met hun vrienden en informatie opzoeken of verkrijgen via de media. Maar hun interesse in wat ze willen leren op school verandert niet.
9
Thema’s en schoolkenmerken •
Onderwijsvorm: Naar onderwijsvorm toe zien we nauwelijks verschillen in de gespreksthema’s op het thuisfront, en weinig consistentie voor de overige locaties om te leren. Opvallend is dat ASO-leerlingen meer over economie willen leren, terwijl ze hiervoor minder kansen krijgen dan BSO-leerlingen. Omgekeerd, ASO-leerlingen leren vaker over ontwikkelingslanden en milieuzaken.
•
Participatie: Naarmate leerlingen meer betrokken worden bij het schoolse gebeuren, hoe groter de kans dat ook in die school mediawijsheid, kinderrechten, anders consumeren, en milieu worden besproken of behandeld. In scholen waar ze minder betrokken worden willen ze meer over discriminatie leren
•
Onderwijsnet: Er is een uitgesproken voorkeur voor de thema’s armoede en ontwikkelingslanden in katholieke scholen.
10
2. Hoe komt WBE aan bod op school?
11
Rijke waaier aan WBE- activiteiten, projecten en lessen
- Binnen en tussen scholen - Geëngageerde leerkrachten of team als cruciale factor - Mate waarin WBE in de lessen aan bod komt hangt af van leerplan vakken, en aandacht die school/leerkracht heeft voor actualiteit
12
De verankering van WBE op school Niet-verankerde activiteiten, projecten en lessen Kenmerken: • Losstaand, vaak op basis van spontaan initiatief • vaak gericht op ondersteunen van goed doel • Initiatieven van leerlingen(raad) situeren zich in deze categorie • Sterk afhankelijk van de leerkracht
13
De verankering van WBE op school Aanzetten tot verankering - De projectdag of – meerdaagse met linken in de lessen / VOET MAAR geen schoolbrede verankering, blijft ook vaak afhankelijk van 1 of enkele trekkers
- Verankering via (spontane) samenwerkingsverbanden tussen leerkrachten
14
De verankering van WBE op school Geïnstutionaliseerde projecten of ontwikkeling van apart vak - Schoolbrede verankering in beleid of VOET-werking - Overkoepelend project - Apart vak (behandeling WBE-thema’s niet verzekerd, vaak vak rond burgerschap)
15
Besluit mbt verankering -
Succesfactoren en valkuilen voor verankering Verankering als groeiproces Verankering versus flexibiliteit Verschillende vertrekpunten voor WBE Goed verankerde projecten leiden tot meer kans op diepgang en kritische insteek
16
Werkvormen Tabel 2. Gewenste en ervaren werk- en leervormen in WBE op school Thema
Theatervoorstelling, film of documentaire Uitstap (bv. museum, park, …) Workshop (bv. leren koken, …) Informatie zoeken op internet Geld inzamelen Zelf iets organiseren Spel of wedstrijd Contact met leerlingen uit andere scholen Met vrienden praten tijdens de pauze over het onderwerp Iemand van buiten de school vertelt over het onderwerp De leerkracht vertelt over het onderwerp in de klas De leerkracht vraagt naar onze mening over het onderwerp Een debat of groepsgesprek over dit onderwerp in de klas of leerlingenraad Door te zoeken in de klas naar de oorzaken van problemen Een presentatie geven voor de klas
17
Ervaren werken leervormen
Gewenste werken leervormen
65,2% (346) 53,3% (283) 19,8% (105) 70,8% (376) 34,3% (182) 29,2% (155) 24,7% (131) 18,8% (100) 54,6% (290) 36,2% (192) 87,6% (465) 74,8% (397) 50,3% (267) 47,8% (254) 41,6% (221)
71,6% (365) 67,8% (346) 47,3% (241) 30,4% (155) 30,0% (153) 33,1% (169) 42,9% (219) 34,9% (178) 23,5% (120) 32,9% (168) 43,5% (222) 40,6% (207) 45,9% (234) 23,3% (119) 24,9% (127)
Werkvormen • Zoeken van informatie op internet, twee klassikale vormen, en een theatervoorstelling, film of documentaire komen het vaakst als werk- en leervorm aan bod. Een workshop, contact met leerlingen uit andere scholen, geld inzamelen of zelf iets organiseren komen als werk- of leervorm het minst vaak voor. • Leerlingen hebben een duidelijke voorkeur voor theatervoorstelling, film of documentaire en uitstappen, maar ook het klassikale gebeuren wordt door 40% van de leerlingen of meer vernoemd, m.i.v. een debat of groepsgesprek. Ze zijn ook vragende partij voor meer contacten met leerlingen uit andere scholen, maar minder voor het zoeken van informatie op internet, het geven van een presentatie en het zoeken naar oorzaken van bepaalde problemen in de klas.
18
Werkvormen en leerlingkenmerken Tabel 3. Gewenste werk- en leervormen op school naar geslacht Jongen Informatie zoeken op internet Spel of wedstrijd Met vrienden praten tijdens de pauze De leerkracht vertelt over het onderwerp De leerkracht vraagt naar onze mening over het onderwerp Een debat of groepsgesprek in de klas
Meisjes Workshop Geld inzamelen Zelf iets organiseren Contact met leerlingen uit andere scholen
Jongens blijken vaker te kiezen voor interactieve activiteiten binnen de klas waarbij ze hun mening kunnen vertellen en in debat gaan, terwijl meisjes blijkbaar zich meer aangetrokken voelen tot activiteiten die ook organisatorische vaardigheden vereisen
19
Werkvormen en leerlingkenmerken • Anderstalige leerlingen willen meer dan andere leerlingen informatie zoeken op internet en een presentatie geven, zelf iets organiseren en contacten zoeken buiten de school, maar ook dat de leerkracht vertelt over het onderwerp. Er zijn geen verschillen naar thuistaal in de voorkeur voor interactieve werkvormen binnen de klas. • Interesse in actualiteit en betrokkenheid bij de wereldproblematiek bepalen de voorkeur voor actieve werk- en leervormen die niet noodzakelijk in de klas gebeuren: workshop, geld inzamelen, zelf organiseren, contact met andere scholen, en debat.
20
Werkvormen en leerling-/schoolkenmerken Tabel 4. Gewenste werk- en leervormen op school naar leerjaar (bovenbouw) Ervaren
Gewenst
Theatervoorstelling, film of documentaire (+) Uitstap (+) Contact met leerlingen uit andere scholen (+) Met vrienden praten tijdens de pauze (+) Iemand van buiten de school vertelt (+) De leerkracht vraagt naar onze mening (+) Een debat of groepsgesprek in de klas (+) Door te zoeken in de klas naar de oorzaken (+)
Contact met leerlingen uit andere scholen (+)
De vordering in de schoolloopbaan verklaart meer verschillen in het aanbod van de werk- en leervormen dan verschillen in de gewenste werk- en leervormen. Idem voor leerlingparticipatie.
21
Werkvormen en schoolkenmerken • Interessante verschillen in gewenste en ervaren werkvormen naar onderwijsvorm: – KSO-leerlingen willen zelf iets organiseren, – BSO-leerlingen verkiezen internet, maar wensen en ervaren minder vaak een debat of groepsgesprek in de klas – ASO-leerlingen doen aan geldinzameling en willen/maken meer contacten met andere leerlingen. • Vermoedelijk financieel belastende activiteiten (uitstap, workshops, zelf iets organiseren), m.u.v. geld inzamelen, komen minder vaak voor in scholen waar er relatief meer leerlingen met laagopgeleide moeders zijn.
22
Bevorderende factoren
Aantal scholen 10 scholen
Interesse bij de leerkrachten Verankering van WBE (bv. visie, coördinator, werkgroep, …) (8 scholen)
8 scholen 8 scholen
Steun en interesse vanwege de directie
5 scholen
VOET en GOK als kapstok
5 scholen
leerlingenparticipatie en actieve leermethodes
4 scholen
Vrijheid van initiatief Belemmerende factoren
Aantal scholen
Gebrek aan tijd en teveel druk op de leerkrachten
6 scholen 5 scholen
Niet duidelijk opgenomen in VOET en inspectie
4 scholen
Kost voor het organiseren van activiteiten Groot verloop en gebrek aan expertise bij Leerkrachten Gebrek aan samenhang tussen groot aantal activiteiten
4 scholen 2 scholen 3 scholen
WBE niet opgenomen in de handboeken 23
Gebrek aan bruikbaar audio visueel materiaal rond WBE
1 school
3. Nood aan externe ondersteuning (sterk bepaald door het zoeken naar aansluiting bij noden van leerlingen en leerkrachten – kwalitatieve analyse)
24
3.1. Weinig appetijt voor kant en klare lespakketten en ondersteuning van buitenaf • Voorkeur aan geeft om zelf leermaterialen aan te passen aan de specifieke noden van de leerlingen • Helft van scholen zegt expliciet geen nood te hebben aan extra ondersteuning van buitenaf – Kunnen zelf leermaterialen vinden (vooral via internet) die ze dan zelf aanpassen – Bijscholen in beperkte mate in trek (kost, relevantie, weinig intrinsieke motivatie bij leerkrachten) – Beperkte vraag voor sturing of ondersteuning van bovenaf. Scholen staan op hun onafhankelijkheid. – Beperkte vraag voor onderlinge netwerking tussen scholen – Kost als beperkende factor. 25
3.2. Nood voor aanbod dat aansluit bij lespraktijk van leerkrachten • Vraag naar betere aansluiting met leerplannen en eindtermen. • Expliciete vraag voor ondersteuning bij implementatie van de VOET (niet altijd gelinkt aan WBE) • Integratie in handboeken (2 scholen) • Nood aan overzichten van bestaande aanbod – Organisaties die zonder kost leerlingen ontvangen – Flashy en kort audio visueel materiaal voor inbedding in de les – Kwalitatieve beoordeling van bestaand aanbod: 26
3.3. vraag naar aanbod dat aansluit met specifieke noden leerlingen (weliswaar volgens Leerkrachten en directeurs)
• Aangepast aan verschillende jaren en graden (minder intensief voor jongere lln en meer inhoudelijke en cognitieve insteek voor oudere lln). • Nood aan beter aangepast leermateriaal voor BSO leerlingen. (mag tegelijkertijd niet te ‘betuttelend’of ‘kleuterig’ zijn). • Belerende insteek en stimuleren van schuldgevoel doet leerlingen afhaken • Leerkrachten soms ook zoekende wat precies de noden zijn van hun leerlingen (2 scholen) 27
3. Aanbevelingen
28
Aanbevelingen • Aansluiting zoeken met realiteit van de school • Aansluiting zoeken bij specifieke interesses van leerlingen • Afstemming vraag en aanbod van werkvormen • Stimuleren en ondersteunen van verankering via vakoverschrijdende projecten • Stimuleren van WBE in de lessen • Onderzoek naar impact van schoolcultuur en participatie. 29
Aanbevelingen voor Kleur Bekennen • Verder inzetten op het aanbieden van intelligent overzicht van bestaande aanbod • Nog sterkere en actievere communicatie (aandacht grijpen, meer persoonlijk via bezoeken en interactie met directie en leerkrachten,…) • Als expertisecentrum scholen naar gepast aanbod toegidsen (makelaarsrol) en screening v.h. aanbod. • Ondersteuning in monitoring en evaluatie. • Pleitbezorging bij onderwijsnetten rond integratie van WBE in vakleerplannen en handboeken • Vereenvoudigen procedures voor aanvraag financiële ondersteuning (ook voor scholen die nog niet ver staan rond WBE).
30