week
! n j i p e van d
VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 36 NUMMER 3 11 februari 2011
Scoren met pijn Foto: Frank Muller
In de Week van de Pijn (14-20 februari) gaan alle verpleegafdelingen in het UMC de pijn scoren bij elke opgenomen patiënt. De behandeling van pijn begint immers bij het meten ervan. Het doel is dat afdelingen na deze week de pijn blijven registreren.
G i j s M u nn i c h s
De Week van de Pijn is bedoeld om UMC-breed pijn onder de aandacht te brengen. Want, zo laat landelijk onderzoek zien, tweederde van de patiënten in ziekenhuizen lijdt aan pijn. En dat is te veel. Pijnbehandeling begint bij het meten. Daarom moedigt het Pijnteam alle verpleegafdelingen aan om een week lang bij elke patiënt de standaardpijnmeting af te nemen. Dat betekent driemaal per dag vragen of die pijn ervaart. Het gaat dan om zowel de pijn in rust als in beweging. Ook wordt gevraagd of de pijn acceptabel is. Tot slot beoordeelt ook de verpleegkundige de mate van pijn. Patiënten kunnen namelijk hun eigen pijn soms onderschatten.
Pagina 3 Op weg naar ondernemen
Pagina 5 Young potential Gabie de Jong
Aftrap Waarom is het meten van pijn belangrijk? ‘Om top te zijn in patiëntenzorg, moet je ervoor zorgen dat patiënten zo min mogelijk pijn ervaren’, zegt prof. dr. Kris Vissers, themaleider Pijn. ‘Dit is belangrijk voor de kwaliteit van leven van de patiënt. Daarnaast kan pijn iemands situatie verergeren. In erge gevallen kan het zelfs chronische pijnklachten geven.’ De Week van de Pijn is een aftrap voor een betere pijnbehandeling in het Radboud. Een aantal afdelingen meten de pijn al heel zorgvuldig, bijvoorbeeld Orthopedie en de kinderklinieken. Maar andere moeten nog op gang komen. Pijn is een van de thema’s in het Patiëntveiligheidsprogramma van het Radboud. Het is bovendien een van de indicatoren van de Inspectie en onderdeel van het VMS Veiligheidsprogramma. Dus ook buiten de muren van ons UMC wordt er belang aan gehecht. ‘We hopen dat na de Week van de Pijn afdelingen structureel de pijn blijven scoren.’
Bokaal De afdeling die in de Week van de Pijn de “beste” (laagste) pijnscores heeft, wint een speciale bokaal. Ook zal het Pijnteam de cijfers terugkoppelen aan elke afdeling. Deze analyse heeft als doel om beleid in te zetten, zodat er uiteindelijk minder patiënten met pijn in het ziekenhuis zijn. Op intranet (button Patiëntveiligheidsprogramma) is meer praktische informatie te vinden. Op de achter- en middenpagina’s van deze Radbode meer aandacht voor pijn. Op de foto: het meetlatje om bij kinderen de pijn te meten. n
Pagina 6 Pijn hoort er niet zomaar bij
Pagina 9 Nieuw netwerk voor kunstweefsels
r adbod e 3 - 2 0 1 1
Wie wil er naar TEDxMaastricht? TEDxMaastricht Nurses & Nerds op 4 april is hét evenement om inspiratie te delen over de toekomst van de zorg. Radbode geeft vier kaarten weg voor dit prestigieuze evenement in de Limburgse hoofdstad. Patiënten worden steeds actiever in hun eigen behandeling. Zo consulteert 80 procent van de mensen ‘Dokter Google’ voordat ze naar de huisarts gaan, en telt ons land meer dan 20.000 weblogs met patiëntervaringen.
Is de zorgprofessional al vertrouwd met deze actieve participatie van patiënten, familie en mantelzorgers? Nóg niet, lijkt. Hoe zorgen we dat de zorg er in pakweg 2025 wél klaar voor is? Dat is de centrale vraag bij TEDxMaastricht, een initiatief van het UMC St Radboud. In het Theater aan het Vrijthof is plaats voor 900 genodigden. Sprekers E-Patient Dave, Fred Lee (auteur ‘Als Disney de baas was in uw ziekenhuis’) en Coen van Veenendaal (oprichter Alpe d’Huzes) zijn er bij. Jij ook?
Inhoud In bedrijf, Grenzeloos Interview met Gabie de Jong Pijn hoort er niet zomaar bij Nieuw netwerk kunstweefsels Mensen, Agenda Betoog, HRM-info Projectleider fietst zelf mee
‘I have a dream’ Daar moet je wel iets voor doen. De redactie van Radbode roept elke medewerker op om zijn of haar droom over de zorg in 2025 te delen. Hoe moeten artsen en verpleegkundigen straks werken? Hebben we allemaal een twitterspreekuur? Kan medische informatie vrij toegankelijk zijn voor iedereen? Waarom is compassie essentieel voor de toekomst van de zorg? Heeft de patiënt zelf ook een verantwoordelijkheid? Bestaat er straks nog verschil tussen de online en offline wereld? En ga zo maar door.
Wat moet je doen? Stuur jouw idee over de zorg in 2025 in een essay van maximaal 400 woorden of in een filmpje vóór 1 maart naar
[email protected]. Een jury kiest de vier winnaars die naar TEDxMaastricht mogen. De winnende essays worden geplaatst in Radbode, de winnende filmpjes op intranet. n
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Niels van Haarlem (hoofdredacteur), Nelleke Dinnissen (hoofdredactie), Jannie Meussen (eindredactie) en Gijs Munnichs. Aan dit nummer werkten mee: Martijn Bakker, Mariska Ebbelink, Flip Franssen, Frank Muller, Paul van Laere, Daan Van Speybroeck, Jan van Teeffelen. E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail: zandvoort@ bureauvanvliet.com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 25 februari 2011.
Meer weten over TEDx? Klik op de button op het bedrijfsportaal. Foto: Frank Muller
Inspirator kunst In het kader van het verschijnen van MET ZORG VOOR KUNST – kunstcollectie UMC St Radboud, wordt een videokunstwerk van Pierrick Sorin in het Anatomisch Museum getoond. Het gaat om een reeks fictieve kunstopdrachten door de stad Nantes uitgeschreven. Op de video stelt ieder van de zeven participerende kunstenaars, allen van verschillende nationaliteit, zijn of haar project voor. Dat van Krips Ronicker – anagram van Pierrick Sorin – is bijzonder boeiend. Deze Duitse kunstenaar vindt een regenboog zowat het mooiste wat er bestaat en met haar kunstproject wil ze dan ook op permanente wijze een regenboog zichtbaar maken boven de Loire, de stroom waar de stad Nantes aan gelegen is. Om dergelijk kunstwerk niet steriel te laten zijn, zorgt ze ervoor dat de regenboog fluctueert en dit op basis van de stemming die in de stad heerst. Daartoe vangt ze de stralingen op veroorzaakt door de aard van de gesprekken die mensen via hun mobiele telefoon met elkaar voeren: zijn de contacten op zeker moment vooral enthousiast en aardig, dan heerst er een positieve straling in het luchtruim van de stad zodat de regenboog een volle halve cirkel wordt, is de communicatie evenwel agressief en vervelend, dan hebben negatieve stralen de boventoon en komt de boog niet verder dan twee kleine stukje aan de horizon. Dit even dynamisch als geestig kunstwerk kan in de Radbode, jammer genoeg, slechts aan de hand van een paar stills worden getoond: de regenboog is hier zowat vol, mede dankzij het enthousiaste telefoongesprek van de jonge vrouw. Toen de Commissie Identiteit me eens terloops vroeg naar een kunstwerk dat de positieve energie in het UMC zou laten zien, dacht ik aan Krips Ronicker alias Pierrick Sorin – zonder te weten of dergelijk kunstwerk ook daadwerkelijk realiseerbaar is. Daan Van Speybroeck
Als jongen van een jaar of elf probeerde ik urenlang de schaar van Piet Keizer te imiteren. Keizer was onnavolgbaar en een beetje recalcitrant. Hij heeft me helaas niet verder dan de C2 gebracht, maar zijn eigenschappen heb ik wel een beetje overgenomen. Toen was Keizer mijn grote inspirator. Nu zie ik mijn zoon van elf op het grasveld ook van die bewegingen maken. En boven zijn bed hangt een foto van Lionel Messi. Ook jij kunt een inspirator zijn. De redactie van Radbode roept elke medewerker op om zijn of haar droom over de zorg in 2025 te delen. Hoe ziet volgens jou de zorg er over veertien jaar uit? Lopen we massaal met een Ipad door de gangen? Chatten we met patiënten? Of hoe ziet de Week van de Pijn (14-20 februari) er dán uit? Kortom, inspireer jezelf en je collega’s. Stuur je idee over de zorg in 2025 in een essay van maximaal 400 woorden of in een filmpje vóór 1 maart naar
[email protected]. Op deze pagina en op het Bedrijfsportaal lees je hoe dat allemaal moet. En wie weet ben jij een van de vier winnaars die van ons naar TEDxMaastricht mag. Om je daar weer te laten inspireren door Fred Lee (auteur ‘Als Disney de baas was in uw ziekenhuis’) of Coen van Veenendaal (oprichter Alpe d’Huzes). Overigens, Maastricht is sowieso een leuke stad en het Vrijthof biedt ook vast heel veel inspiratie! Niels van Haarlem,
[email protected]
Pierrick Sorin, Nantes, projets d’artistes, 2001, DVD.
Foto’s: Jan van Teeffelen
Correctie: Bij de foto’s van Edith Dekyndt, Radbode van 14 januari, staat per vergissing Endocrinologie terwijl het Antropogenetica moet zijn.
2
4 5 6 9 10 11 12
eleid b
r adbod e 3 - 2 0 1 1
Op weg naar ondernemen
Foto: Flip Franssen
We moeten meer als ondernemer denken. Lef tonen en risico’s nemen. En afdelingen laten geld liggen als ze zelf contracten blijven afsluiten met farmaceuten. De visie van Hendrik-Jan Vos, directeur Valorisatie. N i e l s van Haa r l e m
Hij wikt en weegt en formuleert zijn woorden zorgvuldig. Valorisatie is er immers vooral voor ondersteuning van de onderzoekers en de afdelingen bijvoorbeeld tijdens hun zoektocht naar externe geldbronnen, of tijdens het afsluiten van contracten met farmaceuten. En voor een goede samenwerking werkt het contraproductief om grote woorden te gebruiken en mensen tegen je in het harnas te jagen. Toch steekt Hendrik-Jan Vos zijn mening niet onder stoelen of banken. Drie jaar na de start heeft Valorisatie een stevige basis gelegd. Doel is om in 2014 financieel geheel op eigen benen te staan en de club van octrooien, contracten, BV’s en subsidies is goed op weg. Hoe kijkt u terug op vorig jaar? ‘We hebben beter gescoord, bijvoorbeeld bij de ondersteuning bij het binnenhalen van subsidies. Gemiddeld wordt één van de vijf aanvragen voor het verkrijgen van Europese subsidies toegekend, UMC St Radboud scoort met drie op de vijf aantoonbaar beter. Dat komt door onze manier van werken: onze mensen komen vaak zelf uit de wereld van het onderzoek en begrijpen de onderzoeksvragen van de onderzoekers. Combineer dat met onze kennis van juridische zaken en octrooien en je begrijpt dat we van EU en EFRO voor onderzoekers tientallen miljoenen hebben binnengehaald.’ Valorisatie wordt dus gezien door de afdelingen? ‘Afdelingen weten ons steeds beter te vinden. De Raad van Bestuur vindt het belangrijk dat alle onderzoekscontracten, jaarlijks zo’n 1200, gescreend worden: klopt het juridisch, is het intellectueel eigendom goed geregeld, houden we er geld aan over? In 2007 kregen we 300 contracten van de afdelingen onder ogen, nu meer dan 1000. Niet omdat het moet, maar omdat ze onze
meerwaarde steeds beter waarderen. Daarnaast maken wij veel meer zichtbaar welke kennis uit de afdelingen gevaloriseerd kan worden. Dat leidt tot meer octrooien, waarmee we via verhuur (licenties) geld voor de afdeling binnenhalen of via spin-off BV’s hoogwaardige bedrijvigheid scheppen.’
‘Het ondernemersklimaat hier kan echt beter’ Ik spreek dus een tevreden directeur? ‘We zijn inderdaad goed op weg. Ontevreden ben ik nog over het traject om 4e geldstroom werk (collaborative research en contract research, red.) in huis beter in de markt te zetten. We hebben nog onvoldoende kans gekregen om afdelingen te ondersteunen bij het verkrijgen van een goede prijs daarvoor. Afdelingen hebben de neiging de financiële kant van een contract vaak zelf uit te onderhandelen en op te zetten. Een gemiste kans, want wij kennen de markt, zijn specialist in contracten en zorgen aantoonbaar voor een betere prijs. Ik begrijp de houding van de afdelingen ook wel. Vaak heeft een afdeling al jaren een goede relatie met een farmaceut en die wil je niet op het spel zetten. Dat hoeft ook niet als de afdeling zich richt op de inhoud en wij op de verkoop en de contracten. Geef ons de rol van de bad guy, dan blijft de afdeling de good guy en de relatie met de farmaceut in tact.’ Zijn we hier wel ondernemend genoeg? ‘Het ondernemersklimaat kan echt beter. Ondernemen betekent ruimte en vertrouwen krijgen, gecalculeerde risico’s durven nemen en lef hebben. Je moet je los
3
kunnen koppelen van het UMC-systeem dat vanuit de historie ambtelijk is. De indeling in 54 afdelingen is al een stap voorwaarts. Deze nieuwe Radboudstructuur bevordert ondernemend gedrag in afdelingen, en een aantal nieuwe bedrijfsleiders heeft ervaring op dat gebied. Maar de primaire rol van die afdelingen is toch zorg, onderwijs en onderzoek. Valorisatie’s kennis van de markt kan nog beter gebruikt worden bij het opzetten van BV’s, ondersteunend voor de bedrijfsleiders. Daarin moeten we veel actiever zijn. Bijvoorbeeld door via “rolmodellen” successen veel meer te delen.’ Wat verwacht u van dit jaar? ‘Meer subsidies helpen realiseren, een toename van startende bedrijven én de ambitie om Nijmegen op de kaart te zetten als nationaal en internationaal centrum van versneld onderzoek voor de ontwikkeling van geneesmiddelen. Dat doen wij onder de vlag ‘From Molecule to Man (M2M)’, door een omgeving op te zetten waarin onze UMC-toppers nauw samenwerken. Zij leveren daardoor een bijdrage in het verminderen van de gemiddelde veertien jaar die er voor staat om een geneesmiddel te ontwikkelen. Dat M2M-programma gaat onze unieke positie ten opzichte van de overige UMC’s ook voor anderen zichtbaar maken.’ n
Dit is Valorisatie Valorisatie helpt afdelingen kennis om te zetten in geld. Valorisatie spoort kennis op waarvoor octrooi aangevraagd kan worden, stelt samen met de afdelingen octrooien op, onderhandelt over licenties, screent contracten op juridische en zakelijke inhoud, en biedt ondersteuning bij subsidieaanvragen voor wetenschappelijk onderzoek. Verder helpt Valorisatie afdelingen om bedrijfjes op te zetten en begeleidt bestaande afdelingsBV’s. Op 16 maart wordt M2M op het Health Valley Event ten doop gehouden. In mei organiseert Valorisatie een groot symposium over M2M.
i n b e d r i jf
r adbod e 3 - 2 0 1 1
grenzeloos
worden jaarlijks vier promotieplaatsen beschikbaar gesteld voor masterstudenten met een bijzondere belangstelling voor onderzoek. Zij krijgen vier jaar lang een betaalde plek bij het UMC St Radboud om onderzoek te doen gericht op een academische promotie. De Jury Kwaliteitsbeoordeling Onderzoek, onder voorzitterschap van prof.dr. Bart Kiemeney, selecteert de kandidaten. Voor 2011 zijn als winnaars uit de bus gekomen: de studente Biomedical Sciences Nathalie Benda en de studenten Molecular Mechanisms of Disease Marie Pohl, Christian Büll en Pascal Miesen. Nathalie Benda gaat na hoe het succes van oefeningen die tegen hartfalen zijn gericht kan worden vergroot. Marie Pohl zal onderzoek doen naar de overdracht van Flavivirussen en of het zich zou kunnen ontwikkelen tot een virus dat ook de mens kan besmetten. Christian Büll gaat de rol van bepaalde zuren en eiwitten in het afweersysteem onderzoeken. Pascal Miesen gaat zich verdiepen in de rol van micro RNA virussen bij knokkelkoorts. De competitie staat open voor alle studenten van een masteropleiding van het UMC St Radboud. De volgende ronde start in juni 2011. Meer informatie: Bob de Jonge, tel. 3615346, of mail
[email protected].
De Open Dag van het Radboud Universitair Centrum voor Oncologie (RUCO) was een groot succes. Drieduizend mensen kwamen op zaterdag 5 februari naar het UMC. Vooral de rondleiding op de OK en de demonstratie van de operatierobot trok veel mensen. Maar ook bijvoorbeeld de demonstraties van de 3d-modellen van hoofdhalsoncologie, evenals de bezoeken aan de afdelingen Pathologie en Radiotherapie. ‘Zelf ontdekken en samen strijden tegen kanker’ stond centraal op deze bijzondere dag. Wat veel bezoekers opviel was de positieve sfeer en de trots van medewerkers op hun werk. En de medewerkers waren er in groten getale, meer dan 300 Radboud-collega’s waren zaterdag als vrijwilliger aanwezig om deze open dag tot dit succes uit te laten groeien. Op de foto wordt gedemonstreerd hoe een bestralingsmasker wordt gemaakt. GM
Kwaliteitsverbetering
Eerste Hart Hulp Jaarlijks komen ongeveer drieduizend patiënten met hartklachten naar ons ziekenhuis. Voortaan komen zij niet meer binnen bij de Spoedeisende Hulp (SEH). Vanaf 1 februari gaan zij rechtstreeks naar de afdeling Hartbewaking van Cardiologie (begane grond A-gebouw, route 611). Hier is een aparte afdeling Eerste Hart Hulp ingericht. De Eerste Hart Hulp is bedoeld voor patiënten met acuut cardiale klachten zoals pijn op de borst, onwelwording, hartkloppingen en/of benauwdheid, die voornamelijk door de huisarts worden doorverwezen. ‘Door deze voorziening rechtstreeks onder te brengen bij de Hartbewaking verbetert de kwaliteit van zorg. We hebben hier alle deskundigheid en behandelfaciliteiten binnen handbereik’, vertelt hoofdverpleegkundige Tanja Poortinga. De patiënt wordt opgevangen en onderzocht door een gespecialiseerd team onder supervisie van een Eerste Hart Hulp cardioloog. ‘Zonodig maken we een elektrocardiogram (ECG) en bewaken we het hartritme en de bloeddruk. Ook kan het nodig zijn dat de patiënt een inspanningsonderzoek ondergaat. De patiënt krijgt eventueel medicatie en blijft een aantal uren bij ons om te zien hoe de klachten zich ontwikkelen.’ De Eerste Hart Hulp is 24 uur per dag open. JM
Promotieplaatsen
Jong onderzoekstalent Jonge onderzoekstalenten vormen de basis voor uitstekend onderzoek in de toekomst. Vanuit deze gedachte
Ik ben op het veertiende Bangkok international symposium on HIV medicine geweest, georganiseerd door de HIV-Netherlands-Australia-Thailand (HIVNAT) Research Collaboration. Ik was gevraagd om twee lezingen te geven over interacties en farmacokinetiek van nieuwe hiv-middelen. Het gehoor bestond uit zo’n achthonderd personen uit Zuidoost-Azië.
Eerste diploma voor sterilisatiemedewerker
@ Waarom?
Foto: Jan van Teeffelen
Open Dag trekt 3.000 bezoekers
@ Waar?
CSA
Foto: Paul van de Looi
RUCO
David Burger, ziekenhuisapotheker/klinisch farmacoloog, verbleef van 18 tot 22 januari in Bangkok, Thailand.
Ad Roelofs is de eerste gediplomeerde sterilisatiemedewerker (SMH-medewerker) in het Radboud en ook de eerste in de regio Oost-Nederland. Op 15 februari krijgt hij zijn diploma. SMH staat voor ‘steriele medische hulpmiddelen’. Ad werkt op de Centrale Sterilisatieafdeling (CSA) van ons UMC. In zijn dagelijks werk houdt hij zich bezig met reinigen, desinfecteren en steriliseren van medische hulpmiddelen. Door de opleiding, die hij gevolgd heeft bij het ROC, beschikt hij over alle praktische kennis, maar heeft hij ook veel theoretische kennis opgebouwd over het medisch instrumentarium en over het menselijk lichaam. Het Radboud is sinds vorig jaar een erkend leerbedrijf voor deze functie. Met de gediplomeerde SMH-medewerker wil de sterilisatieafdeling de dienstverlening in huis, bijvoorbeeld naar de OK’s, naar een hoger plan tillen. Momenteel zijn er bij de CSA nog vier medewerkers in opleiding voor het SMH-diploma. GM
Mobiel Medisch Team
Veilig naar incidenten Het Mobiel Medisch Team (MMT) Nijmegen heeft een Volvo XC90, volledig omgebouwd naar de eisen en wensen van het team. Het team is onderdeel van de Acute Zorgregio Oost en is gestationeerd op de luchtmachtbasis Volkel. Met een helikopter (de Lifeliner 3) is het MMT 24 uur per dag/7 dagen per week beschikbaar voor oproepen in ons gebied. Als de helikopter niet kan vliegen, zoals bij slecht weer of een technisch mankement, gaat het MMT over de grond naar het incident. Onlangs heeft het MMT na tien jaar afscheid genomen van de Mercedes Vito bus. De nieuwe Volvo XC90 heeft achterin een uitschuifbare lade, waarin rugzakken, monitor, infuuspomp, spalken, helmen staan. Er kunnen vier personen mee op pad. Meestal zijn het de MMT-arts en de MMT-verpleegkundige. De MMT-verpleegkundige heeft een speciale vijfdaagse rijopleiding genoten om in allerlei spoedeisende omstandigheden veilig naar het incident te kunnen rijden. NvH
4
Zo’n 10 jaar geleden heeft prof.dr. Joep Lange uit het AMC mij gevraagd om in Bangkok te helpen met het oprichten van een laboratorium. Voor het doen van klinisch-farmacologisch onderzoek naar behandeling van Thaise hiv-patiënten. Thailand is één van de landen in de regio die het meest getroffen is door de hiv-epidemie. Samen met een aantal enthousiaste analisten van ons lab AKF is het gelukt om het lab in Bangkok van de grond te krijgen.
@ Buitenlandse partners? Zoals de naam al zegt is HIVNAT een samenwerkingsverband tussen Nederland, Australië en Thailand. We hebben Thaise analisten opgeleid zodat zij zelfstandig metingen van plasmaspiegels van hiv-middelen kunnen uitvoeren. Daarnaast bedenken we samen met de Thaise artsen hoe we met farmacologisch onderzoek iets aan hun problemen kunnen doen. Zij zien veel bijwerkingen op hivtherapie als zij de gewone doseringen gebruiken zoals bij ons. Wij zoeken met hen uit wat voor de Thaise patiënt de optimale dosering is. Daarnaast hebben daar veel hiv-patiënten ook tuberculose en doen we dus interactiestudies met rifampicine.
@ Bagage mee naar huis? Ik heb veel inspiratie opgedaan om uit te zoeken hoe we het best onderzoek kunnen bedenken om de behandeling van hiv-patiënten daar te verbeteren. Daarnaast koop ik op de terugweg op het vliegveld altijd orchideeën, die doen het thuis erg goed.
@ Waar kunnen wij van leren? De Thai zijn veel vriendelijker en beleefder in de omgang met elkaar. Je wordt echt als gast ontvangen en continu zorgen ze voor je. Dan valt in Nederland toch meteen weer op hoe bot wij soms met elkaar omgaan. Wij práten over respect, maar de Thai tónen het.
@ Wat doen wij beter? Onze kennis van hiv-behandeling is natuurlijk veel verder dan bij de Thai. Apothekers daar hebben geen farmacologische kennis en doen geen onderzoek. Ze verkopen gewoon ergotamine aan een hiv-patiënt die hoofdpijn heeft en denken niet na over interacties.
@ Tip Een goed alternatief voor zo’n reis is Baan Isaan, het Thaise restaurant in de Van ’t Santstraat in Nijmegen. Bijna net zo lekker als daar op straat.
i n t e r v i e w
r adbod e 3 - 2 0 1 1
Voor het eerst is er tijdens de nieuwjaarsreceptie ook een Radboudpenning uitgereikt aan een young potential, artsassistent Chirurgie Gabie de Jong. ‘De RvB geeft je hier alle ruimte.’ J ann i e M e u s s e n Foto: Jan van Teeffelen
‘Het is niet nodig om weken van zestig uur te maken’ ‘Ik krijg ontzettend veel reacties. “Wauw, heb jij dat allemaal gedaan?” Ook mijn partner wordt er op aangesproken, die is hier in opleiding bij Interne Geneeskunde. Hij is trots als een pauw. Voor mij voelt het niet echt als een bijzondere prestatie. Ik heb het natuurlijk wel allemaal gedaan, maar over tien jaar verspreid en met veel plezier. Eigenlijk zou je meer prijzen moeten uitreiken. Bijvoorbeeld aan medewerkers die goed zijn in de communicatie met patiënten of die heel collegiaal zijn.’
Druk en dynamisch Hoe bevalt haar het leven als arts-assistent? ‘Druk en dynamisch. Ik heb vandaag bijvoorbeeld op de dagbehandeling gestaan. Daar vinden relatief eenvoudige ingrepen plaats, dus mag je (onder supervisie) veel zelf doen. Vandaag een best lastige ingreep aan de galblaas. Als je het even niet weet, stuurt de supervisor bij. Daar leer je veel van. Ik ben overigens blij dat mijn partner hier ook in opleiding is. Als je thuiskomt en iets heeft je gefrustreerd of geraakt, dan hoef je niks uit te leg-
van 60 uur te maken. Ik merk dat de huidige generatie chirurgen daar ook zo over denkt. Natuurlijk word je een betere operateur als je ingrepen vaak doet. Maar als ik kan kiezen tussen veertig uur werken en goed zijn in je vak, tegen zestig uur om de allerbeste te zijn, dan kies ik toch voor meer vrije tijd en een leuk en gevarieerd leven. Vlak voor mijn pensioen wil ik nog wel een paar jaar slijten bij de Gezondheidsraad’, besluit ze lachend. ‘Dan heb ik hopelijk zoveel ervaring opgedaan, dat ik de politiek direct kan adviseren over wat voor ons vakgebied belangrijk is.’ n
Cum laude Ze is cum laude afgestudeerd en gepromoveerd. ‘Hoogbegaafd ben ik zeker niet. Ik blink niet uit in het opslaan van medische kennis. Maar tegenwoordig tellen veel meer competenties, zoals het kunnen communiceren en organiseren. Daar ligt mijn kracht, ik kan efficiënt werken.’ Daarbij is ze heel gedreven in het verbeteren van processen om haar heen. ‘Dat is voor mij hobby, waar anderen sporten of muziek maken. Het verbaasde mij bijvoorbeeld dat er niets centraal geregeld was voor de promovendi, die hebben zo’n belangrijk aandeel in de wetenschappelijke output. Waar kun je terecht voor cursussen als academic writing? Hoe zit de onderzoeksstructuur met al die instituten in elkaar? Je moest het allemaal zelf uitzoeken. Inmiddels hebben de promovendi zich verenigd en is er voor hen een speciale introductiedag.’ Als voorzitter van de arts-assistentenvereniging Radboud (AAVR) boog ze zich over het parttime werken en de onregelmatigheidstoeslag. ‘Maar we hebben evengoed gestreden voor betere piketkamers waar we moeten slapen tijdens diensten. Sommige zijn net hotelkamers, andere assistenten liggen tussen de kasten op een gang.’ Radboud is een leuke werkomgeving, vindt Gabie. ‘Er is veel beweging en de Raad van Bestuur geeft je de ruimte. Vorig jaar kwam bijvoorbeeld in het nieuws dat veel arts-assistenten burn-out zijn. Op verzoek van de RvB hebben we hier toen een enquête gehouden.’
‘Als chirurg kun je heel concreet en direct wat voor je patiënten betekenen’ gen. Bijvoorbeeld dat er een acute opname of operatie tussenkwam en je hele planning in de soep liep. Hij kan het direct plaatsen. We hebben hetzelfde drukke ritme. Je moet ook keuzes maken. Ik ben bijvoorbeeld eerst gestopt met de AAVR, voordat ik in de overkoepelende landelijke vereniging voor assistent-geneeskundigen plaatsnam.’
Toekomst Hoe ziet Gabie haar toekomst? ‘Heel lang wist ik niet welk specialisme ik zou kiezen. Ik neigde naar neurologie, maar daar zijn de uiteindelijke behandelopties voor de patiënt voor mij te beperkt. Als chirurg kun je heel concreet en direct wat voor je patiënten betekenen. Ik blijf zeker in een academische omgeving werken, zodat ik ook dicht bij het onderzoek sta en co-assistenten kan begeleiden. Maar ik denk dat het niet nodig is om weken
5
Young potential Een greep uit de voordracht voor de Radboudpenning. Tijdens haar geneeskundestudie viel ze al op door haar kennis en gedrevenheid. Ze was bestuurslid van de medische faculteitsvereniging, nam deel aan het studentenplatform KNMG en studeerde cum laude af. Ook als promovendus maakte ze zich sterk voor het verbeteren van de voorzieningen voor promovendi en ze was vicevoorzitter van de UMC-raad. Ze was daarnaast voorzitter van de arts-assistentenvereniging. Op onderzoeksgebied heeft ze een indrukwekkende lijst van artikelen afgeleverd. Nog onlangs kreeg ze een young professional award in Salt Lake City. Ook de verdediging van haar proefschrift naar leveruitzaaiingen bij dikke darmkanker kreeg het stempel: cum laude.
W e e k van d e p i jn
Pijn hoort er niet zomaar bij In de Week van de Pijn (14-20 februari) wordt bij alle opgenomen patiënten in ons UMC de pijn gescoord. Hoe doen ze dat bij Orthopedie, een van de “best practices” in het registreren van pijn? En waarom is het bijhouden van pijnscores zo belangrijk? G i j s M u nn i c h s
‘Het meten van pijn kost nauwelijks extra tijd’ Bij verpleegafdeling Orthopedie zit het registreren van pijn in hun dagelijkse werkroutine. Dat heeft al zichtbare resultaten opgeleverd. Bijvoorbeeld dat de patiënt geen pijn meer heeft na ontslag uit het ziekenhuis. In een weekend sloeg het opeens weer toe. Hevige pijn in haar rechterarm. Weer, want drie jaar terug kreeg reumapatiënt Jacqueline Joling er ook al mee te maken: een bacteriële infectie in haar elleboogprothese. ‘Ik wist: het is mis’, vertelt ze. ‘De pijn was zo hevig, dat ik nergens meer toe in staat was. Direct naar het ziekenhuis dus.’
Inmiddels heeft ze de operatie waarbij de bacterie (hopelijk) is weggehaald, achter de rug. Ze moet nog een week op de verpleegafdeling Orthopedie blijven. Viermaal per dag komt een verpleegkundige bij haar de pijn scoren. ‘De pijn is inmiddels draaglijk geworden’, vertelt Jacqueline. ‘Het is prettig dat dit goed in de gaten wordt gehouden. Dat geeft een heel veilig gevoel. Je
blijft zo niet onnodig lang pijn lijden. Er wordt meteen iets aan gedaan. Zo heb ik al een paar keer een pijnstiller gekregen.’
Dagelijkse routine Verpleegafdeling Orthopedie (D10) is als een van de eerste in het Radboud de pijn gaan meten. ‘We zijn in 2009 ermee gestart’, vertelt expertverpleegkundige Ingrid Heijnen. ‘Voor de Inspectie, en dus voor de kwaliteit van zorg, is het belangrijk dat je pijnscores bijhoudt. Samen met het Pijnteam hebben we formulieren opgesteld om dat te kunnen doen. Nu zit het registreren in onze dagelijkse routine.’ Het beleid bij Orthopedie: vier keer per dag vraagt de verpleegkundige naar de patiënt zijn pijnscore. Aangegeven in een getal van 0 tot 10. Hoe meer pijn, des te hoger de score. Het registreren gebeurt tot en met de derde dag na de operatie. De patiënt geeft steeds aan hoeveel pijn die heeft in rust én in beweging. Inspanning kan immers extra pijnlijk zijn. Ook de verpleegkundige oordeelt in hoeverre er sprake is van pijn. Een patiënt kan zich flinker voordoen en de pijn te laag scoren. Want, ach, zo wordt er geregeld gedacht: een beetje pijn hoort erbij… Maar volgens het pijnprotocol dat Orthopedie hanteert, hoort pijn er niet zomaar bij. Bij score 4 of hoger wordt actie ingezet om de pijn te verlichten. De patiënt krijgt dan bijvoorbeeld paracetamol of bij hevigere pijn morfine. Ook wordt gewerkt met de zogenaamde PCIA-pomp. Hiermee kunnen patiënten – uiteraard binnen medische veiligheidsgrenzen – zichzelf pijnstillende medicatie toedienen. Als de pijn te hevig is en standaardinterventies niet helpen, wordt de Acute Pijn Service ingeschakeld. Dan komt een gespecialiseerde pijnverpleegkundige naar de afdeling of wordt een anesthesioloog geraadpleegd.
Goed begin is halve werk
Verpleegkundig consulent Rianne van Boekel (Acute Pijn Service) scoort, samen met verpleegkundige Els Bruseker (Orthopedie), op een digitaal tabloid de pijn bij een patiënt.
6
Naast Orthopedie houden ook de verpleegafdeling Neurochirurgie/Plastische Chirurgie (N20), de Short Stay Unit en de kinderklinieken de pijnregistraties al goed bij. De Week van de Pijn moet als een vliegwiel werken om andere afdelingen te enthousiasmeren. De weerstand
week
r adbod e 3 - 2 0 1 1
! n j i p e van d
‘Pijn moet je metéén bestrijden’ De Week van de Pijn is onderdeel van het veiligheidsprogramma ‘Iedere patiënt altijd veilig’. De initiatiefnemers over het belang van vroege herkenning en behandeling van pijn: ‘Pas als je doorvraagt, kom je erachter hoeveel pijn een patiënt heeft.’
Foto’s: Frank Muller
Het Radboud heeft ‘Vroege herkenning en behandeling van pijn’ gekozen tot een van de thema’s rond patiëntveiligheid. Prof.dr. Kris Vissers is als themaleider aangewezen om UMC-breed aandacht te vragen voor pijn. Wat is zijn boodschap in een notendop? ‘Pijn moet je, net als de ziekte zelf, metéén bestrijden. Pijn beïnvloedt immers iemands kwaliteit van leven’, aldus de hoogleraar Pijn en Palliatieve Geneeskunde. ‘Daarnaast kan aanhoudende pijn de toestand van een patiënt behoorlijk verslechteren.’ Want een patiënt die pijn heeft, rust minder goed uit, slaapt slecht en heeft minder eetlust. Is minder mobiel, langer bedlegerig en heeft een hoger risico op doorligwonden. Daarnaast kunnen infecties aan de luchtwegen optreden en complicaties aan het hart ontstaan. Slecht behandelde acute pijn kan bovendien chronische pijnklachten geven. ‘Artsen zijn vooral gericht op het behandelen van de ziekte. De gedachte is dat de pijn dan ook overgaat. En dat blijkt niet altijd zo te zijn’, stelt Vissers.
Stoer houden
is vaak dat het bijhouden van de scores wéér een extra taak is. Volgens verpleegkundige Marjoleine van Eerten kost dit echter nauwelijks tijd. ‘De pijnregistraties zijn goed in te passen in je vaste bezoeken aan de patiënt. Wij doen het bijvoorbeeld bij het uitdelen van de medicijnen.’ Tot voor kort gebeurde het registreren op papier. Deze maand krijgt Orthopedie digitale tabloids, zodat de scores direct in het EPD ingevoerd kunnen worden. Met als voordeel dat er ook beter analyses te maken zijn over het verloop in de pijnscores. Leidt het meten van pijn ook daadwerkelijk tot minder pijnpatiënten? Van Eerten denkt van wel. ‘Door er alert op te zijn en te zorgen dat de pijn draaglijk blijft, kan de patiënt eerder herstellen na een operatie en sneller naar huis. Door steeds naar de pijnscore te vragen, ga je ook sneller iets tegen de pijn doen. Opkomende pijn druk je zo de kop in, want je wacht niet tot het moment dat de patiënt eigenlijk al te veel pijn heeft. Een goed begin van pijnbestrijding is dus al het halve werk.’
Samen met verpleegkundig consulent Rianne van Boekel en anesthesioloog Monique Steegers (beiden van de Acute Pijn Service) nam hij het initiatief voor de Week van de Pijn. ‘Het meten van pijn gebeurt nog veel te weinig in ons UMC’, aldus Steegers. ‘Uit pilots blijkt dat dit bij nog niet de helft van onze patiënten gebeurt.’ Ze deed onderzoek naar pijn bij vrouwen met borstkanker. ‘Meer dan 50 procent heeft pijn. Maar de betrokken specialisten vragen er zelden naar.’ Onwetendheid, vermoedt ze. ‘Door er standaard naar te vragen, komt de pijn van een specifieke patiëntengroep wél aan het licht.’ Vissers: ‘Zo is ook aangetoond dat CVA-patiënten (beroerte) en cognitief verminderde patiënten veel pijn hebben. En ik durf te stellen dat symptomen van Parkinson minder aanwezig zijn als je de pijn bij deze patiënten beter aanpakt.’ Ook kunnen patiënten zich stoer houden. Van Boekel
ervaart dit regelmatig als ze vanuit de Acute Pijn Service patiënten ziet met onacceptabel veel pijn. ‘Ze vinden dat ze er maar tegen moeten kunnen’, vertelt Van Boekel. ‘Het is daarom belangrijk dat je als zorgverlener goed doorvraagt, want pas dan kom je erachter hoeveel pijn een patiënt eigenlijk heeft.’
Geen politieagent ‘Er zijn afdelingen die de pijn niet registreren, uit angst dat de scores slecht zijn’, besluit Steegers. ‘Wij spelen echter niet de politieagent aan wie je jezelf moet verantwoorden. Als pijnexperts bieden we juist ondersteuning om de behandeling van pijn, en daarmee de patiëntenzorg, te verbeteren. Scoor je als afdeling dus slecht, zie dit dan vooral als signaal om te verbeteren.’ n
Ondersteuning nodig? Het Pijnteam biedt op allerlei manieren ondersteuning om de pijn te registreren en te behandelen. Er is voor de afdelingen een instrument ontwikkeld om in het EPD de scores vast te leggen en analyses te maken. Daarnaast staat de Acute Pijn Service klaar als u patiënten heeft met onacceptabel veel pijn. Via sein 1709 kunt u de gespecialiseerde verpleegkundige oproepen, via sein 1378 de pijnarts (’s nachts op sein 1174). ‘We verzorgen ook scholing over pijn en helpen om, samen met adviesgroep PVI, het pijnbeleid op afdelingen te verbeteren’, vertelt verpleegkundig consulent Rianne van Boekel. ‘Daarnaast stellen we protocollen en richtlijnen over acute pijn op. En we coördineren het netwerk van verpleegkundigen en artsen in het UMC die acute pijn als aandachtsveld hebben.’ Op intranet is, via de button Patiëntveiligheidsprogramma, meer praktische informatie te vinden over de Week van de Pijn.
Thuis geen pijn meer ‘Momenteel zijn we nog bezig om de cijfers over 2010 te analyseren’, vult Heijnen aan, ‘máár het registreren van pijn pakt al zeker gunstig uit. Door het scoren weten we bijvoorbeeld dat mensen die net een heupprothese, schouderoperatie of knieprothese hebben gehad veel pijn hebben. Voor de knieprotheses hebben we nu, in samenspraak met Anesthesiologie, onze zorg aangepast. We geven nu bij de operatie een extra verdoving aan de knie en aanvullende medicatie na de operatie. Dit verlicht de pijn voor patiënten.’ Een ander resultaat is dat de patiënt geen pijn meer heeft na ontslag uit het ziekenhuis. ‘Uit onze telefonische spreekuren bleek eerst dat mensen thuis nog een te hoge pijnscore hadden’, zegt Heijnen. ‘Wij hebben toen de informatievoorziening bij ontslag aan de patiënt verbeterd, bijvoorbeeld over het voortzetten van de medicatie. Nu zijn er vrijwel geen patiënten meer die thuis nog postoperatieve pijn hebben.’ Mooie resultaten, behaald door simpelweg te beginnen met aan patiënten te vrágen in hoeverre ze pijn hebben. n Artsen, arts-assistenten en verpleegkundigen van het Pijnteam bespreken elke ochtend hun patiënten. Anesthesioloog Monique Steegers is de derde van links.
7
belastingaangifte? Voor u kan het leuker en makkelijker!
“Ons tijdelijk thuis!”
w w w. r a d b o u d i n t o l a n g u a g e s . n l
Kijk op www.schoutenfiscaal.nl of bel 06 – 22 99 05 20
Taaltrainingen
Ik kom graag langs voor een vrijblijvend gesprek.
Hotel, appartementen & bungalows op slechts 10 km van het UMC St. Radboud
Jolanda Schouten – van Baarsen FB Belastingconsulente Heidevenstraat 14 6533 TR Nijmegen
Last minute inschrijven is nog mogelijk voor: Chinees • Duits • Engels • Frans • Japans • Italiaans • Marokkaans Arabisch • Nederlands voor anderstaligen • Russisch • Spaans
w w w. d e z e v e n h e u v e l e n . n l
Berg en Dal | Nijmegen (024) 684 2000 www.goldentulipvalmonte.nl
Verschillende niveaus. Start trainingen vanaf 21 februari.
Wij hebben het gouden Greenkey keurmerk!
Kijk voor meer informatie over deze of andere trainingen op onze website. E:
[email protected] T: (024) 361 21 59
or 2011! o v n e z j i tractpr
de con r a a n g Vraa
(actieve) vergaderingen | trainingen | congressen feesten | jubilea | lunches | diners | overnachtingen
maakt deel uit van de radboud universiteit nijmegen
in'to Adv. 130x137 Radbode 0211.indd 1
Te koop woonobject
03-02-2011 12:35:53
‘t Flieren 4, 5434 LB Cuijk-Vianen (NB)
Algemene informatie:
Perceelgrootte 1,218 ha, kad. Cuijk sectie B no’ s 2591 en 1919. Gelegen in agrarisch landschappelijk waardevol gebied (A1) aan de rand van het kerkdorp Vianen. Het perceel is ontsloten door een “eigen weg” van ca. 150m, waarvan op de eerste 50m een recht van overpad rust. Het object bestaat uit: Woonhuis, multifunctionele loods, tuinhuis, weidestal, kasje, kippenhok, bijenstal, boomgaard, weiden, moestuin, afvalwaterzuivering en diverse houtopstanden en heggen. Bereikbaarheid: 1.5km vanaf treinstation en centrum Cuijk, 2.5km naar op/afrit A73, 12km naar Nijmegen. Veel landschapstypen op fietsafstand. Ideaal object voor mensen die rust en ruimte zoeken voor een agrarische hobby in een natuurlijke omgeving.
bode 110211.indd 2
03-02-2011 14:3
Vraagprijs € 480.000 k.k. Aanvaarding in overleg. Nadere informatie tel. 0485-317252, www.jaap.nl
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
8
ond erzoek
r adbod e 3 - 2 0 1 1
wetenswaardig Een maagzweer in je adem De afdeling Maag-Darm-Leverziekten gaat maagen leverkwalen opsporen in de adem van patiënten. Dat gebeurt met een apparaatje dat door diverse bedrijven wordt ontwikkeld. Als dit apparaatje - de Ammonia Breath Analyzer - goed functioneert, kan het leiden tot aanzienlijke kostenreductie in de eerste lijn. 28 januari, www.umcn.nl, nieuwsrubriek
Foto: Flip Franssen
A D H D e n RE D - d i e e t
De UMC-onderzoekers binnen NovioTissue, vlnr: dr. Willeke Daamen, dr. Toin van Kuppevelt, dr. Paul Geutjes (allen biochemici) en kinderuroloog prof.dr. Wout Feitz. Op het schaaltje enkele van de reeds gefabriceerde kunstweefsels op basis van collageen.
Nieuw netwerk voor kunstweefsels Het begon met een toevallige ontmoeting tussen kinderuroloog Wout Feitz en biochemicus Toin van Kuppevelt. Inmiddels hebben de twee een groot en succesvol onderzoeksnetwerk gecreëerd. Gezamenlijke doel: urologische afwijkingen repareren met in het lab gefabriceerde collageenproducten. Over het geheim en de noodzaak van samenwerking. ‘Alleen doe je niks.’
P a u l van L a e r e
Kinderuroloog prof.dr. Wout Feitz herinnert het zich nog goed. Ruim een decennium geleden kwam biochemicus dr. Toin van Kuppevelt bij hem langs met de vraag of hij nog nierweefsel in de vriezer had liggen. Ze raakten in gesprek over elkaars onderzoekswerk. Feitz vertelde over het repareren van urologische aanlegdefecten, van Kuppevelt op zijn beurt had zich destijds net gestort op het tissue engineering – weefsel maken in het laboratorium. Hun werk bleek dus prachtig aan te sluiten. Een samenwerking was geboren. Ze konden toen niet bevroeden welke vlucht die zou nemen. Een paar jaar later stonden ze aan de wieg van een groot Europees onderzoeksconsortium met vijftien internationale partners. Inmiddels liggen er drie veelbelovende producten. Jongste wapenfeit is een nieuw
Collageen om gaten te dichten Een te kleine blaas of een onvolledig aangelegde plasbuis of urineleider. Het komt regelmatig voor bij pasgeboren kinderen, weet kinderuroloog Wout Feitz. Chirurgische oplossingen met eigen weefsel, zoals darm of huid, voldoen lang niet altijd. In hun langlopend onderzoeksproject werken Feitz en biochemicus Toin van Kuppevelt daarom aan kunstweefsels op basis van collageen om de gaten te dichten. Van Kuppevelt: ‘Collageen is het natuurlijke constructiemateriaal van ons lichaam. Wanneer we de collageenmatrix in het lichaam brengen, nestelen zich daarin lichaamseigen cellen. Het collegeenmatje of -buisje wordt zo uiteindelijk vervangen door het weefsel van het kind zelf. Biochemisch is het de kunst het collageen zodanig te bewerken dat het voldoende sterk is, cellen er snel ingroeien, en het uiteindelijk verdwijnt.’
samenwerkingsverband van Oost-Nederlandse snit – NovioTissue – dat de laatste stap naar toepassing bij de mens zal voorbereiden. Voor dit onderzoeksprogramma van 2,5 miljoen euro hebben de UMC-onderzoekers subsidie gekregen vanuit ‘Pieken in de Delta’, een stimuleringsprogramma van Economische Zaken en de provincies Gelderland en Overijssel.
Cultuurverschil Een ontmoeting met gevolgen dus. Wat is het geheim van de succesvolle samenwerking? Feitz: ‘Het begint op het persoonlijke vlak, het moet klikken. En je moet elkaars zienswijze respecteren en vertrouwen hebben in de expertise van de ander.’ ‘Belangrijk is ook dat je een gezamenlijk einddoel hebt en het echt samen wilt doen’, vult Van Kuppevelt aan. ‘Wanneer je vooral met je eigen belang bezig bent, gaat het wringen.’ Er valt ook een cultuurverschil te overbruggen. De praktisch ingestelde clinicus kijkt vooral óf iets werkt, de researcher eerder waaróm het werkt. Feitz: ‘Dat wil ik ook weten, maar mijn eerste vraag is toch: kan ik jullie laboratoriumweefsel hechten? Groeit het mee in het lichaam? Simpele praktische vragen, maar je hebt de antwoorden wel nodig om verder te kunnen.’
Hoge drempel Het Europese project loopt eind dit jaar af, maar nieuwe EU-subsidies liggen in het verschiet. Het vervolg is echter al gegarandeerd met de oprichting van NovioTissue, waarin het UMC zich heeft verenigd met de TU Twente en vijf bedrijven in de regio. Feitz: ‘Na de experimenten in het lab en bij proefdieren willen we onze kunstweefsels nu bij mensen gaan inbrengen. Die drempel is echter hoog, je moet aan een heleboel eisen voldoen. De benodigde expertise daarvoor hebben we samengebracht in NovioTissue. Met de meeste partners hebben Feitz en Van Kuppevelt al veel langer contact. ‘We kennen en vertrouwen elkaar. Essentieel voor een goede samenwerking.’ Maar ook hier zijn cultuurverschillen te overwinnen. De industrie wil bijvoorbeeld een zo simpel mogelijk product dat makkelijk te maken is, terwijl de wetenschapper neigt naar ingenieus knutselwerk. De bindende factor is echter het einddoel, merkt Van Kuppevelt op.‘Je wil uiteindelijk dat jouw kennis resulteert in iets wat de patiënt verder helpt. Dan moet je accepteren wat daarvoor geëist wordt van het product, door de fabrikant, en ook via alle internationale richtlijnen. Zo beschikt het Nijmeegse bedrijf EMCM over de vereiste clean rooms, voor de supersteriele bereiding en verpakking van de producten. Zonder die faciliteiten begin je niks.’ n
9
Een zogeheten RED-dieet heeft bij veel kinderen met ADHD een gunstig effect. Hun gedrag verbetert sterk, zo toont onderzoek van onder meer Karakter en het UMC St Radboud. Het onderzoek staat in het gezaghebbende weekblad The Lancet. RED staat voor Restricted Elimination Diet. Alle voedingsmiddelen waarop kinderen zouden kunnen reageren, worden gedurende vijf weken weggelaten. Als dit zijn gedrag beïnvloedt, worden afzonderlijke voedingsmiddelen stuk voor stuk weer aan het dieet toegevoegd. Dan blijkt op welk specifiek voedingsmiddel het kind reageert. 4 februari, www.umcn.nl, nieuwsrubriek
Psoriasis op kinderleeftijd Bij ruim 35 procent van de volwassen patiënten met psoriasis beginnen de klachten op kinderleeftijd. Dit blijkt uit onderzoek van promovendus Michelle de Jager. Het duurt bij kinderen langer voordat de diagnose psoriasis wordt gesteld. Maar het beloop van psoriasis is niet anders als deze ontstaan is op kinderleeftijd. 11 februari, Science Agenda (via Research), www.umcn.nl
Philip van der Wees Dr. Philip van der Wees heeft één van de prestigieuze Harkness Fellowships ontvangen. Hij is senior-onderzoeker bij de afdeling IQ healthcare. Dit fellowship wordt toegekend door het Commonwealth Fund uit de Verenigde Staten, een stichting die ijvert voor een betere gezondheidszorg voor arm en rijk. Per jaar worden veertien fellows geselecteerd uit acht verschillende landen. Het fellowship biedt ambitieuze onderzoekers de mogelijkheid een jaar lang in de VS onderzoek te doen. 1 februari, www.umcn.nl, nieuwsrubriek.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie drs. Michelle de Jager, vrijdag 11 februa ri om 11.00 uur. Titel: Childhood psoriasis • Promotie drs. Corinne Schouten, vrijdag 11 februari om 13.00 uur. Titel: Surface modification to modulate peri-implant bone responses • Oratie prof. dr. André van der Ven, hoogleraar International Health, vrijdag 18 februari om 15.45 uur. Titel rede: Wie gelooft er nog in de Sint? • Promotie drs. Jan Groothuis, dinsdag 22 februa ri om 13.30 uur. Titel: Vascular control in individuals with autonomic failure • Promotie drs. Frank van de Veerdonk, dinsdag 22 februari om 15.30 uur. Titel: The interplay between innate immunity and Th 17 response in Candida infection • Promotie drs. Monique Brandes, donderdag 24 februari om 15.30 uur. Titel: Observational studies in reproductive medicine • Promotie drs. Jenny van der Wijst, vrijdag 25 februari om 10.00 uur. Titel: New patches in the molecular understanding of renal magnesium handling * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2. Meer informatie: www. umcn.nl, Research, Science Agenda.
ensen m
r adbod e 3 - 2 0 1 1
mensen Bijdragen voor de rubriek Mensen (maximaal 150 woorden) kunt u tot uiterlijk donderdag 09.00 uur in de week vóór verschijnen mailen naar Radbode@ sb.umcn.nl, voorzien van een scherpe digitale foto met een hoge resolutie.
Lily de Kleijn Deze winter neemt Lily de Kleijn na 22 jaar afscheid. Van 1988 tot 1990 volgde zij de opleiding tot internist. Van 1990 tot 1997 heeft zij gewerkt als algemeen internist en in die periode heeft zij haar proefschrift afgerond. Vanaf 1997 tot december 2008 werkte zij als internistoncoloog op de afdeling Medische Oncologie. Zij combineerde deze baan met de functie van medisch directeur bij het IKO, later van medisch adviseur en palliatief consulent. Door ziekte is het voor haar niet langer mogelijk deze functies voort te zetten. Wij bedanken Lily voor haar enthousiasme, gedrevenheid en grote inzet voor de patiëntenzorg en wensen haar alle goeds voor de toekomst. Op 22 februari is het mogelijk tussen 17.00 en 19.30 uur persoonlijk afscheid van haar te nemen in de Beelkamer van Kasteel Heyendaal. Namens de afdeling Medische Oncologie, Prof dr Winette van der Graaf
Remco Mars Per 1 april zal Remco Mars het UMC verlaten. In de afgelopen 12,5 jaar heeft Remco in de functies van teamleider en operationeel manager, de logistieke organisatie
helpen op te bouwen en in te richten. Belangrijke markeerpunten zijn de verhuizing van de magazijnen van oud– naar nieuwbouw, het inrichten en borgen van Oracle voor de logistieke organisatie. Maar ook zijn belangrijke bijdrage aan de reorganisaties die zijn doorgevoerd en zijn actieve rol in de logistieke uitvoering en de verbetering daarvan. Een goed voorbeeld is het verschuiven van het transport van kerstpakketten van de dag naar de nacht, waardoor de forse toename van transporten niet het dagelijks functioneren van onze klanten hindert. Daarnaast zijn betrokkenheid bij medewerkers post, ontvangst en magazijnen waar hij met eigen stijl leiding aan heeft gegeven. We wensen hem heel veel succes toe in de toekomst. Remco zal op 11 februari, zijn laatste werkdag, met zijn directe collega’s afscheid nemen van de organisatie. Jaap van der Heide, Manager logistiek
horende rouleerschema van de secretaresses heeft Mia als zeer positief ervaren: “We gaan er gewoon voor”. Het liefst wil Mia deze dag stilletjes voorbij laten gaan, maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren! Mede namens: Annique Thuis, hoofdverpleegkundige verpleegafdeling Heelkunde A40, Jean-Pierre van Bergen, hoofdverpleegkundige verpleegafdeling Heelkunde A31, Annemieke Janssen-Ariaans, seniorsecretaresse verpleegafdeling Heelkunde A31 en A40
Henny Janssen Op 1 februari is Henny Janssen 25 jaar in dienst. Zij is als leerling-laborante begonnen bij de afdeling Klinische Neurofysiologie. Inmiddels heeft ze zich ontwikkeld tot een allround (research)laborant en draagt zij zorg voor goede kwaliteit. Zij is gedreven in haar vak en intensief betrokken bij vele onderzoeksprojecten, waaronder het onderzoek naar de gevolgen van een dwarslaesie, de implementatie van het meerkanaalsoppervlakte EMG en de intraoperatieve neuromonitoring voor de orthopedie en neurochirurgie. Ook is zij actief betrokken bij de ontwikkeling van de spierechografie. Haar enthousiasme, inzet en expertise zijn daarbij een onmisbare schakel. Henny staat bekend om haar eerlijkheid en directheid. Een perfectionist waar je van op aan kunt. Met haar nuchtere kijk is zij een stabiele factor in haar team. Henny viert haar jubileum in kleine kring. Namens alle collega’s van de Klinische Neurofysiologie Marga Jansen, hoofd werkplek polikliniek Neurologie en KNF
Mia Collaert-Smeets Op 1 februari is het 25 jaar geleden dat onze collega Mia Collaert-Smeets in dienst trad als secretaresse patiëntenzorg. Ze startte haar carrière op verpleegafdeling Heelkunde A40 en is de Heelkunde altijd trouw gebleven. Zij is een waardevolle betrokken medewerker die zich voor meer dan 100 procent inzet voor onze verpleegafdeling. Iedereen weet dat Mia een hardwerkend, nauwgezet en bescheiden persoon is. Met veel zorg en correctheid handelt zij haar secretariële werkzaamheden af. De herinrichting van de verpleegafdelingen en het daarbij
Ingrid Regouin 25 jaar in dienst: Proficiat! De carrière van Ingrid startte binnen het toenmalige FAB waar zij 17 jaar werkte. Omdat zij meer contact met patiënten wilde solliciteerde zij in 2003 op E30 naar de functie als zorghulp, dat bleek een goede keuze! Ingrid is een zeer gewaardeerde collega in het team, met een grote mate van bereidheid die, ondanks haar bescheidenheid, heeft geleerd haar mondje te roeren. Ingrid heeft een open houding en wil leren en zichzelf ontwikkelen. Prof. Dr. Winette van der Graaf, afdelingshoofd Medische Oncologie Erik Lambeck, bedrijfsleider Medische Oncologie, Ria van Mierlo, hoofdverpleegkundige verpleegafdeling E30
agenda Oecumenische vieringen Locatie: personeelsrestaurant. Zondag 13 februari: Richart Huijzer, zondag 20 februari: Ans Bertens, zondag 27 februari: Anneke de Vries.
PAO-Heyendael
Berg en Dal | Nijmegen (024) 684 2000 www.goldentulipvalmonte.nl
Voor nadere info: www.paoheyendael.nl.
24 en 25 maart
Chris Thomas Op 1 februari was het 40 jaar geleden dat dr. Chris Thomas in dienst trad bij het toenmalige laboratorium van de afdeling Obstetrie/Gynaecologie. Chris heeft aan de wieg gestaan van de ontwikkeling van bepalingen van steroïdhormonen in bloed en urine van patiënten met vruchtbaarheidsproblemen. Na zijn promotie in 1978 heeft hij meetmethodes voor tumormerkstoffen en vitamines in het UMC geïntroduceerd. Door zijn expertise op het gebied van het zwangerschapshormoon hCG is Nijmegen nationaal referentiecentrum voor trofoblasttumoren geworden. Chris is actief geweest als bestuurslid van de werkgroepen Trofoblasttumoren en Tumormerkstoffen van onze nationale beroepsverenigingen. In 1990 is Chris benoemd tot onderzoekscoördinator B en bij zijn overgang naar de afdeling Chemische Endocrinologie in 2002 tot UHD. Chris is auteur van meer dan 250 artikelen en van een handboek over klinisch-chemische referentiewaarden in de zwangerschap. Wij wensen Chris en zijn vrouw José nog vele mooie jaren toe. Afdeling Laboratoriumgeneeskunde Fred Sweep
Wij hebben het gouden Greenkey keurmerk!
Ganganalyse, neurofysiologisch onderzoek in de revalidatie. Doelgroep: AIOS revalidatiegeneeskunde en revalidatieartsen.
25 maart Op het grensvlak van neurologie en psychiatrie – De noodzaak van integratie van somatische en psychologische knowhow. Cursus bestemd voor specialisten ouderenzorg, huisartsen, sociaal geriaters.
or 2011! o v n e z j Sectie Bijscholing van de Radboud Zorgacademie tpri bijscholing voor medewerkers van cverzorgt ntra o c e d het UMC St Radboud en voor externe klanten. Meer informatie: www.radboudzorgacademie. r aag naa nlV rbijscholing. Radboud Zorgacademie
De komende tijd hebben wij o.a. nog plaatsen beschikbaar in de volgende scholingen: • Basiscursus Eerste Hulp, startdatum 23 maart, inschrijven tot 9 maart. vergaderingen trainingen | congressen • (actieve) Bijscholing patiënten met zorg ontslaan,|startdatum 11 april, inschrijven tot 11 maart.
feesten | jubilea | lunches | diners | overnachtingen
Janny van Keeken Op 1 maart verlaat onze bibliothecaris Janny van Keeken het UMC St Radboud om haar geluk te gaan beproeven in Kansas, Amerika. Bij haar aantreden, eind 2006, heeft zij met het haar kenmerkende enthousiasme het voortouw genomen om de Medische Bibliotheek aan te passen aan de eisen van deze tijd. In gesprek met medewerkers uit alle geledingen van het UMC heeft zij de dienstverlening van de bibliotheek (cursussen, literatuuronderzoek) meer op maat gemaakt voor artsen en onderzoekers. Ook heeft zij in contact met de onderzoeksinstituten cursussen ontwikkeld voor promovendi. Op haar initiatief zijn studenten nauw betrokken geweest bij de herinrichting van de bibliotheek in 2008, waarbij een groot deel van de Medische Bibliotheek werd ingericht als studielandschap. Ze heeft de bibliotheek de afgelopen jaren een gezicht gegeven. Als dank wordt Janny
10
een afscheidsreceptie aangeboden, op woensdag 23 februari van 16.00 – 18.00 uur in Huize Heyendael. Wij wensen haar heel veel succes in Amerika! De collega’s van de Medische Bibliotheek
Jan Lintsen Op 1 januari is het 40 jaar geleden dat Jan Lintsen officieel werd aangesteld bij de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen, afdeling Instrumentele Dienst. Jan kwam bij ons in opleiding in de functie van “leerling” glasinstrumentmaker. In de huidige organisatie behoort hij als instrumentmaker tot de Service-afdeling, een groep die zorgdraagt voor herstel en het aanmaken van kleine series producten met name voor het ziekenhuis. Op vrijwillige basis was hij jarenlang landingsofficier bij de helihaven, hij is bestuurslid van de Personeelsvereniging en wordt er op hem regelmatig een beroep gedaan als vakfotograaf. Op donderdag 24 februari bieden wij hem een receptie aan in Huize Heyendaal, van 16.30 tot 18.00 uur. Wij nodigen U graag uit hierbij aanwezig te zijn. Hans Gradussen/ Instrumentele Dienst.
Piet Kooijman Na een dienstverband van ruim 35 jaar gaat dr. Piet Kooijman per 1 maart met de FPU. Piet kwam op 1 augustus 1975 in dienst als logopedist en heeft in de loop der jaren niet alleen veel kennis opgebouwd, maar deze ook altijd gedeeld met anderen. Voor de sub-afdeling ‘Stem en Spraak’ van de afdeling Keel-Neus-Oorheelkunde is hij van grote waarde geweest in de patiëntenzorg. Piet Kooijman is in 2006 gepromoveerd. Zijn proefschrift ‘The voice of the teacher. A multidimensional and dynamic process’ heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het inzicht in en de rol van de ‘beroepsstem’ in het onderwijs. Nog steeds geniet hij nationale bekendheid vanwege zijn kennis en didactische gave. Naast de initiatie van cursussen op logopedisch gebied is hij ook nu nog een welkome gastspreker. Piet Kooijman heeft met een groot aantal mensen samengewerkt en is geliefd bij zijn collega’s. Wij nodigen u van harte uit voor de afscheidsreceptie op 18 februari,van 17.00 tot 19.00 uur in Huize Heyendael. Dr. B.J.M. de Swart, Afdeling Revalidatie, sectie Logopedie Prof.dr. H.A.M. Marres, Afdeling Keel-Neus-Oorheelkunde
Marjolijn van Dam Op woensdagavond 19 januari vonden de laatste vaatchirurgische spreekuren plaats onder de bezielende leiding van onze seniorverpleegkundige Marjolijn van Dam. Hiermee sluit zij een ruim 40 jaar durende verpleegkundige carrière af. Het was een genot om met Marjolijn samen te werken. Door haar aimabele persoonlijkheid en haar betrokkenheid bij het wel en wee van onze patiënten en haar collegae was ze bepalend voor de goede sfeer op de drukke polikliniek. Haar oprechte belangstelling en haar luisterend oor hebben bijgedragen aan het welbevinden en het herstel van talloze vaatpatiënten. Met het vertrek van Marjolijn verliezen we een boegbeeld, maar zeker niet haar voorbeeld. Wij wensen haar het allerbeste…. Daan van der Vliet, vaatchirurg, namens alle collega’s van de polikliniek HeelkundeOrthopedie en de staf Heelkunde
Jonneke Beumer Op 1 februari vierde Jonneke haar 25 jarig jubileum. Jonneke begon haar carrière op afdeling B31 en B40 waar ze als “springkracht” in de keuken werkte. Daarna verzorgde ze vele jaren als voedingsassistente de keuken op het toenmalige B7 en B8. Vanuit die positie is ze meegegaan in de verhuizing naar de kinderkliniek en was ze werkzaam op Q2Zee. In 2007 begon Jonneke met de opleiding tot Verpleeg-voedingassistente, die ze in 2009 met succes heeft afgerond. Ze is na haar opleiding op Q3 Vuurtoren gaan werken in de functie van verpleeg-voeding-assistente, waar ze het erg naar haar zin heeft. Jonneke heeft hart voor haar werk. Ze is een graag geziene collega op Q3Vuurtoren en in haar bescheidenheid altijd erg gezellig aanwezig. Ze is daarnaast betrokken met collega’s en patiëntjes. We hopen dan ook nog erg lang van haar aanwezigheid te mogen genieten. Jonneke, van harte gefeliciteerd. Team Q3Vuurtoren
r adbod e 3 - 2 0 1 1
HRM-info Sociaal plan 2011 - 2013 Op 19 januari hebben de Raad van Bestuur en de vakbonden een nieuw Sociaal Plan ondertekend. Het heeft een looptijd van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013. Het Sociaal Plan biedt voorzieningen voor medewerkers in geval van reorganisaties en is te raadplegen op het Intranet. Intranetportaal Nieuws 21-01-2010
Salaris De uitbetaling van het salaris is 24 februari. Alle overige data van uitbetaling staan op de bijsluiter salarisstrook januari en op intranet. Intranetportaal Services Salaris.
Steeds meer medewerkers reizen met de OVchipkaart. Om in aanmerking te komen voor de extra toelage openbaar vervoer (fiscale regeling reiskosten woon-werkverkeer) levert u eens per jaar kopieën van vervoersbewijzen in van twee maanden. Van de persoonlijke of anonieme OVchipkaart kunt u een transactieoverzicht printen van de laatste tien transacties. Wie reist met de persoonlijke OV-chipkaart, kan zich aanmelden voor “Mijn OV-chipkaart”, en online persoonlijke reisgegevens bekijken. Of overzichten raadplegen, die transporteren naar Excel en vervolgens printen. Dit overzicht accepteert het UMC St Radboud als vervoersbewijs. De vervoersbewijzen moet u jaarlijks voor 1 mei inleveren (reisperiode juni t/m mei). Wie eerder uit dienst gaat, kan ze eerder inleveren. Wie werkt via een declarantenovereenkomst (0-uren contract), kan de bewijsstukken het beste inleveren na twee maanden reizen, omdat de vergoeding maandelijks via het vakantiegeld verrekend wordt. Intranetportaal Services Fiscale regeling reiskosten.
Cursus Pensioen In Zicht toch vergoed
Foto: Frank Muller
OV Chipkaart en fiscale regeling reiskosten
Martijn Bakker: ‘Subjectieve knowhow laat zich niet in een kluis opsluiten, en verlaat zelfs elke dag weer op de fiets het terrein.’
‘Als je de kip wegdoet, heb je zeker geen eieren’ De ene promovendus schrijft een keurig proefschrift, de andere weet er een summa cum laude uit te halen. Een onderzoeksteam aan ons eigen UMC sleept wetenschappelijke hoofdprijzen in de wacht, collega’s aan een zusterinstelling komen zelden voorbij de referees. Talent, vlijt, toeval? De barre tijden die kabinet en economie ons voorspiegelen, nodigen uit om wat te mijmeren over de waarde van onzichtbare kennis en kwetsbaarheid.
In tegenstelling tot eerdere berichtgeving op Intranet en in de Radbode wordt de cursus Pensioen In Zicht gewoon vergoed door het UMC St Radboud. Voor informatie over en aanmelding voor de cursus kunt u zich melden bij het PIP. Intranetportaal Services
HET BETOOG
In m e mo r i am
De kwaliteit van een instelling als de onze drijft niet alleen op diploma’s en publicaties. Natuurlijk zijn telbare gegevens een indicatie, en kunnen ze een duidelijke aanwijzing zijn voor kwaliteit of het ontbreken daarvan. Maar zowel in de zorg als het onderzoek is naast die meetbare, geformaliseerde kenmerken ook de veel “softere” knowhow van belang voor succes. Knowhow is een lastig begrip. In sommige definities wordt knowhow vrijwel gelijk gesteld aan bedrijfsgeheimen. En als jurist bij Valorisatie zie ik dat bedrijven daar bovengemiddeld in geïnteresseerd zijn. Ze willen ervoor betalen, maar wat krijgen ze voor hun geld?
Ank Zwartendijk
Knowhow
intranetportaal organisatie opleidingen opleidingsaanbod functiegericht.
HRM INFO is van Servicebedrijf, productgroep HRM
Met droefheid hebben wij kennis genomen van het overlijden van onze oud-collega Ank Zwartendijk. Zij vervulde haar werk bij de Nijmeegse bedrijfsartsenopleiding met veel toewijding en loyaliteit tot aan haar pensionering. Helaas heeft ze hier niet van mogen genieten als gevolg van haar ziekte. Wij zullen ons haar innemende persoonlijkheid blijven herinneren. Wij wensen haar familie en vrienden veel sterkte toe. Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde Prof. dr. Chris van Weel, afdelingshoofd Dr. Joost van der Gulden, hoofd Nijmeegse bedrijfsartsenopleiding SGBO
Je kunt knowhow opdelen in een geobjectiveerde en een subjectieve component. De geobjectiveerde knowhow is dat wat voor anderen in principe toegankelijk is, maar toch niet in het publiek domein zit: interne rapporten, verslagen, ruwe onderzoeksdata, ongepubliceerde foto’s en allerlei soorten van plaatjes en grafieken. Overigens wordt er zelden gepubliceerd over mislukte experimenten. De volgepiekerde nachten die voorafgingen aan de twaalfde variant op een proef die wél het resultaat leek op te leveren waarop de onderzoeker hoopte – ze zijn hooguit een deel van de wetenschappelijke folklore. Maar waren die eerdere varianten weggegooide tijd en geld? Het stille lijden van een onderzoeker levert geen publicatie op. Hooguit wat
11
conceptrapporten en een paar interne referaten. Geobjectiveerde knowhow, niet openbaar. Daarnaast is er de subjectieve knowhow. Die laat zich niet in een kluis opsluiten, en verlaat zelfs elke dag weer op de fiets het terrein. Het hoofd van de Principal Investigator, de promovendus, en de nurse practitioner zit vol met kennis en ervaring waarvan hij of zij zich soms nauwelijks bewust is. De ervaring van mislukte experimenten, de handigheid (letterlijk) om een experiment snel uit te voeren, het combineren van uiteenlopende informatie, het interpreteren van het gedrag van een patiënt. Waarom doe je dat zo? En laat eens zien wat je eigenlijk doet! Soms laat het zich niet of nauwelijks uitleggen. Dit is volgens mij die deskundigheid die zich zo moeilijk laat vatten. In het Engels wordt ook wel gesproken van tacit knowledge, kennis die je bezit zonder je er echt van bewust te zijn.
Tacit knowledge Ik heb eens geprobeerd te begrijpen hoe een dropshot bij tennis, en de beroemde kromme ballen, rond de muur, van Van Hanegem qua natuurkunde in elkaar zitten. Ik weet zeker dat de oude Willem daar niet over nadacht als hij keihard uithaalde naar het doel van Ajax. Hij deed het gewoon, en hij kon het kunstje op verzoek herhalen. Tacit knowledge is uiteraard gebaseerd op ervaring, goed opletten en leren van succes en falen. Die tacit knowledge is zowel de kracht als de achilleshiel van een organisatie. Het gaat niet om kennis die je met pure vlijt even bijspijkert. Er zijn onderzoekers met talent, en met uitzonderlijk talent. Ik denk dat tacit knowledge een belangrijk aandeel heeft in de bijzondere kwaliteiten van onderzoekers. Juist omdat dit zo individueel, persoonsgebonden is, is topkwaliteit ook kwetsbaar. Want de kans is groot dat hij verdwijnt met de mensen. En zie dat hiaat maar eens binnen afzienbare tijd op te vullen. Als draconische bezuinigingen een braindrain in gang zetten, en onderzoekslijnen vervallen omdat onderzoekers de benen nemen, herstel je dat niet in een vloek en een zucht als er weer wat middelen beschikbaar zijn. Hoe lastig de kip-en-ei-vraag ook is, één ding weet je zeker: als je de kip wegdoet, heb je zeker geen eieren. Dus dat wordt honger lijden. Dr.mr. Martijn Bakker is teamleider van de juristen bij Directoraat Valorisatie
r adbod e 3 - 2 0 1 1
week
! n j i p e van d
Projectleider fietst zelf mee ker. We hebben het onderzoek in nauwe samenspraak met het KWF uitgewerkt. We richten ons niet alleen op (huis)artsen en verpleegkundigen, maar betrekken de patiënt er zelf nadrukkelijk bij. We gaan onder meer 240 poliklinische patiënten volgen van zes ziekenhuizen in de regio. Ze krijgen gedurende drie maanden één keer per week een SMS-alert, met de melding dat ze zo gebeld worden. Ze moeten dan een pijnscore van dat moment doorgeven op een schaal van nul tot tien. Als ze boven de norm zitten, neemt een verpleegkundige van hun poli contact met hen op met als doel de pijn te verlichten. Uiteraard vindt er een terugkoppeling plaats naar de huisarts. Patiënten krijgen zo een veel actievere rol, zijn onderdeel van het behandelteam.
Yvonne Engels: ‘Ik vind het leuk om als projectleider het goede voorbeeld te geven.’
Eind mei neemt onderzoekscoördinator Yvonne Engels deel aan de negendaagse Oranjetocht van de stichting Bergh in het Zadel. Met zeventig wielrenners, waarvan vijf vrouw en als enige Radboudiaan, gaat ze in de Eifel in negen dagen 1030 km en 12.000 hoogtemeters overbruggen. Ze fietsen geld bijeen voor ‘haar’ onderzoeksproject: Pijnsein bij kanker.
foto: Laura Koenders
beperking? Zelf heb ik een kindje verloren toen ik 27 weken zwanger was, mijn ouders zijn na een ziekbed overleden. Die ervaringen vormen je. Je beseft bijvoorbeeld hoe belangrijk een goede behandeling is, maar ook het belang van gedegen voorlichting om de juiste keuzes te kunnen maken. Bij één van mijn zwangerschappen, ik was 25, deed ik vrijwillig mee aan een onderzoek naar open ruggetjes. Toen ik eruit werd gelicht met verhoogd risico, realiseerde ik me pas dat ik helemaal niet had stilgestaan bij de consequenties. Gelukkig was het loos alarm, maar ik heb er wel van geleerd. Communicatie tussen zorgverlener en patiënt krijgt bij mijn onderzoeksvoorstellen veel aandacht.
“Als ik het onderzoek binnenhaal, fiets ik zelf mee”, zei ik gekscherend. Ik fiets namelijk bij de Nijmeegse vrouwenwielervereniging Langszij. Het werd echter menens, ik vind het leuk om als projectleider het goede voorbeeld te geven. Ik word gesponsord door familie, vrienden en collega’s. Ik moest me overigens wel bewijzen in een proefrit. En dat was echt afzien. Een tocht van 150 km, met een gemiddelde van 34,4 km per uur. Met de eerste stop pas na 125 kilometer bij een restaurant waar je de eigen boterhammen mocht opeten! De organisatie wil namelijk dat er niets aan de strijkstok blijft hangen. Ook het verblijf en alle kosten in de Eifel zijn voor eigen rekening. Ik ben volop in training, mijn conditie is prima. Leuke anekdote is dat ik vorig jaar vlak voor de top van de Franse Col de la Bonette drie mannen met Radboudshirts inhaalde. “Hé collega’s”, begroette
J ann i e M e u s s e n
‘Ik ben jarenlang verloskundige geweest. Ik werk nu niet meer direct met patiënten, maar als onderzoekscoördinator kun je de dagelijkse praktijk voor hen wel verbeteren. Het specialisme Pijn en Palliatieve geneeskunde boeit me enorm. En het klinkt misschien gek, maar er zijn veel raakvlakken met de verloskunde. Zonder pijn, geen bevalling. Ook aan het begin van het leven sta je voor ethische dillema’s. Wat doe je bijvoorbeeld als je weet dat een baby geboren zal worden met een
ethiek De waarde van dubbelzinnigheid
Leerde u ook in uw opleiding dat het van het grootste belang is om goed te definiëren wat u verstaat onder de woorden die u gebruikt? Anders krijgen we immers in een mum van tijd misverstanden. We moeten zeker weten dat we het over hetzelfde hebben. Over dezelfde ervaring, over dezelfde waarneming, over dezelfde werkelijkheid. Ook in onderzoek begint men steevast met het definiëren van de begrippen die in de vraagstelling gebruikt zijn. Dubbelzinnigheid is voor aan de borreltafel, voor grappen en grollen. De Amerikaanse auteurs Astley en Zammuto, zien dat heel anders. Zij vinden dubbelzinnigheid van grote waarde. Als wetenschappelijke begrippen
Op het gebied van pijn valt er nog veel te winnen. Het percentage patiënten met pijn bij kanker is de afgelopen veertig jaar niet gedaald, terwijl je de pijn met een goede behandeling meestal naar een acceptabel niveau kunt terugbrengen. Waarom dat niet gebeurt? Artsen zijn met name gericht op genezen en patiënten geven onvoldoende aan dát ze pijn hebben. Jammer want het beheerst hun leven enorm. “Jullie moeten een onderzoeksvoorstel indienen bij Bergh in het Zadel”, tipte emeritus hoogleraar pijnbestrijding Ben Crul ons. Zij fietsen om de vier jaar voor een goed doel, en nu dus voor ons project Pijnsein bij kan-
meerduidig zijn, slaan ze op heel veel verschijnselen. Je kunt dus heel vaak kijken of zo’n begrip klopt. En als het niet helemaal klopt, kun je daar gemakkelijk zo’n draai aan geven dat het weer wél klopt. Nog een voor-
deel is dat wetenschappers er creatief door worden. Dubbelzinnigheid brengt mensen op heel veel nieuwe ideeën. Ook in arbeidsorganisaties heeft dubbelzinnig taalgebruik een belangrijke functie. Een leider die woorden spreekt die vooral inspirerend klinken, maar van alles kunnen betekenen, slaagt er vaak in de mensen voor
12
ik de mij onbekende mannen. Eén daarvan bleek Ward Verkuylen, hoofd Marketing, die ik een week daarvoor aan de lijn had gehad om het sponsorproject door te nemen!’ n Sponsors zijn nog steeds welkom: Y.Engels@anes. umcn.nl, of telefoon: 06 47310569. Meer informatie zie www.berghinhetzadel.nl.
zijn beleid te winnen, ook al verstaat iedereen iets anders onder zijn woorden. De mensen denken en voelen dan dat er eenheid in de organisatie is. En dus kunnen ze “gaan voor” het organisatiedoel. Ook als de organisatie woelige tijden doormaakt kan enthousiasmerend, maar dubbelzinnig taalgebruik, bijvoorbeeld in een mission statement of in een zorgvisie, voor een gevoel van stabiliteit zorgen. Medewerkers laten zich dus zo’n beetje betoveren. Daardoor ontstaat gemeenschappelijk elan, komt er iets van de grond, worden visioenen werkelijkheid. Zonder die bedwelming door mooie dubbelzinnige woorden zou een organisatie de bekende kruiwagen vol kikkers blijven. Critici zien dit als misleiding of ronduit bedrog. Kunnen we zoals gewoonlijk de deugd ergens tussen beide visies in zoeken? Kun je je laten aanspreken, inspireren en charmeren, en tegelijk er met je eigen hoofd bij blijven? Dat lijkt de uitdaging te zijn. Carla Bal