Inhoud
12 Week 1: De Heere Jezus nodig Zondag: Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag: Zaterdag:
Verzoening nodig Leven nodig Bedekking nodig Offer nodig Vergeving nodig Verlossing nodig Troost nodig
Week 2: Zijn schaduw gezien Zondag: Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag: Zaterdag:
De ark van Noach Het offer van Abraham De borg Juda De behouder Jozef Het bloed van het lam De middelaar Mozes De koperen slang
Week 3: Zijn werk afgebeeld Zondag: Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag: Zaterdag:
Gods woning Jezus’ afbeelding In de voorhof De tabernakel In het heilige In het heilige der heiligen Bij de voorhang
Week 4: Zijn stem gehoord Zondag: Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag: Zaterdag:
Ik kom Ik word verraden Ik moet lijden Ik word gegeseld Ik word vals beschuldigd Ik word gekruisigd Ik zal opstaan
Genesis 3:1-15 Genesis 3:14-20 Genesis 3:21-24 Genesis 4:1-5 Genesis 4:6-10 Genesis 4:11-16 Genesis 4:25,26 en 5:6-29 Genesis 6:1-3, 13-22 Genesis 22:1-13 Genesis 44:18-34 Genesis 45:1-8 Exodus 32:1-10, 30-34 Exodus 12:1-14 Numeri 21:4-9 Exodus 25:8 en 9 en 33:1-11 Hebreeën 10:1-12 Exodus 38:1-20 Exodus 26:1-30 Exodus 37:10-29 Hebreeën 9:1-12 Exodus 26:31-33, Markus 15:37-39 Psalm 40:1, 7-18 Psalm 41:1, 6-14 Psalm 69:1-19 Psalm 129 Psalm 109:1-5, 21-31 Psalm 22:1-20 Psalm 16
13 Week 5: Zijn leven getekend Zondag: Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag: Zaterdag:
Jesaja tekent een Plaatsvervanger Ezechiël tekent een Herder Daniël tekent de Messias Hoséa tekent een Leeuw Jona tekent zijn Meerdere Zacharía tekent een schaapskudde Zacharía tekent een Fontein
Week 6: Zijn lijden voorzegd Zondag: Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag: Zaterdag:
Van kribbe naar kruis Lam van God Brood van leven Eerste lijdensonderwijs Hemels onderwijs Tweede lijdensonderwijs Derde lijdensonderwijs
Week 7: Zijn sterven en opstanding
Zondag: Zijn dood besloten Maandag: Zijn sterven nodig Dinsdag: Zijn begrafenis voorbereid Woensdag: Zijn sterven afgebeeld Donderdag: Zijn werk afgerond Goede Vrijdag: Bevrijdingsdag Stille Zaterdag: Oud en Nieuw Eerste Paasdag: Opstandingsdag Tweede Paasdag: Overwinningsdag
Antwoorden Bronvermelding liederen Bijlage: Lijdensweekkalender Bouwplaat
Jesaja 53 Ezechiël 34:23-31 Daniël 9:20-27 Hoséa 5:13-6:3 Jona 1:15-17, Jona 2 Zacharía 11:4-14 Zacharía 13:1-7 Lukas 2:25-35 Johannes 1:29-36 Johannes 6:48-59 Markus 8:27-33 Markus 9:2-10 Markus 9:30-32 Markus 10:32-34 Johannes 11:47-53,57 Johannes 12:20-33 Matthéüs 26:1-16 Lukas 22:7-20 Johannes 17:1-8 Romeinen 5:1, 6-11 Romeinen 6:4-11 1 Korinthe 15:1-21 Openbaring 5
Week 1: De Heere Jezus nodig
14
p
Lezen!
Als je jarig bent en een feestje geeft, ben je daar een tijd van tevoren al mee bezig. Je verstuurt uitnodigingen. Je bedenkt wat je gaat doen. Je haalt taart en limonade in huis. Je bereidt je voor op het feest. Over een aantal weken is het paasfeest. Hoe kun je je daarop voorbereiden? Vandaag is het de eerste lijdenszondag. De zeven zondagen voor het paasfeest worden lijdenszondagen genoemd. De zeven weken die hierbij horen, heten lijdensweken. De lijdensweken zijn een voorbereiding op Goede Vrijdag en het paasfeest. Je weet wat er op Goede Vrijdag is gebeurd. Toen is de Heere Jezus gekruisigd, gestorven en begraven. Je weet wat er op het paasfeest is gebeurd. Toen is de Heere Jezus uit het graf gekomen. Hij is opgestaan uit de dood. Waarom was het nodig dat Hij dit deed? Om dat te ontdekken gaan we deze eerste lijdensweek terug naar de zondeval in het paradijs. Omdat Adam en Eva gezondigd hebben, moest de Heere Jezus komen. Adam en Eva leefden eerst als vrienden van God. Maar door de zonde werden ze vijanden van Hem. Er kwam een grote kloof tussen God en de mensen. Mensen zouden nooit meer bij God kunnen komen. Gelukkig beloofde God dat Zijn Zoon zou komen. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Alleen door Hem kunnen mensen weer terug naar God. Alleen door Hem kunnen mensen die de dood verdiend hebben weer leven.
De Zoon van God kwam niet gelijk na de zondeval. Het heeft vierduizend jaar geduurd voordat Hij op aarde kwam. In die jaren heeft God wel voor de mensen gezorgd. Hij vertelde steeds meer over het werk van deze Verlosser. Hij gaf de Israëlieten wetten en feesten die hun er meer over leerden. Hij liet Mozes een tabernakel bouwen en onderwees het volk door de offers die gebracht moesten worden. Hij stuurde profeten die vertelden waarom de Heere Jezus moest lijden en sterven en weer opstaan. In de lijdensweken denken we over al deze dingen na. Het is nu al bijna tweeduizend jaar geleden dat de Heere Jezus echt is gekruisigd, begraven en opgestaan. Op Goede Vrijdag en Pasen denken we eraan. In de kerk zijn we de zeven weken ervóór ermee bezig. Zoals je je op een verjaardagsfeest voorbereidt, zo is het ook nodig om je biddend en Bijbellezend voor te bereiden op de kerkelijke feesten. Daarbij moet je verder kijken dan iets wat lang geleden is gebeurd. Goede Vrijdag en het paasfeest hebben ook voor jou vandaag betekenis. Door Zijn lijden en sterven heeft de Heere Jezus de straf op de zonde voor Zijn kinderen weggedaan. Door Zijn opstanding heeft Hij de dood overwonnen. Door Hem kunnen mensen die de dood verdiend hebben weer leven met God. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Alleen door het geloof in Hem kan het tussen jou en de Heere goed komen. Voel je dat de zonde tussen jou en God in staat? Ken je de Heere Jezus als de Weg terug naar God?
15
k
Zien!
Weekkalender
Achter in dit boek zit een weekkalender. Haal de kalender uit het boek en hang deze op een duidelijk zichtbare plaats. Zet een knijper bij de eerste lijdenszondag. Schuif deze knijper elke dag een vakje op. Zo kun je er elke dag aan denken dat we nu in de lijdensweken leven en dat het paasfeest steeds dichterbij komt. Schrijf de tekst van de preek bij de eerste lijdenszondag. Probeer deze tekst deze week uit je hoofd te leren.
t
Denken!
Tijdbalk
Maak een tijdbalk van het jaar 4000 voor Christus (Adam en Eva) naar het jaar 0 (de Heere Jezus wordt geboren) naar nu (ongeveer 2000 na Christus). Deze week zijn we bezig met de eerste 1500 jaar van de wereld, de tijd van Adam tot Noach. Hun leeftijden staan heel precies in de Bijbel. Reken van Adam (geschapen in 4000 voor Christus), Seth, Enos tot en met Noach (Genesis 5) uit wanneer zij geboren en gestorven zijn en laat dit met een lijn zien in de tijdbalk. Je ontdekt dat Lamech, de vader van Noach, nog met Adam gepraat zou kunnen hebben. Bijzonder, vind je niet?
B
Doen!
Voor jonge kinderen:
Kleur de kleurplaat van deze week. Praat als ouders met uw kinderen over de betekenis van deze plaat.
Voor oudere kinderen:
Schrijf op een vel papier de letters A tot en met Z (Q, X en Y doen niet mee) onder elkaar op. Bedenk bij elke letter één of meer namen van de Heere Jezus. Deze week hoor je bijvoorbeeld dat Hij Borg, Middelaar en Verlosser genoemd wordt. Maar er staan nog veel meer namen van Hem in de Bijbel.
k
Zingen!
Eens was ik een vreemd’ling1 Eens was ik een vreemd’ling voor God en mijn hart. Ik kende geen schuld en ’k gevoelde geen smart. Ik vroeg niet: ‘Mijn ziele, doorziet gij uw lot? Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?’ Al sprak daar een stem uit de heilige blaân van ’t Lam, met de zonden der wereld belaân, ik zocht bij de kruispaal geen veilige wijk, ’k stond blind en van ver, in mijzelven zo rijk. Ik deed als Jeruzalems dochters weleer, ik weend’ om de pijn van mijn lijdende Heer, maar dacht er niet aan, dat ik zelf door mijn schuld Zijn kroon had gevlochten, Zijn beker gevuld. Maar toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt, toen werd in mijn ziele de vreze gewekt. Toen voeld’ ik wat eisen Gods heiligheid deed. Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed. Het vervolg van het lied staat op pagina 100
Week 1: De Heere Jezus nodig
16
Zondag Verzoening nodig Lezen: Genesis 3:1-15 Zingen: Psalm 79:4 Jij hebt soms ruzie met iemand. Dan is het nodig dat je het weer goedmaakt. Jullie moeten met elkaar verzoend worden. Er is nog iets wat zeker goed moet komen: je moet verzoend worden met God. Mensen moeten met God verzoend worden. Hebben ze dan ruzie met Hem? Nog erger, mensen zijn in oorlog met God. Dat komt door de zonde. Je hebt het gelezen in Genesis 3. Adam en Eva waren gelukkig in het paradijs. Maar ze hebben het kapotgemaakt. Ze hebben geluisterd naar de duivel en gegeten van de boom waarvan ze niet eten mochten. Ze zijn ongehoorzaam geweest aan God. En toen is alles stukgegaan. Alles om hen heen is anders geworden. Alles in hen is anders geworden. Ze zijn anders voor elkaar, maar ook alles met God is veranderd. Ze waren vrienden van God, maar nu zijn ze vijanden van Hem geworden. God was de Koning van hun leven, maar nu is de duivel de baas geworden. Ze waren in dienst van God, maar zijn nu in dienst van de duivel gekomen. Ze deden altijd alleen maar de dingen die God wilde, maar nu doen ze juist dingen die Hij niet wil. En daardoor is er oorlog met God. Kan dat nog goed komen? Adam en Eva kunnen het nooit meer goedmaken. Door hun zonde kunnen ze niet bij God komen en willen ze niet naar Hem terug. Dat blijkt ook wel: ze vluchten weg voor God. De
Bijbel zegt dat God een verterend Vuur is voor zondaren. Bij vuur kun je niet komen. Vuur verbrandt (verteert) alles. Gods vuur moet zondaren doden. Maar gelijk na de zondeval lees je hoe goed Hij toch nog wil zijn voor zondaren. Hij zoekt Adam en Eva op. Hij zorgde voor een plan om mensen met God te verzoenen. Gelijk na de zondeval vertelt Hij daarover. Hij belooft dat er Iemand komen zal, Die maakt wat kapot is. Hij belooft dat er een Verzoener zal komen. Als jij ruzie met iemand hebt, lukt het jullie meestal niet om er samen uit te komen. Vaak is er een derde nodig om het weer goed te maken. God heeft voor Iemand gezorgd Die het goed gaat maken tussen de heilige God en de zondige mens. Dat is de Heere Jezus. Alleen Hij kan van vijanden van God weer vrienden maken. Hij alleen kan mensen die in oorlog zijn met God, met Hem verzoenen. Weet jij al dat je een Verzoener nodig hebt? Ben jij al met God verzoend?
Gesprek:
Lees 2 Korinthe 5 vers 20. Wat zegt Paulus tegen de Korinthiërs? Wie zegt dit in deze tijd tegen jou? Hoe kunnen mensen zich met God laten verzoenen (zie kanttekening 51 en vers 19)? Wat betekent dit voor ons?
Maandag
Lezen: Genesis 3:14-20 Zingen: Psalm 103:2 en 8 Soms zie je een prachtige bloem staan. Je plukt de bloem en zet deze thuis in een vaas. Maar het duurt niet lang of de bloem wordt minder mooi. En na een paar dagen zeg je: ‘De bloem is dood.’ Maar weet je dat de bloem al begon te sterven toen jij die afplukte? Zo is het ook bij Adam en Eva. God doodt hen niet meteen na de zondeval. Maar op dat moment beginnen ze al wel te sterven. Adam en Eva waren geschapen om voor altijd te leven. God had gezegd: Als je gehoorzaam bent aan Mij, zul je altijd leven en gelukkig zijn. Maar als je ongehoorzaam bent en eet van de verboden boom, moet je sterven. Je weet wat er gebeurd is. Adam en Eva zijn ongehoorzaam geweest en hebben gegeten. God straft hen. Hij straft eerst de duivel, daarna Eva en dan Adam. God had Adam en Eva meteen kunnen doden. Dat had Hij gezegd en dat hadden Adam en Eva verdiend. En toch doodt God hen niet gelijk. Dat is een wonder. Waarom doet Hij dat? Dat heeft te maken met Zijn verlossingsplan. Adam en Eva moeten nog kinderen krijgen. En uit die kinderen zal een Verlosser geboren worden (vers 15). Hij kan mensen die de dood verdiend hebben, nieuw leven geven. Adam voelt dat hij de dood verdiend heeft, maar dat God Leven belooft. Daarom noemt hij zijn
vrouw: Eva (vers 20), moeder van alle levenden! Een bloem begint te sterven zodra die geplukt wordt, ook al zie je dat misschien niet. Bij Adam en Eva kwam meteen na de zondeval de dood, ook al zag je dat aan de buitenkant misschien niet. Hun lichaam bleef nog leven. De tijdelijke dood kwam niet meteen. Maar in hun hart kwam de dood wel. Daar ging God weg en kwam de zonde wonen. Dit wordt genoemd: de geestelijke dood. Door de zondeval worden alle mensen geestelijk dood geboren. Als het in hun leven niet goed komt met God, moeten ze voor eeuwig naar de hel. Dat is de eeuwige dood. Voel je net als Adam dat je geestelijk dood bent en de tijdelijke en eeuwige dood verdiend hebt? Is het voor jou ook de vraag hoe je kunt leven? Er is Iemand Die zondaren die de dood verdiend hebben, nieuw leven geeft. Dat is de Heere Jezus. Als Hij in het hart komt, stuurt Hij de zonde en de dood weg. Aan Adam en Eva is Hij beloofd. Wij weten dat Hij gekomen is. Hij is gestorven om Zijn kinderen van de dood te verlossen. Hij is opgestaan om Zijn kinderen leven te geven. Dode zondaren kunnen door de Heere Jezus levend gemaakt worden!
Gesprek:
Lees Johannes 11 vers 25 en 26. Wat zegt de Heere Jezus tegen Martha? Wat betekent dat wat Hij over Zichzelf zegt? Welk antwoord geeft Martha? Wat betekent haar antwoord? Welk antwoord geef jij?
Week 1: De Heere Jezus nodig
Leven nodig
17
Week 1: De Heere Jezus nodig
18
Dinsdag Bedekking nodig Lezen: Genesis 3:21-24 Zingen: Psalm 32:1 Stel je voor dat je je op een mooie zomermiddag heel vies hebt gemaakt. Je moet nog even mee boodschappen doen, maar eigenlijk kan dat niet met zo’n vuil shirt. Je moeder heeft een idee. Doe er maar een jas overheen. Die bedekt het vuil en dan ziet niemand er iets van. Adam en Eva krijgen van God ook een jas. Adam en Eva hebben gegeten van de verboden vrucht. Ze zijn ongehoorzaam aan God en gehoorzaam aan de duivel. Ze geloven de leugens die hij vertelt. Zodra ze gegeten hebben, merken ze dat het leugens waren. Ze voelen zich helemaal niet als God, zoals de duivel had gezegd. Ze voelen zich juist heel ellendig. De Bijbel zegt dat ze merken dat ze naakt zijn. Daarmee wordt niet alleen bedoeld dat ze voelen dat ze geen kleren aanhebben. Ze zien ook wat ze hebben gedaan. Ze voelen dat ze tegen God gezondigd hebben en dat ze God zijn kwijtgeraakt. Ze voelen ook dat het tussen hen samen niet meer goed is. Het eerste wat ze doen is een aantal bladeren van een vijgenboom aan elkaar vastmaken. Die gebruiken ze als kleding. Als God hen opzoekt, willen ze zich voor Hem verstoppen. Adam zegt: ‘Ik hoorde Uw stem en ik vreesde, want ik ben naakt, daarom verborg ik mij.’ Adam en Eva voelen dat ze zich zo niet aan God kunnen laten zien. Ze voelen dat ze bedekking nodig hebben. Als
God vraagt hoe het komt dat ze zich naakt voelen, proberen ze eerst de ander de schuld te geven. Maar dan moeten ze alles vertellen. God vertelt hun eerst wat de straf is. Daarna zien ze dat God een paar dieren neemt. Hij doodt ze en haalt hun huid eraf. Die huiden hangt Hij om de schouders van Adam en Eva. God geeft hun kleren om hun naaktheid te bedekken. Door de zonde is dat nodig geworden. Daar moet je altijd maar aan denken als je je aankleedt. Maar God leert Adam en Eva door deze kleren ook iets anders. Door de zonde zijn ze vuil geworden voor God. Zo kunnen ze zich met eerbied gesproken niet aan Hem laten zien. Er is bedekking nodig. Er is Iemand nodig Die helemaal zonder zonde is en de zonde van de mens kan bedekken. Je weet Wie dat is: de Heere Jezus. Hij was zonder zonde. Hij heeft nooit één zonde gedaan. Maar God heeft de zonden van al Zijn kinderen op de Heere Jezus gelegd. Als God naar Zijn kinderen kijkt, ziet Hij niet meer het vuile kleed van hun zonden. Die zijn allemaal bedekt door het schone en witte kleed van de Heere Jezus. Zijn jouw zonden al bedekt?
Gesprek:
Lees Jeremia 2 vers 22. Wat is ongerechtigheid? Kunnen wij zelf onze zonden afwassen? Wat is dan nodig (Jesaja 61 vers 10)? Wat is (een mantel der) gerechtigheid? Hoe komt Jesaja daaraan? Betrek in je antwoord eventueel vraag en antwoord 36 van de Heidelbergse Catechismus.
Woensdag
Lezen: Genesis 4:1-5 Zingen: Psalm 40:4 Op school leer je heel veel dingen. Maar misschien heb je thuis nog wel het meeste geleerd. Van je vader of moeder leer je heel veel. Dat is ook zo bij Kaïn en Abel. Adam en Eva hebben hun verteld wat er in het paradijs gebeurd is. Na de zondeval doodt God dieren en maakt van de huiden kleren voor Adam en Eva. Ze zien het voor hun ogen gebeuren. Ze zien het bloed vloeien. Ze zien hoe het leven uit het dier verdwijnt en de dood komt. Adam en Eva begrijpen de betekenis: wij hadden gedood moeten worden omdat we gezondigd hebben. Wat is God goed dat Hij een dier in onze plaats wil doden en ons nog in het leven wil laten. De Heere leert hun hierdoor dat ze alleen met Hem verzoend kunnen worden als er Iemand in hun plaats sterft. God belooft hun dat er uit de nakomelingen van Adam en Eva Iemand komen zal, Die Zichzelf zal offeren voor de zonden. Als Eva in verwachting raakt en een zoon krijgt, denkt ze dat hij de beloofde Verlosser misschien al is. Ze noemt hem Kaïn: een man van de Heere! Ze krijgt nog een zoon: Abel. Adam en Eva vertellen hun over het paradijs en wat daar gebeurd is. Ze vertellen hun over de Heere en wat Hij gezegd en gedaan heeft. Kaïn en Abel luisteren goed. Ze willen de Heere ook dienen. En daarom brengen ze allebei een of-
fer. Maar dan wordt duidelijk dat er een groot verschil is tussen hen. De Heere neemt Abel en zijn offer aan, maar Kaïn en zijn offer niet. Als Abel offert, denkt hij aan de beloofde Verlosser Die komen zal. Hij weet dat hij als zoon van Adam en Eva de dood verdiend heeft. Hij gelooft dat de komende Verlosser ook voor hem de dood zal wegdoen en hem het leven zal geven. Kaïn denkt hier niet aan. Aan de buitenkant lijken ze op elkaar. Ze brengen allebei een offer. Het verschil zit aan de binnenkant, in hun hart. De Heere ziet het. We weten niet precies hoe Kaïn en Abel dit gemerkt hebben. In elk geval is het voor hen duidelijk: de Heere wil Abels offer hebben, maar Kaïns offer niet. Kaïn wordt er boos van. Hij wordt boos op God en boos op zijn broer. Dat is niet eerlijk, want het is zijn eigen schuld. Het was goed dat hij een offer bracht. Zo wil de Heere gediend worden. Maar het offer moet wel op de goede manier worden gebracht: met verdriet over de zonde en met geloof in de komende Verlosser. Abel zag Hem door het geloof. Jij ook?
Gesprek:
Waarom was het bloed van dieren niet genoeg als offer voor de zonden? Waarom kun je het lijden en sterven van de Heere Jezus een offer noemen? Gebruik bij je antwoord eventueel Hebreeën 4 vers 4 tot en met 10 of vraag en antwoord 14 en 15 van de Heidelbergse Catechismus. Hoe kun je deze Verlosser zoeken?
Week 1: De Heere Jezus nodig
Offer nodig
19
Week 1: De Heere Jezus nodig
20
Donderdag Vergeving nodig Lezen: Genesis 4:6-10 Zingen: Psalm 51:1 en 7 Je hebt iets gedaan wat niet goed is en bent naar je kamer gestuurd. Daar zit je dan. Je denkt na over wat er gebeurd is. Je voelt dat je het verkeerd gedaan hebt. Je gaat naar beneden en vraagt: ‘Willen jullie het mij vergeven?’ Kaïn vraagt niet om vergeving. Kaïn is boos. God wil Abels offer wel hebben, maar zíjn offer niet. Toch zorgt de Heere voor Kaïn. Hij zoekt hem op en gaat met hem praten. Zo goed is God. Hij zegt: Stop met de zonde en ga Mij dienen, net als je broer. Hij nodigt hem uit om zich te bekeren. Maar Kaïn luistert niet. Hij gaat door. Het gaat van kwaad tot erger. Hij slaat Abel dood. Krijgt hij spijt? Gaat hij naar Adam en Eva toe om eerlijk te vertellen wat hij gedaan heeft? Vraagt hij Adam en Eva om vergeving? Ik weet zeker dat ze het hem zouden willen vergeven. Adam en Eva hebben immers zelf ook vergeving van God gekregen. En wie zelf vergeven is, wil ook anderen vergeven. Bovendien zullen Adam en Eva gevoeld hebben dat dit alles hun schuld is. Zij zijn met de zonde begonnen. Zij hebben de zonde doorgegeven aan hun kinderen. Maar Kaïn vraagt geen vergeving aan zijn ouders. Vraagt hij dan vergeving aan God? Hoor, daar komt God. Vraag toch om vergeving, Kaïn! Nee, hij vraagt het niet. God vraagt wel wat aan hem. Hij vraagt waar Abel is. Kaïn geeft Hem een brutaal antwoord. Kaïn heeft God
niet nodig en wil geen vergeving. Wat is dat erg! Kijk eens naar jezelf. Hoe is dit bij jou? De Bijbel leert dat er bij God vergeving is. Adam en Eva hadden het aan Kaïn en Abel verteld. Abel had het begrepen. Dat kon je zien toen hij geknield bij zijn offer lag. Er vloeide bloed uit de dieren die hij offerde. Net als toen God dieren doodde voor Adam en Eva. Dat bloed was nodig om te betalen voor de zonde. God is rechtvaardig. Hij moet de zonde straffen. Hij kan zonde niet door de vingers zien. Zonder bloed kan God niet vergeven. Abel begreep het. Maar nu heeft zijn bloed gevloeid en ligt zijn bloed op de aarde. De Bijbel zegt dat het bloed van Abel wijst naar het bloed van de Heere Jezus Die komen zal. De Heere Jezus zal het later Zelf zeggen: ‘Mijn bloed, hetwelk voor velen vergoten wordt tot vergeving der zonden.’ Heb jij Zijn bloed nodig voor de vergeving van je zonden?
Gesprek:
Wat zegt Hebreeën 12 vers 24 over het bloed van Abel en het bloed van de Heere Jezus? In Openbaring 5 vers 11 hoor je mensen zingen: ‘Gij hebt ons gekocht met Uw bloed.’ Wie zijn dat? Wat betekent dat wat zij zingen? Kun jij dit meezingen?
Vrijdag
Lezen: Genesis 4:11-16 Zingen: Psalm 140:1,4 en 8 Jullie zijn aan het spelen. Je hebt je vriend gevangengenomen. Met boeien zet je hem vast. Maar opeens krijg je hem niet meer los. Snel roep je er iemand bij: Verlos hem eens van de boeien! Gelukkig lukt het. Je vriend is weer vrij. Kaïn heeft Abel gedood. Weer zoekt de Heere Kaïn op. Nu geeft Hij hem straf. Hij vervloekt hem. Hoor je de echo uit Genesis 3? Daar staat dit woord ook: vervloekt! Iemand die vervloekt is, leeft zonder de zegen van de Heere. Zo iemand heeft de Heere tegen. In het paradijs leefden Adam en Eva met de zegen van de Heere. De Heere zorgde voor hen. Het hele leven was helemaal goed. Door de zonde zijn Adam en Eva los van God geraakt en vast aan de duivel komen te zitten. Daardoor is de dood en de vloek bij alle mensen gekomen. Je ziet het bij Kaïn duidelijk. Hij zit vast aan de zonde. Hij kan en wil niet stoppen met de zonde. De Heere waarschuwt hem. Maar het gaat van kwaad tot erger. Dan vervloekt God hem. Dat betekent: Leef dan maar zoals je wilt, maar weet dat er allerlei tijdelijke straffen zullen komen. En als hij hard blijft en zich niet bekeert, zal hij ook de eeuwige straf krijgen. Als Kaïn zaait, zullen de plantjes niet goed groeien. Wat hij doet, zal hem veel moeite en verdriet kosten. Hij zal altijd onrustig en angstig rondzwerven op aarde. Kaïn krijgt ook
een teken (vers 15). We weten niet welk teken dat geweest is. In elk geval is het voor andere mensen een spiegel geweest. Als ze naar Kaïn kijken, zien ze hoe erg de zonde is. God wil de mensen hiermee laten zien dat het niet goed gaat als iemand God verlaat en zondigt. God wil laten zien dat de weg van de zonde een verkeerde en doodlopende weg is. Kaïn vindt zijn straf zwaar (vers 13). Maar er staat niet in de Bijbel dat hij verdriet over zijn zonde heeft. Je leest niet dat hij het erg vindt dat hij aan de duivel vastzit. Hij vraagt niet of God zijn zonden vergeven wil en hem van de zonde en de duivel verlossen wil. Hij gaat juist weg bij God (vers 16). Dat is erg, want zijn vader en moeder hebben hem verteld hoe hij van de zonde verlost kan worden. Ze hebben hem verteld dat God een Verlosser zal sturen, Die sterker is dan de duivel en de zonde. Wij weten dat Hij is gekomen. Hij heeft Zich gevangen laten nemen om mensen die in de boeien van de duivel en de zonde vastzitten, los te maken. Ook jij hebt deze Verlosser nodig!
Gesprek:
Lees Galaten 3 vers 10. Wie zijn vervloekt? Wat betekent dat? Gebruik eventueel vraag en antwoord 10 uit de Heidelbergse Catechismus. Wie kan verlossen van deze vervloeking (Galaten 3 vers 13)? Waarom kan Hij dat?
Week 1: De Heere Jezus nodig
Verlossing nodig
21
Week 1: De Heere Jezus nodig
22
Zaterdag Troost nodig Lezen: Genesis 4:25 en 26 en Genesis 5:6-29 Zingen: Psalm 145:6 Soms ben je verdrietig. Dan is het fijn als er iemand is die naar je luistert, met je praat en je troost. Lamech is ook verdrietig. Als hij een zoon krijgt, zegt hij: ‘Deze zal ons troosten.’ Waarom heeft hij troost nodig? Lamech leeft in een zondige tijd. Abel vreesde de Heere, maar Kaïn heeft hem doodgeslagen. Hij wilde de Heere niet dienen. Zijn familie is steeds groter geworden. Adam en Eva hebben nog andere kinderen gekregen. Die leefden ook zonder God. De zonde is steeds duidelijker te zien. Het wordt steeds verdrietiger op de aarde. Adam en Eva zien het gebeuren. Ze vragen zich af hoe het verder moet. Als er weer een zoon wordt geboren, noemen ze hem Seth. Dat betekent vervanging: ‘God heeft een ander zaad gezet voor Abel.’ Dat doet denken aan Genesis 3 vers 15. Ze hopen dat uit de familie van Seth de Verlosser geboren zal worden. Duizenden jaren later zal dat ook gebeuren. De familie van Seth dient de Heere. ‘Toen begon men de Naam des Heeren aan te roepen.’ Dat betekent niet dat ze af en toe bidden en offeren. Het betekent dat ze de Heere dienen zoals Hij dat wil. Ze proberen ver van de zonde vandaan te blijven. Hun hart en hun leven is door genade op God gericht. Kaïns nakomelingen zijn kinderen van de wereld en Seths nakomelingen kinderen van God.
Een van hen heet Mahaláleël. Dat betekent Godlover. Een ander ken je ook: Henoch. Hij wandelt met God. Hij praat dagelijks met Hem en leeft zoals de Heere wil. De familie van Seth heeft het niet gemakkelijk. Ze merken om zich heen hoe ellendig alles door de zondeval geworden is. De wereld is vol van zonde, zorgen en verdriet. Als Lamech een zoon krijgt, zegt hij dat ook. Hij voelt elke dag Gods vloek over de schepping en heeft verdriet over de zonde. Daarom heeft hij troost nodig. Hij noemt zijn zoon Noach. Dat betekent: trooster. Heeft Lamech gehoopt dat Noach de Verlosser zou zijn? Noach was de Verlosser niet, maar hij zal zijn vader Lamech wel vaak getroost hebben. Er staat in de Bijbel dat Noach, net als Henoch, wandelt met God. Lamech zal gevoeld hebben dat troost van mensen hem niet helpen kan. God alleen kan vrede en troost geven, door de Heere Jezus. De Bijbel zegt ook tegen jou dat Hij gekomen is om alle treurigen te troosten.
Gesprek:
Wat heeft troost nodig hebben te maken met Goede Vrijdag en Pasen? Lees het in vraag en antwoord 1 van de Heidelbergse Catechismus en praat over de betekenis van wat hier staat. Weet jij dat je troost nodig hebt? Wanneer vind je echt troost?
23
Week 1: De Heere Jezus nodig