Evaluatierapport Bodemsanering (grondsanering) Dronterweg 29 te Dronten Projectnummer: 120366/121162 Wbb code: FL030300017
Opdrachtgever: Contactpersoon:
Dop Beheer BV Dronterweg 37 8251 PA Dronten Dhr. D. Huisman, dhr. H. Hoekzema
Datum sanering: Datum rapport:
Maart-november 2012 Januari 2013
Projectleider
Paraaf
R.J.J. Jonker
Gecontroleerd door J.G.M. ten Broeke
Paraaf
Datum
23-1-2013 definitief
Ik verklaar dat de milieukundige begeleiding onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van BRL 6001: Uitvoering MKB
Paraaf
Status
Datum
M. Polling
23-1-2013
R.J.J. Jonker
23-1-2013
Eco Reest BV Industrieweg 20 7921 JP Zuidwolde Tel.: 0528-373982 Fax.: 0528-373907 KANTOOR APPINGEDAM Opwierderweg 160, Appingedam Postadres: Postbus 141 9930 AC Delfzijl Tel.: 0596 633355 Fax.: 0596-572266
[email protected] www.ecoreest.nl Eco Reest BV is gecertificeerd volgens “NEN-EN-ISO 9001:2008”, voor het uitvoeren van milieukundig (water)bodemonderzoek, asbestonderzoek in bodem en puin, grondonderzoek bouwstoffenbesluit, begeleiding bodemsaneringtrajecten, detachering en milieumanagement en lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). Als aangesloten adviesbureau zorgen we samen met de andere leden voor een betere borging van kwaliteit in de uitvoering van (water)bodemonderzoek en -saneringen. DISCLAIMER Dit evaluatierapport is het resultaat van een bodemsanering, verricht ter plaatse van de Dronterweg 29 te Dronten in opdracht van Dop Beheer BV . Ten behoeve van de juiste interpretatie van dit rapport is het noodzakelijk te beschikken over de gehele rapportage, inclusief bijlagen. Het rapport is ongeschikt voor toepassing in een juridische context indien: - de paginanummering van het rapport onjuist of onvolledig is - de bijlagen genoemd in de inhoudsopgave (deels) ontbreken - het projectnummer in het rapport en op de bijlage niet overeenkomt We stellen dit rapport alleen ter beschikking aan derden in geval van schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.
Pagina 3 van 18
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2
5
Algemeen ......................................................................................................................... 5 Kwaliteit............................................................................................................................ 5 Aanleiding en doelstelling ................................................................................................ 5 Locatie en verontreiniging ............................................................................................... 5 Rapportwijzer ................................................................................................................... 5 LOCATIEGEGEVENS EN VERONTREINIGINGSBEELD
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
6
Terreinbeschrijving .......................................................................................................... 6 Historische gegevens ...................................................................................................... 6 Verontreinigingsbeeld en definitie van het verontreinigingsgeval ................................... 7 Saneringsplan en beschikking ......................................................................................... 7 Betrokken partijen ............................................................................................................ 7
3
UITVOERING VAN DE SANERING
8
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
3.6 3.7 3.8 3.9
Uitgangspunten aanpak sanering .................................................................................... 8 Vergunningen, ontheffingen en meldingen...................................................................... 8 Milieukundige processturing ............................................................................................ 9 Voorbereidende werkzaamheden.................................................................................... 9 Uitvoering grondsanering .............................................................................................. 10 3.5.1 Algemeen ................................................................................................................. 10 3.5.2 Controlemonsters put- en wanden ........................................................................... 10 3.5.3 Controlemonsters en samenstelling deeldepots ...................................................... 10 Bijzonderheden tijdens saneringswerkzaamheden ....................................................... 11 Grondwatermonitoring ................................................................................................... 12 Vrijkomende materialen en verwerking ......................................................................... 12 Grondwateronttrekking .................................................................................................. 12
4
MILIEUKUNDIGE VERIFICATIE
13
4.1 4.2
Algemeen ....................................................................................................................... 13 Monstername ................................................................................................................. 13 4.2.1 Bemonstering ........................................................................................................... 13 4.2.2 Analyseresultaten ..................................................................................................... 14 4.3 Afwijkingen op het saneringsplan .................................................................................. 15 4.4 Veiligheids- en Arbeidshygiënische aspecten ............................................................... 16 5
CONCLUSIES EN NAZORG
5.1 5.2
17
Conclusies ..................................................................................................................... 17 Nazorg ........................................................................................................................... 17
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 4 van 18
BIJLAGEN Bijlage 1.1
Regionale ligging saneringslocatie
Bijlage 1.2
Kadastrale gegevens
Bijlage 1.3
Situatieschets met contouren grondverontreiniging
Bijlage 1.4
Situatieschets met contouren grondwaterverontreiniging
Bijlage 1.5a
Situatietekening ontgravingen en bemonstering
Bijlage 1.5b
Situatietekening ontgravingen, depots en aanvulling
Bijlage 1.6
Situatietekening dwarsdoorsnede isolatie
Bijlage 1.7
Fotosessie sanering
Bijlage 2.1
Analysecertificaten wand- en putbodemmonsters
Bijlage 2.2
Berekende terugsaneerwaarden ontgraving
Bijlage 2.3
Analysecertificaten Indicatieve depotkeuringen
Bijlage 2.4
Toetsing indicatieve depotkeuringen
Bijlage 2.5
Resultaten chemische analyses water
Bijlage 3
AP04 onderzoek depots (Rapport EcoReest,120366 RBK, 6 juni 2012)
Bijlage 4
Analysemethoden
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 5 van 18
1 1.1
INLEIDING ALGEMEEN
Door Dop Beheer BV is in eigen beheer een bodemsanering uitgevoerd ten behoeve van de ontwikkeling van een Mechanisch Erfgoed Centrum (MEC) aan de Dronterweg 29 te Dronten. Dop Beheer BV is eigenaar van het perceel. 1.2
KWALITEIT
De sanering is uitgevoerd door Roelofs Wegenbouw BV. Roelofs is gecertificeerd en erkend door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu volgens “Beoordelingsrichtlijn voor het procescertificaat Uitvoering van (water)bodemsaneringen SIKB 7000” VKB protocol 7001: “Uitvoering landbodemsanering met conventionele methoden.” Certificaat no: K44769/02. De milieukundige begeleiding is verzorgd door Eco Reest BV. Eco Reest BV is gecertificeerd en erkend door het Ministerie van VROM volgens “Beoordelingsrichtlijn voor het procescertificaat Milieukundige begeleiding en evaluatie van bodemsanering SIKB 6000” VKB protocol 6001: “Milieukundige begeleiding en evaluatie van landbodemsanering met conventionele methoden.” Certificaat no: 662277. Er is geen functionele relatie tussen Eco Reest BV en de uitvoerenden. 1.3
AANLEIDING EN DOELSTELLING
De aanleiding tot het nemen van saneringsmaatregelen zijn de resultaten van uitgevoerd bodemonderzoek en de plicht tot saneren van de bodem in het kader van de Wet bodembescherming. De sanering heeft plaatsgevonden in het kader van de gewenste herinrichting van de locatie. Doel van de sanering is dat de bodem van het terrein geschikt wordt gemaakt voor de functie van het terrein (Mechanisch Erfgoedcentrum) De doelstelling van de sanering is als volgt geformuleerd: Grond: het concentreren en isoleren van de verontreinigingen met minerale olie in gehalte boven de maximale waarde voor de functieklasse industrie. Grondwater: het bereiken van een stabiele eindsituatie voor de geconstateerde verontreinigingen met minerale olie (en vluchtige aromaten en naftaleen). Wij merken op dat de monitoring van het grondwater geen onderdeel uitmaakt van onderhavig evaluatieverslag. De monitoring wordt opgestart nadat de bebouwing en de verhardingen zijn gerealiseerd. 1.4
LOCATIE EN VERONTREINIGING
Op de locatie was in het verleden een grasdrogerij gevestigd. De omgeving heeft een agrarische bestemming De aangetoonde verontreiniging betreft (zware) minerale olie in de grond en in het grondwater als gevolg van bedrijfsactiviteiten tussen 1960 en 2001 (grasdrogerij; nu niet meer actief). 1.5
RAPPORTWIJZER
In onderhavig evaluatierapport worden in de hoofdstukken 1 en 2 algemene gegevens en de verontreinigingssituatie beschreven. De uitgevoerde werkzaamheden worden beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht gegeven van de milieukundige verificatie en tenslotte de conclusies worden beschreven in hoofdstuk 5. Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 6 van 18
2 2.1
LOCATIEGEGEVENS EN VERONTREINIGINGSBEELD TERREINBESCHRIJVING
Van het terrein zijn de volgende gegevens van belang: Adres Plaats Oppervlakte perceel Kadastrale aanduiding x- en y-coördinaten Toekomstig gebruik Huidig gebruik Voormalig gebruik Verhardingen
Asbesthoudende materialen Oorzaak van bodemverontreiniging
2.2
Dronterweg 29 Dronten 2,35 ha. Gemeente Dronten, sectie B, nrs. 1020 en 1022 en 1451 x: 173.500, y: 503.450 Bedrijfsterrein Geen/braakliggend Grasdrogerij vanaf 1960 Het buitenterrein is grotendeels verhard met klinkers. Het noordoostelijk deel van het terrein is in 1990 verhard met asfalt, met een onderliggende (gecertificeerde) puinlaag van circa 0.5 meter. Bestaande bebouwing is tot de fundering gesloopt. Ter plaatse heeft lekkage van olieproducten plaatsgevonden vanuit een stookolieleiding en een (gestalde) hydraulische kraan. Met name aan de noord- en oostzijden van het terrein zijn sterke verontreinigingen met olieproducten in de grond en het grondwater aangetoond.
HISTORISCHE GEGEVENS
Historisch gebruik Voor 1960 was het terrein braakliggend. De grasdrogerij is in 1960 opgericht. Het zuidelijk deel van de saneringslocatie maakte toen nog geen deel uit van het bedrijfsterrein. Ook de loswal (talud) was nog niet gerealiseerd. De eerste bebouwing bestond uit het pakhuis met de werkplaats en de drogerij. Ten oosten van de drogerij bevond zich een bovengrondse stookolietank van 1.900 ton. Later bevond deze tank zich nabij de oostelijke terreingrens. In 1963 is een vergunning afgegeven voor de bouw van twee opslagsilo’s. In 1974 is lekkage opgetreden van één van de stookolietanks. Rond 1976 is het terrein in oostelijke richting uitgebreid. De stookolietank was tot voor kort nog aanwezig; tevens zijn destijds twee langwerpige bovengrondse olietanks bijgeplaatst. Van hieruit lopen olieleidingen naar twee olietanks in de zuidwest- en zuidoosthoeken van de drogerij. In de werkplaats is een doorsmeerstation met olieopslag gesitueerd. Ten zuidoosten van de werkplaats bevinden zich twee ondergrondse tanks met een afleverpomp. Tevens bevindt zich aan de noordwest-zijde van de drogerij een ondergrondse 10.000 liter dieseltank. In 1979 is een hinderwetvergunning aangevraagd voor het oprichten van een propaaninstallatie voor huishoudelijk gebruik. In 1981 is de drogerij uitgebreid; het zuidelijke terreindeel is in gebruik genomen en de zuidelijke opslagloods is gebouwd. Tevens is rond die tijd de oostelijke sloot gegraven, een loswal aangelegd en de tankinstallatie verplaatst. De langwerpige tanks zijn ontmanteld en de bulktank is verplaatst naar de locatie bij de oostelijke terreingrens. Mogelijk is tijdens de aanleg van de loswal de grond geëgaliseerd, en is verontreinigde grond afkomstig van de olie-installatie over het noodoostelijk deel van het achterterrein verspreid. Waarschijnlijk is de ondergrondse 10.000 liter dieseltank aan de noordwest-zijde van de drogerij in 1987 verwijderd in het kader van actie tankslag. Ter plaatse is in 1988 een drogerij gerealiseerd. In 1990 is het noordoostelijk deel van het terrein voorzien van de asfaltverharding met onderliggende puinlaag. In 1994 zijn ter plaatse twee ondergrondse dieseltanks verwijderd, en is tevens een vergunning afgegeven voor de bouw van het waterbassin. In 2001 was de grasdrogerij niet meer in bedrijf. Laatste bodemgebruik Vanaf 2001 is de locatie niet meer in gebruik. De bedrijfsgebouwen van de voormalige grasdrogerij zijn voorafgaand aan de sanering tot de fundering gesloopt. Van de opslagloods Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 7 van 18
worden de fundering en de betonvloer gebruikt voor de nieuwbouw. Het buitenterrein is grotendeels verhard met klinkers. Ter plaatse van het noordoostelijk deel van de locatie is een asfaltverharding aanwezig, waar opslag van ruw product plaatsvond. Ook de bovengrondse tank aan de oostzijde van het terrein is verwijderd. Nabij de kade (loswal aan de noordzijde van het terrein) bevindt zich een waterbassin en een betonnen put. 2.3
VERONTREINIGINGSBEELD EN DEFINITIE VAN HET VERONTREINIGINGSGEVAL
De verontreiniging is op basis van de historische informatie ontstaan als gevolg van de opslag en toepassing van olieproducten in het kader van de bedrijfsactiviteiten van de voormalige grasdrogerij, tussen 1960 en circa 1981. Het betreft derhalve een geval van historische bodemverontreiniging, vallend binnen het saneringskader van de Wet bodembescherming. Vanwege hun technische, organisatorische en ruimtelijke samenhang worden de verontreinigingen op het terrein van de voormalige grasdrogerij beschouwd als één geval van bodemverontreiniging. Van een geval van ernstige bodemverontreiniging in de zin van de Wet bodembescherming is sprake indien meer dan 25 m3 grond en/of 100 m3 bodemvolume grondwater verontreinigd is met een gemiddelde concentratie boven de interventiewaarde. De vastgestelde volumina van zowel de grond- als de grondwaterverontreiniging overschrijdt deze criteria. Er bestaat derhalve een wettelijke noodzaak tot sanering. In het actualiserende onderzoek (2010) is op basis van een risicobeoordeling geconcludeerd dat geen onaanvaardbare humane, ecologische of verspreidingsrisico’s aanwezig zijn. Daarom behoeft de locatie niet met spoed te worden gesaneerd. In bijlagen 1.3 en 1.4 zijn de contouren van de grond- en grondwaterverontreiniging weergegeven (bron: Saneringsplan 2011). 2.4
SANERINGSPLAN EN BESCHIKKING
Door Eco Reest is een saneringsplan opgesteld, rapportnummer 110357, d.d. 23 september 2011. Door Provincie Flevoland is goedkeuring verleend aan het saneringsplan. De goedkeuring is verwoord in de beschikking van 2 januari 2012 met nummer 1258692. Het betreft een functiegerichte sanering met concentratie en isolatie van olieverontreiniging en met als terugsaneerwaarde ‘klasse industrie’ voor het overige terrein. 2.5
BETROKKEN PARTIJEN
Aangaande de sanering van de verontreinigde grond zijn de volgende partijen betrokken: Opdrachtgever: Directievoering Uitvoering sanering: Transport verontreinigde grond: Verwerking verontreinigde grond: Levering aanvulgrond: Milieukundige processturing:
Milieukundige verificatie:
Bevoegd gezag sanering: Bevoegd gezag grondwateronttrekking/lozing:
Dop Beheer BV Bouwmanagement Flevoland (dhr H. Hoekzema) Roelofs Wegenbouw te Den Ham Alleen intern transport Isoleren en concentreren op locatie Gebiedseigen (AP-04) gekeurde grond Eco Reest BV, Dhr. R Jonker (pl) en H. ten Broeke (pl) Dhr. M. Polling (mkb-uitvoering) Dhr. R Jonker (mkb-uitvoering) Eco Reest BV, Dhr. R Jonker (pl) en H. ten Broeke (pl) Dhr. M. Polling (mkb-uitvoering) Provincie Flevoland Dhr. F. Lok Waterschap Zuiderzeeland
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 8 van 18
3
UITVOERING VAN DE SANERING
3.1
UITGANGSPUNTEN AANPAK SANERING
Voor de bodemsanering op het terrein van de voormalige grasdrogerij zijn de volgende uitgangspunten (analoog aan het saneringsplan en beschikking) gehanteerd: 1. De verontreinigingsgegevens en locatiegegevens zoals deze zijn aangegeven in het actualiserende onderzoek van Eco Reest (2010); 2. De verontreiniging met zware oliecomponenten wordt beschouwd als een nauwelijks mobiele verontreiniging. Uit de resultaten van het actualiserende onderzoek blijkt dat geen verspreiding optreedt en sprake is van een afnemende omvang. Verticale verspreiding kan vanwege de aanwezige kleilaag niet plaatsvinden; 3. Om contact met de verontreiniging tegen te gaan wordt op het terrein een isolerende laag aangebracht bestaande uit bebouwing en verharding; 4. Ter controle van eventuele toekomstige verspreiding wordt een monitoring van de grondwaterkwaliteit uitgevoerd; 5. Door herschikking worden 5 kernen van verontreiniging geconcentreerd op een plek op de locatie. De ontgravingsdiepte varieert tussen 0,5 en 2,5 m-mv. Om het toekomstige beheer van de verontreiniging en de gebruiksbeperkingen tot een minimum te beperken en tot een compact gebied terug te brengen wordt alle verontreiniging geconcentreerd onder de verharding van de toekomstige remise op het noordoostelijke deel van het terrein. Verontreinigde grond buiten deze stalling, die niet voldoet aan de bodemfunctieklasse Industrie, wordt tevens ontgraven en binnen de contour van de te realiseren stalling verwerkt. Er wordt een signaallaag aangebracht tussen verontreinigde grond (c.q niet toepasbrare grond op grond van het Besluit Bodemkwaliteit) en minder verontreinigde grond (functiekalsse industrie op grond van de regeling Bodemkwaliteit); 6. Voorafgaand aan de sanering zijn bebouwing en verharding tot de fundering verwijderd. In de uitvoering van de sloop dient rekening te worden gehouden met mogelijk verontreinigde verharding, fundering en vloeren. De sloop van de fundering vindt plaats in samenhang met de sanering; 7. Op de locatie is voldoende ruimte voor tijdelijke opslagdepots van verontreinigde en niet verontreinigde c.q twijfelgrond voordat deze op de locatie wordt toegepast; 8. Onttrekking en lozing van grondwater dienen te voldoen aan de vereisten in het kader van de Waterwet c.q. het Activiteitenbesluit; 9. Zettingen als gevolg van de onttrekking van grondwater is onwaarschijnlijk. De opdrachtgever verzorgt eventueel een verzekering (en hoogtemetingen) voor eventueel optredende schade aan gebouwen en omgeving. 3.2
VERGUNNINGEN, ONTHEFFINGEN EN MELDINGEN
De volgende vergunningen, ontheffingen en meldingen zijn aangevraagd en verkregen: -
-
Provinciale beschikking in het kader van Wet Bodembescherming met kenmerk 1258692, d.d. 2 januari 2012. Ten behoeve van het lozen van grondwater is in het kader van de ‘Regeling lozen buiten inrichtingen en lozing van verontreinigd grondwater’ melding gedaan bij het waterschap Zuiderzeeland. Het waterschap heeft goedkeuring verleend middels het schrijven van 1 maart 2012, kenmerk EWK/VVG/149250D. Melding start bodemsanering bij provincie Flevoland, d.d. 16 april 2012.
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 9 van 18
3.3
MILIEUKUNDIGE PROCESSTURING
De taken van de milieukundige processturing bij onderhavige sanering zijn: - toezicht houden of de sanering volgens het saneringsplan wordt uitgevoerd; - aansturen van de bodemsaneringswerkzaamheden, zoals het aangeven van de ontgravingsgrenzen, depotinrichtingen, uitkeuringen en herschikken van schone en verontreinigde grond; - aangeven van de mogelijkheden om bij te sturen indien afwijkingen worden gesignaleerd en indien noodzakelijk het opstellen van een wijziging c.q aanvulling op het saneringsplan; - vastleggen van de uitgevoerde werkzaamheden en vastleggen van de eventuele afwijkingen ten behoeve van de evaluatierapportage. De werkzaamheden van de milieukundige processturing bij de uitvoering zijn uitgevoerd door de heer M. Polling en de heer R. Jonker. De betreffende personen zijn een door het Ministerie van VROM onder de BRL SIKB 6000, VKB protocol 6001 erkend milieukundig begeleiders. De projectleiding bij de uitvoering is verzorgd door de heer R. Jonker en de heer H. ten Broeke Eco Reest is gecertificeerd en erkend door het Ministerie van VROM conform de BRL SIKB 6000, VKB protocol 6001. 3.4
VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
De volgende werkzaamheden zijn uitgevoerd: -
-
-
De uitvoerder van de sanering heeft een Veiligheid en Gezondheidsplan opgesteld en deze is goedgekeurd door Eco Reest. Voorafgaand aan de uitvoering van de saneringsmaatregelen is het werkterrein ontruimd. Vervolgens is het terrein ingericht overeenkomstig het Al-22 (Arbo-Informatieblad 22 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, SDU 1999). Concreet gaat het hierbij om de volgende zaken: - hekwerk rond het werkterrein; - indeling schone en vuile zone; - sanitaire- en schaftvoorzieningen personeel. Vaststellen veiligheidsvoorzieningen. De risico’s voor de gezondheid zijn die van vergiftiging door de in de grond, het grondwater en bodemlucht aanwezige verontreinigingen. De sanering omvat het ontgraven en herschikken van verontreinigde grond en het aanbrengen van een betonvloer, inclusief fundaties, De contactmogelijkheden met de verontreiniging bestaan derhalve uit contact met verontreinigde grond en grondwater en via de uitdamping van de bodemlucht tijdens de ontgraving. Verwijderen van verhardingen en halfverhardingen ter plaatse van de saneringsspots De bodemsanering is uitgevoerd volgens de vastgestelde veiligheidsklasse 1 T en 0 F. Ter plaatse van het zuidwestelijke deel van het terrein is ruimte gecreerd voor het inrichten van tijdelijke gronddepot en gebroken verhardingslagen.
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 10 van 18
3.5
UITVOERING GRONDSANERING
3.5.1 Algemeen De ontgravingswerkzaamheden zijn uitgevoerd in de periode april tot september 2012. In november is de betonvloer (isolatiemaatregel) aangebracht. De werkzaamheden zijn (beknopt) beschreven in het volgend overzicht: Periode
activiteit
16 april - 5 mei
ontgraven spots, verwijdering verhardingen en vorming van tussendepots onder milieukundige begeleiding; Depotonderzoeken conform Besluit Bodemkwaliteit Aanvullen saneringsputten vanuit depots en ter plaatse van de remise/nieuwbouw met grond die niet voldoet aan de gestelde terugsaneerwaarde. Ontgraving t.b.v. aanleg ringbalken rondom toekomstige remise alsmede herschikken van de uitgegraven grond binnen de contouren van de remise. Parallel aan de ontgraving van de ringbalken (tot kleilaag) is een foliewand aangebracht en is deze deels weer aangevuld met geel zand afkomstig van het terrein direct ten noorden/ noordwesten van de saneringslocatie. De foliewand is aangebracht om een fysieke scheiding tussen niettoepasbare grond en toepasbare grond te realiseren. Rondom de ringbalk is een folie aangebracht. De diepte van de verontreiniging bestaat uit een holocene kleilaag en kan derhalve (conform de saneringsbeschikking) worden beschouwd als fysieke afscheiding.
15 mei 2012 4 juni - 7 juni 8 juni – 19 juni
10 sept. - 18 sept.
19 sept november 2012
In bijlage 1.5b is de situering van de aangebrachte folie weergegeven. In bijlage 1.6 is een verticale doorsnede van de isolatiemaatregel weergegeven. Voorbereiding heiwerk. Werkzaamheden hebben bestaan uit het voorboren van de funderingspalen tot de kleilaag met behulp van een Avegaar. Het opgeboorde “verontreinigde” materiaal is herschikt binnen de contouren van de remise. Vervolgens zijn de gecreerde gaten aangevuld met geel zand en zijn er aanvullende sleuven gegraven ten behoeve van de aanleg van riolering. Realisatie bovenafdekking met folie alsmede aanbrengen zandpakket op folie voor stabilisatie. Aanbrengen betonvloer ( = isolatiemaatregel)
3.5.2 Controlemonsters put- en wanden Tijdens de saneringswerkzaamheden zijn 6 ontgravingsputten gegraven (locatie 1 t/m 6). Bij deze locaties zijn monsters van zowel de putbodem als de putwanden genomen, e.e.a conform de systematiek zoals beschreven in tabel 1 uit VKB protocol 6001 “niet mobiele verontreiniging”. Op die locaties waar de wanden c.q putbodems niet voldoet aan de terugsaneerdewaarde is de verontreiniging indien noodzakelijk aanvullend ontgraven. Na de ontgraving is de saneringsput ingemeten met behulp van GPS (x, y en z coordinaten). De ontgravingscontour van locatie 6 is niet uitgekeurd aangezien hier niet verontrienigde grond wordt ontgraven teneinde ruimte te creeren voor het herschikken van Niet-toepasbare grond onder de toekomstige remise. Voor de analyseresultaten van de putbodem- en wandbemonsteringen wordt verwezen naar hoofdstuk 4. Bij de wandbemonsteringen wordt opgemerkt dat de bemonsterde trajecten zijn gebaseerd op de ter plaatse aangetroffen bodemopbouw. De situering van de ontgravingen en de controlemonstername is opgenomen in bijlage 1.5a 3.5.3 Controlemonsters en samenstelling deeldepots De ontgraven grond is, onder toezicht van een milieukundig begeleider, in verschillende tussendepots geplaatst. Bij het inrichting van de tussendepots is onderscheid gemaakt tussen visueel verontreinigde grond en visueel “schone” grond. In onderstaande tabel zijn de hoeveelheden weergegegeven. Locatienr. 1 2 3 4 5 6
Volume (visueel) sterk verontreinigd materiaal (m3) 100 500 200 450 350
Volume (visueel) “twijfelachtig” materiaal (m3) 30 60 250 200 20 600
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 11 van 18
Uit bovenstaande tabel blijkt dat er op basis van visuele waarnemingen ca. 1600 m3 niet toepasbaar materiaal is ontgraven en kan worden geisoleerd onder de toekomstige remise. Om zeker te zijn dat de twijfelachtige grond uit de verschillende deeldepots geschikt is om als aanvulgrond toe te passen ter plaatse van locatie 1 t/m 5 zijn er indicatieve grondmonsters genomen. Op basis van deze analyseresultaten zijn de onderstaande deelpartijen opgenomen voor het AP-04 onderzoek (onderzoek conform Besluit Bodemkwaliteit). Locatienr.
Omschrijving
Dpp1
Hoeveelheid “twijfelachtig” materiaal (m3) 30
1
Matig fijn zand
2
Dpp2
60
Matig fijn zand
3
Dpp3
250
Matig fijn zand
4
Dpp4
200
Klei
5
Dp 100
20 350
Klei Matig fijn zand
Dp 101
600
Matig fijn zand
6
Samenstelling
Resultaat indicatieve monstername Besluit Bodemkwaliteit Voldoet aan functieklasse Industrie Niet toepasbaar Voldoet aan functieklasse Industrie Voldoet aan functieklasse Industrie Niet toepasbaar Voldoet aan functieklasse Industrie
Vervolgactie
opnemen in AP-04 onderzoek Isoleren onder de toekomstige remise opnemen in AP-04 onderzoek opnemen in AP-04 onderzoek opnemen in AP-04 onderzoek Isoleren onder de toekomstige remise opnemen in AP-04 onderzoek
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het materiaal afkomstig van locatie 2 (60 m3) en locatie 6 (350 m3) als niet toepasbaar wordt gedefinieerd en derhalve niet kan worden worden gebruikt als aanvulgrond bij locatie 1 t/m 5. In totaal wordt 2010 m3 grond herschikt ter plaatse van de toekomstige remise. Een overzicht van de ligging van de deeldepots is opgenomen in bijlage 1.5b. De resultaten van de indicatieve toetsingen zijn opgenomen in bijlage 2.4. De rapportage van het Ap-04 onderzoek is opgenomen in bijlage 3 van onderhavig rapport. 3.6
BIJZONDERHEDEN TIJDENS SANERINGSWERKZAAMHEDEN
Bovengrondse tanks en leidingen Bij ‘locatie 5’ zijn tijdens de sloop van de opstallen bovengrondse opslagtanks voor stookolie verwijderd. Bij de ontgraving zijn de hierbij behorende ondergrondse brandstofleidingen verwijderd. Tevens is ter plaatse ontgraven tot de kadastrale eigendomsgrens. Ronde putten Tijdens de ontgraving zijn eveneens twee (ingegraven) ronde betonnen putten met de daarin voorkomende natte grond verwijderd. Het ontgraven materiaal (enkele kuubs) is op initiatief van de aannemer bij het sterk verontreinigde materiaal van locatie 5 gevoegd. Controle bevoegd gezag Tijdens de werkzaamheden is er controle uitgevoerd door de provincie Flevoland (dhr. F. Lok).Op 4 mei 2012 heeft hij de saneringslocatie bezocht. Daarnaast is hij regelmatig geïnformeerd per email over de voortgang in de sanering. Op 10 september heeft hij bij een locatiebezoek de werkzaamheden stilgelegd omdat voor hem de uitvoering onduidelijk was en er mogelijk verontreinigde en schone grond zou kunnen worden gemengd (economisch delict). Na het verstrekken van nadere informatie en uitleg over de werkwijze zijn de volgende dag de werkzaamheden hervat. Dhr. Lok en dhr. Drost van de Provincie Flevoland hebben, ter controle, op 13 september opnieuw de locatie bezocht en geen opmerkingen (meer) geplaatst.
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 12 van 18
3.7
GRONDWATERMONITORING
Voor wat betreft de verontreiniging van het grondwater is in het voorafgaande saneringsplan reeds uitgegaan van een stabiele verontreinigingssituatie. In de saneringsbeschikking is aangegeven dat op enkele plaatsen peilbuizen worden geplaatst ten behoeve van het monitoren van de stabiele eindsituatie. Onderhavig evaluatieverslag heeft alleen betrekking op de grondsanering. Grondwatermonitoring valt buiten de scope van onderhavig evaluatieverslag. 3.8
VRIJKOMENDE MATERIALEN EN VERWERKING
Vrijkomend beton en asfalt is afgevoerd en tijdelijk opgeslagen op het terrein en valt buiten de scope van dit evaluatierapport. Op grond van uitkeuring (AP04, bijlage 3) is grond op lokatie herschikt. De sterk verontreinigde grond (ca. 2010 m3) is geconcentreerd en geisoleerd onder de betonvloer van de toekomstige remise. De situering is weergegeven in bijlage 1.5b. De geïsoleerde en geconcentreerde verontreiniging onder de gerealiseerde betonverharding heeft een maximaal oppervlakte van ca. 68 m x 43 m. De dikte van de laag verontreinigde grond varieert van 0,5 tot 2,5 m –mv (tot aan de kleilaag). De gemiddelde dikte bedraagt ca. 1,5 m. Dit totale volume waarin sterk verontreinigde grond aanwezig is kan hiermee worden geschat op maximaal 4.500 m³ (in profiel). De situering is weergegen in de vertikale doorsnede in bijlage 1.6. In het saneringsplan is uitgegaan van 880 m3 sterk verontreinigde grond (> interventiewaarde) bij alle spots tezamen. Er is hierin niet aangegeven hoeveel verontreinigde grond boven de functieklasse Industrie er geisoleerd zou moeten worden onder de toekomstige remise. Er is nu maximaal ca. 4500 sterk verontreinigde grond c.q niet toepasbare grond geisoleerd onder de toekomstige remise. De volgende uitvoeringsaspecten zijn hier op te merken. 1. De hoeveelheid niet toepasbare grond is tijdens de sanering groter gebleken dan bij het onderzoek is vastgesteld. 2. Grond is ontgraven onder milieukundige begeleiding. Op grond van visuele beoordeling is in eerste instantie de mate van verontreiniging geschat. Twijfelachtige grond is hierbij separaat ontgraven en in depot geplaatst. 3. De definitieve scheiding voor sterk en niet sterk verontreinigde grond (depotscheiding) is gebaseerd op laboratoriumanalyses van indicatieve partijkeuringen. Op basis deze beoordeling is ca. 2010m3 sterk verontreinigde en niet toepasbare grond aangebracht ter plaatse van de toekomstige remise. 4. Op basis van AP04 keuring is alleen grond die voldoet aan de functieklasse Industrie herschikt in de ontgravingsputten (locatie 1 t/m 5) op het overige terrein. 3.9
GRONDWATERONTTREKKING
Bij locatie 3 is met name overtollig regenwater onttrokken (open bemaling) om in den droge te kunnen ontgraven. Het gaat om ca. 50 m³ op 23 april. Dit water was niet verontreinigd. Op 2 mei is een watermonster genomen van geloosd overtollig water bij de ontgraving bij locatie 5. Hierbij is, in overleg met het Waterchap, een relaltief kleine hoeveelheid verontreinigd water geloosd. Ook bij put 5 zijn, op 6 juni, enkele m³ (visueel schoon) regenwater (maximaal 5 m³) opgepompt en geloosd. NB Hier is geen controlemonster genomen. Onttrokken bemalingswater (open bemaling) Datum 23/4/2012 2/5/2012
locatienr. 3 5
Hoeveelheid Ca. 50 m3 Ca. 5 m3
Lozing Riool buiten inrichting Riool buiten inrichting
6/6/2012
5
Ca. 5 m3
Riool buiten inrichting
Kwaliteit Minerale olie < 50 ug/l Sterk verontreinigd met minerale olie Geen analyse
De analyseresultaten zijn opgenomen in bijlage 2.3. Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 13 van 18
4
MILIEUKUNDIGE VERIFICATIE
4.1
ALGEMEEN
De milieukundige verificatie is uitgevoerd door projectleiders bodemsanering, de heren R.J.J. Jonker en J.G.M. ten Broeke. De milieukundige processturing en milieukundige eindverificatie is gecombineerd uitgevoerd. De taken van de milieukundige verificatie zijn: - controle of de sanering volgens het plan is uitgevoerd; - vastleggen van de resultaten van de bodemsanering; - vastleggen van eventuele restverontreinigingen. 4.2
MONSTERNAME
Monstername ten behoeve van de verificatie is gecombineerd uitgevoerd met de milieukundige processturing. De eindbemonstering is uitgevoerd door de heer M. Polling onder begeleiding van de projectleider. De bodem en wanden van de ontgravingen zijn conform VKB protocol 6001 bemonsterd. De grondmonsters zijn op het laboratorium van Acmaa te Hengelo geanalyseerd op de gehalte(n) aan minerale olie (incl. organische stof en lutum). 4.2.1
Bemonstering
Bodemmonsters De bodem van de ontgravingsput is bemonsterd met de monsters P1 t/m P15. De ontgravingsdiepte is minimaal 1 m-mv en maximaal 2,5 m-mv. Bemonstering putbodems Locatienr. 1 2
3
4
5
Monster P1 P2 P3 P4 P5 P6 P10 P11 P12 P7 P8 P9 P13 P14 P15
Datum
Code
17-04-2012 17-04-2012 17-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 23-04-2012 23-04-2012 24-04-2012 19-04-2012 19-04-2012 19-04-2012 27-04-2012 27-04-2012 03-05-2012
Am01020790 Am01020799 Am01020792 Am01020623 Am01020798 Am01020807 Am01020788 Am01020769 Am01020784 Am01020808 Am01020809 Am01020802 Am01020785 Am01020781 Am01020506
Lengte put 8m 9m 8m 12,5m 10m 10m 10m 15m 20m 10m 11m 9m 14m 15m 20m
Breedte put 5m 5m 8m 4m 7m 7m 10m 3m 5m 5m 8m 8m 4,5m 4,5m 4m
Diepte put 1m-mv 1m-mv 1m-mv 2m-mv 2,5m-mv 2,3m-mv 2,5m-mv 2,5m-mv 2,5m-mv 1m-mv 2m-mv 2m-mv 1,5-2,5m-mv 1,5-2,5m-mv 2,5m-mv
- - - = aanvullende ontgraving van de put
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 14 van 18
Wanden ontgravingsput De volgende wandmonsters zijn genomen, W1 t/m W18.1. Bemonstering putwanden Locatienr. 1 2
3
4
5
Monster W1 W2 W3 W9 W10 W11 W4.1 W4.2 W5.1 W5.2 W6.1 W6.2 W12 W13 W14 W7.1 W7.2 W8.1 W8.2 W15.1 W15.2 W16.1 W16.2 W17.1 W17.2 W18.1
Datum 17-04-2012 17-04-2012 17-04-2012 20-04-2012 20-04-2012 20-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 23-04-2012 23-04-2012 23-04-2012 19-04-2012 19-04-2012 19-04-2012 19-04-2012 27-04-2012 27-04-2012 03-05-2012 03-05-2012 03-05-2012 03-05-2012 07-05-2012
Code Am01020793 Am01020783 Am01020789 Am01020774 Am01020775 Am01020782 Am01020796 Am01020801 Am01020762 Am01020803 Am01020804 Am01020806 Am01020671 Am01020611 Am01020741 Am01020770 Am01020780 Am01020778 Am01020779 Am01020786 Am01020791 Am01020495 Am01020486 Am01020485 Am01020491 Am01020619
Lengte put 24m 32m 13m 14m 12m 11m 26m 26m 15m 15m 12,5m 12,5m 20m 15m 15m 26m 22m 27m 27m 29m 29m 20m 20m 20m 20m 22m
Breedte put 0m-mv 0m-mv 0,8m-mv 0m-mv 0m-mv 0m-mv 0m-mv 1m-mv 0m-mv 1m-mv 0m-mv 1m-mv 1m-mv 1m-mv 1m-mv 0m-mv 1m-mv 0m-mv 1m-mv 0m-mv 0,5m-mv 0,3m-mv 1,3m-mv 0,3m-mv 1,3m-mv 0,3m-mv
Diepte put 1m-mv 1m-mv 1m-mv 1m-mv 1m-mv 1m-mv 1m-mv 2m-mv 1m-mv 2m-mv 1m-mv 2m-mv 2m-mv 2m-mv 2m-mv 1m-mv 2m-mv 1m-mv 2m-mv 0,5m-mv 1,5m-mv 1,3m-mv 2,3m-mv 1,3m-mv 2,3m-mv 1,3m-mv
- - - = aanvullende ontgraving van de wand - - - = visueel verontreinigde wand tegen perceelgrens Voor de lokalisering van de monsters wordt verwezen naar de situatietekening in bijlage 1.5a. 4.2.2 Analyseresultaten In de onderstaande tabellen zijn de analyseresultaten van de bodem- en wandmonsters opgenomen en getoetst aan de terugsaneerwaarde (functieklasse Industrie). Bemonstering en resultaten putbodems Datum Code Locatie Monster nr. P1 17-04-2012 Am01020790 P2 17-04-2012 Am01020799 P3 17-04-2012 Am01020792 P4 18-04-2012 Am01020623 P5 18-04-2012 Am01020798 P6 18-04-2012 Am01020807 P7 19-04-2012 Am01020808 P8 19-04-2012 Am01020809 P9 19-04-2012 Am01020802 P10 23-04-2012 Am01020788 P11 23-04-2012 Am01020769 P12 24-04-2012 Am01020784 P13 27-04-2012 Am01020785 P14 27-04-2012 Am01020781 P15 03-05-2012 Am01020506 + = voldoet niet aan terugsaneerwaarde - = voldoet wel aan terugsaneerwaarde
Gehalte minerale olie [mg kg/ds]
Toetsing
99 <38 <38 1500 60 3700 110 <38 <38 76 <38 <38 54 <38 100
+ + -
Toelichting Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Vervolg (p12) Voldoet aan terugsaneerwaarde Vervolg (p10) Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat bij de Putbodemmonsters P4 en P6 verhoogde gehalten aan minerale olie zijn aangetoond boven de terugsaneerwaarden. Op grond van deze resultaten is Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 15 van 18
dieper ontgraven (ca. 0.5 meter) en zijn er opnieuw monsters genomen van de putbodem. Uit de resultaten van P10 en P12 blijkt dat de terugsaneerwaarde niet meer wordt overschreden. Bemonstering en resultaten putwanden Monster
Datum
Code
Minerale olie mg/kg ds
Toetsing klasse Industrie
W1 W2 W3 W4.1 W4.2 W5.1 W5.2 W6.1
17-04-2012 17-04-2012 17-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 18-04-2012 18-04-2012
Am01020793 Am01020783 Am01020789 Am01020796 Am01020801 Am01020762 Am01020803 Am01020804
<38 140 <38 <38 360 <38 460 3000
W6.2
18-04-2012
Am01020806
14.000
+
W7.1 W7.2 W8.1 W8.2 W9 W10 W11 W12 W13 W14 W15.1
19-04-2012 19-04-2012 19-04-2012 19-04-2012 20-04-2012 20-04-2012 20-04-2012 23-04-2012 23-04-2012 23-04-2012 27-04-2012
Am01020770 Am01020780 Am01020778 Am01020779 Am01020774 Am01020775 Am01020782 Am01020671 Am01020611 Am01020741 Am01020786
120 170 150 220 <38 <38 <38 47 160 140 520
+
W15.2
27-04-2012
Am01020791
130
+
W16.1 W16.2 W17.1 W17.2 W18.1
03-05-2012 03-05-2012 03-05-2012 03-05-2012 07-05-2012
Am01020495 Am01020486 Am01020485 Am01020491 Am01020619
41 49 120 54 110
+
+
+ + +
conclusie Voldoet aan terugsaneerwaarde Vervolg W9, W10 en W11 Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Vervolg W13 Voldoet aan terugsaneerwaarde Vervolg W 12 Wand gelegen binnen contour Remise, afgeschermt met folie Wand gelegen binnen contour Remise, afgeschermt met folie Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Kadastrale grens belendend perceel, afgeschermt met folie Kadastrale grens belendend perceel, afgeschermt met folie Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde Vervolg W 18.1 Voldoet aan terugsaneerwaarde Voldoet aan terugsaneerwaarde
Uit bovenstaande tabel blijkt dat bij W2, W4.2 en W5.2 de terugsanerwaarde is overschreden. Vervolgens is hier verder ontgraven totdat de terugsaneerwaarde is bereikt. Bij Wand 6 zijn verhoogde gehalten aan minerale olie aangetoond die de terugsaneerwaarde overschrijden. De verontreiniging loopt hier verder tot onder de toekomstige bebouwing (isolatie). Ter afscheiding is hier een folie aangebracht. Bij W15.1 en W15.2 wordt de terugneerwaarde tevens overschreden. Hier is niet verder ontgraven omdat het hier de perceelsgrens betreft. De wand is vervolgens afgedekt met een folie. 4.3
AFWIJKINGEN OP HET SANERINGSPLAN
Tijdens de sanering zijn er geen afwijkingen geconstateerd die van invloed zijn op het saneringsresultaat. Gedurende het saneringsproces heeft de provincie wel enkele op- en aanmerkingen gemaakt. De opmerkingen alsmede een toelichting van de Milieukundige Begeleiding is onderstaand beschreven. Aanbrengen folie In afwijking van de beschikking is er onder de aangebrachte verontreinigde grond onder toekomstige remise geen scheidingsfolie aangebracht. Hiervoor zijn de volgende argumenten: 1. de aangebrachte (niet toepasbare) grond bestaat uit zand en daarmee voldoende visueel te scheiden is van onderliggende kleibodem (fysieke scheiding). De uitneembaarheid is hiermee eveneens voldoende geborgd.
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 16 van 18
2. Ten aanzien van relevantie: Op ¾ deel van de toekomstige remise is verontreinigde grond niet ontgraven en is het dan ook niet mogelijk om een signaalfolie aan te brengen tussen de kleilaag en de niet toepasbare grond. Het niet aanbrengen van een signaal folie op ¼ deel is naar onze inschatting geen afwijking of wijziging die het saneringsresultaat wezenlijk beïnvloedt. Ter aanvulling: Er zijn wel signaalfolies aangebracht, in verticale zin, ter plaatse van de ringbalk rondom de toekomstige remisestalling en een folie als horizontale afdekking voor de schone zandlaag direct onder de betonvoer (zie bijlage 1.6). Op grond van deze afwijking op de beschikking geeft de Provincie aan dat hier gaat om een relatief beperkte afwijking van het goedgekeurde saneringsplan. Deze wijziging moet worden beschreven in het logboek en het evaluatieverslag. Ook moet er in het op te stellen “nazorgplan” aangegeven worden welke maatregelen worden getroffen om het bereikte saneringsresultaat in stand te houden. Met andere woorden, hoe wordt lekkage voorkomen dan wel vroegtijdig gesignaleerd en gerepareerd. Vermeende menging van grond De Inspecteur van de Provincie Flevoland verondertelde dat er mogelijk sprake was van ‘vermenging van grond van verschillende verontreinigingsklassen’ ter plaatse van de toekomstige stalling. Na enig uitleg over de werkzijze waaruit blijkt dat dit niet aan de orde was (zoals ook verwoord in onderhavig evaluatierapport) heeft de Provincie hier op 13 september (locatiebezoek) geen opmerkingen meer over gemaakt. 4.4
VEILIGHEIDS- EN ARBEIDSHYGIËNISCHE ASPECTEN
Tijdens de sanering van de met minerale olie verontreinigde grond zijn de veiligheidsmaatregelen in acht genomen zoals beschreven in het Arbo-Informatieblad Al-22 en de CROW-publicatie 132 “werken met verontreinigde grond of verontreinigd grondwater”. Tijdens de werkzaamheden zijn hierop geen afwijkingen geconstateerd. Er is geen aanleiding geweest de voorgeschreven veiligheidsklasse 1T en 0 F aan te passen.
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 17 van 18
5 5.1
CONCLUSIES EN NAZORG CONCLUSIES
Door Dop Beheer BV is in eigen beheer een bodemsanering uitgevoerd ten behoeve van de ontwikkeling van een Mechanisch Erfgoedcentrum (MEC) aan de Dronterweg 29 te Dronten. Dop Beheer BV is eigenaar van het perceel. De sanering heeft plaatsgevonden in het kader van de gewenste herinrichting van de locatie. Doel van de sanering is dat de bodem van het terrein geschikt wordt gemaakt voor de functie van de locatie (Mechanisch Erfgoedcentrum). De doelstelling van de sanering is als volgt geformuleerd: Grond: het concentreren en isoleren van de verontreinigingen met minerale olie in gehalte boven de maximale waarde voor de functieklasse industrie. Grondwater: het bereiken van een stabiele eindsituatie voor de geconstateerde verontreinigingen met minerale olie (en vluchtige aromaten en naftaleen). Wij merken op dat de monitoring van het grondwater geen onderdeel uitmaakt van onderhavig evaluatieverslag. De monitoring wordt opgestart nadat de bebouwing en de verhardingen zijn gerealiseerd. De ontgravingslocaties 1 t/m 5 zijn gesaneerd tot de maximale gehalten die horen bij functieklasse industrie (danwel tot de perceelgrens). Onder de toekomstige remise is een immobiele verontreiniging door (zwaardere) minerale olie in gehalten boven de functieklasse industrie (mede door herschikking) geisoleerd. Het herschikte volume bedraagt naar schatting 2010 m3. De geisoleerde verontreiniging (ca 4500 m3) is aan de bovenzijde geisoleerd met een betonvloer (op een signaalfolie). Er zijn geen afwijkingen op het saneringsplan geconstateerd die van directe invloed zijn op het saneringsresultaat. Aldus wordt op grond van de onderzoeksresultaten, saneringsplan en beschikking geconcludeerd dat met de genomen maatregelen aan de saneringsdoelstelling is voldaan. 5.2
NAZORG
Voor de geisoleerde verontreiniging is nazorg is van toepassing. De nazorg bestaat uit: - registratie; - het niet verplaatsen van de verontreiniging; - het beheersen van de grondwaterverontreiniging; - het monitoren van de grondwaterverontreiniging; Registratie De (geïsoleerde) verontreiniging wordt kadastraal geregistreerd (taak bevoegd gezag). In dit kader dient bij wijziging van de bestemming eventueel een aanvullende saneringsmaatregel te worden genomen. Niet verplaatsen De gemeten gehalten ter plaatse van put 1 t/m 5 vormen geen risico, en heeft (voor het huidige gebruik van de locatie als industrie) geen gebruiksbeperkingen tot gevolg. Er is in deze situatie geen actieve nazorg nodig De zorg aangaande de gestationeerde verontreiniging onder de remise bestaat uit het niet verplaatsen van de verontreiniging en het voorkomen van contactmogelijkheden.
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
Pagina 18 van 18
Indien er ter plaatse van de verontreinigde bodem grondwerk wordt uitgevoerd, dienen hiervoor veiligheidsmaatregelen te worden getroffen aangaande werken met verontreinigde grond AI-22. Alle werkzaamheden op, of in de bodem van de verontreinigde zone worden bij het bevoegd gezag gemeld. Monitoren van grondwaterkwaliteit Op en naast de locatie worden rondom de verontreinigingen monitoringspeilbuizen geplaatst tot in het freatisch grondwater. Deze worden geplaatst na herinrichting van het terrein en duurzaam afgewerkt. Het grondwater uit de monitoringspeilbuizen wordt periodiek bemonsterd op aanwezigheid van minerale olie. Wanneer verhoogde gehalten aan minerale olie worden aangetoond wordt de monitoring geïntensiveerd op de plaatsen waar een verhoogde concentraties is aangetoond. Wanneer een tendens van concentratieverhogingen wordt vastgesteld dient een beheersmaatregel te worden getroffen teneinde verspreiding van verontreiniging via het grondwater tegen te gaan. Eco Reest BV Dhr. Ing. J.G.M. ten Broeke MSc. Dhr. R.J.J. Jonker
Evaluatierapport bodemsanering Dronterweg 29 te Dronten (projectnummers 120366 en 121162 6001
BIJLAGE 1
Bijlage 1.1
Regionale ligging saneringslocatie
Bijlage 1.7
Foto’s saneringslocatie
Overzicht toekomstige remise voor verwijdering asfaltverharding
Overzicht toekomstige remise (voorafgaand aan verwijdering puinfundering)
Afgedekt deeldepot afkomsig van locatie 1
Overzicht Locatie 2
Overzicht ontgraving locatie 2
Overzicht ontgraving locatie 3
Ontgraving locatie 3 met op de achtergrond afgedekte deeldepots
Overzicht locatie 4
Ontgraving locatie 4
Ontgraving locatie 4 (incl. afgedekt depot met uitgegraven grond)
Overzicht ontgraving locatie 5
Olie/waterreactie ter plaatse van wand 15 (locatie 5)
Verwijderen betonlaag ten behoeve van aanvullende ontgraving W18 (locatie 5)
Ontgraving locatie 6
Ontgraving locatie 6
Overzicht van een deel van de aangebrachte signaallaag aan bovenzijde verontreiniging
Afdekken signaallaag met een laag zand
Signaaldoel ter plaatse van toekomstige ringbalk
Boringen t.b.v aanleg heipalen
Afstorten van boorpalen met zand
Overzicht gecreëerd boorgat ten behoeve van heipaal
Overzicht aangebrachte isolatievariant (betonvloer)
Overzicht aangebrachte betonvloer
Overzicht isolatievariant (betonvloer)