Waterstraat 9-11 te Zutphen
WBHZ 87
Verslag bouwhistorisch onderzoek Waterstraat 9 d.d. 11 december 2004 Waterstraat 11 d.d. 25 september 2004
Algemeen Het pand bestaat uit twee woonhuizen onder de zelfde kapconstructie. De totale plattegrond is bijna vierkant van vorm. De nok ligt evenwijdig aan de straat. Beide panden bestaan uit een begane grond, een eerste verdieping en een zolder. Op nummer 11 bevind zich boven de zolder nog een kleine zolder op de hoogte van de flieringen. Aan de kant van nummer 9 is de kap beëindigd door een topgevel, aan de andere kant, nr. 11, is de topgevel verdwenen boven het niveau van de flieringen en is ter plaatse een wolfseind gemaakt. Tekeningen. Het pand is midden jaren ’80 van de vorige eeuw verbouwd. Daarvan zijn bouwtekeningen bewaard waaraan de hierna volgende tekeningen zijn ontleend. Ook zijn er tekeningen van de toestand vlak voor de verbouwing. Bijlagen. Zes tekeningbladen genummerd A tm F Eigendomsgeschiedenis van Waterstraat 9-11, drie bladen. De veranderingen op de straathoek van Kuiperstraat / Waterstraat. De toestand voor de verbouwing van 1985 was wezenlijk anders dan nu. Op de situatieschets, blad A, wordt het een en ander verduidelijkt. Nummer 11 liep in plattegrond ver door naar achteren, tot aan de perceelgrens van Kuiperstraat 66. Het was in zijn geheel in gebruik als pakhuis. Het achterste deel bestond uit een begane grond en een kap. Bij de verbouwing van 1985 is dit deel gesloopt. Bijna aan het eind stond de begane grond in verbinding met Kuiperstraat 62. De begane grond van dat pand was in gebruik als pakhuis (kaasopslag) en koelcel, terwijl er boven werd gewoond. De oude achtergevel van nummer 11 bleek bij de sloop een fragment van de stadsmuur te zijn. Dit is gespaard gebleven en vormt nu de afscheiding tussen de tuinen van Kuiperstraat 64 en 66. Tijdens de opgravingen bij de sloop van het fabriekscomplex dat daar stond, eind jaren zeventig in de vorige eeuw, werd de stadsmuur volledig blootgelegd. Toen werd ook de onderkant van de fundering gemeten. Deze maat, 520 cm, werd gerelateerd aan een vast blijvend punt in de directe omgeving, in dit geval de onderkant van de deuren van het hoge pakhuis in de Kattenhavenstraat. Verreweg het grootste deel van het nu nog zichtbare restant van de muur zit dus onder de grond. De noordelijke tuinmuur van nummer 11 is grotendeels opgebouwd uit kloostermoppen. Een daar gemeten 10-lagenmaat gaf als uitkomst 88. Het zal altijd een woningscheidende muur zijn geweest tussen het perceel van nummer 11 en 1
daarnaast gesitueerde woningen van voor de huidige nieuwbouw. Dit wordt nog eens versterkt door de duidelijk zichtbare kaarsnis aan de andere kant van deze muur, langs het voetpad tussen de huidige nieuwbouw. Ook nummer 9, in gebruik als woonhuis, was dieper dan nu het geval is. In de huidige tuin was een kleine aanbouw, in gebruik als keuken met daarboven een slaapkamer. Ook deze aanbouw viel onder de slopershamer in 1985. Het complex was voor de verbouwing geheel verpauperd, wat nog versterkt werd doordat Kuiperstraat 58, het hoekhuis, een bouwval was. Het was de voormalige “Trocadero”, een bar die midden 1976 was uitgebrand, en tot aan 1985 als een uitgeholde kies was blijven staan. Het pand werd opgeknapt terwijl enige aanbouwsels langs de Kuiperstraat, in gebruik als toiletruimten, werden gesloopt. Er braken betere tijden aan toen de hele straathoek werd gerenoveerd en er drie woningen in kwamen. Dit ging echter ten koste van alles wat zich in de tuinen achter de drie panden bevond. Uiteindelijk ontstond de huidige situatie zoals weergegeven in de schets. Kuiperstraat 58 blijft verder buiten dit onderzoek, het was volledig uitgebrand zonder behoud van waardevolle interieuronderdelen. De buitenzijde heeft zijn achttiende eeuwse uiterlijk behouden. Beschrijving van nummer 11 Zoals gezegd bestaat dit uit een begane grond, een verdieping en een zolder met daarin nog een kleine Flieringzolder. De achtergevel werd bij de renovatie nieuw opgetrokken. Op de begane grond en de verdieping is niet veel zichtbaar aan oude balklagen. De indruk bestaat dat er veel is vernieuwd bij de reeds genoemde verbouwing. Anders is dit op de zolder. Hier staat nog een compleet dekbalkgebint met wat merkwaardige details. Op tekening blad D is dit gebint getekend. Wat direct opvalt is de zeer zwakke gebintstijl aan de linkerkant. Het materiaal moet al bij het zagen van slechte kwaliteit zijn geweest. Het hout is gescheurd en een en ander staat danig uit het lood. Ook opvallend is de zeer lange en erg dunne dekbalk waarbij we niet hebben kunnen vaststellen, vanwege aanwezige scheidingswanden, of hij ergens in het midden extra wordt ondersteund. Momenteel zal dit wel het geval zijn, maar in oorsprong is dit mogelijk niet zo geweest, gezien het identieke gebint op de zolder van nummer 9. Op de dekbalk staat een tweede dekbalkgebint. Ook hiervan zijn de stijlen aan de voet gekromd, wat niet gewoon is bij een dergelijke constructie. Vrijwel altijd zijn die stijlen recht, en men spreekt dan van een schaargebint. Tot zover komt het totale gebint tamelijk bekend over en kunnen we tientallen voorbeelden daarvan in Zutphen terugvinden. Er is echter een merkwaardige constructie aan toegevoegd. De tweede dekbalk wordt onderbroken door een vertikale stijl, een zg. makelaar. Deze makelaar ondersteunt, tezamen met een paar schoren, een nokbalk. Dit is zeer ongewoon; in dit soort kappen hoort een nokbalk te ontbreken. De sporenparen staan dan zonder nokverbinding naast elkaar en worden op hun plaats gehouden door de panlatten, de flieringen en in sommige gevallen door een windverband. Hier is dit anders, waarom dat is gedaan werd niet duidelijk. De tweede dekbalk bestaat in feite uit twee gelijke stukken, die gepend zijn in de makelaar. Op de perspectiefschets is dit weergegeven. Al met al vormt de gehele constructie boven de eerste dekbalk een zeer stijf geheel. Totaal anders is dit onder die eerste dekbalk. De zeer zwakke gebintstijlen met hun
2
vrij dunne korbelen kunnen de daarop werkende krachten nauwelijks aan. De vraag dringt zich op of deze dekbalk nog een andere ondersteuning kende die nu is verdwenen. Mogelijk een houten wand met vertikale stijlen, of een gemetselde constructie. Niets daarvan is gebleken. De daksporen en muurplaten zijn allen bij de renovatie vervangen. Dit is eveneens het geval met een deel van de flieringen. Telmerken in oude onderdelen werden niet overtuigend gevonden, enige krassen kunnen ook duiden op hulplijntjes voor de timmerlieden. Op deze zolder bevindt zich een hijswiel. Kennelijk heeft men het uit historisch oogpunt bewaard. De as van de constructie zit mogelijk nog op de originele plek. Het hijswiel zelf is waarschijnlijk losgemaakt en aan de andere kant van de as opnieuw gemonteerd; op de originele plaats zijn duidelijk de daarvoor benodigde pengaten te zien. Mogelijk zat het in de weg bij een efficiënt gebruik van de zolder. Ook het weghalen van het grootste deel van de, opgenagelde, gaffels wijst daar op. De puntige gaffels zitten nu alleen nog aan de bovenkant zodat niemand zich meer aan die scherpe dingen kan stoten. Op de zolder van nummer 9 zit, zoals gezegd, een zelfde gebint. Alles wijst er op dat er een hijswiel heeft gezeten tussen die twee gebinten. Op de plek dus waar zich nu de scheidingsmuur bevindt. In beide gebinten zijn de asgaten, voorzien van ijzeren verstevigingen, nog te zien. De scheidingsmuur tussen nummer 9 en 11. Op oude tekeningen van voor de renovatie, staat die muur nog getekend. Wat direct opvalt is dat er in die muur, op de zolder vier, waarschijnlijk houten, stijlen staan getekend. De vraag is waar die stijlen nu zijn gebleven. Zijn ze bij de renovatie verdwenen of zitten ze er nog steeds en zijn ze niet meer zichtbaar achter er voor gezette wanden. Beschrijving van nummer 9 De begane grond en de eerste verdieping hebben de zelfde uitstraling als bij nummer 11. Veel weggetimmerde plafonds, waardoor het niet te zien is of zich hier nog oude balklagen bevinden. Op de zolder is het gebint volledig zichtbaar. Het staat vrij in de hoge ruime kap. Het is volkomen gelijk aan het gebint van nr. 9.Ook hier het zelfde vrij dunne hout. De stijlen van het onderste dekbalkgebint laten hier wel een paar telmerken zien, al is niet duidelijk wat er mee wordt bedoeld. Op de tekening zijn ze aangegeven Ook hier bevindt zich een as met hijswiel. Het zit op een wonderlijke plaats en de constructie er om heen bestaat uit allerlei stukken sloophout. Zo was de verticale stijl waarin de as is bevestigd ooit een kozijnstijl van een deurkozijn, waarin het gat van de trekbel nog is waar te nemen. De as bestaat uit een stuk hout, vierkant van doorsnede, waarop op de hoeken een stuk rondhout is getimmerd. Nog niet eerder zijn we dit tegengekomen. Het rad is van het gewone opgeklampte type met ingelaten gaffels. Dwars over de zolder zijn drie eiken balken aangebracht, op een hoogte van ca 180 cm. Waar ze voor dienen is niet echt duidelijk. Ze liggen veel te ver van elkaar om te dienen als balklaag. Staan ze soms in verbinding met de vier reeds besproken stijlen die volgens oude tekeningen ooit in de scheidingswand zaten?
3
De balk die het dichtste bij de straatkant ligt is precies onder de fliering gesitueerd. Tussen die balk en de fliering is een stuk hout aangebracht dat bij nadere bestudering een geleiderol voor een hijsinstallatie blijkt te zijn. De rol dus die tegen de buitenkant van de onderdorpel van een luik werd gemonteerd, om beschadiging van de dorpel te voorkomen tijdens het er langs schuren van het touw en goederen. Conclusies Doordat de panden gerenoveerd zijn, waarbij waarschijnlijk veel oorspronkelijk werk is verdwenen, is het moeilijk om een schatting te maken van de ouderdom. Het lijkt er op dat de dekbalkgebinten ouder zijn dan de dwarsgeplaatste constructies. Door de afwezigheid van de daksporen is de algehele datering nog moeilijker te schatten. Immers, over het algemeen geven de houtmaten en vormen van de doorsneden van de sporen vaak een indicatie over de ouderdom. Vanwege het ontbreken van visuele aanwijzingen, als hierboven omschreven, is een datering via dendrochronologie de enige weg. Verder lijkt het er op dat er bij de renovatie alles aan is gedaan om losse waardevolle onderdelen een plaats te geven, ook al is die plaats willekeurig gekozen. Graag zouden we op de hoogte worden gehouden als er bij eventuele verbouwingen iets van de balklagen tevoorschijn zou komen. Ook de omschreven scheidingswand, waarin mogelijk nog stijlen zijn verwerkt, is van belang voor een datering.
C.J.Willems februari 2006
4
WBHZ
Situatiesschaal
87
blad A
í:500
Kadastrale situatie voor íg8s
Plattegronden voor 1 985
noordelijke tuÍnmuur
Waterstraat
.
Huidige dakenplan
Dakenplan voor í985
WBHZ
87 blad
B
Gevel Waterstraat en doorsnede huidige situatie
1
ffiiffi Ht
ít
Doorsnede over nummer 9
lï ll;i r,
,J tè==**=*::::s=::-**i
WBHZ
Plattegronden schaal begane grond
87 blad C
I : 100 huidige situatie
Waterstraat Tr-3 €
ró11$
.woon k
.^r woonk
:q
1l IT aa
,'" 'J
!:ri\r
l
woon k
I
9
,_..,
t1n (s
È"c-.
(g I
a I o
.9 =, rn I
Jí
)í= e€tk+uken
Í r-ï-t I lkktskl
,
íó\o
r;,"; plattegrond. is in antartaangegeven waar nieuw metselwerk is aangebracht. Opvallend zijn de zw.art aangegèven dichtgemetselde doorgangen en Àissen (?). 1n Misschien waren de scheidingswanden met áe nissen ooit vrijltaànoe kopgevels en waren de nissen oorspronkelijk vensteropeningen. QO
Oe-
WBHZ 87 blad D
Doorsnede kapconstructie nummerí
í, schaal I
: 50
gedeeltel ij ke lengtedoorsnede
--f -i10x13 14x13
13x18
16x17 15x15
19x18
Dwarsdoorsnede
R\ gebintbalk i
makelaar '--_l/
perspectief; knooppunt makelaar/gebintbalk
ooo+
I
456+
WBHZ 87 blad Doorsnede kapconstructie nummer 9, schaal
E
I : S0
_
straatzijde
A, B en C; drie balken van scheidingsmuur tot scheidingsmuur
Telmerken (?)
Detail; gebintbalk, krommer en korbeel aan straatzijde
WBHZ blad F Plattegronden zolders voor íg8s
l
j
$....
L.
In zwart aangegeven de plaatsen van de op blad D en E getekende gebinten In de scheidingsmuur tussen 9 en 11 de toen geconstateerde stijlen.