Schoolgids 2013-2014 Waterlant College IJdoorn Rode Kruisstraat 14 1025 KN Amsterdam Tel. 020-6369591 fax??? e-mail:
[email protected] website: www.waterlant.nl
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van Waterlant College IJdoorn 2013-2014. Met deze schoolgids willen we ouders, leerlingen en andere belangstellenden informeren over de doelstellingen van onze school. Daarnaast willen we in deze schoolgids natuurlijk vooral veel informatie geven over de dagelijkse gang van zaken op school. 1
Wilt u een volledig beeld krijgen van de kwaliteit van Waterlant College IJdoorn, dan heeft u meer gegevens nodig. Op de website kunt u binnenkort onder Vensters voor Verantwoording kwaliteitsgegevens van onze school vinden. Meer informatie kunt u ook krijgen van leerlingen en ouders die onze school goed kennen. Ik wens alle ouders en leerlingen een goed schooljaar toe.
Namens het Management Team, R.H. d’ Ancona Directeur
Zoekt u een speciaal onderwerp? Kijkt u dan achterin de schoolgids voor de inhoud.
2
Wie is Wie? Directeur:
De heer R.H. d’Ancona
Teammanager onderbouw
Mevrouw M. Hansen
Teammanager bovenbouw
Mevrouw O. Eijkmans
Zorgcoördinator
Mevrouw I. Smit
Leerlingbegeleider onderbouw
Mevrouw H. Schneider
Leerlingbegeleider bovenbouw
Mevrouw M. Bachrach
Decaan
Mevrouw M. Groot
Studentenopleider
De heer T. van Achthoven
Coördinator Topscore
De heer A. Albayati
Examensecretaris
Mevrouw O. Eijkmans
Conciërges
De heren A. Faiz, J. Vossen en T. Torenstra
Vertrouwenspersoon
Mevrouw D. Gemmel
Hoofd Administratie
Mevrouw T. Kessel
Verzuimcoördinatoren
De dames J. Wouter en L. van Zeijl
MR-leden
De Heer A. Kaars en mevrouw M. Bachrach vacature (ouder) Neslihan Emirdag (leerling)
Coördinator Maatschappelijke stage
De heer R. Vos
Stagecoördinator Zorg & Welzijn
Mevrouw W. Trip en mw. A. Brink
Stagecoördinator Administratie
Mevrouw M. Bachrach en mw. O.Eijkmans
ICT-ondersteuner
De heer C. Zeeman
Veiligheidscoördinator
Mevrouw C. Bakker
3
1.
Algemeen
1.1 ZAAM Onderwijsgroep Waterlant College IJdoorn maakt deel uit van de interconfessionele scholengroep ZAAM, een samenwerkingsverband tussen enkele Amsterdamse en Zaandamse scholen voor voortgezet onderwijs. Meer dan een opleiding ZAAM heeft de missie om vernieuwend te zijn en om leerlingen meer dan alleen een opleiding mee te geven of vak te leren. Maatschappelijke betrokkenheid, feedback geven en krijgen, respect voor elkaar en je plek vinden in de samenleving, zijn minstens zo belangrijk. Iedereen is op de scholen van de ZAAM Scholengroep welkom, ongeacht geloof of culturele achtergrond. “Als interconfessionele schoolorganisatie willen we jonge mensen door participerend onderwijs begeleiden hun plaats in de samenleving te vinden. In ons onderwijs hebben we aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling en de rol van de mens in de gemeenschap en de omgeving. Er is aandacht voor emancipatie, diversiteit en dialoog tussen mensen met verschillende religieuze, levensbeschouwelijke en culturele achtergronden”
1.2 Waterlant College IJdoorn Het Waterlant College IJdoorn is een overzichtelijke VMBO school met de sectoren economie en Zorg & Welzijn. Binnen de sector economie bieden wij de basis-, kaderberoepsgerichte afdeling Administratie aan. Binnen de sector Zorg & Welzijn is de afdeling Verzorging, ook op Basis- en Kaderniveau. Uiteraard kunnen ook leerlingen met een RVC-beschikking (LWOO-leerlingen) worden toegelaten op onze school. Onze leerlingen komen van zeer veel basisscholen uit de wijde omgeving van onze school, vooral vanuit Amsterdam-Noord. De school ligt centraal en is zeer goed bereikbaar met het openbaar vervoer, ook vanuit het centrum van Amsterdam (bus 32 en 33) en Oost (bus 37). Op 1 augustus 2013 telt het Waterlant College IJdoorn ongeveer 330 leerlingen. 1.3 Missie Waterlant College IJdoorn wil een stevige basis leggen van kennis, inzicht en vaardigheden waarmee leerlingen een succesvolle aansluiting vinden bij een vervolgopleiding of beroep. Daarnaast vinden wij begeleiding in de vorming tot sociale, kritische en zelfstandige mensen heel belangrijk. De school besteedt veel aandacht aan achterstanden in taal en rekenen of anderszins. De hiaten worden opgevuld door leerlingen op een enthousiaste manier kennis en vaardigheden bij te brengen die aansluiten bij hun belevingswereld.De school biedt hen daarvoor een omgeving met veiligheid en structuur. Door naast kennisoverdracht te werken aan betekenisvol onderwijs waarbinnen de leerling zijn of haar kwaliteiten kan laten zien en ontwikkelen, wordt de betrokkenheid van de leerlingen bij de school vergroot. Met betekenisvol wordt bedoeld dat er een duidelijke Leerloopbaan- en Begeleidingslijn zichtbaar is van leerjaar één tot en met de doorstroom naar het vervolgonderwijs. Het gaat om ambities voor de toekomst.
4
Leerlingen leren – voor zover dat past bij de ontwikkelingsfase waarin ze verkeren – zelfstandig te zijn en zich eigenaar te voelen van het eigen leerproces. Zij worden daarbij begeleid. Waterlant College IJdoorn bouwt bij leerlingen aan weerbaarheid en bereidt hen zo goed mogelijk voor om met succes hun opleiding te vervolgen. Leerlingen moeten sociaal vaardig worden. Ze leren op Waterlant College IJdoorn elkaar en volwassenen te groeten bij aankomst op school, elkaar en vreemden met respect tegemoet te treden. Ze leren oog te hebben voor zichzelf en voor elkaar. Het pedagogisch concept van de school is daarop gebaseerd. 1.4. Visie Waterlant College IJdoorn leidt leerlingen op voor het VMBO-diploma dat het beste bij hen past. Daarnaast hecht de school er belang aan dat elke leerling meer mee krijgt dan alleen een diploma. De middelbare schooltijd is meer dan een optelsom van kennis en vaardigheden. De school leidt de leerlingen ook op tot zelfbewuste, kritische jonge mensen die in staat zijn hun weg in de maatschappij te vinden door de juiste keuzes te maken in hun verdere (beroeps)leven. Uitgangspunten, gebaseerd op de missie 1. verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden 2. activerend onderwijs /motiverend onderwijs 3. zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van leerlingen 4. doorlopende leerlijnen van basisonderwijs en toeleidend tot het MBO Waterlant College IJdoorn is een interconfessionele school en dat moet zichtbaar zijn in de manier waarop binnen de schoolse leefgemeenschap met elkaar wordt omgegaan. In zo’n school heeft iedereen respect voor elkaars opvattingen en achtergrond. Ieders mening en levenswijze wordt er gerespecteerd. 1.5. Activerend onderwijs en zelfstandig leren Activerende didactiek en samenwerkend leren zijn een verzamelnaam voor werkvormen en ideeën waarbij leerlingen op een actieve en gevarieerde manier gaan werken en leren. Samenwerkend leren gaat uit van zelfstandig leren, waarop een gestructureerde wijze wordt gewerkt. Algemene vaardigheden als sociale vaardigheden (rust, orde etc..) worden eerst aangeleerd! We stimuleren de leerlingen om vaardigheden te ontwikkelen waarmee zij zelfstandig kunnen werken. 1.6. Ontwikkelingen 1.6.1 In de onderbouw zijn voor basis- en kaderklassen de vakken aardrijkskunde en geschiedenis samengevoegd in het leergebied “Mens en Maatschappij” (MEMIJ) Het vak Mens en Natuur (MENA) bestaat uit biologie, natuur- en scheikunde en verzorging. Het samenvoegen van vakken zorgt voor meer samenhang en begrip. 1.6.2 Voor onze afdeling administratie in de bovenbouw is er een simulatielokaal waar de dagelijkse praktijk op een groothandelskantoor nagebootst wordt met behulp van een zeer uitgebreid computerprogramma. De afdeling Verzorging heeft in klas 3 en 4 de beschikking over een keuken, restaurant en praktijklokaal met diverse themahoeken (zoals een baby- en ziekenhoek, uiterlijke verzorging) voor het vak verzorging. 1.6.3 ICT is op onze school een zeer belangrijk onderdeel van het leerproces. In de gehele onderbouw wordt er één uur per week ICT gegeven, zodat zij alle kennis en kunde in de bovenbouw (en natuurlijk tijdens hun verdere studie) kunnen toepassen. ICT is ook heel belangrijk, omdat op onze school alleen digitale eindexamens worden afgenomen. 5
In de bovenbouw krijgen de leerlingen tekstverwerken in de afdeling Administratie (als je hier goed in bent, kun je een extra certificaat behalen) en in de afdeling Zorg & Welzijn krijgen de leerlingen een speciale ICTexamentraining in de 4e klas. 1.6.4 Op het gebied van Sport en bewegen is onze school zeer actief. De 1e klassen maken tijdens de Introductiedagen een wisselende sportactiviteit en minimaal één fietstocht, waarbij hun verkeersvaardigheid wordt getest. In samenwerking met Topscore biedt binnen en buiten de school een
uitgebreid sportprogramma aan. Onderbouwleerlingen kunnen kosteloos kennismaken met verschillende takken van sport binnen competitieverband met andere Amsterdamse scholen. Heel veel leerlingen doen actief mee en doen buiten (en soms ook wel tijdens) schooltijd mee aan wedstrijden. Waterlant College IJdoorn heeft al veel bekers verdiend! Naast de normale gymnastiekonderdelen, wordt er tijdens de lessen veel aandacht besteed aan motoriek en conditie. Ook de leerlingen die wat minder sportief zijn, krijgen hierbij veel extra aandacht. Zo is er een naschools programma voor kinderen die nijgen naar overgewicht. De school biedt ook het 020 Challenge sportprogramma aan in samenwerking met MOOVZ foundation. Dit programma daagt niet-sportende leerlingen uit om deel te nemen aan een sportieve uitdaging die ze tot nu toe zelf voor onmogelijk hadden gehouden. De uitdagingen voor het schooljaar 2013-2014 zijn: 5 km run Brettenloop op 16 maart 2014 in atletiekvereniging AAC Amsterdam, en Midzomernachtcross (20 juni 2014) in het Amsterdamse Bos. Leerlingen van de bovenbouw die een carrière in Sport en Bewegen ambiëren, worden bij deze activiteiten vaak betrokken om ervaring op te doen. De school organiseert ook eigen sportactiviteiten, met name het Oliebollentoernooi in december en een 6
Atletiekdag voor de onderbouw. De 3e klassen gaan in juni een dag naar Poldersport en de 4e klassen gaan in februari naar Snowworld in Zoetermeer om te snowboarden en te skiën. De school is bij KVLO (Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding) gecertificeerd als sportactieve school (binnen Amsterdam zijn er maar 7 gecertificeerd!), waarin het belangrijk is, dat kinderen voldoende sporten en bewegen. Alleen het volgen van de lessen lichamelijke opvoeding is niet voldoende. Scholen die in aanmerking komen voor het certificaat ‘sportactieve school’ hebben een ruim aanbod in sport- en beweegactiviteiten. Er is, op basis van het leerplan, structurele aandacht voor leerlingen met een bewegingsachterstand of juist een bewegingstalent. Leerlingen moeten op niveau en naar interesse kunnen meedoen. Daarnaast werken de sportactieve scholen samen met buitenschoolse aanbieders van bewegingsactiviteiten. 1.6.5 Het vak rekenen is op onze school een speerpunt: zeer binnenkort moeten er officiële eindexamens worden afgelegd die meetellen voor de slaag/zakregeling van het eindexamen. Daarom hebben de leerlingen van de onderbouw naast het vak wiskunde ook nog 2 uur rekenen per week op het rooster staan. In de bovenbouw is dit afhankelijk van het keuzevak: als er Wiskunde is gekozen, dan staat er nog één uur rekenen op het rooster; is het keuzevak maatschappijleer 2, dan heeft de leerling 3 lesuren rekenen per week. De rekenmethode van onze school is ertoe uitgerust om de leerachterstanden van de leerlingen individueel aan te pakken. Leerlingen kunnen ook thuis inloggen via internet om specifieke onderdelen van het rekenen te oefenen. Leerlingen die geen achterstanden hebben, kunnen op deze manier, na afronding van het VMBO-niveau rekenen (niveau 2F) zich alvast voorbereiden op de rekenvaardigheden die op het MBO vereist zijn (niveau 3F). 1.6.6 In de tweede klassen wordt 2 uur per week aandacht besteed aan Beroepenoriëntatie en Leerloopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB). Elke 6 weken maken de leerling kennis met een beroepenveld (toerisme, administratie, zorg, horeca en handel).Na afloop van elke kennismaking, waarbij de leerling ook veel praktijkopdrachten moet doen, vult de leerling een evaluatie- en competentieformulier in. Aan het eind van de 2 e klas worden er aan de hand van de ingevulde formulieren competentie- en adviesgesprekken met elke leerling gevoerd, zodat er juiste studiekeuze gemaakt wordt voor het derde leerjaar. Dit kan een studie op onze school zijn of, als een leerling Techniek wil gaan doen, op een andere school. 1.6.7 In de onderbouw staat 1 uur per week Studievaardigheden (SV) aan de hand van de methode Tumult op het lesrooster. Dit “vak” bestaat eigenlijk uit twee onderdelen: Studievaardigheden: In deze lessen krijg je tips en oefeningen om het schoolwerk/huiswerk goed te kunnen doen. We oefenen verschillende vaardigheden, waardoor je leert welk manier het best bij jou past. Je ontvangt studiekaarten en een eigen account voor de computer. Thuis kun je ook inloggen en alle filmpjes, testjes en studiekaarten nogmaals bekijken. Sociaal-emotionele vaardigheden: In deze lessen leer je alle vaardigheden die je nodig hebt om goed in een groep te functioneren. Zo leer je bijv. hoe je goed kunt samenwerken, een discussie voert respectvol met anderen omgaat en zelfvertrouwen te hebben. Ook hier kun je via de computer allerlei testjes doen, filmpjes bekijken en de studiekaarten bekijken. 7
Tumult heeft voor alle leerlingen activerend en gevarieerd lesmateriaal over vaardigheden, veel kun je ook zelf downloaden. Vakoverstijgende vaardigheden zoals leren leren, omgaan met elkaar en burgerschap zijn onmisbaar in onze maatschappij. Omdat de wereld voortdurend verandert, is het belangrijk om vaardigheden te hebben om daarmee om te gaan. Met Tumult lesmateriaal ontdekken leerlingen het plezier in leren en ontwikkelen ze zich voor het leven.
1.7. Kunst en Cultuur Op het gebied van kunst en cultuur bieden wij een intensief programma aan, zowel binnen als buiten school. In de onderbouw wordt het vak beeldende vorming aangeboden, waarbij leerlingen zelf met kunst bezig zijn. Naar aanleiding van diverse onderwerpen nemen de leerlingen deel aan verschillende workshops buiten school, zoals een workshop Fotografie bij Foam, wordt er meegedaan aan het project Krachtpatsers in NEMO en is er een project Dungeons VOC. In klas 3 wordt het van Cultureel Kunstzinnige Vorming (CKV) gegeven (een officieel examenvak dat voldoende moet zijn afgerond). Voor dit vak worden er workshops aangeboden van EYEFILM, Electruc en Dutch Design in het Rijksmuseum. Tevens bezoeken de klassen een dansvoorstelling.
8
1.8. Actief burgerschap en de Maatschappelijke Stage Als interconfessionele onderwijsinstelling hebben we in onze samenleving een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid om onze leerlingen te laten oefenen om op een sociale manier met elkaar om te gaan.
De ZAAM Scholengroep vindt dat: elke leerling recht heeft op begeleiding bij zijn of haar levensbeschouwelijke ontwikkeling; er in iedere opleiding aandacht dient te zijn voor de levensbeschouwelijke dimensies van het bestaan, er in het onderwijsprogramma van het (beroeps)onderwijs aandacht dient te zijn voor de relatie tussen zingeving, inspiratie, beroepsethiek en professioneel handelen Dit betekent dat er in elke opleiding aandacht dient te zijn voor de levensbeschouwelijke aspecten van het (samen)leven. Wij hebben de taak onze leerlingen op te leiden tot bewuste en sociaalvaardige ‘burgers’ in de maatschappij. Waterlant College IJdoorn onderstreept bovenstaande visie op burgerschap en geeft daar invulling aan door o.a. behandeling van thema’s in relatie tot burgerschap. Dit gebeurt o.a. tijdens de lessen Mens en Maatschappij (MEMA) en maatschappijleer. Daarnaast zijn er beroepsvoorbereidende en maatschappelijke stage-activiteiten die gerelateerd zijn aan actief burgerschap. ZAAM heeft er voor gekozen om Maatschappelijke Stage (MaS) doorgang te laten vinden, ook al is het per 1 augustus 2014 geen verplichte eindexameneis meer. Maatschappelijke stage gaat om het doen van vrijwilligerswerk. Dat kan bij een vrijwilligersorganisatie, vereniging, instelling of maatschappelijke organisatie. In samenwerking met de Vrijwilligerscentrale Amsterdam wordt in het schooljaar 2013-2014 een project gestart waarbij leerlingen voorbereid worden op hun maatschappelijke stage die ze in twee weken in de maand november gaan doen. Deze stage doen leerlingen in de tweede klas van de onderbouw. In voorbereiding op hun stage worden ze door de Vrijwilligerscentrale Amsterdam een aantal keren getraind in sociale vaardigheden. Leerlingen leren hoe ze zich goed moeten voorstellen, wat ze moeten doen bij ziekte, wat wenselijk gedrag is etc. De vrijwilligerscentrale en de school zijn verantwoordelijk voor voldoende plaatsen voor leerlingen om maatschappelijke stage te kunnen lopen. Naast bovengenoemde activiteiten heeft Waterlant College IJdoorn een leerlingenraad. De leden bespreken alle zaken waar zij mee te maken hebben op school samen met twee docenten. Zij denken mee hoe de school leuker wordt voor de leerling. 1.9 Zorg Naast de kwaliteit van het onderwijs staat op Waterlant College IJdoorn de zorg voor de leerlingen centraal. Dit blijkt uit: de huiswerkbegeleidingslessen de inzet van leerlingbegeleiders en zorgcoördinator de samenwerking met GGD, Bureau Jeugdzorg, Proeftuin Noord de samenwerking met de leerplichtambtenaar en de schoolagent Meer informatie over zorg is te vinden bij hoofdstuk 3 ‘Begeleiding van leerlingen’ 9
1.10 Waterlant College IJdoorn als Opleidingsschool Onze school is, in combinatie met VMBO De Rosa, een opleidingsschool in wording die in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam onderwijs en opleidingen ernaar streeft om de studenten een zo goed mogelijke stageplek te bieden. Op deze wijze worden studenten ‘klaargestoomd’ voor het onderwijs. De studenten die op onze school stage lopen, worden niet alleen begeleid, maar ook opgeleid. Naast het opleiden en begeleiden van de studenten, betekenen deze studenten heel veel voor onze leerlingen. De studenten werken aan allerlei projecten binnen de school, begeleiden kleine groepjes leerlingen, geven soms al zelfstandig les, ontwikkelen allerlei educatief materiaal voor onze leerlingen en gaan mee op excursies en werkweken etc.
10
2.
Onderwijs
2.1 Algemeen Waterlant Beroeps College biedt, naast de twee brugklasjaren, in klas 3 en 4 van de sector Economie de afdeling Administratie aan (Basis en Kader) en van de sector Zorg & Welzijn de afdeling Verzorging (Basis en Kader). 2.2 Aanmelding Bij de toelating houden we ons aan de regels van de Amsterdamse kernprocedure; dat zijn afspraken met alle Amsterdamse scholen over de overstap van basisschool naar voortgezet onderwijs. Gelet wordt op cito-score, onderwijskundig rapport, leerachterstanden en schooladvies. Een intakegesprek is een onderdeel van de aanname. De leerlingen krijgen les in klassen van gemiddeld 18 leerlingen. 2.3 De Onderbouw 2.3.1. Het eerste leerjaar In het eerste jaar van de onderbouw volgen de leerlingen: Nederlandse, Duitse en Engelse taal, mens & maatschappij, mens & natuur, wiskunde, rekenen, beeldende vorming, techniek, informatiekunde, studievaardigheden en lichamelijke opvoeding. Elke klas heeft een mentor die zijn/haar klas 2 uur op het rooster heeft. Er wordt dan gewerkt aan, zoals de school dat noemt, Persoonlijke Ontwikkeling (PO). Dit omvat het geheel van Wie ben ik? Waar sta ik? Waar wil ik naar toe? In de praktijk is dit de eerste aanzet tot talentontwikkeling, ambitie en de haalbaarheid hiervan. In de onderbouw ligt de nadruk op toepassing van de leerstof, het ontwikkelen van vaardigheden en de samenhang tussen de diverse onderdelen. Ook schenken we veel aandacht aan samenwerken, groepsvorming, sociale vaardigheden en onderzoeksopdrachten. Eerstejaars leerlingen bieden we in het begin van het schooljaar een introductieweek aan. Het project laat hen kennismaken met het gebouw, de mensen, schoolpraktische zaken als lesrooster, agendagebruik, boeken kaften en de schoolregels. Ook doen alle eerstejaars leerlingen gedurende deze week verschillende activiteiten om elkaar beter te leren kennen en om te leren samen te werken. In februari doen de eerstejaars 2 dagen mee aan het Project Globaland. Dit is een project binnen het vak Mens en Maatschappij (Memij) waarbij de leerlingen spelenderwijs kennis maken met de wereldproblematiek op het gebied van financiën, voedselverdeling, bewapening, huisvesting, armoede en het belang van onderwijs.
11
In juni is er het Project Taaldorp, waar leerlingen hun praktische vreemde talen kennis wordt getest. De leerlingen “reizen” dan bij toerbeurt naar Duitsland en Engeland en komen langs douane, VVV, hotel, restaurant en afdeling diefstal/vermissing bij de politie en moeten bij deze instanties in deze taal hun woordje doen. Dit geheel speelt zich af binnen de muren van de school en is een belangrijk onderdeel van het eindcijfer Duits en Engels op het rapport. In januari starten de 1e klassen met het First ID-project. Het is de bedoeling dat elk schooljaar een volgende jaargroep meedraait met dit project. De inhoud is te lezen onder het hoofdstuk 4 Speciale schoolactiviteiten. 2.3.2. Het tweede leerjaar In het tweede leerjaar wordt het vak economie toegevoegd aan de vakken van leerjaar 1. Bovendien krijgen de leerlingen 2 lesuren per week Beroepenoriëntatie en Loopbaanoriëntatie en –Begeleiding (LOB) . Hierover is in hoofdstuk 1.6. al geschreven. In dit kader doen de tweedejaars ook nog twee keer een Bliksemstage, zij draaien dan een dagdeel actief mee in een tak van het bedrijfsleven. De onderbouwperiode wordt aan het eind van het tweede leerjaar afgesloten. Aan het eind van het tweede jaar wordt een Cito adviestoets gehouden, zodat duidelijk wordt of een leerling in het derde leerjaar geplaatst wordt in een basis- of een kaderklas. De ouders/verzorgers worden op de hoogte gehouden van de keuzemogelijkheden, de gemaakte keuze, de determinatie en de gevolgen hiervan. Ook de 2e klassen doen, net als klas 1, mee met Project Taaldorp. 2.4 De bovenbouw 2.4.1. De studierichtingen Waterlant College IJdoorn biedt de volgende tweejarige studierichtingen aan: Sector Economie: afdeling Administratie Basis en Kader Sector Zorg & Welzijn: afdeling Verzorging Basis en Kader 2.4.2. De vakken In dit leerjaar worden Nederlands, Engels, Rekenen, maatschappijleer, Lichamelijke Opvoeding en CKV gegeven in alle klassen. Doe je de richting Administratie, dan heb je ook nog de vakken wiskunde, economiebedrijfsadministratie, tekstverwerken, en kantoorpraktijk. Bij Verzorging krijg je biologie en de deelvakken Zorg & Welzijn en Verzorging. Verder heb je de keuze uit wiskunde (dan heb je nog 1 uur rekenen) of maatschappijleer 2 (dan heb je nog 3 uur rekenen). 12
Aan het eind van het jaar sluit je de vakken maatschappijleer en CKV af, de eindbeoordelingen komen op het diploma te staan aan het eind van de vierde klas. Deze vakken heb je dus niet meer in klas 4. 2.4.3. PTA’s In het begin van de 3e en de 4e klas krijg je een Studiegids met van elk vak een PTA (Plan van Toetsing en Afsluiting). Hierin staat van elk vak precies beschreven welke toetsen er gegeven worden, op welk tijdstip en hoeveel de toets telt. Ook wordt de vorm van de toets beschreven: een praktijkopdracht, een theorietoets, een werkstuk, een handelingsopdracht enz. Ook worden in deze gids de overgangsnormen voor de 3 e klas en de zak/slaagregeling voor de 4e klas uitgebreid uitgelegd. Het examenreglement en alle PTA’s zijn op de website te zien. 2.4.4. Het examenboek Alle leerlingen van klas 4 krijgen in januari het Examenboek uitgereikt. Hierin staat werkelijk alles over alle examens: de planning (wanneer, waar, hoe lang enz. enz.) van de o Rekenexamens, o Centraal Schriftelijke Praktische Eindexamens (CSPE, het examen van de beroepsgerichte vakken) o Centrale Schriftelijke Eindexamens (de algemene vakken) Alle examens (behalve de praktijkopdrachten bij Zorg * Welzijn en bijv. telefoongesprekken) zijn op onze school digitaal. Ook alle protocollen en herkansingsregels staan in het boek. 2.4.5. Stages Alle leerlingen van leerjaar 3 moeten een beroepsoriënterende stage lopen van 2 weken. Zij kunnen op deze manier kennis maken met het werken in een bedrijf, bedrijfsregels, omgaan met een leidinggevende en collega’s enz. Centraal bij een stage staat de ervaring die de leerling tijdens deze twee weken opdoet. De leerling wordt bij werkzaamheden in het bedrijf ingeschakeld, maar krijgt ook de gelegenheid met mensen in het bedrijf te praten en op onderzoek uit te gaan. Zo kan de leerling zich een beeld vormen van het bedrijf waar hij werkt. De werktijden worden door de school afgesproken met de leerling en het bedrijf. We gaan hierbij uit van gemiddeld zes uur stage per dag en één uur werken aan het stageboek om de ervaringen en werkzaamheden vast te leggen. Enkele maanden vooraf aan de stage krijgen de derdeklassers een Stageproject, waarbij ze allerlei zaken leren die
13
bij het zoeken naar een stage én bij het stage lopen zelf belangrijk zijn (Bijv. Hoe stel je je voor? Hoe voer je een correct telefoongesprek? Hoe laat je zien waarin je goed bent? Hoe ga je om met een leidinggevende?) De stage in de derde klas moet voldoende zijn, anders kan je niet over naar klas 4. De stage is n.l. aangewezen als de verplichte handelingsopdracht die voldoende moet zijn afgerond. In de 4e klas lopen de klassen van Zorg en Welzijn nog een keer stage. In alle klassen wordt bovendien nog het Sollicitatieproject gegeven. Hier leren de leerlingen de baan te zoeken die bij hen past, een correcte sollicitatiebrief te schrijven en een goed sollicitatiegesprek te voeren. Het project wordt afgesloten met een sollicitatiegesprek met iemand uit het bedrijfsleven. 2.5 Rapportage In elk leerjaar worden de leerlingen en hun ouders op de hoogte gebracht van de vorderingen. De rapportage bestaat uit een cijferoverzicht van de cognitieve vorderingen en een mondeling of schriftelijk verslag van de sociale vorderingen. In alle leerjaren krijgen de leerlingen drie keer per jaar een cijferrapport. Het eerste en tweede rapport wordt afgegeven aan de ouders en de leerling tijdens het 10-minutengesprek. Als de ouders verhinderd zijn, wordt er een nieuwe afspraak gemaakt, het rapport wordt dan niet met de leerling meegegeven. 2.6 Overgang Er bestaan hele duidelijke normen om over te kunnen gaan naar het volgende leerjaar. Voldoet een leerling net niet aan deze normen, dan wordt hij/zij een bespreekgeval tijdens de overgangsvergadering. Op het rapport wordt naast een prestatiecijfer (het gemiddelde van alle behaalde cijfers) ook voor elk vak een cijfer gegeven voor Inzet voor en voor Gedrag. De inzeten gedragscijfers geven inzicht in de werkhouding (boeken, overige spullen en huiswerk) en de gedragingen (samenwerking, respect voor medeleerlingen, docent en schoolspullen) van de leerling. In de bovenbouw worden ook nog competentiekaarten gebruikt bij de beroepsgerichte vakken.
2.6.1. Overgangsnormen van klas 1 naar klas 2 en van 2 naar klas 3 Er is een onderverdeling in twee groepen vakken: a. Wiskunde, economie, rekenen, Nederlands, Engels, Duits, Mena en Memij In deze groep vakken mag de leerling maximaal 2 onvoldoendes hebben. Deze onvoldoende(s) mag/mogen niet lager zijn dan een 4.
14
b. Lichamelijke Opvoeding, Informatica, Beeldende Vorming In deze groep mag de leerling maar één onvoldoende hebben, die niet lager mag zijn dan een 4. Bij 3 of meer Inzet- en Gedragsonvoldoendes in één kolom is de leerling een bespreekgeval. Er wordt dan een interventie ingezet om de schoolmotivatie of het gedrag van de leerling te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld verplichte deelname aan de huiswerkklas zijn of een inzet- of gedragskaart waarmee de leerling inzicht krijgt in zijn/haar eigen handelen. Deze wordt tegelijkertijd als communicatiemiddel tussen docenten, mentor en de ouders gebruikt. Een andere veel gebruikte interventie is de inzet van een ouder-kind-adviseur (OKA), deze biedt in samenwerking met de school individuele hulp of sociale vaardigheidstrainingen. 2.6.2. Overstap van klas 1 of 2 naar VMBO-TL De onderbouw duurt twee jaar. Het kiezen van een andere school na leerjaar 1 met een andere leerweg dan VMBO B/K wordt afgeraden omdat het advies en de daarbij behorende CITO-score van de basisschool, bepalend zijn geweest voor de te volgen leerweg. Hoewel dat het advies van de basisschool leidend is kan door het docententeam ook een advies worden gegeven om een andere leerweg te kiezen dan wat bij de intake in leerjaar 1 is geadviseerd door de basisschool. Wanneer blijkt dat een leerling in leerjaar 1 of 2 gemiddeld een acht als cijfer op het rapport heeft en de leerstof dus niet genoeg uitdaging biedt, kan overwogen worden om de leerling naar de T-klas van dat leerjaar te bevorderen. Het docententeam, leerlingbegeleider en teammanager beslist hier gezamenlijk over. Prestaties, gedrag, inzet, inzicht en een positieve studiehouding zijn factoren die bepalend zijn voor het advies. De Samenwerking met Over-IJ TL maakt deze overstap ook tijdens het schooljaar mogelijk. In leerjaar 2 wordt indien wenselijk ook de CITO-adviestoets op het niveau TL afgenomen bij de leerling. De laatste jaren is gebleken dat meerdere leerlingen gedurende de onderbouwperiode succesvol de overstap konden maken vanuit VMBO B/K naar VMBO-T. 2.6.3. Overgangsnormen van klas 3 naar klas 4 Het examenpakket telt 5 vakken, maar het beroepsgerichte programma telt twee keer!! De leerling moet voldoen aan de volgende zak/slaagnorm: de leerling mag één 5 hebben en de rest 6 of hoger de leerling mag één 4 hebben, de rest 6 of hoger, maar minstens één 7 voor een examenvak de leerling mag twee keer een 5 hebben, de rest 6 of hoger, maar minstens één 7 voor een examenvak de leerling moet minimaal voor Nederlands afgerond een 5 hebben gehaald CKV en lichamelijke oefening moeten voldoende zijn. Deze vakken mogen worden herkanst Maatschappijleer mag onvoldoende zijn, maar dan start je al met een onvoldoende op je examenlijst. Daarom mag je dit vak ook herkansen als de docentenvergadering hierover positief beslist De Maatschappelijke Stage moet voldoende/goed afgerond zijn de leerling moet voldoen aan de gestelde eisen van de beroepsvaardigheden
15
de twee grote Praktische opdrachten en de Handelingsopdracht moeten zijn afgesloten Het vak maatschappijleer wordt in dit jaar afgesloten. Het cijfer komt op het diploma te staan. Dit vak mag geherkanst worden als het cijfer onvoldoende is. Als bij het eerste rapport blijkt, dat het niveau niet goed is gedetermineerd, kan een leerling overstappen van Basis naar Kader of omgekeerd. Er wordt dan altijd contact opgenomen met de ouders. In zeer bijzondere gevallen kan de overgangsvergadering afwijken van de geldende regels.
2.6.4. IDU-gegevens (In-, door- en uitstroomgegevens) van 2012-2013 leerjaar 1e klassen 2e klassen 3e klassen 4e klassen
Instroom 81 94 84 50
Doorstroom 68 75 64 49
Uitstroom* 5 10 17 1
Doublures 8 9 3 100% geslaagd!
*Uitstroom: Naar andere scholen vanwege verhuizing, keuze andere sector, andere school of anders
100 % geslaagd! 16
3.
Begeleiding van leerlingen
3.1 Het Leerweg Ondersteundend Onderwijs (LWOO) Leerlingen die bij ons op school komen, kunnen een vmbo-diploma halen, maar hebben daarbij soms recht op extra hulp: leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Leerwegondersteunend onderwijs geven wij door leerlingen in kleinere klassen van maximaal 18 leerlingen les te geven. In het begin van het cursusjaar worden leerlingen met dezelfde soort achterstanden bij elkaar in één klas gezet. Leerlingen kunnen tijdens ingezette lesuren zoals tijdens de RT lessen (remedial teaching) extra begeleiding krijgen in taal en of rekenen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om onder begeleiding van één van onze docenten op school huiswerk te maken. De mentor houdt met de leerling voortgangsgesprekken en indien extra zorg nodig is, wordt de leerlingbegeleider ingezet. Van alle leerlingen wordt op individuele gronden beoordeeld op welk niveau en op welk gebied extra hulp nodig is. Verder geven wij extra hulp aan de leerlingen die dat nodig hebben, bijvoorbeeld in de vorm van een sociale vaardigheidstraining, faalangstreductietraining of een agressie regulatie training. Ook beschikt de school één dag per week over een orthopedagoog. Voor elke LWOO-leerling wordt een handelingsplan opgesteld, dat twee keer per jaar met de ouders wordt besproken. Eventueel schakelen we deskundigen van buiten de school in t.b.v. het begeleidingstraject. 3.2 De mentor De mentor heeft een belangrijke rol in de begeleiding van de leerling. Samen met de leerlingen werkt de mentor aan een goede sfeer in de groep en houdt met iedere leerling persoonlijk contact. Uitgangspunt hierbij is het positieve in elke leerling te benadrukken. Mentor en leerling werken er samen om deze kwaliteit zoveel mogelijk te benutten. Voor ouders/verzorgers of hulpverleners van buiten school is de mentor het aanspreekpunt. Voor de leerling is een goed contact tussen mentor en ouders/verzorgers van groot belang. Dit contact kan plaatsvinden tijdens een ouderavond voor rapportbespreking, telefonisch, of na afspraak in een persoonlijk gesprek. Ouders worden nadrukkelijk verzocht zelf contact met de school te zoeken wanneer zij dit noodzakelijk achten. 3.3 De zorgcoördinator De zorgcoördinator coördineert de zorg rond leerlingen die op welke manier dan ook dreigen vast te lopen in hun schoolloopbaan of ernstige belemmeringen ondervinden. Samen met de leerlingbegeleiders, de externe deelnemers van het zorg adviesteam en de ouders bepaalt zij in overleg met de teammanager wat de mogelijkheden zijn om vastgelopen leerlingen weer op de rails te zetten. Zij ziet er op toe dat binnen de mogelijkheden de hulp in gang wordt gezet. 3.4 De leerlingbegeleider Binnen onze school zijn twee leerlingbegeleiders aanwezig. Naast het ondersteunen van de mentoren bij de zorgbegeleiding, hebben zij een aantal leerlingen onder hun hoede die extra begeleiding nodig hebben. Het doel hiervan is dat zij samen met de leerling en teammanager toezien dat er geen (verdere) complicaties ontstaan in de leerroute. 17
De leerlingbegeleider heeft minimaal eenmaal in de twee weken een vast overlegmoment met elke mentor. De leerlingbegeleider wordt ondersteund door het Zorgadviesteam. 3.5 De Ouder- en Kindadviseur (OKA) De taken van de ouder- en kind adviseur bestrijken een breed en generalistisch pakket: van preventieve activiteiten tot intensievere gezinsbegeleiding. Per school wordt daar een bij de school passend accent aan geven. Zij sluiten zoveel als mogelijk aan op de vraag van onze school. Op basis van een analyse van de schoolpopulatie worden de belangrijkste aandachtspunten in kaart gebracht. Dit gebeurt in samenwerking met de GGD, Schoolmaatschappelijk werk en Jeugdzorg. In de praktijk komt het erop neer dat de OKA’s in contact met de ouders handelingsadviezen geven in de klas, leerlingen individueel of in groepjes ondersteunen door sociale vaardigheidstrainingen te geven, thuis ook begeleiding en gezinsondersteuning geven. Op de kennismakingavond voor ouders van nieuwe leerlingen in oktober kunnen de ouders kennis maken met de aan onze school verbonden OKA’s 3.6 Zorg- en Advies Team (ZAT) In het ZAT zijn de volgende medewerkers vertegenwoordigd: Zorgcoördinator Leerlingbegeleiders Aansluitmedewerker Bureau Jeugdzorg Schoolarts (GGD) Leerplichtambtenaar OKA’s (Ouder-Kind Adviseurs) Schoolagent Orthopedagoog De organisatie van zorg omvat tevens de instelling van een zorg advies team. Deze groep komt eens per vier weken bijeen. Hierin komen zaken van meer structurele aard aan de orde en wordt in bredere kaders over begeleiding gesproken. Dank zij het feit dat hier ook externe deskundigen meedenken, worden de lijnen naar de externe hulpverlening korter. 3.7 Huiswerkbegeleiding Op onze school bestaat de mogelijkheid om vier dagen per week huiswerkbegeleiding te krijgen onder begeleiding van een docent. Naast het huiswerk maken wordt er ook aandacht besteed aan het lezen. Voor deze lessen moeten leerlingen altijd een leesboek bij zich hebben. Alle leerlingen kunnen een gratis lidmaatschap aanvragen bij de bibliotheek. 3.8 De decaan De decaan overlegt met de leerling over de doorstroming naar een hoger leerjaar of naar een andere school. De decaan weet veel van andere soorten onderwijs, van andere scholen in Amsterdam en van het Nederlandse onderwijssysteem. De decaan adviseert over de vakkenkeuze en het vakkenpakket. Dat begint al aan het eind van het tweede leerjaar, wanneer er gekozen moet worden voor een beroepensector, voor vakken of misschien voor een ander type onderwijs aan een andere school. De keuze van de vakken hangt af van: in welk vak de leerling goed en geïnteresseerd is; welk vak de leerling nodig heeft voor een bepaald beroep of voor een vervolgopleiding. 18
3.9 De schoolagent De gemeente Amsterdam heeft elke school een schoolagent toegewezen die contactpersoon is voor de school. Bij ons is dat mevrouw Kraan, zij heeft contacten met meerdere scholen in Amsterdam Noord. 3.10 Remedial Teacher In overleg met de leerlingbegeleider en mentor wordt, waar dat noodzakelijk is, individueel of in groepjes ook Remedial Teaching aangeboden.
19
4.
Speciale schoolactiviteiten
Wij maken ouders en verzorgers erop attent dat elke activiteit die we hieronder noemen, een schoolactiviteit is. De leerlingen zijn verplicht hieraan deel te nemen. Een aantal activiteiten is al beschreven in hoofdstukken hiervoor, maar hieronder ziet u nog eens alles op een rijtje. Een aantal projecten wordt hieronder niet genoemd, omdat deze tussentijds aangeboden worden. (bijv. over alcohol en drugs, bureau Halt, omgaan met sociale media, voorkomen van schulden enz.) 4.1 Activiteiten 1e klassen Introductieweek Schoolreisdag (verrassing) Project Globaland (zie bij 2.3.1) Project First ID (zie onder 4.8) 4.2 Activiteiten 2e klassen Bliksemstages Schoolreisdag (verrassing) 4.3. Activiteiten hele onderbouw Heel veel TOPSCORE-activiteiten en toernooien op het gebied van voetbal, basketbal, en kickboksen Atletiekdag Foam Workshop Fotografie Workshop Krachtpatsers bij NEMO Project Taaldorp (zie onder 2.3.1.) Dungeon VOC Sinterklaasactiviteit 4.4 Activiteiten 3e klassen Workshop in Rijksmuseum Dutch Design (CKV) Stageproject (zie onder 2.4.5) Dansvoorstelling (CKV) Lammetjesdag (boerderijbezoek) Electruc Workshops (CKV) Poldersportdag Project Liefde is…. (zie onder 4.8) 4.5. Activiteiten 4e klassen Sollicitatieproject (zie onder 2.4.5) Dag snowboarden en skiën in Snowworld Bedrijfsbezoek Klimmuur 4.6 Activiteiten hele bovenbouw Schoolreis naar Movie World
20
4.7 Activiteiten hele school December: Oliebollentoernooi (zaalvoetbal) Gezamenlijk kerst- en paasfeest
4.8. Speciale projecten Buiten de projecten die bij een vak of groepen vakken horen (zoals Taaldorp en Globaland) zijn er ook projecten die te maken hebben met bijv. Sociale vaardigheden, een gezonde levensstijl, weerbaarheid, omgaan met zakgeld, voorkomen van schulden enz. De school wil twee van deze projecten benoemen, omdat ze heel belangrijk voor de leerlingen zijn.
FIRST ID PROJECT In februari 2014 starten wij in de 1 e klassen met een schoolbreed project om de reële veiligheid en het veiligheidsgevoel van de leerlingen en alle schoolse en buitenschoolse deelnemers, zoals personeel en omwonenden van de school te vergroten. Momenteel zijn we bezig om dit project vorm te geven. Uitgangspunten zijn om de sociale redzaamheid van de leerlingen op jonge leeftijd te verbeteren aan de hand van maatschappelijke normen en waarden. Individuele keuzes worden tegenover de groepsdruk en negatieve beïnvloeding gezet. In januari wordt begonnen met een SOVA-training waar meerdere vakken bij zijn betrokken (MEMIJ, Nederlands, Beeldende Vorming). De workshopleider geeft iedere klas een schrijfworkshop en uiteindelijk wordt er per klas één verhaal uitgekozen die opgenomen wordt tot een muziektrack. Ook gaan de leerlingen hun muzikale talenten ontdekken: ze gaan aan de slag met ritme, noten lezen en studeren een schoolrap in. Onder de gekozen tekst nemen de leerlingen hun stem op en zetten er muziek onder. Zo maken zij hun eigen track. Ook mogen 20 leerlingen gedurende drie weken een workshop dans van 1,5 uur volgen, waarin ze zelf een show in elkaar gaan zetten. Uiteindelijk komt er in februari een schoolvoorstelling waarin de leerlingen hun talenten laten zien en horen: de persoonlijke verhalen, de dans, de schoolrap en de dans.
21
Uitdagingen voor de school: Hoe motiveren wij leerlingen? Hoe creëren wij een plezierige sfeer waarin leerlingen goed kunnen leren? Hoe gaan wij om met straattaal? Hoe voorkomen wij conflicten in en buiten de les? Hoe bevorderen wij het plezier in het werk van het onderwijspersoneel. Hoe gaan wij om met social media?
Het volgende schooljaar wordt het project doorgetrokken naar de 2 e klas, het jaar erna naar klas 3, en vervolgens naar de 4 e klas. Elk leerjaar heeft zijn eigen programma. LIEFDE IS…. Dit project wordt gegeven in de 3 e klassen o.l.v. Spirit. De training geeft jongens en meisjes handvatten voor hoe je moet/kan omgaan met seksualiteit, liefde en (risico)relaties. De leerling krijgt hulp bij het stellen van grenzen, omgaan met loverboyproblematiek, sociale media en vriendschappen .e training versterkt hun weerbaarheid en maakt hen bewust van hun seksuele normen en waarden. Hoe ziet de groepstraining eruit? • Meisjes krijgen de training van vrouwelijke hulpverleners • Jongens krijgen de training van mannelijke hulpverleners Er worden in 4 weken 4 lessen gegeven van 1,5 uur.
22
5. Leefregels in en om de school 5.1 Algemene schoolregels De volgende gedragscode die aan alle leerlingen en ouders overhandigd wordt, is de basis van hoe alle leerlingen met elkaar om horen te gaan op Waterlant College IJdoorn:
Gedragscode voor de leerlingen (schooljaar 2013-2014) Uitgangspunt: alle leerlingen en personeelsleden moeten zich prettig en veilig voelen Respect laat je zien door je taalgebruik je blik en je houding je omgang met mensen je omgang met spullen jezelf te beheersen niemand te bedreigen of te pesten niet voor eigen rechter te spelen te doen wat je belooft de privacy van een ander te respecteren alleen Nederlands met elkaar te spreken Gedrag in school gedraag je rustig in het hele gebouw (stoeien loopt vaak uit de hand!) kom op tijd eet en drink alleen in de kantine of op het schoolplein houd de school en omgeving schoon, er staan overal afvalbakken! luister alleen naar muziek in de pauze met behulp van je oordopjes kom alleen op de verdieping waar je hoort te zijn breng pauzes niet door in gangen of trappenhuizen, maar in de kantine of buiten Pas bij de bel mag je naar de lokalen op de verdiepingen. maak geen gebruik van de lift (behalve als je een liftpasje hebt) er mogen geen energydrinks gedronken worden, deze zijn erg ongezond Je mag buiten de lessen naar de toilet Gedrag in de lokalen kom elke les rustig binnen doe je jas uit en pet of muts af doe je telefoon uit en in je tas. Neem geen beelden en/of geluid op (Je loopt anders het risico dat je deze een week in de kluis moet laten!) je hebt de juiste spullen bij je de les is pas afgelopen als de docent dit zegt gebruik de computers alleen na toestemming van de docent en gebruik alleen de toegestane internetsites 23
Gedrag op het schoolplein en omgeving geen drugsgebruik, geen alcoholgebruik zet je fiets in het fietsenrek en je brommer bij de brommerstandplaats stap bij de stoep af van je fiets of brommer blijf weg uit de straten en stegen tegenover de school Binnen de blauwe lijnen en in de hal mag je niet rondhangen Kleding op school en op stage draag geen kleding die aanstoot geeft (BBB bedekt). Dit geldt voor meisjes én jongens draag kleding die een open communicatie mogelijk maakt (zet bijv. je capuchon af) Kluisgebruik Je mag geen spullen van een ander in je kluisje bewaren. Als dit toch gebeurt, wordt je kluis in beslag genomen en ben je je borg kwijt. Je neemt telkens voor twee aaneengesloten uren spullen uit je kluisje mee Als je bij het begin van een lesuur nog naar je kluisje moet, word je te laat genoteerd
5.2. Veiligheid De veiligheid op school heeft de hoogste prioriteit. Dat is ook te zien aan de gedragscode hierboven. Diefstal, vandalisme, brutaal taalgebruik of gedrag, dreigen met geweld, drugsgebruik en het meebrengen van drugs, wapens of vuurwerk horen niet thuis op onze school. Wie zich hieraan toch schuldig maakt, kan geschorst of zelfs verwijderd worden. Kosten die voortkomen uit vandalisme worden onmiddellijk in rekening gebracht. Tevens wordt aangifte gedaan bij de politie. Bovenstaande geldt ook voor bezoekers! 5.3. Politie Onze school heeft ook een eigen contactpersoon bij de politie, de schoolagent. Mevrouw Kraan. De school kan bij calamiteiten (zoals bij 5.2. benoemd) de schoolagent op de hoogte brengen. We adviseren leerlinge altijd aangifte te doen als zij zelf geconfronteerd worden met een overtreding. De politie bezoekt alle scholen onaangekondigd enkele keren per jaar om het bezit van wapens e.d. te controleren. Als er verboden voorwerpen worden aangetroffen, neemt de politie deze in beslag en zal een proces-verbaal volgen. Ook het inspecteren van de kluisjes door de politie vindt, na toestemming van de directie, enkele keren per jaar plaats. De politie kan bij en in school leerlingen controleren op wapenbezit waarbij fouilleren is inbegrepen.
24
6. Algemene schoolzaken 6.1 Lessentabellen
1e klassen
2e klassen
Nederlands Engels Duits Wiskunde Rekenen MEMY MENA Informatiekunde Lichamelijke Opvoeding Beeldende Vorming Studievaardigheden Persoonlijke Ontwikkeling Techniek
4 3 2 3 2 3 3 1 4 2 1 2 2
Nederlands Engels Duits Wiskunde Rekenen MEMY MENA Informatiekunde Lichamelijke Opvoeding Beeldende Vorming Studievaardigheden Persoonlijke Ontwikkeling Economie Beroepenoriëntatie
4 3 2 3 2 3 4 1 2 2 1 1 2 2
Totaal
32
Totaal
32
3e klassen Administratie Basis
3e klassen Administratie Kader
Nederlands Engels Wiskunde Rekenen CKV Maatschappijleer Lichamelijke Opvoeding Economie Bedrijfsadministratie Kantoorpraktijk Tekstverwerken Mentoruur
5 3 3 1 1 2 2 2 5 5 2 1
Nederlands Engels Wiskunde Rekenen CKV Maatschappijleer Lichamelijke Opvoeding Economie Bedrijfsadministratie Kantoorpraktijk Tekstverwerken Mentoruur
5 3 3 1 1 2 2 3 5 5 2 1
Totaal
32
Totaal
33
25
3e klassen Zorg & Welzijn Basis
3e klassen Zorg & Welzijn Kader
Nederlands Engels of Wiskunde Rekenen of Maatschappijleer 2 Rekenen 2 CKV Maatschappijleer Lichamelijke Opvoeding Biologie Deelvak Verzorging Deelvak Zorg & Welzijn Mentoruur
Nederlands Engels of Wiskunde Rekenen of Maatschappijleer 2 Rekenen 2 CKV Maatschappijleer Lichamelijke Opvoeding Biologie Deelvak Verzorging Deelvak Zorg & Welzijn Mentoruur
Totaal
5 3 3 1 2 3 1 2 2 3 5 6 1
32 of 33
Totaal
5 3 3 1 2 3 1 2 2 3 5 6 1
32 of 33
4e klassen Administratie Basis
4e klassen Administratie Kader
Nederlands Engels Wiskunde Rekenen Lichamelijke Opvoeding Economie Bedrijfsadministratie Kantoorpraktijk Tekstverwerken Handel en Verkoop Mentoruur
5 3 3 1 4 2 4 5 2 2 1
Nederlands Engels Wiskunde Rekenen Lichamelijke Opvoeding Economie Bedrijfsadministratie Kantoorpraktijk Tekstverwerken Mentoruur
5 3 3 1 2 3 5 5 2 1
Totaal
30
Totaal
30
4e klassen Zorg & Welzijn Basis
4e klassen Zorg & Welzijn Kader
Nederlands Engels of Wiskunde Rekenen of Maatschappijleer 2 Rekenen 2 Lichamelijke Opvoeding Biologie Deelvak Verzorging Deelvak Zorg & Welzijn Informatiekunde Mentoruur
Nederlands Engels of Wiskunde Rekenen of Maatschappijleer 2 Rekenen 2 Lichamelijke Opvoeding Biologie Deelvak Verzorging Deelvak Zorg & Welzijn Informatiekunde Mentoruur
Totaal
5 3 3 1 2 3 2 3 5 6 1 1 30 of 31
Totaal 26
5 3 3 1 3 3 2 3 5 6 1 1 30 of 32
6.2. Lestijden
1e lesuur
08.30
09.20
2e lesuur
09.20
10.10
pauze
10.10
10.30
3e lesuur
10.30
11.20
4e lesuur
11.20
12.10
pauze
12.10
12.50
5e lesuur
12.50
13.40
6e lesuur
13.40
14.30
pauze
14.30
14.50
7e lesuur
14.50
15.40
8e lesuur
15.40
16.30
9e lesuur
16.30
17.20
6.3. Vakantie en verlof De volgende vakantiedagen zijn door ZAAM vastgesteld: Vakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Meivakantie Hemelvaartvakantie 2e Pinksterdag Zomervakantie
Periode 21 t/m 25 oktober 2013 23 december 2013 t/m 3 januari 2014 24 t/m 28 februari 2014 21 april t/m 5 mei 2014 29 t/m 30 mei 2014 9 juni 2014 7 juli t/m 17 augustus 2014
Verlof kan alleen bij hoge uitzondering (bijvoorbeeld om medisch– sociale redenen ) worden verleend. Deze verlofaanvraag dient schriftelijk op een speciaal formulier te worden aangevraagd en wordt vervolgens afgehandeld door de directie. De school dienst zich aan de regels van de leerplichtwet te houden. Bij twijfel wordt Leerplicht om advies gevraagd. Extra (vakantie)verlof aan het begin of aan het einde van het schooljaar is niet toegestaan. 6.4 Leerplicht en absentie De ouders zijn verplicht ervoor te zorgen dat hun kind de school elke schooldag bezoekt. Leerlingen zijn verplicht alle lessen en activiteiten in het kader van de school bij te wonen. Alleen om zeer ernstige redenen kunnen lessen verzuimd worden. Over verzuim moet van tevoren overlegd worden met de schoolleiding. Bij ziekte dient de school ’s morgens voordat lessen beginnen telefonisch op de hoogte te worden gesteld. Van elk verzuim dient een schriftelijke verklaring van de ouders aan de verzuimcoördinator gestuurd te worden. 27
In het kader van het Protocol Leerplicht en Verzuim dat door alle besturen van Amsterdamse scholen is ondertekend, neemt de school passende maatregelen om het verzuim terug te dringen. Zorgwekkend verzuim wordt via het Leerling Administratie Systeem van de gemeente Amsterdam aan de leerplichtambtenaar gemeld. 6.5. Communicatie Ouders kunnen binnenkort informatie lezen op de website. Roosters en roosterwijzigingen zijn spoedig ook hier terug te vinden. In het programma Magister kunt u via internet op de hoogte blijven van de vorderingen van uw kind. Ook kunt u hierin een overzicht vinden van het huiswerk en de absentiegegevens, te laat komen, uitsturen en het niet in orde hebben van schoolspullen. Zowel ouders als leerlingen krijgen een eigen inlogcode om gegevens in Magister te kunnen inzien. De mentor is degene aan wie u vragen kan stellen over uw kind. Naast de ouderavonden kunt u altijd nog een aparte afspraak maken met de kerndocent. 6.6. Vrijwillige Ouderbijdrage voor het schooljaar 2013-2014 Waterlant College IJdoorn verzorgt onderwijs dat meer geld kost dan het van de regering krijgt. Deze uitgaven worden betaald door middel van de ouderbijdrage. Specificaties van de vrijwillige ouderbijdrage per leerjaar:
1e leerjaar Introductiedagen Deelname Globaland Bijdrage Sinterklaasfeest Bijdrage kerstfeest Bijdrage Loopbaanbegeleiding SMS-diensten Cultuurproject Totaal 3e leerjaar Poldersportdag
2e leerjaar Excursies Bedrijfsbezoeken Bijdrage Sinterklaasfeest Bijdrage kerstfeest Bijdrage Loopbaanbegeleiding Cultuurproject SMS-diensten Totaal
€ 15,00 € 20,00 € 5,00 € 5,00 € 5,00 € 20,00 € 5,00 € 75,00
€ 10,00
4e leerjaar Dag Snowworld (wintersportActiviteiten) Bijdrage Sollicitatieproject
€ 40,00 € 10,00
€ 15,00 € 5,00 € 10,00
Klimmuur Bijdrage Kerstfeest Diploma-uitreiking
€ 5,00 € 5,00 € 5,00
€ 5,00
Bedrijfsbezoeken/beurzen/ € 5,00 SMS-diensten € 5,00 Totaal € 75,00
€ 15,00 € 20,00 € 5,00 € 5,00 € 5,00 € 5,00 € 20,00 € 75,00
€ 30,00
Bijdrage project Arm en Rijk inclusief excursie DNB (afd. Ec) Bijdrage project Gezondheid (afd. ZW) Training Beroepsvaardigheden Bijdrage Kerstfeest Bijdrage Zuivelproject (incl. excursie) SMS-diensten
Totaal € 75,00
28
6.7 De Klachtenregeling Het kan voorkomen dat er iets gebeurt op school waar ouders of leerlingen problemen mee hebben. Zij kunnen dan een klacht indienen. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld onderwijskundige zaken, pedagogisch klimaat, leerkrachten of pesten. Allereerst kan de klacht besproken worden met degene tegen wie de klacht gericht is. Als dit geen positief effect heeft, kan de klacht worden besproken met de schoolleiding (directeur). Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld kunnen worden. Indien dat echter niet mogelijk is, gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling van de Stichting ZAAM. De Klachtenregeling van ZAAM staat vermeld op http://www.zaam.nl/regelingen.html. Een exemplaar van deze klachtenregeling ligt ter inzage bij de schoolleiding. De school is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Protestants-Christelijk Onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH te Den Haag.
De klachtencommissie geeft advies over de klacht. Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bevoegd gezag het besluit hierop kenbaar maken. Stappenplan voor de klachtenregeling: Stap 1: De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met degene tegen wie de klacht gericht is. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is. Indien niet: volg stap 2. Stap 2: De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met de schoolleiding. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is. Indien niet: volg stap 3. Stap 3: De klager kan, via de coördinator een vertrouwenspersoon (laten) inschakelen om te bemiddelen tussen klager en aangeklaagde. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is. Indien niet: volg stap 4. Stap 4: De klager kan een klacht indienen bij de directeur, die de klacht in behandeling neemt. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is. Indien niet: Volg stap 5. Stap 5: De klager kan een klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie. Deze commissie onderzoekt de klacht en adviseert het bevoegde gezag hierover. De school houdt klachten en de behandeling daarvan bij in een klachtenregister. 6.8. De vertrouwenspersonen Voor een klacht tegen ongewenst gedrag (in het bijzonder seksuele intimidatie, racisme of een andere vorm van discriminatie, agressie of geweld) kan contact worden opgenomen met de mentor of de vertrouwenspersoon binnen de school (mevrouw D. Gemmel). Om te kunnen spreken met iemand die verder van de school afstaat hebben we binnen ZAAM vertrouwenspersonen aangesteld Deze zijn te bereiken via de coördinator voor klachten, de heer Frans Kaandorp, bereikbaar via
[email protected]. Hij brengt je in contact met één van de vertrouwenspersonen. (voor onze school is dat mevrouw A. Krikke). De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon kan ook behulpzaam zijn bij de afweging wel of geen klacht in te dienen.
29
Wanneer er geen oplossing kan worden bereikt, kan de vertrouwenspersoon je begeleiden bij het indienen van een klacht bij de directeur of de landelijke klachtencommissie. Meer informatie over de verdere procedure is beschreven in de Klachtenregeling ZAAM. 6.9 Commissie van Beroep voor Examens Wanneer een leerling zich schuldig maakt aan onregelmatigheden ten aanzien van een examenonderdeel (zoals bijvoorbeeld het zonder geldige reden afwezig zijn bij een toets van het schoolexamen), kan de directeur maatregelen treffen. In het Eindexamenbesluit (een wettelijke regeling) staat dat de directeur van de school dan bijvoorbeeld het cijfer 1 kan toekennen, of deelname aan een toets kan ontzeggen. Wanneer je het niet eens is met de maatregel die door de directeur is genomen, kan je in de eerste plaats bij de school zelf, bijvoorbeeld bij de examencommissie, bezwaar maken tegen de beslissing. Wanneer de beslissing daarna in stand wordt gehouden door de directeur, kan je tegen de beslissing in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor Examens van Stichting ZAAM. Van belang is: dat je het beroep instelt binnen 5 werkdagen nadat de beslissing aan je bekend is gemaakt; dat je het beroep schriftelijk instelt en in je beroep de redenen van je beroep beschrijft; dat je het beroep stuurt naar de Commissie van Beroep voor Examens Stichting ZAAM, postbus 12426, 1100 AK Amsterdam. In de Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen is precies beschreven hoe je beroep kunt instellen en hoe het beroep wordt behandeld door de Commissie van Beroep voor Examens. De Regeling beroep tegen Examenbeslissingen kun je vinden op de website van de school (link toevoegen). Een exemplaar van de Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen ligt ter inzage bij de schoolleiding. 6.10 Inspectie en klachtencommissie Inspectie voor het Onderwijs Locatie Utrecht Park Voorn 4 Postbus 2730 3500 GS UTRECHT 030-6690600 ZAAM Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs Interne Klachten Commissie Dubbelink 1 1102 AI AMSTERDAM Postbus 12426 1100 AK AMSTERDAM 6.11 Sport Tijdens de gymlessen is het dragen van gymkleding verplicht. De gymschoenen moeten geschikt zijn voor de zaal, dus mogen absoluut geen zolen hebben die strepen maken. Daarnaast heeft de leerling zwemkleding nodig. Alle sportlessen moeten worden gevolgd, ook bij blessures. Blessures moeten vóór de les worden gemeld bij de docent, met een brief van de ouders/verzorgers. De docent beslist dan over de verdere gang van zaken. Dus als de leerling niet mee kan sporten, betekent het niet dat hij/zij dan vrij is. De leerling is te allen tijde verantwoordelijk voor zijn/haar spullen. 30
Bij langdurige ziekte dient er een alternatieve opdracht gedaan te worden die met sport te maken heeft. Het dragen van speciale sporthoofddoekjes tijdens de gymlessen is toegestaan, andere soorten hoofdbedekking zijn niet toegestaan, omdat dit onveilig kan zijn bij het sporten. 6.12 Schade/vermissing Alle schade door een leerling toegebracht aan gebouw, meubilair, leermiddelen, enz. moet door de leerling of de ouders zelf worden vergoed De school is niet aansprakelijk voor vermissing van fietsen, brommers, kledingstukken en andere eigendommen van de leerling. Bij vermissing kan soms een beroep worden gedaan op de eigen inboedelverzekering. Om vermissing zoveel mogelijk te voorkomen raden wij aan de eigendommen van een naam of merkteken te voorzien. Fietsen en brommers moeten op slot worden gezet. Het gebruik van dure fietsen wordt ten sterkste ontraden. 6.13 Locatieraad In de locatieraad zijn leerlingen, personeel en ouders vertegenwoordigd. De locatieraad heeft advies en vaak ook inspraak in zaken die van belang zijn voor de school. 6.14 Sponsoring Waterlant College IJdoorn is terughoudend in het ontvangen van schenkingen of bijdragen anders dan de ouderbijdrage of op onderwijswetgeving gebaseerde gelden. Het gaat vooral om schenkingen in geld of materiaal die verplichtingen met zich meebrengen, waarmee leerlingen worden geconfronteerd (sponsoring). In geval van mogelijke sponsoring zal worden voldaan aan wettelijke voorwaarden en wordt het landelijk convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” (2009) gevolgd. Dit houdt in dat sponsoring alleen gebeurt als het: verenigbaar is met de pedagogische- en onderwijskundige taak en doelstelling van de betreffende school; in overeenstemming is met de goede smaak en het fatsoen; geen schade berokkent aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen; de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen niet in gevaar brengt; de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloedt; niet in strijd is met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. 6.15 Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld Onze school vindt het erg belangrijk, dat iedereen op de hoogte is van de meldcode van kindermishandeling en huiselijk geweld. Alle beroepskrachten zijn verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Als huisarts, leerkracht, verpleegkundige, kinderopvang begeleider, hulpverlener, zelfstandige beroepsbeoefenaar, kun je te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat brengt altijd schrik en zorg met zich mee. Daarom is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. Beroepskrachten zijn, naar verwachting vanaf 1 juli 2013, verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld.
Wettelijk kader meldcode
Het Wetsvoorstel verplichte meldcode huiselijk geweld en
31
Verkort stappenplan
Directe toegangsnummers :
kindermishandeling is op 8 oktober 2012 aangeboden aan de Tweede Kamer, maar staat nog niet geagendeerd voor behandeling. Toch verwacht het ministerie van VWS dat de wet op 1 juli 2013 in werking zal treden. GGZ Nederland heeft een meldcode ontwikkeld die instellingen kunnen helpen bij de implementatie 1) Breng signalen in kaart 2) Vraag advies aan deskundige collega, aandachtsfunctionaris bij BJZ/AMK of SHG 3) Praat met cliënt ouder(s) en/of kind 4) Weeg aard van en ernst op risico op kindermishandeling of huiselijk geweld 5) Beslis : zelf hulp organiseren of melding doen bij BJZ/AMK en/of SHG Bureau Jeugdzorg/Advies- en Meldpunt Kindermishandeling: 0900 123 123 0 landelijk telefoonnummer (5 cent per minuut) Steunpunt Huiselijk Geweld 0900 126 26 26 landelijk telefoonnummer (5 cent per minuut) Politie 112 alarmnummer (gratis) 0900 8844 als er geen spoed is (lokale gesprekskosten)
Meldpunt Kindermishandeling
Als school hebben we aandacht voor de leer- en de sociaalemotionele ontwikkeling van onze leerlingen. Als blijkt dat er omstandigheden zijn die belastend of belemmerend zijn voor die ontwikkeling, zal de leerling in het zorgteam van de school besproken worden. Als er vermoeden is dat die belemmeringen zich in de thuissituatie voordoen, zal de school hierover in gesprek gaan met de ouders/verzorgers om samen een oplossing te vinden. In een aantal gevallen kan sprake zijn van kindermishandeling, huiselijk geweld of verwaarlozing. Scholen zijn verplicht een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld te hanteren. Deze meldcode werkt vanuit een stappenplan dat wordt gebruikt indien er een vermoeden is van mishandeling, huiselijk geweld of verwaarlozing. Op elke school is een aandachtsfunctionaris, bij ons is dat de Zorgcoördinator mevrouw I. Smit, die de toepassing van de meldcode implementeert en coördineert. Het volgen van het stappenplan kan leiden tot het organiseren van de juiste hulp en/of tot een melding bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Ouders/verzorgers worden altijd geïnformeerd over een dergelijke melding.
Aanbevolen Informatievoorziening :
http://www.protocolkindermishandeling.nl/ ( je kunt vanaf hier het protocol en het stappenplan met toelichting en tips downloaden) http://www.ggznederland.nl/web-ggz1209-01boekje-meldcode-huiselijk-geweld_losse-paginas.pdf (uitgebreid stappenplan en protocol) http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijkgeweld/hulp-bieden/meldcode
32
6.16. Pestprotocol De regels die school heeft opgesteld zijn de volgende: Ik respecteer de ander en discrimineer niet Ik scheld niet en doe niet mee aan uitlachen of roddelen Ik blijft van de spullen van een ander af Als iemand mij hindert, vraag ik hem of haar duidelijk daar mee te stoppen Als dit niet helpt, vraag ik de leraar om hulp Als er ruzie is speel ik niet voor eigen rechter Ik bedreig anderen niet Ik neem geen wapens of drugs mee naar school Ik gebruik binnen en buiten de school geen geweld Ik help anderen om zich aan deze afspraken te houden De volledige tekst is te zien op de website.
33
Inhoud Voorwoord Wie is Wie? 1. Algemeen 1.1 ZAAM Onderwijsgroep 1.2 Waterlant College IJdoorn 1.3 Missie 1.4 Visie 1.5 Activerend onderwijs en zelfstandig leren 1.6 Ontwikkelingen 1.6.1 MEMY en MENA 1.6.2 Praktijklokalen bovenbouw 1.6.3 ICT 1.6.4 Sport en Bewegen 1.6.5 Rekenen 1.6.6 Beroepenoriëntatie en LOB 1.6.7 Studievaardigheden 1.7 Kunst en Cultuur 1.8 Actief Burgerschap en Maatschappelijke Stage 1.9 Zorg 1.10 Waterlant College IJdoorn als Opleidingsschool 2.
3.
Onderwijs 2.1 Algemeen 2.2 Aanmelding 2.3 De Onderbouw 2.3.1 Het eerste leerjaar 2.3.2 Het tweede leerjaar 2.4 De bovenbouw 2.4.1 De studierichtingen 2.4.2 De vakken 2.4.3 PTA’s 2.4.4 Het examenboek 2.4.5 Stages 2.5 Rapportage 2.6 Overgang 2.6.1 Overgangsnormen van klas 1 naar 2 en van 2 naar klas 3 2.6.2 Overstap van klas 1 of 2 naar VMBO-TL 2.6.3 Overgangsnormen van klas 3 naar klas 4 2.7 In-, door- en uitstroomgegevens 2012-2013 Begeleiding van leerlingen 3.1 Het Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) 3.2 De mentor 3.3 De zorgcoördinator 3.4 De leerlingbegeleider 3.5 De Ouder- en Kindadviseur (OKA) 3.6 Zorg- en Advies Team (ZAT) 3.7 Huiswerkbegeleiding 34
2 3 4 4 4 5 5 5 5 5 5 6 7 7 7 8 9 9 10
11 11 11 12 12 12 13 13 13 14 14 14 15 15 16
17 17 17 17 18 18 18
3.8 De decaan 3.9 De schoolagent 3.10 Remedial Teacher
18 19 19
4. Speciale Schoolactiviteiten 4.1 Activiteiten 1e klassen 4.2 Activiteiten 2e klassen 4.3 Activiteiten hele onderbouw 4.4 Activiteiten 3e klassen 4.5 Activiteiten 4e klassen 4.6 Activiteiten hele bovenbouw 4.7 Activiteiten hele school 4.8 Speciale Projecten
20 20 20 20 20 20 21 21
5. Leefregels in en om de school 5.1 Algemene schoolregels 5.2 Veiligheid 5.3 Politie
23 24 24
6. Algemene Schoolzaken 6.1 Lessentabellen 6.2 Lestijden 6.3 Vakantie en verlof 6.4 Leerplicht en absentie 6.5 Communicatie 6.6 Vrijwillige ouderbijdrage 2013-2014 6.7 De klachtenregeling 6.8 De vertrouwenspersonen 6.9 Commissie van Beroep voor Examens 6.10 Inspectie en klachtencommissie 6.11 Sport 6.12 Schade/vermissing 6.13 Locatieraad 6.14 Sponsoring 6.15 Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld 6.16 Pestprotocol
25 27 27 27 28 28 29 29 30 30 30 31 31 31 31 32
35