De klimaatdijk 4-5 De Energiefabriek 6 Goedkoper, efficiënter, beter 7 Minder landbouwemissie 8-9 Nieuwe natuuroevers als lesmateriaal 10 Zijn de digitale systemen veilig? 11 Relatiemagazine van Waterschap Rivierenland
WaterBalans 2012 1|
Bart Bardoel, ZLTO: ‘Boeren en waterschap op zoek naar gemeenschappelijk belang.’
Waterbalans is het relatiemagazine van Waterschap Rivierenland en verschijnt 3 maal per jaar. Belangstellenden krijgen het blad op aanvraag gratis toegezonden. Redactie en eindredactie Team Communicatie, Waterschap Rivierenland • Tekstbijdrage Richard Derks, www.hetverreoosten.nl
Vormgeving Het Lab grafisch ontwerpers bno, Arnhem • Fotografie Waterschap Rivierenland, tenzij anders vermeld • Drukwerk OBT, Opmeer • Oplage 2.600
Contact Waterschap Rivierenland | Postbus 599 | 4000 AN Tiel | Telefoon (0344) 649 090 | www.waterschaprivierenland.nl |
[email protected]
Werk
in uitvoering
Op diverse plaatsen in het rivierengebied werkt Waterschap Rivierenland aan de uitvoering van projecten. Op deze pagina een impressie van een viertal projecten. Meer informatie over de projecten vindt u op onze website www.waterschaprivierenland.nl.
Parkeerplaats Schoonhovenseveer Het eerste deel van het dijkverbeterings traject Kinderdijk-Schoonhovenseveer is in uitvoering: na de zomer van 2011 zijn we gestart met de aanleg van de parkeerplaats bij het Schoonhovenseveer op de aange legde steunberm. De steunberm zorgt voor een stabiele dijk. Omdat de steunberm nog wel inklinkt, is nu alleen de fundering aan gebracht, maar de parkeerplaats kan al wel gebruikt worden. In het voorjaar van 2012 brengen we de asfaltverharding aan en wordt de parkeerplaats afgewerkt met de openbare verlichting. Bij het veer hebben we langs de parallelweg ook twee parkeer plaatsen voor mindervaliden aangelegd.
simon opiC´
- Kortlandsebrug Waterschap Rivierenland bouwt aan de Kortlandsebrug in Alblasser dam. De oorspronkelijke brug die de Alblas overspant, dateerde van 1933 en wordt momenteel vervangen voor een geheel nieuw exem plaar. Net voor kerst zijn de liggers op de nieuwe fundering geplaatst. Daarmee is het weer een brug. De brug is in januari verder afgewekt, mits het weer het toe heeft gelaten, en gaat in februari weer voor het verkeer open.
+ Verbinding natuurgebieden bij Sleeuwijk
Cees Quint
Waterschap Rivierenland, Brabants Landschap en Landgoed Crezee ontwikkelen samen het natuurgebied de Zevenbansche Boezem bij Sleeuwijk. Dit gebied gaat deel uitmaken van een ecologische ver bindingszone, een verbinding tussen natuurgebieden die ervoor zorgt dat dieren en planten zich kunnen verspreiden. Kreken worden hersteld. Er komen geleidelijke overgangen tussen natte en droge natuur, met flauw aflopende oevers die geschikt zijn als leef- en paaigebied voor vissen. Ook komt meer variatie in het bosgebied door selectief bomen te kappen en aan te planten. De maatregelen zorgen voor een betere waterkwaliteit, meer waterberging en een gunstiger milieu voor plan ten en dieren.
2 Waterbalans | februari 2012
Voorwoord
Roelof Bleker,
dijkgraaf Waterschap Rivierenland
Zuinigheid met beleid In het najaar van 2011 hebben we de vorderingen in het kader van ons Bestuursakkoord bekeken. We liggen goed op schema. Maar net als andere overheden ontkomen we er in deze tijd niet aan om de buikriem aan te halen. In de begroting voor 2012 hebben we dan ook 5% bezuinigen doorgevoerd. Dat is nodig omdat we geconfronteerd worden met loon- en prijsstijgingen en wegvallend dividend van de Waterschapsbank. Daarnaast moeten we meer meebetalen aan dijkversterkingen. Voor Waterschap Rivierenland met z’n vele dijken betekent dit jaarlijks zo’n 10 miljoen euro aan extra kosten.
+ Baggeren killen Land van Heusden en Altena Het waterschap baggert een aantal killen (kreken) in het Land van Heusden en Altena. Het grootste deel van deze killen valt binnen het Natura 2000 gebied De Biesbosch. Dit betekent dat de werkzaamheden plaatsvinden in een gebied waar de natuur zeer waardevol is. Ook bevinden zich beschermde dier- en plantensoorten binnen dit gebied. Daarom verdelen we het werk over drie winters. De natuur krijgt dan meer kans om zich te herstellen. Een aantal killen moet om een andere reden nog even wachten. In die killen zijn mogelijk nog explosieven aanwezig. We onderzoeken daarom eerst welke uit voeringsmethode het best gebruikt kan worden, want veiligheid staat voorop.
Toch willen we graag de belastingverhoging voor de burgers in de komende jaren beperkt te houden. We doen dat door efficiencywinst te halen uit samenwerking met andere waterschappen en scherpe aanbestedingen te doen bij inkoop en uitbesteding van werk. Bovendien voeren we investeringen meer gefaseerd uit. Betekent dat dan dat alles stil valt? Zeker niet. Ook in 2012 blijven we onverminderd zorgen voor veilige dijken en een evenwichtig watersysteem. Een boeiende en uitdagende missie waar bestuur en medewerkers gezamenlijk hun schouders onder zetten. Dit komt in 2012 tot uitdrukking in tal van projecten. Zo gaat de uitvoering van de her inrichting van het Munnikenland (gemeente Zaltbommel) van start. Aanleiding is de verlegging van de dijk en ver laging van de uiterwaarden. Hierdoor krijgt de rivier bij hoogwater meer ruimte en kan deze dus meer water afvoeren zonder dat de waterstand te hoog wordt. Ook baggert het waterschap in 2012 de killen in het Land van Heusden en Altena. De waterkwaliteit zal er verbeteren waardoor de killen een geschikte leefomgeving krijgen voor meerdere planten- en dierensoorten. En in 2012 gaat het waterschap door met het proces van energiebewust zuiveren van afvalwater. Hierdoor neemt het energie verbruik van het zuiveringsproces steeds verder af, en wekt het waterschap zelfs duurzame energie op uit zuiveringsslib. Zuinigheid dus, maar met beleid. Zodat we door kunnen gaan met de uitvoering van de afspraken uit het bestuursakkoord en onze expertise voor het rivierengebied op verantwoorde wijze kunnen blijven inzetten.
3 Waterbalans | februari 2012
Tafelgesprek Frans van den Berg en Bas de Bruijn over duurzame dijken
De klimaatdijk: dijk van de toekomst? Het is een begrip uit het rapport van de Deltacommissie Veerman (2008). Daar heet het de ‘Deltadijk’. Een dijk zo hoog, breed of sterk dat de kans op een oncon troleerbare overstroming vrijwel nihil is. Deltadijken kunnen gecombineerd wor den met andere functies, bijvoorbeeld wonen of werken. Zo ontstaat een multi functionele dijk met, volgens het rapport, ‘echte ruimtewinst en ruimtelijke kwa liteit’. scherpe dijk die duidelijk zichtbaar de grens aangeeft tussen het rivier Voorschot op klimaateisen systeem aan de ene kant en het polderWaterschap Rivierenland beheert systeem aan de andere kant. De leesongeveer 550 kilometer dijken langs de baarheid van het landschap verdwijnt grote rivieren. Die dijken worden in een als je een klimaatdijk met een breed cyclus van 6 jaar getoetst en eventueel profiel aanlegt. Dat moet je daar niet aangepast aan nieuwe veiligheids willen.” normen. Die normen houden tot nu Frans van den Berg (FvdB): “Ik wil het toe geen rekening met –langjarige– beeld nuanceren. Er zijn ook andere klimaatsveranderingen. Ligt het niet manieren om een dijk sterker te maken. voor de hand om bij dijkverbeteringsMet keerwanden in het dijklichaam bijprojecten alvast een voorschot te voorbeeld, of met voorzieningen die nemen op nieuwe klimaateisen en de ervoor zorgen dat de dijk bij een overdijk zwaarder uit te voeren? Op een stroming niet aan de landzijde gaat dergelijke klimaatdijk kunnen dan metafkalven. Het is best verstandig om een wensen op het gebied van ruimtebij projecten die toch al lopen te kijken lijke ordening worden meegenomen. naar mogelijkheden om de dijk extra Is dat een goede ontwikkeling? We legrobuust uit te voeren. Een paar decimegen het voor aan Bas de Bruijn (zelfter hoger en drie meter breder kan in standig adviseur water en veiligheid) sommige gevallen al zorgen voor een en Frans van den Berg (Waterschap factor 100 minder risico op overstroRivierenland, coördinator programmaming of doorbraak. Het voorkomt dat bureau dijkversterking). je een ingrijpende reconstructie niet over 6 of 12 jaar wéér moet gaan doen. Stelling 1: Klimaatdijken zijn wenselijk. Iedere dijk die nu wordt aangepakt Zeker in stedelijk gebied kun je goed zou eigenlijk een klimaatdijk moeten combinaties zoeken met meerdere worden. Bas de Bruijn (BdB): “Als het daarbij gaat om een groot aantal multifunctionele dijken; extra hoog, met een breed talud erachter en bebouwing erop; dan ben ik daar op tegen. Het is flauwekul om dergelijke grote structuren in het rivierengebied aan te leggen. Ik wil een pleidooi houden voor de schoonheid van het rivierengebied. Met een slanke 4 Waterbalans | februari 2012
functies. Bebouwing kan ook zorgen voor inkomsten, daarmee is de extra investering die een klimaatdijk vraagt voor een deel op te brengen.” Stelling 2: De definitie van een ‘klimaatdijk’ is voor alle betrokken partijen anders. Dat leidt tot bestuurlijke verwarring en vertraging. BdB: “Ik denk dat je de discussie over de wenselijkheid van klimaatdijken éérst landelijk moet voeren. Het kost meer ruimte en meer geld. Je kunt dit niet als waterschap
alleen besluiten. Mijn grote zorg is die éne gedupeerde die naar de rechter stapt. Die zegt ‘luister, met een normaal profiel hoef ik niet weg, maar omdat jullie een ‘klimaatdijk’ willen aanleggen met een breder profiel moet ik m’n huis uit’. Dan moet je als waterschap terug in je hok. Dat is een reëel risico. Er is geen landelijk beleid of landelijke regelgeving die het aanleggen van dergelijke over-gedimensioneerde dijken ondersteunt of rechtvaardigt.” FvdB: “Daar ben ik niet zo bang voor. Het is zaak om bij een dijkversterking al in de ontwerpfase duidelijk aan te geven wat de varianten zijn. Een klimaatdijk is er daar één van. Als die variant een breed draagvlak heeft en financierbaar is kun je aan de slag. Dat doen we ook al in een aantal gevallen, bijvoorbeeld in Streefkerk. Je kunt per geval bekijken of je extra duurzaamheid in het ontwerp opneemt. Het is een benadering die vraagt om meer overleg in de ontwerpfase, om maatwerk, maar die voor de lange termijn beter uitpakt. Het is niet meer vanzelfsprekend om alleen maar scherpe dijkprofielen te blijven verhogen, zeker niet in stedelijk gebied.”
schap 50 tot 100 jaar. Als je niet op voorhand hele goede en duidelijke afspraken maakt over wie waar precies voor verantwoordelijk is, en welke veiligheidsnormen je hanteert, dan steek je je in een wespennest.” FvdB: “Mee eens. Voor ons is de veiligheid leidend. Je moet dat vroeg in het ontwerp concretiseren. Extra aanterping, zwaardere fundering voor huizen… Je moet het allemaal in het ontwerp vastleggen. Een ondergrondse garage kan bijvoorbeeld niet halver wege het ontwikkeltraject worden toegevoegd. Maar er is veel mogelijk zonder dat het de veiligheid aantast.” BdB: “Die afspraken zijn overigens goed te maken, ook over het onderhoud en het beheer in de toekomst. Er is al veel ervaring mee, bijvoorbeeld bij rijkswegen die over waterkeringen lopen. Daar hoeft ook niet voor iedere kabel in de grond een vergunning aangevraagd te worden. Je moet de veiligheid zo oplossen dat de ruimtelijke ordening daar in past. Dat is goed te doen.”
Stelling 4: Klimaatdijken zijn te duur. De extra investering is niet op te vangen met opbrengsten uit bijvoorbeeld woningbouw. BdB: “Dat klopt. Een wethouder of een projectontwikkelaar kan prachtige plannen voor stadsuitbreiding of bebouwing op de dijk hebben, maar de beurs om het te realiseren is leeg. Het hele idee van de klimaatdijk stamt uit een periode dat de financiële jasjes allemaal wat ruimer zaten. Financiers vragen nu allemaal om een ‘sobere’ uitvoering. Extra investeringen voor een klimaatdijk passen daar niet meer bij. Als je het hele rivierengebied wil voorzien van multifunctionele klimaat dijken dan vraagt dat een voorinvestering van iets als 10 miljard. Dat is niet op te brengen. Dat moet je toch echt eerst naar landelijke niveau tillen.” FvdB: “Structureel kan het misschien niet, maar incidenteel is het wel degelijk te financieren. Je kunt heel fijn mazig naar dijkversterkingsprojecten kijken, en met kleine extra investerin-
“Extra veiligheid heeft een economische waarde”
Stelling 3: Ruimtelijke ordening en dijkverbetering staan op gespannen voet. Bij een klimaatdijk zijn verantwoordelijkheden en eigendomskwesties onoverzichtelijk.
gen toch een voorschot nemen op de toekomst. Nu een extra uitgave doen die voorkomt dat je straks op een bepaald dijkvak wéér aan de slag moet. In sommige situaties bekostigt het waterschap zelf de meerkosten van extra dijkversterking. Iets extra’s doen kan wel degelijk rendabel zijn. Vergeet niet: extra veiligheid heeft ook een economische waarde. We zien het bijvoorbeeld bij de dijk in Everdingen. Hier heeft het waterschap bij de vorige dijkversterking extra robuustheid gefinancierd. Daardoor hoeft de dijk nu, ondanks de hogere waterstanden, niet te worden versterkt.” BdB: “Ik heb grote waardering voor het feit dat het waterschap z’n nek uitsteekt voor extra financiering!”
BdB: “Deels. Als je ruimtelijke ontwikkeling en veiligheid gaat vervlechten krijg je te maken met verschillende ‘beleidshorizons’. Een gemeente kijkt bijvoorbeeld 10 jaar vooruit, een water-
Frans van den Berg (links) en Bas de Bruijn (rechts)
5 Waterbalans | februari 2012
Het waterschap als energieproducent?
Inmiddels rijden twee auto’s van Waterschap Rivierenland op ‘waterschapsenergie’. Dat is biogas dat door de water schappen zelf wordt geproduceerd.
De Energiefabriek: energie uit afvalwater Waterschap Rivierenland neemt samen met 14 andere waterschappen deel in De Energiefabriek. Dat is een landelijk initiatief om energie uit afvalwater te win nen. Het doel: energieneutraal zuiveren, en uiteinde lijk zelfs het leveren van groene ‘waterschapsenergie’ aan burgers en bedrijven.
H
et zuiveren van afvalwater kost veel energie. De ongeveer 350 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) in ons land verbruiken zo’n 29 miljoen m3 aardgas en 750 gigawattuur aan stroom per jaar. Dat is ongeveer het verbruik van een stad als Rotterdam, of 60% van het verbruik van de NS. Een deel van die energie wordt nu al door de grotere rwzi’s ‘terugverdiend’, onder meer door vergisting van rioolslib tot biogas of verbranding van slib in energiecentrales. Door nieuwe rwzi’s in te richten als ‘energiefabriek’ en oude installaties aan te passen kan veel meer worden terugverdiend. De energieinhoud van rioolwater is er hoog genoeg voor, vertelt Johan Bakker. Hij is werkzaam bij Waterschap Rivierenland en is daarnaast 2 jaar lang landelijk opdrachtgever van De Energiefabriek.
Concrete duurzaamheid
Bussen op biogas Bakker: “Er draait nu één energiefabriek in het werkgebied van Waterschap Rivierenland, dat is de grote rwzi in Nijmegen. Die produceert nu meer energie dan het proces van zuiveren kost. Dat is bereikt door meer zuiveringsslib centraal in Nijmegen te verwerken en door nieuwe technieken te gebruiken. We werken nu aan een business case waarbij we samen met het naastgelegen afvalverwerkings bedrijf kijken naar het verbeteren van de kwaliteit van het biogas dat we produceren. Dat kunnen we dan als brandstof aan andere partijen aanbieden. Een serieuze mogelijkheid is om het te leveren aan de gemeente Nijmegen om de stadsbussen op te laten rijden. De business case richt zich dus op meerdere partijen. Het waterschap voor het vergisten van slib, de afvalverwerker voor het vergisten van gft-afval en de gemeente en het vervoersbedrijf als afnemers van het biogas.” 6 Waterbalans | februari 2012
Ook een nieuw te bouwen rwzi in Sleeuwijk zal volgens de principes van De Energiefabriek worden opgezet. Bakker: “In dat gebied wordt een aantal kleinere zuiveringsinstallaties gecentraliseerd. De schaalgrootte en de inzet van nieuwe techniek geeft je de mogelijkheid om er een installatie van te maken die meer energie levert dan ‘ie kost. Als waterschap kun je veel beleidsvoornemens snel concretiseren. Je kunt ze meteen omzetten in investeringsprogramma’s, in techniek en bedrijfsvoering. Het hoort bij onze maatschappelijke plicht om zo goed mogelijk met milieu, energie en vooral kosten om te gaan. Slib is niet langer afval maar een grondstof en die benadering dwingt tot andere keuzes. De Energiefabriek scoort daarbij op alle fronten. We behalen een heel direct economisch doel én we voldoen aan een aantal beleidsopdrachten waar we ons aan hebben gecommitteerd. Zoals Samenwerken in de Waterketen, de Green Deal en het Klimaatakkoord waarin de klimaatambities van het waterschap zijn vastgelegd. De Energiefabriek is wat mij betreft werken aan de toekomst.”
Samenwerken Rivierenland en Hollandse Delta:
Goedkoper, efficiënter, beter De waterschappen Rivierenland en Hollandse Delta streven naar een structurele samenwerking. Zo zijn de afdelingen Handhaving eind 2011 geïntegreerd en werken nu als één afdeling. De waterschappen zoeken kansen om hun werk efficiënter en beter te maken en kunnen zo in drie jaar tijd 400.000 euro te bezuinigen. De integratie van de afdeling Hand having betekent een grote stap.
E
ric Jongmans, secretaris-directeur van Waterschap Rivierenland: “Onze ambitie is om samen met andere waterschappen te kijken waar we kwaliteitsverbetering en efficiencywinst kunnen behalen. Goed voor de inwoners, goed voor onze afnemers.” Zijn ‘collega’ Arnoud van Vliet, secretaris-directeur van Waterschap Hollandse Delta: “De druk vanuit het Rijk om als waterschappen kosten te drukken en efficiënter te werken, heeft daaraan een flinke ruk gegeven.”
Robuust Op zoek naar synergie, was het voor ‘buren’ Hollandse Delta en Rivierenland logisch om juist met elkaar de banden éxtra aan te halen: gelegen in elkaars verlengde, in het stroomgebied van de grote rivieren, zagen ze meer overeenkomsten dan verschillen. Jongmans: “Onze insteek: we zijn twee robuuste organisaties die elkaar kunnen ver sterken. Wij hebben onze afdelingshoofden en medewerkers nadrukkelijk gevraagd uit te kijken naar vruchtbare
vormen van samenwerking. Voor waarde is dat ze – aantoonbaar – geld opleveren, of voordelen voor de bedrijfsvoering.”
Eigen accenten Toen onderzoek uitwees dat ook hun afdelingen Handhaving meer overeenkomsten dan verschillen kenden, besloten de waterschapsbesturen in oktober 2010 er dan ook maar één afdeling van te maken. De integratie van de afdeling Handhaving, een jaar later, vormt het slotstuk van het traject; eerder al waren beleid en werkwijze op één lijn gebracht. Jongmans: “Onze besturen houden hun invloed en kunnen nog altijd eigen accenten leggen, maar voor de uitvoering hoeft dit geen belemmering te vormen.” “Als wij onze bedrijfsprocessen achter de schermen efficiënter en goedkoper maken, profiteren klanten daar ook van”, stelt Jongmans. “Voor hen is de winst echter vooral dat specialistische kennis, benodigd voor de handhaving, nu makkelijker voor handen is.” Handhavers voeren de controles uit waar hun specifieke kennis van pas komt. “De klant krijgt dan iemand over de vloer met verstand van zaken”, bevestigt Van Vliet: “Met ervaring in de glastuinbouw, of juist in zware indus
7 Waterbalans | februari 2012
trie of tankcleaning. Kennis die de andere regio met één of twee controles per jaar wellicht niet op peil kan houden.”
Groeien De integratie, op 1 oktober 2011 ingegaan, is nog pril. In de praktijk zullen de organisaties naar elkaar toe groeien, verwacht Jongmans. Hier blijft het niet bij, beloven beide secretaris-directeuren: er ligt nog een hele lijst met voornemens. De twee ‘dijkwaterschappen’ pakken samen hun dijkversterking aan, combineren de inkoop van het wagenpark en de aanbesteding van hun energiecontracten. “Eric en ik vertegenwoordigen de ander ook op vergaderingen, als die verhinderd is”, vertelt Van Vliet. Enkele directeuren volgen dit voorbeeld. “Het vereist dat je elkaar goed kent en vertrouwt”, benadrukt hij. “Dat je vóelt dat je er samen voor staat.” Waar het ophoudt? “We zijn niet uit op een fusie”, benadrukt Van Vliet. Met 550 medewerkers bij Hollandse Delta en 650 bij Rivierenland, zou dat een té grote organisatie worden. En daar heeft de klant niks aan. Wel zoals op déze manier: goedkoper, efficiënter, beter.”
Samenwerken
Bart Bardoel: ‘Op zoek naar de win-win’
Samen streven naar minder landbouwemissie
Waterschap Rivierenland is partner in het project ‘Natuurlijke Grenswateren’ (Nagrewa) en werkt daarbij samen met veel partijen. Onder meer met ZLTO, een van de grotere belangenverenigingen voor land- en tuinbouw in ons land. Bart Bardoel van ZLTO Projecten is projectleider van één van de deel projecten van Nagrewa. Hij werkt daarvoor intensief samen met het waterschap.
“D
e belangen van de agrarische sector en de belangen van het waterschap kunnen soms botsen…” maakt Bardoel meteen duidelijk. “Maar onze insteek is dat we bij projecten als dit op zoek gaan naar het gemeenschappelijk belang.”
Minder landbouwemissie Als projectleider Water en Biodiversiteit is Bart Bardoel betrokken bij de uitvoer van het deelproject ‘LERM’. Dat staat voor ‘Landbouw Emissie Reducerende Maatregelen’ in de regio ZuidGelderland. Bardoel: “Daar wordt meteen het gemeenschappelijk belang van de boeren en het waterschap duidelijk. Kort gezegd: het waterschap wil dat er zo min mogelijk meststoffen en gewas-
beschermingsmiddelen in de sloot terechtkomen, en dat wil de boer ook. De boer wil zo min mogelijk verlies, die wil die meststoffen op het land. Dat is een mooie basis voor samenwerking.”
Inzetten op gedragsverandering Minder ongewenste stoffen in het oppervlaktewater, dat kan op verschillende manieren worden bereikt. In het LERM-project worden een vijftal maatregelen uitgewerkt, één van die maatregelen is het aanleggen van speciale akkerranden waar niet bemest en bespoten wordt. Zo spoelen er minder stoffen uit naar de sloot. De medewerking van boeren is hierbij cruciaal. Er wordt dan ook veel aan voorlichting gedaan. Dat is nodig, want deelnemen gebeurt op vrijwillige basis. Bardoel: “Wat zowel ZLTO als het waterschap niet wil is werken met verboden of boetes. Stimuleren en meedenken met het belang van de boer werkt prettiger en is uiteindelijk effectiever. Een gedragsverandering bereiken kost veel energie, maar is uiteindelijk kostenefficiënter. Als
8 Waterbalans | februari 2012
Akkerrandenregeling Waterschap Rivierenland streeft naar schoner oppervlaktewater. Waterlopen langs akkers of weilanden kunnen vervuild raken met meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen die ‘uitspoelen’ vanaf het land. Door een strook van 4 meter breed niet meer te bespuiten of te bemesten voorkom je dit uitspoelen. De boer haalt hierdoor wel minder opbrengst van zijn land. Als hij meedoet met het akkerrandenproject van Waterschap Rivierenland wordt hij hiervoor gecompenseerd met een vast bedrag per meter. Er is hiervoor 90.000 euro aan (onder meer) Europees subsidiegeld beschikbaar. De beheerovereenkomsten die met de boeren gesloten worden lopen 2 jaar. Er is inmiddels zo’n 43 kilometer aan randen langs grasland en 18 kilometer aan randen langs akkerland aangelegd. De akkerrandenregeling is onderdeel van een breder project om te komen tot minder landbouwemissie in Zuid-Gelderland. Het vindt plaats onder de paraplu van het grensoverschrijdende Nagrewa-project. Meer informatie is te vinden op www.nagrewa.eu.
Hoe zorg je dat boeren efficiënter omgaan met mest
je verbiedt, moet je handhaven en controleren, en dat is duur. Het past bovendien niet meer in het beeld van een terugtredende overheid.”
Op zoek naar de win-win ZLTO heeft ervaring met soortgelijke projecten in andere regio’s. Bardoel: “Een akkerrandenproject in Brabant loopt nu al meer dan tien jaar. We weten veel over de effecten van landbouw op de waterkwaliteit. We zijn natuurlijk primair een belangenvereniging van boeren en tuinders. We houden ons bezig met ‘klassieke’ belangenbehartiging, maar ook met ‘proactieve’ belangenbehartiging. Met de positie van de agrarische sector op de lange termijn, de invloed op het milieu op de lange duur. Op dat gebied is samenwerken met het waterschap vanzelfsprekend. Kijk, eventuele conflicten tussen boeren en het waterschap lossen we met dit project niet op. Dat is ook niet onze insteek. Daar moet je bij voorlichtingsbijeenkomsten bijvoorbeeld open over zijn. Tijdens zo’n bijeenkomst heb je alle partijen bij elkaar. Wij als ZLTO, het waterschap, een zaal vol boeren of loonwerkbedrijven. Je weet dat er ‘oud zeer’ kan zitten in zo’n zaal. Maar je kunt er ook meteen op wijzen dat je bij deze maatregel een gemeenschappelijk doel hebt. Je moet samen op zoek naar de win-win. Dat is ook goed uit te leggen. De boer kan duurzamer produceren en ontvangt een beheervergoeding voor de akkerrand, het waterschap werkt aan de doelstelling van schoner oppervlaktewater.”
stoffen en gewasbeschermingsmiddelen? Waterschap
Persoonlijk contact
Rivierenland en landbouworganisatie ZLTO werken samen
Het LERM-project in Zuid-Gelderland loopt nu bijna twee seizoenen. Aan de akkerranden-maatregel doen ongeveer 35 boeren mee en ook verschillende masterclasses rond efficiënter bodemgebruik of alternatieve gewasbeschermingstechnieken trekken veel deel nemers. Dat is winst voor het milieu, maar er is ook een bijkomend voordeel. Bardoel: “Het waterschap komt in rechtstreeks contact met de agrariërs in het werkgebied. Op een andere manier in contact. Niet met dikke brieven of een boete, maar met een positief plan. Het is van het waterschap dan ook een goede stap om persoonlijk mee te gaan naar bijeenkomsten. Om het daar persoonlijk uit te leggen. Veel boeren kennen hun districtsmedewerker niet meer. Een sloot zit verstopt, het maaien is niet goed gegaan, een schuif staat dicht… Wie bel je dan? Een anoniem nummer? Projecten als dit herstellen het directe contact. Het waterschap krijgt weer een gezicht, én de boer krijgt weer een gezicht. Ook dat is winst.”
9 Waterbalans | februari 2012
met voorlichting en maatregelen om dat te bereiken. Het milieu profiteert mee, want het oppervlaktewater wordt hierdoor schoner.
In deze serie vertelt een externe relatie over samenwerking met het waterschap. Daarnaast vragen we naar de relatie met water.
Over de cover Waar? Bart Bardoel staat langs een akkerrand die niet wordt bemest of bespoten. Waarom deze locatie? “Dit is land van een van de agrarische bedrijven in Zuid-Gelderland die meedoen aan een project om te komen tot minder landbouwemissie. Minder ongewenste stoffen in het milieu.” Samenwerking met het waterschap? “Die verloopt heel vloeiend. Inhoudelijk, maar ook op het persoonlijke vlak. We hebben dezelfde filosofie, dezelfde manier van werken. We kijken niet naar wat er allemaal niet kan, maar focussen op wat wel kan. En daarmee gaan we aan de slag.” Relatie met water? “Het was mijn studierichting. Ik ben milieukundige met als specialiteit waterkwaliteit. Het is heel interessant om te zien dat water een belangrijk onderdeel is van het hele stelsel van biodiversiteit. Niet alleen in de sloot, zichtbaar, maar bijvoorbeeld ook in de bodem. Landbouw en water hebben heel veel raakvlakken.”
Met brugklassers het veld in
Nieuwe natuuroevers als lesmateriaal Hoe maak je zichtbaar wat een waterschap doet? Dat kan met grote voorlichtingscampagnes in de media, maar het kan ook ‘hands on’ in het veld. Door bijvoorbeeld met een schoolklas te gaan kijken naar de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Dat laatste deed Pascal van den Ring van de afdeling Plannen van Waterschap Rivierenland. Samen met leerlingen uit de brugklas van het Cambium College uit Zaltbommel ging hij kijken bij een project langs de Capreton, een belangrijke waterloop in de Bommelerwaard.
Robuuste natuuroevers Van den Ring: “We leggen hier een ecologische verbindingszone aan tussen zes natuurgebiedjes langs de waterloop. Daarmee werken we aan een van de natuurdoelstellingen van de provincie Gelderland maar óók aan de doelstellingen van het waterschap: meer waterberging en een betere waterkwaliteit. We hebben in 2003 al zo’n 2,5 kilometer natuurvriendelijke oevers aangelegd. We zijn nu bezig met nog eens 2,5 kilometer en in 2018 hopen we de totale inrichting van 8 kilometer ecologische verbindings zone klaar te hebben.”
Technasium Dat was niet ongemerkt voorbijgegaan aan een biologieleraar van het Cambium College, Dirk Muller. Die school is onderdeel van het ‘technasium’-net-
werk. De aangesloten scholen bieden hun leerlingen extra praktijkervaring in de bètavakken, actueel en in een realistische context. Muller: “De aanleg van deze oevers is een aansprekend project, als het ware in de achtertuin van de leerlingen. Voor het vak ‘Onderzoeken & Ontwerpen’ zijn we op een middag in september samen met Pascal van den Ring het veld ingegaan. We hebben gekeken naar de verschillende profielen die voor de waterloop zijn gebruikt, en naar de hoeveelheid planten en dieren die gebruik maken van die profielen. Tijdens een middag in november hebben de leerlingen in verschillende groepjes hun bevindingen en ontwerpen gepresenteerd.”
Hoog niveau Leverde dat voor het waterschap nog nieuwe inzichten op? Pascal van den Ring lacht: “Nee, maar dat was ook niet de bedoeling. Ik was wel onder de indruk van de hoeveelheid informatie die ze over het onderwerp hadden weten te vinden. Ik vertelde vooraf iets over het project en dan merk je echt dat ze met de oren zitten te klapperen. Het was compleet nieuw voor ze. Het is leuk om te zien dat zo’n onderwerp vervolgens heel grondig wordt opgepakt en dat de leerlingen er echt iets van opsteken. Ik was blij verrast met het 10 Waterbalans | februari 2012
Waterschap Rivierenland besteedt veel aandacht aan educatie. Onder meer met gastlessen en excursies voor scholen. In de Waterwaaier staat een overzicht van de educatieve activiteiten van het waterschap. Scholen kunnen de Waterwaaier bestellen via www.water schaprivierenland.nl. Hier kan ook een (gratis) gastles worden aangevraagd. niveau van de presentaties. Ze hebben goed gekeken en hebben hun ontwerpen goed beargumenteerd. Leuk en leerzaam om te doen. Ook voor mij. Je wordt je er weer bewust van hoeveel je zelf eigenlijk voor vanzelfsprekend houdt. Dat merk je als je het gaat uitleggen aan jongeren. Een project als dit werkt twee kanten uit. Het educatieve doel voor de school, én het draagt op een hele praktische manier bij aan de bekendheid van het waterschap en het belang van goed waterbeheer. Ja, zeker voor herhaling vatbaar.” Dat vindt ook Dirk Muller: “We hebben al afspraken lopen voor nieuwe excursies. De samenwerking met het waterschap heb ik als zeer prettig ervaren. Goede ideeën, snelle reacties en veel medewerking. Het is geweldig te merken dat een organisatie als een waterschap zich op deze manier in wil zetten.”
Rondvraag
Zijn de digitale systemen van het waterschap veilig? Veiligheid. Het is een kerntaak van het waterschap. Het waterschap zorgt immers voor veilige dijken. Maar hoe is het gesteld met de digitale veiligheid? Er worden gegevens uitgewisseld met andere over heden, het bedrijfsleven en met burgers. Hoe veilig is dat allemaal? In september 2011 werd Nederland opgeschrikt door het bericht van de onveilige certificaten van DigiNotar. Die certificaten zorgen ervoor dat als je inlogt met je DigiD, je zeker weet dat je verbinding hebt met een ‘echte’ overheidssite. Ook Waterschap Rivierenland maakte gebruik van DigiNotar-certificaten. Reden tot zorg? Wilma Kooiman, beleidsadviseur personeel, organisatie en informatie Waterschap Rivierenland “We zijn geschrokken van het DigiNotar-nieuws. Het was een gecertificeerd bedrijf waarbij dit probleem nooit had mogen voorkomen. Er heeft onvoldoende controle plaatsgevonden door auditors. Niemand verwacht dat. Het bericht kwam op een vrijdagavond, we hebben meteen het eenmalig inloggen met DigiD stopgezet. Het heeft geen gevolgen gehad voor onze systemen. Veiligheid is voor ons een specifiek aandachtspunt. Er is altijd spanning tussen toegankelijkheid en veiligheid. Je wil dat burgers, bedrijven en medewerkers zonder veel drempels gebruik kunnen maken van elektronische dienstverlening. Maar de veiligheid moet daarbij voorop staan. De primaire systemen van het waterschap zijn allemaal afge-
schermd. De uitwisseling met andere overheidsdiensten, bijvoorbeeld met de gemeentelijke basisadministratie van gemeenten of met de belastingdienst, verloopt versleuteld en afgeschermd. We nemen veiligheid heel serieus.” Dennis van Leuverden, procesleider applicatiemanagement van Het Waterschapshuis “Het Waterschapshuis beheert de verschillende applicaties die bij de waterschappen worden gebruikt. Onder meer het informatiesysteem IRIS. Dat ondersteunt de primaire bedrijfsprocessen. Het watersysteembeheer, keringen beheer, afvalwaterzuivering, vergunningen, handhaving… Je kunt er alleen op inloggen met een gebruikersnaam en een wachtwoord. Bij sommige waterschappen kun je ook vanaf een thuiswerkplek inloggen. Je hebt dan een token nodig, een elektronische sleutel. Of dat systeem te hacken is, is moeilijk te zeggen. Niks is onmogelijk, maar wij gaan er van uit dat de beveiliging voldoende is. IRIS zelf werkt met autorisaties, en daar ligt dan per afzonderlijk waterschap nog eens een security-laag van gebruikersnaam, wachtwoord en token overheen. Voor zover wij weten is er nooit een inbraak geweest. Ook de DigiNotar-affaire heeft bij de waterschappen geen echte schade aangericht. Wel in het niveau van de dienstverlening voor de burger, maar dat was tijdelijk. De veiligheidscertificaten zijn snel vervangen. Het is wél een eyeopener geweest. Veiligheid staat weer bij ieder11 Waterbalans | februari 2012
een scherp op het netvlies. Als ICT- organisatie eisen we dat de systemen die we inkopen voldoende veilig zijn. Daar zijn we in de afspraken die we maken met leveranciers nog scherper op gaan letten en ook scherper op gaan controleren.” Ferenc-Jan van Zijp, accountmanager openbaar bestuur bij Logius “Wij leveren als overheidsdienst pro ducten die de digitale dienstverlening tussen overheden, bedrijven en burgers ondersteunen. Dat zijn ‘e-overheid’diensten zoals DigiD, maar ook ‘DigiInkoop’ en het e-factureren waar het waterschap mee te maken heeft. We bewaken ook het stelsel van PKIoverheid, de veiligheidscertificaten die op veel overheidssites gebruikt worden en waar met DigiNotar veel om te doen was. De impact van die affaire was groot, er zijn inmiddels duizenden certificaten vervangen, een enorme operatie. Of de digitale systemen van het waterschap nu honderd procent veilig zijn? Dat kun je nooit zeggen. Iedere beveiliging is uiteindelijk te kraken. Je past de mate van beveiliging aan aan de gevoeligheid van de informatie. Maar door zoiets als DigiNotar staat het onderwerp wel weer op de agenda. We zijn ook nauwkeuriger gaan kijken naar wat onze afnemers doen. We eisen bijvoorbeeld straks van overheden die DigiD gebruiken dat ze aantoonbaar goed omgaan met informatiebeveiliging. Want ook op digitaal gebied is veiligheid zo sterk als de zwakste schakel in de keten.”
Uitgelicht 2012 Februari 8,14 Waterinformatie- 15 avonden agrariërs 9 Symposium Praktijkcases Industrieel Afvalwater dag 2. Locatie: Aterro in Wijster. Informatie: www.waternetwerk.nl 16 Opening expositie over water door prins WillemAlexander (locatie Kunsthal Rotterdam)
Maart 22 Wereld Water Dag Div verschillende inloop bijeenkomsten voor dijkverbetering Kinderdijk – Schoonhovenseveer
8, 14 en 15 Februari Waterinformatieavonden agrariërs Agrariërs hebben veel te maken met de regelingen en voorzieningen van het waterschap. Zo hebben agrariërs veel baat bij een goed waterpeil, zodat ze niet teveel en ook niet te weinig water hebben voor hun bedrijfsvoering. Voor het waterschap is het daarnaast bijvoorbeeld van belang dat de waterkwaliteit goed blijft. De manier waarop agrariërs met onkruidbestrijding omgaan, is daarom ook belangrijk aandachtspunt. Juiste informatievoorziening en goede afstemming onderling is dus erg belangrijk. Om die
reden organiseert het waterschap voor agariërs in het westelijk deel van het gebied op drie woensdagen in februari waterinformatieavonden: – 8 februari: Tieler-, Culemborger- en Bommelerwaard (Den Tol, Meteren) – 14 febuari: Land van Heusden & Altena (De Koppelpaarden in Dussen) – 15 februari: Alblasserwaard & Vijfheerenlanden (De Til, Giessenburg)
Onderzocht
April 4 Landelijke onderwijsdag watereducatie 21 oplevering projecten 22 Land van Heusden en Altena, o.a.: Zeven bansche Boezem herinrichting natuur gebied en waterberging, renovatie twee forten, aanleg Liniepad 24 Inloopbijeenkomst dijkverbetering Steurgat/ Bergsche Maas op 24 april a.s. (locatie De Kwinter, Hooftlanden 1, Werkendam). Dit dijk verbeteringstraject is inmiddels in de realisatiefase en we bereiden de uitvoering voor. Meer info op onze website: www.waterschaprivierenland.nl/ actueel/kalender
meldingen in 2011 geregistreerd en afgehandeld Waterschap Rivierenland is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor het doen van meldingen, zoals vervuiling van oppervlaktewater, schade, ongewenste lozingen of gevaarlijke situaties. In het jaar 2011 heeft het waterschap 1315 meldingen geregistreerd. Dat is een kleine afname ten opzichte van de voorgaande jaren. Het gaat hier alleen om meldingen die echt voor het waterschap bedoeld zijn, de meldingen die zijn binnengekomen en worden doorgegeven aan andere organisaties zoals het drinkwaterbedrijf, zijn hier niet in meegerekend. Ook de honderden meldingen over (te) hoog of (te) laag water zijn niet mee12 Waterbalans | februari 2012
geteld. De meldingen komen zowel tijdens als buiten kantoortijd binnen bij het meldpunt van het waterschap. Daar worden ze geregistreerd en uitgezet binnen de organisatie. De afhandeling wordt zowel qua tijd als qua inhoud gecontroleerd. Ook bij de indiener infomeren we naar de manier waarop het waterschap de melding heeft afgehandeld. Gemiddeld is de klanttevredenheid een 7. Het meldpunt van het waterschap is 24 per uur dag telefonisch te bereiken op (0344) 64 90 90. Natuurlijk kunt u ook digitaal een melding doen via onze website www.waterschaprivierenland.nl.