30/03/2010
Wat is een universiteit? Over de res publica en het publiek maken van dingen Een denkoefening
Prof. Dr. Jan Masschelein
Historische uitvindingen: • De school • De Academie van Plato • De middeleeuwse universiteit Vormkenmerken en bewoners Vormkenmerken en bewoners • Instelling van academisch onderwijs: denkend en publiek onderwijs (vrije tijd, gewijd aan studie) • Meesters/professoren en studenten (amor veritatis/amor sciendi) De idee ‘universiteit’: het college als publieke aarzeling • Publiek maken, publiek verzamelen, publiek vormen • Het (hoor)college als plaats van ‘professeren’ • Een sociaaltechnologisch tijdsdispositief De kwestie van de universiteit vandaag: • De mobilisering in naam van excellentie en kwaliteit • De virtualisering op grond van een nieuwe materiële basis
1
30/03/2010
Historische uitvindingen: de school • De uitvinding van de school bestaat erin ‘vrije tijd’ – (Grieks) σχολή: vrije tijd, rust, uitstel, studie, discussie, school, schoolgebouw – beschikbaar te stellen aan hen die daar volgens hun geboorte en hun plaats in de samenleving eigenlijk niet over konden beschikken. • De school is in die zin een speelruimte of publieke ruimte, een plaats waar kennis ter beschikking wordt gesteld, vrij wordt gegeven.
Historische uitvindingen: de academie • Socrates ondervraagt, onderzoekt, spreekt waarheid (‘parrhesiast’), denkt (staat bij iets stil en vergeet de tijd) op straat • Socrates drinkt de gifbeker om zichzelf en de waarheid trouw te blijven (waarheidsliefde als ethos). De dood is geen kwestie van moeten, maar van kunnen • Plato maakt kennis met pythagorische gemeenschap (meditatie over het mysterie van het getal) Academie (387 v.C) als ‘school’ waar socratische activiteit, socratische gesprekken, socratische ethos en pyhtagorische ervaring op een geregelde wijze worden herhaald: bij de dingen zijn, spel van vraag en antwoord, leven in een asiel van de waarheid
2
30/03/2010
Historische uitvindingen: de middeleeuwse universiteit Universitas magistrorum et scholarium/Universitas studii U i i i h l i /U i i dii • lectio divina opgesplitst in lectio spiritualis (kloostercel, kapittelzaal, kruisgang) en lectio scolastica (nieuwe plaats: universiteit) • De ontwikkeling van de bladspiegel: van ‘zingende zinnen’ naar ‘spiegel van gedachten’ (zintekens, ondertitels, citaten, markeringen, indexen, nummering, systematisering van bemerkingen & commentaren) bemerkingen & commentaren) Het ontstaan van de boek‐tekst maakt dat de studenten gaan mee‐ lezen (college): er wordt ook letterlijk een zichtbare en beschikbare tekst tussen hen gelegd en opengeslagen
Historische uitvindingen: middeleeuwse universiteit • D De boek‐tekst was niet langer het symbool van een goddelijke realiteit, b kt kt i tl h t b l dd lijk lit it maar de materialisatie van abstracties en concepten (gedachten) • De boek‐tekst vraagt geen gehoorzaamheid of geloof, maar (kritische) interpretatie en commentaar • Universiteit is pedagogische vorm sui generis: leren en onderwijzen als publieke studie, publiek (samen‐)lezen • De universiteit was in die zin het opnieuw vormgeven van de idee van de ‘ ‘vrije tijd’ als tijd van de publieke d’ l d d bl k studie door meesters en studenten die d d d d amor sciendi en amor veritatis delen
3
30/03/2010
De idee universiteit: het college als publieke aarzeling De universiteit en de res publica: publiek maken, publiek verzamelen en publiek vormen • Res publica is wat iedereen publiek aanbelangt en daarom publiek besproken wordt. ‘Ding/Res’ is niet ‘iets’ dat we voorstellen of vervaardigen, geen object maar een zaak, iets wat ons raakt, inter‐esseert en aanwezig is, dat ons bekommert. • ‘Zaak’ is wat ons aan het denken zet en ons als denkend publiek verzamelt • Universiteit is architectuur waar iets de macht verwerft ons te doen denken (stilstaan bij), een aarzeling tot stand brengt, een ‘zaak’ wordt en zo een publiek in het leven roept en vormt. • College als tijd en ruimte van: eenheid van onderzoek, onderwijs en maatschappelijke betekenis; parrhesia (recht en plicht om vrank en vrij de waarheid te zeggen); gemeenschap van professoren en studenten als denkend publiek; collectief experiment
De idee universiteit: het college als publieke aarzeling Het hoorcollege als plaats van het professeren: academisch onderwijs en het Het hoorcollege als plaats van het professeren: academisch onderwijs en het onderscheid tussen doceren en professeren Doceren ‐ (Latijnse docere): onderrichten, inlichten, iemand in kennis stellen, bekend maken y Docenten geven les en onderrichten, maken feiten bekend, en ook de manier waarop men tot die feiten gekomen is; y ondersteunen en begeleiden lerenden door stimulerende leeromgevingen d t b l id l d d ti l d l i aan te bieden die tegemoetkomen aan individuele leerbehoeften. y Willen zo het leren als individuele constructie van kennis ondersteunen, faciliteren, begeleiden.
4
30/03/2010
De idee universiteit: het college als publieke aarzeling ‘Professeren’ – (Latijns) profiteri, profero: te voorschijn brengen, voor de dag ,p , ; p , g , halen, publiek maken, uitbreiden; maar ook opschorten, verdagen, tot stilstand brengen. • Professor is diegene die er in slaagt om een ding werkelijk te maken, tot leven brengt, zodat het ons aan het denken zet (ons doet stilstaan) • Professor is een figuur wiens activiteit een publiek karakter heeft, die (in het) publiek denkt • College geven is niet enkel iets bekendmaken, maar ook een zaak aan‐ wezig stellen en uitnodigen om opnieuw, en zelf, te kijken en te denken. De professor is er niet voor de student, de student is er niet voor de professor, beiden zijn er omwille van de zaak en de waarheid van de zaak De bewoners van de universiteit zijn geen docenten en lerenden/leerders, maar professoren en studenten. Zij delen het aandachtige en experimentele ethos van geleerden, dwz, van mensen die samen studeren in de aanwezigheid van een ding en in confrontatie met een publiek.
De idee universiteit: het college als publieke aarzeling Een sociaaltechnologisch tijdsdispositief: Een sociaaltechnologisch tijdsdispositief: vrije tijd, tegenwoordige tijd, aanwezigheid. y In het college (in tegenstelling tot de les) richt de spreker/professor zich tot het publiek als iemand die niet essentieel verschillend is van het verzamelde publiek. En precies daardoor nodigt hij zijn publiek uit zich met de zaak in te laten. y De manier van zich verhouden van zowel de spreker als zijn/haar publiek brengt hen ertoe de zaak die in het college aan bod komt te ervaren als brengt hen ertoe de zaak die in het college aan bod komt te ervaren als reële en gemeenschappelijke zaak, als (onderdeel van een) wereld. y Het college trekt ons in de tegenwoordige tijd (hier en nu bij de zaak zijn), de ‘vrije tijd’ die niet van de ontspanning maar van de studie is, en daarmee uit de gewone tijd.
5
30/03/2010
De kwestie van de universiteit vandaag: mobilisering en virtualisering • Onderzoekers, professoren en studenten permanent gemobiliseerd met het oog op (internationale) excellentie. Vraagt een ondernemende houding (gehoorzaamheid en onderwerping ten aanzien van een permanent kwaliteitstribunaal, die samengaat met een angst om tijd te verliezen, om niet productief te zijn). • Virtualisering op grond van nieuwe materiële basis (van boek‐tekst naar scherm‐tekst): community of learners (individuen delen enkel de poging om aan individuele leerbehoeften en keuzes te voldoen), grenzeloze online bereikbaarheid ipv aanwezigheid, onderzoekers/ docenten en lerenden vervangen professoren en studenten • Om de traditie van de universiteit levendig en maatschappij‐ bepalend verder te zetten dienen we een nieuwe kunst te ontwikkelen, binnen en met behulp van technologie, voor het publiek maken van dingen; en nieuwe vormen zoeken van het aanwezig stellen van gemeenschappelijke zaken die een denkend publiek kunnen verzamelen.
Examenvragen • M Met de middeleeuwse universiteit ontstaat een unieke pedagogische vorm td idd l i it it t t t i k d i h (een pedagogische vorm sui generis). Zou u kunnen toelichten wat het unieke karakter van die vorm uitmaakt? • Waarom zou men kunnen zeggen dat het (hoor)college tot de essentie van academisch onderwijs behoort? • In welke zin stellen de zorg om kwaliteit (ipv waarheid) en de hedendaagse vormgeving van het onderwijs (ICT, PPT, etc.) uitdagingen aan het academisch karakter van het onderwijs? academisch karakter van het onderwijs?
6