ASSET & MAINTENANCE MANAGEMENT
E.On Benelux afdeling AMM Kerntaken Ontwikkelen centrales Beheren centrales Onderhouden centrales
Doelen Voldoen aan veiligheid, milieu, kwaliteitseisen Optimaliseren kosten en beschikbaarheid
Wat is de WAI:
Is een vragenlijst waarmee de inschatting wordt gemaakt van het werkvermogen van de medewerker hoe hij dat zelf ziet in zijn huidige werk. Het werkvermogen is de mate waarin een werknemer zowel fysiek als geestelijk in staat is om zijn huidige werk te doen. Is een Tool/instrument om werknemers duurzaam inzetbaar te houden. Het opsporen van de risico's welke verbonden aan individuele medewerker of bij groepen binnen de organisatie. Twee belangrijke peilers van de monitor zijn: 1. investeren in ontwikkeling van medewerkers -> gericht mobiliteitsbeleid 2. Investeren in arbeidsomstandigheden -> mensen langer gezond & vitaal blijven werken
1
Waarom WAI:
Voor een duurzaam HR beleid gericht op de medewerker, en de aantrekkelijkheid van het bedrijf om zich hiermee te profileren. Vanwege de aankomende vergrijzing is het belangrijk werknemers employable te houden, en te voorkomen dat ze opgebrand zijn na hun arbeidzame leven, helemaal nu de trend is om langer door te werken. Draagt bij aan de inzetbaarheid, productiviteit en werkplezier van medewerkers. De kosten voor de verminderde productiviteit op het werk zijn hoger dan de kosten voor verzuim. Bij slechte scores worden vervolg interventies ingezet zodat het werkvermogen weer toeneemt. Vele interventie vormen zijn mogelijk; Coach voor bijvoorbeeld leefstijl verandering, Dieet, Fysiotherapeut, Fitness, etc. Er ontstaat een interactie tussen de medewerker en de leidinggevende om over het plan van aanpak te praten. Dit levert informatie mbt het ontwikkelen van medewerkers, en voor investeringen in arbeidsomstandigheden.
De individuele scores van het werkvermogen van een medewerker wordt vastgelegd in punten zie hiervoor de onderstaande tabel:
Score
Beoordeling
7 - 27 punten
Rood
28 - 37 punten
Oranje
38 - 49 punten
Groen
Betekenis De medewerker heeft een laag werkvermogen. Het is voor deze medewerker noodzakelijk om vervolg onderzoek te doen om de dreigende uitval te voorkomen. De medewerker heeft een matig werkvermogen. De medewerker ervaart diverse knelpunten die hem het idee geven het werk minder goed aan te kunnen. Deze punten kunnen voor de medewerker op termijn een reden vormen om uit te vallen. De medewerker ervaart geen problemen. Hoewel er altijd uitval kan plaatsvinden wordt dat op dit moment in ieder geval niet als zodanig door de medewerker ervaren. Er is geen actie noodzakelijk.
2
Werkvermogensmonitor 2005(1): Doel: Het signaleren van medewerkers (individueel en groepsverband) die een verhoogd risico liepen op uitval. De uitvoering van het onderzoek:
In het voorjaar van 2005, klassikaal diverse malen op verschillende locaties olv Preventned. De ingevulde formulieren direct ingeleverd bij Preventned. Presentie lijst bijhouden zodoende een hoog opkomst percentage van 96%. Iedereen oproepen voor deelname door een flyer met begeleidend berichtje van Preventned. In september iedereen een persoonlijk bericht met zijn uitslag, en een samenvatting voor de gehele groep, dit ivm transparantie
Werkvermogensmonitor 2005(2):
Resultaten:
11 medewerkers scoren rood. 61 medewerkers bevinden zich in de gevaren zone(oranje). 106 medewerkers hebben een groene score. Het werkvermogen is lager dan verwacht. Ruim 11% van de medewerkers lijdt aan Obesitas, die hebben vaker een matig/slecht werkvermogen.
3
Werkvermogensmonitor 2005(3):
Conclusies: Sterk verband tussen leeftijd en werkvermogen, toenemende leeftijd geeft kans op matig/slecht werkvermogen. (49% van de werknemers ouder dan 40 jaar scoort een matig/slecht werkvermogen.) Gebrek aan afwisseling in het werk, en het hoge werktempo hangen samen met matig/slecht werkvermogen. ( Of de één de oorzaak is van de andere blijkt niet uit het onderzoek) Hoge fysieke belasting leidt meer tot matig/slecht werkvermogen. Zelfstandigheid wordt als gunstig ervaren op het werkvermogen. Er is een verband tussen tijdelijk en vast dienstverband, uitvalsrisico bij medewerkers met vast dienstverband is hoger. De score van het werkvermogen wordt sterk beïnvloed door de aanwezigheid van diverse ziekten vastgesteld door een arts(Bewegingsapparaat 81%, hart en vaatziekten 54%, neurologische en zintuigelijke aandoeningen 51%).
Werkvermogensmonitor 2005(4): Opvolging:
Van toepassing voor 20 personen. Individuele gesprekken waarin het belang aangegeven wordt om niet anoniem te blijven. Daarna is er een voorstel gekomen voor 2 groepsonderzoeken de zogenaamde participatieve ergonomie, en 10 persoonlijke aanvalsplannen. Participatieve ergonomie is toegepast met medewerkers die aan het kolentransport, werken, en die werkzaamheden verrichten aan de poederkool molens. Persoonlijke opvolging voor 9 personen, zoals gesprekken met leidinggevenden, werkplek onderzoek, fysieke training, diëtist, bedrijfsmaatschappelijk werk, belastingsonderzoek, psycholische begeleiding, mediator, conditie training, of combinaties daarvan. Een aantal van deze zaken zijn door de eigen arbo-unie opgepakt.
4
Herhaald Werkvermogensmonitor onderzoek 2006: Doel: Het effect te meten van het onderzoek in mei/juni 2005 •
TBV 58 medewerkers die in 2005 een (sterk) verminderd of slecht werkvermogen scoorden.
•
Zij hebben de monitor voor het eerst via internet ingevuld
•
Hiervan hebben 69% hem ingevuld, dat zijn 40 personen.
Conclusies: 1. De interventies bij 9 medewerkers met een slecht werkvermogen(rood) hebben geleid tot een aanzienlijke verbetering van het werkvermogen, en daling van het gemiddeld aantal verzuimdagen(36 11 dagen) 2. Hiervan zijn er 2 uitschieters die zijn in outplacement of andere functie terecht gekomen, deze zijn in de verdere conclusies niet meegenomen. 3. Bij de medewerkers die rood scoorden en die geen interventie programma volgden werd een stijging in het verzuim waargenomen. 4. Bij de medewerkers die oranje scoorden en die geen interventie programma volgden is juist een aanzienlijke teruggang in verzuim(gemiddeld 32 naar 9 dagen), en verbetering in werkvermogen geconstateerd, dit waarschijnlijk vanwege de signaal functie van de oranje score die ze hadden. 5. De 18 personen die niet gereageerd hebben zagen vermoedelijk geen noodzaak voor deelname ivm sterke daling van hun verzuim.
Werkvermogens monitor 2007(1): Conclusies(1): Response is 67%(123 van de 184) Interventies hebben geleid tot een significante verbetering van het werkvermogen. De verbanden tussen de gemeten werkfactoren(afwisseling/zelfstandigheid/ werktempo) en werkvermogen zijn nagenoeg hetzelfde tov 2005. De verbanden tussen de persoonlijke factoren (leeftijd/gezondheidsproblemen/ zwaarlijvigheid) en werkvermogen zijn nagenoeg hetzelfde tov 2005. Toenemende leeftijd en zwaarlijvigheid zijn sterke risicofactoren voor een matig/slecht werkvermogen. Het aantal medewerkers met matig/slecht werkvermogen is sterk gedaald tov 2005. Het zijn nu nog 10 personen met een matig/slecht werkvermogen(score<31), met een gemiddelde leeftijd van 54 jaar.
5
Werkvermogens monitor 2007(2): Conclusies(2): 11 personen scoren rood of oranje , deze zijn aanvullend onderzocht, door eerst een persoonlijk gesprek met hen te voeren Dit heeft geresulteerd in persoonlijke gezondheid coaching voor 2 personen, en Groepstherapie(8 personen) voor de Technician 50+ groep(risico groep) gericht op ergonomie. Van 22 personen zijn nu 3 metingen beschikbaar die in 2005 een matig/slecht werkvermogen scoorden. In 2006 waren zij gemiddeld 2 punten gestegen. In 2007 waren zij gemiddeld 1,3 punten gestegen.
Het gemiddelde verzuim van de medewerkers met een matig/slecht werkvermogen is van 11 5, 4 dagen gedaald. BMI gemiddeld over 75 personen die ook in 2005 meededen is gelijk gebleven. Het aantal personen met een hoge BMI is wel toegenomen.
Werkvermogen in beeld:
Aantal
2005 (n=180) 2007 (n= 123) Percentage Aantal Percentage
Uitstekend
30
17%
33
27.3%
Goed
89
49%
65
53.7%
Matig
51
28%
21
17,3%
Slecht
10
6%
2
1.7%
WAI gemiddeld
38.1
40.2
6
Leeftijd en werkvermogen: Aantal personen in de jaren Leeftijd
2005
40 jaar of minder
47
>40 jaar
131
2007
Werkvermogen Matig/slecht 2005
2007
23
8
0
98
64
20
Opmerkingen
Zeer sterk verband
Stand van zaken in 2009(1): Opvolgingen uit aanbevelingen: Kosten effectiviteit is geen inzicht in. Taakroulatie is lastig Meer eigen inbreng is verbeterd. Regelmogelijkheden zijn verbeterd om werklast te verdelen. Cultuur is eerst zelf doen, en daarna anderen gelegenheid geven. Meer sturen op persoonlijke overwerk limieten.
Grote groep medewerkers met ernstig overgewicht, de maatregelen: Het eten in de kantines is aangepast, de gezonde en magere etenswaren zijn goedkoper dan de vette ongezonde etenswaren. Groene stikker is gezond, de rode is ongezond, daartussen is oranje. Er zijn op 2 locaties fitness ruimtes ingericht waar de werknemers tegen een lage vergoeding na werktijd onder begeleiding kunnen fitnessen. De mensen op de andere locaties kunnen gebruik maken van afspraken gemaakt bij “fit for free” die zitten in heel Nederland.
7
Stand van zaken in 2009(2):
Extra uitdaging ivm het langer doorwerken van iedereen. Op dit moment wordt de werkvermogens monitor bij AMM voor de 3e keer gehouden, voor sommige mensen die eerder rood scoorden zelfs de 4e keer. De andere afdelingen krijgen het Arbo-unie “performer” onderzoek, dit is vergelijkbaar met de WAI, is ook gericht op mogelijk toekomstige uitval. Beide onderzoeken zijn onderdeel van het periodiek medisch onderzoek, en worden nu vanuit HR ingezet. Totaal aantal medewerkers waar dit betrekking op heeft is ca. 750. Actieve sponsoring sportclubs, en betrekken werknemers bij sport evenementen zoals Marathon Rotterdam, Ropa run, ride for de roses, ….. De fitness ruimtes worden ook gebruikt voor de Actieve revalidatie; medewerkers die potentieel gaan uitvallen worden daar begeleid om dit te voorkomen. Er is nu ook een medewerker bij HR die aanspreekpunt is voor Fit en Gezond. Op dit moment worden de gegevens van het laatste onderzoek verwerkt. In eerste instantie een laag invul percentage ca. 25 %. Persoonlijk aanschrijven geeft een hoger reactie percentage 69 %.
Dank voor uw aandacht Vragen?
8