monumentenroute fiets/wandelroute 12 km
Zaan-noord
Het verleden zichtbaar en raakbaar Zaanstad is rijk aan historie. Dat klinkt zo als een cliché. Maar wie door de Zaanstreek rijdt zal dat beamen. Overal onderweg kom je historische pronkjuwelen tegen. Natuurlijk, de tand des tijds heeft in de Zaanstreek ook huis gehouden. Er staan vandaag de dag geen 700 molens meer te draaien. Er is natuurlijk wel het een en ander verdwenen. Gelukkig is er ook veel behouden gebleven. Maar wie kent al die historische panden? En wie kent ‘het verhaal’ dat bij zo’n pand hoort? Weinigen. Dat is jammer. Ons gemeentelijk monumentenbezit verdient meer aandacht en bekendheid. Dan heb ik het niet over de Zaanse Schans. Met zijn bijna 850.000 bezoekers per jaar heeft dat historisch deel van Zaanstad over belangstelling niet te klagen.Waar ik graag aandacht voor zou vragen is dat andere Zaanstad, voor dat deel waar geen toerbussen naar toe rijden, maar waar toch zoveel te zien is. Om de schatkist, die Zaanstad heet, te openen is er nu deze fietsroute die u langs een reeks monumenten in (Wormer)veer, Zaandam en Zaandijk voert. De route is een eenvoudige handleiding vol met wetenswaardigheden. Om het feest der herkenning te vergemakkelijken vindt u van elk in deze route genoemd monument een foto met beschrijving. Zaanstad gaf al eerder een monumentenroute uit voor Krommenie. De monumentenroute Zaan-Noord is de tweede uitgave in deze reeks wegwijzers in Zaans monumentenland. Ik ben er zeker van dat deze monumentenroute voor zowel Zaankanters als bezoekers van buiten de Zaanstreek een ‘eye opener’ is voor de historische schoonheid van Zaanstad.
De wethouder voor Stadsontwikkeling en Monumentenzorg van Zaanstad,
André Drost
Uitgave Afdeling Wonen en Monumenten (J.D.W. Koudijs en P. Kleij) Dienst Stadsontwikkeling, Milieu en Beheer (DSMB) Gemeente Zaanstad september 2001 Met medewerking van - Stichting Zaan & Dijk - Monumentencommissie Zaanstad - Stichting Zaanse Schans - Zaanse VVV - Vereniging 'Zaans Industrieel Erfgoed (ZIE)' - Gemeente Wormerland - Vereniging 'De Zaansche Molen' - Vereniging 'Vrienden van het Zaanse Huis' - Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland - Stichting 'Frans Mars' - Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (afdeling Zaanstreek-Waterland e.o.) ISBN 90-806620-2-X Omslag detail bovenlicht Lagedijk 104 (A. Knijnenberg NV, Krommenie/foto: Richard Crouch)
2
23
Houtzaagmolens, pelmolens, meelmolens, oliemolens en nog tientallen andere soorten molens verrezen in het vlakke, winderige Zaanse land met zijn vele goede aan- en afvoermogelijkheden via het water. De scheepsbouw rond de monding van de Zaan bloeide op, ondermeer door de aanwezigheid van goedkoop gezaagd hout en het ontbreken van knellende gildebepalingen. Zaanse kooplieden handelden vooral op het Oostzeegebied (hout).Anderen stuurden hun schepen ter walvisvaart. Het was in deze tijd dat de typische Zaanse bouwstijl werd ontwikkeld die gekenmerkt wordt door groengeverfde houten huizen met soms uitbundig houtsnijwerk. De economische crisis in Nederland aan het einde van de 18de eeuw en de invallen van de Fransen die het land leegplunderden brachten de Zaanse industrie zware slagen toe. De scheepsbouw verdween vrijwel geheel en tientallen molens werden afgebroken. Het duurde lang voor het herstel intrad. Pas na 1830 begon het tij te keren. Er werden weer molens bijgebouwd en er verrezen ook regelmatig stoomfabrieken. De molens konden op den duur de concurrentie met de stoommachine niet aan.Vele molens werden afgebroken, verplaatst of kwijnden weg. De grote fabrieken kwamen niet in het veld te staan, zoals de molens, maar goed bereikbaar langs de Zaan. Het veld kreeg door deze ontwikkeling zijn middeleeuwse uiterlijk terug: groen, vlak, boomloos en zonder bebouwing. Langs de Zaan verrezen indrukwekkende fabriekscomplexen die de kleine, groene huisjes en de paar overgebleven molens in de schaduw stelden. Op het einde van de 19de eeuw brak de tweede bloeiperiode van de Zaanse industrie aan. De vele fabrieken zorgden voor welvaart en de bevolking groeide snel. In het vrije veld werden woonwijken gebouwd, niet langer meer in de Zaanse houtbouwtraditie maar in baksteen, net als in de rest van Nederland. Na 1970 ging het slechter. Fabrieken sloten hun poorten of vertrokken uit de Zaanstreek omdat de Zaan steeds meer zijn functie als waterweg verloor. In het gunstigste geval vestigde de industrie zich op de nieuwe bedrijventerreinen langs het Noordzeekanaal. Zo veranderde het beeld van de Zaanstreek opnieuw. Het veld werd voor een deel volgebouwd met woonwijken, de fabrieken langs de Zaan verdwenen. Op de vrijgekomen plekken langs de Zaan worden de komende jaren woningen gebouwd. In 1974 gingen de gemeenten Krommenie,Westzaan,Assendelft, Wormerveer, Koog a/d Zaan, Zaandijk en Zaandam op in de nieuw gevormde gemeente Zaanstad. Op allerlei plaatsen in de Zaanstreek zijn nog overblijfselen te vinden van de oude ontwikkelingen. Prehistorische vindplaatsen in Assendelft en Krommenie, een middeleeuws ontginningslandschap met een paar molens erin rond Westzaan, een Zaanse buurt in Zaandijk en aan de Zaanse Schans en indrukwekkende 19de-eeuwse fabrieken in Wormer en Wormerveer. De nieuwe ontwikkelingen, de moderne nieuwbouw, is langs de Zaan in Zaandam te zien. Deze toeristische fietsroute leidt u langs een aantal van deze, soms verborgen, historische plekken. 22
G Start: NS-station Wormerveer. Steek de Provincialeweg recht over en fiets de Stationsstraat in. Deze korte straat werd aangelegd tegelijk met de spoorlijn Zaandam-Alkmaar (1869).Aan uw rechterhand ziet u het naar de laatste burgemeester van Wormerveer genoemde Rinus Hille-centrum. Dit is een nieuw gebouw in oude stijl. De beslissing tot de bouw werd genomen in 1977. Het centrum moest het oude uit 1828 daterende gemeentehuis van Wormerveer vervangen dat in 1975 door brand was verwoest. Initiatief van de Stichting Zaans Schoon en het speciaal daartoe opgerichte Comité Behoud Gemeentehuis om tot restauratie van het afgebrande raadhuis te komen, heeft ertoe geleid dat een gebouw met een geheel andere bestemming (politiebureau) toch de oorspronkelijke vorm van het oude gemeentehuis heeft gekregen. De bovenzaal is een getrouwe kopie van de vroegere raadszaal geworden. In deze zaal bevindt zich een geschilderde triptiek van Nicolaas Wijnberg, dat veel laat zien over de geschiedenis van Wormerveer. Op aandringen van de Wormerveerse nijverheid en handel is de Stationsstraat kort gehouden, waardoor langs de Zaan, maar toch ook dicht bij het NS-station, een grote loswal kon worden gebouwd.Vroeger stak hier een houten pier een stuk de Zaan in. Westelijk van de pier liep een spoorlijntje. Het treintje dat hier reed werd heel vroeger voortgetrokken door het Belgische paard 'Suze'. Aan het einde van de Stationsstraat staat een zandstenen monument. Het witte kunstwerk, een vrouwenfiguur met blinddoek en weegschaal, houdt de nagedachtenis van de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog in ere (kunstenaar G. Brinkgreve). Fiets links de Zaanweg in. Deze weg loopt direct langs het water. In dat opzicht is Wormerveer een buitenbeentje onder de Zaandorpen. Het is het enige dorp waar de huizen met hun voorkant naar het water zijn gekeerd.“Dit geeft een zeer aangenaam gezicht”, schreef de 18de-eeuwse Adriaan Loosjes in zijn ‘Beschrijving der Zaanlandsche Dorpen’,“zowel voor de bewoners op de in menigte voorbijkomende vaartuigen, als uit de vaartuigen op de huizen.” Door de grote lengte van Wormerveer had men vroeger de gelegenheid alles wat men maar nodig vond aan de Zaanweg neer te zetten. Zo kwam er in het dorp van alles door elkaar te staan: koopmanshuizen, panden met achterwoningen, boerderijen, pakhuizen, winkels, werkplaatsen, molens en daarbij dan ook nog de meerplaatsen van de schippers. Deze afwisselende bebouwing is nog altijd terug te vinden in Wormerveer. Tussen houten en stenen pakhuizen, moderne gebouwen en kleine fabriekjes staan 19de-eeuwse houten winkels en Zaanse huizen. Sla aan het einde van de Zaanweg links de Marktstraat in. Op de hoek Marktstraat/ Noordeinde lag vroeger een herberg. Noordeinde 1; 2 voorm. herberg 'de Jonge Prins'
161
De houten dorpsherberg 'de Jonge Prins' had ooit in de Zaanstreek een grote naam. De herberg was vermoedelijk niet de oudste bij de Wormerveerder sluis. De Wormerveerse geschiedschrijver Jan Aten, die in zijn boek 'Wormerveer langs weg en Zaan' zeer nauwgezet de (bewonings)geschiedenis van dit dorp heeft beschreven, spreekt het vermoeden uit dat 'de Jonge Prins' eerst later werd gebouwd als concurrentie van de oudere 'de Vier Heemskinderen'. In het pand vonden veilingen en toneeluitvoeringen plaats. Het latere café-restaurant is rond 1980 vrijwel helemaal vernieuwd en omgebouwd tot 17 woonappartementen (restauratiearchitect Jaap Schipper). status rijksmonument
Marktstraat 6 en 4 r. - k . k e r k m e t p a s t o r i e Toen de Spanjaarden uit de Zaanstreek waren verdreven moesten de katholieken voortaan bijeen komen in schuilkerken. De katholieken van Wormerveer hebben het daarbij niet gemakkelijk gehad. In 1644 werd door de baljuw een schuilkerkje gesloten aan het Krommenieërpad, in 1655 gebeurde dat aan de Zaanweg. 3
De gereformeerden werden blijkbaar toleranter, want op dezelfde plaats aan de Zaanweg bouwden de katholieken later een nieuw schuilkerkje.Tijdens de patriottentijd namen de vrijheden van de katholieken verder toe. In 1794 werd aan het Kikkerspad - een deel van de tegenwoordige Marktstraat - een schuilkerkje in gebruik genomen, dat later van een torentje werd voorzien. In 1915 werd de huidige, aan Onze Lieve Vrouwe Geboorte gewijde kerk met pastorie gebouwd. In het gebouw zijn duidelijk de invloeden te zien van de bouwmeester Berlage, die onder andere ook de Amsterdamse beurs heeft gebouwd. architect Jan Stuyt, Purmmerend (1868-1934)
GEen stukje verder (50 meter) ziet u rechts tussen de bebouwing een statige toren verschijnen. Marktstraat 66a voorm. c ac aofabriek Kon. Fabrieken Boon ('de Arend')
1916-
Deze cacao-, chocolade- en blauwselfabriek is oorspronkelijk gebouwd voor de firma Pette en later overgenomen door J.W. Boon. Deze begon in 1813 op bescheiden schaal met molen 'de Boonakker' cacaopoeder en blauwsel te malen.Tijdens de Eerste Wereldoorlog bouwde civiel-ingenieur en architect Mart J. Stam deze fabriek. Voor het toen moderne verticale produktieproces werd een torenachtig, geheel in gewapend beton opgetrokken gebouw ontworpen van vier lagen en een zolder, bijgenaamd ‘de Arend’. Hiertegen werd aan de noordzijde een trappenhuis met een goederenlift gebouwd, de 'cacaotoren' genoemd.Tussen de betonnen kolommen en balken zijn houten raampuien en bakstenen borstweringen aangebracht. Op de zolder staat een betonnen watertank (voor de sprinklerinstallatie). Tot de bekendste producten van deze fabriek behoorden - naast Engelse drop - de zogenaamde 'Koetjesrepen', goedkope, dunne reepjes met op de delftsblauwe wikkel een koe en een boerin met melkemmers. Minder bekend is dat op het kantoor Dick Laan (1894-1973) werkte, schrijver van de bekende 'Pinkeltje'-boeken. Op de toren en de voorm. chocoladefabriek na, zijn alle panden in 2001 afgebroken. Na de restauratie komt hier het hoofdkantoor van woningcorporatie ‘De Woonmij’. architect Martinus Joannes Stam status rijksmonument
GVervolg de weg rechts (schuin), passeer een sloot en ga, na het Marktplein, rechts de oudste weg van Wormerveer in, het Krommenieërpad.Vervolgens de eerste links en bij de kruising rechts de Kerkstraat in. Sla bij de Zaan rechts het Noordeinde in. Hier staat op de hoek een kerk. Noordeinde 21 en 20 Nederlandse Hervormde kerk en voorm. 'Noorderschool'
1639;
Op de plaats waar nu dit prachtige kerkje staat gaan de Wormerveerders al 480 jaar ter kerke. Reeds in 1504 was hier een kapel gesticht.Voor die tijd moesten de inwoners van de toen nog kleine gemeenschap naar de kerk in Westzaan gaan, een in die tijd nog niet zo gemakkelijke tocht. De kapel werd in 1574 door de Spanjaarden geplunderd en platgebrand. Dat wil vermoedelijk zeggen dat de kapel kort voor die tijd in handen van de gereformeerden was gekomen. Het zou tot 1639 duren eer de Wormerveerders weer in de eigen gemeente ter kerke konden gaan, want toen kon het huidige gebouw worden betrokken. De 'Noorderschool' is in 1876 verbouwd tot kosterswoning en catechisatielokaal. status rijksmonument (kerk) en gemeentelijk monument (voorm. school) architect H.H. Dansdorp - Provinciale Waterstaat (voorm. school) 4
Geschiedenis van de Zaanstreek De Zaan vormt het hart van de Zaanstreek. De oevers van deze kronkelende, soms brede rivier zijn op een haast anarchistische manier vol gebouwd: fabrieken en woningen staan kriskras door elkaar, afgewisseld door een enkele molen of een oud pakhuis.Achter dit industrielandschap lagen de vlakke, vredige groene polders, doorsneden door talloze sloten en met de voor deze streek zo kenmerkende lange lintdorpen. Duizenden jaren geleden zag de Zaanstreek er echter anders uit. Het was een woest moerasbos waar vrijwel geen mensen kwamen. De enige bezoekers zijn waarschijnlijk jagers geweest, op zoek naar elanden, bevers en ander wild. In de IJzertijd, rond 650 v. Chr., rooiden boeren uit het duingebied de bomen aan de rand van het bos, bouwden er boerderijen en legden akkers aan. Resten hiervan zijn bij opgravingen in Assendelft teruggevonden.Wanneer, door veranderende omstandigheden, het gebied te nat werd, trokken de boeren weer weg. In drogere tijden kwamen ze weer terug. Op het einde van de Romeinse Tijd (ca. 200 n. Chr.) kwam aan deze golvende bewoning een einde. De stijging van de zeespiegel zorgde ervoor dat het gebied honderden jaren lang grotendeels onbewoonbaar was. Pas in de 10de eeuw was bewoning weer mogelijk.Vanuit het duingebied en waarschijnlijk ook vanuit Friesland trokken kolonisten wederom het moerasbos in. Ze kapten de bomen en groeven sloten voor de afvoer van water en turfwinning. Het aldus verkregen land werd gebruikt voor akkerbouw. Een deel van het Zaanse landschap, het slotenpatroon, kreeg toen vorm. De dorpen Assendelft, Krommenie, Wormer, Jisp, Oostzaan en Westzaan zijn in deze tijd ontstaan. Ook de monding van de Zaan was bewoond, maar deze nederzetting, het dorp Saende, werd in 1155 platgebrand door de Friezen.Vanuit deze dorpen ontstond de bebouwing aan de Zaanoevers. Stijging van het water maakte akkerbouw op den duur onmogelijk en het land werd omgezet in weiland. Het water dwong de bewoners ook dijken te bouwen langs de Zaan, het IJ en de grote meren om de Zaanstreek heen zoals de Beemster, de Wormer en de Starnmeer. Zo zijn de door dijken omringde, vlakke groene polders ontstaan. In de 14de en 15de eeuw werden de dijken langs de Zaan steeds dichter bewoond en werden Oost- en West-Knollendam,Wormerveer, Zaandijk, Koog aan de Zaan en Zaandam gesticht. De voortgaande stijging van het water noodzaakte tot de bouw van molens. Deze windmachines zouden later een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Zaanstreek spelen. Een groeiend aantal inwoners kon inmiddels niet meer de kost verdienen in de landbouw en zocht naar andere middelen van bestaan. Ondernemende Zaankanters voeren op handelsschepen naar de Oostzee en werden later zelf handelaar. Zij lieten hun schepen in de Zaanstreek bouwen. De strijd tegen de Spanjaarden had tussen 1572 en 1575 veel schade aangericht. De opbouw van het verwoeste land werd voortvarend ter hand genomen en er verrees een totaal nieuw gebied. Lag vóór de Spaanse invallen de nadruk op de landbouw, daarna verschoof het accent naar de molenindustrie, de scheepsbouw en de handel. 21
Zaanweg 19 voorm. kaaspakhuis 'Gouda' Op de plek van dit gedeeltelijk houten pakhuis stond reeds aan het einde van de 17de eeuw een houten woonhuis met twee kaaszolders. Daarna werd hier door Jan Laan, firmant bij Wessanen Laan, pakhuis ‘de Houttuinen’ gebouwd. Het pakhuis is vervolgens in 1866 getransformeerd tot kaaspakhuis ‘Gouda’. status provinciaal monument
Zaanweg 36 voorm. doopsgezinde pastorie (geboortehuis H. Gorter)
183
Het grote pand midden in de rij nieuwbouwwoningen is het geboortehuis van de beroemde dichter dr. Herman Gorter (1864/ Wormerveer - 1927/Brussel). Met enig chauvinisme noemen Zaankanters hem nog wel eens een Zaanse dichter, maar deze gevoelens zijn misplaatst. Gorter - de zoon van de doopsgezinde predikant en letterkundige Simon Gorter - bracht alleen zijn prilste kinderjaren op de Zaanoever door en niets wijst er op dat dit zijn werk heeft beïnvloed. Dit in tegenstelling tot zijn latere woonplaats, het Friese Balk, dat wel in zijn werk is te vinden. Herman Gorter maakt deel uit van de groep ‘Tachtigers’ en zette zich tijdens zijn leven in voor het socialisme. Mede hierdoor zijn veel mensen in en buiten de Zaanstreek uit die tijd hem gaan waarderen. Toen de gemeente Zaanstad in 1975 een aanvang genomen had met de sloop van dit pand wist de Stichting Zaans Schoon dit nog net op tijd een halt toe te roepen. Dit grootse gebouw moest behouden blijven als een hommage aan de socialistische voorvechter en dichter. Het geboortepand van Herman Gorter werd gebouwd als nieuwe pastorie voor de Doopsgezinde gemeente van Wormerveer. De bouwkosten werden grotendeels vergoed door een welgesteld diaken. De overlevering wil dat de diaken de eerste bouwtekeningen voor de pastorie afkeurde. De kamers in het nieuw te bouwen pand zouden groter worden dan die in zijn eigen huis en dat vond hij ongepast. Over de bouw van de pastorie doet nog een verhaal de ronde. Juist toen het toch nog grote pand werd gebouwd had de Doopsgezinde gemeente van OostKnollendam een nieuwe predikant beroepen. Met een turfschuit trok hij van zijn vroegere - arme - gemeente in Friesland naar de Zaanstreek.Toen hij in Wormerveer de pastorie in aanbouw passeerde vroeg hij een man op de wal voor welke vermogende Zaankanter dit kapitale pand werd gebouwd. Het onwaarschijnlijke verhaal wil dat toen hij hoorde dat dit voor de leraar van de Doopsgezinde gemeente van Wormerveer was, hij geschokt is omgekeerd en is teruggevaren naar Friesland. status rijksmonument
GFiets de Zaanweg verder af tot de Zaanbrug. Ga hier links de Edisonstraat in. Sla aan het einde rechts de Wattstraat in. Op de hoek (nr. 22) ziet u de voorm. Morgensterkerk van architect B.W. Plooy uit 1932. Zoals u ziet is deze herbestemd tot woningbouwcomplex. Sla bij de kerk linksaf. U bent nu op de Wandelweg. Deze doorgaande verkeersweg fungeert als het Wormerveerse deel van de Provincialeweg. De weg werd in 1887 aangelegd als een statige straat met villa's en bomen aan weerszijden. In 1932 werd de weg opgenomen in het traject van de Provincialeweg, waarbij de bomen verdwenen en de straat werd verbreed. Steek deze drukke weg over bij het stoplicht en fiets rechts naar het station, tevens het einde van deze route. 20
GLinks van de voorm. school ziet u op nr. 18 het oude raadhuis van Wormerveer (1735-1828). Beide zijn gelegen aan de oude dijksloot. Tegenwoordig zit in het raadhuis een winkeltje: 'de Knapzak'. Op deze plek heeft u een prachtig uitzicht over de Zaan en de oostelijke Zaanoever in Wormer, beter bekend als de Veerdijk. Deze stond vroeger vol met molens die tussen 1880 en 1930 vervangen zijn door bakstenen fabrieken en pakhuizen. Ze vormden een vrijwel aaneengesloten geheel, de 'Zaanwand'. Een deel van deze gebouwen is inmiddels gesloopt maar er staat nog voldoende overeind om een indruk te krijgen van de bebouwing die tot zo’n 15 jaar geleden nog overal langs de Zaan de oevers sierde. Dit zijn de restanten van het oudste industriegebied van West-Europa. Recht voor u heeft u uitzicht op twee kleine fabrieken, 'Geloof' en 'Herinnering'. ’Geloof’ is vernoemd naar de molen die eens op deze plek stond.Twee andere molens in deze buurt droegen de namen 'Hoop' en 'Liefde' waardoor ze een mooie drie-eenheid vormden. De herkomst van de opmerkelijke fabrieksnaam 'Herinnering' is onduidelijk. Er heeft nooit een molen gestaan met een dergelijke benaming. Het zwart geteerde, houten gebouw naast deze fabrieken is het pakhuis 'Riga'. Gezien de naam werden hier waarschijnlijk producten uit het Oostzeegebied opgeslagen (graan of oliezaden). U heeft een rondje gereden en bent terug bij de oude herberg. Fiets verder over de Zaanweg met de Zaan aan de linkerhand.Voorbij de Stationsstraat ziet u rechts op Zaanweg 60 een groen pandje (1612). Dit voorm. winkelwoonhuis is voor sloop behoed, op de monumentenlijst geplaatst en wordt in 2001 gerestaureerd (status gemeentelijk monument). Direct links hiervan (nr. 59) ziet u een neo-classicistische villa uit 1870 (status rijksmonument). Deze werd oorspronkelijk bewoond door de familie Laan. Het maakt deel uit van een groep oude fabrikantenwoningen die uitkeken op de aan de overzijde gelegen fabrieken in Wormer. De famile Laan keek zo uit over haar bezittingen. Zaanweg 57 vermaning der doopsgezinden De doopsgezinden hebben de Zaanse geschiedenis flink beïnvloed. Economisch waren ze oppermachtig. Neem de situatie in Wormerveer van 1742: vijf procent van de bevolking was toen doopsgezind. Maar de doopsgezinden betaalden maar liefst 81 procent van de belasting (men werd naar welgesteldheid aangeslagen). Niet alleen het economische maar ook het maatschappelijke leven is ongetwijfeld door de doopsgezinden beïnvloed. Zoals de Zaanse publicist Klaas Woudt in zijn boek 'Blees aan de Westzijde' schrijft: "Doopsgezindheid betekende vroeger, meer dan nu, een mentaliteit, het uitdragen van een hoge morele standaard, het betrachten van eenvoud, het afwijzen van geweld, enzovoort. Het mag dan niet bewijsbaar zijn, verdedigbaar is het zeker dat de levensstijl van de belangrijke groep dopersen een niet te verwaarlozen uitstraling heeft gehad." Een doopsgezinde kerk wordt vermaning genoemd. Eeuwenlang waren er twee vermaningen in Wormerveer: één van de Friese Doopsgezinde Gemeente en één van de Waterlandse Doopsgezinde Gemeente.Al voor 1644 was er een Friese doopsgezinde vermaning waar nu de ingang van het Wilhelminapark is. De Friese Gemeente liet in 1830 langs de Zaanweg een nieuwe vermaning bouwen. Het gebouw heeft een neoclassicistische voorbouw met een Dorische ingangsomlijsting welke door een fronton wordt afgedekt. De Waterlanders kerkten in een gebouwtje op een erf in het noorden van Wormerveer, dat - toen de doopsgezinden van Wormerveer in 1899 samengingen - werd verkocht en afgebroken. architect H. Springer, Amsterdam status rijksmonument
G Vanaf nr. 53 ziet u aan uw rechterhand weer een aantal fabrikantenvilla's uit de laatste helft van de 19de eeuw (status rijksmonument (nr. 49) en potentieel gemeentelijk monument (nrs. 53, 52, 51, 50, 48, 47 en 46)). De statige woonhuizen variëren in stijl: neo-renaissance (nr. 52), sober classicisme (nrs. 51 en 50), neo-classicisme (nr. 47) en expressionisme (nr. 46). Op nr. 48 woonde vroeger A.J.E. Ferf, directeur van de Koninklijke Pellerij Mercurius. De villa op nr. 47 uit ca. 1850 is ook bekend als ‘het Huis met de IJzeren Kettingen'. 5
G Vanaf de Zaanweg heeft men een goed overzicht over de aan de overkant staande fabrieken aan de Veerdijk in Wormer. Na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 maakte met name de rijst- en gortpellerij een belangrijke economische groei door. Dit leidde tot een intensieve bebouwing van de Zaanoevers. Tussen 1877 en 1930 verrees aan de Veerdijk een indrukwekkende reeks pellerijen en pakhuizen. De opslag van massagoed was nieuw en gebeurde in navolging van Amerika.Veel namen herinneren aan de herkomst van de aangevoerde waren. Na de sloop van enige gebouwen zijn de gaten in de Zaanwand rond 1990 opgevuld met een aantal torenflats. Rechts van deze woontorens begint echter het best bewaarde deel van de Zaanwand. De fabrieken en pakhuizen hier vormen tesamen één van de belangrijkste industrieel-archeologische monumenten van Nederland.Van links naar rechts staan de volgende gebouwen: Ve e r d i j k 4 3 e n 4 2 voorm. pakhuis 'Java' en rijstpellerij 'Hollandia I en II'
1907; 1877;
Deze panden zijn kenmerkend voor de sobere baksteenarchitectuur uit het begin van de 20ste eeuw, waarbij de voorkeur voor de asymmetrie blijkt uit de naar voren springende hoekpartij van 'Java' en de hoektoren van 'Hollandia'. Deze toren met klok is een watertoren die onderdeel vormde van de brandblusinstallatie. De constructie van 'Java' is een voorbeeld van de vroegste betonskeletbouw in Nederland. Vanuit de statige herenhuizen annex kantoren aan de Zaanweg keken de heren Bloemendaal en Laan naar hun bezit en het geploeter van de arbeiders. Op de klok van de Hollandia hielden ze de tijd in de gaten. status twee provinciale monumenten en potentiële rijksmonumenten
Ve e r d i j k 4 1 , 4 0 e n 3 9 voorm. rijstpakhuizen 'Bassein', 'S aigon' en 'Batavia'
1898; 1898;
Van deze drie panden verwijzen de namen naar de havens waar de rijst oorspronkelijk vandaan kwam. De gebouwen zijn vrij sober maar door het gebruik van gele baksteen, natuursteen, muurankers, boogvensters en andere simpele versieringen zien zij er toch niet saai uit. De vormgeving is representatief voor de eerste grootschalige bedrijfsgebouwen uit de late 19de eeuw. De gevels zijn symmetrisch ingedeeld. De gebouwen bevatten inwendig een op grote gewichten berekende constructie, bestaande uit gietijzeren kolommen met consoles waarop gewalste ijzeren onderslagliggers rusten. Dwars daarop liggen houten vloerbalken.Vroeger droegen sjouwers hier balen van 100 kg op hun nek omhoog. Na de Eerste Wereldoorlog nam het belang van de rijstpellerijen af. Langzaam verdween deze tak van industrie uit de Zaanstreek. De gebouwen werden gesloopt of kregen na jaren van leegstand en verwaarlozing een nieuwe functie, zoals 'Batavia' dat nu een eetcafé is en waar de oorspronkelijke constructie nog zichtbaar is. status drie provinciale monumenten en potentiële rijksmonumenten
G Het feit dat de pellerijen in de gemeente Wormer stonden heeft de vroegere gemeente Wormerveer altijd dwars gezeten.Verscheidene pogingen zijn ondernomen om het gebied te annexeren, zoals de bouw van de Zaanbrug (zie hieronder) en de aanleg van de Nieuwe Weg in Wormer door de gemeente Wormerveer. Dit mocht echter niet baten. Het enige resultaat van deze investeringen was dat dit deel van Wormer van de PTT het kengetal heeft gekregen van de gemeente Wormerveer (nu Zaanstad). Opmerkelijk is dat aan het begin van de vorige eeuw reeksen prentbriefkaarten zijn uitgegeven met daarop afgebeeld de Wormerse pellerijen maar met het onderschrift 'Fabrieken te Wormerveer'. Dit is misschien de reden dat de fabriekswand in de meeste publicaties over industriële monumenten nog wordt aangeduid als staande in Wormerveer. 6
tussen Zaanweg 5 en 7 'Wilhelminapark' Voorheen was dit volkspark een particuliere tuin, genaamd ‘het Bosje van Doorn’. In 1897 werd het onder de naam ‘Burgerlust’ voor het eerst voor het publiek opengesteld. Daarna is de tuin met de omringende weilanden aangekocht door Dirk Laan, telg van een in Wormerveer vroeger zeer belangrijk geslacht (denk aan Wessanen en Laan, Bloemendaal en Laan, Crok en Laan). Deze gaf architecten de opdracht voor het ontwerpen van de huidige tuin. Vervolgens schonk hij de tuin aan de speciaal daartoe in 1899 opgerichte vereniging Wilhelminapark, die nog altijd eigenaar van het park is. De tuin werd daarna feestelijk geopend voor het publiek. Het rechthoekige park is aangelegd in de zogenaamde 'krakelingen'-stijl, gekenmerkt door veel kromme paden, slingerweggetjes en krakeling-achtige plattegronden. Aan beplanting bezit het park in- en uitheemse, zeldzame bomen en struiken. Midden in het park staat een gerestaureerde, achthoekige muziektent, waarvan het dak rust op gietijzeren kolommen. In het park staan banken met opvallende gegoten ijzeren poten in de vorm van boomtakken. Het Wilhelminapark wordt zowel aan de Wandel- als de Zaanweg afgesloten met een smeedijzeren hek met dito poorten en lantaarns. Ook zijn er een volière, duiventil en vijverpartijen te vinden. architecten Stam, Stephan en Klinkhamer status gemeentelijk monument
Zaanweg 4 voorm. pakhuis 'de Ruiter'
19de
Het houten pakhuis is gebouwd door de fabrikant Pieter Ruyter Dzn. voor de opslag van blauwsel en cacao. Dit pakhuis bestond oorspronkelijk uit een begane grond, een verdieping en een zolder. Later is het pakhuis verhoogd met een verdieping en een zolder. Toen is ook de houten voorgevel vervangen door een gepleisterde gevel. Aan de voorzijde zijn zowel traditioneel getoogde ramen als moderne aan de Amsterdamse School ontleende geveluitingen te vinden. Tegenwoordig is in het pand een winkel (''t Wevertje') met woning gevestigd. status potentieel gemeentelijk monument
Zaanweg 12 voorm. erwtenpakhuis 'Amsterdam' Dit pakhuis is gebouwd in opdracht van Jacob Martinus van Gelder, handelaar in fijne zaden en peulvruchten. In 1938 is de dubbele deur op de begane grond geplaatst. Het dak is na een interne brand vernieuwd. Het vrijwel vierkante pakhuis telt drie lagen. De naam van het pand is af te lezen van de gevelsteen. Momenteel is een verhuisbedrijf in het pand gevestigd. status rijksmonument
Zaanweg 13 voorm. kaaspakhuis 'de Dissel' Dit houten pand werd gebouwd voor de kaaskoper Engel Kuyper. Het ging daarna veelvuldig in andere handen over. In 1947 is de eerste verdieping tot woning verbouwd. 19
G Net als aan de Zaanweg staan ook aan het Zuideinde de huizen met de voorgevels naar de Zaan toe. Het is wederom een afwisselend geheel, hoewel in dit deel van Wormerveer de kleine bedrijven de woningen overheersen. Aan de overkant van de Zaan staat aan de Veerdijk in Wormer een witgeverfd fabrieksgebouw met de naam 'Wormerveer'. Dit pand is in 1882 neergezet en heeft jarenlang als verffabriek gefungeerd. Ook heeft u een goed zicht op de drie zwarte pakhuizen genoemd naar de rivieren Waal en Maas en de inhoudsmaat schepel. Vervolg uw weg langs het Zuideinde en fiets met de bocht in de weg mee. Waar de bebouwing weer aan weerszijden van de weg is gelegen heet de straat Dubbele Buurt. De wegen langs de Zaan zijn eigenlijk dijken. Wanneer in vroeger tijden een dijk dreigde door te breken werd achter het zwakke stuk een tweede dijk gelegd. Was het gevaar geweken dan bleef deze tweede dijk liggen. Wanneer deze dijk ook met huizen bebouwd werd ontstond een buurt met twee evenwijdige, bebouwde dijken naast elkaar. De aldus ontstane buurt kreeg de naam 'Dubbele Buurt'. U ziet al snel rechts een groot zwart pakhuis: Dubbele Buurt 19 voorm. pakhuis 'de Wildeboer' Dit houten pakhuis stond oorspronkelijk ook aan de Zaan, maar dan op het terrein van de Verkadefabrieken aan de Westzijde te Zaandam.Vanwege ruimtegebrek is het pakhuis in 1985 per schip verplaatst naar de huidige plaats.Voorheen stond op deze plek pakhuis 'de Eendracht', dat in 1978 is afgebrand. Het huidige woonhuis is 22 meter lang en heeft drie verdiepingen met een zolder. Op iedere verdieping zijn ventilatieluiken aangebracht. Na de overgang is aan de straatzijde een deur toegevoegd, want de voorgevel met hijsinstallatie staat aan de Zaanzijde. status gemeentelijk monument
G Tegenover 'de Wildeboer' ziet u op nr. 10 een villa in neo-renaissancestijl uit 1885 (status rijksmonument). Steek aan het einde van de Dubbele Buurt bij de Zuidersluissloot de weg over en fiets links het Hennepad in. Hennepad 22-31 'het Blaauwe Hof '
176
De naam van dit hofje houdt de herinnering in ere aan de 18de-eeuwse koopman Dirk Jansz. Blaauw. Deze papierhandelaar had een aantal molens in Zaandijk en Wormerveer en een grote naam in de papiermakerij. In 1763 stichtte hij 'het Blaauwe Hof'. De woningen waren in eerste instantie bestemd voor zijn personeel. Het hof is daarmee een van de vroegste voorbeelden van sociale woningbouw voor industriearbeiders. Blaauw legateerde de oorspronkelijk twintig woningen bij zijn dood in 1782 aan de Fries Doopsgezinde Gemeente onder allerlei bepalingen, o.a. dat de woningen slechts mochten worden verhuurd aan mensen die van 'gnap en ordentelijk' gedrag waren. De houten woningen zijn in 1950 ingebracht in de ‘Stichting Het Blaauwe Hof’. In 1975 werden tien woningen gerestaureerd, de overige zijn gesloopt. Door de afbraak kwam er ruimte vrij voor de aanleg van de huidige tuin. Hierin werd als sluitstuk in 1984 de blauw-goude zonnewijzer geplaatst. Hierop staan twee spreuken te lezen, waarachter zowel de werking van de wijzer als levensprincipes schuil gaan: ‘Ik tel alleen de heldere uren’ en ‘Geen schaduw zonder zon’. status rijksmonument
G Loop met de fiets aan de hand achter het hofje langs, via het parkeerterrein en betreed het park via de ingang aan de Wandelweg. 18
GNaast de fabriekswand ligt een grote brug over de Zaan. Vóór de Zaanoevers door bruggen werden verbonden was over land alleen via de dam in Zaandam van oever naar oever te komen.Voor de inwoners van Wormerveer die op de molens en later de fabrieken van Wormer werkten was dit vanzelfsprekend een ondoenlijke zaak. Het was daarom dat de eigenaars van de fabrieken voor hun arbeiders bootjes kochten, waarmee zij over de Zaan konden roeien. Ook was er een aantal veerdiensten. De bevoorrading van de fabrieken ging eveneens geheel over het water. In de 19de eeuw echter begon het weg- het waterverkeer in belang te overvleugelen. Dankzij een gift van een particuliere inwoner van Wormerveer van een in Wormer gelegen stuk grond kon de gemeenteraad van Wormerveer de Zaanbrug laten bouwen. Deze werd in 1889 voltooid. De Zaanbrug was voor de verbinding van de twee dorpen uiteraard een forse verbetering. Maar hij bracht ook nieuw ongerief met zich mee. Om de brug te passeren moest men - aangezien hij door een particulier werd geëxploiteerd - tolgeld van één cent betalen. Dit door de Zaankanters zo gehate tolgeld bleef vele jaren bestaan. De brug moest na de voltooiing permanent bediend worden door twee brugwachters. Hij had namelijk twee kleppen die onafhankelijk van elkaar moesten worden opengedraaid. De tolheffing bracht blijkbaar genoeg op voor twee inkomens. De brug is na de oorlog vervangen. Steek de brug over via het fietspad aan de rechterzijde. Rechts ziet u een fabriek waarachter een hoge, witte silo oprijst met daarop het woord 'Lassie' geschilderd. Ve e r d i j k 3 8 / M e r c u r i u s we g 1 gortpellerij 'Lassie' en 'Silo'
1907;
In de bakstenen fabriek, de 'Lassie', werd gort gepeld. De pellerij is in opzet vergelijkbaar met pakhuis 'Java', maar onderscheidt zich door de constructie die geheel bestaat uit Amerikaans grenenhout. Opmerkelijk is dat, terwijl na de Eerste Wereldoorlog de rijstpellerijen langs de Zaan een zachte dood stierven, de Lassiefabriek in 1923 begon met het verwerken van rijst. De rijst werd echter niet gepeld, maar van elders aangevoerde gepelde rijst werd voorgekookt en geslepen. Dit leidde uiteindelijk tot de bekende 'Lassie toverrijst', die nog steeds in de winkels te koop is. Achter de fabriek rijst een 36 meter hoge witte silo op die toepasselijk de naam 'Silo' kreeg, maar waar nu met grote letters de naam van 'LASSIE' opgeschilderd staat. Het is één van de eerste Nederlandse graansilo's die geheel is uitgevoerd in gewapend beton. De opslagfunctie van het gebouw laat zich aan de buitenkant goed aflezen door de geprononceerde vormen van de achthoekige silocellen in drie rijen van negen met zestien vierkante tussenruimten. De fabriek en silo waren eigendom van de familie Laan en volgens de overlevering is de naam 'Lassie' een samentrekking van de woorden 'Laan' en 'Silo'. status twee provinciale monumenten en potentiële rijksmonumenten
Ve e r d i j k 3 7 e n 3 6 pakhuizen 'Donau' en 'Koningsbergen'
1895;
Naast de fabriek staan langs de Zaan de pakhuizen 'Donau' en 'Koningsbergen'. De namen wijzen er al op dat in deze gebouwen oorspronkelijk geen rijst werd opgeslagen maar Europese producten, in dit geval gort die in de Lassie werd verwerkt. Later kwam hier de rijst te liggen. De 'Donau', dat door het kleine, haaks op de rivier gerichte volume verschilt van de overige gebouwen, heeft een houtskelet. Het pakhuis 'Koningsbergen' is in constructie, hoofdvorm en materiaalgebruik weer vergelijkbaar met het pakhuis 'Bassein'. status twee provinciale monumenten en potentiële rijksmonumenten 7
G U rijdt Wormer (gemeente Wormerland) binnen. Na de brug vervolgt u rechts de hoofdweg (Mercuriuslaan). Sla bij de rotonde rechts de Aanlegstraat in en rij door tot aan de Zaan. U bent op de Veerdijk). Direct rechts ziet u een groot gebouw: Ve e r d i j k 3 2 voorm. havermout- en gortfabriek 'Mercurius' Rechts ziet u de vroegere fabriek 'Mercurius' (voorheen 'Lucullus') ontworpen door dezelfde architect die ook de fabriek van Boon in Wormerveer heeft getekend. Het vertoont een expressionistische stijl, waarin art-deco elementen zijn terug te vinden. In dit gebouw is een van de eerste zelfdragende balkloze vloerconstructies geïntroduceerd, de zogenaamde paddenstoelvloer. Deze platte constructie maakte het door het ontbreken van dwarsbalken mogelijk de verdiepingshoogte maximaal te benutten, wat economisch gezien zeer interessant was. Enige jaren geleden was dit pand zo zwaar verwaarloosd dat sloop onvermijdelijk leek. De provincie heeft het echter aangekocht en laten restaureren. Het is nu het onderkomen van het Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland, de Monumentenwacht Noord-Holland, de Stichting Stelling van Amsterdam en een deel van de provinciale archeologische dienst (Provinciaal Archeologisch Depot). architect Martinus Joannes Stam status provinciaal monument en potentieel rijksmonument
Ve e r d i j k 2 8 vo o r m . m o l e n s c h u u r ' d e J o n g e Wo l f ' Even verderop, aan uw linkerhand, ligt aan de Zaan een groen houten, als woning ingerichte schuur. Dit is een van de laatste overblijfselen van de vele molens die vroeger de Veerdijk sierden. De schuur was onderdeel van de in 1641 gebouwde en in 1911 gesloopte oliemolen 'de Jonge Wolf'. Ve e r d i j k 2 4 , 2 3 e n 2 2 pakhuizen 'Waal', 'Maas' en 'Schepel'
1880; 1875;
Rechts aan de Zaan ziet u drie, zwart geteerde pakhuizen. Deze deden dienst voor de opslag van granen, oliën en koopmanswaren. Samen met de stenen pakhuizen en fabrieken geven zij een goede indruk van de gevarieerde industriële bebouwing langs de Zaan rond 1900.Als laatste generatie geheel uit hout opgetrokken opslaggebouwen vertegenwoordigen de kleinschalige pakhuizen nog de periode dat windkracht de energiebron vormde voor de verwerking van de opgeslagen grondstoffen. Zo hoorde het pakhuis 'Schepel' bij een gelijknamige oliemolen, die net als de vele andere industriemolens langs de Zaan vanaf de late 19de eeuw werd vervangen door stoomfabrieken. In het pakhuis bevinden zich nog de authentieke oliebakken.
GOp nr. 214 staat een voorm. bakkerij uit 1626. Dit pand is eind jaren '90 op de monumentenlijst geplaatst en gerestaureerd. Opvallend is echter dat de eigenaar het woonhuis in eerste instantie wilde afbreken om nieuwbouw op deze plek te realiseren. Hij had zelfs al een sloopvergunning (status gemeentelijk monument). Een houten pakhuis genaamd 'Zaandijk' treft u aan op nr. 278. Het is gebouwd in de 18de eeuw en in 1977 verbouwd tot woonhuis.Toen zijn diverse raamkozijnen aangebracht (status provinciaal monument). Op een gegeven moment ziet u aan uw linkerhand een gemaal met een mast: Lagedijk 145 poldergemaal 'het Leven' en seinmast
1904;
De meest noordelijke molen van Zaandijk, aan het eind van de Lagedijk nabij de grens met Wormerveer, werd in 1663 gebouwd om samen met een aantal andere molens de waterhuishouding van de banne Westzaan te regelen. In 1904 werd hij tijdens noodweer zwaar beschadigd en daarna gesloopt om vervangen te worden door een middels een elektromotor gedreven gemaal. ‘Het Leven’ speelde een opmerkelijke rol in het Zaandijker gezinsleven.Als kinderen vroeger de tijdloze vraag stelden waar de kindertjes vandaan komen, kregen zij het antwoord dat deze door de moeder uit ‘het Leven’ werden gehaald. De moeder ging daar in een ijzeren bootje heen, waarmee zij onder het water doorvoer. Onder de molen kwam zij dan aan bij een boom waaraan kindertjes hingen die om het hardst riepen: "Pluk mijn, pluk mijn, ik zal altijd braaf zijn". De moeder had bij het plukken van het kind van haar voorkeur telkens weer de pech in een spijker te trappen, waardoor zij na de geboorte van het kind een tijdje in bed moest blijven liggen. De Zaanse uitdrukking "Er is iets bij haar in de molen" voor het aanduiden van zwangerschap is mogelijk van dit verhaal afkomstig. Vroeger fungeerde 'het Leven' als seinmolen. Stond het water in Noord-Holland zo hoog dat de laagst gelegen polders dreigden te overstromen, dan moesten alle polders stoppen met het uitmalen van water op het binnenwater. Het was immers beter dat elke polder een beetje wateroverlast had dan dat de laagst gelegen polders overstroomden. Het stopsein werd gegeven door de molen bij Spijkerboor in het uiterste noordelijke puntje van de Zaanstreek. Dit sein bestond uit het stilzetten van de molen en het plaatsen van een blauwe vlag (overdag) of lamp ('s nachts) in de hoogste wiek. De andere molens uit de omgeving namen dit sein over en zo verspreide het stopsein zich binnen korte tijd over heel Noord-Holland boven het IJ. Na afbraak van de molen werd een hoge seinmast geplaatst voor het doorgeven van het stopteken. In 1932 is het sein geëlectrificeerd; rond 1942 is de mast vervangen door de huidige Mannesmannbuis. Deze is ca. 19,5 meter hoog en heeft aan de voet een doorsnede van 30 cm. De mast is eigendom van Stichting Zaans Schoon. status provinciaal monument (gemaal) en gemeentelijk monument (seinmast)
status drie provinciale monumenten en potentiële rijksmonumenten
G Achter de pakhuizen ziet en ruikt u de moderne cacaofabriek Cocoa De Zaan, plaatselijk bekend als 'de Moriaan'. Deze staat namelijk op de oude plek van de gelijknamige oliemolen uit 1654, die in 1898 is gesloopt. Fiets links de Spekhuisstraat in en sla bij de kruising rechts de Rigastraat in. Na een tijdje ziet u rechts het nieuwe gemeentehuis van de gemeente Wormerland, in rode baksteen met weinig haakse muren. De nieuwbouwwijk aan de linkerkant staat op de plaats waar vroeger de Van Gelder-papierfabriek stond. Deze fabriek, voortgekomen uit papiermolen 'de Eendracht', was ooit nog de grootste werkgever van de Zaanstreek en ging in 1981 failliet. De straatnamen in de woonwijk herinneren aan het productieproces van papier maken.Aan het eind van de Rigastraat (voor de bocht) gaat u rechtdoor het fietspad op. Bij de sloot ziet u links een witte villa: 8
G Fiets de Lagedijk verder af tot aan de doodlopende weg (zie bord). U rijdt Wormerveer binnen. Ga schuin links de Soendastraat in. Fiets deze uit en sla links de Hogeweg in.Vervolgens gaat u rechts de Prinses Irene Brigadeweg in. Daar ziet u wederom fabriek 'de Adelaar'. Bij de Zaan vervolgt u de weg (Zuideinde). Hier legde vroeger het Zuiderveer, een veerdienstje naar Wormer, aan. Dit is niet het overzetveer waar de vroegere gemeente Wormerveer zijn naam aan dankt, dat was namelijk het Noorderveer. De toestemming tot het instellen van het Zuiderveer werd gegeven in oktober 1638 door de Staten van Holland. Oorspronkelijk was het alleen een voetveer, later ook een wagenveer voor voornamelijk het verkeer naar Purmerend. In 1730 ontstond er een op de spits gedreven conflict over dit veer tussen Wormer en Wormerveer. De vraag was wie het recht had het veer te verpachten. Wormer werd in deze uiteindelijk in het gelijk gesteld.Toen in 1889 de Zaanbrug gereed was gekomen werd het Zuiderveer opgeheven. 17
Lagedijk 39 'het Weefhuis'
Zaandammerpad 2 'Villa Zuid'
Het Weefhuis achter de beeldentuin werd gebouwd als papierpakhuis voor koopman Simon de Lange. Omdat er later ook waarschijnlijk een harenmakerij in is gehuisvest, kreeg het pand de naam van Weefhuis. In een harenmakerij werden persmatten gemaakt voor olie- en cacaomolens. In de dubbelgevouwen matten werden oliehoudende zaden of cacaodoppen gedaan die vervolgens met windkracht werden uitgeperst waardoor olie of cacaovet vrijkwam. Het pand werd in 1883 tot woonhuis omgebouwd, waarbij men tussen de dubbele muren als isolatie turfmolm aanbracht.
In deze villa woonde vroeger één van de directeuren van de Van Gelder-papierfabriek. Het is een van de weinige gebouwen die nog overgebleven zijn van het enorme industriële complex dat hier eens stond en dat bijna 200 jaar lang het economische en sociale leven in Wormer heeft bepaald. Na de sluiting van de fabriek dreigde ook de villa gesloopt te worden. Het pand werd echter gekraakt door leden van de muziekgroep 'The Ex' en na jarenlange strijd verdwenen de sloopplannen van tafel.The Ex speelt inmiddels op het Holland Festival en andere belangrijke evenementen.
status rijksmonument
Lagedijk 104; 106 en 110; 112 voorm. raadhuis Zaandijk en burgemeestersecretarie/woning
175
Deze koopmanswoning werd gebouwd door oliefabrikant Cornelis Florisz. de Lange. Het huis oogt van buiten sober en ingetogen. Het pand werd van 1854 tot 1974 als raadhuis van Zaandijk gebruikt.Vooral met het oog op het interieur is het gemeentehuis een monument van grote waarde. Door de behangschilderijen - met afbeeldingen van fantasielandschappen - in de voorm. raadszaal ademt het een bijzondere sfeer uit. Ook het plafond is een staaltje van vakmanschap. In de raadskamer ziet men zogenaamde grisailles of 'grauwtjes'. Het Zaandijker raadhuis is nog altijd zeer gewild voor huwelijksceremonies.Voor dit pand als raadhuis in gebruik werd genomen vergaderde de Zaandijker raad in het weeshuis van de gemeente. De aan de linkerzijde gelegen oude burgemeestersecretarie en ambtswoning stammen uit het begin van de 19de eeuw. status twee rijksmonumenten
Lagedijk 122 woonhuis
Dit huis is gerestaureerd in de jaren tachtig. Hierbij zijn voor de achtergevel en de hoofdingang onderdelen van een 18de-eeuwse theekoepel uit Broek in Waterland gebruikt. Achter het woonhuis staat een wit voorm. kaaspakhuis dat werd gebouwd in de periode 1910-'20. In dit oude pakhuis is thans de molenmakerij Saendijck gehuisvest, waar het oude Zaanse ambacht van de molenmakers nog altijd deskundig wordt beoefend. status rijksmonument (woonhuis)
ca.
Deze onderneming is in 1856 gesticht door Jacob Vis Pz. (1828-1888). Het bedrijf heeft zich tot 1980 bezig gehouden met de fabricage van en handel in o.a. olie, lakken, vernissen en verven. Doordat er in de Zaanstreek veel met hout werd gebouwd, was er ook verf nodig. Dit gebouw heeft geen typische fabrieksarchitectuur. Opvallend is vooral het balkon. Het is een van de weinige industriegebouwen die in deze tijd in Zaandijk werden gebouwd. 16
Bartelsluispad 'Bartelsluis' Rond dit sluisje staan nog verscheidene houten huisjes waardoor dit buurtje een aangenaam Zaans karakter heeft. Het sluisje zelf gaf binnenvaartschepen toegang tot de in Wormer en Jisp gelegen molens en fabrieken. Door de toenemende grootte van de binnenvaartschepen na de Tweede Wereldoorlog verloor het sluisje haar functie en werd in de jaren ’60 gedempt. Het sluisje was vooral van belang voor de bevoorrading van de Van Gelder-papierfabriek. GSteek het sluisje nog niet over en fiets een stukje door naar de Zaan.Vanaf hier heeft u een schitterend uitzicht over het afwisselende landschap van de Zaan. Direct aan de overzijde ziet u een blinkend, modern gebouw. Daarnaast staat één van de bekendste industriële monumenten van de Zaanstreek:
begin 19de
Lagedijk 126 voorm. kantoor en laboratorium ver ffabriek Vis Pz.
GSla rechtsaf en vervolg het fietspad langs de sloot (Zaandammerpad). Aan de overkant van de sloot staat links een klein, stolpboerderij-achtig gebouw. Op deze plaats stond de in 1935 gesloopte molen 'het Vliegend Hert'. Aan het einde van het Zaandammerpad ligt een sluisje.
Zaandijkerweg 5 voorm. zeepziederij 'de Adelaar' Op het dak van deze vroegere zeepfabriek - bekend van de huishoudzeep met merknaam ‘de Adelaar’ - staat een grote betonnen roofvogel uit te kijken over de Zaan.Vooral van het water en 's avonds als er een schijnwerper op deze adelaar staat gericht is het een imponerend gezicht. Het lijkt of de grote roofvogel, zijn uitgespreide vleugels hebben een spanwijdte van 6,75 meter, zich elk moment naar beneden kan storten. Ooit is dat ook eens gebeurd. Bij een grote brand in 1906 stortte de voorganger van de huidige betonnen adelaar de Zaan in. Over deze eerste adelaar, die door een kunstzinnige directeur van de fabriek was gemaakt, doen nogal wat verhalen de ronde. Een daarvan wil dat deze vogel van zuiver brons was. Dat zou ook de reden zijn dat de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog nog naar de vogel, tevergeefs overigens, zouden hebben gedregd. Een ander verhaal wil dat de eerste vogel een massief gouden ring in de snavel vasthield. De adelaar verkeert overigens in slechte staat. Na de brand is het pand uit 1896 herbouwd door de architecten die ook het theater Carré in Amsterdam hebben ontworpen. Het bouwkundig zeer slechte gebouw is tegenwoordig in het bezit van het bedrijf Loders Croklaan (levensmiddelenindustrie) en is nodig toe aan een restauratie. 9
De voorm. eigenaar, Jan Dekker, was een oud Wormerveers bedrijf, dat ontstond in 1778. Het bedrijf baarde in 1795 groot opzien door een deel van het grote kasteel 'het Valkhof', de oude burcht van Karel de Grote te Nijmegen, te kopen, te slopen en in zware Rijnschepen naar de Zaanstreek te vervoeren. Het kasteel kostte het voor die tijd kapitale bedrag van 95.000 gulden. Het was gebouwd van tufsteen. Deze stenen zijn door Jan Dekker in de bij de Bartelsluis gelegen cement- en trasmolen 'de Rietvink' in Wormer tot tras vermalen.Tras is een soort harde cement; heel wat Zaanse huizen en bedrijven zijn met deze tras gebouwd. Dit is een opmerkelijk voorbeeld van hergebruik van oude monumenten. Van 1926 tot 1958 stond er een ruim dertig meter hoge kabelbaaninstallatie naast de zeepfabriek, waarmee men met bakken de kolen uit de schepen over de fabrieken heen naar het ketelhuis vervoerde.
De grote verzameling historisch Zaans materiaal is voornamelijk de verdienste van één man: Jacob Honig Jansz. Jr. (1816). Deze had een enorme belangstelling voor de streekgeschiedenis. Dit resulteerde niet alleen in het aanleggen van een kolossale verzameling Zaanse spulletjes, maar ook in het publiceren van een aantal boeken over de Zaanse historie, onder andere het tweedelige standaardwerk 'Geschiedenis der Zaanlanden'. Honig begon waarschijnlijk al jong met het verzamelen van Zaans materiaal. Bij zijn dood in 1870 liet hij een grote verzameling na, waar zijn familie zich over ontfermde, zodat de verzameling intact bleef.
architect Van Rossum en Vuijk, Amsterdam status provinciaal monument en potentieel rijksmonument
G Fiets terug naar de sluis en steek het bruggetje over, sla rechts af en fiets over de dijk langs de Zaan. Links van u ligt de 'Enge Wormer', een uit 1634 daterende droogmakerij. Het voorvoegsel 'Eng' moet opgevat worden in de betekenis van 'nauw' of 'klein' en geeft het verschil aan met de verderop gelegen, veel grotere droogmakerij 'Wijde Wormer' (die overigens in de rest van Nederland bekend staat als 'de Wormer'). De Enge Wormer is vrijwel nog geheel in orginele staat. De sloten zijn smal en recht, nauwelijks groter dan flinke greppels en liggen nog precies zoals ze in de 17de eeuw zijn ontworpen. Waar de weg van de Zaan afbuigt staan enkele woningen. Fiets deze voorbij en sla vervolgens meteen rechtsaf (Kalverringdijk). U bent weer in de gemeente Zaanstad. Voor u doemt een reeks molens op met daarachter de Zaanse Schans. ‘De Zaan, waar de wieken van de molens lustig gaan’, de molens behoren samen met die van Kinderdijk tot de bekendste toeristische attracties van Nederland. Goed uitkijken dus voor fotograferende vreemdelingen die geen fietsers gewend zijn (en altijd beleefd blijven). Kalverringdijk 39 oliemolen 'de Bonte Hen'
1693;
De voorganger van deze eerste molen die u tegenkomt is in 1693 gebouwd en in 1936 tot stellinghoogte afgebroken. In 1975 is dit restant door de Vereniging De Zaansche Molen herbouwd. Om geld voor dit project te krijgen zijn certificaten verkocht aan particulieren die daarmee mede-eigenaar werden van een bepaald onderdeel van de molen. De toenmalige koningin Juliana kocht de vlaggenstok. status rijksmonument
Kalverringdijk 33; 35 oliemolen 'de Os'
166
Deze oliemolen werd in 1916 onthoofd. In 1922 werd het oliewerk van molen 'de Poelsnip' uit Zaandam in een aanbouwtje aan de noordzijde geplaatst en werd 'de Os' een oliefabriekje met een door motorkracht aangedreven dubbel oliewerk. Tot 1931 heeft dit fabriekje zijn bestaan kunnen rekken, daarna werd het buiten bedrijf gesteld en verviel het complex langzaam. In de jaren ’80 is het aanbouwtje gesloopt en het binnenwerk gerestaureerd. Hoewel regelmatig plannen opduiken om deze molen weer van kap en wieken te voorzien, misstaat de romp toch niet in het rijtje molens langs de dijk. Het is immers een goed voorbeeld van de teloorgang van de Zaanse molenindustrie. Ook vormt de romp de schakel tussen de molens en hun opvolgers, de fabrieken. In feite is het een oliefabriekje in een molenromp. status rijksmonument 10
'goedjaarsend' Deze naam voor een aanbouw achter het huis geeft voortreffelijk aan hoe deze is ontstaan: als Zaanse kooplieden een zakelijk goed jaar hadden, investeerden zij een deel van hun winst in hun woning. Achter het al bestaande huis liet men dan een aanbouw zetten. Bij sommige Zaanse koopmanshuizen is dit meerdere keren gebeurd.
In 1874 werd in Zaandam een grote tentoonstelling gehouden over de geschiedenis van de Zaanstreek. Een groot deel van het geëxposeerde materiaal kwam uit de verzameling van Honig. Door het grote succes van de tentoonstelling ontstond de wens een permanent museum in te richten. In 1890 overleed in Zaandijk de burgemeester, die een paar vertrekken van het raadhuis bewoonde. Dit was voor de familie Honig aanleiding de collectie aan de gemeente te schenken onder voorwaarde dat men voor de huisvesting zorg zou dragen. De Zaandijker raad ging in 1892 akkoord, waarna de gemeente een deel van het gemeentehuis als expositieruimte inrichtte. Eind 1940 verhuisde de verzameling naar het huidige adres. Het interieur in Biedermeijerstijl was toen het door het museum werd betrokken nog vrijwel gaaf, hetgeen men uiteraard sindsdien zo heeft bewaard. Aan de achterzijde bevindt zich een fraai goedjaarsend (ca. 1829) met uitzicht over de Zaan. Het werd dan ook wel de Zaankamer genoemd. status rijksmonument
GOp de nrs. 90, 92; 94 en 96 treft u fraaie woonhuizen aan (status drie rijksmonumenten). Het houten voorm. papierpakhuis 'de Bijkorf' op nr. 98 stamt uit 1752 (status gemeentelijk monument). L a g e d i j k , v o o r n r. 3 9 / t e g e n o v e r n r. 1 0 0 Beeldentuin Dit is een van de weinige resterende Zaanse overtuinen. In de 18de en 19de-eeuwse Zaanstreek was het de gewoonte dat de gegoede ingezetenen aan de Zaankant van hun woning een groot bleekveld hadden dat niet omringd mocht zijn door hoogopgaand geboomte, opdat het linnengoed in de volle zon kon liggen te bleken en geen hinder had van de boodschappen van de vogels in de bomen.Als er ruimte voor was kochten de rijke Zaankanters een stukje land aan de overzijde van de wegsloot en lieten dat inrichten tot een schaduwrijke overtuin, compleet met tuinkoepel, sierhagen, tuinbeelden, zonnewijzer enzovoort. Ook de Beeldentuin is een dergelijke overtuin, die hoorde bij de grote woning die later het raadhuis van Zaandijk zou worden. Later kreeg de tuin een andere eigenaar en werden de beelden met hun gezicht naar de woning van deze koopman gedraaid. De beelden heten (in de volgorde waarin ze staan):Avond, Nacht, Bacchus, Morgen en Middag (Apollo). Indertijd lag voor de beelden een kralenperk waarin met rode en blauwe letters stond: 'Morgen, middag, avond en nacht/Niet te veel aan Bacchus gebracht'. De beelden zijn 17de-eeuws en waarschijnlijk afkomstig uit een Italiaanse steenhouwerij. Oorspronkelijk pronkten zij in de tuin van het buitenhuis van de 18de-eeuwse Zaandammer koopman Nicolaas Calff te Halfweg. Later werden zij opgesteld in een tuin aan de Westzijde te Zaandam en in 1804 werden ze verplaatst naar de tuin in Zaandijk. De Stichting Beeldentuin zorgt dat het geheel in goede staat blijft. 15
GAan het einde van de brug fietst u rechts de Lagedijk op. Het stuk Lagedijk tussen de Julianabrug en het Gorterspad wordt van oudsher de Gortershoek (Zaandijk) genoemd. Het is een beschermd dorpsgezicht. De naam is vermoedelijk afkomstig van de gortpelmolen die vroeger aan de scherpe bocht stond die de Zaan verderop maakt. De Gortershoek werd overigens ook wel eens de Mennistenbocht genoemd. De Mennisten (volgelingen van Menno Simons, meestal doopsgezinden genoemd) waren de economisch machtigen in de Zaanstreek.Aangezien zij door hun geloof van een flink aantal banen waren uitgesloten, kwamen veel doopsgezinden in de handel terecht. De Gortershoek is bebouwd met Zaanse koopmanshuizen en was vroeger dus grotendeels bewoond door doopsgezinden. Al snel ziet u links op een hoek (Boschstraat 1) een houten woonhuis. Dit pand is eind jaren tachtig door de eigenaar/bewoner samengesteld uit twee andere 18de-eeuwse huizen. Een pand stond eerst aan de Zaan en is door de Franse impressionist Claude Monet (1840-1926) op een schilderij vereeuwigd (status rijksmonument). Vervolgens ziet u o.a. rechts: Lagedijk 66, 68 en 70 houten woonhuis met voorm. wachtkamer Alkmaar Packet De steeg naast het smalle pandje nr. 64 (slechts 3,20 meter breed) voerde vroeger naar de aanlegsteiger van de Alkmaar Packet, een lijndienst over het water tussen Amsterdam en Alkmaar. Het pand werd neergezet door Verkade, die hier aan de passagiers van deze veerdienst brood en koek verkocht. In een schuur aan de Zaan zit nog het oude loket waar de kaartjes voor de boot werden verkocht. De Alkmaar Packet werd in 1864 opgericht als goederen- en passagiersdienst en legde hier voor het laatst in 1933 aan. Het gebruik van snellere vervoersmiddelen kreeg steeds meer de voorkeur. De Alkmaar Packet had een zwaargebouwde steiger. Dat was nodig, want de stoomboten lagen er vaak aan te rukken om de juiste draai te krijgen naar de vaargeul.Als zij buiten de geul belandden was de kans groot dat het schip vastraakte in de modderbank die zich hier in de loop der jaren had gevormd. De modderbank was zo hoog dat eens in het begin van de 20ste eeuw twee jongens zich met stoeltjes en tafeltje daarop installeerden om thee te drinken. Zij haalden hiermee de internationale pers. De namen van de ‘ondernemende’ knapen: Cornelis Walig, de latere notaris van Zaandijk, en Piet Duyvis, later directeur van de machinefabriek. Alle drie de panden worden waarschijnlijk in de periode 2001-’02 gerestaureerd. status drie rijksmonumenten
Lagedijk 80 Honig Breethuis
openingstijden dinsdag t/m vrijdag en zondag 13.00 - 17.00 uur
14
In dit authentieke koopmanshuis is sinds 1940 een museum gevestigd. Het Zaans Historisch Museum (voorheen Zaanlandse Oudheidskamer) heeft sinds eind 1999 een nieuwe naam: het Honig Breethuis. In het bovenlicht van de eikenhouten deur is een (gouden) Mercuriusstaf te herkennen, het symbool voor handel en nijverheid. Het statige woonhuis werd gebouwd door de witpapierfabrikant Cornelis Jacobsz. Honig, eigenaar van papiermolen ‘de Vergulde Bijkorf’. De bijenkorf werd dan ook het waarmerk voor het familiebedrijf C. & I. Honig, dat allengs overging in handen van de familie Breet. Deze dependance van het Zaans Museum is ingericht als woonhuis van een welgestelde Zaanse familie uit het begin van de 19de eeuw. Dit waren de vierde bewoners van het pand. Door middel van audiopresentaties en huisraad wordt het gezin, bestaande uit papierfabrikant Jacob Cornelisz. Breet (1778-1847), zijn vrouw Grietje Jansz. De Jager en hun vijf kinderen, tot leven gewekt. Jacob Breet wist het papierbedrijf uit te breiden tot drie molens:‘de Veenboer’, ‘het Herderskind’ en ‘de Herder’.
GTussen deze molen en de volgende is het de bedoeling dat in de nabije toekomst een nieuwe molen wordt herbouwd: windhoutzaagmolen 'het Jonge Schaap'. Deze molen van het type bovenkruier heeft tot 1942 in het Westzijderveld achter het station Zaandam gestaan.Toen deze molen werd afgebroken zijn alle onderdelen op tekening vastgelegd. Op basis hiervan wordt de molen aan de Zaan herbouwd. De geschatte bouwkosten bedragen circa 3,5 miljoen gulden, waarvan de gemeente Zaanstad één miljoen bijdraagt. De rest moet bijeen worden gebracht door sponsors en het bedrijfsleven. Kalverringdijk 31 oliemolen 'de Zoeker'
1672;
Het kan zijn dat deze molen als watermolen in Noord-Holland is gebouwd. Zijn gedrongen, stevige lijf toont immers veel meer overeenkomsten met de stoere Noord-Hollandse watermolens dan met de slanke, Zaanse industriemolens. In de tweede helft van de 17de eeuw is hij naar Zaandijk verplaatst waar hij tot 1968 stond.Toen moest hij wijken voor woningbouw en is op spectaculaire wijze naar de Kalverringdijk overgebracht. Het lijf werd met een grote hijskraan over de spoorlijn Alkmaar-Amsterdam getild, waardoor treinverkeer even niet mogelijk was. De schuur waarop de molen staat is nieuw en geplaatst op het erf van de in 1663 gebouwde en in 1914 verbrande oliemolen 'de Wind'. status rijksmonument
Kalverringdijk 29 ver fmolen 'de Kat'
1646;
Na twee oliemolens en de romp van een derde nu een verfmolen. Deze in 1646 gebouwde molen, met de naam 'de Kat', werd na een brand in 1781 herbouwd maar uiteindelijk toch in 1904 gesloopt.Alleen de schuur bleef over. In 1960 werd het lijf van verfmolen 'de Duinjager' uit Zaandam op de schuur van 'de Kat' gezet en kon de molen weer draaien. Nu trekt de molen ca. 150 duizend bezoekers per jaar. status rijksmonument
GKijk tijdens het fietsen ook eens naar links, daar ligt de Kalverpolder. In tegenstelling tot de Enge Wormer is de Kalverpolder géén droogmakerij. Een droogmakerij is een omdijkt en drooggemalen meer of stuk zee. Een polder is een gebied met een kunstmatig laaggehouden waterstand. Alle droogmakerijen zijn dan ook polders, omdat het grondwaterpeil daar kunstmatig laag wordt gehouden, maar niet alle polders zijn droogmakerijen. Heel veel polders zijn nooit water (meer of zee) geweest maar waren moerassen die zijn ontgonnen. Door daling van het land (inklinking) en stijging van de zeespiegel konden deze gebieden op den duur alleen worden drooggehouden door de aanleg van dijken en het wegmalen van overtollig water en werden het polders. De Kalverpolder was ook ooit een veenmoeras, dat in de middeleeuwen door koloniserende boeren is ontgonnen. Het was omringd door water: de Poel, de Zaan, de Enge Wormer en de Wijde Wormer. Na drooglegging van de Wijde Wormer (1626) en de Enge Wormer (1634) kon regenwater niet meer in voldoende mate worden afgevoerd. Daarom werd het gebied in 1637 omdijkt en kwam er een molen te staan die het overtollige water weg moest malen.Vanaf dat moment was het voormalige moerasgebied een polder geworden, de Kalverpolder. De tegenstelling met de droogmakerij de Enge Wormer is duidelijk te zien. De in de kleiige bodem van de Enge Wormer, volgens een strak ontwerp gegraven sloten zijn smal, recht en vormen een geometrisch patroon. In de Kalverpolder zijn de sloten veel breder en grilliger. De minder strak georganiseerde middeleeuwse ontginningswijze en het eeuwenlang afkalven van de slappe veenoevers is hier de oorzaak van. Het land van de Kalverpolder is ook veel ruiger en onregelmatiger, het is nooit de mooie vlakke bodem van een meer geweest. Dit is het zogenaamde slagenlandschap. 11
Kalverpolder windmotor 'de Herculus'
192
Uitkijkend over de Kalverpolder valt aan de horizon een grote, ijzeren 'Amerikaanse' windmolen op met zoveel wieken dat ze samen een cirkel vormen. Dit is windmotor 'de Hercules', een van de laatste in zijn soort in Nederland. De molen heeft als doel de Kalverpolder (mede) droog te houden. status provinciaal en rijksmonument
GVoortfietsend over de Kalverringdijk komt u bij een zwarte, houten molen. Kalverringdijk 27 houtzaagmolen 'de Gekroonde Poelenburg'
1869; 1904;
Deze molen wijkt wat uiterlijk betreft tamelijk af van de andere molens langs de Zaan. Het is een paltrokmolen: een vierkante, geheel houten molen die aan de onderzijde open is. Kunnen achtkantige molens allerlei functies hebben (verf-, olie-, meel-, watermolen etc.), een paltrokmolen is altijd een houtzager. Dankzij de open onderzijde zijn de zaagramen duidelijk te zien. Het is een bijzonder zeldzaam molentype waarvan er slechts vijf in Nederland over zijn. 'De Gekroonde Poelenburg' is een zeer reislustige molen, wat misschien samenhangt met zijn oorspronkelijke naam. Hij is in 1869 nieuw gebouwd in Koog a/d Zaan als molen 'de Locomotief' ter vervanging van de kort daarvoor afgebroken paltrok 'de Groene Jager'. Deze moest wijken voor de aanleg van de spoorlijn Zaandam-Alkmaar. De molen stond niet lang in de Koog want reeds in 1904 verplaatste men hem naar Zaandam als opvolger van de afgebrande molen 'de Gekroonde Poelenburg'. Nadat de molen in 1950 buiten bedrijf raakte, ging hij langzaam in conditie achteruit. Een derde verplaatsing, in 1963 naar de Zaanse Schans, naar het erf van de voorm. pelmolen 'de Grootvorst', was zijn redding.
Diederik Sonoy weg 19 oliemolen 'de Ooievaar' Voor de brug, aan de overkant van de weg, staat wederom een oliemolen, ditmaal 'de Ooievaar'. Deze is in 1622 in Assendelft gebouwd en in 1669 naar zijn huidige standplaats bij het terrein van Duyvis overgebracht. In 1934 werd een petroleummotor in de molen geplaatst, waarna de molen vrijwel niet meer draaide en sterk achteruit ging. In 1955 werd hij eigendom van de Vereniging De Zaansche Molen die hem liet restaureren. status rijksmonument
status rijksmonument
Kalverringdijk 23 mosterdmolen 'de Huisman'
G Informatie over de Zaanse Schans en de bezienswaardigheden is te verkrijgen bij het Bezoekerscentrum gelegen aan de oostkant van de Schans (bij de grote parkeerplaats). Daar staat ook het nieuwe Zaanse Museum waar allerlei aspecten van de Zaanse geschiedenis en de huidige Zaanstreek te zien zijn. Opvallend is dat de Zaanse Schans geen museum is, maar een, door haar bewoners, levend Zaans dorp, compleet met wegsloot, dwarspaden en loopbruggetjes. Op de Zaanse Schans vindt men overigens wel een aantal specifieke, kleine musea. Bakkerijmuseum 'In de Gecroonde Duijvekater' ligt aan het Zeilenmakerspad 4 (status rijksmonument). In voorm. pakhuis ‘de Lelie' aan het Zeilenmakerspad 7 is een ambachtencentrum en winkel gevestigd (status potentieel gemeentelijk monument).Verder zijn stijlkamers met Zaanse kleding en meubelkunst, een scheepswerfje, een kaasboerderij (‘de Catherina Hoeve’), een klompenmakerij en Zaanse (over)tuinen te zien. Vanaf nr. 21 treft u op de oneven nummers elf uit de Zaanstreek overgebrachte panden (status elf rijksmonumenten). Op nr. 19 ziet u ‘Koopmanshuis d'Mol’ (1795). Kostuummuseum 'Het Noorderhuis' ligt op nr. 17. Hiernaast op nr. 15 het voorm. weeshuis van Westzaan, waaraan een kopie van een nog bestaand vleethuis (pakhuis voor walvisvaart). In deze gebouwen is nu restaurant 'De Hoop Op d'Swarte Walvis' ondergebracht. Museumwinkel Albert Heijn (kruideniersmuseum) ligt op nr. 5. Op nr. 3 is het Museum van het Nederlandse Uurwerk gevestigd. Een van de Westzijde te Zaandam overgebrachte theekoepel treft u aan op nr. 1. Hierin is nu een tingieterij gevestigd. Inmiddels is wel het inzicht gegroeid dat het verplaatsen van historische panden tot verschraling van hun oorspronkelijke omgeving leidde, zodat slechts bij hoge uitzondering nog toevoegingen mogen worden verwacht. Bij het verlaten van de Zaanse Schans gaat u rechtsaf, de hoofdweg (Leeghwaterweg) op naar de Julianabrug.
1786;
De laatste molen van de reeks stond oorspronkelijk aan het Blauwepad in Westzaandam waar hij vermoedelijk in 1786 is gebouwd als snuifmolen (tabaksstamper). Later werd hij ook ingericht voor het malen van mosterd, dat nu zijn enige functie is. In 1955 werd de molen overgebracht naar de Zaanse Schans waar hij kwam te staan op het 17de-eeuwse pakhuis 'de Haan'. Nu begrijpt u ook waar het rijm op het beschilderde naambord op het molenlijf op slaat. In deze molen wordt de bekende Zaanse mosterd gemaakt.
GFiets over de Zaan via de Julianabrug. Deze brug werd in 1936 door prinses Juliana geopend. De Julianabrug is een van de jongere bruggen over de Zaan. Het was de eerste Zaanbrug die door de overheid werd gebouwd en geëxploiteerd. Bij de opening werd gemusiceerd door de socialistische muziekvereniging Apollo. Nadat de jonge prinses de in de Zaanstreek zeer bekende dirigent Gerrit Schaar had gecomplimenteerd met het door zijn vereniging gespeelde repertoire kreeg de dirigent de kans te antwoorden: "lk vind het fain dat u het fain vindt", was zijn reactie op het complimentje.Aan de overzijde van de brug staat links weer een molen: Lagedijk 28a meelmolen 'de Bleeke Dood'
status rijksmonument
GU staat nu op de Zaanse Schans.Voor u deze gaat bekijken, kunt u nog even genieten van het mooie uitzicht aan uw rechterhand. Daar kijkt u over de Zaan op de historische bebouwing van Zaandijk. De naam Zaanse Schans verwijst naar het verdedigingswerk dat in de tachtigjarige oorlog in deze buurt lag. Dit is de enige plek in de Zaanstreek die nooit in handen van de Spanjaarden is gevallen. In de jaren ’50 is begonnen met de bouw van de huidige Zaanse Schans. Historische panden die moesten wijken voor fabrieksuitbreiding of woningbouw werden overgebracht naar de Kalverpolder om zo een Zaans buurtje te vormen. Het telt nu ongeveer veertig uit de hele Zaanstreek afkomstige panden (architect Jaap Schippper). 12
Jarenlang was het mogelijk om met een bootje vanaf de Zaan 'de Bleeke Dood' in te varen om te lossen en te laden. Na jarenlang verval is de molen in 1955 gerestaureerd. Sommigen denken dat de naam van deze molen, die aan het begin van Zaandijk staat, een tegenhanger is van de naam van de voorm. watermolen 'het Leven' die aan het andere eind van dit dorp staat. Het woord 'bleek' zou slaan op de witte meelstof waarmee de molen aan de binnenkant was bedekt. Deze oude dorpsmeelmolen heeft onlangs een ingrijpende restauratie ondergaan. status rijksmonument 13