WAAROM GEBRUIKT MEN HOMEOPATHIE? EEN VERKENNEND ONDERZOEK NAAR BEWEEGREDENEN OM AL DAN NIET HOMEOPATHIE TE GEBRUIKEN
A.C. (Alieke) van Zandwijk, BBA M.E.P. (Monique) Vorstermans – van Schoubroeck, MSc
VOORWOORD
Het doen van onderzoek en het schrijven van een scriptie is onderdeel van het programma in jaar 5 en 6 van de studie Klassieke Homeopathie aan de School voor Homeopathie te Amersfoort. Normaal gesproken is dit een individueel proces, maar vanwege de omvang van dit onderzoek hebben wij daar gezamenlijk aan gewerkt. In oktober 2013 werden wij benaderd door docenten van onze opleiding om ons te richten op dit onderzoek. Met pieken en dalen, soms in sneltreinvaart, soms langzaam hebben we ons beiden, gedurende vele uren, iedere week weer, een jaar lang ingezet voor dit onderzoek. De enorme informatiestroom die op ons afkwam maakte ons de ene keer razend enthousiast, de andere keer wanhopig, want hoe schep je orde in zo’n enorme berg? Uiteindelijk waren het vooral de contacten met de respondenten en onze begeleiders die ons steeds veel plezier gaven. De gesprekken gaven richting en maakten ons bewust van hoe onze toekomstige cliënten beslissingen nemen om wel of niet gebruik te maken van CAM. De gesprekken met sleutelinformanten hebben ons veel inzicht gegeven in ons toekomstige werkveld. Zonder al deze enthousiaste mensen had dit rapport hier niet gelegen. Wij willen hen dan ook hartelijk bedanken voor hun bijdrage. Allereerst de 62 deelnemers die anoniem mee hebben gewerkt aan de focusgroepssessies, dank dat jullie zo openhartig met ons wilden delen wat jullie overwegingen zijn rondom dit onderwerp. Ook danken wij de personen of organisaties die wij hebben mogen interviewen en die ons uiteindelijk feedback gaven op het geschreven stuk. • De zorgverzekeraar die anoniem mee wilde werken. • De KVHN (Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland). • Melanie van de Bilt. • Ton Nicolai MD, EUROCAM spokesman & coordinator. • Miek Jong, Hoofd afdeling Voeding & Gezondheid, Louis Bolk Instituut, Driebergen.
A.C. (Alieke) van Zandwijk, BBA M.E.P. (Monique) Vorstermans – van Schoubroeck, MSc
Daarnaast bedanken wij onze onmisbare begeleiders en meelezers. Allereerst Frans van Rooijen, Klassiek Homeopaat, hoofdredacteur van Dynamis, wie de aanzet gaf tot dit onderzoek en externe begeleider was. Ook Fleur Kortekaas, MSc, klinisch epidemiologe, trad op als externe begeleider en heeft ons steeds weer aangezet tot aanscherping en verbetering in iedere fase van het onderzoek. De begeleiders vanuit de opleiding: Marian van Kooten en Barry Heinrichs, beiden Klassiek Homeopaat en docent aan de School voor Homeopathie te Amersfoort, dank voor jullie begeleiding vanaf de zijlijn. Carolien Kars MSc heeft in de laatste fase het geduld gehad het hele document van feedback te voorzien, wat weer een frisse blik op onze rapportage gaf. Tot slot bedanken wij onze families, die ons gedurende dit jaar steunden om ons op dit onderzoek te kunnen storten.
Externe begeleiding: Fleur Kortekaas, MSc Frans van Rooijen Begeleiding namens School voor Homeopathie: Marian van Kooten Barry Heinrichs Niets uit dit onderzoek of rapport mag gepubliceerd, gepresenteerd of vermenigvuldigd worden zonder overleg met de auteurs. Voor meer informatie:
[email protected]
Alieke van Zandwijk en Monique Vorstermans Grafische vormgeving: Marchien Bart, www.raakontwerp.nl Kunstwerk omslag: Marinke van Zandwijk www.marinkevanzandwijk.nl 3
Voorwoord
INHOUDSOPGAVE
5
Voorwoord
3
Inhoudsopgave
5
Samenvatting
6
Inleiding Aanleiding Centrale vraagstelling Doelstelling Probleemverkenning
8 8 8 8 9
Hoofdstuk 1 | Methodiek 1.1 Documentanalyse 1.2 Dataverzameling via focusgroepssessies en diepte-interviews 1.3 Dataverwerking
16 16
Hoofdstuk 2 | Resultaten van het onderzoek 2.1 Resultaten literatuuronderzoek 2.2 Resultaten dataverzameling via diepte-interviews en focusgroepssessies 2.3 Beweegredenen van zorgconsumenten
20 20
Hoofdstuk 3 Conclusie, discussie en aanbevelingen Conclusie Discussie Aanbevelingen
56 56 57 59
Afkortingen en begrippen
61
Literatuurlijst
63
Authenticiteitsverklaring
67
Bijlage I Grafieken
68 68
Inhoudsopgave
18 19
24 25
SAMENVATTING
De NVKH (Nederlandse Vereniging voor Klassiek Homeopaten) merkt in het algemeen op dat bezoeken aan homeopaten ten opzichte van de jaren ‘90 teruglopen. Duidelijke aanwijzingen voor het waarom van deze afname zijn door middel van onderzoek nog niet vastgesteld. Om een mogelijke verklaring te vinden is het belangrijk eerst inzicht te hebben in wat beweegredenen zijn om al dan niet gebruik te maken van CAM (Complementary and Alternative Medicine) voor de Nederlandse zorgconsument, wat met dit onderzoek gedaan is. De centrale vraagstelling in dit onderzoek is: Wat zijn de beweegredenen van Nederlandse gezondheidszorggebruikers om wel of niet gebruik te maken van CAM in het algemeen en homeopathie in het bijzonder? Deze vraag wordt door middel van kwalitatief onderzoek beantwoord. Er is gebruik gemaakt van documentanalyse, diepte-interviews met sleutel informanten en er is gesproken met zorgconsumenten in focusgroepssessies.
Er hebben 5 diepte-interviews plaatsgevonden met sleutelinformanten en er zijn 62 respondenten die hun mening hebben gegeven in focusgroepssessies. Hierin zijn ruim 200 punten genoemd die bepalen of een persoon al dan niet gebruik gaat maken van conventionele geneeskunde of CAM. De resultaten van het onderzoek zijn in een model verwerkt. De visie die de respondent heeft op gezondheidszorg in het algemeen, op CAM en op de conventionele gezondheidszorg is bepalend voor wat hij of zij gaat doen gevolgd door belemmerende/stimulerende factoren. Deze oefenen de grootste invloed uit op de visie en daarmee het uiteindelijke gedrag. De visie van de gezondheidszorggebruiker valt uiteen in een algemene visie en redenen om wel of niet te gaan voor zowel CAM als conventionele gezondheidszorg. De visie blijkt zeer persoonlijk te zijn. Belemmerende en stimulerende factoren die naar voren gekomen zijn, zijn gegroepeerd onder de volgende thema’s: kosten, politiek/wetgeving, vindbaarheid, media, imago homeopathie/CAM, imago conventionele gezondheidszorg, sociale omgeving, kennis en behoeften en wensen.
Om alle beweegredenen die spelen te definiëren, is gesproken met zorg consumenten in focusgroepen en hebben er diepte-interviews plaatsgevonden met sleutelinformanten. Hiermee is doorgegaan tot er in de gesprekken geen nieuwe thema’s meer naar voren kwamen en er dus sprake was van verzadiging. Bij het analyseren van de data en het datareductieproces is gebruik gemaakt van inductief coderen.
Omdat het gaat om een kwalitatief onderzoek is niet te stellen welke beweegredenen het meest belangrijk zijn. Er zijn wel conclusies te trekken over thema’s die spelen in het beslissingsproces. Allereerst is daar de vraag naar informatie van de zorgconsument. Heldere informatie over wat welke CAM inhoudt, met welke klacht je waarheen kunt, hoe kwaliteit gewaarborgd is en hoe een behandeling in z’n werk gaat. De zorgconsument zou deze informatie ook graag van de huisarts krijgen en eventueel zelfs doorverwezen willen worden. Daarin ligt ook direct het tweede thema. Er is behoefte aan verbinding tussen conventionele en alternatieve geneeskunde. De aanbevelingen die voortkomen uit dit onderzoek zijn allereerst om de gevonden beweegredenen van Nederlanders om CAM te gebruiken te kwantificeren. Daarnaast is het verbeteren van informatievoorziening over CAM – en in het bijzonder homeopathie – aan zowel zorgconsumenten als aan de conventionele geneeskunde de tweede aanbeveling.
Er heeft literatuuronderzoek in Pubmed1 en in grijze literatuur plaatsgevonden. Dat resulteerde in 43 studies die relevant waren voor dit onderzoek. In deze studies is veelal gekeken naar specifieke groepen patiënten. De beweegredenen die voortkomen uit het literatuuronderzoek zijn te groeperen in redenen die gaan over het aansluiten van CAM bij levensovertuiging of kijk op gezondheidszorg, dat CAM past bij een bepaald doel van de patiënt, ontevredenheid over de conventionele geneeskunde of doordat patiënten door hun omgeving op het idee gebracht werden te gaan. De beweegredenen om niet te gaan komen onder andere voort uit het ontbreken van vergoeding of het geen gebruik willen maken van CAM door bijvoorbeeld gebrek aan bewijs.
1
6
Zie verklarende woordenlijst
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
7
Samenvatting
INLEIDING
AANLEIDING De NVKH (Nederlandse Vereniging voor Klassiek Homeopaten) is de grootste beroepsvereniging van klassiek homeopaten in Nederland. De NVKH merkt in het algemeen op dat bezoeken aan homeopaten ten opzichte van de jaren ‘90 teruglopen. En vooral dat er een gat is tussen het aantal mensen dat daadwerkelijk een homeopaat raadpleegt (minder dan 10%) en het aantal mensen dat gelooft in homeopathie2 of een homeopathisch middel in huis heeft (70 – 80%). Duidelijke aanwijzingen voor deze afname zijn door middel van onderzoek nog niet vastgesteld. Men vermoedt dat kosten, gebrek aan kennis over homeopathie en (maatschappelijke) druk op de beeldvorming naast andere factoren hierbij een rol spelen. Maar misschien is de homeopaat te onzichtbaar, willen mensen doorverwezen worden vanuit de huisarts of is er sprake van concurrentie met andere complementaire of alternatieve geneesmethoden zoals acupunctuur? Sluit homeopathie, of hoe homeopathie naar buiten gebracht wordt, niet aan bij de huidige tijdgeest/generatie? Het gebruik van CAM is in Nederland aan verschillende invloeden onderhevig. In dit onderzoek worden met behulp van kwalitatieve onderzoekstechnieken de beweegredenen van burgers in Nederland om wel of niet te kiezen voor homeopathie en CAM zorg in kaart gebracht. CENTRALE VRAAGSTELLING De centrale vraagstelling in dit onderzoek is als volgt geformuleerd: Wat zijn de beweegredenen van Nederlandse gezondheidszorggebruikers om wel of niet gebruik te maken van CAM in het algemeen en homeopathie in het bijzonder? Uit onderzoek van Nissen, Schunder-Tatzber, Weidenhammer en Johannessen (2012) in verschillende Europese landen blijkt dat voor lang niet alle landen van Europa gedetailleerd onderzoek voorhanden is met betrekking tot het keuzeproces voor CAM. Voor de Nederlandse situatie wordt daarom nu in kaart gebracht, wat er speelt in het keuzeproces voor CAM in het algemeen en homeopathische gezondheidszorg in het bijzonder. DOELSTELLING De Public Relations (PR)–commissie van de NVKH heeft onder meer als taak voorlichting te geven over homeopathie en over de activiteiten van de homeopaten die lid zijn van de NVKH. Daarbij staat het uitdragen van de professionaliteit van NVKH-leden en de bewaking van de daarbij behorende beeldvorming over NVKH-homeopaten centraal. Binnen deze context is de PR-commissie op zoek naar meer informatie over de beeldvorming over homeopaten bij het algemene publiek en de afwegingen van dit publiek om wel of geen homeopaat te bezoeken. Meer informatie over 2
8
deze onderwerpen zal centrale thema’s identificeren die vervolgens de leidraad kunnen zijn voor het afstemmen van NVKH voorlichtingscampagnes en -materiaal op het algemene publiek. De doelstelling van dit onderzoek is dan ook om die centrale thema’s te identificeren door middel van kwalitatief onderzoek. Met die informatie kan voorlichting aan potentiële zorggebruikers worden vormgegeven en verder uitgewerkt worden door de NVKH. Het doel van dit onderzoek is om deze beweegredenen, in de breedst mogelijke zin, boven tafel te krijgen. Deze gegevens geven meer inzicht in alle factoren die meespelen bij de keuze voor CAM en homeopathie in het bijzonder. Figuur 1 Combinatie van percentage contacten per leeftijdsgroep met alternatieve genezers inclusief huisarts in het afgelopen jaar 1980-2009 (CBS, 2010) en percentage contacten met alternatieve genezers 2010-2013 (CBS, 2014a)
PROBLEEMVERKENNING De zorg in Nederland is anno 2014 sterk in beweging, zowel qua gebruikers van zorg, qua wetgeving als qua organisatie van de zorg. De ontwikkelingen binnen het (CAM) zorggebruik van burgers in Nederland worden in onderstaande paragrafen weergegeven. Naast de Nederlandse situatie worden ook enkele ontwikkelingen in Europa en elders in de wereld geschetst.
CAM gebruik in Nederland Het CAM-zorggebruik is in Nederland vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw aanvankelijk gegroeid (Centraal Bureau voor de Statistiek [CBS], 2010). In 2012 waren er een miljoen mensen in Nederland die een bezoek brachten aan een CAM-beoefenaar (zie figuur 1). Hierbij gaat het om contacten met ‘homeopaat, antroposoof, acupuncturist, chiropractor, osteopaat, fytotherapeut of kruidengenezer, natuurgenezer, magnetiseur of paranormaal genezer, gebedsgenezer of religieus genezer en/of een andere genezer’ (CBS, 2010). Na 1990 is er een langzame afname in het aantal consulten te zien.
20% 15 10 5 0
1980 1985 1990 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Leeftijd 0-20 Leeftijd 20-45 Leeftijd 45-65 Leeftijd >65 Leeftijd totaal
Zie verklarende woordenlijst voor definitie
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
9
Inleiding
Onder CAM-gebruik valt ook het gebruik van natuurlijke zelfzorgmiddelen zoals homeopathische zelfzorgproducten. Het is onduidelijk om hoeveel CAM-zelfzorgmiddelen het gaat. De laatste cijfers van homeopathische zelfzorgmiddelen zijn van 2009, en zijn in figuur 2 te zien.
Figuur 2 Percentage homeopathisch zelfzorgmiddelen gebruik voor mannen, vrouwen en totaal in de jaren 2000-2009 (CBS, 2014a)
CAM bezoekers zijn vooral hoogopgeleide vrouwen tussen de 30 en 65 jaar. Vrouwen maken twee keer zoveel gebruik van CAM-therapieën dan mannen (CBS, 2014e). De groep met een voltooide HBO of WO-opleiding is verantwoordelijk voor het grootste deel van de gebruikte CAM bezoeken (zie grafiek 1.1 in bijlage I). Kijkend naar de leeftijdsverdeling van CAM bezoekers in Nederland in 2012, is te zien dat de leeftijdsgroepen van 30 tot 65 jaar daarin het best vertegenwoordigd zijn (zie grafiek 1.2. in bijlage I). Boven de 65 jaar neemt het bezoek sterk af. Voor kinderen wordt daarentegen vaker gebruik gemaakt van CAM: tussen 0 en 4 jaar valt een relatief groot CAM bezoek op. Er zijn verschillende CAM vormen. In de jaren 2010-2012 werden respectievelijk de acupuncturist, homeopaat, chiropractor, osteopaat en natuurgeneeskundige het meest bezocht. Percentages zijn te zien in figuur 4.
10% 8 6 4 2
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal % Mannen % Vrouwen %
Figuur 4 Type genezer onder mensen onder behandeling van alternatieve genezer, 2010/2012 (CBS, 2014c)
In 2009 gebruikte 39% van de Nederlandse bevolking zelfzorgmiddelen in de twee weken voor de CBS-enquête. Daarvan waren 5% homeopathische zelfzorgmiddelen. In figuur 3 zijn de cijfers te zien van 1981 tot 2013. In 2013 gebruikt een derde van de Nederlanders zelfzorggeneesmiddelen (CBS, 2014d).
Acupuncturist Andere alternatieve genezer Homeopaat Chiropractor Osteopaat Natuurgenezer Magnetiseur of paranormale genezer Fytotherapeut of kruidengenezer Antroposoof Gebedsgenezer of religieus genezer 0
5
10
15
20
25%
50% Nederlanders zijn erg tevreden zijn over hun contacten met een alternatieve genezer blijkt uit onderzoek van het CBS. Ze gaven gemiddeld een 8,1 als rapportcijfer. De huisartsenpraktijk kreeg gemiddeld een 7,7 en de specialist een 7,8 (CBS, 2014c). Verschillende studies in de afgelopen jaren verhalen over de groei van CAM in het algemeen en homeopathie in het bijzonder. Deze toename wordt met name gezien in het gebruik van homeopathie in Nederland sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw (Dekkers, 2009), (Nichol, Thompson, & Shaw, 2011), (Sirois, & Purc-Stephenson, 2008). De cijfers van het gebruik van homeopathie en CAM zijn niet eenduidig, ze blijken sterk af te hangen van de definitie van CAM die gehanteerd wordt. In verschillende studies worden percentages gerapporteerd van 6 tot 91%, met de meest gerapporteerde percentages tussen 20 en 60%. Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen en Vlieger (2013) spreken van een CAM-gebruik van een derde van alle patiënten. Onderzoek van de Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland (KVHN) laat zien dat 85% van de Nederlanders op één of andere wijze homeopathie gebruikt, als niet alleen consulten, maar ook homeopathische zelfzorgmiddelen meegenomen worden.
40 30 20 10 0
1981 1985 1990 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Figuur 3 Percentage mensen dat zelfzorgmiddelen (1981-2009) en zelfzorgmiddelen of voedings supplementen (2010-2013) gebruikt heeft in de afgelopen 2 weken (CBS, 2014a), (CBS,2014b)
10
Totaal % Mannen % Vrouwen %
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
11
Inleiding
Ontwikkelingen op het gebied van gezondheid en ziekte, levensverwachting en zorgkosten in Nederland Het Nederlandse zorgbeleid staat voor een grote uitdaging zich aan te passen aan veranderingen in de zorg door technologische vooruitgang en demo grafische ontwikkelingen. De levensverwachting van Nederlandse burgers is de afgelopen eeuw sterk gestegen. Voor de komende tijd verwacht men nog een stijging van de levensverwachting van 3 jaar voor mannen en vrouwen tot resp. 82 en 85 jaar in 2030 (CBS, 2014f). Eén van de redenen dat mensen langer leven, is dat voorheen dodelijke ziektes steeds langer behandelbaar zijn. Ze worden een chronische ziekte, waarbij het gaat om chronische ziekten volgens de conventionele definitie. Tijdens hun leven krijgen Nederlanders steeds vroeger te maken met chronische ziektes: bij vrouwen is de gemiddelde leeftijd waarop ze een chronische ziekte krijgen, gedaald van 54 naar 41 jaar tussen 1981 en 2012, bij mannen van 54 naar 47 jaar in dezelfde periode. In dezelfde lijn zit de tendens dat mensen steeds meer chronische ziektes tegelijk krijgen (Gijsen, Oostrom, Schellevis, & Hoeymans, 2013). De als gezond ervaren periode ligt tussen 1981 en 2012 gemiddeld rond de 63 jaar (60-64 jaar) bij vrouwen en stijgt bij mannen globaal van 60 naar 65 jaar (CBS, 2014f). De gezondheidszorg in Nederland neemt een steeds groter deel van de overheidsuitgaven in beslag. Het gaat om 94,2 miljard euro in 2013 (zie grafiek 1.3 in bijlage I). In 1990 bedroegen de zorgkosten nog 20 miljard euro. De zorgkosten stijgen in absolute zin per persoon per jaar tot €5.608 in 2013. Ook als deel van het bruto binnenlands product stijgen de zorgkosten tot 15,6% in 2013 (CBS, 2014g). De bevolkingsopbouw verandert ook: er is een steeds kleiner percentage van de bevolking dat de zorg en de zorgkosten moet opbrengen. Dit levert zowel in financiële zin als in personele zin nieuwe uitdagingen voor het Nederlandse zorgbeleid.
In de lidstaten van de EU plus 12 andere Europese landen zijn meer dan 150.000 geregistreerde artsen met een aanvullende gecertificeerde CAM opleiding en meer dan 180.000 geregistreerde en gecertificeerde CAM aanbieders die geen arts zijn. Hieruit volgt dat er 65 CAM aanbieders (35 niet-medische en 30 artsen) zijn per 100.000 inwoners van de EU, tegenover 95 artsen per 100.000 inwoners (Pan-european research network for CAM, 2012). En in India bijvoorbeeld heeft homeopathie een enorme vlucht genomen. Er is een Departement voor CAM (Ayush) binnen het Ministerie voor Gezondheid en Familiewelzijn. Er is een uitgebreide infrastructuur van homeopathische ziekenhuizen, apotheken, onderzoeksinstituten en erkende homeopaten (CCRH, 2014).
Homeopathische medicijnen in Nederland De verkrijgbaarheid van homeopathische medicijnen staat sinds het begin van deze eeuw steeds meer onder druk. “Vóór 1 juni 2002 waren alle homeopathische medicijnen vrij verkrijgbaar en zonder registratieverplichting op de markt.“ (Hahnemann Apotheek, 2014). Het assortiment is sindsdien sterk teruggelopen. Homeopathische medicijnen zijn goedkoop en er zit een kleine winstmarge op. De kosten om medicijnen te registreren zijn dus relatief hoog. Daarnaast mag de indicatie van homeopathische medicijnen niet meer op de verpakking vermeld worden, dit wordt gezien als reclame, evenals vermelding van de indicatie op websites. De boetes voor het niet naleven hiervan kunnen oplopen tot €30.000. Als laatste maatregel kwam dit jaar de aparte registratie van veterinaire homeopathische middelen: dezelfde middelen die humaan gebruikt worden, moeten voor het gebruik bij dieren opnieuw geregistreerd worden (Hahnemann Apotheek, 2014, p.4). Kenmerken van keuzegedrag van CAM Complementary and Alternative Medicine (CAM) is een zeer divers veld van therapieën die op verschillende wijze de gezondheid en het welzijn van een patiënt beïnvloeden. Deze therapieën kunnen eigenlijk alleen los van elkaar beoordeeld worden. Zorggebruikers oordelen heel verschillend over de verschillende therapieën (Jain, & Astin, 2001). Beide onderzoekers hebben ook gekeken naar welke factoren voorspellend zijn voor het juist niet kiezen van CAM. Het is namelijk zeker zo interessant om te weten waarom mensen juist geen gebruik maken van deze vormen van gezondheidszorg. Dit blijken te zijn: man zijn, gezond zijn, gebrek aan ondersteuning vanuit de arts en het geloof dat CAM therapieën niet werken of minderwaardig zijn aan conventionele geneeskunde (p<0,05). Bijna significant was het gebrek aan kennis over CAM (Jain, & Astin, 2001). Specifiek voor homeopathie vonden zij dat de twee overtuigingen ‘CAM werkt niet en is minderwaardig’ en ‘homeopathie werkt niet’ samen met het gebrek aan kennis over homeopathie goede voorspellers zijn voor het niet gebruiken van deze vorm van CAM (Jain, & Astin, 2001). Het gevoel dat homeopaten op onbereikbare plaatsen praktijk houden, was niet significant. Dit onderzoek is uitgevoerd onder afgestudeerden van een Amerikaanse universiteit. Ze hadden dan ook een bovengemiddeld inkomen.
Ontwikkelingen in het CAM zorggebruik Complementary and Alternative Medicine (CAM) is een zeer divers veld van therapieën die op verschillende wijze de gezondheid en het welzijn van een patiënt beïnvloeden. Deze therapieën kunnen eigenlijk alleen los van elkaar beoordeeld worden. Zorggebruikers oordelen heel verschillend over de verschillende therapieën (Jain en Astin, 2001). Binnen de patiëntengroepen pediatrische oncologie zijn CAM gebruikerscijfers gevonden van 42% in Nederland, 33% in het Verenigd Koninkrijk, 35% in Duitsland en 36, 42 en 40% in Canada (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen en Vlieger, 2013). Zij vinden in de literatuur in 1998 in Nederland een percentage van 31%, wat een toename suggereert in het afgelopen decennium. Homeopathie in Europa ‘Homeopathie is officieel erkend en opgenomen in het zorgverzekeringssysteem in een aantal landen in en buiten Europa.’ (European Network of Homeopathic Researchers (ENHR), 2005). Homeopathie wordt gebruikt in 40 van de 42 Europese landen (ENHR, 2005). In 11 van 14 Europese landen hoort homeopathie bij de top 3 van meest gebruikte CAM therapieën, in 5 van de 14 is het zelfs de meest gebruikte CAM (ENHR, 2005). In 25 verschillende studies in de EU werd een percentage van 2-27% gevonden van het aantal mensen dat homeopathie gebruikte (Pan-european research network for CAM, 2012, p.30).
12
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
In de literatuur over homeopathie en CAM-gebruik zijn vooral studies te vinden voor specifieke patiëntengroepen. Wat naar voren komt uit onderzoek, is dat patiënten die met conventionele therapieën niet voldoende genezen, op zoek gaan naar alternatieven. In Nederland wilde 64% van de ouders bij Pediatrische oncologie graag dat CAM aangeboden werd in ziekenhuizen (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen en Vlieger, 2013).
13
Inleiding
Meer dan 40% van de ouders van deze patiënten geeft CAM aan hun kind. En slechts een derde bespreekt het CAM gebruik met de behandelend specialist. Bij deze groep was homeopathie de meest gebruikte vorm van CAM (18,8%). Significante voorspellers van CAM gebruik in dit onderzoek zijn: vrouw zijn (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen en Vlieger, 2013) en het gebruik van CAM door de ouders (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen en Vlieger, 2013). Als mogelijke reden voor een hoger gebruik van CAM onder meisjes dan jongens, wordt vermeld dat meisjes misschien wel de meer ‘zachte’ CAM therapieën willen proberen zoals yoga, meditatie en massage (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen en Vlieger, 2013). Jain en Astin vermelden als mogelijke verklaring voor het feit dat vrouwen vaker gebruik maken van CAM, dat vrouwen vaker de onderliggende waarden (zoals holistisch) onderschrijven die goede voorspellers zijn voor het gebruik van CAM. Daarnaast ondergaan vrouwen in hun leven fysiologische veranderingen door zwangerschap en menopauze. Misschien worden ze hierdoor meer gevoelig voor de gevolgen van hun keuzes op gezondheidsgebied en vinden ze in CAM meer een antwoord op hun fysieke problemen door aandacht voor welbevinden en preventie binnen CAM (Jain, & Astin 2001).
Om hun patiënten een weloverwogen beslissing te laten nemen hebben conventionele behandelaars vaardigheden, training en kennis nodig (Evans, Sharp en Shaw, 2012). Nissen, Schunder-Tatzber, Weidenhammer en Johannessen (2012) zeggen hierover dat patiënten willen dat ze onbevooroordeelde en betrouwbare informatie krijgen zodat ze een weloverwogen beslissing (‘informed decision’) kunnen nemen. Om daadwerkelijk CAM te gaan gebruiken, spelen ook het positief staan tegenover CAM (Vincent en Furnham, 1996) (Nissen, SchunderTatzber, Weidenhammer en Johannessen, 2012) en de beschikbaarheid van CAM (Vincent en Furnham, 1996) een rol. Voor 7% van de CAM gebruikers onder Nederlandse pediatrische oncologiepatiënten was de reden om CAM te gebruiken omdat ze willen genezen (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen en Vlieger, 2013). Nissen, Schunder-Tatzber, Weidenhammer en Johannessen (2012) noemen ook dat veel patiënten graag zouden willen dat CAM meer beschikbaar is. Andere beweegredenen om CAM te blijven gebruiken zijn de bereidheid van de therapeut om emotionele factoren te bespreken, de verklaringen die voor hun ziekte gegeven werden (Vincent en Furnham, 1996) en de mogelijkheid om zelf iets aan de ziekte en hun leven te kunnen doen (Vincent en Furnham, 1996) (Chang, Wallis, Tiralongo en Wang, 2012).
Om een gefundeerde keuze te maken voor complementaire zorg of alternatieve zorg, hebben zorggebruikers bepaalde informatie nodig (Nissen, SchunderTatzber, Weidenhammer en Johannessen, 2012). Globaal zijn er twee soorten patiënten die CAM gebruiken: de pragmatische gebruikers en de gebruikers uit overtuiging (Nichol, Thompson en Shaw, 2011). De laatste gebruikers zijn de mensen die al overtuigd zijn van de voordelen van CAM gebruik en de pragmatische gebruikers zijn mensen die eerst een probleem kregen en daar iets aan willen gaan doen. Voordat deze zorggebruikers kiezen voor CAM gaan ze door een aantal stadia zoals het onderkennen van de noodzaak tot gebruik van CAM (Chang, Wallis, Tiralongo en Wang, 2012), ontdekking en onderzoek naar vormen van CAM die hen mogelijk kunnen helpen (Carmady, Smith en Colagiuri, 2013) (Chang, Wallis, Tiralongo en Wang, 2012) en het in overeenstemming brengen van CAM gebruik met hun eigen levensvisie (Chang, Wallis, Tiralongo en Wang, 2012). Beslissingen over conventionele geneeskunde en CAM zijn vaak met elkaar verweven (Carmady, Smith en Colagiuri, 2013) (Vincent en Furnham, 1996): de wil om de bijwerkingen van conventionele medicijnen te voorkomen (Vincent en Furnham, 1996), (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schoutenvan Meeteren, Loeffen en Vlieger, 2013) of problemen met communicatie met conventionele artsen (Vincent en Furnham, 1996). Als patiënten eenmaal onder behandeling zijn van CAM, evalueren ze hun keuze voor CAM vaak na enige tijd (Chang, Wallis, Tiralongo en Wang, 2012) (Carmady, Smith en Colagiuri, 2013). Ze worden graag over CAM geïnformeerd door vertrouwde behandelaars (Carmady, Smith en Colagiuri, 2013), zoals de behandelend oncoloog (87% van de ouders in Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen en Vlieger, 2013) en gebruiken graag CAM aangeraden door vertrouwde behandelaars en mensen als familie en vrienden (Carmady, Smith en Colagiuri, 2013). Als de eigen arts niet achter CAM staat, kan dat mogelijk twee ongewenste effecten hebben: het kan mensen die vertrouwen op hun arts afhouden van het experimenteren met voor hen mogelijk effectieve behandelmethoden en voor de mensen die wel naar CAM gaan, geldt dat ze zouden kunnen besluiten dit niet mee te delen aan hun behandelend arts (Jain, & Astin, 2001).
14
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in welke beweeg redenen burgers in Nederland hebben om te kiezen voor een bepaalde vorm van zorg en welke informatie ze nog nodig hebben om die keuze te maken. Daar kan vervolgens beleid op gemaakt worden, zodat burgers in Nederland beter inzicht krijgen in de mogelijkheden van CAM. Dit kan dan leiden tot een toename van het aantal consulten van CAM artsen en –therapeuten.
15
Inleiding
HOOFDSTUK 1 METHODIEK De centrale onderzoeksvraag wordt in dit onderzoek door middel van kwalitatief onderzoek beantwoord. Kwalitatief onderzoek is namelijk het onderzoeksinstrument om beweegredenen vanuit psychosociale aspecten te onderzoeken. In het geval van dit onderzoek gaat het met name om de verschillende beweegredenen, dus wat overwegingen zijn van mensen om tot actie over te gaan. Kwantitatief onderzoek is gericht op vragen als hoeveel en hoe sterk. In dit onderzoek draait het om kwalitatief onderzoek. Daarnaast wordt voor dit type onderzoek gekozen als kwantificering niet zinvol of (voorlopig) onmogelijk is. (Netwerk Kwalitatief Onderzoek AMC-UvA, 2002). Kwantitatief onderzoek is in het kader van de onderzoeksvraag niet mogelijk omdat thema’s waarom mensen wel of niet naar een homeopaat gaan nog niet geïdentificeerd zijn. Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van documentanalyse, diepte-interviews met sleutelinformanten en is gesproken met zorgconsumenten in focusgroepssessies. Het materiaal is geanalyseerd volgens de gefundeerde theoriebenadering. In het onderzoek heeft triangulatie plaatsgevonden doordat er gebruik is gemaakt van meerdere methoden van dataverzameling welke zijn verwerkt op de volgende manier. De gevonden data zijn gecodeerd en zijn thematisch gearchiveerd in een tabel. Op deze manier is steeds zichtbaar geweest van welke bronnen de thema’s en de codes afkomstig waren en was in een oogopslag te zien als deze thema’s in meerdere bronnen terug kwamen. Indien dezelfde thema’s in meerdere bronnen terugkomen, waarbij de bronnen onafhankelijk van elkaar zijn, is er sprake van triangulatie. 1.1 DOCUMENTANALYSE Literatuuronderzoek is uitgevoerd om bronnen te bestuderen die informatie gaven over het te onderzoeken onderwerp. Enerzijds is dit een manier voor de onderzoekers om zich in te lezen in het onderwerp, anderzijds zijn hiermee thema’s gedefinieerd rondom de centrale vragen van dit onderzoek. Het literatuuronderzoek bestond uit 2 delen. Grijze literatuur werd verzameld door raadplegen van een netwerk van deskundigen. Deze literatuur werd vervolgens gearchiveerd in een digitale map en een korte omschrijving en de bron werd opgenomen in een tabel. Daarnaast werden de aantallen documenten in flow-diagram weergegeven en betiteld als zij-instromers. Deze documenten zijn door de onderzoekers steeds gescand op relevantie. Hierbij werd gekeken of de stukken achtergrondinformatie gaven omtrent de onderzoeksvragen of dat ze specifiek thema’s beschreven met betrekking tot de beweegredenen van patiënten om al dan niet gebruik te maken van CAM. Parallel hieraan is een literatuur onderzoek in de database Pubmed naar relevante studies gedaan. Hieronder een overzicht van de zoektermen.
16
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Tabel 1.1 Gebruikte zoektermen Pubmed Note: * zorgt ervoor dat alle mogelijke uitgangen van de zoekterm ook in de resultaten terug komen
TERM A
TERM B
TERM C
TERM D
TERM E
Complementary therapies (MeSH)
Demand
View
Quality of care
Netherlands
Integrative*
Reason
Opinion
Access
CAM*
Expectation
Attitude
Cost*
Homeopath*
Barrier
Perspective
Regulations
Requirement
Perception
Law
Decisionmaking
In de bovenstaande tabel wordt gesproken over een MeSH term. Dit is een afkorting voor Medical Subject Headings. Hieronder een overzicht van wat de gebruikte zoekterm Complementary therapies omvat. Tabel 1.2 MeSH Complementary therapies
COMPLEMENTARY THERAPIES Therapies, Complementary
Medicine, Alternative
Therapy, Complementary
Alternative Therapies
Complementary Medicine
Therapies, Alternative
Medicine, Complementary
Therapy, Alternative
Alternative Medicine
Bovenstaande diende als basis voor de search die op 30 oktober 2013 is uitgevoerd. Hierbij zijn de volgende combinaties in zoektermen gemaakt: Tabel 1.3 Gebruikte combinaties van zoektermen
17
A & (B OR C) A & (B OR C) & E •A&D •A&D&E •A&C&D •A&C&D&E • •
Hoofdstuk 1 Methodiek
De zoekresultaten zijn gefilterd op de criteria dat ze in de Engelse taal geschreven dienden te zijn, betrekking hadden op humaan studies en in de afgelopen 10 jaar gepubliceerd waren.
De selectie van deelnemers aan de focusgroepssessies verliep zo veel mogelijk willekeurig. In de omgeving van de onderzoekers werd gezocht naar groepen mensen die de tijd wilden nemen te praten over een onderwerp rondom zorg. Uitgesloten van selectie waren kinderen, mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn en ouderen die hun mening niet konden verwoorden. Hierbij werd in de meeste gevallen gekeken naar groepen mensen die een verband met elkaar hadden en waarbij het bij elkaar brengen van de groep in handen van een contactpersoon lag en dus niet in handen van de onderzoekers zelf. Indien een groep respondenten interesse had, werd de sessie ingepland. De groep kreeg vooraf geen instructie over het onderwerp, ze hoorden uitsluitend dat het over de gezondheidszorg ging. Naast de geplande sessies, is er ook gekozen voor een aantal kleinere sessies op een beurs in Nederland. Het thema van de beurs was gezondheid en de selectie van de deelnemers daar verliep willekeurig. Bezoekers die gezamenlijk zaten te lunchen werden tijdens hun lunch gevraagd mee te praten over een onderwerp met betrekking tot de gezondheidszorg.
Full text publicaties van de gevonden abstracts werden opgevraagd bij de betreffende schrijvers of werden ingezien via de Universiteit Utrecht. Er werd bijgehouden indien een full tekst niet beschikbaar bleek. Studies werden om die reden geëxcludeerd. Beide onderzoekers hebben ieder een helft van de gevonden artikelen gescand op relevantie. Hiervoor werd allereerst de samenvatting gelezen en indien dat geen uitsluitsel gaf over relevantie, werd het hoofdstuk met resultaten bestudeerd. Beoordelingscriterium voor studieselectie was of de studie achtergrondinformatie met betrekking tot de onderzoeksvragen verschafte in het algemeen of dat er specifiek thema’s werden gedefinieerd die spelen bij de keuze van patiënten om al dan niet gebruik te maken van CAM. Indien dit niet het geval was, viel de publicatie af. Deze artikelen zijn vervolgens volledig gelezen en onderdelen die antwoord gaven op de hoofdvraag of deelvragen van het onderzoek werden gemarkeerd en met een korte verwijzing gearchiveerd in een tabel voor latere verwerking in het rapport. Indien in het totale artikel geen onderdeel paste bij een van de vragen van het onderzoek, viel de publicatie alsnog af. In een flowdiagram werden de aantallen studies en het selectieproces weergegeven.
De interviews en focusgroepssessies werden op geluidsband opgenomen en binnen 2 weken volledig volgens verbatim getranscribeerd. Hierbij maakten steeds beide onderzoekers de helft van het transcript. Hierbij zijn een aantal keuzes gemaakt. Het transcript is voor het overzicht steeds per minuut opgebouwd. Bij stukken die echt niet te verstaan waren is dit genoteerd tussen haken. Indien er stukken waren waarbij de deelnemers of de moderatoren van het onderwerp afweken waardoor dit irrelevant werd voor het onderzoek, is er voor gekozen dit niet te transcriberen, maar dit tussen haken te noteren.
1.2 DATAVERZAMELING VIA FOCUSGROEPSSESSIES EN DIEPTE-INTERVIEWS Om alle beweegredenen die spelen bij het wel of geen gebruik te maken van CAM en conventionele geneeskunde te definiëren, is gesproken met zorgconsumenten in focusgroepen en hebben er diepte-interviews plaatsgevonden met sleutelinformanten. Hiermee is doorgegaan tot er geen nieuwe thema’s meer naar voren kwamen in de gesprekken en er dus sprake was van verzadiging.
1.3 DATAVERWERKING Bij het analyseren van de data en het datareductieproces is gebruik gemaakt van inductief coderen. Bij inductief coderen is van tevoren niet bekend naar welke thema’s of categorieën wordt gezocht (Netwerk Kwalitatief Onderzoek AMC-UvA, 2002, p.17). Alle mogelijke thema’s die spelen voor zorgconsumenten werden geanalyseerd. Het totale transcript is gelabeld door middel van open coderen. Ieder label kreeg een nummer. Alle codes zijn genoteerd in een Excel file met het nummer zodat het eenvoudig is de bron van de code terug te vinden. Bij eventuele synoniemen is in overleg besloten met een van beide synoniemen verder te werken.
De sleutelinformanten zijn door de onderzoekers geselecteerd op hun rol binnen de gezondheidszorg. Hierbij is gezocht naar personen die zowel binnen de conventionele als de CAM gezondheidszorg een rol spelen, zowel als zorgverlener, gebruiker en beleidsmaker. De groep sleutelinformanten werd stap voor stap uitgebreid doordat de geïnterviewden aanraadden om met anderen te gaan praten of doordat de informatie die ze gaven, aanleiding gaf tot verdere gesprekken. Enkele sleutelinformanten kenden elkaar in sommige gevallen wel van naam. In het geval waarin er negatief werd gereageerd op het verzoek om een interview, werd gevraagd wat hiervoor de reden was.
Deze codes zijn weer op Post-its genoteerd en vervolgens is er in verschillende sessies axiaal gecodeerd. De beweegredenen die erg op elkaar leken, maar niet als gelijk te bestempelen waren, werden bij elkaar gelegd. Daarna werden beweegreden om wel naar CAM te gaan en beweegredenen om niet te gaan bij elkaar gelegd. Factoren die van invloed waren op deze beweegredenen werden ook gegroepeerd op thema. Deze thema’s werden verkregen door de tweede ordening van de data en waren het resultaat van selectieve codering. De resultaten van dit groeperen worden weergegeven in een model. Omdat het hierbij gaat om een proces en niet om een statisch geheel, is dit weer te geven in een stroomdiagram met pijlen. Er is gezocht naar de vorm waarmee dit visueel zo duidelijk mogelijk weergegeven kan worden.
Er is gebruik gemaakt van open interviews en wel in de vorm van een halfgestructureerd interview waarbij er een lijst was met onderwerpen die de onderzoekers wilden bespreken, maar waarin de volgorde volledig vrij was. Als inleiding werd aangegeven wat de hoofdvraag van het onderzoek was, waarna er volledige vrijheid werd gegeven aan de geïnterviewde om daarop te reageren en zijn ideeën te ventileren. Indien uiteindelijk niet specifiek alle onderwerpen van de deelvragen voorbij waren gekomen, werd hier nog naar gevraagd. Daarnaast werden thema’s gevonden in de focusgroepssessies en interviews eventueel aan het einde voorgelegd aan de geïnterviewde voor een reactie, mochten deze niet spontaan in het interview naar voren zijn gekomen. Bij aanvang van de focusgroepssessies werd veelal door de deelnemers gevraagd wat er onder CAM valt en daarbij werd uitgelegd dat dit alle aanvullende geneeswijzen en behandelingen zijn die niet onder de conventionele geneeskunde vallen.
18
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Dataverificatie vond plaats door peer review en member checking. Op basis van de verzamelde feedback is uiteindelijk gekozen voor het definitieve model, weergegeven in het hoofdstuk resultaten.
19
Hoofdstuk 1 Methodiek
HOOFDSTUK 2 RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
Studies gevonden door zoekopdrachten (n=19101 )
Screening
Identification
2.1 RESULTATEN LITERATUURONDERZOEK In de onderstaande flow diagram is een schematisch overzicht gemaakt van het literatuurselectieproces.
De gelezen studies hebben als achtergrondinformatie gediend voor het onderzoek en zijn beschreven in de inleiding. Er is ook gekeken naar wat er in de literatuur te vinden is over beweegredenen van zorgconsumenten om wel of niet gebruik te maken van CAM of conventionele geneeskunde. In een aantal studies zijn beweegredenen naar voren gekomen om al dan niet gebruik te maken van CAM. Allereerst een uiteenzetting van de redenen waarom zorgconsumenten wel gebruik maken van CAM. Uit het onderzoek blijkt dat er zorgconsumenten zijn die van huis uit mee krijgen gebruik te maken van CAM (Nichol, Thompson & Shaw, 2011).
Aanvullende studies afkomstig van overige bronnen (n=51 )
Studies nadat dubbele studies zijn verwijderd (n=19152 )
Er zijn beweegredenen die uit het literatuuronderzoek naar voren komen die gaan over het aansluiten van CAM bij levensovertuiging van zorgconsumenten of hun kijk op hoe gezondheidszorg zou moeten werken. Als CAM aansluit bij de levens instelling in heel algemene zin, dan kan dat dus zijn: dat past bij mijn waarden en wereldbeeld en overtuiging met betrekking tot spiritualiteit, religie, filosofie en natuur. (Chang, Wallis, Tiralongo & Wang, 2012). Specifieker gericht op gezondheid is dat de patiënt de nadruk van het behandelen van de totale persoon van CAM waardeert, ofwel, de holistische aanpak. (Vincent & Furnham, 1996) (Nichol, Thompson & Shaw, 2011), (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007). Ook kan er een voorkeur zijn voor een natuurlijke aanpak en natuurlijke medicijnen. (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007), (Nichol, Thompson & Shaw, 2011), (Shaw, Noble, Salisbury, Sharp, Thompson & Peters, 2008). Het kan ook zijn dat de zorgconsument er van overtuigd is dat de integratieve aanpak passend is en gebruikt dan CAM naast de conventionele geneeskunde (Rossi, Crudeli, Endrizzi & Garibaldi, 2009), (Jong, De Vijver, Busch, Fritsma & Seldenrijk, 2012), (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007). De zorgconsument kan ook naar CAM gaan omdat zijn visie is dat zorg voor gezondheid een stuk eigen verantwoordelijkheid is, waar zelfzorg bij hoort. (Nichol, Thompson & Shaw, 2011).
Geëxcludeerde studies (n=19050 ) ≠ - Engelse taal - publicatiedatum < 10 jaar - humane studies - relevantie titel - full tekst beschikbaar (n=31)
Included
Eligibility
Records screened (n=19152 ) Full-text publicaties geëxcludeerd (n=59 ) ≠ - Relevantie full tekst Full-text publicaties beoordeeld op geschiktheid (n=102 )
Zorgconsumenten besluiten CAM te gaan gebruiken met een bepaald doel. Bijvoorbeeld met het doel om te genezen. (Lövgren, Wilde-Larsson, Hök, Leveälahti & Tishelman, 2011), (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen & Vlieger, 2012). In het verlengde daarvan ligt de reden om naar CAM te gaan om de gezondheid te verbeteren. (Lövgren, Wilde-Larsson, Hök, Leveälahti & Tishelman, 2011). Wat daarop lijkt is de beweegreden dat de zorgconsument CAM gebruikt in de hoop dat zijn of haar conditie daarmee verbetert (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007). Een doel van het gebruik van CAM kan ook zijn, het immuunsysteem een boost geven. (Eustachi, Pajtler, Linde, Melchart & Weidenhammer, 2009). Er zijn ook zorgconsumenten die graag zelf controle hebben en vinden dat ze dat met CAM kunnen behouden. (Carmady, Smith & Colagiuri, 2013),(Chang, Wallis, Tiralongo & Wang, 2012), (Nichol, Thompson & Shaw, 2011). Tot slot is er bij dit thema het doel zich goed te voelen, ook op spiritueel vlak. (Chang, Wallis, Tiralongo & Wang, 2012), (Lövgren, Wilde-Larsson, Hök, Leveälahti & Tishelman, 2011), (Eustachi, Pajtler, Linde, Melchart & Weidenhammer, 2009).
Studies geïncludeerd in literatuuronderzoek (n=43 )
Figuur 2.1 Flowdiagram literatuuronderzoek
20
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
21
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Er worden ook een aantal beweegredenen genoemd die te maken hebben met ontevredenheid over de conventionele gezondheidszorg. De eerste is dat de patiënt gelooft dat CAM effectiever is voor zijn of haar probleem dan conventionele geneeskunde. (Vincent & Furnham, 1996), (Fakeye, Adisa & Musa, 2009), (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007). Waar deze eerste reden nog vooral te maken heeft met een overtuiging, is de volgende meer gebaseerd op ervaring, namelijk dat de zorgconsument voor CAM kiest omdat conventionele geneeskunde niet (voldoende) effectief bleek voor zijn specifieke probleem. (Vincent & Furnham, 1996), (Fakeye, Adisa & Musa, 2009), (Rossi, Crudeli, Endrizzi & Gariabaldi, 2008), (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007). En dan is er nog een groep die aangeeft echt ontevreden te zijn over de conventionele gezondheidszorg en daarom gebruik maakt van CAM (Nichol, Thompson & Shaw, 2011). Er wordt ook een hele specifieke reden genoemd die betrekking heeft op negatieve bijwerkingen van de conventionele therapie. Zorgconsumenten kiezen dan voor CAM uit angst voor deze negatieve bijwerkingen. (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007), (Eustachi, Pajtler, Linde, Melchart & Weidenhammer, 2009). Een beweegreden die daaraan raakt is dat CAM gebruikt wordt om negatieve bijwerkingen van conventionele therapie te verminderen, dus in combinatie met conventionele therapie. (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007), (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen & Vlieger, 2012), (Eustachi, Pajtler, Linde, Melchart & Weidenhammer, 2009), (Lövgren, Wilde-Larsson, Hök, Leveälahti & Tishelman, 2011).
22
Uit onderzoek komt ook een reden naar voren waaruit blijkt dat mensen zich soms niet bewust zijn van de mogelijke keuze voor CAM. Dit is dat ze zeggen dat het de zorgconsument nooit is aangeboden. Ze zijn ook niet actief op zoek gegaan, maar wellicht hadden ze het wel gebruikt als het aangeboden was. (Jong, De Vijver, Busch, Fritsma & Seldenrijk, 2012). Tabel 2.1 Beweegredenen van zorg consumenten op basis van literatuuronderzoek
VOOR CAM
TEGEN CAM
Van huis uit mee gekregen.
Omdat er geen volledige vergoeding voor is.
CAM sluit aan bij mijn waarden wereldbeeld en/of overtuiging met betrekking tot spiritualiteit, religie, filosofie en natuur.
Vanwege tekort aan bewijs voor CAM.
CAM omdat ik de nadruk op de holistische kijk op de patiënt waardeer.
Ik geloof niet in CAM.
Ik heb voorkeur voor de natuurlijke aanpak en medicijnen.
Onder invloed van familie, vrienden en bekenden.
En tot slot een aantal beweegredenen die te maken hebben met hoe je op het idee gebracht werd om CAM toe te passen en hoe je er dan uiteindelijk praktisch terecht komt. Door mond-tot-mond reclame of op aanraden van de omgeving is daar een van. (Chang, Wallis, Tiralongo & Wang, 2012), (Nichol, Thompson & Shaw, 2011), (Shaw, Noble, Salisbury, Sharp, Thompson & Peters, 2008), (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007), (Carmady, Smith & Colagiuri, 2013), (Längler & Zuzak, 2012). Wat hierop lijkt, alleen dan is de ‘reclame’ gegeven door een arts, is dat zorgconsumenten naar CAM gaan omdat de huisarts er positief over is. (Nichol, Thompson & Shaw, 2011), (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007). In lijn hiermee ligt het gaan naar CAM op basis van informatie van een arts. (Carmady, Smith & Colagiuri, 2013). De arts kan nog een stap verder gaan en de patiënt ook echt doorverwijzen (Längler & Zuzak, 2012). Het kan ook gaan om meer commerciële informatie die de patiënt aanzet om te gaan, namelijk de marketing door een salespersoon, reclameposter of folder. (Nichol, Thompson & Shaw, 2011), (Chang, Wallis, Tiralongo & Wang, 2012). Op internet kan uiteraard ook informatie gevonden worden en dit is ook een aanzet voor zorgconsumenten om te gaan (Carmady, Smith & Colagiuri, 2013), (Nichol, Thompson & Shaw, 2011).
De integratieve kijk van CAM samen met conventionele gezondheidszorg past bij mij.
De beweegredenen om geen gebruik te maken van CAM zijn automatisch beweegredenen om dus alleen conventionele gezondheidszorg te gebruiken. Er is ook een heel praktische redenen voortgekomen uit onderzoek. Dat is dat er geen volledige vergoeding is voor CAM. (Jong, De Vijver, Busch, Fritsma & Seldenrijk, 2012). Beweegredenen om niet te gaan komen ook voort uit de wil er geen gebruik van te maken omdat er te weinig bewijs is voor CAM (Hussain et al., 2012), of dat de zorgconsument niet gelooft in CAM. (Jong, De Vijver, Busch, Fritsma & Seldenrijk, 2012), (Chang, Wallis, Tiralongo & Wang, 2012). Tot slot heeft de sociale omgeving in sommige gevallen een negatieve beweegreden tot gevolg. Zorgconsumenten gaan niet onder invloed van familie, vrienden of bekenden. (Chang, Wallis, Tiralongo & Wang, 2012).
CAM met als doel me goed te voelen, ook op spiritueel vlak.
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
CAM omdat ik dit een stuk eigen verantwoordelijkheid vind en dat onderdeel is van zelfzorg. CAM met als doel te genezen. CAM met als doel mijn gezondheid te verbeteren.
ONBEWUST VAN CAM
CAM in de hoop dat de conditie daarmee verbetert.
Omdat het me nooit is aangeboden.
CAM om daarmee het immuunsysteem een boost te geven.
CAM om zo zelf de controle te houden over het behandelproces. Omdat ik geloof dat CAM effectiever voor mijn probleem is dan conventionele geneeskunde.
23
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
2.2.2 Focusgroepssessies De focusgroepssessies hebben plaatsgevonden in februari en maart 2014. De deelnemers aan de focusgroepssessies waren allen zorgconsumenten die graag mee wilden werken aan een onderzoek, zonder dat ze in alle gevallen van tevoren wisten waar dit onderzoek om draaide. In de onderstaande tabel korte informatie over de deelnemers, te weten het geslacht, de leeftijd en het opleidingsniveau.
VOOR CAM Ik kies CAM omdat conventionele geneeskunde niet (voldoende) effectief bleek voor mijn specifieke probleem. CAM uit ontevredenheid over de conventionele gezondheidszorg. Uit angst voor negatieve bijwerkingen van conventionele therapie.
Tabel 2.2 Gegevens deelnemers focusgroepssessies
Om negatieve bijwerkingen van conventionele therapie te verminderen, dus CAM in combinatie met conventionele therapie. Door mond-tot-mond reclame of aanraden van omgeving. Omdat de huisarts positief is over CAM.
Na doorverwijzing door een arts. Door marketing van een salespersoon, reclameposter of folder.
11 (17,7%) 51 (82,3%)
Leeftijd
47,3 (range 16-74)
Opleidingsniveau Middelbare school MBO HBO Academisch Niet bekend
13 (21%) 9 (14,5%) 26 (41,9%) 9 (12,5%) 5 (5,6%)
De resultaten van het onderzoek zijn in model gebracht (zie figuur 2.2). De gevonden factoren die van invloed zijn op het wel of niet bezoeken van een homeopaat zijn weergegeven in centrale thema’s (zie de gekleurde vakken in figuur 2.2) Deze thema’s staan met elkaar in verbinding en hebben invloed op elkaar (zie de groene pijlen in figuur 2.2).
Door informatie op internet gevonden.
In toelichting op het model en de resultaten van het onderzoek Gedrag van zorgconsumenten met betrekking tot CAM en conventionele gezondheidszorg is waar dit onderzoek om draaide. Wat zijn de beweegredenen om tot bepaald gedrag te komen?. Er zijn een aantal thema’s uit het kwalitatief onderzoek naar voren gekomen die van invloed zijn op dit gedrag (zie figuur 2.2). Dit zijn opvoeding, ervaringen, visie op gezondheidszorg en belemmerende en stimulerende factoren. De opvoeding is een afgerond proces dat van invloed is op welke vormen van zorg zorgconsumenten gebruiken, dus actief gedrag. Maar het is ook van invloed op hoe zorgconsumenten tegen gezondheidszorg aankijken, de visie op alle gezondheidszorg. Gedrag levert ervaringen op. Ook deze ervaringen zijn weer van invloed op de visie op alle gezondheidszorg. Dit is de kern van het model. Dit zijn de beweegredenen om CAM dan wel conventionele geneeskunde te gebruiken. Belemmerende/stimulerende factoren zijn factoren in de omgeving van de zorgconsument die invloed hebben op deze visie en op het uiteindelijke gedrag. Het gaat hierbij om kosten, politiek/wetgeving, vindbaarheid, media, imago (van de) homeopathie, imago (van de) conventionele gezondheidszorg, sociale omgeving, kennis en behoeften/wensen. Omdat visie
2.2 RESULTATEN DATAVERZAMELING VIA DIEPTE-INTERVIEWS EN FOCUSGROEPSSESSIES 2.2.1 Diepte-interviews Er hebben 5 diepte-interviews plaatsgevonden in de periode van november 2013 tot en met maart 2014. Er is gesproken met een homeopathisch arts, een huisarts, een zorgverzekeraar, een wetenschapper op het gebied van onderzoek in de alternatieve gezondheidszorg en een directeur van een patiënten organisatie voor homeopathie. De resultaten hiervan zijn verwerkt samen met de resultaten van de focusgroepssessies en weergegeven in paragraaf 2.3: Beweegredenen van zorgconsumenten om bepaalde vormen van zorg te gebruiken.
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Geslacht Man Vrouw
2.3 BEWEEGREDENEN VAN ZORGCONSUMENTEN In de focusgroepssessies en diepte-interviews zijn er door de respondenten ruim 200 punten genoemd die bepalen of een persoon al dan niet gebruik gaat maken van conventionele geneeskunde of CAM. Enerzijds zijn dit beweeg redenen, anderzijds zijn het factoren die van invloed zijn op het wel of niet gaan.
Op basis van informatie van een arts.
24
STEEKPROEF (N=62)
25
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
2.3.1 Visie 2.3.1.1 Visie op alle gezondheidszorg Hieronder valt de visie van zorgconsumenten op zowel conventionele gezondheidszorg als CAM en hun visie op de combinatie van conventionele gezondheidszorg en CAM. In tabel 2.3.1 zijn deze punten weergegeven.
Opvoeding (Tabel 2.5)
Gedrag
Belemmerende/stimulerende factoren Kosten (Tabel 2.4.1)
Ervaringen (Tabel 2.6)
Visie op CAM (Tabel 2.3.2) Redenen om naar CAM te gaan
Politiek/Wetgeving (Tabel 2.4.2) Vindbaarheid (Tabel 2.4.3) Media (Tabel 2.4.4) Imago CAM/Homeopathie (Tabel 2.4.5) Imago Conventioneel (Tabel 2.4.6) Sociale omgeving (Tabel 2.4.7) Kennis (Tabel 2.4.8) Behoeften/Wensen (Tabel 2.4.9)
Figuur 2.2 Model beweeg redenen zorg consumenten met betrekking tot CAM en conventionele gezondheidszorg
PUSH (Tabel 2.3.2b)
=
Visie op alle gezondheidszorg (Tabel 2.3.1)
‘Het persoonlijke helpt enorm. De zorg misschien niet altijd, maar dat persoonlijke wel.’
Redenen om niet naar CAM te gaan (Tabel 2.3.2c)
PULL (Tabel 2.3.2a)
‘Ondersteuning… En zo zou ik het heel graag altijd willen zien. Tussen regulier en in dit geval homeopathie, maar dat kan natuurlijk iedere andere alternatieve geneeswijze zijn. Ik denk dat je gewoon het beste van twee kanten moet halen.‘
=
PUSH (Tabel 2.3.3b) Redenen om naar conventionele PULL gezondheidszorg te gaan (Tabel 2.3.3a) Visie op conventionele gezondheidszorg (Tabel 2.3.3)
Redenen om niet naar conventionele gezondheidszorg te gaan (Tabel 2.3.3c)
Met betrekking tot die overkoepelende visie zijn een aantal dingen genoemd die gaan over welke rol gezondheid en gezondheidszorg in het leven spelen. ‘Gezondheid is een groot goed’. Of ‘gezondheid is prioriteit’ geven aan hoe belangrijk dit voor de respondent is. Concreter is gezegd dat mensen altijd willen voorkomen dat hun levenskwaliteit minder wordt. Hoe de respondenten aankijken tegen mogelijkheden spreekt uit de opmerking dat ‘in principe alles mogelijk is’ en ‘dat het lichaam heel veel kan, dat het zo is uitgevonden’. Over de eigen rol is gezegd dat je zelf verantwoordelijk bent voor je eigen gezondheid. In lijn hiermee ligt de opmerking dat je zelf als patiënt ook symptomen kan veranderen door bijvoorbeeld even minder vet te eten. Ook de stelling dat de patiënt altijd kritisch moet blijven, zowel naar regulier als alternatief. Hierop lijkt de opmerking dat je als patiënt je heldere verstand moet gebruiken en niet alles moet slikken wat je wordt aangeboden.
de kern van het model en de uitkomsten van het onderzoek is, volgt hier een meer uitgebreide toelichting over. De zorgconsument zal (keuze)gedrag gaan vertonen, dat samenhangt met zijn eigen ontwikkelde visie op gezond worden en gezond blijven. De visie van de gezondheidszorggebruiker op gezondheid(szorg) is onder te verdelen in: • Een overkoepelende visie. • Een visie specifiek met betrekking tot CAM of conventionele geneeskunde, bestaande uit: - Beweegredenen om wel naar CAM of conventioneel te gaan, onder te verdelen in: - Pullfactoren. Dit wil zeggen intrinsieke eigenschappen van CAM/conventioneel die voor de zorggebruiker doorslaggevend zijn om naar CAM of conventioneel te gaan bijvoorbeeld omdat de conventionele geneeskunde wetenschappelijk bewezen is. - Pushfactoren. Dit wil zeggen extrinsieke factoren die de patiënt door iets anders naar CAM of conventioneel toe drijven, bijvoorbeeld door ontevredenheid met andere geneeswijzen. - Beweegredenen om niet naar CAM of conventioneel te gaan. Welke beweegredenen bij de verschillende thema’s zijn genoemd in het kwalitatief onderzoek, wordt hieronder per thema beschreven.
Concreter over de daadwerkelijke behandeling wordt gezegd dat het draait om vertrouwen in de behandelaar, of dat nou een conventionele of CAM behandeling is. Hieraan raakt dat het persoonlijke aan zorg enorm helpt. Dat zorg is: luisteren naar de patiënt en serieus op diens vragen in gaan. Dat goed kijken naar de klacht en de patiënt een betere prognose geeft. Vertrouwen kan gebaseerd worden op gevoel, maar ook op kennis. Er is ook genoemd dat het kennisniveau van de therapeut of arts het belangrijkst is. Goede zorgverlening is meer dan een goede pil voorschrijven, zegt juist weer iets over de kwaliteiten naast die kennis. Heel pragmatisch zijn de volgende visies. Het gaat om de oplossing, of die nou van conventionele gezondheidszorg komt, of van CAM. Hierop lijkt: het gaat om of de patiënt geholpen is, de patiënt centraal. Het kiezen kan ook heel pragmatisch gaan, dat de zorgconsument afhankelijk van de situatie de vorm van zorg die past, kiest. Er zijn ook opmerkingen gemaakt over hoe de twee vormen van gezondheidszorg bij elkaar zouden werken. Dit kan gaan om CAM als ondersteuning bij conventionele gezondheidszorg. Of juist de twee naast elkaar, het gebruik maken van beide soorten en zo het beste van beide gebruiken. Tabel 2.3.1
De volgorde is nadrukkelijk geen rangorde. Wel is gepoogd om samenhangende beweegredenen bij elkaar te zetten. Omdat de visie de kern van de uitkomsten vormt, zal deze groep beweegredenen als eerste worden besproken. Gevolgd door belemmerende/stimulerende factoren, welke de grootste invloed uitoefenen op de visie en daarmee het uiteindelijke gedrag.
VISIE OP GEZONDHEID/GEZONDHEIDSZORG ALLE GEZONDHEIDSZORG Eigen verantwoordelijkheid over eigen gezondheid. Als patiënt kan je ook symptomen veranderen door bv. even minder vet te eten. Patiënt moet altijd kritisch blijven, zowel naar conventionele gezondheidszorg als alternatief.
26
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
27
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Mensen willen voorkomen dat levenskwaliteit minder wordt.
genoemd. Ouders noemden er alles aan te willen doen als het om hun kind gaat, dat kosten dan ook onbelangrijk zijn.
Gezondheid is een groot goed. In het verlengde hiervan liggen de beweegredenen die te maken hebben met hoe de zorgconsument aankijkt tegen de behandeling. Er is gezegd dat het bewustzijn van alternatief naar de klacht kijken al een positief effect heeft. Dat de klacht echt gezien wordt en er geluisterd wordt. Een reden om te gaan is dat CAM aan preventie doet. Ook dat de behandeling en de genees middelen van CAM meer natuurlijk zijn is een reden om hiervoor te kiezen. Hierop lijkt de opmerking dat er kruiden zijn die gebruikt kunnen worden in plaats van geneesmiddelen en dat dat een reden is om te gaan. Dat CAM inspeelt op het zelfregulerend systeem. De overtuiging is ook dat CAM tijd nodig heeft, maar het wel beter en effectiever werkt. De opmerking dat CAM OK is als het maar niet te zweverig is. Het kan ook zijn dat zorgconsumenten gaan omdat het meer gebruikelijk is in hun land, zoals in Duitsland. Tot slot is genoemd dat als CAM de ene keer niet helpt, het niet altijd niet hoeft te werken en dat zien dat het werkt, geloven is dat het werkt. Deze laatste twee hebben dus vooral met ervaring te maken. Specifiek voor Homeopathie is rondom dit thema gezegd dat respondenten gaan omdat het een non-invasieve aanpak is, omdat het niet onderdrukkend is en omdat het gezondheidversterkend werkt, de holistische aanpak dus. Over bewijs van de werking is gezegd dat homeo pathie veelvuldig wetenschappelijk is onderbouwd.
Als patiënt gebruik maken van beide soorten behandeling, beste van beide. Draait om vertrouwen in behandelaar, conventioneel of alternatief. Kiest afhankelijk van de situatie de vorm van zorg (CAM of conventioneel) die past. CAM als ondersteuning bij conventionele gezondheidszorg. Het gaat om of de patiënt geholpen is, patiënt centraal. Het gaat om de oplossing, conventioneel of CAM. Goede zorgverlening is meer dan een goede pil voorschrijven. Gezondheid is prioriteit. Kennisniveau therapeut/arts is belangrijkst. Het persoonlijke aan zorg helpt enorm.
Er zijn een aantal beweegredenen genoemd die te maken hebben met het doel van de zorgconsument. Dat mensen gaan omdat het werkt, of omdat het meer werkzaam is bijvoorbeeld. Of omdat ze er vertrouwen in hebben. De baat het niet, schaadt het niet instelling is ook een doel om te gaan, om het in ieder geval te proberen. Dat de respondent zou gaan als CAM zou helpen of zou gaan als hij het nodig had. Dat hij eerst naar CAM zou gaan met een klacht omdat er goede ervaringen mee zijn. Het zoeken van balans tussen lichaam en geest is een reden om te gaan. Balans voor een kind wordt gezien als reden om te gaan om zo met homeopathie en voedingssupplementen te kunnen behandelen in plaats van met Ritalin.
Als patiënt je heldere verstand gebruiken. Niet alles slikken wat je aangeboden krijgt. Het lichaam kan heel veel, ‘zo is het uitgevonden’. In principe is alles mogelijk. Zorg is: luisteren naar je patiënt en serieus op diens vragen ingaan. Goed kijken naar klacht en patiënt geeft betere prognose.
De behandelaar speelt ook een rol bij de beweegredenen. Een regulier arts die CAM aanbiedt, wordt genoemd als een voordeel. Hierop lijkt de opmerking dat de respondent liever een arts heeft dan een therapeut die CAM doet. En een stap verder gaat dat de aanbieder voor sommigen zelfs een arts moet zijn. Het opleidingsniveau van de arts is voor sommigen bepalend om te gaan. Voor anderen ligt dit weer anders, daarvoor maakt het niet uit of de behandelaar een arts of een therapeut is. Maar daar werden wel een aantal opmerkingen bij gemaakt: lidmaatschap van een beroepsvereniging is wel belangrijk, hij moet wel kennis hebben, als het maar werkt, als er maar geluisterd wordt. Er is rondom dit thema nog genoemd dat als de respondent dan zou doorsturen, dit wel naar een oprechte CAM-er moet zijn. Over alle behandelaars bij elkaar, ofwel, de CAM beroepsgroep is gezegd dat het niet gedreven is door geld en dat dat positief is.
2.3.1.2 Visie op CAM. Redenen om wel te gaan, Pull. De punten die hierbij genoemd zijn, zijn weergegeven in tabel 2.3.2a. ‘Ik ga naar CAM, zolang het maar niet te zweverig is!’ ‘Maar vind je dat niet hilarisch als je dat terug hoort? Ja, mijn jeuk was weg, dus ik was heel blij! Maakt me niet uit hoe.’ Allereerst zijn er beweegredenen die zorgconsumenten naar CAM trekken die te maken hebben met hun levensovertuiging en visie op gezondheid. Ze kiezen dan heel bewust voor CAM, omdat dit bij hen past. Hierbij past ook dat het een positieve keuze is. Dat wil zeggen dat ze niet gaan om iets anders te vermijden. Er wordt gezegd dat de respondent kiest voor CAM omdat dit een holistische aanpak is en dit past bij zijn visie op gezondheid. In lijn hiermee ligt de opmerking dat CAM bij het geloof van de respondent past. De overtuiging dat je zelf je lijf sterker moet maken en dat de respondent daarom naar CAM gaat is ook
28
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Het soort klachten zorgt voor sommigen ook voor beweegredenen om te gaan. Vage en weinig tastbare klachten zijn mogelijk aanleiding om naar CAM te gaan. Er is ook genoemd dat moeheid of neerslachtigheid het soort klachten is die aanleiding is om naar CAM te gaan. Dat met weinig ernstige klachten de respondent naar een homeopaat of acupuncturist gaat.
29
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Tabel 2.3.2a
Traditioneel (in Duitsland).
VISIE OP GEZONDHEID/GEZONDHEIDSZORG: CAM REDENEN OM WEL TE GAAN: PULL
Klassieke Homeopathie is non invasief.
CAM past bij mijn geloof. Klassieke Homeopathie is gezondheid versterkend (=holistische benadering). Bewustzijn van alternatief kijken heeft al positief effect. CAM is een holistische aanpak, past bij visie op gezondheid. Kosten onbelangrijk als je er alles aan wilt doen/als het om je kind gaat. Goede ervaring met CAM, dan eerst daar naar toe met klacht.
Soms zijn er kruiden die in plaats van geneesmiddelen gebruikt kunnen worden.
Mensen gaan naar alternatief omdat het werkt.
Positieve keuze CAM.
Homeopathie is veelvuldig wetenschappelijk onderbouwd.
CAM speelt in op zelfregulerend systeem.
Conventioneel arts die alternatief doet is een voordeel.
CAM heeft tijd nodig, maar werkt beter en effectiever.
Vertrouwen in CAM.
Homeopathie omdat het niet onderdrukkend is.
Zoekt balans van lichaam en geest.
Specifieke behandeling binnen homeopathie: werken aan miasmatische belasting naast regulier opereren.
Homeopathie in combinatie met voedingssupplementen in plaats van Ritalin: kind in balans.
Als ik CAM nodig had, zou ik gaan.
CAM omdat je zelf je lijf sterker moet maken.
CAM: Baat het niet dan schaadt het niet.
Opleidingsniveau arts.
CAM is niet gedreven door geld, positief.
CAM OK als het maar niet zweverig is.
Bij moeheid of neerslachtigheid naar CAM.
Met iets weinig ernstigs kunnen ze wel naar de homeopaat of acupuncturist.
Bewuste keuze CAM.
Vage en weinig tastbare klachten kunnen naar CAM.
Vaag maakt niet uit, als het maar helpt!
CAM is meer werkzaam.
Indien doorsturen, dan liefst naar een oprechte CAM-mer.
Als het zou helpen, zou ze CAM doen.
Als CAM een keer niet helpt, hoeft het niet altijd niet te werken.
CAM doet aan preventie.
2.3.1.3 Visie op CAM. Redenen om wel te gaan, Push. De punten die hierbij genoemd zijn, zijn weergegeven in tabel 2.3.2b.
Zien is geloven dat het werkt. CAM/geneesmiddelen zijn meer natuurlijk.
‘En is het ook niet zo dat ze toch eerder voor alternatief gaan wanneer ze in het reguliere, in het reguliere traject minder positiviteit krijgen, of dat ze dus uitbehandeld zijn?’
Liever CAM arts dan therapeut: zou meer zekerheid geven/het moet zelfs een arts zijn.
‘of ik denk dat hij (huisarts, red.) het veel te moeilijk maakt met allerlei nare medicijnen. Dan denk ik: dit ga ik niet doen, dan kijk ik of ik in het alternatieve circuit ook wat kan.’
Arts/therapeut maakt niet uit: beroepsvereniging wel belangrijk/moet wel kennis hebben/als het maar werkt/als er maar geluisterd wordt. Klacht patiënt wordt gezien/er wordt echt geluisterd.
30
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Deze beweegredenen hebben veelal te maken met de beweging weg van conventionele geneeskunde. Allereerst zijn er beweegredenen die te maken hebben met een bepaalde visie op hoe de conventionele gezondheidszorg
31
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
als beroepsgroep functioneert en hoe de behandeling is. Er is gezegd dat een reden om voor CAM te kiezen, is dat de conventionele geneeskundestudie te beperkt is. Dat iemand slechte ervaringen met conventionele gezondheidszorg heeft is een reden om CAM te bezoeken. Er is genoemd dat aan reguliere behandelingen nadelen kleven en dat de respondent dan liever de natuurlijke route kiest. De medicijnwereld werd ook maffia genoemd, bijvoorbeeld met betrekking tot de griepprik. Medicijnen worden regelmatig genoemd. Bijvoorbeeld dat een reden is om alternatief te zoeken dat 70% van de kinderen in de ziekenhuizen met psychosociale en emotionele problematiek volgestopt wordt met pillen. Dat respondenten liever geen conventionele medicijnen of niet levenslang medicijnen willen slikken. Dat er voor homeopathie gekozen wordt omdat de respondent geen reguliere medicijnen met bijwerkingen wil. Ook wordt genoemd dat er heel veel medicijnen worden geslikt en dat er resistentie tegen antibiotica op kan treden. Dat medicijnen al in de rivieren worden gedetecteerd. En dat dit beide redenen zijn om CAM te zoeken.
Tabel 2.3.2b
VISIE OP GEZONDHEID/GEZONDHEIDSZORG: CAM REDENEN OM WEL TE GAAN: PUSH CAM want conventioneel onderwijs is te beperkt. Reden om te zoeken naar alternatieven: 70% van de kinderen in het ziekenhuis heeft psychosociale en emotionele problematiek maar wordt volgestopt met pillen. Conventionele aanpak bij kanker maakt het lijf zwakker. Pas CAM in tweede instantie. Liever geen conventionele medicijnen/levenslang medicijnen. Resistentie antibiotica.
Er zijn veel beweegredenen genoemd die verband houden met het moment waarop de zorgconsument gaat zoeken naar CAM. Er is genoemd dat soms het ene werkt en soms het andere. Dat als het conventionele dus niet werkt, je op zoek gaat naar CAM en andersom. Ook kan CAM bezoek plaatsvinden in tweede instantie, dus na behandeling of bezoek aan conventionele gezondheidszorg. Dit kan zijn als eerst via de conventionele gezondheidszorg ernstige dingen zijn uitgesloten en de klachten toch blijven bestaan. Maar ook als de conventionele behandeling niet aanslaat, als deze behandeling niet voldoende is, er geen conventionele behandeling meer mogelijk is of als conventionele behandeling te schadelijk is, is dat aanleiding om naar CAM te gaan. Dit komt ook tot uitdrukking in de opmerking dat als je echt desperaat bent, dan vage dingen in de vorm van CAM OK zijn. Chronische ziekte wordt genoemd als aanleiding om verder te gaan zoeken. Ook als de respondent de conventionele behandeling niet vertrouwt, is dat een reden om verder te zoeken. Een heel specifieke visie op dit vlak is dat de conventionele behandeling bij kanker het lijf zwakker maakt. En dat er gezien werd dat de reguliere behandeling de patiënt steeds zieker maakt in plaats van beter. Over ernstige ziekten is specifiek gezegd dat de conventionele behandeling bij deze ziekten niet de manier is van de betreffende respondent en dat dit dus een reden is om verder te zoeken. Rondom dit thema past ook dat zorgconsumenten die echt voor conventionele gezondheidszorg kiezen toch alternatief gaan kijken als dat hen laatste hoop brengt.
Als je echt desperate bent, zijn vage dingen OK. CAM als ik de conventionele gezondheidszorg niet vertrouw. Medicijnwereld is maffia, bijv. griepprik. Naar CAM als alle ernstige dingen via conventionele gezondheidszorg uitgesloten zijn, maar klachten blijven bestaan. Medicijnen worden nu al in onze rivieren gedetecteerd. Geen conventionele behandeling meer mogelijk. Slechte ervaringen conventionele geneeskunde. CAM als conventionele behandeling niet aanslaat. Homeopathie omdat ik geen conventionele pillen wil met bijwerkingen. CAM omdat conventionele arts te ver weg is (dagen reizen). Wellicht CAM, maar eerst eigen verantwoordelijkheid goed voor lijf te zorgen.
Dan zijn er nog een aantal praktische beweegredenen om CAM te bezoeken. Er is genoemd dat de conventionele arts te ver weg was tijdens een vakantie en dat dat de aanleiding was naar CAM te gaan. Dat bij een ander het bezoek kwam doordat de huisarts de patiënt doorverwees.
Aan conventionele therapieën kleven nadelen, dan liever een natuurlijke route.
Tot slot is er een reden die losstaat van de conventionele gezondheidszorg. Namelijk dat CAM wellicht een optie is, maar dat je eerst eigen verantwoordelijkheid hebt om voor je lijf te zorgen.
CAM want soms werkt het een, soms het ander. Bij ernstige ziekte is de conventionele aanpak niet haar manier. Zien dat iemand steeds zieker werd van conventionele behandeling, in plaats van beter. Als chronisch zieke ga je pas zoeken naar alternatieven.
32
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
33
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Als conventionele behandeling te schadelijk is, dan CAM.
Er zijn ook beweegredenen die te maken hebben met het idee dat de zorgconsument heeft over hoe de behandeling in z’n werk gaat. Patiënten zijn ongeduldig en denken dat de CAM behandeling te lang duurt: dit is een reden om niet te gaan. Over dit thema zijn vooral dingen gezegd die uitsluitend betrekking hebben op homeopathie. Dit laatste is ook specifiek gezegd voor homeopathie. Dat het consult tijd kost en dat de zorgconsument daar geen tijd aan wil of kan besteden en dan dus niet gaat. Dat de zorgconsument niet naar homeopathie gaat omdat hij dan weet dat hij zelf moet veranderen, ook op mentaal/emotioneel vlak. Dat ouders geen homeopathie voor hun zieke kind willen toepassen omdat ze dan denken dat ze bij het kind thuis moeten blijven en het aandacht moeten geven. Daar hebben ze de tijd niet voor.
CAM als conventionele behandeling niet voldoende is. Als je echt voor conventionele gezondheidszorg kiest, dan kan laatste hoop een argument zijn om toch alternatief te gaan kijken. CAM door doorverwijzing door (huis)arts.
2.3.1.4 Visie op CAM. Redenen om niet te gaan. De punten die hierbij genoemd zijn, zijn weergegeven in tabel 2.3.2c.
Specifiek over homeopathie is gezegd dat de respondent er niet veel mee kan. Een ander zei dat homeopathie te ingewikkeld is. Nog een reden om niet te gaan is de angst voor kwakzalvers.
‘Dat je aan de ene kant zoekende bent naar wat is het bewijs voor een bepaalde behandeling of voor een bepaald medicijn of voor wat voor dingen dan ook en dat dat er vaak als je kijkt bij homeopathie, dat dat er niet altijd is. Of misschien wel helemaal niet is.’ ‘Het is niet tastbaar. Of wel toch, want dat ding wappert toch naar links of naar rechts. (gelach) Maar dat heb ik ook, ik heb dan moeite met het feit dat ik dat niet snap.’
Tot slot is een beweegreden om niet te gaan dat de zorgconsument het zegt zelf op te lossen. Tabel 2.3.2c
VISIE OP GEZONDHEID/GEZONDHEIDSZORG: CAM REDENEN OM NIET NAAR CAM TE GAAN CAM is onzin.
Allereerst zijn er redenen die te maken hebben met de bewijsvoering of eigenlijk het gebrek daaraan van CAM. Het ontbreken van wetenschappelijk bewijs is een reden om niet te gaan. Dat er onderbouwing moet zijn om de zorgconsument te overtuigen om te gaan. Dat CAM onzin is. Ondanks dat de respondent zelf geen ervaring heeft, is de perceptie dat het toch niet kan werken. Specifiek rond dit thema is over homeopathie gezegd dat de effectiviteit van homeopathie onduidelijk is en dat het niet meer dan een placebo is. Dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor homeopathie of dat dit bewijs niet overtuigt. Dat wetenschappelijke studies ontbreken en dat wat er is van slechte kwaliteit is. Dat homeopathie niet kan werken op grond van de natuurkundige wetten. Dat die ene korrel niet kan werken, ook al heeft de respondent zelf geen ervaring met de behandeling. Dit zijn allemaal visies van respondenten die er toe leiden dat ze geen gebruik maken van homeopathie.
Ik heb CAM niet nodig. Wantrouwig/kritisch bij vage behandeling CAM. CAM werkt niet. In homeopathie moet je geloven. Effectiviteit homeopathie is onduidelijk. Ik kan niet veel met Klassieke Homeopathie.
Vervolgens zijn een aantal beweegredenen om niet naar CAM te gaan genoemd, die te maken hebben met hoe de respondent zelf aankijkt tegen CAM. Onwetendheid en onzekerheid maakt dat ze de stap niet maken. Mensen weten niet wat de mogelijkheden zijn en hebben er geen ervaring mee. Het lijkt dan of ze een drempel over moeten. De overtuiging dat je het zelf niet nodig hebt of dat het niet werkt, zijn redenen om niet te gaan. Dat je in CAM moet geloven en als je dat dus niet doet, het niet zal werken. Het niet begrijpen van de theorie achter CAM maakt sommige zorgconsumenten wantrouwig, ze vinden het belangrijk het volledig te snappen. Zorgconsumenten zijn terughoudend om naar CAM te gaan vanuit wantrouwen en een kritische houding naar vage behandelingen die onder CAM vallen. Tot slot kan een zorgconsument ook bang zijn dat de conventionele behandeling wordt gestopt als hij ook CAM gaat raadplegen en uit angst daarvoor gaat hij niet.
Homeopathie is te ingewikkeld. Geen ervaring met CAM: perceptie dat kan niet werken. Niet naar CAM want ik los het zelf op. Niet naar homeopathie omdat patiënt weet, dat ze dan moet veranderen, ook op mentaal/emotioneel vlak. Homeopathie is niet meer dan een placebo. Geen homeopathie, omdat ouder dan bij ziekte kind thuis moet blijven om kind aandacht te geven. Niet naar homeopathie uit angst voor kwakzalvers.
34
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
35
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Patiënten zijn ongeduldig/CAM behandeling duurt te lang.
2.3.1.6 Visie op conventionele gezondheidszorg. Redenen om te gaan, pull. Deze punten zijn weergegeven in tabel 2.3.3a.
Onwetendheid à onzekerheid. Mensen maken de stap niet naar alternatieve geneeswijzen.
‘Reguliere geneeskunde, dat is wetenschappelijk bewezen, dus dat doe ik!’ Angst dat conventionele behandeling stopt bij CAM gebruik. ‘En dan is het toch gemakkelijker om naar de huisarts te lopen, die verderop in de straat zit.’
Homeopathie kost tijd voor consult. Ontbreken Klassieke Homeopathie-wetenschappelijk onderzoek/ homeopathische studies zijn van slechte kwaliteit.
Er zijn beweegredenen om conventionele gezondheidszorg te gebruiken die te maken hebben met ervaringen. Als conventionele gezondheidszorg werkt, dan blijf je deze bezoeken, is daar een van. Anderen hebben geen redenen om het buiten de conventionele gezondheidszorg te zoeken, ze hebben nooit wat. Het vertrouwde speelt een rol, er is meer bekend van conventionele gezondheidszorg wordt genoemd. Ook zit het in ons culturele erfgoed, dat als er echt iets aan de hand is, je een dokter op moet zoeken. De conventionele gezondheidszorg heeft het vertrouwen van de massa. Het kan zijn dat zorgconsumenten gaan uit gewoonte, omdat het dichtbij is, omdat het vergoed wordt, het makkelijk is, het snel is, laagdrempelig, het de standaard is en je je verder geen vragen stelt. Kortom, de weg bekend is. Er is genoemd dat een moeder met een huilbaby naar de conventionele gezondheidszorg gaat omdat dit het meest vertrouwd is. Een hele specifieke ervaring is dat antibiotica je in twee dagen van de klachten af hebben geholpen en je daarom naar de conventionele gezondheidszorg gaat, om weer antibiotica te krijgen.
Homeopathie is niet meer dan een placebo/Er is geen bewijs voor. Homeopathie/Bewijs overtuigt niet. Achterdochtig als ze CAM behandeling niet snappen, theorie begrijpen belangrijk om vertrouwen te hebben. CAM behandeling moet onderbouwd zijn. Tegen CAM omdat er geen wetenschappelijk bewijs is. Theorie van homeopathie kan niet, op grond van natuurkundige wetten. Hoe kan die ene korrel nou werken? Zelfs zonder ervaring.
Tabel 2.3.3
2.3.1.5 Visie op conventionele gezondheidszorg De punten die bij dit thema genoemd zijn, zijn weergegeven in tabel 2.3.3.
Wetenschappelijk bewijs is ook een thema. Er zijn respondenten die aan hebben gegeven voor conventionele gezondheidszorg te kiezen omdat dit wetenschappelijk is bewezen.
‘Zeker als je het hebt over kwaliteitsregisters, dan moet je bijscholen (…) Zowel met de huisarts als in ziekenhuizen, dat ik vind en het gevoel heb: Ja, weet je, je hebt er wel voor gestudeerd, maar eehh.. mij heb je er nog niet mee, ik geloof het verhaal gewoon niet. En als ik dan een aantal situaties die we nu al hebben meegemaakt, ik ben gewoon blij dat we mondig zijn (… ) Anders waren we nooit geen steek verder gekomen.’
Er zijn ook duidelijke visies over met welke klachten je in ieder geval naar de conventionele gezondheidszorg gaat. Fysieke dingen, botbreuken, ongelukken, keizersnee, schimmels en koortslip zijn in dit kader genoemd. Specifiek bij een infectie is conventionele gezondheidszorg aangewezen, want dan heb je een antibioticum nodig. Meer algemeen is gezegd dat conventionele gezondheidszorg meer is voor de huis-, tuin- en keukenkwaaltjes.
Er zijn twee algemene dingen genoemd die te maken hebben met de visie van zorgconsumenten op de conventionele gezondheidszorg. Allereerst dat de kwaliteit van conventionele gezondheidszorg vaak troebel is. Ten tweede dat je bij conventionele geneeskunde voor alles een pilletje krijgt en dan vervolgens zelfs een pilletje om de bijwerkingen te stoppen.
De rol van de artsen is ook een thema. Het vertrouwen in het vakmanschap van artsen is een reden om voor conventionele gezondheidszorg te kiezen. De huisarts wordt gezien als poortwachter, daar moet je heen voor een diagnose. En er is genoemd dat de conventionele arts nog steeds aan de poort van leven en dood staat, dus daar ga je heen bij ziekte. Je kunt tegen een arts zeggen: dit is mijn klacht, los het maar op!
VISIE OP GEZONDHEID/GEZONDHEIDSZORG CONVENTIONELE GEZONDHEIDSZORG
Tabel 2.3.3a
Ook bij conventionele gezondheidszorg is kwaliteit vaak troebel.
REDENEN OM NAAR CONVENTIONELE GEZONDHEIDSZORG TE GAAN: PULL Als conventionele geneeskunde werkt, blijf je deze bezoeken.
Bij conventionele gezondheidszorg krijg je voor alles een pilletje, zelfs om de bijwerking van het pilletje te stoppen.
Eerst conventionele geneeskunde, want dat is wetenschappelijk bewezen. Vertrouwen in vakmanschap artsen, daarom regulier.
36
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
37
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Conventionele gezondheidszorg omdat het in ons cultureel erfgoed zit, dat je daarheen moet als er echt iets aan de hand is.
De keuze voor conventionele gezondheidszorg kan ook voortkomen uit het feit dat de zorgconsument wel iets anders zou willen, maar denkt dat er geen mogelijkheden zijn of niet goed weet waar heen te gaan. De overtuiging dat bij psychische problemen alternatieve behandeling niet mogelijk is of dat er geen alternatieven zijn voor sommige geneesmiddelen.
Artsen staan nog steeds aan de poort van leven en dood. Conventionele geneeskunde heeft het vertrouwen van de massa.
De keuze voor conventionele gezondheidzorg kan ook voortkomen uit het feit dat er mogelijk complicaties of levensbedreigende situaties optreden als er niet snel wordt gehandeld. Homeopathie werkt dan niet snel genoeg is de overtuiging. In lijn hiermee ligt de angst om genezing mis te lopen als de zorgconsument het buiten het conventionele circuit zoekt.
Geen redenen om buiten conventionele gezondheidszorg te zoeken, heb nooit wat. Eerst conventionele gezondheidszorg, uit gewoonte/dichtbij/wordt vergoed/ makkelijk/snel/laagdrempelig/je stelt je geen vragen/is de standaard. Tabel 2.3.3b Omdat antibiotica je in twee dagen van de klachten af helpen. Naar conventionele gezondheidszorg voor diagnose.
REDENEN OM NAAR CONVENTIONELE GEZONDHEIDSZORG TE GAAN: PUSH Soms eerst naar CAM, als dat niet helpt, naar conventionele gezondheidszorg.
Sommige klachten moet je regulier oplossen: fysieke dingen/ botbreuken/ongelukken/keizersnee/schimmels/koortslip.
Slechte ervaring CAM.
Bij een infectie, nemen mensen eerder een antibioticum.
Er zijn geen alternatieven voor sommige geneesmiddelen/stoffen.
Huisarts als poortwachter.
Eerst huisarts, want ik weet niet goed waar anders heen.
Patiënt zegt tegen arts: dit is mijn klacht, los hem maar op!
Conventionele gezondheidszorg om complicaties/levensbedreigende situatie te voorkomen, homeopathie werkt niet snel genoeg.
Conventionele gezondheidszorg voor huis-, tuin- en keukenkwaaltjes. Behandeling in hersenen niet mogelijk met CAM. Meer bekend van conventionele geneeskunde. Angst om genezing mis te lopen, dus conventionele gezondheidszorg, dit stelt gerust.
Moeder gaat met huilbaby naar conventionele gezondheidszorg omdat ze denkt dat dat het meest vertrouwd is.
2.3.1.8 Visie op conventionele gezondheidszorg. Redenen om niet te gaan. Deze beweegredenen zijn weergegeven in tabel 2.3.3c.
2.3.1.7 Visie op conventionele gezondheidszorg. Redenen om te gaan, push. De opmerkingen die gaan over beweegredenen uit extrinsieke factoren zijn weergegeven in tabel 2.3.3b.
‘En dan zeggen ze ook, weet je wel, we kunnen geen, we doen aan symptoombestrijding, maar we komen niet tot de oorzaak. En op een gegeven moment had ik daar genoeg van en toen ben ik op zoek gegaan. En dan kom je niet in het reguliere, met deze klachten.’
‘Maar stoppen met de fluoride is het slechtste wat je kunt doen. Er zijn voor fluoride geen alternatieven.’ ‘Ja maar de angst is veel dieper, de angst dat je misschien iets laat lopen, wat je had kunnen gebruiken, iets waardoor je misschien je genezing echt misloopt.’
‘Ik geloof helemaal niet in regulier, regulier loopt achter de feiten aan.’ Er is een aantal redenen genoemd die expliciet een visie weergeven zo min mogelijk gebruik van conventionele zorg te willen maken. Dit heeft met name te maken met de visie op deze vorm van gezondheidszorg. Geen geloof hebben in de aanpak van de conventionele geneeskunde omdat het korte termijn denken is, het achter de feiten aan loopt en het alleen symptoombestrijding is. De visie is genoemd dat de conventionele gezondheidszorg te bevooroordeeld is en niet helpt. Tot slot is er de instelling gewoon zo min mogelijk naar de huisarts te gaan en het zelf in alternatieven te zoeken.
Het hebben van slechte ervaringen met CAM werd aangegeven als een reden om naar conventionele gezondheidszorg te gaan. In sommige gevallen gaan zorgconsumenten wel eerst naar CAM, maar als dat niet helpt, is dat de reden om naar de huisarts te gaan.
38
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
39
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Tabel 2.3.3c
REDENEN OM NIET NAAR CONVENTIONELE GEZONDHEIDSZORG TE GAAN
Tabel 2.4.1
Gelooft niet in aanpak conventionele geneeskunde: korte termijn denken/loopt achter feiten aan/alleen symptoombestrijding.
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN KOSTEN Laat verzekering niet van CAM afhangen. Kosten/vergoedingen spelen een rol.
Ik ga zo min mogelijk naar de huisarts. Kostenbewust CAM gebruik. Conventionele gezondheidszorg is te bevooroordeeld en helpt niet. Switchen van verzekering voor CAM.
2.3.2 Belemmerende/stimulerende factoren 2.3.2.1 Kosten In tabel 2.4.1 zijn de opmerkingen over dit thema weergegeven. De belemmerende factor kosten wordt alleen genoemd met betrekking tot CAM. Voor conventionele zorg speelt dit minder.
Ik wil of kan niet betalen voor alternatief.
‘Ik kijk meer op internet dan, hoe ik die potjes en pilletjes, de voedings supplementen, zo voordelig mogelijk kan, kan kopen.’
Geen vergoeding/kosten reden om niet te gaan (in crisis tijd).
Mensen kritischer/willen niet betalen over/voor aanvullende verzekering. CAM te duur (als je niet aanvullend verzekerd bent).
BTW verhoging CAM consulten. ‘Nou, daar ben ik niet voor verzekerd, dat kost me gewoon te veel geld. Dat ga ik niet doen, of dat kan ik niet doen.’
3.2.2.2 Politiek/wetgeving In tabel 2.4.2 zijn de opmerkingen over dit thema weergegeven.
Er zijn respondenten die aangeven dat kosten en vergoedingen geen rol spelen in de keuze om wel of geen gebruik te maken van CAM. Dit in tegenstelling tot anderen die aangeven dat het niet krijgen van vergoeding en de kosten redenen zijn om niet te gaan, in crisistijd. Ook werd aangegeven dat CAM te duur is. De invoering van de BTW op consulten bij alternatieve artsen wordt ook als een negatieve verhoging van de kosten gezien. Er zijn ook respondenten die aangeven niet te kunnen of willen betalen voor alternatieve zorg. Het is in Nederland mogelijk een aanvullende verzekering af te sluiten die een (gedeeltelijke) vergoeding geeft voor CAM bezoek. Over deze verzekeringen zijn een aantal dingen gezegd. Er werd genoemd dat de respondent de verzekering niet van de vergoeding voor CAM af laat hangen. Dit in tegenstelling tot anderen die zeggen juist te switchen van verzekering om zo wel een (gedeeltelijke) vergoeding voor CAM te krijgen. Een aanvullende verzekering brengt wel kosten met zich mee en er is aangegeven dat mensen wel kritischer zijn over of zelfs niet willen betalen voor deze aanvullende verzekering.
‘Nou ik denk, wat ik zelf dan wel denk, is dat… met name toen rondom die weten regelgeving, toen is dat heel erg… dat het niet meer op de verpakking mag.’ ‘Maar dat het het leeuwendeel is van Nederland die daar enthousiast over is, en daar graag ontwikkelingen in ziet. Alleen de politiek is af en toe wat stroef.’ Deze factor werd genoemd als een belemmering om CAM te gebruiken, in de vorm van de regel dat er geen indicatie meer op de verpakking mag staan en dat homeopathie volgens de respondent door de politiek wordt tegengewerkt. Tabel 2.4.2 BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN POLITIEK/WETGEVING Indicatie homeopathisch geneesmiddel mag niet meer op verpakking. Politieke tegenwerking homeopathie.
2.3.2.3 Vindbaarheid In tabel 2.4.3 zijn de opmerkingen over dit thema weergegeven. ‘Ik geloof dat we deze mevrouw gewoon uit de krant hebben. Er stond een artikel in de plaatselijke krant.’ ‘Maar de homeopaat zit zwaar verstopt.’
40
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
41
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Als de zorgconsument besluit gebruik te maken van CAM, blijkt vervolgens dat er onbekendheid is om de weg te vinden naar een (betrouwbare) praktijk. Er wordt aangegeven dat je moeite moet doen om iets van homeopathie/CAM te weten, je dus echt moet zoeken. Er worden een aantal aanbevelingen gedaan aan de homeopaten om gemakkelijker te vinden te zijn en de zichtbaarheid te verbeteren, namelijk een bord in de tuin te zetten, een goede Facebook pagina te starten, te durven uitdragen wat ze doen, zich te vestigen op een A-locatie. Dit zijn factoren die genoemd zijn in het kader van belemmering, maar er werd ook een stimulerende factor genoemd. Namelijk een artikel in de plaatselijke krant was voor een respondent de aanleiding tot het CAM bezoek. Tabel 2.4.3
Tabel 2.4.4
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN MEDIA Anti reclame CAM/homeopathie o.a. door vereniging tegen kwakzalverij. Schrikken van verhalen CAM. Kleiner aantal positieve publicaties.
2.3.2.5 Imago Homeopathie/CAM In tabel 2.4.5 zijn punten weergegeven die genoemd zijn met betrekking tot het imago van CAM en homeopathie.
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN VINDBAARHEID CAM CAM bezoek naar aanleiding van artikel in de krant.
‘Ja, want dat idee heb ik soms wel. Dat het alternatieve circuit veel meer vervuiling kent, dan de regulieren. Omdat er natuurlijk minder, denk ik, minder toezicht is en dat er heel veel mensen zich snel natuurgeneeskundige of wat dan ook noemen en dat ze dat niet zo maar zijn.’
Onbekendheid: weg vinden naar (betrouwbare) praktijk. Aanbeveling: homeopaten vestigen zich op A-locatie.
‘Het is ook een beetje het imago. Het is zacht, het is dus ook niet bij acute klachten.’
De homeopaat moet durven, en uitdragen, en te vinden zijn. Homeopaat: zet bord in de tuin.
Over CAM in het algemeen is gezegd dat het ‘anders’ is, want dat betekent ‘alternatief’ al. Er wordt gedacht dat de huidige minister van Volksgezondheid tegen homeopathie en CAM is. Er is genoemd dat er veel vervuiling binnen CAM is, er veel aanbieders van matige kwaliteit zijn, wat het een negatief imago geeft.
Homeopaat: Goede facebookpagina. Wens: homeopaat moet zijn zichtbaarheid verbeteren.
De opvatting is ook dat er een sterke polarisatie is tussen conventionele en complementaire gezondheidszorg. Dat dit dus twee aparte werelden zijn. En met betrekking tot met welke klachten je bij een homeopaat of acupuncturist terecht kunt, wordt gezegd dat dit met weinig ernstige klachten kan.
Je moet moeite doen om iets van homeopathie/CAM te weten.
2.3.2.4 Media In tabel 2.4.4 zijn opmerkingen weergegeven die van invloed zijn op de keuze van consumenten voor CAM of conventionele zorg met betrekking tot het thema media.
Over homeopathie specifiek zijn een aantal dingen gezegd met betrekking tot hoe gedacht wordt dat het werkt. Er is gezegd dat het imago is dat het zacht werkt en niet bij acute klachten. Ook bestaat het beeld dat de klacht eerst verergert bij een homeopathische behandeling. Dat homeopathie een geneeswijze is waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke bestanddelen. Hiermee in verband staat het idee dat het minder schadelijke effecten heeft. Ook wordt gedacht dat homeopathie de patiënt meer moeite kost. Dat homeopathie je bewust maakt, het raakt aan veel levensgebieden. Over de homeopathische zorg meer algemeen is genoemd dat homeopathie niet binnen de basisverzekering valt. Er bestaat ook angst voor kwakzalvers, dat is een reden om niet naar een homeopaat te gaan. En een opmerking die is gemaakt over waar men denkt dat de homeopaat zijn praktijk heeft, namelijk ergens in een woonwijk op een slaapkamer.
‘Het staat wel erg onder druk op dit moment, ja, gewoon door de negatieve pers en door de negatieve publiciteit.’ ‘Maar ik vind het ook nog wel een belangrijk aspect, (….) dat je ook toch wel verhalen hoort soms, uit het alternatieve circuit waar je ook een beetje van schrikt. En dat is voor mij ook, als je dan niet weet wie de juiste is, dan helpt dat voor mij niet mee.’ De antireclame met betrekking tot CAM en homeopathie door de vereniging tegen de kwakzalverij in de media wordt genoemd als opvallend en van invloed. Ook worden er in de media met enige regelmaat negatieve verhalen over CAM gepubliceerd wat een schrikreactie teweeg brengt bij respondenten. Daarnaast wordt aangegeven dat er in vergelijking met een aantal jaren geleden minder positieve publicaties zijn over CAM.
42
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
43
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Tabel 2.4.5
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN IMAGO HOMEOPATHIE/CAM
Tabel 2.4.6
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN IMAGO CONVENTIONELE GEZONDHEIDSZORG
Imago van homeopathie: zacht, niet bij acute klachten.
Medici worden meer en meer de commerciële sector in gehaald.
Imago van homeopathie: eerst verergert de klacht.
Ook extremen en slechte verhalen in conventionele gezondheidszorg.
Homeopaat zit ergens in een wijk op een slaapkamer.
Gezag conventionele gezondheidszorg: CAM is niet goed.
Beeld: Homeopathie is een geneeswijze waarbij gebruik gemaakt wordt van natuurlijke bestanddelen.
Conventionele gezondheidszorg is zo opgevoed en opgeleid, dat alleen hun behandeling de juiste is.
Beeld: Homeopathie heeft minder schadelijke effecten.
2.3.2.7 Sociale omgeving In tabel 2.4.7 zijn de factoren weergegeven met betrekking tot de sociale omgeving van deze zorgconsumenten.
Het woord ‘alternatief’ betekent al ‘anders’. Minister van Volksgezondheid is tegen homeopathie en CAM.
‘Natuurlijk had ik er wel van gehoord, maar verder bleef ik er ver van, natuurlijk ook omdat je ouders daar helemaal niet van waren, nog steeds niet.’
Homeopathie valt niet binnen de basisverzekering. Vervuiling in CAM, matige kwaliteit.
‘Het is meer een kwestie van coming out of niet, weet je wel. Het is net als met of je homo bent of niet. Ja, dat je durft te zeggen dat, nee maar zo ligt het!’
Polarisatie conventionele gezondheidszorg – complementair. Er wordt aangegeven dat mensen bang zijn hun eigen keuzes te maken en dat mensen moeilijk hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Dat het dus moeilijk is af te wijken van wat de sociale omgeving doet. Specifieker wordt genoemd dat de ouders of de sociale omgeving tegen CAM zijn of er niet voor open staan. Dit kan er toe leiden dat men niet uit durft te komen voor de keuze voor CAM uit schaamte en angst voor de afwijzing van deze sociale omgeving.
Homeopathie: medicijnen op aparte manier innemen (geschud, gesnoven, opgelost). Niet naar homeopathie uit angst voor kwakzalvers. Met iets weinig ernstigs kunnen ze wel naar de homeopaat of acupuncturist. Tabel 2.4.7 Homeopathie kost meer moeite.
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN SOCIALE OMGEVING
Homeopathie raakt aan veel levensgebieden, en maakt je bewust.
Durven uitkomen voor keuze alternatief: schaamte, bang voor afwijzing. Ouders/sociale omgeving tegen CAM of staan er niet voor open.
2.3.2.6 Imago conventionele gezondheidszorg In tabel 2.4.6 zijn de factoren weergegeven die genoemd werden over het imago van de conventionele gezondheidszorg.
Mensen zijn bang om hun eigen keuzes te maken = mensen kunnen moeilijk eigen verantwoordelijkheid nemen.
‘Het witjassen beroep wordt steeds meer en meer in de commerciële sector gehaald.’
2.3.2.8 Kennis De belemmerende/stimulerende factoren die te maken hebben met de kennis van de zorgconsument, zijn weergegeven in tabel 2.4.8.
‘Is het niet zo dat de waarheid toch nog steeds, van: de witte jas spreekt, dus dan zal het wel zo zijn?’
‘Waar moet je heen? Ja, want, ik merkte dat ik eigenlijk een paar jaar terug helemaal niet bekend was met alles wat er omheen zat.’
Er wordt gezegd dat er ook extremen en slechte verhalen over de conventionele gezondheidszorg zijn. Er wordt van medici gedacht dat ze steeds meer de commerciële sector in gehaald worden. Over hoe conventionele artsen tegen CAM aankijken, wordt gezegd dat hun gezag is dat CAM niet goed is. En dat ze zo opgevoed en opgeleid zijn dat alleen hun behandeling de juiste is en er dus geen ruimte is voor CAM.
44
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
‘Plus de ene beroepsvereniging heeft totaal andere eisen dan de andere. Ja, ik wou net zeggen, dat weet je dan ook niet als je niet bekend bent.’
45
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Deze factoren hebben te maken met het ontbreken van kennis bij de zorgconsument. Er is behoefte aan informatie over wat welke CAM inhoudt. Ook is er onbekendheid over de mogelijkheden van CAM en homeopathie. Kan het bijvoorbeeld ingezet worden voor acute aandoeningen? De inhoud is onduidelijk. Er wordt wel aangegeven dat er steeds meer mensen interesse hebben in homeopathie. Hoe een homeopathisch middel ingenomen wordt, is voor sommigen ook onduidelijk en daar is goede voorlichting gewenst. Ook wordt genoemd dat het lastig is voor zorgconsumenten om onderscheid te maken tussen de verschillende stromingen binnen de homeopathie. Door sommige zorgconsumenten wordt waarde toegekend aan het lidmaatschap van een beroepsverenigingvereniging, maar welke verenigingen er zijn is onbekend en wat ze precies doen is onduidelijk. Tot slot is er genoemd dat als er informatie gezocht wordt, dit via internet is. Daar zou de informatie dus beschikbaar moeten zijn.
‘Ik denk dat het belangrijk is, dat huisartsen, dat je als homeopaat, of als alternatief: Dat je ook uitlegt, waar je mee bezig bent. Dat het niet zo is, van alleen een mededeling, maar dat je het uitlegt. En dat dat wel heel belangrijk is.’ ‘En dat heb ik met alternatieve geneeskunde, en met geneeskunde ook heel erg. Dat je het verhaal open laat. En ik denk dat je op die manier, ook mensen moet voorlichten. Dat je de grenzen moet aangeven. En alles wat daarbinnen valt, is mogelijk. Maar er zijn wel degelijk echte grenzen aan te geven van bepaalde vormen van geneeskunde.’ Allereerst dat de patiënt centraal zou moeten staan. De respondent wil graag dat de behandelaar uitlegt wat hij tijdens de behandeling doet en wat de patiënt kan verwachten. Ook wil de respondent graag dat de behandelaar aangeeft wat de grenzen zijn van wat kan met de betreffende behandeling. Er is genoemd dat bij zowel CAM als conventionele gezondheidszorg, evidence based handelen de norm moet zijn. Er zijn een heel aantal punten die aan elkaar raken. De respondent wil conventionele gezondheidszorg en CAM naast elkaar.
Verder werd gesteld dat er steeds meer mensen geïnteresseerd zijn in homeopathie. De uitleg wat homeopathie inhoudt, zou ook gegeven moeten worden aan de conventionele artsen volgens de respondenten. Tabel 2.4.8
Daarnaast is gezegd dat het goed is dat zowel conventionele gezondheidszorg als CAM benadrukken dat ze complementair zijn en elkaar niet uitsluiten. De wens bestaat dat conventionele en alternatieve behandelaars elkaar erkennen in hun behandeling. Iets verder gaat nog de wens dat er samenwerking zou moeten zijn tussen CAM en de huisarts of dat er informatie uitwisseling zou moeten zijn tussen conventionele geneeskunde en CAM met betrekking tot de behandeling. Hierover is wel gezegd dat de respondent graag wil bepalen wat er dan uitgewisseld wordt tussen conventionele gezondheidzorg en CAM. Dit heeft dan met name betrekking op de specifieke uitwisseling van informatie over (de behandeling van) de patiënt. Met betrekking tot de basis van de beide vormen van gezondheidszorg is gezegd dat de respondent graag zou willen dat er uitwisseling plaatsvindt van de kijk op gezondheid en ziekte tussen beide groepen.
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN T.A.V. CAM KENNIS Goede voorlichting over inname homeopathisch middel. Onduidelijkheid wat homeopathie is, weerhoudt mensen te gaan. Informatiebehoefte naar wat welke CAM inhoudt. Onbekendheid met homeopathie/CAM: mogelijkheden, ook acuut/onduidelijkheid inhoud. Onduidelijkheid onderscheid stromingen binnen homeopathie.
Tabel 2.4.9a
Informatie zoeken via internet. Mensen zijn steeds meer geïnteresseerd in homeopathie.
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN BEHOEFTEN/WENSEN T.A.V. CONVENTIONELE GEZONDHEIDSZORG & CAM Wens dat conventionele en alternatieve behandelaars elkaar erkennen in hun behandeling.
Onbekendheid en onduidelijkheid beroepsverenigingen. Wens om als patiënt te bepalen wat uitgewisseld wordt tussen conventionele gezondheidszorg en alternatief.
2.3.2.9 Behoeften/wensen In de onderstaande tabellen zijn wensen en behoeften weergegeven die punten betreffen die, als ze vervuld zouden worden, van invloed zijn op de visie en het gedrag van de zorgconsument.
Wens: samenwerking CAM en huisarts. Wens: leg uit als behandelaar wat je doet. Informatie-uitwisseling tussen conventionele gezondheidszorg en CAM.
Behoeften/wensen t.a.v. conventionele gezondheidszorg & CAM Allereerst zijn er behoeften en wensen geuit ten aanzien van zowel conventionele gezondheidszorg als CAM, dus de totale gezondheidszorg. Deze zijn weergegeven in tabel 2.4.9a.
Kijk op gezondheid en ziekte uitwisselen, tussen conventionele gezondheidszorg en CAM. Wens: Benadrukken Conventionele gezondheidszorg en CAM zijn complementair, sluiten elkaar niet uit.
46
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
47
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Bij iedere geneeswijze: grenzen aangeven van wat kan.
CAM. Minder ver dan integratie gaat de opmerking dat homeopathie samen zou moeten werken met CAM om erkenning te krijgen voor de homeopathie. De opmerking dat homeopathie gemaakt zou moeten worden tot huis-, tuinen keukenmiddelen spreekt weer een andere wens uit. De visie hierop verschilt dus. Het is voor de respondent niet mogelijk onderscheid te maken tussen de stromingen binnen de homeopathie.
Conventionele gezondheidszorg en CAM naast elkaar gebruiken. Patiënt zou centraal moeten staan. Evidence based handelen moet de norm zijn.
Er zijn door de respondenten ook punten genoemd die gaan over hoe de behandelaar zou moeten handelen. Allereerst is gezegd dat harmonie tussen therapeuten en artsen zou helpen. Hiermee worden dus beide aanbieders van CAM therapie genoemd, alleen de eersten hebben voor de CAM opleiding geen universitaire studie geneeskunde gevolgd en de tweede groep wel. Ook is er gezegd dat CAM therapeuten voorzichtig moeten zijn met medische diagnoses. Het stellen daarvan geeft bij patiënten en behandelaars verwarring die negatief is. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het vaststellen van een allergie of een te traag werkende schildklier. CAM behandelaars zouden ook terug moeten verwijzen naar de huisarts, dat is genoemd als belangrijk. In lijn hiermee ligt dat de respondent graag zou zien dat de CAM behandelaar een terugkoppeling geeft naar de huisarts of tandarts dat er ook een CAM behandelaar bezocht is. Ook is het van belang dat bij behandeling de resultaten goed worden vastgelegd door de behandelaar. Specifiek over homeopathie zijn rond dit thema ook een aantal opmerkingen gemaakt. De aanbeveling om voor homeopathie goede patiëntenzorg te ontwikkelen met tevreden klanten. De behandelaar zou goede voorlichting moeten geven over de inname van het homeopathische middel.
Behoeften/wensen t.a.v. CAM Er zijn zowel wensen als behoeften met betrekking tot CAM in het algemeen als specifiek voor homeopathie uitgesproken, deze zijn weergegeven in tabel 2.4.9b. ‘Of je dat nou door middel van een register of door middel van, he, en misschien is dat er, maar dat weet ik, dat ken ik niet. Dat je daarmee de goede weg kan zoeken. Dat je dan weet: die staat goed aangeschreven. En wat die doet is ook verantwoord. Dat is eigenlijk, en zoals je in de reguliere geneeskunde ook doet.’ ‘De opleiding van de aanbieder is belangrijk. Dat hij er goed voor heeft geleerd.’ Allereerst de algemene wensen en behoeften en dan om te beginnen punten die zijn aangehaald over de opleiding en organisatie van de beroepsgroep. Er wordt aangegeven dat de kwaliteit van de opleidingen verbeterd zou moeten worden en er een universitaire opleiding beschikbaar zou moeten zijn. De behoefte is ook dat er accreditatie komt van de opleidingen voor CAM. In het verlengde hiervan ligt dat het opleidingsniveau van de CAM behandelaar belangrijk is voor de respondent. Opleidingsniveau geeft een indicatie van de kwaliteit van de behandelaar. Registratie is een ander punt wat een indicatie geeft van de kwaliteit. Hierover is gezegd dat de respondent graag een register van CAM behandelaars zou zien. Anderzijds wordt ook gezegd dat een register niet zaligmakend is. Het certificeren van CAM therapeuten zou duidelijkheid scheppen volgens de respondent. Nog iets verder gaat dat het zekerheid en betrouwbaarheid zou geven als er een keurmerk zou zijn, als er duidelijkheid en bekendheid is van de beroepsverenigingen en er registratie is van de CAM aanbieders. Rondom dit thema is specifiek met betrekking tot homeopathie gezegd dat een soort BIG registratie voor homeopaten zou helpen. Dat het kennisniveau van de homeopaat belangrijk is. Over de opleiding van homeopaten is gezegd dat de NVKH en de AVIG de kwaliteit van de afgestudeerde homeopaten moeten waarborgen. Daarnaast wordt door respondent genoemd dat de NVKH kritisch zou moeten zijn ten aanzien van homeopaten die niet functioneren. Ook is gezegd dat de beroepsvereniging grenzen mag trekken over wat wel en niet mag aangeboden worden als aanvullende therapie onder de noemer homeopathie.
Over onderzoek zijn ook een aantal behoeften/wensen uitgesproken en dan met name gericht op homeopathie. Er zou meer onderzoek gedaan moeten worden met betrekking tot homeopathie. Nog een stap verder gaat de opmerking dat het noodzaak is voor de homeopathie dat bewezen wordt dat homeopathie meerwaarde heeft voor de patiënt. BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN BEHOEFTEN/WENSEN T.A.V. CAM Tabel 2.4.9b
Aanbeveling: meer onderzoek m.b.t. homeopathie. Aanbeveling: homeopathie moet zich meer profileren. Treed naar buiten toe als Klassiek Homeopaat, zonder iets vaags als astroloog of pendelaar.
Er zijn ook wensen en behoeften uitgesproken met betrekking tot duidelijkheid over CAM en homeopathie. Over het informeren van patiënten door een arts is gezegd dat de aanvullende geneeswijzen eerst overzichtelijk moeten worden voor de arts daarover kan adviseren. Dat de homeopathie zich meer mag profileren. Genoemd is dat homeopathie te divers en te ingewikkeld is geworden. Er is gezegd dat een homeopaat naar buiten zou moeten treden als Klassiek Homeopaat zonder iets vaags erbij als astroloog of pendelaar. Het tegenovergestelde is ook gezegd. Dat er juist wel aanvullende therapieën geboden zouden moeten worden naast homeopathie. En nog een stap verder is de opmerking dat homeopathie zou moeten ontwikkelen naar een integratie met andere
48
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Wens: erkenning homeopathie, voorwaarde daarvoor is samenwerking – complementair.
Terugkoppeling naar huisarts/tandarts, dat ook CAM bezocht is. NVKH moet kritisch zijn op homeopaten die niet functioneren. Soort BIG registratie voor homeopaten zou helpen. Graag register voor CAM.
49
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Register is ook niet zaligmakend.
Behoeften/wensen t.a.v. conventionele gezondheidszorg Er zijn door de respondenten een aantal behoeften en wensen naar de conventionele gezondheidszorg uitgesproken. Deze zijn te vinden in tabel 2.4.9c.
Uitleg aan conventionele gezondheidszorg waarom homeopathie. De aanvullende geneeskunde zou eerst overzichtelijk moeten worden, voordat een arts daarover kan adviseren aan patiënten.
‘Dat ze het vaak niet bespreken met hun huisarts omdat ze dan voelen dat ze dan niet serieus genomen voelen. Het idee dat de huisarts zoiets heeft van: je bent aan het shoppen en je neemt me niet serieus. En dat willen mensen wel. Die willen heel graag serieus genomen worden in hun zoektocht.’
Harmonie CAM artsen en therapeuten zou helpen. Andere therapieën aanbieden naast homeopathie.
‘Dat hij breder kijkt dan zijn eigen expertise. Dat je dan weer een betrouwbare doorverwijzing krijgt. Dat zit er dan in. En ook omdat ze dan meer met een open blik kijken naar wat er nog meer is. Ik bedoel, ik denk dat in China schijn je het ook naast elkaar te hebben in ziekenhuizen. Voor een gebroken been moet je het in het gips laten zetten en voor, weet ik veel, allergie moet je die kant op. En zeker de huisarts zou zo moeten werken. Dat is degene waarvan je verwacht dat hij weet, waar hoor je uiteindelijk het beste thuis.’
Homeopathie is te divers en te ingewikkeld geworden. Kwaliteit opleiding verbeteren + universitair niveau invoeren. Accreditatie opleiding CAM. CAM therapeut: voorzichtigheid met medische diagnoses.
Er zijn behoeften en wensen uitgesproken over de conventionele behandeling. Dat de behandelaar altijd de patiënt uitlegt wat hij doet en wat de behandeling inhoudt. Dat de behandelaar de grenzen aan moet geven van wat er mogelijk is met de behandeling. De behoefte van de zorgconsument is dat de patiënt centraal staat. Dat de huisarts met een open blik werkt. Een ander geeft aan dat evidence based handelen de norm hoort te zijn.
Kennisniveau homeopaat belangrijk. Certificering CAM therapeuten schept duidelijkheid. Opleidingsniveau aanbieder CAM is belangrijk.
De overige behoeften en wensen die uitgesproken zijn naar de conventionele gezondheidszorg, hebben allemaal een verband met CAM. Allereerst over de kennis van de conventionele artsen met betrekking tot CAM. De respondenten zouden graag zien dat de conventionele artsen informatie zouden krijgen over de inhoud van CAM, over de opleidingen en de beroepsverenigingen. Ook vanuit de huisarts bestaat de behoefte om te weten wat de verschillende vormen van CAM inhouden. De aanbeveling wordt gedaan al informatie over CAM te verstrekken in de opleiding tot huisarts en specialist. Met betrekking tot homeopathie wordt er nu in de opleiding vooral mee gegeven dat het niet kan werken omdat er zo weinig geneesmiddel in zit. Er is gezegd dat conventionele gezondheidszorg en CAM de visie op ziekte en gezondheid zouden moeten uitwisselen.
Zekerheid en betrouwbaarheid: ontbreken keurmerk/onbekendheid en onduidelijkheid beroepsverenigingen/registratie. NVKH en AVIG moeten de kwaliteit van de afgestudeerde homeopaten waarborgen. Belang van registratie van resultaten van behandeling. Terugverwijzen van CAM naar huisarts is ook belangrijk. Noodzaak onderzoek: bewijs dat homeopathie meerwaarde heeft voor patiënten.
De respondenten hebben ook aangegeven wat hun wensen en behoeften zijn met betrekking tot de rol van de huisarts. Allereerst is er aangegeven dat zorgconsumenten het belangrijk vinden dat de huisarts achter CAM staat. De huisarts zou de wegwijzer moeten zijn naar zowel de conventionele gezondheidszorg als de homeopaat. Sommigen zouden graag willen overleggen met of advies willen van de huisarts over CAM, anderen geven de toevoeging dat de huisarts CAM waarschijnlijk niet zou begrijpen of dat ze dat niet doen uit angst. Er wordt aangegeven dat het fijn zou zijn als de huisarts informatie zou verstrekken over CAM. Een stap verder dan informatie verstrekken gaat doorverwijzen door de huisarts naar CAM. Er zijn zorgconsumenten die dat graag zouden willen. Nog een stap verder gaat de behoefte aan samenwerking, tussen CAM en de huisarts, die anderen graag zouden zien. Een onderdeel van samenwerking is het uitwisselen van informatie tussen CAM en de huisarts over de patiënt. Over of de conventionele gezondheidszorg voor deze voorlichtende rol tijd heeft en er behoefte aan heeft, wordt gezegd dat dat niet zo is, ook al willen de patiënten dit wel. Over of de huisarts zelf al dan niet CAM aan moet
Ontwikkel homeopathie tot goede patiëntenzorg met tevreden patiënten. Ontwikkeling van de homeopathie naar integratie in CAM. Homeopathie maken tot huis-, tuin- en keukenmiddelen. Beroepsvereniging kan grenzen trekken wat wel/ wat niet in combinatie met homeopathie.
50
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
51
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Wens: leg uit als behandelaar wat je doet.
bieden, zijn de meningen verdeeld. Sommigen zouden dit graag zien en vinden het een voordeel als de huisarts of conventioneel arts ook CAM aanbiedt. Anderen zeggen dat de huisarts zelf niks met CAM moet doen, al dan niet met de toevoeging dat ze alleen moeten doorverwijzen. De wensen over CAM en conventionele gezondheidszorg gaan veelal over het naast elkaar gebruiken van de verschillende geneeswijzen. Daar is behoefte aan, net als aan het benadrukken dat beide complementair aan elkaar zijn. Tabel 2.4.9c
Informatie-uitwisseling tussen conventionele gezondheidszorg en CAM. Kijk op gezondheid en ziekte uitwisselen, tussen conventionele gezondheidszorg en CAM. Wens: benadrukken conventionele gezondheidszorg en CAM zijn complementair, ze sluiten elkaar niet uit.
BELEMMERENDE/STIMULERENDE FACTOREN BEHOEFTEN EN WENSEN T.A.V. CONVENTIONELE GEZONDHEIDSZORG
Bij iedere geneeswijze: grenzen aangeven van wat kan.
Geef conventionele artsen informatie over CAM inhoud en over opleiding en beroepsverenigingen.
Conventionele gezondheidszorg en CAM naast elkaar gebruiken.
Huisarts wil graag weten, wat verschillende vormen van CAM inhouden.
Patiënt zou centraal moeten staan.
Aanbeveling: geef informatie over CAM in opleiding tot huisarts en specialist.
Evidence based handelen is de norm.
Huisartsen leren alleen over homeopathische middelen dat ze niet kunnen werken, omdat er zo weinig geneesmiddel in zit.
Conventionele arts die alternatief doet is een voordeel.
Huisarts wordt wegwijzer naar conventionele gezondheidszorg èn homeopaat.
2.3.2.10 Opvoeding Bij de respondenten in de focusgroepssessies kwamen beweegredenen naar voren om gebruik te maken van conventionele zorg dan wel CAM die voort kwamen uit opvoeding. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel 2.5.
Vraag van de patiënt met betrekking tot alternatief moet je mee nemen. Wel overleg met huisarts over CAM.
‘Omdat ze opgevoed zijn van huis uit, als je ziek bent ga je naar de dokter. Dat is de reden dat mensen naar de dokter gaan als ze zich ziek voelen.’
Huisarts moet niks doen met CAM. Huisartsen moeten CAM niet zelf aanbieden, ze moeten wel doorverwijzen.
‘Of dat ze in een gezin opgroeien waar de normen en waarden meer op de alternatieve, aanvullende, weet ik veel hoe je die geneeskunde wilt noemen. Dat sterker gepropagandeerd wordt door de ouders in de opvoeding’
Geen vertrouwen in overleg met huisarts over CAM. Wens dat huisarts informatie verstrekt over CAM.
Het gaat hierbij om de gewoonte een bepaalde vorm van zorg te kiezen die in de jeugd van de betreffende personen in het gezin gebruikt werd en die nu in het verdere leven eventueel wordt voortgezet en het heeft daarmee direct invloed op Gedrag, zoals te zien is in het model aan de pijl die naar gedrag loopt. Daarnaast heeft dit direct invloed op de kijk van de respondenten op gezondheidszorg en is daarmee tevens bepalend voor de Visie van de persoon, zoals te zien is in het bovenstaande model aan de pijl die naar Visie op alle gezondheidszorg loopt. Bij belemmerende en stimulerende factoren komt de invloed van familie en ouders nog naar voren in Sociale omgeving, wat sterk raakt aan opvoeding. Er is hier onderscheid gemaakt tussen opvoeding en sociale omgeving omdat het bij opvoeding gaat om een statisch en afgerond geheel en bij de invloed die ouders hebben, gaat het om een dynamisch geheel. Ouders hebben soms in het volwassen leven ook nog invloed op de beslissingen omtrent zorggebruik van hun kinderen, maar behoren dan tot de sociale omgeving en zijn niet de exclusieve beïnvloeder.
Wens dat huisarts doorverwijst naar CAM. Zou wel willen overleggen met huisarts, maar die zou CAM niet begrijpen. Zou wel willen overleggen met huisarts, maar doen het niet uit angst. Huisarts zou met een open blik moeten werken, de patiënt centraal. Conventionele gezondheidszorg heeft geen behoefte aan en tijd voor voorlichtende rol met betrekking tot CAM, ook al willen patiënten dat. Graag overleg met/informatie van/advies van huisarts over CAM. Belangrijk dat huisarts erachter staat. Samenwerking CAM en huisarts.
52
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
53
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
Tabel 2.5
OPVOEDING
Tabel 2.6
Gewend van huis-uit naar conventionele gezondheidszorg te gaan.
ERVARINGEN MET BETREKKING TOT CAM
CAM vanuit de opvoeding.
Goede ervaringen CAM: zelf/omgeving. Positieve mond-tot-mond reclame.
2.3.3 Gedrag De volgende schakel in het proces is gedrag. Uiteindelijk is dit waar het in het onderzoek om draaide, de beweegredenen die leiden tot bepaald gedrag. Maar dit gedrag is ook weer van invloed op het vormen van nieuwe beweegredenen. Gedrag zorgt namelijk voor ervaringen en die ervaringen zijn zeer bepalend voor de visie van de zorgconsument en uiteindelijk voor het gedrag wat daaruit volgt. Gedrag is uiteindelijk of zorgconsumenten wel of niet naar CAM of conventionele gezondheidszorg gaan. Het kan gaan om bewust gedrag of onbewust gedrag. Het onderstaande voorbeeld illustreert onbewust gedrag.
Oplichtingspraktijken doordat patiënten veel dure middelen meekrijgen. Naamsbekendheid homeopaat, goede ervaringen. CAM, gevoel dat het werkt. MET BETREKKING TOT CONVENTIONELE GEZONDHEIDSZORG Conventionele testen kunnen niet alles vaststellen.
‘Bij ons is ook nog steeds, het multi vitaminepreparaat staat klaar voor als de R in de maand is, omdat oma dat zei.’ ‘Ik heb geen redenen om het buiten de conventionele gezondheidszorg te zoeken, ik heb nooit wat.’
2.3.4 Ervaringen De door de respondenten genoemde thema’s zijn weergegeven tabel 2.6. ‘Mijn nummer 1 is absoluut referentie van bekenden.’ ‘Ik zou gaan naar iemand die me aangeraden wordt door anderen’ Bij dit thema werd aangegeven dat de reden om naar CAM te gaan, het feit was dat er in het verleden goede ervaringen zijn geweest. Daarnaast waren goede ervaringen in de directe omgeving ook een reden om te gaan. Deze werden soms ook onder mond-tot-mond reclame genoemd. Maar hieronder vallen ook ervaringen van personen met goede ervaringen die verder van de respondent afstonden, hierbij ging het dus niet altijd om directe bekenden van de respondent. Een afgeleide die hiervan werd genoemd is de naamsbekendheid van een homeopaat. Een bekende naam in de omgeving met diverse positieve ervaringen van anderen werd genoemd als een beweegreden om te gaan. In negatieve zin werden ervaringen ook genoemd. Als patiënten veel dure middelen voorgeschreven kregen, werd dit benoemd als oplichtingspraktijken. Het ging hierbij niet om een eigen ervaring, maar ervaringen verteld door anderen. Het gevoel van de respondent dat het werkt komt voort uit ervaringen van de respondent, maar is niet direct onder goede ervaringen onder te brengen, omdat het gaat om een gevoel en niet perse betrekking hoeft te hebben op ervaringen. Met betrekking tot conventionele gezondheidszorg werd aangegeven dat de ervaring was dat conventionele testen niet alles kunnen vaststellen. Dat deze ervaring van invloed is op hoe de persoon tegen de conventionele gezondheidszorg aankijkt.
54
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
55
Hoofdstuk 2 Resultaten van het onderzoek
HOOFDSTUK 3 CONCLUSIE, DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN De centrale vraag van het onderzoek was wat de beweegredenen zijn van gezondheidszorggebruikers in Nederland om wel of niet gebruik te maken van CAM in het algemeen en homeopathie in het bijzonder. In het vorige hoofdstuk is weergegeven dat er tijdens het onderzoek ruim 200 beweegredenen naar voren zijn gekomen die gezondheidszorggebruikers er toe zetten wel of geen gebruik te maken van CAM. Er zijn een aantal beweegredenen specifiek voor homeopathie genoemd, maar veelal wordt het onderscheid door de gezondheidszorggebruiker niet gemaakt. De beweegredenen verschillen sterk van persoon tot persoon. Daar het een verkennende studie betreft, kan geen gewicht toegekend worden aan de genoemde beweegredenen en kan hier geen overzicht van de belangrijkste beweegredenen genoemd worden. Deze studie kan dienen als basis voor kwantitatief onderzoek dat deze vraag wel beantwoordt.
Naast het feit dat genoemd wordt dat er in veel gevallen geen informatie gegeven wordt door bijvoorbeeld de huisarts en ze dit wel wenselijk vinden, is in het onderzoek aangegeven dat op dit moment als de informatie wel gevonden wordt, het dan ingewikkeld is voor een leek om onderscheid te maken tussen CAM aanbieders van goede en slechte kwaliteit en dat er veel vertroebeling is van wat er onder welke CAM therapie wordt aangeboden. Door sleutelinformanten maar ook door zorgconsumenten is aangegeven dat er behoefte is aan kwaliteitsborging, in de vorm van geaccrediteerde opleidingen, bijvoorbeeld een beroepsregister, of beroepsverenigingen die deze kwaliteit waarborgen en dat ook communiceren. Bij beide groepen bestaat ook de behoefte aan duidelijke informatie over wetenschappelijk bewijs van CAM.
Behoefte van zorgconsumenten aan verbinding tussen conventionele en CAM gezondheidszorg Zorgconsumenten hebben behoefte aan informatie over mogelijke complementaire behandelingen naast hun conventionele traject. Dit kan gebeuren op het moment dat de conventionele behandeling niet de gewenste gezondheidsverbetering oplevert. Juist op dat moment gaat de zorgconsument vaak zoeken naar alternatieven. Dit wordt als beweegreden genoemd in het onderzoek, maar komt ook uit de literatuur naar voren. (Vincent & Furnham, 1996), (Fakeye, Adisa & Musa, 2009), (Rossi, Crudeli, Endrizzi & Garibaldi, 2009), (Thompson, Dahr, Susan & Barron, 2007). Er zijn ook zorgconsumenten die graag beide vormen van gezondheidszorg naast elkaar gebruiken, dus niet uit ontevredenheid met de conventionele behandeling. Zorgconsumenten stellen het op prijs om informatie van hun eigen huisarts te krijgen, zoals ook vermeld in het onderzoek van Nissen, Schunder-Tatzber, Weidenhammer en Johannessen (2012). Daarnaast zouden ze graag zien dat er overleg en eventueel samenwerking is tussen die huisarts en de CAM behandelaar. Deze wens wordt ook bevestigd in het literatuuronderzoek (Jong, Van de Vijver, Busch, Fritsma & Seldenrijk, 2012), (Singendonk, Kaspers, Naafs-Wilstra, Schouten-van Meeteren, Loeffen & Vlieger, 2012). Die huisarts, of eventueel ander behandelend arts, moet dan wel over deze kennis beschikken.
CONCLUSIE De kern van het bepalen van de keuze van zorgconsumenten ligt in hun visie op de verschillende vormen van gezondheidszorg. Deze visie is afhankelijk van verschillende factoren, maar wordt hoofdzakelijk gevormd door ervaringen van de persoon zelf en zijn omgeving en of bepaalde behoeften en wensen wel of niet vervuld worden. De visie van zorgconsumenten is heel persoonlijk: de meest uiteenlopende dingen komen naar voren. Wat voor de één een reden is om te gaan, is dat niet per se voor de ander. Dit is ook bevestigd in het onderzoek van Chang, Wallis, Tiralongo en Wang (2012). De uiteindelijke keuze die zorgconsumenten maken, komt voort uit hun visie en wordt gevoed door het wel of niet vervuld worden van hun wensen en behoeftes. In de wensen en behoeftes zijn twee thema’s te onderscheiden: ten eerste zoeken consumenten naar helderheid en duidelijkheid rondom CAM, en als deze behoefte vervuld wordt, is deze beeldvorming bepalend voor hun visie en uiteindelijke gedrag. Het tweede thema gaat over de relatie tussen conventionele gezondheidszorg en CAM, hier ligt een grote behoefte van de zorgconsument.
Helderheid, duidelijkheid en kwaliteit van CAM Uit het onderzoek komt naar voren, dat er onduidelijkheid is bij de zorgconsumenten over wat welke CAM inhoudt, met welke klachten men bij welke vorm van CAM terecht kan. Dit laatste punt wordt ook bevestigd in de studie van Jong, Van De Vijver, Busch, Fritsma en Seldenrijk (2012). En beide punten worden bevestigd door Pan-european research network for CAM (2012), in wiens publicatie CAMbrella Roadmap wordt gesteld dat zelfs op Europees niveau, betrouwbare en beschikbare informatie over CAM ontbreekt, en dat zorgconsumenten hier juist behoefte aan hebben. Waar en hoe een CAM aanbieder gevonden wordt, is ook een regelmatig genoemd probleem voor de zorgconsument. Dit wordt bevestigd in de studie van Jong, Van De Vijver, Busch, Fritsma en Seldenrijk (2012). De CAMbrella Roadmap (2012) gaat hier zelfs iets verder, daarin wordt gesteld dat CAM wordt gezien als moeilijk beschikbaar en bereikbaar. Internet wordt door zorgconsumenten genoemd als belangrijke informatiebron. Daarnaast krijgen zorgconsumenten graag informatie van artsen, familie en bekenden.
56
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
DISCUSSIE Naast bovenstaande punten zijn er enkele opmerkingen te maken met betrekking tot de vragen gesteld in de inleiding die nog niet besproken zijn. Tijdens de interviews en focusgroepssessies is vooral gezocht naar beweegredenen van Nederlandse burgers om complementaire en alternatieve zorg dan wel conventionele zorg te gebruiken, dit was de centrale vraag van het onderzoek. Daarin zijn meningen van respondenten naar voren gekomen op een aantal van onderstaande vragen. Daar het niet centrale vraag van het onderzoek was, is hier niet uitputtend op doorgevraagd, de focus lag tenslotte ergens anders. Wellicht ten overvloede dient hierbij opnieuw opgemerkt te worden, dat er voor kwantificering van de opmerkingen die mensen gemaakt hebben, nader onderzoek noodzakelijk is. Na de discussie van de vragen gesteld in de inleiding, volgt een beschouwing van de sterke en zwakke punten van dit onderzoek.
57
Hoofdstuk 3 Conclusie, discussie en aanbevelingen
Kosten van het consulteren van een homeopaat Met betrekking tot de kosten van homeopathie merken mensen zowel op dat ze afzien van CAM vanwege de kosten of een andere verzekering zoeken die CAM wel dekt, als dat ze hun verzekering niet op CAM afstemmen.
diabetici en astma patiënten. (Längler, A., & Zuzak, T.J., 2012), (Singendonk, M., Kaspers, G.-J., Naafs-Wilstra, M., Schouten-van Meeteren, A., Loeffen, J., & Vlieger, A., 2013), (Lövgren, M., Wilde-Larsson, B., Hök, J., Leveälahti, H., & Tishelman, C. 2011), (Carmady, B., Smith, C.A., & Colagiuri, B. 2013), (Evans, M., Sharp, D. and Shaw, A., 2012), (Chang, H.Y.A., Wallis, M., Tiralongo, E., & Wang, H.L., 2012), (Shaw, A., Noble, A., Salisbury, C., Sharp, D., Thompson, E., & Peters, T.J., 2008). In dit onderzoek is juist gepoogd een gemiddelde groep burgers te vragen naar hun beweegredenen.
Is de homeopaat te onzichtbaar? Er wordt wel aangegeven dat veel homeopaten in een achterkamertje zitten, en dat het goed zou zijn als de praktijken op meer zichtbare locaties gevestigd zouden worden. Ook werd zoals eerder genoemd, de vindbaarheid aangekaart. Dat zorggebruikers niet weten waar heen te gaan. Onzichtbaar is het dus wellicht niet helemaal, maar lastig vindbaar is zeker wel aangekaart binnen het onderzoek.
De vorm waarin de dataverzameling van dit onderzoek is uitgevoerd, zijn interviews met deskundigen en focusgroepssessies met zorgconsumenten. Er zijn een paar kanttekeningen te maken bij deze dataverzameling. De meeste respondenten die deelnamen aan de focusgroepssessies waren vrouw en hoogopgeleid. De selectie is bij toeval ontstaan, maar het interessante is dat dit precies wel de groep is waarvan uit onderzoek naar voren komt dat zij het meest gebruik maken van CAM (Frass, Strassl, Friehs, Müllner, Kundi & Kaye, 2012), (CBS, 2014). Om een breder beeld te verkrijgen van hoe de Nederlandse burger aankijkt tegen zorg, zou dit ook aan lager opgeleiden (man/vrouw) gevraagd dienen te worden. Dit is bij het uitvoeren van het kwantitatieve vervolgonderzoek een aandachtspunt. Bij vergelijking van de onderzoeksresultaten met de literatuur is te zien dat de thema’s die in de literatuur naar voren komen, ook genoemd zijn in dit onderzoek. Bovendien zijn er meer thema’s en beweegredenen gevonden in dit onderzoek, die niet in de literatuur genoemd worden. Dit wil echter niet zeggen, dat ze niet ter sprake zijn gekomen in genoemde onderzoeken. Wellicht kwam een bepaalde reden zo weinig voor, dat er niet voldoende waarde aan werd toegekend om in de publicatie genoemd te worden. Anderzijds is het ook mogelijk, dat in dit onderzoek meer verschillende thema’s naar voren zijn gekomen. Dit is nu niet met zekerheid vast te stellen, daarvoor zou vervolgonderzoek op basis van dit kwalitatieve onderzoek moeten worden gedaan waarin de gevonden thema’s gekwantificeerd gaan worden. Verder zal uit het kwantitatieve vervolgonderzoek moeten blijken, welke waarde de gevonden thema’s hebben in vergelijking met elkaar.
Is er sprake van concurrentie met andere complementaire of alternatieve geneesmethoden zoals acupunctuur? Dit is een vraag specifiek gesteld vanuit de NVKH. In het onderzoek komt naar voren, dat respondenten veelal niet precies weten wat homeopathie is. Het is voor veel van hen een grote brij aan aanvullende geneeswijzen. In dat opzicht is er dus zeker concurrentie van/met de andere geneeswijzen, want iedere vorm krijgt een stukje de totale vraag. Uit dit onderzoek is niet specifiek te noemen welke geneeswijzen dat zijn, het gaat om andere CAM in het algemeen. Sluit homeopathie niet aan bij de huidige tijdgeest/generatie? Hier is geen volledig antwoord op te geven vanuit het onderzoek. Er zijn wel een aantal dingen genoemd die mogelijk onder dit thema te plaatsen zijn. Er is genoemd dat homeopathie tijd kost voor het consult, en soms iets meer tijd om beter te worden. Bij het laatste kan een ouder misschien twee dagen langer niet werken vanwege de ziekte van een kind. Respondenten geven aan dat dat mee kan spelen in de keuze. Ook het feit dat bij homeopathie naar de totale mens wordt gekeken, dus lichamelijk en emotioneel, werd genoemd als punt om niet te gaan voor sommigen. Er zijn mensen die niet willen dat er op emotioneel vlak iets verandert. Daarnaast is juist het omgekeerde ook naar voren gekomen. Wat veel genoemd wordt is dat het wel aansluit bij de holistische kijk op het leven en het lichaam. Bij de levenswijze van mensen. Dat het past bij een bewuste levenshouding. Deze thema’s en deze zoektochten van mensen, zijn juist iets van deze tijd en daar past homeopathie wel goed bij.
De visie van zorgconsumenten op gezondheidszorg is heel persoonlijk. Daar komen de meest uiteenlopende en niet altijd op waarheid gebaseerde dingen naar voren. Toch weegt deze (soms dus feitelijk onjuiste) beleving van feiten mee in de uiteindelijke keuze van zorgconsumenten voor een bepaalde vorm van CAM. De visie van deze zorgconsumenten komt ergens vandaan: uit de media, uit ervaringen, van de huisarts, enz. Dit is interessant om te beschouwen en daarom is er voor gekozen ook onwaarheden mee te nemen in het onderzoek, daar het gaat om de persoonlijke visie.
Sluit hoe homeopathie naar buiten gebracht wordt, niet aan bij de huidige tijdgeest/generatie? Er wordt aangegeven dat homeopathie niet voor iedereen begrijpelijk is, mensen vinden het ingewikkeld. Maar het punt is vooral dat het niet zichtbaar is. Dus het gaat niet zo zeer om de manier waarop, maar meer om of mensen überhaupt wel informatie vinden of lezen ergens.
AANBEVELINGEN Op basis van dit onderzoek is het mogelijk een kwantitatief onderzoek op te zetten in de vorm van een enquête onder een grote en representatieve groep respondenten. Hiermee kan duidelijk worden wat de belangrijkste beweegredenen zijn voor respondenten en voor hoeveel mensen dat dan geldt. Dit zou dan met name moeten gaan om de visie van zorgconsumenten en de belemmerende en stimulerende factoren. Dit kan leiden tot een gefundeerd communicatie beleid met betrekking tot CAM. De eerste aanbeveling is dan ook dit kwantitatieve vervolgonderzoek op te zetten.
Sterke en zwakke punten van het onderzoek Er is nog niet eerder in Nederland een onderzoek uitgevoerd naar beweegredenen van zorgconsumenten om al dan niet gebruik te maken van CAM en daarmee is dit onderzoek vernieuwend. Ook internationaal zijn er wel verschillende onderzoeken geweest naar hoe en waarom zorgconsumenten beslissen gebruik te maken van CAM, maar dit onderzoek is meestal gedaan onder een specifieke groep patiënten, zoals kinderen, kinderen met kanker, (long)kankerpatiënten,
58
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
59
Hoofdstuk 3 Conclusie, discussie en aanbevelingen
De tweede aanbeveling heeft te maken met het verstrekken van heldere, duidelijke informatie over homeopathie. Zowel aan de conventionele gezondheidszorg, waarmee verbinding gezocht dient te worden, als aan de zorggebruikers direct. De respondenten geven duidelijk aan behoefte te hebben aan deze informatie, gevonden bijvoorbeeld via internet, maar ook via de huisarts. En dat de informatie die nu tot ze komt, niet duidelijk is. Wat homeopathie inhoudt, is voor de meesten onbekend. Het gaat om informatie over de werking van homeopathie, het toepassingsgebied, hoe behandeling in z’n werk gaat, hoe kwaliteit gewaarborgd wordt en waar behandelaars te vinden zijn. Nu is er in de meeste gevallen voor de zorgconsumenten geen goed onderscheid te maken tussen wat homeopathie inhoudt en de inhoud van andere CAM.
AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN
Tot slot is het op basis van het thema van de verbinding tussen CAM en conventionele gezondheidszorg welke uit het onderzoek naar voren is gekomen, aan te bevelen dat er verbinding wordt gezocht tussen conventionele en CAM gezondheidszorg met de nadruk op dat ze complementair aan elkaar zijn en elkaar niet uitsluiten. Het gaat hierbij om contact tussen CAM behandelaar en behandelend arts in de vorm van overleg of zelfs samenwerking en het respect hebben voor elkaars aanpak.
AVIG: Artsenvereniging Voor Integrale Geneeskunde
Alternatieve (gezondheids)zorg: verzamelnaam van verschillende soorten zorg die in plaats van conventionele zorg gegeven worden, in de volksmond vaak verward met complementaire zorg die naast conventionele zorg gegeven wordt.
Burgers, mensen, personen, ingezetenen, patiënten, cliënten, zorgconsumenten, zorggebruikers, gezondheidszorggebruikers (door elkaar gebruikte begrippen): Deze benamingen zijn willekeurig door elkaar gebruikt als het om consumenten van zorg gaat. Daarbij zijn burgers alle mensen in Nederland die, ook als ze geen zorg (hoeven te) gebruiken, veelal toch een visie op gezondheidszorg hebben door opvoeding, gedrag en ervaring van zichzelf of van anderen. Op het moment dat ze zorg behoeven, wordt deze visie meegenomen in hun keuze proces. Uiteindelijk is vrijwel iedereen wel eens zorgconsument: aan het begin en einde van het leven heeft praktisch iedereen te maken met gezondheidszorg. Patiënten, cliënten, zorgconsumenten, zorggebruikers en gezondheidszorg gebruikers zijn mensen die op dit moment wel gezondheidszorg ontvangen. BIG of Wet BIG: Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg. Het BIG-register is een Nederlandse databank waarin een aantal officieel erkende gezondheidswerkers is geregistreerd (www.wikipedia.com, 2014). CAM: Het National Center for Complementary and Alternative Medicine (NCCAM) in de VS definieert CAM als zorg die • samen met conventionele zorg (Complementary Medicine) gegeven wordt, òf • in plaats van conventionele zorg (Alternative Medicine) gegeven wordt. Daarbij wordt aangegeven, dat alléén alternatieve zorg weinig gebruikt wordt. De meeste mensen gebruiken niet-conventionele zorg naast een vorm van conventionele zorg. Deze niet-conventionele vormen van zorg, in Nederland vaak complementaire zorg genoemd, bestaan uit een aantal verschillende varianten: van natuurlijke middelen als vitaminen en voedingssupplementen tot Mind and Body practices, zoals acupunctuur, massage, meditatie en mindfulness, bewegingstherapieën, ontspanningstechnieken, wervelkolommanipulatie technieken zoals chiropractie en osteopathie, tai chi, chi kung en yoga. Naast deze vormen van complementaire geneeskunde zijn er meer brede benaderingen van gezondheid, die niet in één van beide bovengenoemde categorieën passen. Dat zijn bijvoorbeeld de traditional healers (in Nederland vaak volksgeneeskundigen genoemd), Ayurveda geneeskunde uit India, traditionele geneeskunde uit China, homeopathie en natuurgeneeskunde. (bron: website NCCAM, mei 2014). CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek CCRH: Central Council for Research in Homeopathy India
60
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
61
Afkortingen en begrippen
LITERATUURLIJST
Cliënten: zie burgers Complementaire geneeswijzen: geneeswijzen die naast conventionele zorg toegepast worden Conventionele zorg: bestaat uit zorg gegeven door BIG geregistreerde zorgverleners, zoals de (huis)arts en de apotheek. De huisarts verwijst – indien nodig – door naar medisch specialisten in het ziekenhuis. Ook de hulp van fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundigen valt er onder. Conventionele zorg wordt veelal geheel of gedeeltelijk vergoed door de zorgverzekering.
Carmady, B., Smith, C.A., & Colagiuri, B. (2013). A comparison of decisionmaking processes for conventional and complementary medicine in cancer patients. Complementary Therapies in Clinical Practice, 19, 32-35. Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014). Bevolkingstrends 2014. Projecties van de gezonde levensverwachting tot 2030. Geraadpleegd op: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/9D3FDBF6-B162-4EA7-AAD6-121F8704B525/0/ 20140206b15artpdf.pdf
ENHR: European Network of Homeopathic Researchers Gezondheidszorggebruikers: zie burgers Homeopathie: Homeopathie is een vorm van zorg die zijn oorsprong in Duitsland heeft, waarbij gekeken wordt naar het totaal van de fysieke, emotionele en mentale symptomen van de patiënt. Er wordt gebruik gemaakt van veilige, effectieve en kwalitatief hoogwaardige geneesmiddelen, die over het algemeen afgeleid zijn van natuurlijke stoffen. Vanuit het uitgangsmateriaal zijn deze beurtelings verdund en geschud (gepotentieerd) (Echamp, 2013).
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014). Bijna 1 miljoen mensen onder behandeling van een alternatief genezer [Webmagazine]. http://www.cbs.nl/nl-NL/ menu/themas/gezondheid-welzijn/publicaties/artikelen/archief/2014/20144041-wm.htm Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014). CBS: Laagste groei zorguitgaven in 15 jaar. [Persbericht]. Geraadpleegd op: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/ D166FF88-67E5-4B9B-8B75-64680B93DFE7/0/pb14n031.pdf
KVHN: Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland Mensen: zie burgers
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014). Medische contacten, ziekenhuisopname, medicijnen; leeftijd, geslacht 2010-2013. Geraadpleegd op: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=81178ned&D1=45&D2=0&D3 =a&D4=0&D5=a&HDR=T&STB=G1,G2,G3,G4&CHARTTYPE=1&VW=T
MeSH: Medical Subject Headings: termen (met hun synoniemen) waar op gezocht kan worden in PubMed NCCAM: National Center for Complementary and Alternative Medicine (USA)
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014). CBS: Medische contacten, ziekenhuisopname, medicijnen; leeftijd, geslacht 2010-2013. Percentage gebruik medicijnen/voedingssupplementen-niet voorgeschreven in de afgelopen 2 weken. Geraadpleegd op: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=811 78NED&D1=58&D2=a&D3=0&D4=0&D5=a&HDR=G3,G2,G1&STB=T,G4&VW=T
NVKH: Nederlandse Vereniging van Klassiek Homeopaten Patiënten: zie burgers Personen: zie burgers
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014). Medische contacten, ziekenhuisopname, medicijnen; persoonskenmerken. Geraadpleegd op: http://statline.cbs.nl/ StatWeb/publication/default.aspx?DM=SLNL&PA=81027NED&D1=45&D2=013%2c32-36&D3=0&D4=a&VW=T
PubMed: online database van meer dan 23 miljoen citaten uit publicaties van biomedische literatuur van MEDLINE, biowetenschappelijke tijdschriften en online boeken.
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014). Medische contacten, ziekenhuisopname, medicijnen; persoonskenmerken 2013. Geraadpleegd op: http://statline. cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=81027ned&D1=45&D2=0-13,3237,68-74&D3=0&D4=l&VW=T
Respondenten: geïnterviewden RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu VHAN: Vereniging Homeopathisch Artsen Nederland, opgegaan in de AVIG
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2010). Gebruik medische voorzieningen; t/m 2009. Geraadpleegd op: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/ ?DM=SLNL&PA=7042mc&D1=293-314&D2=0-1,5,10,15,20,25-29&VW=T
Zorgconsumenten: zie burgers Zorggebruikers: zie burgers
62
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2010). Gezondheid, leefstijl, zorggebruik; t/m 2009. Geraadpleegd op: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/default. aspx?DM=SLNL&PA=03799&D1=88&D2=0-17&D3=0&D4=a&VW=T
63
Literatuurlijst
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2003). Steeds meer mensen gebruiken medicijnen [Webmagazine]. Geraadpleegd op: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/ gezondheid-welzijn/publicaties/artikelen/archief/2003/2003-1228-wm.htm
Hussain, S., Malik, F., Hameed, A., Ahmed, S., Riaz, H., Abbasi, N., & Malik, M. (2012). Pakistani Pharmacy Students’ Perception about Complementary and Alternative Medicine. American Journal of Pharmaceutical Education, 76(2), article 21.
Central Council for Research in Homeopathy India. (2014). Geraadpleegd op: www.ccrhindia.org/About%20Homoeopathy.asp
Jain, N., Astin, J.A. (2001). Barriers to Acceptance: An Exploratory Study of Complementary / Alternative Medicine Disuse. The Journal of Alternative and Complementary Medicine, Volume 7 – 6. 689-696.
Chang, H.Y.A., Wallis, M., Tiralongo, E., & Wang, H.L. (2012). Decision-making related to complementary and alternative medicine use by people with Type 2 diabetes: a qualitative study. Journal of Clinical Nursing, 21, 3205-3215. doi:10.1111/j.1365-2702.2012.04339.x
Jong, M.C., Van De Vijver, L., Busch, M., Fritsma, J., & Seldenrijk, R. (2012). Integration of complementary and alternative medicine in primary care: what do patients want? Patient Education and Counseling, 89, 417-422.
Dekkers, J.T.H.J. (2009). De Situatie Homeopathie. Een vergelijkend onderzoek naar de oorzaken van populariteit en impopulariteit van homeopathie in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, India en Nederland, Copyshop Rooijmans Nuenen.
Längler, A., & Zuzak, T.J. (2012). Complementary and alternative medicine in paediatrics in daily practice – A European perspective. Complementary Therapies in Medicine, 215, S26-S33. doi:10.1016/j.ctim.2012.01.005
European Coalition on Homeopathic and Anthroposophic Medicinal Products (ECHAMP). (2013). Homeopathic and Anthroposophic medicinal products.
Lövgren, M., Wilde-Larsson, B., Hök, J., Leveälahti, H., & Tishelman, C. (2011). Push or pull? Relationships between lung cancer patients’ perceptions of quality of care and use of complementary and alternative medicine. European Journal of Oncology Nursing, 15, 311-317.
Eustachi, A., Pajtler, H., Linde, K., Melchart, D., & Weidenhammer, W. (2009). Patients of an Interdisciplinary Cancer Treatment Center: Use of, Knowledge About, and Demand for CAM Treatment Options. Integrative Cancer Therapies, 8, 56. doi: 10.1177/1534735408327996
National Center for Complementary and Alternative Medicine (NCCAM). (2014). Complementary, Alternative or Integrative Health: What’s In a Name? Geraadpleegd op: http://nccam.nih.gov/health/whatiscam. Netwerk Kwalitatief Onderzoek AMC-UvA. (2002). Richtlijnen voor kwaliteitsborging in gezondheids(zorg)onderzoek: Kwalitatief Onderzoek. 4.
Evans, M., Sharp, D. and Shaw, A. (2012). Developing a model of decisionmaking about complementary therapy use for patients with cancer: A qualitative study. Patient Education and Counseling 89 (2012) 374-380.
Nichol, J., Thompson, E.A., & Shaw, A. (2011). Beliefs, Decision-Making, and Dialogue About Alternative Medicine (CAM) Within Families Using CAM: A Qualitative Study. The Journal of Alternative and Complementary Medicine, 17(2), 117-125. doi: 10.1089/acm.2010.0171
European Network of Homeopathic Researchers (ENHR). (2005). An Overview of Positive Homeopathy Research and Surveys. Fakeye, T.O., Adisa, R., & Musa, I.E. (2009). Attitude and use of herbal medicines among pregnant women in Nigeria. BMC Complementary and Alternative Medicine, 9, 53. doi: 10.1186/1472-6882-9-53
Nissen, N., Schunder-Tatzber, S., Weidenhammer, W., & Johannessen, H. (2012). What Attitudes and Needs Do Citizens in Europe Have in Relation to Complementary and Alternative Medicin? Forschende Komplementärmedizin, 19(2) 9-17. doi: 10.1159/000342710
Frass, M., Strassl, R.P., Friehs, H., Müllner, M., Kundi, M., & Kaye, A.D. (2012). Use and Acceptance of Complementary and Alternative Medicine Among the General Population and Medical Personnel: A Systematic Review. The Ochsner Journal, 12, 45-56.
Pan-european research network for CAM. (2012). The Roadmap for European CAM Research, An Explanation of the CAMbrella Project and its Key Findings. (FP7-HEALTH-2009-3.1-3). Retrieved from http://www.cambrella.eu/aduploads/ cambrellaroadmap.pdf
Gijsen, R., Oostrom, S.H. van, Schellevis, F.C., Hoeymans, N. (2013). Chronische ziekten en multimorbiditeit samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Geraadpleegd op: http://nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/ chronische-ziekten-en-multimorbiditeit/chronische-ziekten-en-multimorbiditeitsamengevat/, 14 november 2013.
RIVM. (2014). Volksgezondheid toekomstverkenning, de rol van de burger, zorgkosten uitgelicht. Geraadpleegd op: http://www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/De_rol_van_de_burger/Uitgelicht_zorgkosten Rossi, E., Crudeli, L., Endrizzi, C., & Garibaldi, D. (2009). Cost-benefit evaluation of homeopathic versus conventional therapy in respiratory diseases. Homeopathy, 98, 2-10. doi:10.1016/j.homp.2008.11.005
Hahnemann Apotheek (2014). Kwaliteitsjaarplan voor de jaren 2011–2015. Geraadpleegd op: http://www.hahnemann.nl/media/Content/26/kwaliteitsjaarplan%20versie%205%202011-2015-1.pdf
64
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
65
Literatuurlijst
Shaw, A., Noble, A., Salisbury, C., Sharp, D., Thompson, E., & Peters, T.J. (2008). Predictors of complementary therapy use among asthma patients: results of a primary care survey. Health and Social Care in the Community, 16(2), 155-164. doi: 10.1111/j.1365-2524.2007.00738.x Singendonk, M., Kaspers, G.-J., Naafs-Wilstra, M., Schouten-van Meeteren, A., Loeffen, J., & Vlieger, A. (2013). High prevalence of complementary and alternative medicine use in the Dutch pediatric oncology population: a multicenter survey. European Journal of Pediatrics 172: 31-37. doi 10.1007/s00431-012-1821-6
Met ondertekening van deze overeenkomst verklaren wij,
Sirois, F.M., & Purc-Stephenson, R.J. (2008). Personality and Consultations with Complementary and Alternative Medicine Practitioners: A Five-Factor Model Investigation of the Degree of Use and Motives. The Journal of Complementary and Alternative Medicine, 14(8), 1151-1158. doi: 10.1089/acm.2007.0801
Alieke van Zandwijk en Monique Vorstermans – van Schoubroeck,
Thompson, E.A., Dahr, J., Susan, M., & Barron, S. (2007). Setting standards in homeopathic practice – A pre-audit exploring motivation and expectation for patients attending the Bristol Homeopathic Hospital. Homeopathy, 96, 243-246. doi:10.1016/j.homp.2007.08.012
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegreden om al dan niet homeopathie te gebruiken.
Vincent, C., & Furnham, A. (1996). Why do patients turn to complementary medicine? An empirical study. British Journal of Clinical Psychology, 35, 37-48. World Health Organisation. (2014). WHO’s first global report on antibiotic resistance reveals serious, worldwide threat to public health [News release]. Geraadpleegd op: http://www.who.int/mediacentre/news/releases/2014/amr-report/en/
66
AUTHENTICITEITSVERKLARING
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
Studenten aan de School voor Homeopathie te Amersfoort, dat wij bij het schrijven van onze scriptie over het onderwerp:
geen plagiaat zullen plegen en dat de scriptie het resultaat is van ons eigen werk en verwoord is in onze eigen woorden, behoudens citaten. Daar waar onze scriptie gebaseerd is op informatie dan wel ideeën van een ander zullen wij die ander recht doen door naar diens geraadpleegde werk te verwijzen. Tevens verklaren wij dat we te allen tijde verantwoordelijk blijven voor het bovenstaande.
Datum: vrijdag 12 september 2014
Alieke van Zandwijk
Monique Vorstermans – van Schoubroeck
Fleur Kortekaas
Student
Student
Externe begeleider
67
Authenticiteitsverklaring
BIJLAGE I GRAFIEKEN Grafiek 1.1 Percentage contacten met alternatieve genezer in het afgelopen jaar (voor 2012, uitgesplitst naar opleiding) (CBS, 2014b)
Grafiek 1.3 Totale zorgkosten als percentage van het Bruto Binnenlands Product (RIVM, 2014)
Onbekend Wo Hbo Havo, vwo, mbo Vmbo, mbo1, avo Basisonderwijs Totaal 0
2
4
6
8
10
20% 15 10 5 0
12%
Grafiek 1.2 Percentage contacten met alternatieve genezer in het afgelopen jaar, voor het jaar 2012 per leeftijd
10%
Voor de totale bevolking is het gemiddelde 5,7% (CBS, 2014c)
2
68
Waarom gebruikt men homeopathie? Een verkennend onderzoek naar beweegredenen om al dan niet homeopathie te gebruiken
8 6 5,7% 4
0
0-4
4-12 12-16 16-20 20-30 30-40 40-50 50-55 55-65 65-75 >75
Grafiek 1.4 Steeds meer mensen gebruiken medicijnen
1972
1990
2000 2013
Pijn- en koortswerende, zoals aspirine Versterkende middelen Hoest, verkoudheid, griep, keelpijn Homeopathische middelen Maag- en darmklachten
7% van de bevolking – indien niet voorgeschreven medicijnen worden genomen – gebruikt homeopathische medicijnen in 2002 (CBS, 2003)
69
1980
Bijlage I Grafieken
0
10 20 30 40 50 60 70 80