Nbrief MANP/VW, oktober 2012, DEF
Mebius Kramerlezing over onderzoek hart- en vaatziekten Eind september 2012 hield prof. Kathleen A. Dracup de jaarlijkse Mebius Kramerlezing aan UMC Utrecht. Dracup is verbonden aan de San Francisco School of Nursing van de Universiteit van Californië. Ze ging tijdens haar lezing in op haar onderzoek naar patiënten met hart- en vaatziekte en de gevolgen hiervan voor zowel patiënten, partners en familieleden. De Mebius Kramerlezing van dit jaar was de twintigste in haar soort. De lezing is in 1992 ingesteld ter gelegenheid van het emeritaat van prof. dr. Mebius Kramer en het werk dat hij verrichtte om Verplegingswetenschap in Utrecht tot bloei te laten komen. Dit jaar werd de Mebius Kramerlezing gecombineerd met de Health Sciences Today-lezing. Die vindt plaats in het kader van het profileringsonderwijs van de opleiding Klinische Gezondheidswetenschappen van UMC Utrecht. De lezing van Kathleen Dracup had de titel "An Interdisciplinary Approach to Cardiovascular Research”. De lezing is online te beluisteren via https://uu.blackboard.com/bbcswebdav/courses/GNK-2012-BLOK-AGVBE0012V/opnamen%20colleges/Dracup_20120928_KGW/Dracup_20120928_KGW.html
Prijs voor meetinstrument zelfvertrouwen nierpatiënten Verplegingswetenschapper Marian Winters ontving in september 2012 de Johanna Diepeveen-Speekenbrink wetenschapsprijs. Winters kreeg de prijs voor het afstudeerartikel dat ze schreef voor de opleiding Verplegingswetenschap van het UMC Utrecht. Ze studeerde af op de vertaling en validatie van een instrument waarmee kan worden bepaald in hoeverre dialysepatiënten zelf geloven in hun capaciteit om de voorschriften na te leven die de behandeling van hun en ziekte vereisen. Winters publiceert haar afstudeerartikel in december 2012 in de Journal of Renal Care, een vooraanstaand vaktijdschrift voor dialyse verpleegkundigen. Marian Winters volgt momenteel de Master Advanced Nursing Practice aan Hogeschool Utrecht en werkt als verpleegkundig specialist-in-opleiding in de oudergeneeskunde bij de Isala Klinieken in Zwolle. “Ik werkte tot voorkort op de interne afdeling van Isala waar ook nierpatiënten worden behandeld”, vertelt Winters. “Een aantal keren per week moeten ze dialyseren om vocht en afvalstoffen kwijt te raken. Omdat de nieren onvoldoende in staat zijn om vocht uit te scheiden, hebben de patiënten vaak een vochtarm dieet. Ze mogen niet teveel drinken. Sommige patiënten hebben weinig moeite om zich aan dit voorschrift te houden, terwijl anderen dat niet of slechts met heel veel moeite voor elkaar krijgen.” Het is belangrijk om te weten welke factoren bepalen of een patiënt zich aan de vochtbeperking kan houden, legt Winters uit. “Want dan kunnen zorgverleners patiënten effectiever ondersteunen, motiveren en begeleiden. Mijn onderzoek bij Verplegingswetenschap richtte zich daarom op de vraag wat de bepalende factoren zijn en hoe de kans kan worden gemeten op het succesvol naleven van het voorschrift door een patiënt.” Geloof in eigen kunnen Winters deed een literatuurstudie naar de bepalende factoren. “Een van de belangrijke factoren bleek het geloof in eigen kunnen te zijn. Oftewel: de self-efficacy van de patiënt. Als een patiënt zelf gelooft dat hij zich aan het vochtvoorschrift kan houden, is de kans op succes groter dan wanneer hij aan zichzelf twijfelt.” Geloof in eigen kunnen kan door hulpverleners, vrienden en familie van de patiënt positief worden beïnvloed. “Je kunt mensen stimuleren en motiveren op veel verschillende manieren. Maar dan moet je wel eerst weten wat precies de mate van zelfvertrouwen van een patiënt is. Bovendien is het van belang om te weten in hoeverre het geloof in eigen kunnen bij een patiënt wordt beïnvloed door bepaalde patronen in zijn leven.” Zweedse vragenlijst Daarom is het belangrijk om een meetinstrument te hebben. Inventarisatie door Winters leerde dat er op dit vlak in Nederland weinig bekend is. Winters: “In Zweden daarentegen bleek een vragenlijst te bestaan waarmee de mate van geloof in eigen kunnen kan worden bepaald. Ik heb in overleg met de onderzoeker en ontwikkelaar in Zweden die vragenlijst in het Nederlands vertaald, en vervolgens een studie gedaan naar de validiteit en betrouwbaarheid. Dat is het onderwerp van mijn afstudeerartikel.” De Zweedse vragenlijst is sterk situationeel gericht, legt Winters uit. “Zo bevat het vragen of de patiënt zich tijdens het ontbijt wel of niet aan het voorschrijft kan houden, en hoe dat zit bij een bezoek aan een café. Zo wordt helder welke situaties en factoren voor een bepaalde patiënt risicovol of juist stimulerend zijn. Die gegevens kunnen vervolgens weer door zorgverleners worden gebruikt om een patiënt gericht te begeleiden en te ondersteunen.”
De studie van Winters richtte zich niet op het uitwerken van de begeleiding en van verpleegkundige interventies. “Dat is onderwerp van verder onderzoek. Ik hoop dat ik daar in de toekomst een bijdrage aan kan leveren.” Marian Winters publiceert haar afstudeerartikel in december 2012 in de Journal of Renal Care, een vooraanstaand vaktijdschrift voor dialyse verpleegkundigen. De Johanna Diepeveen-Speekenbrink wetenschapsprijs die ze ermee won, wordt jaarlijks uitgereikt voor de beste publicatie van een afstudeerscriptie van de opleiding Verplegingswetenschap of de opleiding Master of Science in Nursing in Utrecht. Aan de prijs is een geldbedrag van 1000 euro verbonden ter stimulering van verder onderzoek.
Medewerker en docent van het jaar Faculteit Geneeskunde Universiteit Utrecht Cas Kruitwagen en Truus van der Hooft zijn respectievelijk verkozen tot docent en medewerker van het jaar 2011-2012 van de Faculteit Geneeskunde van Universiteit Utrecht. Dat werd 29 maart 2012 bekend gemaakt tijdens de student- en wetenschapsparade. De alumni van de master Klinische Gezondheidswetenschappen waren dit jaar uitgenodigd om een medewerker en docent van het jaar te nomineren. Kruitwagen, die biostatistiek geeft, wordt door de alumni gezien als een enthousiast en bekwaam docent die met aansprekende, praktische voorbeelden in goed georganiseerde lessen zijn studenten enthousiast en geboeid houdt. Door de manier van lesgeven wordt de toepasbaarheid van de statistiek duidelijk. Of, zoals een student het verwoordt: “Het vak statistiek dat door velen als verschrikkelijk ervaren wordt, is door Cas afwisselend en uitdagend geworden.” Van der Hooft verenigt verschillende functies in zich: ze is docent en blokcoördinator van de opleiding Klinische Gezondheidswetenschappen, studieadviseur en scriptiebegeleider. Studenten roemen onder meer haar vermogen om te motiveren, stimuleren en ondersteunen. Van der Hooft geeft studenten de ruimte om hun eigen richting te bepalen in hun afstudeertrajecten. Als er om advies wordt gevraagd reageert Van der Hooft altijd erg snel waardoor de studenten weer goed verder kunnen. Tijdens werkgroepen heeft ze oog voor iedereen en zoekt altijd mee naar oplossingen. Studenten kunnen voelen hoe trots ze op hen is, soms zelfs tot tranen geroerd.
Nieuwe website Centrum Verplegingswetenschap Utrecht Henk Bakker, voorzitter van de beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN) opende in juli 2012 de nieuwe website van het Centrum Verplegingswetenschap Utrecht. De site is bereikbaar via www.verplegingswetenschap-utrecht.nl en www.umcutrecht.nl/subsite/verplegingswetenschap
Promotie naar vroegsignalering van depressie na beroerte 30 augustus 2012 promoveerde Janneke de Man-van Ginkel aan het UMC Utrecht op haar proefschrift Early Detection of Post-Stroke Depression. De Manvan Ginkel is alumna van het masterprogramma Verplegingswetenschap van UMC Utrecht. Ze werkt momenteel bij het UMC als onderzoeker en docent. Haar onderzoek werd begeleid door prof. dr. Marieke Schuurmans (hoogleraar verplegingswetenschap), prof. dr. Eline Lindeman (hoogleraar revalidatiegeneeskunde) en prof. dr. Rick Grobbee (hoogleraar epidemiologie). Een op de drie mensen die een beroerte krijgen, ontwikkelen in de periode daarna een depressie. Een depressie belemmert het herstel van de patiënt. Een tijdige signalering van (het risico op) depressie draagt dan ook wezenlijk bij aan betere patiëntenzorg. Met de resultaten van het onderzoek van De Man-van Ginkel kunnen verpleegkundigen en andere hulpverleners al in de eerste week na de beroerte het risico op een depressie in de tweede maand na de beroerte voorspellen. Daarnaast kunnen zij al vanaf twee weken na de beroerte de aanwezigheid van een depressie vaststellen. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 40.000 mensen een beroerte. Het UMC Utrecht behandelt ongeveer 500 patiënten per jaar. bron: www.umcutrecht.nl
Verplegingswetenschap Utrecht scoort goed in Nationale Studenten Enquete De opleiding Verplegingswetenschap van UMC Utrecht scoort bijzonder goed in de Nationale Studenten Enquete 2012. De studenten van Klinische Gezondheidswetenschappen, waaronder de masterprogramma’s Verplegingswetenschap en Fysiotherapiewetenschap vallen, waarderen de opleiding bijzonder positief. Voor het grootste gedeelte van de categorieën scoort Klinische Gezondheidswetenschappen significant beter dan het landelijk gemiddelde. Bovendien is de score ten opzichte van 2011 verbeterd. Binnen de faculteit Geneeskunde valt op dat Klinische Gezondheidswetenschappen zich positief onderscheidt, met name op wetenschapsgebied. De Nationale Studenten Enquete (NSE) vergelijkt alle opleidingen in Nederland door studenten via een digitale enquête te ondervragen. Ongeveer 650.000 studenten van 69 hogescholen en universiteiten werden benaderd om de NSE 2012 in te vullen. Eén op de drie studenten gaf gehoor aan dit verzoek. In de enquête beoordelen studenten tal van thema’s, waaronder de inhoud van de studie, studiefaciliteiten, toetsing en beoordeling, studierooster, studielast, studiebegeleiding en docenten. Deze resultaten zijn belangrijk voor de landelijke en lokale reputatie van opleidingen, en liggen bovendien ten grondslag aan de masterkeuzegids. Kijk voor alle resultaten van de Nationale Studenten Enquête op www.studiekeuzeinformatie.nl/nse
Goede curriculumevaluatie Verplegingswetenschap Studenten die afstuderen aan de opleiding Klinische Gezondheidswetenschappen van UMC Utrecht zijn tevreden over het onderwijsprogramma. Dat blijkt uit de curriculumevaluatie van dit jaar, waar het masterprogramma Verplegingswetenschap – onderdeel van Klinische Gezondheidswetenschappen- met een mooie 8,1 wordt beoordeeld.
45 studenten ontvangen MANP-diploma In september 2012 ontvingen 45 afgestudeerden van de Master Advanced Nursing Practice van Hogeschool Utrecht hun diploma. Daarnaast kregen de studenten de Verklaring Hoofdopleider uitgereikt, waarmee ze zich kunnen registreren als verpleegkundig specialist. 15 van de afstudeerders kregen op hun diploma de vermelding ‘met genoegen’. De vermelding ‘cum laude’ was er voor Ankie Krol, verpleegkundig specialist intensieve zorg, en voor Angela van Baalen, verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg. Tijdens de diplomeringsceremonie werden alle afgestudeerden toegesproken door hun docentbegeleider bij het afstudeerproject. Jaarboek MANP De afstudeerders ontvingen het Jaarboek MANP. Dit boek bundelt alle afstudeerartikelen van de studenten. Met hun artikel leveren de afgestudeerden een mooie bijdrage aan de “body of knowledge” van de verpleegkundig specialist.
Zojuist verschenen: Jaarboek Master Advanced Nursing Practice, cohort 2010 Voor het eerst bundelt de Master Advanced Nursing Practice (MANP) van Hogeschool Utrecht dit jaar alle afstudeerartikelen van studenten in een jaarboek. Het jaarboek is te bestellen via www.boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=3201. De MANP is de opleiding voor de vijf specialismen verpleegkunde. Het gaat om de specialismen preventieve zorg, acute zorg, intensieve zorg en chronische zorg bij somatische aandoeningen, en het specialisme geestelijke gezondheid. Afgestudeerden laten zich registreren in het specialisme waarvoor ze zijn opgeleid, Goede patiëntenzorg Door het opleiden van verpleegkundig specialisten wil de MANP-opleiding een bijdrage leveren aan goede patiëntenzorg. Verpleegkundig specialisten zijn in staat om op kritischanalytische wijze verpleegkundige zorg en medische taken te integreren. Zo dragen ze bij aan de best mogelijke kwaliteit en continuïteit van zorg binnen het eigen specialisme. De verpleegkunde is daarbij het vertrekpunt. Met andere woorden: taakherschikking tussen verpleegkundig specialist en arts is nooit een doel op zich, maar dient altijd het belang van continuïteit en kwaliteit van zorg. Vanuit dat perspectief tonen verpleegkundig specialisten leiderschap om de best mogelijke zorg te ontwerpen. Innovaties Het jaarboek van het MANP-studentencohort 2010 bevat de innovaties die tijdens de opleiding door de studenten zijn ontwikkeld, in samenwerking met de praktijkinstelling. De innovaties zijn of worden daadwerkelijk geïmplementeerd. MANP-opleidingsmanager Riet van Dommelen is trots op de studenten en op het jaarboek. Van Dommelen: “Voor de totstandkoming van dit jaarboek gaat mijn bijzondere dank uit naar de redacteur en initiatienemer drs. Joke Polet, hogeschooldocent aan de MANP. Het is altijd haar grote wens geweest om de prestaties van de studenten vast te leggen en publiek te maken. Ik hoop en verwacht dat de ontwerpprojecten van deze nieuwe lichting verpleegkundig specialisten een inspiratie zijn voor effectieve en efficiënte innovaties in de praktijk.” Het Jaarboek MANP is te bestellen via www.boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=3201. Of via www.boekscout.nl, tabblad webwinkel. Type bij “zoek je boek” “Polet” in.
Boeiende workshops tijdens MANP-mentorendag Elke praktijkbeoordeling is zo goed als zijn beoordelaar! Onder dit prikkelende motto organiseerde de Master Advanced Nursing Practice (MANP) van Hogeschool Utrecht in september acht verschillende workshops tijdens de jaarlijkse MANP-mentorendag. Uit evaluatiegegevens blijkt dat de workshops door de deelnemers werden gewaardeerd met gemiddeld een mooie 7,5. De workshops waren bedoeld voor MANP-studenten en hun mentoren. Het doel van de workshops was het verstevigen en verhelderen van de samenhang tussen het cursorisch onderwijs en het klinisch onderwijs. Praktijk centraal Tijdens de MANP-opleiding voeren studenten praktijkopdrachten uit. De verschillende workshops tijdens de mentorendag gingen in op belangrijke aspecten van die uitvoering. Zo was er aandacht voor het vaststellen van doel en uitvoering van de opdracht, de rol van praktijkopleider, docent en student, en voor de criteria voor de beoordeling van het resultaat van een opdracht. De workshops werden begeleid door docenten die inhoudsdeskundig zijn op het onderwerp en op praktijktoetsing. Doordat ook tweedejaars MANP-studenten aanwezig waren, konden ervaringen worden uitgewisseld.
Start geaccrediteerd nascholingsprogramma MANP De Master Advanced Nursing Practice (MANP) van Hogeschool Utrecht organiseert dit cursusjaar weer een geaccrediteerd nascholingsprogramma voor MANP-alumni. Het programma is vastgesteld in samenwerking met Netwerk in Functie (NIF), de alumnivereniging van de MANP. Dit cursusjaar staan de volgende onderwerpen op het programma: neurologische anamnese en lichamelijk onderzoek schrijven van een wetenschappelijk artikel farmacotherapie gericht op psychofarmaca farmacotherapie opfriscursus klinisch redeneren basiscursus klinisch redeneren verdiepingscursus lichamelijk onderzoek thorax opfriscursus psychiatrisch onderzoek kwalitatief onderzoek en meetinstrumenten. Kijk voor meer informatie over het nascholingsprogramma op http://www.ggzvs.nl/Portals/16/pdf_documenten/Nascholing%20alumni%20MANP%2020122013.pdf of neem contact op met Ilse van Haren via
[email protected]. Nascholingsbehoefte Hogeschool Utrecht wil een kennisorganisatie zijn die door hoogwaardig onderwijs en onderzoek werkt aan innovatie en professionalisering van de beroepspraktijk en aan de persoonlijke ontwikkeling van talent. Met die algemene doelstelling als achtergrond inventariseerde de MANP en alumnivereniging NIF vorig jaar de scholingsbehoefte onder alumni van de opleiding. De uitkomsten van die evaluatie vormen de basis voor het nascholingsprogramma van dit jaar. Deskundigheidsbevordering Naast de concrete scholingsbehoefte, geldt voor verpleegkundig specialisten de noodzaak om in vijf jaar tijd in totaal 200 geaccrediteerde uren deskundigheidsbevordering te volgen om hun registratie als verpleegkundig specialist te behouden. Deze deskundigheidsbevorderende activiteiten moeten verdeeld zijn over tenminste drie jaar. Van de 200 uur moet minimaal 100 uur besteed worden aan bij- en nascholing en minimaal 40 uur aan intercollegiale toetsing. De alumnivereniging van de MANP verzorgt al enkele jaren gestructureerde bij- en nascholing voor verpleegkundig specialisten in de vorm van geaccrediteerde jaarlijkse alumni-avonden en een alumnidag. Deze bijeenkomsten worden altijd goed bezocht. Met het uitgebreide programma van dit cursusjaar vergroot de alumnivereniging de bij- en nascholingsmogelijkheden. Kijk hier http://www.ggzvs.nl/Portals/16/pdf_documenten/Nascholing%20alumni%20MANP%2020122013.pdf voro meer informatie over het nascholingsprogramma. Neem voor meer informatie contact op met Ilse van Haren via
[email protected]
Goede score in tevredenheidsonderzoek voor MANP Utrecht Studenten van de opleiding Master Advanced Nursing Practice (MANP) van Hogeschool Utrecht zijn tevreden over hun opleiding. Dat blijkt uit de uitkomsten van de Nationale Student Enquête. De Utrechtse opleiding scoort op nagenoeg alle onderdelen beter dan collega-opleidingen elders in het land. De MANP-Utrecht boekt goede resultaten op de volgende aspecten: aansluiting van de inhoud van de opleiding bij actuele ontwikkelingen, mogelijkheden die de opleiding biedt om zelf de inhoud te bepalen, aanleren van een kritische houding, leren functioneren in een professionele context, de inhoudelijke deskundigheid van docenten, kwaliteit van feedback van docenten, duidelijkheid van criteria waarop studenten beoordeeld worden, en snelheid waarmee resultaten en beoordelingen bekend worden gemaakt. Ook zouden veel Utrechtse studenten de opleiding aanraden aan vrienden, familie of collega’s. De Utrechtse MANP-opleidingsmanager en hoofdopleider Riet van Dommelen is trots op de resultaten in de studentenenquête. “We zijn bijzonder blij met deze uitslag”, zegt ze. “We scoren op belangrijke items beter dan collega-opleidingen. Denk aan de punten als deskundigheid van de docenten en het niveau van toetsing en beoordeling. De uitslag vergroot het vertrouwen in de toekomst. We zijn op de goede weg om, samen met praktijkinstellingen en andere partners, het beroep van de verpleegkundig specialist verder te ontwikkelen.” Kijk voor alle resultaten van de Nationale Studenten Enquête op www.studiekeuzeinformatie.nl/nse
Veel belangstelling voor MANP-Utrecht Met zeventig nieuwe eerstejaars studenten is in september 2012 het cursusjaar van de Master Advanced Nursing Practice (MANP) van Hogeschool Utrecht van start gegaan. Van de nieuwe instroom hebben 61 studenten een bekostigde opleidingsplaats. Negen studenten met een diploma master of science in Nursing (MscN) hebben een onbekostigde opleidingsplaats. Net als in voorgaande jaren is het specialisme GGZ ruim vertegenwoordigd onder de nieuwe studenten. In totaal volgt de helft van de nieuwe instroom deze specialisatie. Andere vertegenwoordigde specialismen zijn intensieve zorg, chronische zorg, preventieve zorg en acute zorg. Nieuwe partners “We zijn met het nieuwe cohort diverse nieuwe partnerships met praktijkinstellingen aangegaan”, vertelt opleidingsmanager Riet van Dommelen. “Verder werken we al jaren intensief samen met het UMC Utrecht. Veel van de nieuwe studenten zijn afkomstig van het UMC. Daar wordt actief gestuurd op het opleiden van verpleegkundig specialisten. Ook hebben we diverse studenten uit de ouderenzorg, de eerste lijnszorg en de kinder- en jeugdpsychiatrie.”
7 maart 2013: werkconferentie implementatie verpleegkundig specialist Op 7 maart 2013 organiseert de Master Advanced Nursing Practice (MANP) van Hogeschool Utrecht een werkconferentie over de implementatie van de functie van de verpleegkundig specialist in de zorgpraktijk. “Er blijken de laatste jaren grote verschillen te zijn tussen zorginstellingen met betrekking tot de implementatie van de functie verpleegkundig specialist (VS)”, zegt MANPopleidingsmanager Riet van Dommelen. “We werken als opleiding graag met de praktijkinstellingen samen om hier verbetering in aan te brengen. De werkconferentie is belangrijk om de implementatie verder te bevorderen. We hopen op een brede deelname door de instellingen waar onze studenten en alumni werken. Uit het aantal aanmeldingen tot nu toe blijkt grote belangstelling.” De conferentie is bedoeld voor praktijkopleiders en het hogere management van praktijkinstellingen. Op de conferentie wordt een SWOT-analyse van de eigen organisatie gemaakt. Die analyse helpt om een op maat gesneden implementatieprogramma te ontwerpen. De conferentie wordt begeleid door Riet van Dommelen (hoofdopleider VS, politicoloog en organisatiedeskundige) en Roland van Linge (organisatiesocioloog en innovatiedeskundige). Datum conferentie: donderdag 7 maart 2013 van 17.00 tot 21.00 uur. U kunt zich aanmelden via
[email protected]
Utrechtse MANP verzwaart programma farmacotherapie De MANP-opleiding van Hogeschool Utrecht verzwaart met ingang van dit cursusjaar het programma voor farmacotherapie. Dit is ingegeven door de wettelijke regeling van de voorbehouden handelingen, waaronder het voorschrijven van geneesmiddelen door de Verpleegkundig Specialist. Met de verzwaring geeft de MANP-opleiding een nieuwe impuls aan de kwaliteit van de Verpleegkundig Specialist van morgen. De module farmacotherapie is uitgebreid van 140 naar 280 studiepunten (EC). Dit komt enerzijds tot uitdrukking in het aantal bijeenkomsten (van 10 naar 15). Deze uitbreiding geeft studenten meer gelegenheid voor het stellen van vragen en het toetsen van hun kennis. De verzwaring van het vak is anderzijds vormgegeven door het aanpassen van het opleidingsrooster: de module farmacotherapie wordt als rode draad door het hele eerste jaar geweven. Hierdoor is sprake van een betere aansluiting met vakken als lichamelijk onderzoek dat samen met farmacotherapie een onlosmakelijk geheel vormt.