vrijwilligershandboek Januari 2010
Vrijwilligers natuurlijk! Handboek voor vrijwilligers van Natuurmonumenten
januari 2010
4
Voorwoord Beste vrijwilliger, Met veel plezier bied ik u dit speciale vrijwilligershandboek aan. Het handboek is ontwikkeld en samengesteld voor u als vrijwilliger van Natuurmonumenten. Het bevat informatie die u nodig heeft om uw werk voor Natuurmonumenten goed te kunnen doen. Vrijwilligers zijn erg belangrijk voor Natuurmonumenten. Zij hebben vanaf de oprichting een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van onze vereniging. Jacques P. Thijsse was vrijwilliger van het eerste uur. Hij heeft de natuur in Nederland op de kaart gezet door zich in te zetten voor de aankoop van het Naardermeer en de oprichting van Natuurmonumenten. En velen van u volgen nog dagelijks zijn spoor. Het aantal vrijwilligers is nog steeds groeiende. Dat juich ik toe, want u doet veel voor de natuur. Samen met de medewerkers van de werkorganisatie levert u een bijdrage aan de versterking van de positie van Natuurmonumenten binnen de samenleving. Met veel waardering voor uw inzet voor onze vereniging wens ik u zowel veel inspiratie als veel plezier toe bij uw werk! Met vriendelijke groet,
Jan Jaap de Graeff Algemeen directeur
5
6
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................5 DEEL A NATUURMONUMENTEN 1
2
3
4
NATUURMONUMENTEN ............................................................................11 1.1 De leden vormen de vereniging
11
1.2 Daar staan wij voor!
11
1.3 Visie en missie
11
1.4 Het begon in 1905
12
1.5 Mensen verbinden aan natuur en aan Natuurmonumenten
12
WEGWIJS IN DE ORGANISATIE ................................................................14 2.1 Vereniging
14
2.2 Werkorganisatie
15
2.3 Regio
16
HOOFDLIJNEN BELEID..............................................................................18 3.1 Aankoop, beheer en natuurontwikkeling
18
3.2 Beïnvloeding overheidsbeleid
19
3.3 Het natuurbeheer in hoofdlijnen
20
3.4 Beleidsstandpunten
21
3.4.1 Recreatie en toegankelijkheid
21
3.4.2 Bosbeheer
22
3.4.3 Bestrijdingsmiddelen
22
3.4.4 Jacht en faunabeheer
23
3.4.5 Landbouwbeleid
23
VRIJWILLIGERSWERK BIJ NATUURMONUMENTEN ..............................24 4.1 Visie vrijwilligerswerk
24
4.2 Uitgangspunten vrijwilligerswerk
24
4.3 Beheereenheid centraal
24
4.4 Samenwerken voor Natuurmonumenten
25
4.5 Samenwerking met collega-organisaties
25
DEEL B AFSPRAKEN 5
SAMEN AAN HET WERK ............................................................................27 5.1 Welke taken doen vrijwilligers?
27
7
6
7
8
9
5.2 Taakvelden in het vrijwilligerswerk
27
5.3 Achtertuingevoel
29
5.4 Wat doet Natuurmonumenten voor vrijwilligers?
29
5.5 Wat verwacht Natuurmonumenten?
30
OVEREENKOMST .......................................................................................31 6.1 Inschrijving als vrijwilliger
31
6.2 Vrijwilligersadministratie
31
TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ...............................................32 7.1 Klussenlijst en gedane arbeid
32
7.2 Verantwoordelijkheid
32
7.3 Onderlinge afhankelijkheid
32
7.4 Veiligheid
33
7.5 Vergunning
34
7.6 Conflicten en geschillen
34
7.7 Vrijwilliger en uitkering
34
CURSUSMOGELIJKHEDEN .......................................................................35 8.1 Algemene informatie
35
8.2 Natuurbeheerwerk
35
8.3 Promotiewerk
35
8.4 Inventariseren
36
8.5 Cursuskosten
36
DECLARATIES, BELASTING EN VERZEKERINGEN................................37 9.1 Onkosten
37
9.2 Reiskosten
37
9.3 Telefoonkosten
37
9.4 Cursuskosten
38
9.5 Aftrek inkomstenbelasting
38
9.6 Verzekeringen
38
DEEL C WERKZAAMHEDEN 10
PROMOTIONELE WERKZAAMHEDEN ......................................................41 10.1 Voorlichting door vrijwilligers
41
10.2 Wat moet je weten?
41
10.3 Heeft een bezoeker klachten?
42
8
11
12
13
14
15
10.4 Hoe werf je leden?
42
10.5 Op excursie met Natuurmonumenten
43
TERREINBEHERENDE WERKZAAMHEDEN.............................................46 11.1 Veiligheid
46
11.2 Voorkomen is beter
46
11.3 Kleding en schoeisel
47
INVENTARISATIEWERKZAAMHEDEN ......................................................48 12.1 Verslaglegging
48
12.2 Te gebruiken methodieken
48
12.3 Broedvogels
49
12.4 Reptielen, dagvlinders en libellen
49
12.5 Amfibieën
49
12.6 Zoogdieren
49
12.7 Sprinkhanen en krekels
49
12.8 Flora en vegetatie
50
12.9 Overige soortgroepen
50
12.10 Adressen van landelijke organisaties
50
TOEZICHTHOUDENDE WERKZAAMHEDEN.............................................52 13.1 Toezichthouder als gastheer /vrouw
52
13.2 Grenzen stellen
52
13.3 Toezicht houden in twee vormen
52
13.4 Hoe ben je herkenbaar als toezichthouder
53
13.5 Luisteren
53
13.6 Wat moet je weten en kunnen?
53
ADMINISTRATIEVE WERKZAAMHEDEN ..................................................54 14.1 Groene kennis?
54
14.2 Welke administratieve taken zijn er?
54
14.3 Rooster of afroep?
54
BELANGENBEHARTIGING ........................................................................55 15.1 Op verschillende niveaus
55
DEEL D PRAKTISCHE INFORMATIE 16
CONTACTPERSONEN ................................................................................57
9
BIJLAGEN ............................................................................................................59 Leden werven in vijf stappen
60
De ideale excursie in zeven stappen
63
10
deel A: natuurmonumenten
deel A: natuurmonumenten
1
NATUURMONUMENTEN
1.1 De leden vormen de vereniging Natuurmonumenten is een landelijke organisatie. De officiële naam is: Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. Natuurmonumenten beheert circa 355 natuurgebieden. Dat is meer dan 100.000 hectare natuur, en die oppervlakte groeit nog steeds. Natuurmonumenten is een particuliere organisatie en een vereniging. En bij een vereniging horen leden. Natuurmonumenten heeft er heel wat: anno 2010 circa 830.000. Onze leden zijn mensen van allerlei leeftijden, met allerlei achtergronden. Zij hebben echter één gemeenschappelijk doel: de natuur beschermen en het landschap in zijn waarde laten.
1.2 Daar staan wij voor! Wat kun je van Natuurmonumenten verwachten? Natuurmonumenten beschermt natuur in Nederland, door natuurgebieden aan te kopen en te beheren. Zodat wij en onze toekomstige generaties kunnen blijven genieten van de natuur. Het aankopen en beheren van gebieden kost geld, veel geld: denk alleen al aan de ruim 34 miljoen euro die op jaarbasis nodig is voor het beheren van de natuurgebieden. Daarom zijn we op zoek naar leden die ons financieel kunnen steunen. Voor haar inkomsten is Natuurmonumenten immers mede afhankelijk van mensen die geld geven. Zonder deze inkomsten kan Natuurmonumenten haar werk niet doen. Doelstellingen Natuurmonumenten De vereniging heeft ten doel het behoud en beheer van in natuurwetenschappelijk en landschappelijk opzicht belangrijke natuurgebieden in Nederland met de zich daarop bevindende monumenten van geschiedenis en kunst, in het bijzonder die, bedoeld in artikel 1 van de Monumentenwet. Dit geschiedt zo wel ter wille van de natuur zelf als ten behoeve van het geestelijke en lichamelijke welzijn van de mens. Haar streven is mede gericht op: •
het bevorderen van het behoud en het herstel van natuur en landschap;
•
het bevorderen van zuiverheid van water, bodem en lucht alsmede het beschermen van stilte;
•
het bevorderen van het besef dat de mens hiervoor verantwoordelijkheid draagt.
1.3 Visie en missie Natuurmonumenten heeft haar doelstellingen verder uitgewerkt in een visie en een missie. In de visie staat aangegeven welk toekomstbeeld Natuurmonumenten heeft van de natuur in Nederland en van de eigen organisatie. De missie geeft aan met welke activiteiten Natuurmonumenten wil bijdragen aan de realisatie van deze visie. Visie ‘Natuurmonumenten zet zich in voor een leefbaar Nederland met voldoende ruimte voor het voortbestaan van de natuur in al haar verschijningsvormen. Natuur, het landschap en de daarmee samenhangende cultuurgeschiedenis zijn onmisbaar voor het welzijn van de mens. Mensen kunnen van de natuur genieten en worden zich mede dankzij de inzet van Natuurmonumenten bewust van de waarde die de natuur is. Natuurmonumenten is een onafhankelijke vereniging van zo veel mogelijk betrokken leden, die zich realiseert dat constructieve samenwerking nodig is om resultaat voor natuur en landschap te kunnen behalen.’
11
Missie ‘De Vereniging Natuurmonumenten stelt natuur, landschap en daarmee samenhangende cultuurhistorie daadwerkelijk veilig door gebieden aan te kopen en op professionele wijze te beheren. In constructieve samenwerking met vele anderen werkt zij voortdurend aan uitbreiding van het beschermde areaal. Zij geeft een stem aan de waarde van natuur, landschap en daarmee samenhangende cultuurhistorie en toont telkens aan dat natuur- en landschapsbescherming cruciaal is voor het leefbaar houden van Nederland. Zij biedt aan mensen op allerlei manieren de gelegenheid om actief in contact te komen met natuur en landschap en bouwt onvermoeibaar aan publieke bewustwording en draagvlak.’
1.4 Het begon in 1905 Natuurmonumenten vierde in 2005 haar honderdjarig jubileum. In de meer dan honderd jaar dat we bestaan, hebben we veel bereikt. Het is goed om daar even bij stil te staan. Natuurmonumenten gaat door met het veiligstellen van de natuur zodat iedereen nu en in de toekomst van de natuur kan blijven genieten. Jouw steun hebben we hierbij nodig. Ruim honderd jaar geleden, in 1905, werd de vereniging opgericht. Aan het eind van de negentiende eeuw realiseerden steeds meer mensen zich dat de Nederlandse natuur langzaam aan het verdwijnen was. Een van hen was de schrijver Frederik van Eeden, die als eerste het woord ‘Natuurmonumenten’ gebruikte. Onder aanvoering van E. Heimans en Jac.P. Thijsse kwamen de natuurstudie en ook de natuurbescherming tot bloei. Zij kwamen in opstand toen de gemeente Amsterdam in 1904 het plan lanceerde om het nabijgelegen Naardermeer te gebruiken als stortplaats voor stedelijk afval. Het voornemen van de gemeente ging op het nippertje niet door, maar was wel de directe aanleiding tot de oprichting van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland in april 1905. Een jaar later kocht de vereniging het Naardermeer aan als eerste natuurmonument om het voorgoed veilig te stellen. In de afgelopen eeuw is de vereniging gegroeid. Natuurmonumenten is nu een brede landelijke natuurbeschermingsorganisatie die honderdduizenden mensen steunen. Waarschijnlijk hadden de oprichters nooit durven dromen van een dergelijk ledental. De doelen van Natuurmonumenten zijn sinds de oprichting niet veranderd, maar de context waarin deze gerealiseerd moeten worden, is permanent in beweging. Halverwege de jaren ’80 maakte Natuurmonumenten een flinke groei door, in aantal leden, natuurgebieden en medewerkers. Nu bezoeken meer mensen dan ooit onze natuurgebieden en ze willen meer dan alleen wandelen, fietsen of roeien. Voorbij is de tijd dat Natuurmonumenten zich kon beperken tot aankoop en beheer. Natuurmonumenten bemoeit zich met het natuur- en milieubeleid van de overheid, zowel op rijks- en provinciaal als op lokaal niveau. Vraagstukken van infrastructuur en ruimtelijke ordening horen daar ook bij. Natuurmonumenten heeft hiervoor de steun van het publiek hard nodig. Zowel voor draagvlak bij de invulling van het beleid, als voor de financiën.
1.5 Mensen verbinden aan natuur en aan Natuurmonumenten Natuurmonumenten zet af en toe campagnes in om mensen te verbinden aan onze doelstellingen. Een voorbeeld uit het verleden hiervan is: ‘Nederland open en groen. Gaan we doen.’ De bebouwing is in Nederland in 15 jaar met 20% toegenomen. Oer-Hollandse landschappen verdwijnen, steden en dorpen groeien aan elkaar, dieren en planten sterven uit. Natuurmonumenten doet er wat aan. We beschermen 355 Nederlandse natuurgebieden. Een betere manier om bebouwing op afstand te houden is er niet. Als de natuur wordt bedreigd, voeren we actie. Zo is bij het Naardermeer de aanleg van de A6/A9 tegengehouden. Het eiland Tiengemeten was ooit bestemd als baggerdepot, dankzij Natuurmonumenten is het nu een natuureiland. Ook het Beekbergerwoud, dat onder de rook van Apeldoorn ligt, willen we teruggeven aan de natuur.
12
Om te voorkomen dat Nederland volgebouwd wordt, moeten we de natuur blijven beschermen. Vóór het te laat is. Help Natuurmonumenten aan kostbare vierkante meters. Houd Nederland open en groen!
13
2
WEGWIJS IN DE ORGANISATIE
2.1 Vereniging Natuurmonumenten wil niet alleen in naam, maar ook in de praktijk een vereniging zijn. Dit komt tot uiting in het democratische karakter van de vereniging, namelijk de mate waarin leden inbreng hebben. Lidmaatschap Natuurmonumenten is een vereniging met leden. De leden maken het werk van Natuurmonumenten mogelijk; niet alleen door hun jaarlijkse contributie, maar ook door de morele steun en maatschappelijke invloed die van het lidmaatschap uitgaan. Natuurmonumenten beheert circa 355 natuurgebieden in Nederland. Zij is een onafhankelijke vereniging met ruim 830.000 leden. Natuurmonumenten stelt natuur, landschap en daarmee samenhangende cultuurhistorie daadwerkelijk veilig door gebieden aan te kopen en op professionele wijze te beheren. In samenwerking met vele anderen werkt de vereniging aan uitbreiding van het bestaande areaal natuur. De waarde hiervan wordt zo veel mogelijk uitgedragen. Natuur- en landschapsbescherming zijn cruciaal voor het leefbaar houden van Nederland. Alleen samen met de leden kan de vereniging deze doelstelling behalen. Daarbij biedt de vereniging mensen op allerlei manieren de gelegenheid om actief in contact te komen met natuur en landschap, en bouwt ze onvermoeibaar aan publieke bewustwording en draagvlak voor de natuur. Door vrijwilliger te zijn, draag je actief bij aan het behoud van de natuur. Als je vrijwilligerswerk doet, dan mag je lid zijn, maar dat hoeft niet. Het is dus je eigen keuze en staat je vrij. Als je lid wilt worden (dat kan vanaf 2 euro per maand), dan kun je bellen met de Ledenservice via telefoonnummer: (035) 655 99 11 of je kunt jezelf opgeven via de website: www.natuurmonumenten.nl. Voordelen van het lidmaatschap van Natuurmonumenten: •
Als lid help je via de contributie mee om de natuur te beschermen.
•
Je krijgt een gratis abonnement op het inspirerende kwartaalmagazine Natuurbehoud.
•
Je ontvangt het prachtige Natuurboek boordevol informatie over de natuur in Nederland.
•
Het bewijs van lidmaatschap geeft je vele voordelen zoals korting op bijzondere excursies, kalenders, boeken, dvd’s en diverse activiteiten.
•
Je krijgt exclusieve kortingen bij verschillende bedrijven in Nederland (zie hiervoor de website www.natuurmonumenten.nl).
Leden als afgevaardigden Natuurmonumenten hecht veel waarde aan haar democratische verenigingskarakter. Leden hebben de mogelijkheid om via afgevaardigden hun mening te laten doorklinken in de besluiten en standpunten van de vereniging. In principe kan ieder lid meedenken en meebeslissen over de gang van zaken van de vereniging. Natuurmonumenten kent door leden gekozen afgevaardigden. Die afgevaardigden vormen dertien districtscommissies: de twaalf provincies en Amsterdam. De districtscommissies vormen samen de verenigingsraad. In deze raad bespreken de afgevaardigden de hoofdlijnen van het beleid van Natuurmonumenten en nemen daar samen met het bestuur beslissingen over. Actief De districtsafgevaardigden zijn goed op de hoogte van het beleid en zijn actief op zoek naar meningen en wensen van leden in hun district. Daartoe organiseren zij onder meer excursies, ledenavonden en
14
themabijeenkomsten. Ieder lid heeft toegang tot de vergadering van zijn district, kan daar deelnemen aan de discussies en heeft stemrecht. Het aantal afgevaardigden per district is afhankelijk van het aantal wonende leden in het betreffende district en dat is ten minste vijf. Een afgevaardigde wordt voor een periode van vier jaar gekozen, met een eenmalige mogelijkheid van herverkiezing. Verenigingsraad Tweemaal per jaar komen de districtsafgevaardigden bijeen in de verenigingsraad. Daar wisselen zij van gedachten met elkaar en met het bestuur over beleidszaken. Taken van de verenigingsraad zijn: •
stellen van richtlijnen voor het algemene verenigingsbeleid;
•
beoordelen van de verantwoording van het bestuur over het gevoerde beleid;
•
benoeming van bestuursleden.
Vergaderingen van de verenigingsraad worden geleid door de voorzitter van het bestuur. De verenigingsraad stelt de hoofdlijnen van het beleid vast. De verenigingsraad is echter niet het hoogste orgaan: dat is het bestuur. Wel kan de raad onder bepaalde omstandigheden haar vertrouwen in het bestuur opzeggen en een nieuw bestuur kiezen. Bestuur Het bestuur heeft de algemene leiding en behartigt de belangen van de vereniging. Daarbij hoort de zorg voor het bestuur en het beheer van de bezittingen. Hij legt verantwoording af aan de verenigingsraad. Het bestuur schakelt de werkorganisatie in voor advies en uitvoering van het beleid. Ook maakt het bestuur gebruik van de deskundigheid en het advies van mensen buiten de vereniging. Zo zijn er samenwerkingsverbanden met andere organisaties.
2.2 Werkorganisatie Het centraal kantoor van Natuurmonumenten staat in ’s-Graveland op de buitenplaatsen Schaep en Burgh en Boekesteyn. Hier zijn de landelijke kantoorafdelingen van de werkorganisatie gevestigd. Directie Aan het hoofd van de werkorganisatie staat een directieteam van drie directeuren: een algemeen directeur, een directeur Financiën en Bedrijfsvoering en een directeur Natuurbeheer. De taken van de directie zijn het voorbereiden en uitvoeren van bestuursbesluiten en leidinggeven aan de werkorganisatie. Lijnmanagement Het lijnmanagement, ondersteund door de stafmedewerkers, bepaalt in feite het beleid zowel op het centraal kantoor als in de regio’s. De lijn in de regio is: •
bestuur;
•
directeur;
•
regiodirecteur;
•
beheerder.
De lijn op het centraal kantoor is: •
bestuur;
•
directeur;
•
afdelingshoofd.
15
Afdelingen Natuur en Landschap, Kwaliteitszorg en Extern Beleid Deze stafafdelingen hebben intern een adviserende en ondersteunende taak voor de directie en de regio’s. Dit komt tot uiting in de vorm van natuurvisies en natuurwetenschappelijk onderzoek ten behoeve van aankoop, inrichting en beheer van natuurgebieden. Afdeling Communicatie, Fondsenwerving en Ledenservice Deze drie onderdelen zijn ondergebracht in één afdeling. De afdeling geeft intern adviezen voor fondsenwerving, ledenwerving en externe en interne communicatie. Daarnaast zorgt de afdeling voor landelijke publiciteit. Ook de bladen Natuurbehoud, Van Nature en de Vrijwilligerskrant worden hier gemaakt. De Ledenservice behandelt de vele schriftelijke en telefonische vragen en de verzoeken om informatie over bijvoorbeeld excursies en evenementen. Tot de taak van de Ledenservice hoort ook het beheer van het omvangrijke ledenbestand van de vereniging. Overige afdelingen op het centraal kantoor Naast genoemde afdelingen zijn er verschillende ondersteunende afdelingen zoals de Financiële Administratie, het Verenigingssecretariaat, Facilitaire Zaken, Juridische Zaken, Vastgoed en Projecten, Projectmanagement en Personeel en Organisatie. Ook op het centraal kantoor zijn vrijwilligers actief. Naast administratieve werkzaamheden, houden zij zich bezig met project- en onderzoeksondersteuning, ICT-werk en advieswerk over bijvoorbeeld inkoopprocedures. Dan zijn er nog vrijwilligers die werken als conciërge of als chauffeur voor de TIP(Terrein Informatie Punt)- en evenementenkarren.
2.3 Regio De meeste medewerkers van Natuurmonumenten vind je in de regio. Dat geldt ook voor vrijwilligers. Een aanzienlijk deel van het natuurbeheerwerk wordt door vrijwilligers gedaan! Het beheer van natuurgebieden is één van onze belangrijkste doelstellingen. Het land is hiervoor verdeeld in zes regio’s en een regio bestaat meestal uit meerdere provincies, bijvoorbeeld Regio Noord-Brabant en Limburg. Regiokantoor Aan het hoofd van een regio staat een regiodirecteur. Deze is de eindverantwoordelijke voor de betreffende regio. De regiodirecteuren vertegenwoordigen Natuurmonumenten en behartigen de externe belangen van hun regio. Zij vertalen het landelijke beleid van de vereniging naar de specifieke situatie in hun regio. Zij zijn integraal verantwoordelijk voor een goede uitvoering van dat beleid op het gebied van aankoop, beheer, externe belangenbehartiging en communicatie. Regiodirecteuren worden bij hun taak ondersteund door de beheerders. Daarnaast is er een staf van medewerkers die de regiodirecteuren en beheerders adviseert en ondersteunt op het gebied van onder meer communicatie, natuurbeheer, ecologie, verwervingen, recreatie, planning en control, externe zaken en vrijwilligersbeleid. Sommige van deze functies kunnen ook vanuit een bezoekerscentrum vervuld worden. De taken van vrijwilligers op een regiokantoor komen overeen met die van vrijwilligers op het centraal kantoor. Eenheid Iedere regio is onderverdeeld in eenheden. Hier zijn de beheerders het aanspreekpunt en integraal verantwoordelijk. Zij zorgen voor hun eenheid die meestal bestaat uit meerdere natuurgebieden. Ze geven leiding aan beheerteammedewerkers. Samen verzorgen zij het beheer dat beschreven staat in een jaarlijks activiteitenplan. Dat plan is gebaseerd op de natuurvisie van de betreffende eenheid. Daarnaast houdt het beheerteam toezicht in de gebieden, geeft excursies en onderhoudt contacten met huurders, pachters, leveranciers, houthandelaren, loonwerkers, enz.
16
Beheerteammedewerkers hebben ieder een of meer taakvelden waar zij verantwoordelijk voor zijn. Dit zijn bijvoorbeeld de taakvelden voorlichting, vrijwilligerswerk, gebouwenbeheer of recreatie. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor de vrijwilligers in hun eenheid. Vrijwilligers die in de eenheden werken dragen aanzienlijk bij aan beheer, inventariseren, onderhoud en toezicht.
17
3
HOOFDLIJNEN BELEID
3.1 Aankoop, beheer en natuurontwikkeling Natuurmonumenten stelt natuur, landschap en de daarmee samenhangende cultuurhistorie veilig door natuurgebieden aan te kopen en op professionele wijze te beheren. De vereniging ontvangt hiervoor subsidie van de overheid. Ook de contributie van leden, inkomsten uit vermogen en inkomsten van derden, zoals sponsors, donaties en legaten, vormen een belangrijke inkomstenbron. Natuurmonumenten is voor haar voortbestaan afhankelijk van de Nederlandse samenleving. Zonder steun en vertrouwen is er geen geld voor het natuurbehoud in Nederland en geen draagvlak om plannen uit te voeren. Om deze steun te behouden is het belangrijk dat Natuurmonumenten duidelijk communiceert over de waarden van de natuur en de bedoelingen van natuurbeheer. Aankoop Natuurmonumenten ontvangt voor veel aankopen subsidie van de overheid. Dat geldt vooral als we daarmee het beleid van de overheid vormgeven. Dat is lang niet altijd het geval. Daarom verwerven we ook zelf als dat nodig is. Soms houden we daarvoor acties onder onze leden. Zo konden we onder andere de gebieden Land en Bosch in Noord-Holland en Zwarte Meer in Flevoland aankopen. Natuur en landschap in Nederland zijn vrijwel altijd in meer of mindere mate door de mens beïnvloed. Daarom is het voor Natuurmonumenten vanzelfsprekend dat er naast aandacht voor natuurwaarden ook aandacht is voor cultuurhistorische waarden, mits deze een relatie hebben met natuur en landschap. De verscheidenheid van deze cultuurhistorie is groot: van kavelpatronen tot oude veerassen en van traditionele boomgaarden tot grafheuvels en waardevolle buitenplaatsen, compleet met interieur. Beheermaatregelen Waar mogelijk laat Natuurmonumenten de natuur zelf het werk doen. Toch zijn ingrepen voor de versterking van de natuur soms onvermijdelijk voor natuurherstel en natuurontwikkeling. Natuurmonumenten realiseert zich dat deze ingrepen lang niet altijd vanzelfsprekend zijn. Om uiteenlopende redenen (zie 3.3) kan Natuurmonumenten niet altijd de natuur haar gang laten gaan. Bij beheermaatregelen besteden we extra aandacht aan overleg met en uitleg aan omwonenden en andere betrokkenen. In eigen beheer Natuurmonumenten vindt het belangrijk dat haar leden en bezoekers kunnen zien wat zij doet met de haar toevertrouwde gelden. Wij beheren dan ook in de regel zelf onze natuurgebieden. Soms besteden we onderdelen van het werk uit; veel graslanden bijvoorbeeld beheren we samen met boeren. Natuur bij de stad Natuurmonumenten streeft ernaar haar natuurgebieden te laten aansluiten bij die van andere natuurbeheerders. Zo ontstaan grote aaneengesloten natuurgebieden die de Ecologische Hoofdstructuur dichterbij brengen. Ook willen we de natuur dichter bij de mensen brengen door meer natuur bij de grote steden te realiseren. Natuurontwikkeling en EHS Een centrale doelstelling in het overheidsbeleid voor de natuur is het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een netwerk van natuurgebieden dat de biodiversiteit stimuleert. Planten en dieren kunnen zich van het ene naar het andere gebied verspreiden. Soorten raken hierdoor niet geïsoleerd en hebben dus minder kans op uitsterven. Het gaat om bestaande natuurgebieden, reservaten,
18
natuurontwikkelingsgebieden en robuuste verbindingen; landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer en grote wateren zoals de kustzone van de Noordzee, het IJsselmeer en de Waddenzee. Natuurmonumenten heeft op zich genomen om haar aandeel van de EHS te realiseren. Voor wat betreft het aankoopbeleid hebben de natuurgebieden ten behoeve van de EHS de hoogste prioriteit.
3.2 Beïnvloeding overheidsbeleid Natuurmonumenten is een grote organisatie met een aanzienlijke achterban. Wij gebruiken onze invloed om het natuurbeleid van de overheid te verbeteren. En dat is ook wat het Nederlandse publiek en de leden van ons mogen verwachten. We laten van ons horen als er kansen zijn om het overheidsbeleid ten gunste van de natuur aan te passen of als (belangrijke) natuurgebieden bedreigd worden. Het resultaat voor de natuur staat daarbij voorop. Natuurmonumenten neemt de nodige zorgvuldigheid in acht; na gedegen overleg kiezen we onze prioriteiten, de in te zetten middelen, de wijze waarop we de overheid (regering en Tweede Kamer) aanspreken en hoe we hierover met onze leden en het publiek gaan communiceren. Net als bij aankoop, ontwikkeling en beheer is ook hier de EHS een belangrijke invalshoek. Het perspectief is echter breder, want er is natuurlijk ook natuur buiten de EHS en uiteraard ook buiten Nederland: veel van onze gebieden zijn van internationale betekenis. Natuur is een onderwerp dat raakvlakken heeft met vele andere maatschappelijke onderwerpen. Daarom neemt Natuurmonumenten actief deel aan discussies over milieu, ruimtelijke ordening en economie. Maar steeds als natuurbeschermingsorganisatie. Zo richten wij ons in de discussies over milieu vooral op die onderwerpen die een duidelijke relatie hebben met onze natuurbeschermingstaak en van invloed zijn op de kwaliteit van de natuur. Dit zijn onderwerpen als: verzuring, vermesting, verdroging en versnippering. Natuurmonumenten probeert om via samenwerking met anderen waar nodig invloed uit te oefenen. We geven steeds aan wat de effecten voor natuur en landschap zijn van voorgenomen (overheids)besluiten en nut- en noodzaakdiscussies. We maken helder welke effecten voor ons niet acceptabel zijn en komen zo mogelijk met alternatieve voorstellen. In het natuurbeleid in Nederland spelen, naast de rijksoverheid, de overheden op provinciaal en gemeentelijk niveau een steeds belangrijkere rol. Ook hier zorgen we ervoor dat de natuur een stem heeft. Samenwerking Natuurmonumenten neemt zo veel mogelijk het initiatief door zelf plannen te maken. Neem bijvoorbeeld onze natuurvisies: dat zijn meerjarenplannen voor natuurgebieden die wij zelf opstellen en samen met anderen vervolmaken. Andere voorbeelden zijn het, door vele partijen ondertekende, landschapstraject en onze samenwerking voor Natura 2000. Dit is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden in Europa. Door middel van samenwerking met organisaties die andere belangen dienen, zoals recreatie, waterwinning en woningbouw, kun je laten zien dat investeren in natuur naast een schoon milieu en een rijke natuur, ook zorgt voor een gezonde en prettige leefomgeving. Natuur heeft een positief effect op de volksgezondheid en op ons welzijn en bevordert de werkgelegenheid en het toerisme in het landelijk gebied. Natuurmonumenten wil de overheid beïnvloeden, maar is geen actiegroep. Wij kiezen andere middelen; publieksvoorlichting, samenwerking met natuur- en milieuorganisaties, coalitievorming met andere maatschappelijke organisaties en lobby- en persactiviteiten. Daarbij vinden we het heel belangrijk om vooral vóór de natuur te zijn en niet alleen maar ergens tegen. Als we onze stem tegen een voornemen verheffen geven we daarbij ook steeds aan wat we wel willen. Natuurmonumenten is een degelijke en constructieve gesprekspartner.
19
3.3 Het natuurbeheer in hoofdlijnen De centrale doelstelling voor het beheer van onze natuurgebieden is het behouden, herstellen en ontwikkelen van natuur en landschap. Daarnaast richten we ons op het behouden en herstellen van de cultuurhistorische waarden in de natuurgebieden en op het bieden van mogelijkheden voor recreatie. Voor de waardering van de kwaliteit van de natuurgebieden gebruiken we de volgende criteria (in willekeurige volgorde): •
verscheidenheid;
•
zeldzaamheid, mate van bedreiging en vervangbaarheid;
•
natuurlijkheid en spontaniteit;
•
gaafheid, ouderdom, samenhang en kenmerkendheid.
We streven de centrale doelstelling na door het behouden, herstellen en ontwikkelen van een zo groot mogelijke verscheidenheid aan landschappen, met de daarin voorkomende levensgemeenschappen. Naar de huidige inzichten is dit de beste waarborg voor een grote verscheidenheid aan soorten. Daarnaast biedt dit streven de beste garanties om de totale verscheidenheid aan cultuurhistorie binnen het bezit te behouden en te herstellen en biedt het ook de beste mogelijkheden voor beleving van natuur en landschap. De verscheidenheid aan landschappen uit zich in de driedeling: •
nagenoeg natuurlijk landschap;
•
halfnatuurlijk landschap;
•
cultuurlandschap.
Waar mogelijk laat Natuurmonumenten de natuur ongestoord haar werk doen. Wanneer echter blijkt dat de gewenste soorten, levensgemeenschappen en landschappen alleen kunnen worden behouden door gericht ingrijpen, dan doen we dat. Bij waardevolle cultuurlandschappen waar natuur en cultuur sterk verweven zijn, streven we ernaar deze landschappen als geheel te handhaven. Met dit uitgangspunt zijn er voor het interne natuurbeheer drie strategieën mogelijk (of een combinatie daarvan). Deze strategieën verschillen in de mate van menselijk ingrijpen in de natuurlijke processen. We volgen die strategie, die naar verwachting de gewenste kwaliteit oplevert. a.
Beheerstrategie van nagenoeg natuurlijke landschappen:
•
geen intern beheer;
•
natuur als gevolg van natuurlijke processen;
•
behouden van cultuurhistorische waarde wanneer dit niet conflicteert met de gewenste aard van de natuur en alleen dan, wanneer deze waarde van buitengewoon belang is;
• b.
eventueel creëren van een gunstige uitgangssituatie. Beheerstrategie van halfnatuurlijke landschappen:
•
intern beheer voor de sturing van natuurlijke processen;
•
natuur mede als gevolg van gericht ingrijpen;
•
cultuurhistorische waarde bepaalt mede het na te streven landschapsbeeld;
•
eventueel creëren van een gunstige uitgangssituatie.
c.
Beheerstrategie van natuurrijke cultuurlandschappen:
•
beheer gericht op landschappen waar natuur en cultuur verweven zijn;
•
beheervorm afgeleid van historisch gebruik.
20
Bij zeldzame, bedreigde of verdwenen soorten zijn soortbevorderende maatregelen mogelijk. Ook zijn soortbeperkende maatregelen mogelijk, bijvoorbeeld bij onaanvaardbare schade aan de natuur, of wanneer het maatschappelijk belang dat vereist (verkeersveiligheid). De waarde van natuurgebieden die bij verwerving niet de functie natuurbehoud hebben, zoals vrijkomende landbouwgronden, kan worden verhoogd door natuurontwikkeling. Het doel daarvan is: •
het ontwikkelen van een nagenoeg natuurlijk of halfnatuurlijk landschap;
•
de natuurwaarde van bestaande, aangrenzende natuurgebieden versterken;
•
de bestaande natuurgebieden onderling verbinden;
•
het areaal natuur vergroten.
Per natuurgebied stellen we een natuurvisie op met daarin onder meer: •
de waardering van het natuurgebied: de beoordeling en de afweging van actuele en potentiële waarde;
•
de beheerdoelstelling als de gewenste aard en kwaliteit van natuur en landschap, de cultuurhistorie en de gewenste vorm van recreatief gebruik;
•
het voorgenomen interne beheer als de uitwerking van de gekozen strategie (of combinatie van strategieën);
•
het te voeren externe beheer als het tegengaan van vervuilende stoffen in de natuurgebieden, de zorg voor voldoende gebiedseigen water, enz.
Het beleid voor het beheer en het beleid voor de verwerving van de natuurgebieden liggen in elkaars verlengde. Verwerving is gericht op natuurgebieden met hoge actuele of potentiële natuurwaarde, al of niet in combinatie met cultuurhistorische waarde. Ook streeft Natuurmonumenten naar het creëren van grote, aaneengesloten natuurgebieden en natuurgebieden die functioneel samenhangen met al bestaande natuurgebieden. Ten slotte worden ook de mogelijkheden voor natuurontwikkeling meegewogen.
3.4 Beleidsstandpunten Hier volgt een overzicht van de belangrijkste beleidsstandpunten van Natuurmonumenten, zoals recreatie, bosbeheer, jacht, bestrijdingsmiddelen en landbouw. Vaak krijg je vragen van het publiek: hoe denkt Natuurmonumenten over de jacht? Wat vindt de vereniging van chemische bestrijdingsmiddelen? Als je het antwoord niet direct weet, kun je het beste de vraag en de adresgegevens van de vraagsteller opschrijven, zodat je er later - nadat je hebt nagevraagd - op kunt terugkomen.
3.4.1 Recreatie en toegankelijkheid Natuurgerichte recreatie De meeste natuurgebieden van Natuurmonumenten zijn vrij toegankelijk op wegen en paden. Door mensen van de natuur te laten genieten, hopen we dat het natuur- en milieubesef wordt bevorderd. Voorop staat het beschermen en behouden van de natuur. Sommige natuurgebieden of gedeelten van gebieden zijn kwetsbaar. Daarom zijn niet overal alle vormen van recreatie mogelijk. Natuurmonumenten streeft in haar gebieden vooral naar natuur- en landschapsgerichte recreatie. Gewoon wandelen en fietsen of varen bijvoorbeeld en daarbij genieten van de natuur en van de planten en de dieren, van het landschap en de stilte. Voor onze bezoekers zijn er allerlei voorzieningen zoals informatieborden, gemarkeerde routes, vogelkijkhutten en bezoekerscentra. Onze zeven bezoekerscentra zijn gericht op publieksvoorlichting. Er zijn natuurproducten te koop en voor kinderen is er van alles te doen. Daarnaast is het bezoekerscentrum het vertrekpunt van excursies. Meer informatie over onder meer adressen en openingstijden van bezoekerscentra is te vinden bij Hoofdstuk 16 van dit handboek of de website: www.natuurmonumenten.nl.
21
Toegankelijkheid en regels 95% Van de totale oppervlakte van onze natuurgebieden is vrij toegankelijk voor bezoekers. Enkele kwetsbare gebieden zijn niet toegankelijk. Niet toegestaan in onze natuurgebieden zijn alle vormen van recreatie waarbij het niet in de eerste plaats gaat om de beleving van de natuur. Dat zijn de vormen die: •
gepaard gaan met veel lawaai;
•
dieren verontrusten en verstoren;
•
gepaard gaan met het vertrappen of plukken van planten en bloemen;
•
onderdeel zijn van een sporttraining of –wedstrijd.
Dit betekent dat: •
waterrecreatie, zoals roeien en kanoën, is toegestaan in gebieden waar openbare vaarwegen zijn;
•
honden niet, of alleen aangelijnd zijn toegestaan;
•
paarden zijn toegestaan op de openbare wegen en op de aangegeven ruiterpaden;
•
gemotoriseerd verkeer alleen is toegestaan op de openbare weg;
•
kamperen alleen is toegestaan op de daarvoor aangewezen plaatsen.
3.4.2 Bosbeheer Een bos is een veelzijdige levensgemeenschap van planten en dieren. Bomen, struiken, planten, insecten, vogels en zoogdieren: ze hebben elkaar nodig. Bijvoorbeeld voor voedsel en beschutting. De een kan niet zonder de ander. Ontbreekt een soort, dan heeft dat gevolgen voor de hele levensgemeenschap. Om zo veel mogelijk soorten planten en dieren te behouden richten we ons beheer op behoud, herstel en ontwikkeling. In onze meeste bossen is het beheer gericht op het verkrijgen van een natuurlijk bos. Dat wil zeggen: een bos met de daarin van oorsprong thuishorende soorten. In deze bossen laat Natuurmonumenten het beheer aan de natuur zelf over. Omgevallen bomen en afgevallen takken blijven liggen. Het dode hout is voedsel voor veel dieren, zoals insecten. Muizen en vogels vinden er een schuil- of woonplaats. Het bos wordt hierdoor gevarieerder. Op de open plekken krijgen allerlei struiken en lichtminnende planten een kans om te kiemen en op te groeien en dat trekt weer verschillende dieren aan. In sommige bossen laten we runderen, schapen of paarden grazen om de open plekken open te houden en zo variatie te bevorderen. Af en toe helpen we de bossen wat extra op weg naar een meer natuurlijk bestaan. Dan rooien we bijvoorbeeld uitheemse struiken en boomsoorten als douglas, Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik. Deze planten zich namelijk zo gemakkelijk voort, dat daardoor de natuurlijke soorten minder kans krijgen. Andere bossen hebben een zodanig landschappelijke en/of cultuurhistorische waarde dat we die graag zo willen houden. Hier is menselijk ingrijpen, ook op de langere termijn, wel noodzakelijk. Voorbeelden hiervan zijn bossen op sommige landgoederen en buitenplaatsen en eikenhakhoutbossen, die om de tien à vijftien jaar moeten worden gekapt.
3.4.3 Bestrijdingsmiddelen Natuurmonumenten wijst het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in haar natuurgebieden af. De redenen daarvoor zijn dat van de meeste bestrijdingsmiddelen de neveneffecten negatief of niet bekend zijn en dat ze niet selectief genoeg werken. Er kunnen echter twee uitzonderingen worden gemaakt: •
Bij de bestrijding van de Amerikaanse vogelkers worden de stobben behandeld met een snel afbrekend middel. Hiermee wordt voorkomen dat de struik alsnog uitloopt, vrucht zet en zich zo weer uitzaait.
22
•
In rietlanden kan aan rietsnijders ontheffing worden verleend voor het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen voor de bestrijding van haagwinde. Op dit moment is het de enige manier om dit karakteristieke landschap te behouden.
•
Chemische bestrijdingsmiddelen kunnen wel worden gebruikt door de boeren op de verpachte landbouwgronden. Maar ook daar streven we ernaar het gebruik van deze middelen zo veel mogelijk te beperken en ze te laten vervangen door biologische bestrijdingsmiddelen. Daarom lichten we de pachters voor over de mogelijkheden en de bezwaren.
3.4.4 Jacht en faunabeheer Natuurmonumenten hanteert hierbij het principe: ‘Nee, tenzij…’. Natuurmonumenten schiet geen dieren, tenzij er zwaarwegende omstandigheden zijn die dit noodzakelijk maken. In die gevallen wordt afschot gerealiseerd als beheermaatregel. Voor plezierjacht is bij Natuurmonumenten geen plaats. Het afschieten van dieren vindt plaats op basis van een uiterst zorgvuldig soortenbeleid. Bedreiging van andere soorten en dierenwelzijn kunnen zwaarwegende omstandigheden vormen, die afschot noodzakelijk maken. Een voorbeeld van bedreiging van een andere diersoort is buitensporige schade aan een bedreigde diersoort, zoals vossen bij weidevogels en korhoen. Er wordt dan eerst gekeken of er al voldoende preventieve maatregelen zijn genomen, zoals het kappen van struweel of het verhogen van de waterstand. Daarnaast moet de bedreigde diersoort duidelijk deel uit maken van de doelstelling van het gebied en moet het natuurgebied vanzelfsprekend optimaal geschikt zijn voor deze soort. Alleen onder strenge voorwaarden kan vervolgens incidenteel afschot plaatsvinden. Afschieten in het belang van dierenwelzijn kan aan de orde zijn, als er onvoldoende voedsel in het gebied is voor alle dieren, met als gevolg ziektes en hoge sterfte. Veel dierenleed dus. Voorbeelden zijn edelhert en wild zwijn op de Veluwe. Uit oogpunt van dierenwelzijn worden soms ook dieren afgeschoten die ernstig gewond of ziek zijn en niet op eigen kracht kunnen herstellen. Andere redenen om dieren af te schieten zijn grote economische schade (in het kader van goed nabuurschap) in omliggende gebieden of verkeersveiligheid. Ook dan geldt dat eerst preventieve maatregelen genomen moeten zijn.
3.4.5 Landbouwbeleid Bij het beheer van onze landbouwgronden staan de natuur- en landschappelijke waarden voorop. Dit betekent dat het specifieke landschappelijke en cultuurhistorische karakter van die gebieden behouden blijft. Bovendien streven we naar een zo groot mogelijke verscheidenheid aan planten- en diersoorten, vooral in de aan de landbouwgronden grenzende natuurgebieden. Dit heeft natuurlijk consequenties voor het beheer. Natuurmonumenten streeft naar een duurzame landbouw: een niet-intensieve vorm van landbouw waarbij het milieu net zoveel aandacht krijgt als de oogst. Daarnaast onderzoekt Natuurmonumenten de mogelijkheden voor een geïntegreerde beheer- en bedrijfsvorm voor landbouw en natuurbeheer; bijvoorbeeld biologische en ecologische landbouw. Veel van de landbouwgronden die Natuurmonumenten in eigendom heeft, zijn verpacht. Daar worden meestal intensieve, soms grootschalige landbouwmethoden toegepast. Komen de gronden pachtvrij, dan geeft Natuurmonumenten ze een nieuwe of aangepaste bestemming. En we werken samen met andere organisaties om het overheidsbeleid voor de landbouw te beïnvloeden.
23
4
VRIJWILLIGERSWERK BIJ NATUURMONUMENTEN
Natuurmonumenten brengt mensen en natuur graag dicht bij elkaar. Dankzij het werk van vrijwilligers kunnen we de natuur nog beter beschermen. Ook biedt vrijwilligerswerk bij Natuurmonumenten de kans om nauw betrokken te raken bij natuurbehoud. En als je actief bij een natuurgebied betrokken bent, dan begrijp je beter hoe kwetsbaar een dergelijk gebied is en waarom het bescherming verdient. Mede daarom is vrijwilligerswerk voor Natuurmonumenten heel belangrijk.
4.1 Visie vrijwilligerswerk Natuurmonumenten wil de natuur in Nederland veiligstellen. Om dit hoge ambitieniveau te bereiken en te behouden is de inzet van vrijwilligers voor Natuurmonumenten van levensgroot belang. Vereniging Natuurmonumenten wil mensen, in het bijzonder haar leden, de gelegenheid bieden een actieve bijdrage te leveren aan de bescherming van de natuur in Nederland. Draagvlak Een netwerk van vrijwilligers zorgt voor een goede verankering van onze natuurgebieden en onze doelstellingen in de samenleving. Natuurmonumenten kiest bewust voor het werken met vrijwilligers, om zo de betrokkenheid tussen de gebieden en haar publiek te vergroten. Ambities waarmaken Daar waar het Natuurmonumenten ontbreekt aan (financiële) middelen, biedt vrijwilligerswerk een kans om bepaalde doelstellingen ten bate van de natuur toch te realiseren.
4.2 Uitgangspunten vrijwilligerswerk Om het vrijwilligerswerk goed te laten verlopen zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: •
Vrijwilligerswerk is nuttig en waardevol en betreft onbetaalde activiteiten.
•
Vrijwilligerswerk wordt aangestuurd door de werkorganisatie. Naar buiten toe heeft Natuurmonumenten een eenduidige uitstraling.
•
Vrijwilligerswerk vindt voornamelijk plaats in de eenheden, is onderdeel van de activiteitenplannen, en geschiedt onder verantwoordelijkheid van de betreffende eenheid. Vanuit de regiokantoren of bezoekerscentra geven de regionale medewerkers vrijwilligerswerk de benodigde ondersteuning. Ook biedt het centraal kantoor ondersteuning.
•
Vrijwilligers kunnen lid zijn van Natuurmonumenten, maar dit is niet noodzakelijk. Als de vrijwilliger echter optreedt als belangenbehartiger van de vereniging, dan is het lidmaatschap wel vereist.
4.3 Beheereenheid centraal Samen met de vaste medewerkers zorgen vrijwilligers voor de verankering van de natuurgebieden in onze samenleving. Want een gebied dat niet ‘leeft’ in de hoofden en harten van mensen, wordt eerder blootgesteld aan bedreigingen dan een gebied waarvoor men een dierbaar plekje heeft. Daarom streeft Natuurmonumenten ernaar om in elke eenheid een netwerk van vrijwilligers te creëren. De kwaliteit van dit netwerk is belangrijker dan de grootte ervan. Hoeveel vrijwilligers ergens kunnen werken wordt bepaald door verschillende aspecten, zoals het aanbod in de betreffende regio en de beschikbare tijd voor begeleiding, maar ook bijvoorbeeld de beschikbaarheid van de benodigde materialen en huisvesting.
24
Het netwerk van vaste vrijwilligers levert een actieve bijdrage aan het beheer en de bescherming van ‘hun’ gebied. Door het uitvoeren van werkzaamheden die passen binnen het activiteitenplan en door een goede begeleiding, kunnen vrijwilligers zich ontwikkelen tot ambassadeurs van Natuurmonumenten en ‘hun’ gebied in het bijzonder. Daarom zullen vaste vrijwilligers bij voorkeur op geregelde basis worden ingezet in de buurt waar zij wonen (achtertuingevoel). Zo werken we samen aan het bewerkstelligen van de doelstellingen van Natuurmonumenten.
4.4 Samenwerken voor Natuurmonumenten Goede samenwerking tussen vrijwilligers en de medewerkers is belangrijk. We gaan daarbij allemaal steeds uit van het belang van Natuurmonumenten. Intern kunnen we af en toe stevig discussiëren, maar naar buiten vallen we elkaar niet af. Alle mensen die bij Natuurmonumenten werkzaam zijn, van vrijwilliger tot directeur, stralen voortdurend uit dat we een goed doel zijn. Bij het werk in de gebieden, bij het geven van excursies, bij de beleidsbeïnvloeding, bij communicatie en bij de manier waarop we de natuur beheren. In contact met het publiek of in welk gezelschap dan ook. We gedragen ons ernaar. Continu laten we weten dat we belangrijk natuurwerk doen én dat we daarvoor afhankelijk zijn van mensen die ons geld geven. Bij een excursie vertellen we bijvoorbeeld niet alleen iets over de natuur en de planten en dieren daarin, maar ook over wat Natuurmonumenten doet en waarom het belangrijk is om geld ervoor te geven. Probeer zo een nog steviger band te creëren met Natuurmonumenten. En zo platvloers als het is; vraag mensen om lid te worden of draag eraan bij dat ze lid blijven en Natuurmonumenten extra steunen.
4.5 Samenwerking met collega-organisaties Natuurmonumenten staat, ook bij vrijwilligerswerk, positief tegenover samenwerking met andere organisaties. De beheerteams werken regelmatig samen met onder meer Landschapsbeheer, bijvoorbeeld door gereedschap uit te wisselen. Ook zijn er contacten met organisaties als SOVON (Vogelonderzoek Nederland) en de Vlinderstichting. Ons uitgangspunt bij samenwerking is dat de organisatie die hiertoe het beste is uitgerust de werkzaamheden uitvoert. Als er op geregelde basis wordt samengewerkt met vrijwilligers van andere organisaties, dan zal het beheerteam deze vrijwilligers aanbieden om zich in te schrijven als vaste vrijwilliger van Natuurmonumenten. Op die manier krijgen deze vrijwilligers ook actuele informatie over en begeleiding van Natuurmonumenten.
25
26
deel B: afspraken
deel B: afspraken
5
SAMEN AAN HET WERK
Met medewerkers en andere vrijwilligers werk je samen aan de doelstellingen van Natuurmonumenten. Deze samenwerking kan alleen functioneren op basis van heldere afspraken en wederzijds vertrouwen en respect. In de volgende hoofdstukken zijn de landelijke afspraken op een rij gezet. Deze bieden richtlijnen voor de verdere invulling op de werkplek.
5.1 Welke taken doen vrijwilligers? Vrijwilligers zijn zo veel mogelijk werkzaam in of gerelateerd aan de eenheden. In de volgende paragraaf staat een overzicht van het soort vrijwilligerswerk dat je bij Natuurmonumenten kan doen. Voor alle taakvelden geldt dat zij altijd ondersteunend zijn aan de doelstellingen van Natuurmonumenten. Om deze taken te kunnen uitvoeren, wordt zowel van de werkorganisatie als van jou het een en ander verwacht. Daarom zijn de verschillende taken, verantwoordelijkheden en benodigde kwaliteiten per taakveld verder uitgewerkt in de zogenoemde ‘Vrijwilligersprofielen’. Van elk taakveld is een functieprofiel bij je begeleider verkrijgbaar. In de eenheden worden deze taken verder uitgewerkt, passend bij de lokale situatie. Als bij het uitvoeren van de werkzaamheden speciale vaardigheden zijn vereist (bijvoorbeeld het besturen van een boot), dan gelden voor vrijwilligers dezelfde eisen als voor medewerkers.
5.2 Taakvelden in het vrijwilligerswerk De taakvelden waarin je actief kunt zijn: •
beheerwerk;
•
promotioneel werk;
•
excursies;
•
inventarisaties;
•
administratief- en redactioneel werk;
•
toezicht op publiek;
•
belangenbehartiging;
•
overige taken.
Beheerwerk Veel van onze vrijwilligers zijn actief in het natuurbeheer. Onder beheerwerk valt in principe al het beheer van flora en fauna evenals de gebouwen van Natuurmonumenten. Je kunt daarbij denken aan: boompjes trekken en zagen, zwerfvuil opruimen, wilgen knotten, waterpeil controleren, werken aan herstel van gebouwen en recreatievoorzieningen, heide plaggen, tuinonderhoud, enz. Het werk voer je individueel of in groepen uit. Een medewerker uit het beheerteam coördineert en begeleidt de werkzaamheden. Bij werkgroepen kan de beheerteammedewerker de dagelijkse begeleiding ook overdragen aan een vrijwilliger, mits hierover duidelijke afspraken zijn gemaakt. Het beheerteam zorgt voor het benodigde werkmateriaal en eventuele veiligheidskleding. De materialen en kleding ontvang je in bruikleen. Voor alle werkzaamheden geldt dat instructies van het beheerteam van belang zijn om eventuele schade aan kwetsbare/beschermde soorten te voorkomen. Vanzelfsprekend werken we conform arbo-normen. Promotioneel werk In alle vormen van publiekscontact kun je als vrijwilliger aan de slag. Dit varieert van uitvoerend werk in de bezoekerscentra tot ondersteuning van publieksgerichte activiteiten zoals terreininformatiepunten (TIP’s), jeugdactiviteiten, enz. Dit type werk stelt hoge eisen aan de vrijwilligers, zoals goede communicatieve vaardigheden, kennis over de organisatie en kennis over het gebied. Voor deze vrijwilligers is het van groot belang dat zij goed geïnformeerd zijn door de werkorganisatie. De werkzaamheden worden gecoördineerd en
27
begeleid door de werkorganisatie. Bij werkgroepen (bijvoorbeeld TIP-groepen) kan de beheerteammedewerker de dagelijkse begeleiding ook overdragen aan een vrijwilliger, mits hierover duidelijke afspraken zijn gemaakt. Het beheerteam zorgt voor herkenbare kleding (in bruikleen). Excursies Een heel specifieke vorm van publiekscontact is die van de excursieleider met zijn groep. Je neemt een groep mee het gebied in en begeleidt de deelnemers gedurende langere tijd. Het doel van een excursie is om de deelnemers te verbinden aan de natuur en aan Natuurmonumenten. Dit type werk stelt eveneens hoge eisen aan de vrijwilliger, zoals goede communicatieve vaardigheden, goede begeleidingsvaardigheden en kennis over de organisatie en het gebied. Voor deze vrijwilligers is opleiding en informatievoorziening vanuit de werkorganisatie essentieel om hun werk goed te kunnen doen. Ook is herkenbare kleding nodig, een EHBOset en eventueel een mobiele telefoon. Voor excursieleiders die een boot besturen, geldt dat zij hiervoor over voldoende vaardigheden (en eventueel certificaten) beschikken. Het beheerteam coördineert de werkzaamheden. Inventarisaties Inventarisaties van planten- en diersoorten in de gebieden zijn van essentieel belang voor Natuurmonumenten. Om bruikbare gegevens te leveren, is zeer specifieke kennis over bepaalde dier- en plantengroepen en over inventarisatiemethodes noodzakelijk. Al decennialang kan Natuurmonumenten voor dit werk rekenen op vrijwilligers. Inventariseerders werken zelfstandig, maar de coördinatie van deze werkzaamheden en de begeleiding liggen bij het beheerteam. Administratief- en redactioneel werk Als vrijwilliger kun je uiteenlopende werkzaamheden op administratief gebied doen. Denk bijvoorbeeld aan het verwerken van inventarisatiegegevens, het doorvoeren van wijzigingen in administratieve systemen, archiefwerk, en redactioneel werk voor nieuwsberichten. Dit stelt eisen aan de vrijwilliger op administratief gebied en de nodige kennis van het omgaan met een pc. De werkorganisatie zorgt voor de benodigde voorzieningen, zoals het gebruik van een computer, een ICT-account (onder meer een eigen e-mailadres), een opleiding voor het gebruik van de Natuurdatabank, enz. De desbetreffende afdeling of eenheid zorgt voor de coördinatie en de begeleiding. Toezicht op publiek Toezicht op publiek kent twee vormen. De eerste vorm is gericht op informatievoorziening en dienstverlening aan de bezoekers van onze natuurgebieden. Van deze vrijwillige toezichthouders verwachten we een actieve, publieksvriendelijke opstelling. Daarnaast zijn er toezichthouders die in speciale gevallen voor handhaving zorgen door bijvoorbeeld bekeuringen te geven. Deze toezichthouders beschikken over de verplichte akte als Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA). In verband met het veiligheidsrisico voor jezelf en het afbreukrisico voor de organisatie, dien je bij dit soort werk extra zorgvuldigheid in acht te nemen. Het beheerteam coördineert alle toezichthoudende werkzaamheden en zorgt voor herkenbare kleding (in bruikleen) en, in geval van toezicht zonder BOA, een legitimatiebewijs. Belangenbehartiging Bij belangenbehartiging is het natuurlijk cruciaal dat je als vrijwilliger dezelfde boodschap uitdraagt als de werkorganisatie. Daarom zijn heldere en actueel geldende afspraken tussen betrokken vrijwilligers en werkorganisatie noodzakelijk. Als vrijwillige belangenbehartiger dien je lid te zijn van Natuurmonumenten. De werkorganisatie onderhoudt de contacten met de pers.
28
Overige taken Hieronder vallen taken die minder algemeen voorkomen bij Natuurmonumenten, zoals ICT-taken op het centraal kantoor (vooral Helpdeskwerk), chauffeurs voor het vervoeren van evenementenkarren, conciërgewerk van gebouwen, molenaars, schippers, advieswerk, redactioneel werk (ook webredactie), en project- of onderzoeksondersteuning. Vaak zoeken we via gerichte vacatures, vaak via onze website, naar mensen die deze taken willen vervullen.
5.3 Achtertuingevoel Om het gevoel van betrokkenheid te bevorderen is elke vaste vrijwilliger aangesloten bij een eenheid, bij voorkeur in de buurt van je woonplaats. Dit heeft grote voordelen: •
Het vergroot de betrokkenheid en de bekendheid met het natuurgebied (jouw ‘achtertuin’).
•
Het verstevigt de relatie tussen jou en je begeleider.
•
Het effect van het ambassadeurschap is groter.
•
De reisafstanden zijn korter (minder kosten en beter voor het milieu).
Contacten tussen werkorganisatie en vrijwilligers Vrijwilligers staan in direct contact met een begeleider. Dit is vaak de beheerteammedewerker met de taak Begeleiding vrijwilligerswerk in zijn pakket. Hij is jouw eerste aanspreekpunt. Daarnaast zijn er soms ook andere beheerteammedewerkers met wie je te maken hebt, bijvoorbeeld de medewerker Inventarisaties. In veel gevallen (afhankelijk van de taken en de lokale situatie) maak je deel uit van een werkgroep. Werkgroepen hebben het voordeel dat vrijwilligers onderling intensief contact hebben. Vaak draagt dit bij tot het werkplezier. Meestal kent een dergelijke groep één vrijwilliger die als werkgroepleider functioneert en het contact tussen de werkorganisatie en de werkgroep waarborgt. Deze werkgroepleider is verantwoordelijk voor het contact met de begeleider van de werkorganisatie zodat alle vrijwilligers uit zijn groep via hem op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen binnen Natuurmonumenten. Werkgroepen In sommige regio’s zijn zogenoemde ‘vliegende werkgroepen’ actief met promotionele werkzaamheden. Naast je werkzaamheden bij een eenheid, geef je informatie op natuur- en milieumanifestaties elders in de provincie. Ook hier krijg je begeleiding van een eenheid. De activiteiten van je werkgroep zijn opgenomen in het activiteitenplan van deze eenheid. Op deze manier is gewaarborgd dat ook jullie in contact staan met de werkorganisatie. Zo beschik je steeds over voldoende actuele informatie om je taken goed uit te kunnen voeren.
5.4 Wat doet Natuurmonumenten voor vrijwilligers? Als vrijwilliger bij Natuurmonumenten zet je jezelf met veel enthousiasme in om bij te dragen aan het beheer en het creëren van draagvlak. Omdat je geen arbeidskracht bent, val je niet onder het personeelsbeleid. Natuurmonumenten wil echter blijk geven van waardering voor de inzet van haar vrijwilligers en zorgt daarom voor een professionele ondersteuning en voor bedrijfsmiddelen en informatie over het werk. In deze paragraaf staat beschreven wat je als vaste vrijwilliger kan verwachten van Natuurmonumenten. Introductie Als je begint met je vrijwilligerswerk, dan krijg je een introductie die gericht is op de werkzaamheden bij je eenheid, bezoekerscentrum of afdeling. Begeleiding op de werkplek Elke vrijwilliger heeft een vast aanspreekpunt binnen het beheerteam of de afdeling: de begeleider. Van hem krijg je informatie over taken, actuele ontwikkelingen, over Natuurmonumenten en over veilig en milieuvriendelijk werken volgens de arbo-normen (wettelijke normen voor arbeidsomstandigheden). Je kunt
29
met je begeleider periodiek een voortgangsgesprek houden over onder meer de werkzaamheden, en je wensen en ambities en de planning voor het nieuwe jaar. Voorzieningen Voor sommige taken is het nodig dat je de beschikking hebt over bepaalde praktische voorzieningen, zoals herkenbaarheids- of veiligheidskleding, gereedschap, educatieve hulpmiddelen, ICT-account en mobiele telefoon. In overleg met de begeleider kun je van deze voorzieningen gebruik maken voor je werkzaamheden. Je ontvangt een vrijwilligerspas waarmee je kunt aantonen dat je vrijwilliger bent van Natuurmonumenten. Met deze pas krijg je ook personeelskorting op Natuurmonumentenexcursies en -producten die onze bezoekerscentra verkopen, kun je tegen ledenprijs met diverse excursies meedoen en zijn er jaarlijks nieuwe kortingsacties voor vrijwilligers (zie www.natuurmonumenten.nl/vrijwilligersvoordeel, deze pagina is niet via navigatie op de website te vinden maar alleen rechtstreeks). Ook ontvangen alle vaste vrijwilligers een kerstpakket. Jaarlijks ontvang je een nieuwe vrijwilligerspas in januari. Informatie Je wordt geïnformeerd over de werkzaamheden en actuele ontwikkelingen zodat je je werk goed en gemotiveerd kunt doen. De belangrijkste informatie krijg je van je begeleider. In een aantal gevallen zorgt daarnaast de begeleider, het regiokantoor of het bezoekerscentrum regelmatig voor een digitale nieuwsbrief met plaatselijk en/of regionaal nieuws. Ook wordt vanuit het centraal kantoor landelijke informatie verstrekt via de Vrijwilligerskrant, Van Nature, onze website en dit handboek. Reiskostenvergoedingen Natuurmonumenten streeft ernaar om reiskosten zo laag mogelijk te houden, onder andere door je zo veel mogelijk actief te laten zijn in de buurt van je woonplaats. Bovendien willen we zo de milieubelasting beperken. Natuurmonumenten hanteert voor de mobiliteit van haar vrijwilligers hetzelfde uitgangspunt als voor haar medewerkers. Meer informatie over reiskostenvergoedingen kun je vinden in hoofdstuk 9.
5.5 Wat verwacht Natuurmonumenten? •
Je biedt kwaliteit en houdt je aan de gemaakte afspraken.
•
Je bent op de hoogte van het beleid van Natuurmonumenten en staat hier positief tegenover.
•
Je volgt trainingen voor specifieke werkzaamheden.
Minimaal aantal dagen inzetbaar Natuurmonumenten verwacht kwaliteit van haar vrijwilligers. Daarom krijgen vrijwilligers goede begeleiding en investeren we waar nodig in opleidingen, voorzieningen en informatiebijeenkomsten. Om kosten en baten in een goede balans te houden, vraagt Natuurmonumenten haar vaste vrijwilligers zich minimaal zesmaal per jaar in te zetten. Natuurlijk is je inzet afhankelijk van het type werk en van de lokale omstandigheden. De behulpzame gast Naast vaste vrijwilligers ontvangt Natuurmonumenten mensen in haar gebieden die een dagje de handen uit de mouwen komen steken. Voor deze mensen geldt dat zij bij de start van de werkzaamheden hun naam, woonplaats en geboortedatum doorgeven aan de betreffende Natuurmonumentenmedewerker. Deze gegevens zijn nodig voor de verzekering. Uiteraard zijn ook voor deze groepen de arbo-richtlijnen van kracht.
30
6
OVEREENKOMST
Door heldere afspraken te maken weten vrijwilligers en medewerkers wat ze van elkaar kunnen verwachten.
6.1 Inschrijving als vrijwilliger Als je start bij Natuurmonumenten, dan stem je samen met je begeleider af welke werkzaamheden je doet en dagen waarop je beschikbaar bent. Je vult samen een vrijwilligersovereenkomst in waar de afgestemde werkzaamheden op staan, samen met je adresgegevens en ook eventuele wensen en gemaakte afspraken. Na je start breekt er eerst een proefperiode aan van drie maanden. Als daarna blijkt dat de wederzijdse verwachtingen kloppen, dan worden je gegevens en de gemaakte afspraken in onze vrijwilligersdatabase ingevoerd. Dit klinkt vrij formeel, maar het is belangrijk dat voor beide partijen duidelijk is wat er van elkaar wordt verwacht en dat jouw gegevens bij de organisatie bekend zijn. Op basis hiervan ben je bijvoorbeeld verzekerd. Voor Natuurmonumenten zijn heldere afspraken belangrijk in verband met planning, continuïteit en verantwoording van gemaakte kosten (reiskosten, opleidingskosten, et cetera). Maar ook voor vrijwilligers zijn goede afspraken van belang. Veel mensen die vrijwilligerswerk doen verwachten van organisaties duidelijke afspraken en professionele ondersteuning. Na inschrijving ontvang je onder meer dit vrijwilligershandboek, de periodieke vrijwilligersnieuwsbrief, de Vrijwilligerskrant en, indien gewenst, een gratis abonnement op het tweemaandelijkse tijdschrift Van Nature. Dit tijdschrift brengt je op de hoogte van het nieuws, de achtergronden en het beleid van Natuurmonumenten. Je kunt kiezen voor het ontvangen van een digitale nieuwsbrief of een tijdschrift. Als je wilt stoppen met je vrijwilligerswerk, dan geef je dit door aan je begeleider die voor uitschrijving zorgt. Bij vrijwilligerswerk is er geen opzeggingstermijn. Toch is het plezierig als je in ieder geval een week van tevoren aangeeft wanneer je wilt stoppen met je vrijwilligerswerk. Ook Natuurmonumenten kan de overeenkomst opzeggen. Hierbij geldt eveneens een termijn van een week. Bij ongewenste activiteiten die de vereniging schaden, kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang worden beëindigd. Bij onoplosbare geschillen kan één van de partijen per direct de overeenkomst beëindigen.
6.2 Vrijwilligersadministratie Je gegevens worden opgeslagen in de vrijwilligersdatabase van Natuurmonumenten. De basisgegevens worden doorgegeven aan de verzekering. De database gebruiken we als adressenbestand om je van informatie te voorzien en om landelijke trends en ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk bij te houden. De wet op de privacy respecterend, zal Natuurmonumenten deze (persoons)gegevens niet voor andere doeleinden gebruiken dan hierboven omschreven staat, tenzij je hiervoor aan Natuurmonumenten toestemming geeft.
31
7
TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
Vrijwilligers en medewerkers van de werkorganisatie moeten weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Daarom is het van belang om taken en verantwoordelijkheden duidelijk af te spreken. Vrijwilligerswerk is een onderdeel van het activiteitenplan van een eenheid, bezoekerscentrum of afdeling.
7.1 Klussenlijst en gedane arbeid Jaarlijks stelt de eenheid een ‘klussenlijst vrijwilligerswerk’ op, als onderdeel van het activiteitenplan. De begeleider van de eenheid betrekt hierbij de wensen van de vrijwilligers. Voordelen van deze werkwijze zijn: •
Het vrijwilligerswerk is inzichtelijk en in te plannen. De keuzes van het beheerteam worden gebaseerd op het werk wat er ligt en het aantal mensen dat dit werk samen doen.
•
De eenheid heeft meer inzicht in de werkzaamheden van de vrijwilligers. Daardoor is doorverwijzing en groei van vrijwilligers gemakkelijker te bewerkstelligen en is er zicht op de kosten en baten van het vrijwilligerswerk bij Natuurmonumenten.
•
En aan het einde van het jaar wordt een capaciteitsmeting gehouden per eenheid. De totaalcijfers van de eenheden worden vertaald naar landelijke cijfers. Zo weten we niet alleen welk werk wordt gedaan, maar ook hoeveel uren daaraan gewerkt wordt.
7.2 Verantwoordelijkheid Vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend. Zowel van de werkorganisatie als van de vrijwilliger wordt het een en ander verwacht. In zogenoemde vrijwilligersprofielen zijn de verschillende taken, verantwoordelijkheden en benodigde vaardigheden en kwaliteiten verder uitgewerkt. Voor meer informatie hierover kun je terecht bij je begeleider. Zowel Natuurmonumenten als de vrijwilliger is verantwoordelijk dat de vrijwilliger de juiste kennis en vaardigheden heeft om werktaken goed te kunnen vervullen. Als een van beiden constateert dat iets niet naar verwachting verloopt, dan dient hij dit bij de ander aan te kaarten. We gaan er van uit dat er wederzijds naar behoren wordt omgegaan met zowel onze bedrijfs- als jouw privégegevens. Voor beider partijen een goede zaak om te weten en naar te handelen. Dit wordt goed gewaarborgd in de vrijwilligersovereenkomst die je ondertekent.
7.3 Onderlinge afhankelijkheid Het zwaartepunt in de uitvoering van het vrijwilligerswerk ligt in de eenheden. Door mee te werken aan het beheren en beschermen van de natuurgebieden kun je als vrijwilliger zorgen voor een sociaal netwerk rondom de natuurgebieden en voor draagvlak in onze samenleving. Het is de verantwoordelijkheid van de regio en het centraal kantoor om de eenheden hierin ondersteuning te bieden. Eenheid/ afdeling Vrijwilligers bieden elkaar sociale contacten en inspiratie. In de werkorganisatie heb je direct contact met je begeleider. Met hem bespreek je je wensen, verwachtingen en ervaringen. Het beheerteam begeleidt jou op de werkplek. Medewerkers geven je taakgerichte informatie (arbo en veiligheid, werkinstructie, enz.), alsmede informatie over Natuurmonumenten, het natuurgebied, het natuurbeheer en over de werkorganisatie en het beleid. Ook kun je bij vragen van derden verwijzen naar je begeleider. Deze weet wat te doen of te beantwoorden. En mocht een journalist vragen stellen, dan kun je naar het algemene telefoonnummer van Natuurmonumenten verwijzen. Deze is te vinden op onze website of in de telefoongids (Natuurmonumenten in ’s-Graveland). Het beheerteam of de afdeling zorgt ook voor waardering van je werk. Het beheerteam rapporteert aan het regiokantoor over de uitvoering van de activiteitenplannen, wensen, ervaringen, en dergelijke.
32
De beheerder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vrijwilligersbeleid, de medewerker die de taak heeft om vrijwilligers te begeleiden, is het eerste aanspreekpunt voor vrijwilligers. De regiocoördinator vrijwilligerswerk is voor je begeleider het aanspreekpunt voor allerhande vrijwilligersonderwerpen. Regio De regiocoördinator vrijwilligerswerk werkt vanuit een regiokantoor of een bezoekerscentrum en is het aanspreekpunt voor de regio ten aanzien van vrijwilligerswerk. Hij faciliteert vooral de begeleiders van vrijwilligers voor allerhande zaken die het vrijwilligerswerk aangaan. Zo verzorgt de regiocoördinator de informatievoorziening, de organisatie van trainingen (opleidingsplan) en de vrijwilligersdagen. Ook is hij ervoor eindverantwoordelijk dat de vrijwilligersovereenkomsten en de administratie van vrijwilligers goed wordt bijgehouden. Verder vertaalt het regiokantoor het landelijk beleid voor de eenheden en ziet het erop toe dat dit beleid ook daadwerkelijk ten uitvoer komt. Zij geven knelpunten, wensen en ervaringen met betrekking tot de praktische uitvoer van het beleid door aan het centraal kantoor. Indien mogelijk, dan voert deze vervolgens verbeteringen door. Centraal kantoor Het centraal kantoor faciliteert de organisatie op basis van strategische beleidskeuzes. Bij de ontwikkeling van het beleid ten aanzien van vrijwilligers wordt gebruikgemaakt van de ervaringen uit de praktijk. Daarnaast biedt het centraal kantoor ondersteuning aan en ontwikkelt het middelen voor de regio’s en eenheden, zoals informatie over verzekeringen, declaraties, trainingen, vrijwilligerspas, vrijwilligersfolder en dit vrijwilligershandboek. De directie is verantwoordelijk voor het vaststellen van beleid en het maken van keuzes. Het Centraal team vrijwilligerswerk is het eerste aanspreekpunt voor het vrijwilligersbeleid van Natuurmonumenten.
7.4 Veiligheid Goede arbeidsomstandigheden en veilig werken staan ook bij vrijwilligerswerk voorop. Vooral bij het terreinwerk wordt hieraan extra aandacht besteed: de risico’s zijn daar het grootst, omdat vrijwilligers er in ongewone situaties en vaak met hulpmiddelen werken. Uitgangspunt zijn arbo-normen; deze zijn wettelijk vastgelegd. De Arbowet maakt met ingang van 2007 onderscheid tussen betaalde en onbetaalde werknemers. Met meer zorgplicht voor de werkgever en minder strenge regels. Natuurmonumenten heeft ervoor gekozen om de strengere regels aan te houden en geen onderscheid te maken tussen medewerkers en vrijwilligers. Je mag op hoofdlijnen van Natuurmonumenten verwachten: •
dat je geen werkzaamheden hoeft te doen die je capaciteiten en kwaliteiten te boven gaan;
•
dat je werkt met deugdelijk gereedschap en materialen;
•
dat je uitgebreide en duidelijke instructies ontvangt;
•
dat je deskundig begeleid wordt bij het gebruik van gereedschap en materialen en het verrichten van de werkzaamheden;
•
dat er veiligheidskleding en –schoeisel voor je wordt gezorgd, of voor goede instructies als je deze zelf meeneemt;
•
dat zij zorgt voor de nodige verzekeringen: zie hoofdstuk 9.
Natuurmonumenten kan deze zaken zelf leveren of door derden laten verzorgen. In het laatste geval moet Natuurmonumenten zich ervan vergewissen dat de arbo-normen voor materiaal en begeleiding van deze derden voldoen aan de normen.
33
Aan de andere kant verplicht Natuurmonumenten jou om aan de normen te voldoen en de gegeven instructies strikt op te volgen. Zo moet je de geleverde beschermingsmiddelen gebruiken en meld het als er iets niet in orde is. In overeenstemming met de Tabakswet wordt er bij Natuurmonumenten binnen niet gerookt.
7.5 Vergunning Vrijwilligers die inventariseren moeten voor telwerkzaamheden in sommige gevallen van de paden af of buiten de reguliere openingstijden het veld in. Daarvoor is een vergunning nodig. In de schriftelijke aanvraag moeten doel, middelen, hoeveel en welke personen en dergelijke altijd goed beschreven zijn. Aanvragen voor een vergunning worden ingediend bij en behandeld door de eenheid. De ecoloog in de regio en de beheerder kijken of een aanvraag gehonoreerd kan worden. Als criterium geldt of de aanvraag aansluit bij de behoefte van Natuurmonumenten (natuurdoelen en kwaliteitstoetsen). Vervolgens wordt de vergunning schriftelijk verleend.
7.6 Conflicten en geschillen Al lijkt vrijwilligerswerk in de natuur garant te staan voor gezellig en ongedwongen samenwerken, toch kan het gebeuren dat de samenwerking tussen de vrijwilliger en Natuurmonumenten of tussen de vrijwilligers onderling niet geheel naar wens verloopt. Overleg is dan belangrijk om te voorkomen dat een meningsverschil ontaardt in een conflict dat de werksfeer aantast. Betrokken partijen zoeken eerst zelf een oplossing. Mocht dit niet lukken, dan treedt de beheerder op als bemiddelaar. Als het niet lukt om tot een oplossing te komen, dan zal de beheerder van de betreffende eenheid de samenwerking beëindigen.
7.7 Vrijwilliger en uitkering Het uitvoeren van vrijwilligerswerk kan gevolgen hebben voor het recht op een (sociale) uitkering en de hoogte hiervan, in het bijzonder de WW-uitkering. Tot op heden hebben zich voor zover bekend, bij vrijwilligers geen problemen voorgedaan. De vraag of het is toegestaan om vrijwilligerswerk te verrichten met behoud van een (sociale) uitkering is echter niet eenduidig te beantwoorden. Verschillende uitkeringsinstanties hanteren verschillende regels. Daarom adviseert Natuurmonumenten je om vooraf schriftelijk toestemming te vragen bij de uitkerende instantie. Het vragen van deze toestemming is jouw verantwoordelijkheid. Je vervangt bij Natuurmonumenten geen bestaande functies; wel kun je soms activiteiten verrichten die als onderdeel ook in functies van Natuurmonumentenmedewerkers voorkomen.
34
8
CURSUSMOGELIJKHEDEN
Op verschillende manieren ondersteunt Natuurmonumenten haar vrijwilligers bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. Voor je eigen ontwikkeling en ter bevordering van het draagvlak voor Natuurmonumenten, ontvang je informatie over vereniging, beleid en werkzaamheden. Regelmatig organiseren we cursussen en trainingen voor vrijwilligers.
8.1 Algemene informatie Als vrijwilliger van Natuurmonumenten krijg je: • •
een folder over vrijwilligerswerk; dit handboek. In dit boek is de basisinformatie over vrijwilligerswerk opgenomen. Regelmatig wordt de informatie geactualiseerd. Er is een papieren versie en een digitale versie beschikbaar. De digitale versie bevat natuurlijk de laatste actualiteiten. Wil je jezelf graag op de hoogte houden, vraag dan aan je begeleider waar je deze laatste versie kunt vinden;
•
zes keer per jaar het blad Van Nature waarin actuele kwesties en achtergronden van het natuurbeschermingswerk aan de orde komen en desgewenst iedere twee weken de bijbehorende digitale nieuwsbrief;
•
de landelijke Vrijwilligerskrant;
•
een regionale nieuwsbrief;
•
jaarlijks een gezellige dag of avond, georganiseerd door de eenheid of afdeling. Doel hiervan is het ontmoeten van je collega-vrijwilligers en het uitwisselen van informatie en ervaringen.
8.2 Natuurbeheerwerk Als daarvoor een actuele aanleiding is, dan organiseert de regio een informatie- en/of themadag. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een groot project natuurbeheer of een gewijzigde beheervisie. Alle vrijwilligers die in die regio zijn ingeschreven, worden daarvoor uitgenodigd. Ook wordt er gewerkt met werkinstructiekaarten, de zogenaamde WIK’s. Dit is een kort en bondig document met daarop de belangrijkste instructies voor het uitvoeren van een beheermaatregel. Op de WIK is te vinden wat het doel is van de werkzaamheden, de resultaatbeschrijving en werkwijzen, vaak voorzien van afbeeldingen en een plattegrond. Er zijn algemene instructies over bijvoorbeeld het maaien van grasland, het opschonen van een poel of het verwijderen van jonge boompjes op de heide. Ook zijn er specifieke instructies over bijvoorbeeld over het maaien van dotterbloemgraslanden, het beheer van een reptielencorridor of over snoeien. En als het nodig is voor het beheerwerk, dan zorgt de beheereenheid voor motorzaagtrainingen of EHBO-inhet-veld trainingen.
8.3 Promotiewerk Voor alle vrijwilligers die zijn ingeschreven als vrijwilligers promotiewerk is er regelmatig een bijeenkomst. Zij krijgen op die bijeenkomsten actuele informatie. Ook kan er dan geoefend worden met promotievaardigheden. Vrijwilligers die werken in een bezoekerscentrum kunnen een balietraining volgen. En voor vrijwilligers die meewerken aan het TIP (Terrein Informatie Punt) is het mogelijk om een TIP-training te volgen. Dit wordt opgezet op initiatief van het betreffende bezoekerscentrum. Excursiewerk Vrijwillige excursieleiders kunnen een excursietraining volgen. De training is gericht op het opdoen van kennis en oefenen van vaardigheden die bij het geven van een excursie van toepassing zijn.
35
8.4 Inventariseren Als inventarisatievrijwilliger wordt er van je verwacht dat je het vak al kent voordat je wordt ingeschreven als vrijwilliger. Je bent bekend met zowel de soortgroep als de methodiek van inventariseren. Beginnende inventarisatievrijwilligers kunnen voor hun opleiding bijvoorbeeld terecht bij regionale vogelwerkgroepen, KNVV (Koninklijke Natuurhistorische Vereniging) of de VOFF (Stichting Veldonderzoek Flora en Fauna). Natuurmonumenten organiseert op aanvraag een cursus voor het invoeren van de gegevens in een natuurdatabase. Ook kan een eenheid om de één tot vier jaar een bijeenkomst organiseren om je meer inzicht te geven in wat er gebeurt met je gegevens. Ook kunnen de inventarisatiegegevens tussen de vrijwilligers onderling worden uitgewisseld.
8.5 Cursuskosten Natuurmonumenten vergoedt alle kosten van trainingen en cursussen die je als vrijwilliger volgt, mits dit vooraf door de beheerder of het afdelingshoofd is goedgekeurd. Als deze goedkeuring rond is, dan kan je hiervan een bevestiging ontvangen en tekenen voor akkoord. De cursus wordt dan opgenomen in het regionale opleidingenplan. Hier staan alle trainingen en cursussen in van vrijwilligers en medewerkers uit jouw regio. Tussen de aanvraag en het daadwerkelijk volgen van de opleiding kan soms wat tijd zitten. Dit komt doordat eerst het opleidingenplan goedgekeurd moet worden. Wanneer je een opleiding niet afmaakt of je jouw werkzaamheden voor Natuurmonumenten voortijdig staakt, kan je worden gevraagd de gemaakte kosten terug te betalen aan Natuurmonumenten (conform de terugbetalingsregeling die van toepassing is op vrijwilligerswerk bij Natuurmonumenten).
36
9
DECLARATIES, BELASTING EN VERZEKERINGEN
De vergoeding van onkosten voor vrijwilligers is zoveel mogelijk gebaseerd op de regelingen die gelden voor het personeel. Vrijwilligerswerk bij Natuurmonumenten betreft onbetaalde activiteiten. Natuurmonumenten gaat er echter vanuit dat je geen extra kosten hoeft te maken, omdat je vrijwilligerswerk bij de vereniging doet.
9.1 Onkosten Over het algemeen streven we ernaar om onkosten zo laag mogelijk te houden, onder andere door vrijwilligers in te zetten in de buurt van hun woonplaats. Als het toch nodig is dat je grote afstanden aflegt tussen je huis en de eenheid, dan kan worden besloten hiervan slechts een gedeelte te vergoeden. Uitgangspunt is dat we waar mogelijk per fiets of per openbaar vervoer en dat de vergoedingen vergelijkbaar zijn met de reiskostenregeling voor medewerkers van Natuurmonumenten; deze regeling is gebaseerd op een forfaitaire benadering van de werkelijk gemaakte kosten. Je kunt de gemaakte onkosten eenmaal per kwartaal declareren door een onkostendeclaratieformulier in te leveren bij je begeleider, inclusief eventuele nota’s en/of vervoersbewijzen. De begeleider zorgt ervoor dat de declaratie via de Financiële Administratie wordt betaald.
9.2 Reiskosten Natuurmonumenten wil milieubelasting door mobiliteit beperken. Dit zijn we als grootste natuurbeschermingsorganisatie natuurlijk aan onze leden en vooral aan de natuur verplicht. Dit uitgangspunt geldt ook voor de mobiliteit van personeel en vrijwilligers. Er zijn verschillende reiskostenregelingen: •
vergoeding openbaar vervoer: volledig op basis van overlegging van vervoersbewijs of, in verband met de OV chipkaart*, een afschrift van de gemaakte OV-reizen;
•
(brom)fietsvergoeding: € 0,19 per km;
•
motor- en autovergoeding: € 0,36 per km.
* Hoe kun je het gebruik van de OV chipkaart declareren? •
De Wegwerp chipkaart kan je na gebruik bij de declaratie voegen.
•
Bij zowel de Anonieme als de Persoonlijke OV chipkaart kun je op twee manieren declareren: A. bij de balie of verkoopautomaat van het OV-bedrijf waarmee je hebt gereisd, kun je de laatste tien transacties op een bon laten afdrukken of B. je kunt een reis- en transactieoverzicht uitprinten via de website: www.ov-chipkaart.nl. De bon of het overzicht hecht je dan aan je declaratie.
Je kunt voor meer informatie en het declaratieformulier terecht bij je begeleider. Onderaan het declaratieformulier vind je de procedure en wijst het zich daarmee vanzelf wat te doen. Je kunt je formulier ingevuld en ondertekend weer bij hem inleveren. Bewaar een kopie voor je eigen administratie. Ook hier zorgt de begeleider ervoor dat de Financiële Administratie de gedeclareerde kosten overmaakt.
9.3 Telefoonkosten Als je ten behoeve van Natuurmonumenten veel dient te telefoneren, dan kun je deze kosten in overleg met je begeleider declareren, waarbij geldt dat de abonnementskosten voor eigen rekening zijn. Hierover worden van tevoren duidelijke afspraken gemaakt met de beheerder. Deze afspraken zijn vastgelegd in je vrijwilligersovereenkomst. Je kunt hiervoor de kopieën van je telefoonnota bij de declaratie toevoegen.
37
9.4 Cursuskosten Vrijwilligers die een opleiding of training doen ten bate van hun vrijwilligerswerk, komen in aanmerking voor een vergoeding. Vooraf is hiervoor schriftelijk toestemming van de beheerder nodig, waarbij de gemaakte afspraken worden vastgelegd. Wanneer je een opleiding niet afmaakt of je werkzaamheden voor Natuurmonumenten voortijdig beëindigt, dan wordt je gevraagd om de gemaakte kosten terug te betalen (conform de terugbetalingsregeling vrijwilligers bij Natuurmonumenten).
9.5 Aftrek inkomstenbelasting Er zijn vrijwilligers die afzien van de onkostenvergoeding. Daar is Natuurmonumenten natuurlijk erg blij mee. Maar wist je dat de onkosten die je niet declareert als gift wellicht fiscaal kunt aftrekken van je inkomstenbelasting? Dit komt omdat Natuurmonumenten door de fiscus het predicaat ANBI heeft (Algemeen Nut Beogende Instellingen). Het jaarlijks totaal aan niet-gedeclareerde reis- en onkosten van een vrijwilliger kan daardoor als gift worden afgetrokken van de inkomstenbelasting. Als de kosten, gemaakt voor het vrijwilligerswerk, als enige ‘gift’ opgevoerd worden, dan zal dat in de meeste gevallen niet leiden tot een aftrekmogelijkheid, omdat de gift niet boven de ‘drempel’ uitkomt. Maar als je toch al aan goede doelen geeft, dan kan deze extra gift goed uitkomen. Enkele tips voor de belastingaangifte Deze tips zijn toegespitst op de vrijwilligersregeling van Natuurmonumenten: •
Als gift aftrekbaar zijn alle redelijke kosten die je als vrijwilliger maakt en die niet door Natuurmonumenten vergoed worden of die je niet hebt gedeclareerd. De mate van aftrekbaarheid is per aangifte verschillend en heeft vooral te maken met de persoonlijke niet-aftrekbare drempel. Je belastingadviseur kan daar meer over vertellen, evenals over de actuele kilometervergoeding die de fiscus hanteert.
•
Bewaar voor de zekerheid de niet-gedeclareerde bonnen en strippen- en treinkaarten en houd een autorittenlijst bij met daarop data, kilometers en reisbestemming. Als je voor giftenaftrek in aanmerking komt, dan dien je de (reis)kosten op verzoek te tonen aan de fiscus.
•
De kosten van reizen per openbaar vervoer zijn fiscaal volledig aftrekbaar.
•
Natuurmonumenten kan geen verklaring van een ongedeclareerde vrijwilligersvergoeding afgeven voor het vrijwilligerswerk wat je hebt gedaan. De reden hiervoor is dat Natuurmonumenten geen uur- of dagtarief voor vrijwilligerswerk heeft. Een dergelijke verklaring accepteert de fiscus daarom niet.
Hoeveel mag je geven? De aftrekbaarheid van giften is afhankelijk van het verzamelinkomen, dat is het inkomen uit box 1 en 3 bij elkaar opgeteld. Van de giften moet 1% van het verzamelinkomen worden afgetrokken, met een minimum van 60 euro. Het meerdere is aftrekbaar tot een maximum van 10% van het verzamelinkomen. Raadpleeg voor nadere uitleg je belastingadviseur.
9.6 Verzekeringen Als een vrijwilliger tijdens het uitvoeren van zijn vrijwilligerswerkzaamheden schade aan zaken of personen veroorzaakt, dan kan Natuurmonumenten naast de vrijwilliger hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Ook kan er een ongeval plaatsvinden tijdens de werkzaamheden, waardoor de vrijwilliger blijvend invalide kan raken of zelfs kan overlijden. De vereniging heeft voor beide bovenvermelde gevallen een verzekering afgesloten, namelijk een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering (WA-verzekering) en een Collectieve Ongevallenverzekering:
38
WA-verzekering •
De WA-verzekering is van kracht wanneer de vrijwilliger gedurende zijn werkzaamheden voor Natuurmonumenten schade veroorzaakt aan zaken of personen en de vereniging direct na het ontstaan van de schade in kennis stelt daarvan. Het is daarbij belangrijk dat de vrijwilliger de schade niet op voorhand heeft erkend en de afhandeling van de schade geheel aan Natuurmonumenten overlaat.
Ongevallenverzekering •
Ten gevolge van een ongeval, dekt de ongevallenverzekering uitsluitend bij blijvende invaliditeit of overlijden van de vrijwilliger en bij schade aan of verlies van persoonlijke eigendommen, met uitzondering van horloges en sieraden. Bij de persoonlijke eigendommen is er per gebeurtenis een eigen risico van kracht van € 50 en de maximum vergoeding bedraagt € 500.
•
Wat geldt voor beide verzekeringen
•
Ze dekken de schade die is ontstaan of veroorzaakt gedurende de periode dat je vrijwilligerswerkzaamheden voor Natuurmonumenten uitvoert, inclusief je reistijd van en naar de werkplek.
•
Het zijn collectieve verzekeringen en ze gelden op basis van gegevens van de vrijwilligers die Natuurmonumenten jaarlijks aan de verzekeringsmaatschappij doorgeeft. Dit is een belangrijke reden dat je persoonsgegevens in de centrale vrijwilligersdatabase worden opgeslagen (zie ook hoofdstuk 6).
•
Bij beide verzekeringen keert de verzekeraar een maximum bedrag per gebeurtenis uit.
Advies •
We verzoeken alle vrijwilligers met klem om je telkens aan en af te melden bij aanvang en einde van de uitvoering van de werkzaamheden en zo veel mogelijk de benodigde en beschikbare middelen (zoals beeld- en geluidsapparatuur, dienstauto’s en TIP-kar) van Natuurmonumenten te gebruiken bij het uitvoeren van je werk. Mocht er tijdens de uitoefening van de vrijwilligerswerkzaamheden iets gebeuren waardoor je aanspraak wilt maken op één van de verzekeringen, neem dan s.v.p. direct contact op met je begeleider. Deze zorgt er dan voor dat er een procedure in gang wordt gezet.
•
In alle andere gevallen dan de bovengenoemde, adviseren we je om je privéverzekering aan te spreken of, indien mogelijk, de verzekering van de gemeente waarin je woonachtige bent. Gemeenten ontvangen sinds 2008 budget van de overheid om (facultatief) een vrijwilligersverzekering af te sluiten voor hun inwoners die vrijwilligerswerk doen bij diverse organisaties. Vele gemeenten in Nederland hebben inmiddels een dergelijke verzekering afgesloten.
•
In een aantal gevallen is er sprake van bijverzekeren. Overleg met je begeleider in de beheereenheid of dat het geval is. Molenaars worden bijvoorbeeld gezien als een aparte groep. Als je vrijwillige molenaar bent, dan is een bijverzekering nodig bij het Gilde van Vrijwillige Molenaars, waar je tevens lid van dient te zijn.
39
40
deel C: werkzaamheden
deel C: werkzaamheden
10 PROMOTIONELE WERKZAAMHEDEN Alle vrijwilligers die betrokken zijn bij promotionele activiteiten hebben een belangrijke verantwoordelijkheid. Zij zijn namelijk nadrukkelijk degenen die als visitekaartje van Natuurmonumenten optreden.
10.1 Voorlichting door vrijwilligers Vrijwilligers dragen bij aan het imago van Natuurmonumenten, zodat leden en niet-leden een actieve vereniging herkennen waar ze graag bij willen horen. Vrijwilligers die in de voorlichting werken, nemen daarbij een speciale plaats in. Persoonlijk contact is namelijk vele malen sterker en effectiever dan alle andere communicatie. Één van de manieren om hieraan bij te dragen is het meewerken in het terrein informatieteam, oftewel TIPteam. Op dit terreininformatiepunt hebben bezoekers de mogelijkheid om persoonlijk contact te hebben met Natuurmonumenten. Hier staan actieve en enthousiaste vrijwilligers die vertellen over doel en werk van Natuurmonumenten. Deze actieve vrijwilligers bieden anderen de gelegenheid om nader kennis te maken met Natuurmonumenten en zo hun betrokkenheid te vergroten. Zo werkt persoonlijk contact bij voorlichting en ledenbinding. Een TIP-kar, folders, brochures, Natuurbehoud en gerichte verkoopartikelen zijn daarbij hulpmiddelen. Waar het om draait is duidelijk maken waarom het belangrijk is het werk en de doelstellingen van Natuurmonumenten te blijven steunen. De informatieteams worden ingezet bij onze natuurgebieden en evenementen waar veel leden worden verwacht. De TIP is een verlengstuk of juist een entree van de natuurgebieden. De inzet van het informatieteam en het gebruik van een TIP-kar worden na overleg in een jaarlijkse planning van de eenheid vastgesteld. Ook in de bezoekerscentra zijn er vrijwilligers actief. Naast het geven van voorlichting en informatie aan bezoekers, kan je ook hand- en spandiensten verrichten in het bezoekerscentrum. Een voorbeeld hiervan is het zorgen voor een goede presentatie van de aanwezige communicatiemiddelen. Enthousiasme Als voorlichtingsvrijwilliger ben je het visitekaartje van Natuurmonumenten. Dus vertel enthousiast het verhaal van Natuurmonumenten en sta open voor meningen en ideeën van anderen. Je praat niet namens jezelf, maar namens Natuurmonumenten. Je spreekt en handelt vanuit het beleid van de organisatie. Intern mogen we af en toe discussie voeren, maar naar buiten toe laten we één Natuurmonumenten zien.
10.2 Wat moet je weten? Als vrijwilliger in voorlichting en promotie is het belangrijk dat je de doelstellingen en de hoofdlijnen van het werk van Natuurmonumenten kent. De belangrijkste informatiebronnen om bij de hand te houden zijn: •
het Natuurboek met uitgebreide informatie over alle gebieden van Natuurmonumenten;
•
folders over actuele thema's van Natuurmonumenten, algemene informatiefolders en -brochures;
•
wandelkaarten en (wandel)folders over de natuurgebieden waar je (in de buurt) bent.
•
Je kan met behulp van deze bronnen veel vragen beantwoorden.
Waar kun je nog meer aan denken •
Let op de actualiteiten en neem, voor je op pad gaat, contact op met je begeleider voor de laatste gebiedsinformatie.
•
Lees ook de laatste nummers van Natuurbehoud, Van Nature en de actualiteiten op onze website nog even door.
41
10.3 Heeft een bezoeker klachten? Als een bezoeker een klacht heeft of het niet eens is met het beleid, is het goed als je hem de gelegenheid geeft om diens ongenoegen te uiten. Probeer goed te luisteren wat het probleem is. Je kunt de kwestie waarschijnlijk niet zelf oplossen. Ga niet in discussie en toon begrip. Vertel iets over de hoofdlijnen van het beleid en leg je positie als vrijwilliger uit. Vraag of men contact wil opnemen met de Ledenservice of met de beheerder. Of bied aan om iemands gegevens te noteren zodat een medewerker later contact met de betreffende persoon op kan nemen en neem hier actie op. Je hoeft niet alles te weten om je werk goed te kunnen doen. Geef aan als je iets niet weet, en ga niet ter plekke een antwoord bedenken. Weet wanneer je beter kunt doorverwijzen en naar wie. Een vraag die je niet kunt beantwoorden, kan meestal wel direct aan de Ledenservice op het centraal kantoor gesteld worden via telefoonnummer: (035) 655 99 11 (op werkdagen van 9.00 uur tot 17.00 uur). En vergeet het beheerkantoor en het bezoekerscentrum in de regio niet. Als het om lokale of regionale onderwerpen gaat, zijn dat natuurlijk de aangewezen adressen!
10.4 Hoe werf je leden? Wanneer je mensen vraagt om een maatschappelijke organisatie te steunen, dan is het goed even stil te staan bij de motieven die mensen hebben om daar uiteindelijk positief op te reageren. Tips vind je in de bijlage: 'Leden werven in vijf stappen' (zie: Bijlagen). Waarom steunen mensen goede doelen: •
het wordt aan hen gevraagd;
•
ze voelen zich emotioneel geraakt of betrokken bij het onderwerp;
•
het is leuk om te geven of iets goeds te doen voor een ander (altruïsme).
Uit onderzoek blijkt dat mensen voornamelijk positief reageren op emotionele prikkels, zoals: •
angst, bijvoorbeeld voor ziektes, onveiligheid;
•
exclusiviteit, bijvoorbeeld een kleine groep mensen die een groot project realiseren of ‘deze mooie natuur is er mede dankzij mij’;
•
schuld, belangrijke succesfactor voor milieuorganisaties;
•
boosheid, vooral actiegroepen appelleren hieraan.
Afstandelijkheid, zakelijkheid, misplaatste ethiek en onduidelijkheid zijn factoren die een succesvolle werving van leden negatief beïnvloeden. Vermijd deze valkuilen en zorg ervoor dat, wanneer je probeert iemand lid te maken, er voldoende emotionele prikkels verwerkt zijn in je verhaal. Waarom wordt iemand lid van Natuurmonumenten? Er zijn al zo veel natuur- en milieuorganisaties en Natuurmonumenten heeft al zo veel leden, waarom zou iemand nog lid willen worden? Het antwoord is eenvoudig: vraag het op een goede manier. Aan de doelstellingen en de activiteiten ligt het niet. Waar Natuurmonumenten voor staat is zo tastbaar, herkenbaar, uniek en absoluut nodig. Mede door haar grote achterban vormt Natuurmonumenten een belangrijke en succesvolle pleitbezorger voor de natuur in Nederland. Het spreekt voor zich dat als iemand passie heeft voor de natuur diegene ook vrij gemakkelijk de stap naar het lidmaatschap zet. Realiseer je wel dat bezoekers van het natuurgebied of deelnemers aan een excursie niet als vanzelfsprekend de link leggen met Natuurmonumenten, de schoonheid van het gebied, de eigen beleving en het aangaan van een lidmaatschap. Daarom is het goed om er zelf over te beginnen.
42
Hoe werf je op een succesvolle manier? De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan onder leden die via persoonlijk contact zijn geworven. Uit deze onderzoeken blijkt dat de manier waarop de persoon die zoiets vraagt cruciaal is. Een succesvolle persoonlijke werving van een lid begint bij het gunnen. Nieuwe leden gaven aan dat zij op de eerste plaats aangenaam getroffen waren door degene die het hen vroeg en pas daarna gaven zij aan dat ook het doel hen aansprak. Bij persoonlijke werving speelt het guneffect dus een zeer belangrijke rol. Met andere woorden: geef ik mijn steun aan iemand die er onaangenaam uitziet, eigenwijs is, slecht luistert en geen blijk geeft van respect. Of maakt iemand mij lid, die er verzorgt uitziet, spontaan is, een open houding aanneemt, luistert en met enthousiasme vertelt over Natuurmonumenten. Het laatste is natuurlijk het geval. Het gunnen bereik je vooral door: •
een enthousiaste uitstraling;
•
spontaniteit;
•
een open houding;
•
luisteren en respect tonen;
•
aanstekelijke bevlogenheid.
Daarnaast worden mensen steeds passiever in het aangaan van lid- en donateurschappen van goede doelen. Ze willen wel, maar het mag niet al te veel tijd kosten. Met persoonlijke werving is een lidmaatschap snel en zonder al te veel moeite geregeld. Het potentiële lid is slechts een paar minuten kwijt en hoeft niet veel meer te doen dan ja zeggen en een handtekening te plaatsen. Doelstelling ledenwerving •
Een nieuw lid mag zelf bepalen wat hij wil en kan geven voor de natuur in Nederland.
•
Een nieuw lid betaalt via automatische afschrijving.
•
Een nieuw lid betaalt bij voorkeur per maand.
•
Een nieuw lid steunt Natuurmonumenten voor een bedrag vanaf 2 euro per maand, met een minimum van 22,50 euro per jaar (meer kan ook, het maximum bepaalt een lid zelf).
10.5 Op excursie met Natuurmonumenten Natuurmonumenten ontvangt in de natuurgebieden veel verschillende bezoekers. Zowel leden als niet-leden kunnen deelnemen aan de excursies die regelmatig worden georganiseerd. Deelnemers van een excursie zien de excursieleider als een vertegenwoordiger van Natuurmonumenten. Doet de excursieleider het goed, dan blijven de deelnemers langer lid van Natuurmonumenten en excursiedeelnemers die geen lid zijn, worden het alsnog. Doet de excursieleider het echter niet goed, dan kan het omgekeerde effect optreden. Leden zeggen eerder op en potentiële leden haken af. Kortom: het belang van een goede excursie is duidelijk en levert een directe bijdrage aan de continuïteit van Natuurmonumenten. Een goede excursie versterkt de betrokkenheid van de leden en biedt grote kansen voor het werven van nieuwe leden. Hoofddoelstelling excursies Natuurmonumenten Verbinden is bij excursies van Natuurmonumenten een centraal thema. We willen mensen verbinden met natuur en met Natuurmonumenten. Een excursie is een uitstekend voorlichtingsmiddel waarmee veel bereikt kan worden. Inhoud en vorm zijn nauwkeurig afgestemd op de interesses en samenstelling van de deelnemers. De in het gebied aanwezige natuur- en cultuurelementen zijn voor de excursieleider de concrete zaken waarmee hij het verhaal achter de
43
natuur en Natuurmonumenten kan overbrengen. Vaak heeft een excursie een duidelijk thema dat als een rode draad door de excursie loopt. Een excursie bij Natuurmonumenten is een belevenis en stimuleert de deelnemers om zelf actief op zoek te gaan naar de natuur. Tijdens een deskundig geleide excursie beleven gasten de natuur intensief. Door excursies worden de gebieden toegankelijker en neemt het maatschappelijke draagvlak voor het werk van Natuurmonumenten toe. Excursies hebben een positief effect op de manier waarop Nederland denkt over natuur en natuurbescherming. Deelnemers aan een goede excursie houden daar meestal lange tijd goede herinneringen en een positief beeld van Natuurmonumenten aan over. Zij zien de organisatie als een belangrijke en succesvolle natuurbeschermer die steun nodig heeft. De financiële bijdrage aan de excursie zien zij als een donatie aan de natuur in Nederland. Deelnemers die al lid zijn krijgen hiervoor de bevestiging en de waardering. En de deelnemers die nog geen lid zijn, worden benaderd om Natuurmonumenten actief en structureel te steunen. Inhoud en presentatie Een goed contact met de deelnemers is een voorwaarde voor een geslaagde excursie. Voordat een excursie start, is het een goed idee om voor jezelf als excursieleider vast te stellen wat je wilt overbrengen aan de deelnemers. Excursiedeelnemers onthouden niet veel details, daarom is het belangrijk dat je ten minste de hoofddoelstelling realiseert. Als excursieleider geef je de gasten informatie, maar wil je ze vooral enthousiast maken voor het prachtige natuurgebied, de planten en de dieren die er leven en voor het werk van Natuurmonumenten. Hoe krijg je dat het beste voor elkaar? Hoe breng je het verhaal zo, dat mensen niet alleen wat leren, maar dat ze ook enthousiast worden? Om goed contact te hebben met de deelnemers is het belangrijker om met hen in gesprek te gaan dan om de hele tijd zelf het woord te voeren. Houd steeds de hoofdboodschap voor ogen, de zorgvuldig gekozen rode draad. Om deze boodschap over te brengen kies je werkvormen die passen bij de groep en bij het gebied. Door tijdens de excursie meerdere werkvormen te gebruiken, maak je de excursie afwisselender. Wat is een goede excursie? Zorg ervoor dat een excursie een bijzondere ervaring wordt voor de deelnemers, zodat het behalve leerzaam ook vooral leuk is. Je persoonlijke presentatie is van grote invloed op het effect van de excursie: je enthousiasme, je contact en omgang met de mensen bepalen of een excursie slaagt. Niet in de laatste plaats zijn ook allerlei technische en praktische aspecten van de excursie van belang, zoals een goede voorbereiding, op tijd komen, wisselgeld en ledenwerffolders meenemen, enz. Praktische tips staan in de bijlage: ‘De ideale excursie in zeven stappen’ (zie ook: Bijlagen). Uitgangspunt is dat iedere excursieleider van Natuurmonumenten voor algemene doelgroepen een goede excursie kan geven. Dat geldt zowel voor medewerkers als voor vrijwilligers. Daarvoor is het noodzakelijk dat de gids inhoudelijk goed op de hoogte is van de natuur in het betreffende natuurgebied en van Natuurmonumenten. En ook dat hij kan inspelen op de wensen en verwachtingen van de doelgroep. Enkele ideeën om de kwaliteit van een excursie te bewaken: •
onderlinge uitwisseling van ervaringen;
•
meegaan met andere excursieleiders;
•
geven en ontvangen van feedback aan elkaar, zowel over kennis van het gebied en het beleid als over de werkvormen;
•
voor en na het seizoen een bijeenkomst houden met alle excursieleiders van het gebied, voor uitwisseling van ervaringen en planning van nieuwe excursies;
44
•
kennis bijhouden door onder andere zelfstudie, door contacten met KNNV/IVN (Vereniging voor natuur- en milieueducatie), door uitwisseling met collega-excursieleiders en inventarisatievrijwilligers en door overleg met beheerder en begeleider;
•
voor beginnende excursieleiders is er een opleiding voor natuurgids bij het IVN, eventueel in
•
voor het bijhouden en aanscherpen van excursievaardigheden kun je onder andere terecht bij het IVN
samenwerking met Natuurmonumenten of andere organisaties; en/of collega-excursieleiders. Ook is bijscholing op dit onderdeel mogelijk.
45
11 TERREINBEHERENDE WERKZAAMHEDEN Door mee te werken in het terreinbeheer voel je jezelf betrokken bij een natuurgebied. Je bent lekker actief bezig, beleeft de natuur van dichtbij, ontmoet leuke mensen en doet kennis op van het natuurgebied en de planten en dieren die er leven. Je begrijpt daarna nog beter hoe kwetsbaar die natuur is en waarom natuurgebieden bescherming verdienen. Kennis opdoen Als er regionale themadagen worden georganiseerd over natuurbeheeronderwerpen, dan worden de vrijwilligers die in die regio zijn ingeschreven, daarvoor uitgenodigd. Werken met instructies De begeleider in de eenheid geeft instructies over het werk en de veiligheid. Ook wordt er gewerkt met werkinstructiekaarten, de zogenaamde WIK’s. Dat zijn documenten met de belangrijkste instructies voor het uitvoeren van een beheermaatregel. Op een WIK is te vinden wat het doel is van de werkzaamheden, de resultaatbeschrijving en werkwijzen, vaak voorzien van afbeeldingen en een plattegrond. Er zijn algemene werkinstructies over het maaien van grasland, het opschonen van een poel of het verwijderen van jonge boompjes op de heide. Ook zijn er specifieke werkinstructies over bijvoorbeeld het maaien van dotterbloemgraslanden, het beheer van een reptielencorridor of over snoeien. Training Als het nodig is voor het beheerwerk, dan zorgt de beheereenheid voor motorzaagtrainingen of EHBO-in-hetveld trainingen.
11.1 Veiligheid Vooral bij het werken in de gebieden speelt veiligheid van het werk een grote rol. Het aantal vrijwilligers dat tegelijkertijd in de natuurgebieden kan werken, is daarom afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare begeleiding. Dit kan een medewerker van Natuurmonumenten zijn of een vrijwilliger die kennis heeft van de arbo-regels en de beschikbaarheid heeft over de benodigde veiligheidsmiddelen. Om veiligheid te waarborgen ben je als vrijwilliger verplicht om je aan de normen te houden, de geleverde materialen te gebruiken en de instructies te volgen van je begeleider.
11.2 Voorkomen is beter Voorkomen is altijd beter dan genezen. Een goede voorbereiding is daarbij het halve werk. Natuurlijk zal de begeleider voor het nodige zorgen om dit te bewerkstelligen. Zo zal hij steeds een duidelijke instructie geven en voor voldoende goede hulpmiddelen zorgen. Als iets je onverhoopt niet duidelijk is, vraag dan gerust om meer uitleg. Het is namelijk ook belangrijk dat iedereen de veiligheid van zichzelf en die van andere deelnemers goed in de gaten houdt. Het kan immers voorkomen dat er iemand niet fit is, of overmoedig. Een ongeluk zit vaak in een kleine hoek of komt door omstandigheden die de begeleider niet kan voorzien. Wat mag je bij natuurbeherende taken van Natuurmonumenten verwachten? •
geen werkzaamheden die je capaciteiten en kwaliteiten te boven gaan;
•
deugdelijk gereedschap en materialen;
•
uitgebreide en duidelijke instructies voor het vervoer, het dragen en het gebruik van gereedschap en de materialen en voor het verrichten van de werkzaamheden;
46
•
deskundige begeleiding bij het gebruik van gereedschap en materialen en het verrichten van de werkzaamheden;
•
veiligheidskleding en -schoeisel of goede instructies voor het zelf meenemen hiervan;
•
de verantwoordelijkheid ligt bij de organisatie;
•
verzekeringen: zie hoofdstuk 9.
Meer informatie is te vinden in het naslagwerk ’Arbo in het Nederlandse landschap’. Dit boek kun je inzien op het kantoor van de contactpersoon van Natuurmonumenten.
11.3 Kleding en schoeisel Bij het werk krijg je van Natuurmonumenten zo nodig hulpmiddelen en/of bedrijfskleding in bruikleen om jezelf te beschermen. Het is echter raadzaam zelf passende kleding te dragen. Dat wil zeggen, stevige werkschoenen en nauwsluitende kleding, waaraan je niet gemakkelijk blijft haken. Een van de risico’s bij het werken in de gebieden is besmetting door een tekenbeet. Bedekte armen en benen en een tekenwerend middel met Deet kunnen helpen om beten te voorkomen. In de EHBO-kist die op het werk aanwezig is, zit in ieder geval een tekenpincet, waarmee je de teek zo snel mogelijk kunt verwijderen. Het advies is om binnen twintig uur na verblijf in een natuurgebied het hele lichaam op teken te controleren! Meer informatie hierover vind je op: www.saag.nl. In natte gebieden en in het najaar zijn laarzen en regenkleding aan te bevelen. Klompen volstaan niet in ongelijk of glad terrein. Ook op de ladder zijn klompen niet veilig. Bij voorkeur draagt iedere vrijwilliger werkhandschoenen. En bij werken langs de weg worden veiligheidshesjes gedragen. Bij sommige werkzaamheden wordt hoofdbescherming gebruikt. Bij het knotten van wilgen is het bijvoorbeeld nodig dat je een veiligheidshelm draagt.
47
12 INVENTARISATIEWERKZAAMHEDEN Inventarisaties van vrijwilligers zijn voor Natuurmonumenten van grote waarde. Informatie over de planten en dieren (en soms ook de cultuurhistorische en aardkundige elementen) in een natuurgebied laat zien hoe het met een gebied gesteld is en of we eventueel het beheer aan moeten passen. Vrijwilligers die inventariseren moeten voor telwerkzaamheden in sommige gevallen van de paden af of buiten de reguliere openingstijden het veld in. Daarvoor is een vergunning nodig (zie hoofdstuk 7). Om de verzamelde gegevens vast te leggen, is een schriftelijk verslag van groot belang.
12.1 Verslaglegging De gegevens in je verslag verschaffen inzicht in de toestand van de natuur ter plaatse. Dat inzicht zou Natuurmonumenten niet of veel minder hebben zonder jouw verslag. Daarbij gaat het niet alleen om soortnamen en aantallen, maar ook om jouw mening en suggesties over het beheer of over de inventarisatie zelf. Ook als je jouw gegevens al aan een PGO (Particuliere Gegevensbeherende Organisatie, zoals Stichting FLORON (Floristisch Onderzoek Nederland), SOVON (Vogelonderzoek Nederland), Stichting RAVON (Reptielen, Amfibieën en Vissen Onderzoek Nederland) en de Vlinderstichting) stuurt, wat sterk aanbevolen wordt, heeft je rapportage voor Natuurmonumenten meerwaarde. Deze meerwaarde bestaat omdat de gegevens die Natuurmonumenten (vaak wat later) via de PGO's ontvangt, alleen betrekking hebben op de 'kale' gegevens, dus zonder interpretatie en aanbevelingen voor het beheer. Alle rapporten en verslagen worden in de centrale bibliotheek van Natuurmonumenten opgenomen en zijn dus altijd voor toekomstig gebruik te raadplegen. Natuurmonumenten wisselt overigens regelmatig flora- en faunagegevens met de PGO's uit. Onderstaande richtlijnen zijn vooral bedoeld om de waarde van jouw gegevens voor Natuurmonumenten te verhogen. Hopelijk ten overvloede: Natuurmonumenten is altijd bereid om je van dienst te zijn met suggesties, kaartmateriaal, vergunningen, reproductie van verslagen, et cetera. Het digitaal aanleveren van vindplaatsen en aantallen gaat steeds eenvoudiger. Het beste is om de gegevens in te voeren op één van de netwerk-pc's van Natuurmonumenten, bijvoorbeeld die op het beheerkantoor. Daarmee kunnen meteen ook mooie en handige kaarten gemaakt worden voor gebruik bij de inventarisaties. De gegevens worden ook meteen automatisch doorgegeven aan de PGO. Dit kan ook via www.telmee.nl of www.waarneming.nl, maar dit is voor de beheerders van de Natuurdatabank wat omslachtig. Lukt het niet op deze manier of heb je verder vragen over het invoeren van gegevens, dan kun je met contact opnemen met de beheerders van de Natuurdatabank van Natuurmonumenten.
12.2 Te gebruiken methodieken Als gewenste methodieken bij het inventariseren raadt Natuurmonumenten je aan om gebruik te maken van de methoden die ook door de betreffende PGO worden gebruikt. Dit geldt voor zowel monitoring als inventarisatie. Deze manier van werken verhoogt namelijk de vergelijkbaarheid van de gegevens. Waar nodig kun je hieronder een aanvullende toelichting per soortgroep vinden. Monitoring Met monitoring wordt bedoeld een regelmatig (bijv. jaarlijks) herhaalde telling volgens een vaste standaardmethode in een vast telgebied of langs een telroute. Een dergelijk telgebied of telroute is elke keer dezelfde en wordt altijd in zijn geheel op de betreffende soorten onderzocht. Dus niet de ene keer de ene helft en de andere keer de andere helft, want in dat geval wordt dat als twee verschillende teleenheden
48
beschouwd. Deze hoge mate van standaardisatie is nodig om veranderingen in de tijd te kunnen vaststellen, die ons iets kunnen zeggen over het beheer. Inventarisatie Inventarisatie is een telling die eenmalig kan zijn of af en toe plaatsvindt.
12.3 Broedvogels Broedvogels worden (doorgaans) geteld via de zogeheten uitgebreide territoriumkartering of door telling van nesten. Deze methode staat goed beschreven in de handleidingen van SOVON. De tellingen resulteren meestal in één enkele opgave van aantallen per soort, maar een aparte minimum- en maximumschatting kan ook door Natuurmonumenten verwerkt worden. Bij wijze van uitzondering worden soms andere methoden gebruikt. Belangrijk is dat je ook hierbij steeds zo veel mogelijk gebruik maakt van gestandaardiseerde methoden. Het is voor Natuurmonumenten erg handig om de eindresultaten ook als stippenkaarten te ontvangen.
12.4 Reptielen, dagvlinders en libellen Voor Natuurmonumenten is ook de monitoring van belang van reptielen, dagvlinders en libellen van de Rode Lijst en een aantal aandachtssoorten, onder meer de meetsoorten van Programma Beheer. Hierbij is vooral de verspreiding over het natuurgebied belangrijk. Ook worden zo veel mogelijk losse waarnemingen verzameld. Doe dat zo nauwkeurig mogelijk; minimaal op 100 meter nauwkeurig en liefst nog meer exact. Voor bedreigde soorten wordt nog preciezer naar de ontwikkeling van aantallen gekeken. Hiervoor is monitoring via de telroutes van belang. De methoden staan goed beschreven in de handleidingen van RAVON en de Vlinderstichting.
12.5 Amfibieën Monitoring vindt plaats binnen telgebieden met een omvang van 1 km2 (100 ha). Deze moeten bestaan uit eenzelfde landschapstype en meerdere voortplantingswateren bevatten. In al deze wateren wordt dan jaarlijks de aan- of afwezigheid van soorten vastgesteld. De methode staat goed beschreven in een handleiding van RAVON. Ook hier kun je daarnaast zo veel mogelijk losse waarnemingen verzamelen, liefst op 1 meter nauwkeurig.
12.6 Zoogdieren Er is geen standaardmethode voor de monitoring van alle soorten zoogdieren. Monitoring van vleermuizen kan plaatsvinden door kraamkolonies te tellen (holle bomen, gebouwen) aan de hand van uitvliegende dieren in juni. De methode staat goed beschreven in een handleiding van de VZZ (Zoogdiervereniging). Overwinterende vleermuizen kunnen eenmalig worden geteld in januari. Hiervoor is – behalve de vergunning van Natuurmonumenten – ook een ontheffing van de Flora- en Faunawet nodig. Neem hiertoe contact op met de VZZ. Dagactieve zoogdieren kunnen worden geteld langs telroutes, vooral als bijproduct van andere systematische tellingen (vogels, vlinders, reptielen). Burchten van dassen, vossen en hamsters kunnen jaarlijks worden geteld of nagelopen binnen vaste telgebieden. Ook nesten van eekhoorns kunnen jaarlijks (in februari) in telgebieden worden geteld. Deze methode staat beschreven in een handleiding van de VZZ. Ook van alle landzoogdieren kunnen losse waarnemingen systematisch worden verzameld, liefst op 100 meter nauwkeurig.
12.7 Sprinkhanen en krekels Voor deze soorten bestaat nog geen landelijke vaste methode van monitoring. Voor Natuurmonumenten is vooral de verspreiding van aandachtssoorten over het natuurgebied van belang. Verder kun je sommige populaties van zeldzame soorten volgen door bijvoorbeeld het aantal zingende mannetjes te bepalen. Ook hier kunnen zo veel mogelijk waarnemingen systematisch worden verzameld (inventarisatie).
49
12.8 Flora en vegetatie Flora (inclusief mossen die op de bodem groeien) De FLORON-schalen worden gebruikt voor aantallen en oppervlakken, in het bijzonder de Rode Lijstmethode van FLORON. Een verschil met de andere FLORON-methodes is de begrenzing van de waarneming. FLORON werkt op basis van kilometerhokken, voor Natuurmonumenten is vooral de populatiegrootte van een soort van belang. Hiervoor bestaat een uitgebreide handleiding met uitleg over de Rode Lijst florakartering. Deze is verkrijgbaar via de Natuurdatabank van Natuurmonumenten. Stippen op een kaart, arceren in combinatie met het aantal of de abundantieschaal geven een goed beeld. Bij monitoring kun je het betreffende transect, proefvlak of perceel ook op een kaartje aanduiden. Natuurmonumenten volgt soorten van de Rode Lijst en een aantal aandachtssoorten (onder andere meetsoorten Programma Beheer). Welke aandachtssoorten in een gebied van belang zijn, kun je het beste in overleg met de beheerder vaststellen. Hij kan tevens kaarten aan je geven met de, binnen Natuurmonumenten, te gebruiken perceelsnummering. Dit is zeker aan te bevelen bij perceelsgewijze monitoring. Vegetatie Voor vegetatieopnamen gebruikt Natuurmonumenten doorgaans de Braun-Blanquet methode. Als het gaat om permanente proefvlakken (PQ's), dan is een nauwkeurige plaatsaanduiding (< 1 meter) van belang. Mossen worden bij voorkeur ook genoteerd. Zo niet, vermeld dit dan altijd.
12.9 Overige soortgroepen Ook bij overige soortgroepen is vaak monitoring mogelijk. In het algemeen raden wij aan ook hierbij landelijke methodes te hanteren zoals die door PGO's worden gebruikt. Vooralsnog worden de gegevens hiervan niet in onze centrale Natuurdatabank opgeslagen, maar dat zou in de toekomst kunnen veranderen. Stuur de gegevens dus altijd op. Via onze bibliotheek zijn ze dan altijd weer eenvoudig terug te vinden.
12.10 Adressen van landelijke organisaties Natuurmonumenten A Postbus 9955, 1243 ZS ’s-Graveland, t.a.v. De Ledenservice T (035) 655 99 11 of Natuurdatabank T (035) 655 97 79 E
[email protected] of E
[email protected] KNNV (Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging) A Oudegracht 237, 3511 NK Utrecht T (030) 233 35 44 E
[email protected] W www.knnv.nl Stichting FLORON (Floristisch Onderzoek Nederland) A Einsteinweg 2 en Postbus 9514, 2300 RA Leiden T (071) 527 35 33 E
[email protected] W www.floron.nl
50
IVN (Vereniging voor natuur- en milieueducatie) A Plantage Middenlaan 2C en Postbus 20123, 1000 HC Amsterdam T (020) 622 81 15 E
[email protected] W www.ivn.nl Stichting RAVON (Stichting Reptielen, Amfibieën en Vissen Onderzoek Nederland) A Erasmustoren, Erasmusplein 1 en Postbus 1413, 6501 BK Nijmegen T (024) 365 32 70 E
[email protected] W www.ravon.nl SOVON (Vogelonderzoek Nederland) A Rijksstraatweg 178, 6573 DG Beek-Ubbergen T (024) 684 81 11 E
[email protected] W www.sovon.nl De Vlinderstichting A Postbus 506, 6700 AM Wageningen T (0317) 46 73 46 E
[email protected] W www.vlinderstichting.nl VZZ (Zoogdiervereniging) A Oude Kraan 8, 6811 LJ Arnhem T (026) 370 53 18 E
[email protected] W www.vzz.nl
51
13 TOEZICHTHOUDENDE WERKZAAMHEDEN Vrijwilligers die betrokken zijn bij toezicht op publiek hebben een belangrijke verantwoordelijkheid. De toezichthouder heeft namelijk de taak om als gastheer en -vrouw van Natuurmonumenten op te treden, én om ervoor te zorgen dat de natuur geen schade ondervindt van de bezoekers.
13.1 Toezichthouder als gastheer /vrouw Als toezichthouder kom je in contact met een breed publiek. Dat publiek kan afkomstig zijn uit alle delen van de bevolking. En niet iedereen komt naar je gebied vanwege de waarde van natuur en landschap. Er zijn ook mensen die met andere bedoelingen komen en hun gedrag kan strijdig zijn met natuurbescherming. Je spreekt de bezoekers aan als hun gedrag schadelijk is voor de natuur of storend is voor andere bezoekers. Daar hoort bij dat je de bezoekers voorlichting geeft over de effecten van hun gedrag, zodat ze beter begrijpen waarom een bepaalde regel geldt. Het doel daarvan is de bezoeker inzicht te geven, zodat hij zijn gedrag nu en later aanpast. Op die manier zorg je ervoor dat de natuur ook in de toekomst beter beschermd is. Stap op mensen af, maar probeer ook een open houding te hebben. Veel bezoekers zullen met vragen naar je toe komen. Beantwoord de vragen en weet ook wanneer je moet doorverwijzen en naar wie.
13.2 Grenzen stellen Toezicht houden is niet altijd eenvoudig. Het heeft te maken met omgaan met mensen, het goed kunnen inschatten van een situatie en het kennen van eigen grenzen en mogelijkheden. De toezichthouder staat er niet namens zichzelf maar namens Natuurmonumenten. Je spreekt en handelt dan vanuit het beleid van de organisatie. Intern mag je af en toe discussie voeren, maar naar buiten laten we één Natuurmonumenten zien. Daarom heeft elke toezichthouder dezelfde opdracht. Als toezichthouder ben je gastheer en –vrouw, maar dat wil niet zeggen dat je in alle gevallen voorkomend en vriendelijk hoeft te zijn. Als het nodig is, dan kun je nog steeds vriendelijk, maar ook gedecideerd aangeven: ‘Tot hier en niet verder’. Het is een taak waarbij hoge eisen worden gesteld. Zo is het niet de bedoeling dat het tot hoogoplopende conflicten komt, met verbaal of fysiek geweld. Als toezichthouder zorg je voor voldoende afstand. Je blijft rustig en doet er niet aan mee. En als het nodig is, dan weet je waar je hulp kunt krijgen. Desnoods loop je weg. Veiligheid gaat immers voor alles.
13.3 Toezicht houden in twee vormen Van alle vrijwilligers die toezicht houden verwachten we een actieve, publieksgerichte opstelling. Toezicht op publiek kent twee vormen. •
De eerste vorm is toezicht op publiek en uitsluitend gericht op informatievoorziening en dienstverlening aan publiek. Regelmatig biedt Natuurmonumenten trainingen aan om deze vaardigheden verder te ontwikkelen.
•
De tweede vorm is toezicht met BOA (Buitengewoon Opsporings Ambtenaar). Dit zijn de toezichthouders die in speciale gevallen voor handhaving van wetten en regels zorg dragen. Hiervoor beschik je als BOA over de verplichte BOA-akte, die je eventueel met (financiële) ondersteuning van Natuurmonumenten kunt behalen. Omdat er bij handhaving een extra veiligheidsrisico is voor de vrijwilliger en omdat er een vergroot afbreukrisico is voor de organisatie, zullen alle betrokkenen extra zorgvuldigheid in acht dienen te nemen.
52
13.4 Hoe ben je herkenbaar als toezichthouder Om goed herkenbaar te zijn, zorgt Natuurmonumenten voor uniforme kleding voor medewerkers en vrijwilligers. In uniform heb je ook een duidelijke voorbeeldfunctie. Je bent het visitekaartje van Natuurmonumenten. Voor veel bezoekers geeft deze herkenning een gevoel van veiligheid. Bovendien kun je door je uniform veel problemen voorkomen. Als je voor je toezichthoudende taken geen gebruik maakt van BOA, dan stelt Natuurmonumenten een legitimatiebewijs beschikbaar die je kunt tonen. Je begeleider in de eenheid zal ervoor zorgen dat je deze ontvangt. Hij heeft hiervoor een digitale pasfoto nodig en is het nodig dat je overeenkomst goed is ingevuld en je daardoor staat ingeschreven in de vrijwilligersdatabase. Dit legitimatiebewijs van Natuurmonumenten moet je inleveren bij je begeleider zodra je stopt met toezichtwerkzaamheden. En als je bij je toezichthoudende taken gebruik maakt van BOA, dan ben je al in bezit van een geldend BOA legitimatiebewijs voor je werkzaamheden en volstaat deze als legitimatiebewijs voor je toezichttaken bij Natuurmonumenten.
13.5 Luisteren Zoals in het voorgaande paragraaf al staat aangegeven, heb je een duidelijke voorbeeldfunctie. Je bent het visitekaartje van Natuurmonumenten. Probeer bij je werk als toezichthouder goed te luisteren en waar te nemen wat er gebeurt. Door goed te luisteren en de motieven van publiek te begrijpen, kun je vaak beter uitleggen waarom Natuurmonumenten bepaalde regels heeft en wat wij nog meer doen om de natuur ook te beschermen in de toekomst. Of, als je het antwoord niet zo goed weet, kun je het nog eens opzoeken of navragen bij de coördinator/ begeleider. Probeer mensen met een andere mening te respecteren en begrip op te brengen voor hun belangen. Neem hen serieus. Daarmee voorkom je veel onnodige weerstand. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je met iedereen mee moet praten. Immers, jij staat er voor de bescherming van natuur en landschap en jij draagt de standpunten van Natuurmonumenten uit. Je blijft daarbij positief, ook bij kritische vragen.
13.6 Wat moet je weten en kunnen? Als vrijwilliger met toezichthoudende taken is het belangrijk dat je de hoofdlijnen van het werk van Natuurmonumenten kent. Zowel op het gebied van toezicht als op het gebied van recreatie. Bovendien ken je de natuurgebieden en de omgeving goed, evenals de geldende regels. Je hebt goede en prettige contactuele en communicatieve vaardigheden en je kunt goed uitleg geven en met het publiek omgaan. Ook ken je de grenzen van je eigen mogelijkheden en weet je wanneer je hulp moet vragen of beter weg kunt lopen.
Het toezicht vindt in principe plaats tussen zonsopkomst en zonsondergang (de openingstijden van het natuurgebied). Vooraf wordt in overleg met je toezichtcoördinator/ begeleider in de eenheid en de andere toezichthouders een rooster opgesteld. Maak goede afspraken met elkaar over wie je kunt inschakelen bij problemen. Alle toezichthoudende werkzaamheden worden gecoördineerd door de toezichtcoördinator in het beheerteam.
53
14 ADMINISTRATIEVE WERKZAAMHEDEN Ook vrijwilligers die administratieve taken doen, leveren een belangrijke bijdrage aan de natuurbescherming.
14.1 Groene kennis? Voor de administratieve taken heb je geen ‘groene’ kennis nodig. Ook een goede conditie (zoals bij terreinwerk) is geen vereiste. Wat wel nodig is, is dat je een servicegerichte instelling en plezier in administratieve- en ondersteunende taken hebt.
14.2 Welke administratieve taken zijn er? De inhoud van de taken zal sterk afhangen van de plaats waar je werkt. Op een beheerkantoor kun je ter ondersteuning van de boswachter administratief werk doen. Je taken bestaan daar uit bijvoorbeeld het invoeren van gegevens van inventarisaties van planten en dieren, archiefwerk, of het doorvoeren van wijzigingen in administratieve systemen. De inventarisatiegegevens zijn door andere vrijwilligers en medewerkers van Natuurmonumenten verzameld en moeten in de computer worden ingevoerd om nader te verwerken. Het is secuur werk, waarbij je enige ervaring met computers en met verschillende softwareprogramma’s moet hebben. Soms bestaat je werk uit het aannemen van de telefoon en je treedt dan op als gastheer of –vrouw van Natuurmonumenten. Op een regiokantoor of op het centraal kantoor zijn er voldoende mogelijkheden voor administratief werk. Je kunt een medewerker van één van de specialisaties of een secretariaat ondersteunen door bijvoorbeeld het archiveren van documenten en contracten, afspraken maken, gegevens inventariseren en/of invoeren in de systemen, bibliotheekwerk, et cetera. Kortom, de taken van de administratieve vrijwilliger kunnen erg divers zijn, afhankelijk van de behoefte in de eenheid/ het kantoor en van jouw wensen en mogelijkheden. Bij je start maak je afspraken over je werktijden, je werkplek, en de mogelijkheid van een ICT-account. Je begeleider zorgt ervoor dat je de nodige uitleg en begeleiding bij je taken ontvangt, en middelen tot je beschikking hebt zodat je goed kunt werken. En als het nodig is, dan kun je in overleg een relevante cursus volgen.
14.3 Rooster of afroep? Met je begeleider maak je afspraken over wat je taken zijn en wanneer je beschikbaar bent. Je kunt bijvoorbeeld overeenkomen dat je bijspringt als er een grote mailing de deur uit moet. Ook kan het zijn dat je kiest voor een vaste dag in de week en allerlei hand- en spandiensten verricht.
54
15 BELANGENBEHARTIGING De belangen van de natuur en de natuurgebieden kunnen op veel verschillende manieren in het geding komen. Veel bedreigingen komen voort uit plannen op het gebied van ruimtelijke ordening. Een vrijwilliger Belangenbehartiging helpt mee om de bedreiging tijdig te signaleren en om op gepaste wijze op te komen voor de natuur.
15.1 Op verschillende niveaus Belangenbehartiging kan op veel verschillende manieren en op verschillende niveaus plaatsvinden. Je kunt een tipgever zijn, maar ook iemand die nauw samenwerkt met lokale natuur- en milieugroepen. Vooral op lokaal niveau is het heel waardevol als je de aanvragen voor bouw- en aanlegvergunningen in de gemeentepagina's van de lokale of regionale kranten napluist. Ook tips voor mogelijkheden tot inspraakprocedures zijn welkom, evenals aandacht voor ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke ordening. Juist als je de plaatselijke situatie goed kent, weet je waar kansen liggen om de natuur beter te beschermen. Omdat de gebieden van Natuurmonumenten zich vaak over meerdere gemeenten uitstrekken, zijn extra ogen en oren erg welkom, zodat we ontwikkelingen goed in de gaten kunnen houden en eventuele knelpunten tijdig in beeld kunnen brengen. Een andere mogelijkheid is als je tips en aandachtspunten onderbouwt met argumenten, bijvoorbeeld in de vorm van een concept-inspraakbrief. Het is bij dit vrijwilligerswerk van belang dat je enige kennis van en ervaring hebt met (inspraak)procedures rond ruimtelijke ordening. Veel vrijwilligers belangenbehartiging werken vanuit huis. Toch is het belangrijk om regelmatig te overleggen met je begeleider van Natuurmonumenten. Optreden namens Natuurmonumenten is niet gebruikelijk en kan alleen als daarover vooraf een zeer duidelijke afspraak gemaakt is. Een andere werkwijze om de belangen van Natuurmonumenten te behartigen, is dat je onze argumenten meeneemt in je eigen reactie bij inspraakprocedures of bij overlegorganen, waarin je participeert. Bij deze werkwijze reageer je dus niet namens Natuurmonumenten, maar wel in de geest van Natuurmonumenten. Het is daarvoor natuurlijk van belang je reactie goed af te stemmen met de verantwoordelijke voor belangenbehartiging binnen Natuurmonumenten.
55
56
deel D: praktische informatie
deel D: praktische informatie
16 CONTACTPERSONEN Je contactpersoon bij Natuurmonumenten is je eerste aanspreekpunt bij allerhande vragen of opmerkingen over je vrijwilligerswerk en gerelateerde onderwerpen. Voor andere zaken vind je hierbij de contactgegevens en adressen van de Ledenservice, je regiokantoor en bezoekerscentra in je regio: Ledenservice Natuurmonumenten A Postbus 9955, 1243 ZS ’s-Graveland T (035) 6559 911 E
[email protected] Regiokantoren Natuurmonumenten Regiokantoor Groningen, Friesland en Drenthe A Oostersingel 25 en Postbus 764, 9400 AT Assen T (0592) 30 50 50 Regiokantoor Overijssel en Flevoland A Emmastraat 7, 8011 AE Zwolle T (038) 344 80 20 Regiokantoor Gelderland A Heuvenseweg 5, 6991 JE Rheden T (026) 3523 456 Regiokantoor Noord-Holland en Utrecht A Zuidereinde 49 en Postbus 9955, 1243 ZS ’s-Graveland T (035) 6559 655 Regiokantoor Zuid-Holland en Zeeland A Stationsplein 4-A3/202 en Postbus 29198, 3001 GD Rotterdam T (010) 2170 141 Regiokantoor Noord-Brabant en Limburg A Nachtegaallaan 5 en Postbus 494, 5600 AL Eindhoven T (040) 2971 414 Bezoekerscentra Natuurmonumenten Bezoekerscentrum Dwingelderveld A Benderse 22, 7963 RA Ruinen T (0522) 472 951 1 April tot 1 november en in alle schoolvakanties geopend op maandag t/m zondag van 10.00 - 17.00 uur. 1 November tot 1 april op woensdag t/m zondag van 10.00 - 17.00 uur.
57
Bezoekerscentrum De Wieden A Beulakerpad 1, 8326 AH Sint Jansklooster T (0527) 24 66 44 E
[email protected] 1 April tot 1 november geopend op dinsdag t/m zondag van 10.00 - 17.00 uur (1 juni tot 1 september ook op maandag open van 12.00 – 17.00 uur). 1 November tot 1 april geopend op woensdag, zaterdag en zondag van 12.00 - 16.00 uur (tijdens wintervakanties geopend op dinsdag t/m zondag van 12.00 – 16.00 uur). Bezoekerscentrum Veluwezoom A Heuvenseweg 5A, 6991 JE Rheden T (026) 4979 100 Dinsdag t/m zondag geopend van 10.00-17.00 uur. Tijdens schoolvakanties ook geopend op maandag. Bezoekerscentrum ’s-Graveland A Noordereinde 54B, 1243 JJ ’s-Graveland T (035) 6563 080 1 Maart tot 1 januari geopend op woensdag t/m zondag van 10.00 – 17.00 uur. 1 Januari tot 1 maart geopend op woensdag t/m zondag van 10.00 – 16.00 uur. Bezoekerscentrum Nieuwkoop A Dorpsstraat 116, 2421 BC Nieuwkoop T (0172) 520 010 1 April tot 1 november geopend op dinsdag t/m zondag van 10.00 – 17.00 uur. 1 November tot 1 april geopend op woensdag en vrijdag t/m zondag van 11.00 – 17.00 uur. Bezoekerscentrum Oisterwijk A Van Tienhovenlaan 5, 5062 SK Oisterwijk T (013) 5231 800 E
[email protected] 1 April tot 1 november geopend op dinsdag t/m zondag van 10.00 - 17.00 uur. 1 November tot 1 april: woensdag, zaterdag en zondag van 10.00 - 16.00 uur. Bezoekerscentrum Brunssummerheide A Schaapskooiweg 99, 6414 EL Heerlen T (045) 5630 355 Het bezoekerscentrum en pannenkoekenrestaurant Schrieversheide zijn 7 dagen per week geopend. De infobalie en de winkel zijn, m.u.v. maandagen, dagelijks geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Voor meer informatie over de openingstijden en reserveringen kun je bellen met: T (045) 5224 693.
58
bijlagen
Bijlagen
BIJLAGEN
59
Leden werven in vijf stappen
In vijf stappen naar succes Voordat je iemand aanspreekt, heb je al subtiel getoetst of diegene lid is van Natuurmonumenten. Stap 1: Oogcontact Oogcontact is essentieel en ligt voor de hand. Verlies tijdens het gesprek niet het oogcontact omdat je afgeleid bent door wat er om je heen gebeurt. Met iemand in gesprek zijn en vervolgens deze persoon niet aankijken, geeft blijk van desinteresse. Stap 2: Het gesprek starten Het oogcontact is gemaakt, je hebt de aandacht. Wat nu? Meteen maar met de deur in huis vallen en vragen of iemand lid wil worden? Niet doen! Mensen voelen zich hierdoor overvallen en hebben nog onvoldoende argumenten gekregen om ja te zeggen. Wat wel? Een goede spontane openingszin. Een dergelijk zin is voor iedereen anders. Belangrijk is dat het uit je zelf komt en geen geforceerde openingszin is. Pas op voor een al te beleefde opening zoals: "Mag ik u iets vragen?" en dan vervolgens het antwoord af te wachten. Hierdoor kan er een bot en kort "nee" of een geforceerde start van het gesprek volgen na het antwoord "ja hoezo?". Beter is het gesprek bijvoorbeeld te starten door een interessevraag te stellen: "Hoe vond u de wandeling?" Het effect zal zijn dat de aangesprokene met jou in gesprek gaat. Stap 3: Inhoudelijke terugkoppeling naar de wandeling Dit is een lastige fase in het gesprek. Hier kun je behoorlijk de mist in gaan door te snel het lidmaatschap aan te bieden, dan wel de regie over het gesprek volledig kwijt te raken. In stap 2 krijg je informatie van de bezoeker. Op basis van het antwoord bepaal je de voortzetting. Dus als iemand aangeeft de wandeling ontzettend leuk en leerzaam te vinden, dan vervolg je bijvoorbeeld met: "Dat vind ik leuk om te horen. Hoe kijkt u bijvoorbeeld nu aan tegen onze activiteiten om de zwarte stern hier in dit gebied te kunnen laten broeden?" De bezoeker zal positief reageren en voelt zich serieus genomen omdat je hem om een mening vraagt. Laat vervolgens ook iets van je eigen motivatie en bevlogenheid blijken. "Ik kom al bijna heel mijn leven in dit gebied, schitterend, die rust, dat open landschap met mooie vergezichten, al die vogels die hier broeden. Ik ben blij dat ik dit werk mag doen namens Natuurmonumenten. Wat wil een mens nog meer." Gepassioneerde en gemotiveerde mensen dwingen respect en bewondering af. Wees niet bang of te bescheiden om je passie te laten zien. Stap 4: De vraag voor het aangaan van een lidmaatschap Zoals eerder vermeld reageren mensen op emotionele prikkels. Houd vooral geen algemeen verhaal, waarom mensen Natuurmonumenten moeten steunen. Wees concreet en kies voor de dialoog en vraag positieve bevestiging. Bijvoorbeeld: "Al dit moois kunnen we behouden doordat wij met man en macht dit gebied open en nat houden. Doen we dat niet dan groeit hier de boel dicht met moerasbossen. Dan verdwijnt de veelzijdigheid van dit gebied en daardoor ook de verscheidenheid aan planten en dieren. U vindt toch ook dat we dit soort gebieden moeten behouden?" De bezoeker zal hierop ja zeggen (positieve bevestiging). Vervolg dan met: "dus u vindt het ook belangrijk dat Natuurmonumenten op deze wijze dit gebied onderhoudt en beschermt?" Ook hier zal het potentiële lid ja opzeggen.
60
Je zou nog een keer een bevestiging kunnen vragen: "Natuurmonumenten blijft bedreigde natuur aankopen en nieuwe natuur aanleggen want het is belangrijk dat wij plekken houden waar u en ik van kunnen genieten en waar planten en dieren ongestoord kunnen leven. Bent u het eens met onze manier van werken?" Het potentiële lid antwoordt met een ja. Op dit moment moet de logische koppeling plaatsvinden naar de vraag voor het aangaan van een lidmaatschap. In de voorgaande stappen heb je voldoende bevestiging gekregen. Nu is het zaak om het potentiële lid ook daadwerkelijk een voorstel te doen. Het is belangrijk nu een bruggetje te maken naar het ledenwerven. Kies bijvoorbeeld voor de volgende aanpak: "wij kunnen dit alleen maar doen met de steun van mensen zoals u en ik. Daarom wil ik u vragen of u er wel eens over heeft nagedacht om Natuurmonumenten hierin te steunen?" Het voordeel van deze vraag is dat een nee nog geen afwijzing is en het potentiële lid begrijpt waar je heen wilt. Ongeacht het antwoord vervolg je met: "Natuurmonumenten is een particuliere vereniging van mensen zoals u en ik. Samen met alle leden zorgen wij er voor dat onder andere dit soort gebied beschermd blijft. Door lid te worden geeft u de natuur in Nederland een stem, want hoe meer leden Natuurmonumenten heeft hoe meer wij met zijn allen bereiken bij bijvoorbeeld de landelijke en regionale overheden voor de natuur in Nederland. Wat denkt u? Lijkt het u wat?" Het potentiële lid reageert dan vaak met: "Op zich wel, maar hoe gaat dat in zijn werk?" Vervolg het gesprek bijvoorbeeld met: "Heel eenvoudig, u kunt het direct met mij regelen. Ik vul alles in voor u. U krijgt gratis het boek Natuurwijzer met daarin meer dan 300 natuurgebieden en daarnaast ontvangt u vier maal per jaar een magazine met daarin bijzondere artikelen over de natuur in Nederland. Via dit blad houden wij u ook op de hoogte van alle excursiemogelijkheden waar u als lid met korting gebruik van kan maken. Wat vindt u ervan? Zullen we het gewoon doen?" Belangrijk is wel dat het guneffect, zoals hiervoor uitvoerig beschreven, gedurende het gesprek aanwezig blijft. De aangesprokene mag zich niet gaan irriteren aan je gedrag, houding of taalgebruik. Stap 5: Afwikkeling en afronding/aansturen op het bedrag Het is duidelijk; de bezoeker wil wel steunen. Voorkom woorden als lidmaatschap en machtiging. Vul de antwoordkaart zelf in en begin bijvoorbeeld met de vaststelling van het definitieve bedrag. "met welk bedrag wilt u ons steunen? U bent vrij om zelf te bepalen wat u wilt en kunt missen voor de natuur in Nederland. Ik kan u wel zeggen dat de meeste mensen kiezen voor een bedrag tussen de € 6 en € 15 per maand, maar het staat u volkomen vrij om minder of meer bij te dragen?" Wees niet bang om het bedrag te sturen en zelfs te herhalen. Dit is niet agressief maar duidelijk. Draai er niet om heen maar durf te vragen. Wat is € 10 euro per maand in de wetenschap dat er zo verschrikkelijk veel met dat geld wordt gedaan. Bovendien krijgen de leden van Natuurmonumenten er ook erg veel voor terug. Het huidige minimum is eigenlijk beschamend laag voor wat een lid krijgt. Ga niet twijfelen op dit punt, dat resulteert direct in een lage bijdrage. Blijf overtuigd van het doel van Natuurmonumenten en de substantiële steun van leden die daarbij hoort. Uit ervaring weten we dat het genoemde bedrag een redelijk gemiddelde is. Vul het aanmeldingsformulier zo volledig mogelijk in. Vraag rustig alle gegevens op inclusief het bankrekeningnummer. Schrijf duidelijk! Laat het nieuwe lid de aanmeldingskaart tekenen (het is tenslotte een machtiging tot automatische afschrijving). Bedank het nieuwe lid vooral hartelijk en gemeend. Als het nieuwe lid vraagt waarom je het bankrekeningnummer nodig hebt, leg je uit dat Natuurmonumenten de bijdrage graag automatisch int. Dit bespaart tijd en geld en dat kan weer worden besteed aan de projecten van Natuurmonumenten. En het is bovendien gemakkelijk.
61
Tot slot Persoonlijke gesprekken kun je niet voor 100% regisseren en sturen. Mensen reageren een enkele keer onverwacht en dat leidt soms in het begin tot moeilijke stiltes of momenten dat je het even niet meer weet. Geen probleem, gewoon doorgaan en zoveel mogelijk gesprekkenvoeren. Je zult vrij snel dit soort situaties onder controle krijgen en dan wordt het ook echt leuk. Bedenk dat de meeste deelnemers aan excursies die nog geen lid zijn van Natuurmonumenten dat best willen worden, maar wachten op een initiatief van jou. De kick en de energie die je krijgt van het winnen van een lid voor de doelstellingen van Natuurmonumenten is prettig en belangrijk, want daar is het je uiteindelijk allemaal om te doen: de achterban van Natuurmonumenten versterken en zoveel mogelijk prachtige natuur in Nederland behouden voor ons en voor ons nageslacht.
62
De ideale excursie in zeven stappen
Hoe begeleid je een excursie? Mensen nemen meestal niet gemakkelijk veel informatie in zich op tijdens een excursie. Wanneer een excursieleider veel gedetailleerde informatie tracht over te brengen gaat de meeste informatie verloren. Het is daarom van belang de excursie levendig te houden en volgens een duidelijke structuur te laten verlopen. Je kunt het stappenplan als handvat gebruiken voor het begeleiden van een excursie. Stap1: Een goede voorbereiding Het spreekt voor zich dat de inhoud van de excursie en de route goed in je hoofd zit. Begin een excursie niet op de automatische piloot en op basis van routine. Probeer steeds nieuwe dingen uit, dat houd je scherp en enthousiast. Wees geïnteresseerd in de achtergrond van de deelnemers. Vaak is dit vooraf bekend. Probeer vooraf vast te stellen of er potentiële leden deelnemen aan jouw excursie. Zorg dat je voldoende schriftelijke informatie bij je hebt, zoals ledenwerf folders. Stap 2: Uitstraling en herkenbaarheid Realiseer je dat deelnemers aan excursies van Natuurmonumenten een bepaalde verwachting hebben. Zij zien een excursieleider in de regel als een boswachter: traditioneel in het groene pak. Probeer zoveel mogelijk aan dit beeld te voldoen, ook al is ben je vrijwilliger. Zorg voor een uniforme en herkenbare uitstraling, bijvoorbeeld een sweater of een bodywarmer van Natuurmonumenten. Op de verzamelplaatsen van de excursies val je dan direct op en dat stelt de deelnemers op hun gemak. Stap 3: Goed gastheerschap Een excursieleider is natuurlijk ruim op tijd aanwezig en herkenbaar. Sommige deelnemers zijn ook ruim op tijd aanwezig en staan, vaak met z’n tweetjes, te wachten op de dingen die komen gaan. Ze staan veelal rondom de verzamelplaats op veilige afstand van elkaar. Nu zou je kunnen wachten tot het afgesproken tijdstip, maar dat is een gemiste kans. Het getuigt van respect wanneer je de tijd en moeite neemt om je persoonlijk aan de deelnemers voor te stellen. Naast respect tonen biedt het voorstellen de volgende voordelen: •
Persoonlijk welkom namens Natuurmonumenten.
•
Interesse tonen, waar komt u vandaan? Bent u hier al eens eerder geweest? Kon u het goed vinden?
•
Interesse peilen, wat weet u van dit gebied? Wat trok u het meeste aan in deze excursie?
•
Achtergronden, hoe bent u op geattendeerd op deze excursie? Subtiel checken of iemand lid is of niet. Waar kent u Natuurmonumenten van?
•
Service verlenen, bijvoorbeeld het verstrekken van schriftelijke informatie, verrekijkers of andere attributen uit delen.
Stap 4: Introductie excursie Na de persoonlijke introductie heet de excursieleider bij aanvang van de excursie iedereen nogmaals welkom namens Natuurmonumenten (ook hier weer expliciet Natuurmonumenten benoemen). Vervolgens leg je uit wat voor excursie de deelnemers mogen verwachten, hoe lang het bijvoorbeeld duurt, hun participatie en wellicht waar de deelnemers zich aan moeten houden. Natuur is kwetsbaar. Stap 5: Inhoud excursie De excursie is gestart. Pas op dat je niet teveel vertelt, niet te lang aan het woord blijft. Vermijd de monoloog en kies in plaats daarvan voor de dialoog. Stel veel interessevragen. Daarmee kun je de excursie inhoudelijk beter afstemmen op je doelgroep. Door het stellen van interessevragen houdt de excursieleider de regie over de excursie. Iedereen komt aan bod in de groep en je betrekt de hele groep bij je verhaal.
63
Stap 6: De rol van Natuurmonumenten Deze stap is niet los te zien van stap 5. Eigenlijk zijn het geen afzonderlijke stappen, maar de rol van Natuurmonumenten is zo belangrijk dat het goed is deze apart te behandelen. Zoek ook hier de dialoog en ga op zoek naar een positieve bevestiging. In feite wil je het bestaansrecht aantonen van Natuurmonumenten. Doe dit aan de hand van concrete voorbeelden. Zet eens op een rij wat er gebeurt als Natuurmonumenten er niet zou zijn in het gebied waar je actief bent. Je kunt dit goed doen samen met een aantal collega’s en excursieleiders. Realiseer je daarbij dat de deelnemers aan excursies vooral reageren op emotionele prikkels en concrete voorbeelden. Je confronteert de deelnemer met het bestaansrecht van Natuurmonumenten. Leden krijgen een prima bevestiging voor hun keuze van destijds om lid te worden van Natuurmonumenten, en zullen dit nog vele jaren blijven. Het resultaat van het lidmaatschap is zeer tastbaar. Mensen die nog geen lid zijn, denken erover na en staan positief tegenover steun aan Natuurmonumenten. Stap 6 is erg belangrijk voor de realisatie van de hoofddoelstelling. Met concrete voorbeelden toon je aan dat Natuurmonumenten een succesvolle en belangrijke natuurbeschermingsorganisatie is. Je zoekt hiervoor positieve bevestiging van de deelnemers. Sla deze techniek van bevestiging vragen niet over. Ook hier geldt dat het veel beter beklijfd, wanneer je er een vraag over stelt. Stap 7: Afsluiting van de excursie Voor de hand ligt het om de excursie helemaal aan het einde af te sluiten, bijvoorbeeld bij aankomst op de parkeerplaats of in het bezoekerscentrum. Wanneer deelnemers hun auto zien, neemt de aandacht voor de excursie volledig af en ontstaat er een onrustig en rommelig einde. Vandaar de suggestie om de excursie 5 of 10 minuten voor het einde af te sluiten, uit het zicht van het eindpunt. Dit voorkomt onrustige en haastige taferelen en creëert een goed en rustig moment om bijvoorbeeld de excursie af te rekenen. Probeer zoveel mogelijk aan het einde van de excursie af te rekenen en reken als excursieleider zelf af. Hierdoor begrijpt de deelnemer veel beter dat deze bijdrage direct wordt geïnvesteerd in het gebied: ‘Met uw bijdrage ondersteunt de natuur in dit prachtige gebied’. Dit moment is ook ideaal om deelnemers die nog geen lid zijn, een voorstel te doen om lid te worden, zoals omschreven in de bijlage: ‘Leden werven in vijf stappen’.
64
Colofon 1e oplage oktober 2002 2e oplage januari 2004 3e oplage januari 2006 4e oplage januari 2010 Natuurmonumenten Postbus 9955 1243 ZS ’s-Graveland Samenstelling Centraal team vrijwilligerswerk Eindredactie MK teksten Omwille van de leesbaarheid schrijven we in dit handboek alleen hij of zijn; uiteraard bedoelen we dan ook zij of haar. Dit handboek is een naslagwerk voor alle vrijwilligers van Natuurmonumenten. Alle rechten voorbehouden.
65