Rapportage
flitsenquête ActiZ
Vrijwilligersbeleid
Voor
ActiZ, organisatie van zorgondernemers
Van
ICSB Marketing en Strategie
Datum
Drs. Yousri Mandour
7 maart 2011
Pag. 1
Voorwoord Voor u liggen de resultaten van de flitsenquête die ActiZ in december 2010 uitgezet heeft
onder het ActiZ ledenpanel. In onze sector spelen vrijwilligers een grote rol. Maar hoe groot, welke rol, en is de sector voorbereid op de toekomst? Deze enquête is een eerste inventarisatie van beleid binnen de sector. De uitkomsten van de enquête geven ons
input voor het gesprek dat we dit jaar willen voeren met leden. Vilans komt later dit jaar met een enquête gericht op vrijwilligerscoördinatoren.
ActiZ is blij verrast over het aantal respondenten, en met name het aantal leden van raden van bestuur, dat de flitsenquête ingevuld heeft (ongeveer de helft
van de 137
respondenten). Het onderwerp leeft bij de leden van ActiZ. Een mooie uitkomst, zo bij de start van het Europese Jaar van het vrijwilligersbeleid. Heel veel vrijwilligers!
Ook zijn we blij verrast over de uitkomsten. We kunnen stellen dat er heel veel
vrijwilligers actief zijn in onze sector. Een grove berekening laat zien dat de ratio betaalde medewerkers versus vrijwilligers 2:1 tot 3:1 is. Uitgaande van 400.000
medewerkers in de sector betekent dat, dat er tussen 130.000 en 200.000 vrijwilligers actief zijn in de sector. We weten niet wat de omvang van hun inzet (FTE's) is. Het kan
zijn dat een vrijwilliger een uur per week een cliënt komt voorlezen en dat is ook een
(gewaardeerde) vrijwilliger. Door respondenten is aangegeven dat de inzet van
vrijwilligers bijdraagt aan een betere kwaliteit van leven van cliënten en leidt tot meer werkplezier voor medewerkers. Service voor cliënten
Wat uit de flitsenquête ook blijkt, is dat vrijwilligers vooral ingezet worden om de “service
aan de cliënten te verbeteren”, “aanvullend op professionals” en om “de kwaliteit van leven van de cliënten te vergroten”, maar niet in de zorg.
Kosten en baten van de inzet van vrijwilligers
De baten van de inzet van vrijwilligers worden vooral gezien in de bijdrage die zij leveren aan het welzijn van de cliënten: meer persoonlijke aandacht, meer activiteiten, meer zorg
en welzijn op maat, grotere tevredenheid van mantelzorg en familie. Dat het ook effect kan hebben op de CQ-index vermeldt 31% van de respondenten.
De toekomst: Naar autonomie, verbondenheid en een gezond leven
ActiZ zoekt een deel van de oplossing van de komende tekorten op de arbeidsmarkt in
het meer gebruik maken van al die niet-professionals die betrokken zijn bij de zorg:
familie, vrienden, gepensioneerde zorgverleners, vrijwilligers. Daar liggen kansen die we niet
onbenut
moeten
laten.
Vrijwilligers
geven
ook
invulling
aan
het
begrip
‘verbondenheid’ in de titel van het visiedocument ‘Naar autonomie, verbondenheid en
Pag. 2
een gezond leven’. Verbondenheid van burgers met de cliënten, van de zorgorganisatie met de samenleving. Om deze kansen te benutten zouden we allereerst kunnen
verkennen onder welke randvoorwaarden welke diensten en zorg verantwoord door vrijwilligers geleverd kunnen worden. Want het blijft onze verantwoordelijkheid verantwoorde zorg te leveren. ActiZ wil daarover in gesprek met haar leden. In de loop van dit Europese jaar van het Vrijwilligerswerk hoort u meer van ons. Ook komen we
graag nog eens ‘langs’ met een nieuwe flitsenquête over het vrijwilligersbeleid in uw organisatie aan het eind van het jaar. Meer info
Belangstellenden
kunnen
informatie
vragen
bij
Annemiek
Mulder,
senior
beleidsmedewerker,
[email protected] of vinden op de webpagina ‘vrijwilligersbeleid’ op
het besloten deel van www.actiz.nl. Aad Koster, directeur
Pag. 3
Inhoudsopgave 1.
Opzet en respons flitsenquête Vrijwilligersbeleid ...................................................... 5
3.
Belang vrijwilligers in de VVT-branche .................................................................... 10
2.
4.
5.
Status en verwachte groei vrijwilligers in de VVT-branche ......................................... 6 Inzet vrijwilligerswerk ............................................................................................. 12
Samenvatting.......................................................................................................... 13
Pag. 4
1.
Opzet en respons flitsenquête Vrijwilligersbeleid
Respons Deze Flitsenquête Vrijwilligersbeleid is op 7 december 2010, Dag van de vrijwilligers,
uitgezet onder de 336 leden van het ActiZ ledenpanel. 145 van hen zijn begonnen aan de
enquête (43% van totaal aantal benaderden), waarvan 137 respondenten de enquête
volledig hebben ingevuld (41% van totaal aantal benaderden, 94% van aantal begonnen respondenten).
De Flitsenquête Vrijwilligersbeleid is gedurende 15 dagen online bereikbaar geweest (van 7 tot en met 21 december 2010). Deelnemers aan de enquête De helft van de deelnemers zijn lid van de raad van bestuur bij een zorgorganisatie, 22%
is
directeur/locatiemanager
en
de
resterende
28%
vervult
een
andere
functie.
Veelgenoemde andere functies zijn coördinator vrijwilligers (8%) en hoofd/manager P&O (4%).
89% van de deelnemende organisaties levert zowel intramurale als extramurale zorg. 8% levert alleen intramurale zorg en slechts 3% alleen extramurale zorg.
Zowel grotere als kleinere zorgorganisaties zijn goed vertegenwoordigd in de enquête. In figuur 1.1 ziet u het aantal deelnemers aan de enquête, uitgesplitst naar het aantal
medewerkers in de organisatie.
Aantal Minder dan 100 medewerkers
% 5
4%
100 - 500 medewerkers
55
40%
501 - 1.000 medewerkers
23
17%
1.001 – 3.000 medewerkers
38
28%
Meer dan 3.000 medewerkers
16
12%
137
100%
Totaal
Figuur 1.1 – Deelnemers aan de enquête onderverdeeld naar aantal medewerkers
Pag. 5
2.
Status en verwachte groei vrijwilligers in de VVT-branche
Aantal vrijwilligers in de VVT-branche Een overzicht van het aantal vrijwilligers dat actief is in verschillende groottes van zorgorganisaties is weergegeven in tabel 2.1
Hoeveel medewerkers heeft uw organisatie in totaal? < 100
medewerkers Aantal 1 - 10
vrijwilligers 11 - 50
vrijwilligers 51 - 100
vrijwilligers 101 – 200
vrijwilligers 201 – 500
vrijwilligers
Meer dan 500 vrijwilligers Totaal
%
100 - 500
501 - 1.000
medewerkers Aantal
%
medewerkers Aantal
%
1.001 – 3.000 medewerkers
Aantal
%
> 3.000
medewerkers Aantal
%
Totaal Aantal
1
20%
2
4%
0
0%
0
0%
1
6%
4
3%
3
60%
3
5%
0
0%
0
0%
0
0%
6
4%
0
0%
12
22%
1
4%
0
0%
0
0%
13
9%
1
20%
24
44%
3
13%
2
5%
0
0%
30
22%
0
0%
14
25%
14
61%
3
8%
3
19%
34
25%
0
0%
0
0%
5
22%
33
87%
12
75%
50
36%
5
100%
55
100%
23
100%
38
100%
16
100%
137
100%
Tabel 2.1 – Aantal vrijwilligers dat actief is in verschillende grootten van zorgorganisaties
Uit de tabel kunnen we de volgende zaken constateren:
De steekproef van zorgorganisaties met minder dan 100 medewerkers is met slechts
5
respondenten
zo
klein,
dat
verdere
betrouwbaarheid niet goed mogelijk is.
uitsplitsing
vanwege
onvoldoende
Zorgorganisaties met 100 – 500 medewerkers (in totaal 55 respondenten): in 44% van de gevallen zijn hier 101- 200 vrijwilligers actief en in 26% van de gevallen 201- 500
vrijwilligers.
Zorgorganisaties met 500 – 1.000 medewerkers (in totaal 23 respondenten): in 61% van de gevallen zijn hier 201- 500 vrijwilligers actief.
Zorgorganisaties met 1.000 – 3.000 medewerkers (in totaal 38 respondenten): in 87%
van de gevallen zijn hier meer dan 500 vrijwilligers actief.
%
Zorgorganisaties met meer dan 3.000 medewerkers (in totaal 16 respondenten): in 75% van de gevallen zijn hier meer dan 500 vrijwilligers actief.
Pag. 6
Dit betekent dat bij het merendeel van de grotere zorgorganisaties (met meer dan 1.000
medewerkers) meer dan 500 vrijwilligers actief zijn. Bij de kleinere zorgorganisaties (tot 500 medewerkers) is dit vaak 101- 200 vrijwilligers.
Hoewel we op basis van de gehanteerde grootteklassen niet betrouwbaar een exacte ratio
van het aantal medewerkers gedeeld door het aantal vrijwilligers kunnen berekenen,
komt deze ratio bij grove schatting op basis van deze enquête uit op een ratio van
ongeveer 1 staat tot 2 (bij zorgorganisaties van 100 tot 1.000 medewerkers) tot 1 staat
tot 3 (bij zorgorganisaties van 1.001 tot 3.000 medewerkers). Met andere woorden: 1
vrijwilliger voor elke 2 à 3 medewerkers. Hiermee wordt de enorme impact van
vrijwilligers in de VVT-branche onderstreept.
Inzet van coördinatoren vrijwilligerswerk In de enquête is gevraagd of het aantal coördinatoren vrijwilligerswerk in de organisatie de laatste twee jaar is toe- of afgenomen. Rechts in tabel 2.2 zien we dat er volgens
driekwart van de respondenten geen verandering is waar te nemen in het aantal
coördinatoren. Toch geeft ook 21% aan dat er wel sprake is van een toename, terwijl in 5% van de gevallen er sprake is van een afname. We zien geen opmerkelijke verschillen
tussen de omvang van organisaties (links en midden van de tabel) voor wat betreft toe-
of afname van coördinatoren. We hebben niet gevraagd naar veranderingen in het aantal uren dat binnen een organisatie beschikbaar is voor coördinatie van het vrijwilligerswerk. Aantal medewerkers 0 - 500
501 - 1.000
medewerkers Aantal
> 1.000
medewerkers
%
Aantal
Totaal
medewerkers
%
Aantal
%
Aantal
%
Toegenomen
13
22%
4
17%
12
22%
29
21%
Gelijk gebleven
44
73%
19
83%
38
70%
101
74%
3
5%
0
0%
4
7%
7
5%
Afgenomen
Tabel 2.2 – Is het aantal coördinatoren vrijwilligerswerk in de laatste twee jaar toegenomen of afgenomen?
Wanneer gevraagd naar de reden voor verandering van het aantal coördinatoren, blijkt
overall dat men tevreden is met huidige situatie. Dit is in lijn met driekwart van de respondenten waar het aantal coördinatoren vrijwilligerswerk in de laatste twee jaar gelijk
is gebleven. Daar waar het aantal coördinatoren wel is toegenomen, wordt meerdere
malen als reden aangedragen dat het belang van vrijwilligerswerk is toegenomen. Dit blijkt ook uit de volgende citaten:
“Meer aandacht aan plaats en beleid rond vrijwilligers was noodzakelijk. Als logisch
gevolg hield dit ook in dat meer aandacht aan de begeleiding en coördinatie van vrijwilligers moest worden gegeven”.
Pag. 7
“Er wordt meer aangeboden dan in het verleden. Dit is bewust beleid. Hoe meer
welzijnsbeleven, hoe minder medische zorgconsumptie”.
“Belang vrijwilligerswerk meer erkend, uitbreiding van vrijwilligersactiviteiten intraen extramuraal, meer vrijwilligers”.
Toe- / afname aantal vrijwilligers in komende jaren Ook is gevraagd of de zorgorganisaties verwachten in de komende drie jaar een
substantieel groter aantal vrijwilligers nodig te hebben. De uitkomsten hiervan lezen we in tabel 2.3. In de tabel is opnieuw een uitsplitsing gemaakt naar kleine, middelgrote en
grote zorgorganisaties.
Rechts in de kolom ‘Totaal’ zien we dat de inzet van het aantal vrijwilligers naar
verwachting ook de komende jaren zal stijgen. Slechts 12% verwacht geen groei en 13%
kan hier geen inschatting van maken. In 75% van de zorgorganisaties wordt wel een groei
van het aantal vrijwilligers verwacht. De grootste groep (37%) verwacht een groei van minstens 10% vrijwilligers in de komende 3 jaar, gevolgd door een groei van 5% die genoemd is door een kwart van de respondenten.
Aantal medewerkers 0 - 500
medewerkers Aantal
%
501 - 1.000
> 1.000
medewerkers Aantal
Totaal
medewerkers
%
Aantal
%
Aantal
%
Nee
12
20%
3
13%
2
4%
17
12%
Ja, minstens 5%
16
27%
5
22%
13
24%
34
25%
Ja, minstens 10%
16
27%
11
48%
24
44%
51
37%
Ja, minstens 25%
8
13%
2
9%
7
13%
17
12%
Weet ik niet
8
13%
2
9%
8
15%
18
13%
Tabel 2.3 – Verwacht u in de komende drie jaar een substantieel groter aantal vrijwilligers nodig te hebben?
Belangrijke redenen voor de verwachte toename van het aantal vrijwilligers zijn
uitbreiding van activiteiten, meer service willen bieden, bezuinigingen, maar ook de uitbreiding van het kleinschalig wonen concept.
Aantal Ja Nee, want ik heb voornamelijk behoefte aan gekwalificeerde professionals
Nee, want elke vrijwilliger kost voornamelijk tijd Nee Weet ik niet
% 22
16%
60
44%
3
2%
43
31%
9
7%
Tabel 2.4 – Is de inzet van vrijwilligers een oplossing voor de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt?
Pag. 8
Uit tabel 2.4 blijkt dat het overnemen van professionele taken door vrijwilligers niet de juiste en gewenste weg is volgens het merendeel van de zorgorganisaties. Door een
toename van complexiteit is en blijft professionele inzet van belang volgens een groot deel van de respondenten.
Het inzetten van vrijwilligers wordt over het algemeen gezien als aanvullend en biedt
geen structurele oplossingen in het probleem van de arbeidskrapte. De inzet van vrijwilligers is geen oplossing voor de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt:
Vrijwilligers kunnen de taken van de professionele krachten niet overnemen.
Compensatie van professionele taken door vrijwilligers is niet de juiste en gewenste weg.
Toch ziet 16% van de zorgorganisaties de inzet van de vrijwilligers wel als een oplossing voor de verwachte tekorten:
Niet alle zorg hoeft geleverd te worden door betaalde/opgeleide krachten. Deels vervanging betaalde krachten.
Zonder vrijwilligers is de zorg niet meer te leveren en niet meer betaalbaar.
Aantal medewerkers 0 - 500
501 - 1.000
medewerkers Aantal Ja
> 1.000
medewerkers
%
Aantal
Totaal
medewerkers
%
Aantal
%
Aantal
%
51
85%
20
87%
51
94%
122
89%
Nee
5
8%
2
9%
1
2%
8
6%
Weet ik niet
4
7%
1
4%
2
4%
7
5%
Tabel 2.5 – Is er aandacht voor samenwerking tussen vrijwilligers, mantelzorgers/familie en beroepskrachten?
Uit tabel 2.5 blijkt overduidelijk dat er binnen de organisaties aandacht is voor
samenwerking tussen vrijwilligers, mantelzorgers/familie en beroepskrachten. Enkele belangrijke redenen die hiervoor worden genoemd, zijn:
We zijn partners in zorg, samen zorgen we voor onze cliënten. Samenwerking genereert meerwaarde.
Omdat de afbakening van werkzaamheden helder moet zijn.
Wanneer er nog geen (of onvoldoende) aandacht voor deze samenwerking is, komt dit doordat hier ofwel geen behoefte aan is, ofwel (nog) geen tijd voor vrijgemaakt is.
Pag. 9
3.
Belang vrijwilligers in de VVT-branche
In de enquête is een aantal vragen gesteld die het belang van de vrijwilligers in de organisatie scherper zichtbaar maken. Hieruit blijkt dat 92% van de ondervraagde
zorgorganisaties aangeeft dat vrijwilligers genoemd worden in de visie en/of het strategische beleidsplan. Een vrijwel identiek aantal zorgorganisaties (94%) heeft het
vrijwilligersbeleid op schrift staan. Bij 14% is er een vrijwilligersraad die overlegt met raad van bestuur/management. Wellicht gebeurt de afstemming vaak op een andere manier, bijvoorbeeld via het integreren van vrijwilligers in de teams.
Ondanks het grote aantal vrijwilligers dat per organisatie wordt ingezet, voert slechts een
derde van de zorgorganisaties periodiek een vrijwilligers-tevredenheidsonderzoek uit
(zie tabel 3.1). Een krappe tweederde van de ondervraagde zorgorganisaties voert dus nooit vrijwilligers-tevredenheidsonderzoek uit.
Wanneer dit type onderzoek wel wordt uitgevoerd, dan gebeurt dit in de regel veelal eens
per 2 jaar. Bij 8% van de respondenten vindt dit onderzoek jaarlijks plaats. Opvallend
genoeg zijn het niet alleen de grotere zorgorganisaties die dit type onderzoek uitvoeren, ook bij zorgorganisaties met 100 – 500 medewerkers wordt geregeld vrijwilligerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd.
Aantal medewerkers 0 - 500
501 - 1.000
medewerkers Aantal Ja, eens per jaar Ja, minder dan eens per jaar Nee
medewerkers
%
Aantal
%
> 1.000
Totaal
medewerkers Aantal
%
Aantal
%
4
7%
3
13%
4
7%
11
8%
16
27%
6
26%
16
30%
38
28%
40
67%
14
61%
34
63%
88
64%
Tabel 3.1 – Wordt er periodiek een vrijwilligers-tevredenheidsonderzoek uitgevoerd?
Financiële aspecten vrijwilligers: kosten en baten De
kosten
voor
vrijwilligerswerk
(coördinatie,
scholing,
onkostenvergoedingen,
verzekeringen, attenties, bijeenkomsten) zijn bij vrijwel alle (97%) zorgorganisaties
opgenomen in de begroting. Toch zien we grote verschillen in de wijze waarop dit
gebeurt. In 40% van de gevallen zijn de kosten voor vrijwilligerswerk in de begroting van de locaties opgenomen. In 53% van de gevallen is het een begrotingspost in de algemene,
organisatie brede begroting. Zoals verwacht, wordt deze vorm van begroten relatief vaker
toegepast bij kleinere zorgorganisaties: in 63% van de gevallen bij organisaties met 0 – 500 medewerkers (zie tabel 3.2).
Pag. 10
Aantal medewerkers 0 - 500
501 - 1.000
medewerkers Aantal Ja, in de begroting
> 1.000
medewerkers
%
Aantal
Totaal
medewerkers
%
Aantal
%
Aantal
%
17
28%
11
48%
27
50%
55
40%
38
63%
12
52%
22
41%
72
53%
Ja, anders
3
5%
0
0%
3
6%
6
4%
Nee
2
3%
0
0%
2
4%
4
3%
van de locaties Ja, het is een
begrotingspost in de
algemene, organisatie brede begroting
Tabel 3.2 – Zijn de kosten voor vrijwilligerswerk opgenomen in de begroting?
In tabel 3.3 zien we een overzicht van de genoemde baten/opbrengsten van het
vrijwilligerswerk. Uit de tabel blijkt, in lijn met de eerder gegeven antwoorden in
paragraaf 2, dat de belangrijkste baten bestaan uit: meer persoonlijke aandacht voor
cliënten (99%), meer activiteiten voor cliënten (96%) en meer zorg en welzijn op maat mogelijk voor cliënten (77%).
Aantal
%
Meer persoonlijke aandacht voor cliënten
135
99%
Meer activiteiten voor cliënten
131
96%
Meer zorg en welzijn op maat mogelijk voor cliënten
106
77%
Betere kwaliteit van zorg
79
58%
Grotere tevredenheid van mantelzorger/familie
77
56%
Meer werkplezier voor medewerkers
63
46%
Hogere score op CQ-index
43
31%
Grotere productiviteit van medewerkers
28
20%
Besparingen op de inzet van betaald personeel
22
16%
Anders
14
10%
Tabel 3.3 – Wat zijn de baten/opbrengsten van het vrijwilligerswerk? (meerdere antwoorden mogelijk)
Pag. 11
4.
Inzet vrijwilligerswerk
In deze paragraaf gaan we met een aantal stellingen dieper in op de inzet van vrijwilligerswerk. In figuur 4.1 valt op dat de meningen over de inzet van vrijwilligers
uiteenlopen. Het meest eenduidige beeld bestaat bij de stelling dat er meer vrijwilligers
nodig zijn en dat dit om meer investeringen vraagt (87% is het hiermee eens of helemaal mee eens).
Figuur 4.1 – Stellingen rondom vrijwilligerswerk
De meningen zijn sterk verdeeld over de stelling “Door de invoering van de
zorgzwaartepakketten zijn we genoodzaakt meer vrijwilligers in te zetten”. Nagenoeg
evenveel respondenten zijn het hier (helemaal) mee eens als (helemaal) mee oneens. Als
laatste valt op dat tweederde van de respondenten het er (helemaal) mee oneens is dat
het onvermijdelijk is dat vrijwilligers steeds vaker zorgtaken overnemen van de
professionals. Opnieuw blijkt hier dat het takenpakket tussen de professional en de vrijwilligers als twee verschillende zaken worden gezien.
Pag. 12
5.
Samenvatting
Deze Flitsenquête Vrijwilligersbeleid is op 7 december, Dag van de vrijwilligers, uitgezet
onder de 336 leden van het ActiZ ledenpanel. 137 respondenten afkomstig van zowel grotere
als
kleinere
zorgorganisatie
hebben
de
enquête
volledig
ingevuld.
Status en verwachte groei vrijwilligers in de VVT-branche Op basis van deze enquête komt de ratio van het aantal medewerkers gedeeld door het aantal vrijwilligers bij benadering uit op 1 staat tot 2, tot 1 staat tot 3. Met andere woorden: 1 vrijwilliger voor elke 2 à 3 medewerkers. Uit deze (grof berekende) ratio
wordt de enorme impact van vrijwilligers in de VVT-branche onderstreept. Volgens
driekwart van de respondenten is er in de afgelopen twee jaar overigens geen verandering waargenomen in het aantal coördinatoren vrijwilligerswerk.
In driekwart van de zorgorganisaties wordt een groei van het aantal vrijwilligers verwacht. De grootste groep (37%) verwacht een groei van minstens 10% vrijwilligers in de komende 3 jaar. Belangrijke redenen voor de verwachte toename van het aantal vrijwilligers zijn
uitbreiding van activiteiten, meer service willen bieden, bezuinigingen, maar ook de
uitbreiding van het kleinschalig wonen concept.
Uitvoering van professionele taken door vrijwilligers is niet de juiste en gewenste weg
volgens de zorgorganisaties. Door een toename van complexiteit is en blijft professionele
inzet van belang. Het inzetten van vrijwilligers is aanvullend en biedt geen structurele
oplossingen in het probleem van de arbeidskrapte. Vrijwilligers mogen en kunnen de rol van medewerkers niet overnemen: “Ik wil graag vrijwilligers gebruiken voor de verhoging
van kwaliteit van leven. De professionals zullen ingezet worden volgens het formatieplaatje”.
Belang vrijwilligers in de VVT-branche Vrijwel alle ondervraagde zorgorganisaties benoemen vrijwilligers in de visie en/of het
strategische beleidsplan en hebben het vrijwilligersbeleid op schrift staan. Bij 14% zorgorganisaties
bestaat
bestuur/management. De
kosten
voor
er
een
vrijwilligersraad
vrijwilligerswerk
(coördinatie,
die
overlegt
scholing,
met
raad
van
onkostenvergoedingen,
verzekeringen, attenties, bijeenkomsten) zijn bij vrijwel alle zorginstellingen opgenomen
in de begroting. De belangrijkste baten van vrijwilligerswerk bestaan uit: meer
persoonlijke aandacht voor cliënten, meer activiteiten voor cliënten en meer zorg en welzijn op maat mogelijk voor cliënten.
Pag. 13