Spotlight | Verslaggeving
Vrijstelling van tussenconsolidatie: een paar praktische issues Hugo van den Ende - Vaktechnisch bureau (National Office), Assurance Jaap Husson - Capital Markets & Accounting Advisory Services, Assurance Herbert Reimers - Vaktechnisch bureau (National Office), Assurance
De tussenhoudstermaatschappij kan vrijgesteld worden van consolidatieplicht. Er zijn verschillende punten omtrent deze vrijstelling die tot misverstanden kunnen leiden. Met de juiste kennis en het voldoen aan de voorwaarden is er veel mogelijk. 1. Artikel 2:408 BW biedt vrijstelling van consolidatieplicht tussenhoudstermaatschappij Een entiteit die aan het hoofd van de groep staat, moet een geconsolideerde jaarrekening opstellen, aldus de hoofdregel van artikel 2:406 BW, maar er zijn enkele vrijstellingen; voor tussenhoudstermaatschappijen biedt artikel 2:408 BW vrijstelling van de consolidatieplicht. In IFRS is ook een vergelijkbare vrijstelling voor tussenhoudstermaatschappijen opgenomen. Daar gaan wij in dit artikel niet op in. De toepassing van artikel 408 is vooral populair bij buitenlandse groepen die in Nederland een tussenhoudster hebben opgericht, al dan niet om fiscale redenen. De tussenhoudster houdt vervolgens allerlei deelnemingen die, bij een juiste toepassing van de vrijstelling, uitsluitend op een hoger niveau worden geconsolideerd, en dus niet op het niveau van de Nederlandse tussenhoudster.
Samenvatting De tussenhoudstermaatschappij kan vrijgesteld worden van consolidatieplicht. Dit heeft voordelen voor de tussenhoudster. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling zijn helder. Toch zijn er situaties die regelmatig tot misverstanden leiden, zoals de interpretatie van het opnemen van gegevens in de geconsolideerde jaarrekening van het grotere geheel, de samenloop van de consolidatievrijstelling met de groepsvrijstelling van artikel 2:403 BW, en de gevolgen van een overname tijdens het boekjaar.
2. Vrijstelling biedt tussenhoudstermaatschappijen voordelen De vrijstelling in artikel 408 heeft het directe voordeel dat de tussenhoudstermaatschappij geen geconsolideerde jaarrekening hoeft op te stellen. Daarnaast is er soms een indirect voordeel. Om te kunnen beoordelen of de entiteit de grenzen van een kleine rechtspersoon heeft overschreden, wordt in beginsel de geconsolideerde jaarrekening gebruikt. Indien artikel 408 wordt toegepast, geldt dit niet en wordt de grootte van de tussenhoudstermaatschappij bepaald op basis van de enkelvoudige jaarrekening van deze entiteit. De groottecriteria worden in de enkelvoudige jaarrekening uiteraard minder snel overschreden dan in de geconsolideerde jaarrekening. Daardoor kan de tussenhoudstermaatschappij vaak gebruikmaken van de vrijstellingen voor kleine rechtspersonen. Naast enkele verlichtingen met betrekking tot de inrichting en publicatie van de jaarrekening is er voor kleine rechtspersonen vrijstelling van accountantscontrole. Bovendien mag de tussenhoudster haar deelnemingen tegen kostprijs waarderen. Andersom geldt dat als de tussenhoudstermaatschappij artikel 408 ten onrechte heeft toegepast, zij wellicht ook ten onrechte geen accountantscontrole heeft ondergaan en haar enkelvoudige jaarrekening niet aan de eisen voldoet.
3. Voldoen aan voorwaarden essentieel voor gebruikmaken vrijstelling De tussenhoudster moet aan een aantal voorwaarden voldoen om van de vrijstelling van artikel 408 gebruik te mogen maken. Hoewel de vereisten niet zwaar lijken te zijn, lukt het toch veel tussenhoudstermaatschappijen niet om aan de vereisten te voldoen, waardoor zij de vrijstelling van artikel 408 niet mogen toepassen. Belangrijk is dat de termijn die hiervoor wordt genoemd, ziet op de deponering van de geconsolideerde cijfers. Die termijn kan kort zijn indien de consoliderende Verslaggeving
13
Voorwaarden consolidatievrijstelling tussenhoudstermaatschappij De voorwaarden zijn onder meer: • De financiële gegevens die de rechtspersoon zou moeten consolideren zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van een groter geheel. • Er is binnen zes maanden na aanvang van het boekjaar geen schriftelijk bezwaar ingediend tegen de vrijstelling bij de rechtspersoon door ten minste een tiende van de leden of door houders van ten minste een tiende van het geplaatste kapitaal. • De geconsolideerde jaarrekening met een jaarverslag van het grotere geheel is opgesteld op basis van implementatie van de zevende EG-richtlijn of op gelijkwaardige wijze. De jaarrekeninggrondslagen van de EU-lidstaten voldoen hieraan. Gelijkwaardige grondslagen zijn onder meer: EU IFRS, IFRS, US GAAP, Japanese GAAP, Chinese GAAP, Canadian GAAP en Korean GAAP. • De geconsolideerde jaarrekening met jaarverslag en accountantsverklaring van het grotere geheel is in het Nederlands, Engels, Duits of Frans opgesteld of vertaald. • De geconsolideerde jaarrekening met jaarverslag en accountantsverklaring van het grotere geheel is binnen zes maanden na de balansdatum van die geconsolideerde jaarrekening of binnen een maand na een geoorloofde latere openbaarmaking van die geconsolideerde jaarrekening bij het handelsregister van de tussenhoudster neergelegd.
moedermaatschappij bijvoorbeeld beursgenoteerd is en al in het eerste halfjaar na het einde van het boekjaar haar geconsolideerde cijfers openbaar maakt. In dat geval moet de geconsolideerde jaarrekening binnen zes maanden na afloop van het boekjaar bij het handelsregister van de artikel 408-toepassende tussenhoudstermaatschappij zijn gedeponeerd. Is de consoliderende moedermaatschappij gevestigd in Nederland, dan mag bij het handelsregister van de artikel 408-toepassende tussenhoudster ook een verwijzing naar het handelsregister van de consoliderende moedermaatschappij worden gedeponeerd. Overschrijding van deze termijn is fataal: het is dan niet meer mogelijk voor de tussenhoudster om een beroep te doen op de vrijstelling voor consolidatie. Het gevolg is dat de tussenhoudstermaatschappij alsnog een groepsjaarrekening op tussenhoudsterniveau moet opmaken. In de praktijk komt het regelmatig voor dat de geconsolideerde jaarrekening van het groepshoofd, het zogenaamde ‘grotere geheel’, niet tijdig binnen de geldende deponeringstermijnen of niet op de juiste wijze bij het Nederlandse handelsregister van de tussenhoudster wordt gedeponeerd. Een aan een gereglementeerde markt, of een daarmee vergelijkbaar systeem, genoteerde tussenhoudstermaatschappij kan sinds 1 januari 2015 geen gebruik meer maken van de vrijstelling van artikel 408. Dit betekent dat beursgenoteerde tussenhoudstermaatschappijen vanaf jaarrekeningen 2014 geen gebruik meer kunnen maken van de vrijsteling.
Misverstanden Er zijn verschillende punten omtrent de vrijstelling die tot misverstanden kunnen leiden. Vooral: • de uitleg van het begrip ‘opgenomen in’; • onbekendheid met de voorwaarden voor toepassing van de combinatie groepsvrijstelling en consolidatievrijstelling tussenhoudster; • gevolgen voor toepassing van de vrijstelling bij een overname tijdens het boekjaar. Hierna worden deze drie situaties verder uitgewerkt. Kennis hiervan is van groot belang vanwege de mogelijke ongewenste gevolgen als de vrijstelling niet kan worden toegepast.
14
Spotlight Jaargang 22 - 2015 uitgave 2
4. Het grotere geheel moet daadwerkelijk groepshoofd en consolidatieplichtig zijn ‘De financiële gegevens die de rechtspersoon zou moeten consolideren zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van een groter geheel’, zo luidt lid 1b van artikel 408. Door deze eis worden de gegevens van zowel de tussenhoudstermaatschappij als haar groepsmaatschappijen (tussenhoudster c.s.) op een hoger niveau verwerkt. Maar wat houdt dat dan in? Voorbeeld 1. Groepshoofd houdt alle aandelen in tussenhoudster Stel, het groepshoofd houdt alle aandelen in de tussenhoudster. Dan moeten de primaire overzichten van de tussenhoudster c.s., waaronder de balans en de winst-en-verliesrekening, worden verwerkt (lees: geconsolideerd) in de geconsolideerde jaarrekening van het groepshoofd, in dit geval het grotere geheel. De geconsolideerde jaarrekening van het groepshoofd omvat daarmee de financiële gegevens van de onderliggende entiteiten in de groep. Hiermee wordt aan het bepaalde in lid 1b voldaan.
Figuur 1 Praktische toepassing consolidatievrijstelling artikel 408
BV - Vennoot 1
BV - Vennoot 2
Tussenhoudster
Dochtermaatschappij tussenhoudster
Nu een variant hierop. Voorbeeld 2. Twee bv’s en tussenhoudster met meerdere dochters Stel, twee bv’s houden elk een belang van 50 procent in een onderliggende vennootschap, de tussenhoudster. Die heeft op haar beurt een of meerdere dochters of groepsmaatschappijen (figuur 1). Mag de tussenhoudster onder deze omstandigheden gebruikmaken van de consolidatievrijstelling? Op het niveau van de bv’s kwalificeert de tussenhoudster als joint venture, en de Nederlandse verslaggevingsregels zijn van toepassing. Stel dat beide bv’s of één van hen de joint venture (lees: tussenhoudster) volgens de methode van de proportionele consolidatie in de jaarrekening verwerkt. Dan zou gesteld kunnen worden dat de financiële gegevens van de tussenhoudster c.s. zijn opgenomen in de jaarrekening van een groter geheel. Uit de totstandkoming van de zevende EG-richtlijn blijkt dat dit standpunt niet houdbaar is; het moet echt gaan om de consolidatie van de tussenhoudster c.s. in de jaarrekening van het groepshoofd. En die is er niet, want beide bv’s
hebben slechts 50 procent van de aandelen en daarmee heeft geen van beide bv’s overheersende zeggenschap. De Richtlijnen voor de jaarverslaggeving bevestigen dit: proportionele consolidatie is niet voldoende omdat er geen sprake is van een groepsdeel. Voorbeeld 3. Proportionele consolidatie en verwerking gegevens tussenhoudster Stel nu dat de 50 procent aandeelhouder niet alleen proportioneel consolideert, maar daarnaast ook de financiële gegevens van de tussenhoudster c.s. (balans en winst-en-verliesrekening) opneemt in haar jaarrekening, bijvoorbeeld als onderdeel van de toelichting. Wat komt een gebruiker van die jaarrekening dan nog tekort, zou je kunnen zeggen. Maar ook dat helpt niet. Want alhoewel lid 1b het woord ‘opgenomen’ hanteert, moet dat toch echt worden uitgelegd als ‘geconsolideerd’. Kortom, de vrijstelling voor tussenconsolidatie is alleen van toepassing als de financiële gegevens ervan worden geconsolideerd in de groepsjaarrekening van een groter geheel, waarbij dat grotere geheel daadwerkelijk groepshoofd is en dus consolidatieplicht heeft. Verslaggeving
15
5. Combinatie groepsvrijstelling en consolidatievrijstelling tussenhoudster mogelijk Een andere veel voorkomende situatie is die waarbij twee populaire vrijstellingen tegelijkertijd toegepast worden. Dit betreft de combinatie van de groepsvrijstelling (artikel 2:403 BW) en de consolidatievrijstelling voor de tussenhoudster. Hiervoor gelden enkele voorwaarden. De groepsvrijstelling kan worden toegepast door rechtspersonen die tot een groep behoren, zij kunnen dan gebruikmaken van een vrijstelling voor inrichting, controle en publicatie. Er gelden daarvoor wel enkele voorwaarden. Zo moeten de financiële gegevens van die rechtspersoon door een andere rechtspersoon zijn geconsolideerd. Ook moet laatstgenoemde rechtspersoon een aansprakelijkheidsverklaring afgeven. Voorbeeld 4. Groep met een houdster, tussenhoudster en twee groepsmaatschappijen Stel, een groep heeft een houdster (H), tussenhoudster (TH) en twee groepsmaatschappijen (D1 en D2) (figuur 2). Alle entiteiten hebben een aandeelhoudersbelang van 100 procent in de betreffende dochtermaatschappij(en). Op grond van de consolidatiehoofdregel zijn zowel H als TH consolidatieplichtig. Hierop kan bij TH een uitzondering worden gemaakt door middel van toepassing van de consolidatievrijstelling. Daarnaast streeft men ernaar om beide dochtermaatschappijen D1 en D2 gebruik te laten maken van de groepsvrijstelling waardoor deze beide vennootschappen kunnen volstaan met een vereenvoudigde jaarrekening. Ook hoeven deze jaarrekeningen dan niet te worden gedeponeerd.
16
Spotlight Jaargang 22 - 2015 uitgave 2
Figuur 2 Voorbeeld samenloop artikel 403 en artikel 408
Houdster (H)
Tussenhoudster (TH)
Dochtermaatschappij (D1)
Dochtermaatschappij (D2)
Maar op welk niveau moet de aansprakelijkheids verklaring, die nodig is om gebruik te kunnen maken van artikel 403, dan afgegeven worden? Indien TH gebruikmaakt van de vrijstelling van consolidatie, is er op het niveau van TH geen geconsolideerde jaarrekening beschikbaar om de groepsvrijstelling bij D1 en D2 te faciliteren. De vraag is dan of H de vrijstelling bij D1 en D2 kan faciliteren. Daarvoor moet op het niveau van H aan enkele andere voorwaarden worden voldaan. Zo moet die vennootschap vallen onder het recht van de zevende EG-richtlijn of de
IFRS-verordening. Die consoliderende vennootschap moet ook de aansprakelijkheidsverklaring afgeven.
kan gebruik worden gemaakt van de vrijstelling, mits uiteraard ook aan alle andere voorwaarden is voldaan.
Valt H niet onder het recht van de zevende EG-richtlijn of onder de IFRS-verordening, dan kan H de groepsvrijstelling bij D1 en D2 niet faciliteren. Als TH wel valt onder het recht van de zevende EG-richtlijn of onder de IFRS-verordening, dan zou de geconsolideerde jaarrekening van TH in beginsel wel de groepsvrijstelling bij D1 en D2 kunnen faciliteren. Die geconsolideerde jaarrekening moet er dan wel zijn. Bij het gebruik van de consolidatievrijstelling van artikel 408 door TH is dat echter niet het geval. Er zal dan een keuze gemaakt moeten worden: artikel 403 bij D1 en D2, of artikel 408 bij TH.
Overigens wordt met de geconsolideerde jaarrekening een volledige jaarrekening bedoeld. Dat wil zeggen dat daarin zijn opgenomen de balans, de winst-enverliesrekening, het kasstroomoverzicht én de toelichting daarbij.
6. Overname tijdens boekjaar mogelijk Stel dat in de situatie in figuur 2 D2 in het loop van het jaar wordt overgenomen door TH. Kan TH dan gebruikmaken van de consolidatievrijstelling van artikel 408? En geldt hetzelfde voor artikel 403? Letterlijke lezing van de beide wetsartikelen wekt de indruk dat het antwoord ‘nee’ zou moeten zijn. Immers, de financiële gegevens van de rechtspersoon zouden letterlijk bezien door een andere rechtspersoon moeten zijn geconsolideerd. Op basis van de huidige inzichten is echter een minder letterlijke interpretatie van het begrip ‘de financiële gegevens’ mogelijk. Met ‘de financiële gegevens’ worden in deze interpretatie niet alle financiële gegevens bedoeld, maar die financiële gegevens die H in haar geconsolideerde jaarrekening moet verwerken. In een overnamesituatie betreft dat de financiële gegevens vanaf de overnamedatum. Met andere woorden, er
7. Conclusie: misverstanden, maar toch veel mogelijk In de praktijk wordt zeer regelmatig gebruikgemaakt van de consolidatievrijstelling voor de tussenhoudster, zodat de tussenhoudster geen geconsolideerde jaarrekening hoeft op te maken. De wet biedt een faciliteit, wat leidt tot bepaalde voordelen, maar zoals bij elke faciliteit zijn daar ook voorwaarden aan verbonden. Het voordeel is evident: de tussenhoudstermaatschappij hoeft alleen een enkelvoudige jaarrekening op te maken waarin de groepsmaatschappijen tegen kostprijs gewaardeerd mogen worden. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling zijn helder. Toch leidt de vrijstelling regelmatig tot misverstanden. Allereerst is het belangrijk dat goed gelet wordt op de termijnen van deponering. Als deze worden overschreden kan de vrijstelling niet worden toegepast, met alle gevolgen van dien. In de praktijk blijkt dat nog wel eens voor te komen. Vervolgens moet voldoende aandacht aan de andere voorwaarden voor de vrijstelling worden besteed, en dat wordt nog wel eens onderschat. Door de misverstanden in dit artikel nog eens goed te belichten verwachten wij dat de toepassing van artikel 408, al dan niet in combinatie met artikel 403, vaker op de juiste wijze zal plaatsvinden.
Verslaggeving
17