INHOUDSOPGAVE
Voorwoord………………….……….………………………….………….…………..2
Personeel………………….…………….…………………….…………….……….…3
Bestuursorganen en Commissies.……….……………………… ……….…………10
Obstetrie en Prenatale Diagnostiek.….………………………...……….………….12
Algemene Gynaecologie Operatieve Ingrepen……………….………….………...48
Psychosomatiek en Seksuologie.……………………………….…….………….….49
Gynaecologische Oncologie………….………………………….…………………..52
Voortplantingsgeneeskunde …..……………………………………………………66
Voortplantingsimmunologie……..………………………………………………….81
Ambulante Zorg.…………………………………………………………………......83
Zorgadministratie………………………….…………………………....………….. 86
Medisch Maatschappelijk Werk ……...……..…………………..………………….90
Onderwijs; Wetenschappelijke stages en opleiding Huisartsgeneeskunde …......97
Refereeravonden Noordelijke Gynaecologen en Assistenten……….………..….102
Activiteiten stafleden…………………………………………… ……….…………105
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
1
VOORWOORD In 2009 werd voor het vierde achtereenvolgende jaar door de afdeling O&G het UMCG motto: “Met minder mensen meer doen” gerealiseerd. Deze zogenaamde efficiëntieslag van de afgelopen jaren kon alleen gemaakt worden door enorme inzet van verpleegkundigen, artsen en ondersteuners. Een gunstig gevolg hiervan is dat de afdeling inmiddels een budgetreserve heeft gecreëerd, dat enige ruimte biedt voor het investeren in nieuwe ontwikkelingen, zoals eigen ICT programma’s voor de Obstetrie en Voortplantingsgeneeskunde en het invoeren van een kwaliteitsmanagementsysteem. Fellows De volgende fellows waren bij ons werkzaam: - mw. dr. Fatima Ahankour (Gynaecologische Oncologie) - mw. dr. Moira Müller, mw. Marloes Holswilder - Olde Scholtenhuis (Obstetrie) - mw. dr. Annelies Bos (Voortplantingsgeneeskunde) Patiëntenzorg In 2009 werd een start gemaakt met het invoeren van een kwaliteitsmanagementsysteem voor de gehele klinische zorg, dat reeds operationeel is op de Voortplantingsgeneeskunde. Hiermee willen we de bedrijfsvoering efficiënter en transparanter maken. Ook werd de reorganisatie van de poli O&G geëffectueerd. Poli-verpleegkundigen werden herplaatst en de functie doktersassistent werd ingevoerd. De verschillende disciplines worden nu efficiënter ingezet voor aan hen toebedeelde taken. Inzet van klinisch-verpleegkundigen in de verpleegkundige spreekuren heeft geleid tot het soepeler verlopen van de (operatieve) keten, hetgeen door patiënten als waardevol en door de medewerkers als zinvol ervaren wordt. Onderwijs O&G is goed vertegenwoordigd in het medisch curriculum en de waardering voor het geleverde onderwijs is hoog. Alle stafleden vervullen tutor-, mentor- of coachrollen en ook hier zijn de beoordelingen goed. Het aantal M2 studenten in de kliniek is stabiel. De waardering van co-assistenten van het co-schap O&G is onverminderd groot, waarbij de co-assistenten met name de hoge motivatie van stafleden, AIOS, verloskundigen en verpleging zeer op prijs stellen. Opleiding O&G heeft in samenwerking met de afdeling kindergeneeskunde in het UMCG en de regionale opleidingsziekenhuizen, de nieuwe opleidingsrichtlijnen geïmplementeerd. Dit is mogelijk geworden door een vruchtbare samenwerking van opleiders, AIOS en onderwijskundige medewerkers van het Wenckebach Instituut. Active Learner cursus, ‘Poli op naam’, een drie ploegen rooster, 360 graden feedback en het structureel inroosteren van KPB’s werden gecontinueerd en gewaardeerd. Onderzoek Het aantal publicaties is opnieuw licht gestegen, waarbij het aantal promoties constant is. De verschillende onderzoekslijnen zijn allen ondergebracht in UMCG onderzoeksscholen. In het kader van “Kleine vis — grote vis” zijn door de afdeling (nieuwe) projecten financieel ondersteund, waarmee voorwerk verricht kan worden om op termijn grotere subsidies binnen te halen. Tenslotte De afdeling Obstetrie en Gynaecologie blijft werken aan haar missie: “Bouwen aan de toekomst van de (vrouwengezondheids)zorg” en ziet veel uitdagingen en kansen op zich afkomen, maar trekt deze ook naar zich toe!
Prof. dr. A.G.J. van der Zee
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
2
PERSONEEL (per 31-12-2009) Afdelingshoofd Secretaresse
Prof. dr. A.G.J. van der Zee mw. drs. A. Slotboom
Opleider Secretaresse
mw. Prof. dr. M.J.E. Mourits mw. E.A. de Jong
Chef de clinique
mw. dr. A. Hoek
Medisch Hoofd Polikliniek
drs. D.H. Bogchelman
Management Manager Zorg en Bedrijfsvoering Assistent Beheerder Stafadviseur Stafmedewerker
dhr. R.G.M. Verschure mw. J.J. Abels mw. drs. C.M. Wind mw. Y.J. Kamminga, kwaliteit mw. S.J. Kruze — Sluurman
Onderwijs Onderwijscoördinator Onderwijsmedewerker
mw. drs. V. Faber mw. E.A. de Jong
Obstetrie Hoofd onderafdeling Hoogleraar Obstetrie/ obstetrische Perinatologie Secretaresse
Prof. dr. P.P. van den Berg Prof. dr. J.G. Aarnoudse (tot 1 december 2009) mw. T. Adema
Stafleden
dr. J.J.H.M. Erwich mw. drs. M. Groenewout mw. dr. M.G. van Pampus mw. drs. K.M. Sollie - Szarynska mw. dr. G.G. Zeeman mw. drs. E. Posma (fellow perinatologie) mw. dr. M.A. Müller (fellow perinatologie) mw. drs. M.A.G. Holswilder - Olde Scholtenhuis (fellow perinatologie)
Stichting Prenatale screening Noord Nederland Directeur Arts Prenatale Diagnostiek Coördinator Prenatale Diagnostiek Bureaumanager Echoscopie / Biometrie Biometristen
dr. J.J.H.M. Erwich mw. drs. E. Streefland mw. R.J.M. Snijders mw. R.M.C. van Rossum — Meijer mw. S.J. Binnema - Bennema
mw. L. Leerink - Verdenius mw. P.B. Mulder - Huizing mw. A.E. Woltjer — Veenstra
Wetenschappelijk onderzoekers
mw. dr. M.M. Faas mw. M.T. van Diem mw. drs. H.C.M.L. Rodrigues
Promovendus
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
3
MD-PhD
mw. A.M. Aukes mw. I.R. Postma dhr. J.R. Prins mw. T.R. van Veen mw. M.J. Wiegman
Researchverpleegkundigen
mw. L.E. Hamming mw. J.H.M. Keurentjes mw. A.H.M. Ulkeman
Hoofdverloskundige Verloskundigen
mw. A.J. Crevels mw. M. Bennema - Lysen mw. M. Benthem mw. A.E. Bos mw. E. Bron mw. S. Damme mw. M.J.C. Gremme mw. M.M. Kloosterman - de Groot dhr. C.J. Lucassen mw. I.J. Peters mw. F. Renkema mw. S. Sookhansingh mw. K. Volger mw. N.W. Winter - Blok
Gynaecologie Hoofd onderafdeling Stafleden
Prof. dr. A.G.J. van der Zee drs. D.H. Bogchelman mw. drs. A.J. Schram mw. drs. M. van den Berg Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz
Oncologische Gynaecologie Stafleden
Prof. dr. A.G.J. van der Zee mw. dr. H.J.G. Arts mw. Prof. dr. M.J.E. Mourits Prof. dr. H.W. Nijman mw. dr. F.Z. Ahankour (fellow) drs. H.J.M.A.A. Zijlmans (fellow) mw. M.C. Meijer — Boonstra
Secretaresse Arts-onderzoekers
mw. drs. C.B.M. Bijen drs. J.J.H. Eijsink mw. drs. N. Leffers mw. drs. R. Vermeij
Wetenschappelijk onderzoekers
mw. drs. R.A. de Jong mw. drs. C. Stramrood
MD-PhD
drs. R.S.N. Fehrmann mw. M.J.M. Gooden mw. drs. P. de Graeff mw. M.G. Noordhuis
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
4
Laboratorium Gynaecologische Oncologie Wetenschappelijk onderzoeker Promovendus Analisten
mw. dr. G.B.A. Schuurs - Wisman drs. F. Roossink mw. K.A. ten Hoor dhr. H.G. Klip mw. A. Lendvai (tot 1 mei 2009) mw. ing. H.H. Volders mw. B.N. Hoogeboom mw. M. Kok mw. U.R.J. Schulze
Psychosomatiek/Seksuologie Gynaecoloog Seksuoloog Psychologen
Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz mw. G.T. Balkema mw. dr. J. van der Velde mw. I.C. Zantingh mw. A.L. Pascal mw. dr. B. Hosenfeld
Assistent coördinator genderteam Stafassistent
Voortplantingsgeneeskunde Hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde Stafleden
mw. Prof. dr. A.J. Land mw. dr. A.M.E. Bos (vanaf 1 april 2009 staflid) mw. dr. A. Hoek drs. A.H.M. Simons mw. A. Postuma
Secretaresse Klinisch Embryologen
dr. ir. E.G.J.M. Arts mw. drs. J.J. Brink - van der Vlugt mw. dr. J. van Echten — Arends
Artsen IVF
mw. drs. E. de Bruin - Waterberg mw. drs. E.C. Dul drs. C. Hammer (tot 1 april 2009) mw. drs. M.E. Pragt — Weijer mw. drs. T.M. Rijken — Zijlstra (vanaf 1 maart 2009)
Arts-onderzoekers
mw. drs. M.M. Haadsma (tot 15 juni 2009) mw. drs. M.A.Q. Mutsaerts (vanaf 1 maart 2009)
Nurse Practitioners
mw. J.H.T. Bolster - Gerritsen mw. K. Feicke (kwaliteitsmedewerker)
Laboratoriummedewerkers
dhr. H. Moes (coördinerend analist) mw. R.W. Bosma - van der Hoeven mw. T. Draaisma dhr. R. Hardenberg mw. A.J. Kelholt mw. G.J. Knol mw. M. Leering (vanaf 1 mei 2009) mw. K. Lok (kwaliteitsmedewerker) mw C.P.E. Magielse mw. I. Mulder Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
5
mw. M. Snijder mw. H.C. Spakman mw. J.G. Wijchman Assistenten In Opleiding tot Specialist (AIOS) mw. dr. J. Blaauw dhr. drs. J.P.F. Bosma mw. drs. J.M. Briët mw. drs. A.E.P. Cantineau dhr. dr. R.B. Donker mw. dr. N. Folkeringa mw. dr. S.J. Gordijn mw. drs. F.J. Korteweg mw. dr. C.H. Mom mw. dr. E.R. Nijhuis mw. dr. N. Reesink - Peters mw. drs. A. van der Steen mw. drs. E. Stekkinger mw. drs. I. van der Veen mw. drs. J.M. Woolderink Assistenten Niet In Opleiding tot Specialist (ANIOS) mw. drs. E.A.G. Lammerink mw. drs. J.W. Nijkamp mw. drs. T.Y. Wong
Bedrijfs Informatie Bureau O&G (BIBOG)
mw. K. Heerlijn, medewerker administratie dhr. G.P. Kroon, ondersteuner ICT mw. J.M. Ravisé — Buist, datamanager dhr. R.G.M. Verschure
Polikliniek Coordinator bedrijfsvoering polikliniek Doktersassistenten
mw. R. Warners mw. S.E. Kranenborg mw. R. Oosterbeek mw. H.H. Schut mw. A.F. Toonstra mw. L. de Waal mw. G. Westerbaan
Medische Administratie Hoofd Coördinator Medewerker Planning Patiëntenzorg Medewerkers
mw. F. Leijstra - de Ruiter mw. L. Dijk - Roorda mw. J. van der Veen — Kruize mw. H.J. Bekkering mw. E. Bulthuis - Wormmeester dhr. A. Duitscher mw. E.M.J.C. Grommel - ten Brink mw. G.W.K. Hoving mw. A. Jager - Hoving mw. A. Kooi mw. A.K. Koop
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
6
mw. H.A. Letsch - de Jonge mw. M.T.J. Massaut — Schubart mw. C.A. Matter - Meij mw. A. van der Meer mw. Y. Mollema mw. L.L. Ottens mw. A. Ottens - Venhuizen mw. J.C.M. Remkes mw. C.M. Rijnaard — Propstra mw. R.L. de Rode mw. H.R. van der Roest mw. P. Teuben mw. D. van der Veen - Albertema mw. M. Vonck - Knol mw. H. de Vos - Steenmeijer mw. B.E. Weiss mw. E. Zandinga mw. M.M. van Eekeren dhr. F.H.M. Hoenkamp
Medewerker DBC registratie Codeur medische gegevens
Medisch maatschappelijk werk mw. M. de Groot — Noordenbos mw. H.J. Huisinga mw. A.L. Pascal mw. A.B. Tijmstra Geestelijke Verzorging dhr. drs. J. Koopmans
Verpleging L2va Hoofdverpleegkundige mw. C.M. Opperhuizen dhr. G. Zielstra
mw. L. Wiemann — Koerts
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
7
Verpleging Obstetrie L3va en K3va Hoofdverpleegkundigen
mw. A.L.D. Prins (K3va) mw. L. Wiemann — Koerts (L3va) mw. A. van der Laan mw. H.T. Lamain mw. S.J. van Leeuwen mw. A.H.M. Lodder — Alofs mw. G. Mager mw. T. van der Meer - Vegter mw. J. Meijer - van Harten mw. H. Meijeringh mw. R.I. Mevius mw. E.F. Moes mw. C.J. Molenberg - Jans mw. A. Nieuwland mw. M.E. Pluygers mw. A.G. Pol mw. J.E. Postma - de Vries mw. S. Schuiling mw. B.A. Schuiteboer - Wester mw. M. Schuur mw. W.P.A.G. Snippert - Snyders mw. C. van Spronsen - Boogerd mw. G.W. Steenge — Kamphuis mw. J. Strijbosch (leerling verpleegkundige) mw. G. Teune - Kruizinga mw. P.W. Uilhoorn - Woldringh mw. A.H.M. Ulkeman mw. G. Veenstra mw. H.J. van Velzen - van Hoekelen mw. E.R.M. van der Vis - Poorta mw. G. Vrieling mw. M.H. de Vries - Neervoort mw. D.G. van der Wal — Douma mw. J.J. Wijma - Kruithof mw. H. Wilpstra - Delger mw. M.G.M. Wolterinck
mw. W. Aalders (leerling verpleegkundige) mw. S.E. Afman mw. B.H. Blok — Sterenberg mw. M.J. de Boer mw. B.H. Bonsema - Slotegraaf mw. H.T. Boomgaardt mw. E.W. Bos mw. N. Bos mw. M.D. Boven - Akkerboom mw. R. Braaksma mw. M. Brouwer - de Boer mw. R.G. Burgler mw. M.G. Couperus dhr. G. van Dijk mw. S.M. Dijkstra mw. J. S. Flooren mw. L.M. Gemmink mw. E. Gerds — Haan mw. S. Grasman mw. E. Haak mw. M. Hemmes mw. M.G.M. den Hollander - Bodewes mw. H.E. Hooghiem mw. J.J. van Houten - Oldenkamp mw. A.A.A. Huitema mw. S. Joldersma mw. M. Katerberg mw. J.H.M. Keurentjes mw. E. Kielder mw. R. Kik mw. F.J. Klimp mw. J.G. Knol - Karssies mw. E.M. Kok mw. H.A. Koops dhr. J. Korte mw. E.C. Kuilema - van den Herik Verzorgenden
mw. A.F. Dijkstra mw. P. Dijkstra dhr. R.J. Frieling mw. B. Halma mw. A. Kamphuis mw. S. Robben
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
8
Zorgassistenten mw. S. Ferwerda - de Vries mw. J.M. de Groot mw. J. Rull — Maris mw. S.T. Wielstra - Mollema Voedingsassistenten mw. K.H. Harmsma - Van Houten mw. Y.C. Kadijk - van Nek mw. I.N. Pater - Bouwmeester mw. G.A. Smid — Greidanus mw. B.J. Wieringa — Vliet
Verpleging Gynaecologie / Oncologie L4va Hoofdverpleegkundige
mw. A.L.D. Prins
mw. L.I. Alserda mw. A. de Beer — Hoekstra mw. J. Bergstra (leerling verpleegkundige) mw. S. Blaauw - Vos mw. J.W.C. Corputty - Bol Raap dhr. C.S.C. Dekker mw. A. Donker - Mulder mw. M. Faber - Boersma mw. J.W. Geerlings mw. J.D. ’t Hooft - Smits mw. A.T. Hoogeveen mw. J.C. de Jong - Bruining mw. A. Links mw. S.A.M. Meering mw. M.G.T.M. Mentink mw. J.J.N.M. Metzemaekers — de Vries mw. A.A.C. Miedema - Romkes
mw. H.G. Mik - Prins mw. B. Nieuwenhuis mw. H. Noorda mw. T.R. Oldenziel dhr. H. Pijper mw. M. Pit — Perret mw. T.A.M. Roos mw. M. Rosman mw. L.M. Smedes mw. H.A. Steenstra mw. H.J. Trip mw. G. Visser - Land mw. J. van Weert - Plagge mw. M.I. van Wely - Roman mw. G. Westerkamp - Douma mw. T. Westra
Verzorgenden
mw. G.Z. Geerling - van der Wijk mw. H. Snitjer - van der Schans
Voedingsassistenten
mw. A.G. Buitenwerf — Wierema mw. K. van Duinen mw. G. Groen - Steiger mw. G. Rozenboom - Huitsing mw. J. Wedzinga
Afdelingsassistent
mw. G. van der Werf
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
9
SAMENSTELLING BESTUURSORGANEN EN COMMISSIES
Dagelijks Bestuur Afdeling
Prof. dr. A.G.J. van der Zee Prof. dr. P.P. van den Berg mw Prof. dr. J.A. Land mw. dr. A. Hoek dhr. R.G.M. Verschure mw. drs. A. Slotboom, secretaresse
COMMISSIES Onderwijscommissie
Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz, voorzitter Prof. dr. J.G. Aarnoudse (t/m november 2009) Prof. dr. P.P. van den Berg mw. drs. V. Faber Prof. dr. H.W. Nijman Prof. dr. A.G.J. van der Zee mw. E.A. de Jong, secretaresse
Opleidingscommissie
mw. Prof. dr. M.J.E. Mourits, voorzitter Prof. dr. P.P. van den Berg drs. D.H. Bogchelman mw. drs. S.J. Gordijn (t/m oktober 2009) mw. drs. M. Groenewout mw. dr. A. Hoek mw. dr. E.R. Klinkert (t/m april 2008) mw. Prof. dr. J.A. Land mw. dr. C.H. Mom (per mei 2009) mw. drs. J. van der Veen (per november 2009) mw. drs. C.M. Wind mw. E.A. de Jong, secretaresse
Clustercommissie
mw. Prof. dr. M.J. E. Mourits (UMCG), voorzitter Prof. dr. P.P. van den Berg (UMCG), plaatsvervangend opleider mw. dr. J. Blaauw (per juli 2009) mw. drs. A.E.P. Cantineau (t/m juni 2009) dr. B.J. Cohlen (Zwolle) mw. drs. N. Folkeringa (per juli 2009) dr. H.H. de Haan (Zwolle), opleider mw. drs. E.J.C. Kools (t/m juni 2009) dr. P.J.Q. van der Linden (Deventer), opleider dr. A.J. van Loon (MZH Groningen), opleider dr. L.P. Morssink (Leeuwarden) dr. T. Spinder (Leeuwarden), opleider dr. R.H. Stigter (Deventer) dr. J. Wijma (MZH Groningen) mw. drs. C.M. Wind, stafmedewerker
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
10
Wetenschapscommissie
Prof. dr. H.W. Nijman, voorzitter Prof. dr. J.G. Aarnoudse Prof. dr. P.P. van den Berg dr. J.J.H.M. Erwich mw. drs. F.J. Korteweg Prof. dr. A.G.J. van der Zee mw. M.C. Meijer — Boonstra, secretaresse
Managementteam
dhr. R.G.M.Verschure, voorzitter dr. ir. E.G.J.M. Arts mw. A.J. Crevels mw. drs. V. Faber mw. dr. A. Hoek mw. F. Leijstra - de Ruiter mw. A.L.D. Prins mw. R. Warners mw. L. Wiemann mw. C.M. Wind
Polikliniekcommissie
drs. D.H. Bogchelman mw. dr. A. Hoek mw. F. Leijstra - de Ruijter mw. dr. M.G. van Pampus R.G.M. Verschure Mw. R. Warners
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
11
OBSTETRIE EN PRENATALE DIAGNOSTIEK Inleiding In 2009 is met volle inzet verder gewerkt aan het verwezenlijken van goede patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek in de obstetrische kliniek. In dienst kwamen mw. M. Bennema, mw. S. Sookhansing en mw. M.J.C. Gremme als verloskundigen. Mw. Brinkerink vertrok. Professor Jan Aarnoudse nam afscheid van onze afdeling wegens pensionering na een dienstverband van vele jaren. De cijfers Het aantal bevallingen was 1475 en bleef in vergelijking met 2008 stabiel (1458). Het totaalpercentage inleidingen bedroeg 26,8% in 2009, het aantal kunstverlossingen 13,7% en het sectiopercentage 23,2%. Wanneer naar de belangrijkste interventies in de VOKS spiegeling wordt gekeken dan eindigt 25% van alle bevallingen in een primaire of secundaire sectio, 30% in een inleiding en/of kunstverlossing en 45% begint en eindigt spontaan. Na analyse met vergelijkbare praktijken liggen de cijfers onder of op het gemiddelde niveau. Dit wil zeggen dat wij gelijk of minder interventies doen. Het aantal poliklinische bevallingen gestart onder regie van de verloskundige uit de 1e lijn in het geboortehuis “de Spil” bedroeg 309, daarvan bevielen er uiteindelijk ook 194 daar (64%). Het aantal opnamen van zwangeren met een Obstetric High Care indicatie was 703. Het aantal geweigerde patiënten met een OHC-indicatie steeg naar 30 (in 2008: 21weigeringen). Ook het aantal patiënten uit andere 3e lijns centra nam toe (18). Landelijk wordt er weer meer met zwangeren geschoven wegens plaatsgebrek of tekort aan verplegend personeel op de OHC of de NICU (neonatale intensive care unit). Daarnaast verschuift de grens van 26 weken als start voor actieve behandeling naar beneden zoals in de landen om ons heen. Een nieuwe richtlijn is door de betrokken beroepsgroepen in 2010 goedgekeurd onder de voorwaarde van adequate financiering om voldoende kwaliteit en volume van de zorg te kunnen garanderen. Ontwikkelingen De hogere perinatale sterfte in Nederland bleef de gemoederen bezig houden. De Jonge et al. publiceerden in 2009 dat de thuisbevalling veilig is in een retrospectieve cohortstudie, waarbij zij de low risk bevalling onder regie van de verloskundige thuis of in het ziekenhuis vergeleken. De discussie zou het hele jaar voortduren in afwachting van het rapport: “Een goed begin”, samengesteld door de stuurgroep zwangerschap en geboorte welke begin 2010 aan de toenmalige minister van volksgezondheid Klink werd aangeboden. Inmiddels weten we meer. Er zijn aanbevelingen gedaan en de twijfels over de robuustheid van het Nederlandse verloskundige systeem zijn toegenomen. Centralisatie van de acute zorg en kritische beschouwing van de verschillende echelons die niet optimaal samenwerken zijn anno 2010 de thema’s. In de stad Groningen is nagedacht over centralisatie van de acute verloskundige zorg ter verbetering van de continuïteit en kwaliteit van zorg.. Ook in de regio Groningen is er reden tot zorg met het verdwijnen van faciliteiten in de 2e lijn. Thuis bevallen, gaat gezien de afstanden niet overal meer veilig. In de regio zal verder centralisatie plaatsvinden. De vraag blijft of dit een goed effect heeft op de perinatale morbiditeit en mortaliteit. De afdeling verloskunde van het UMCG zal zich met het oog op verbetering van de regionale ketenzorg naast de reeds bestaande speerpunten te weten: Prenatale screening, Regionale audit en Patiëntveiligheid in de verloskunde, toenemend gaan bezig houden met de versterking van de band met de verloskundigen. Betere samenwerking is de sleutel tot verbetering van de zorg voor de zwangere en haar kind.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
12
Patiëntenzorg
Prenatale screening en diagnostiek Het aanbieden van prenatale screening is gemeengoed geworden voor alle zwangeren. Echoscopie is nu een geaccepteerde test om te screenen op aangeboren afwijkingen. Van de combinatietest wordt in Noord-Nederland nog maar relatief weinig gebruik gemaakt. Dit in tegenstelling tot de regio Amsterdam waar de acceptatie veel groter is. Er is in 2009 gezocht naar een nieuw hoofd van de prenatale diagnostiek. Deze is gevonden in de persoon van Dr. Katia Bilardo. Zij zal de PND verder ontwikkelen en uitbouwen. Er zal een leerstoel worden ingesteld te weten: Foeto-Maternale Geneeskunde, in het bijzonder de Prenatale Diagnostiek en Therapie. Deze beoogt het klinisch en basaal onderzoek verder te stimuleren, waarbij de gezondheid van de foetus (het kind) en van de moeder een centrale rol spelen.
Regionale en landelijke Audit Door het IMPACT project (IMplementation of structural feedback by means of Perinatal Audit to Caregivers in cases of perinatal mortality in the northern region of The Netherlands) is een strategie ontwikkeld voor de implementatie van structurele terugkoppeling naar de perinatale zorgverleners over het zorgproces bij gevallen van perinatale sterfte. Actiepunten gaan vaak over documentatie, protocollen, samenwerkingsafspraken en specifiek vakinhoudelijke onderwerpen. Ook bewustwording van “kwetsbare” situaties of organisatieonderdelen werd regelmatig genoemd. Zowel de voorbereiding als de bijeenkomsten werden ondersteund en voorgezeten door leden van het IMPACT- projectteam. In samenwerking met het Landelijk Bureau Perinatale Audit zijn onderwijsmodules ontwikkeld ten bate van de landelijke invoering van perinatale audit.
Patiëntveiligheid in de verloskunde Onze afdeling vervult een voortrekkersrol bij het ontwikkelen en aanbieden van regionale en landelijke cursussen voor artsen en verpleegkundigen in samenwerking met ons Skills laboratorium wat uitstekende faciliteiten voor simulatie biedt. De Simulatie Acute VERloskunde (SAVER) cursus wordt landelijk aangeboden. Uitgangspunt zou moeten zijn dat AIOS niet zonder deze training zelfstandig op de verloskamers dienst doen. Onderzoek Healthy Aging, met de twee projecten LifeLines en Eriba, is het onderzoeksthema van het UMCG. In het onderzoek van de Obstetrie betreft Healthy Aging zowel de moeder als de foetus en begint zelfs al voor de conceptie. Het onderzoek op de obstetrie heeft de volgende speerpunten: Basaal onderzoek wordt verricht naar de pathofysiologie en met name de vasculaire en immunologische achtergronden van pre-eclampsie. Tevens zijn er onderzoekslijnen met betrekking tot de vasculaire cerebrale en mentale gevolgen van pre-eclampsie voor de moeder. Dit zijn klinische zowel als translationele studies naar oorzaak en gevolg van eclampsie, en het Posterior Reversible Encephalopathy Syndrome (PRES) in bredere zin. De financiering van de verschillende projecten komt tot stand via de 1ste geldstroom (MD PhD trajecten) en andere geldgevers. Onderzoek naar de achtergronden van perinatale sterfte en de implementatie van programma’s ter voorkoming van perinatale sterfte. Belangrijke lopende onderzoekslijnen/projecten zijn: ZOBAS (Zinnig Onderzoek bij Antepartum Sterfte) en IMPACT (IMplementation of structural feedback by means of Perinatal Audit to Caregivers in cases of perinatal mortality in the northern region of The Netherlands). De financiering van de verschillende projecten komt tot stand via de 1ste geldstroom (MD PhD trajecten) en ZonMw. Onderzoek naar de mogelijkheden van foetale behandeling van structurele afwijkingen zoals spina bifida, buikwanddefect en urogenitale afwijkingen met tissue engineering technieken. Hierbij wordt in Groningen basaal, dierexperimenteel en ethisch onderzoek verricht binnen het kader van een door de Europese Commissie gefinancierd samenwerkingsproject met Nationale en Europese partners EUROSTEC (European study on Soft Tissue Engineering for children).
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
13
In het kader van Healthy Aging zal de nadruk van het onderzoek van de prenatale diagnostiek liggen op het in kaart brengen van omgevings- en genetische factoren die de prevalentie van aangeboren afwijkingen kunnen beïnvloeden en van potentiële therapeutische maatregelen die de uitkomst van deze ziektebeelden kunnen verbeteren. Onderzoek op het gebied van aangeboren hartafwijkingen bij de moeder ( ZAHARA studie) en bij de foetus (PRECOR= beelden- en bio-bank van foetussen met congenitale hartafwijkingen) scheppen de mogelijkheid correlaties te leggen tussen beeldvormende technieken, genetische achtergronden en vroege detectie van risico factoren voor moeder of foetus. De onderzoeksfinanciering is aangevraagd bij subsidiegevers. Daarnaast participeert de onderafdeling Verloskunde in doelmatigheidsonderzoek van obstetrische interventies wat nationaal is opgezet (Verloskundig Consortium). Vanuit Groningen is de HYPITAT studie (HYpertensie and Pre-eclampsia at Term) geïnitieerd en in 2009 afgesloten. Door het participeren van veel 2e lijns klinieken is het gelukt een permanente infrastructuur op te zetten met onderzoeksverpleegkundigen. Hierdoor is de inclusie, de financiering en de continuïteit met het oog op nieuwe studies beter gewaarborgd. De projectfinanciering komt tot stand door ZonMw.
Prof. dr. P.P. van den Berg
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
14
INSCHRIJVINGEN POLIKLINIEK OBSTETRIE EN ANTENATALE DIAGNOSTIEK aantal 4620 11929 16549 2266 3199
nieuwe en oud/nieuwe inschrijvingen herhalingsconsulten totaal daarvan consulten voor Antenatale Diagnostiek consulten DOC
(%08) + 12,2 - 0,4 + 2,8 - 4,0 + 10,7
BIOMETRIE totaal 4296
Echo routine zwangerschap poliklinisch
ANTENATALE DIAGNOSTIEK amnionpuncties chorionvillus-biopsiën Counseling gesprekken PND intake echo bij verhoogd risico aangeboren afwijking (GUO groep I) (507 patiënten) echo bij vermoeden aangeboren afwijking (GUO groep II) (624 patiënten) combinatietesten (2119 patiënten) serumscreening zwangeren aangeboren afwijkingen 1e trimester serumscreening zwangeren aangeboren afwijkingen 2e trimester
aantal verrichtingen 180 263 1671 645 992 2119 3824 507
VERRICHTINGEN OBSTETRIE totaal aantal patiënten totaal aantal kinderen daarvan
spontane partus kunstverlossingen daarvan sectio caesarea daarvan
eenling tweeling drieling
forcipale extractie vacuum extractie primair secundair
stuitliggingen daarvan
primaire sectio caesarea secundaire sectio caesarea poliklinische partus met eigen verloskundige
VERWIJZINGEN NA GEBOORTE KIND In 2009 werden nog 167 kraamvrouwen van elders opgenomen omdat hun kind was verwezen naar de onderafdeling Neonatologie van de Beatrix Kinderkliniek.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
15
Aantal 1479 1560 1404 72 4 1010 176 9 167 342 183 159 151 58 27 205
CASUSBESCHRIJVING MATERNALE STERFTE In het verslagjaar 2009 deed zich één geval van maternale sterfte voor. G2P1, 36 jaar Patiënte’s eerste zwangerschap eindigde in een spontane partus a terme van een gezond kind. Controles gynaecoloog elders in verband met epilepsie en Carbamazepine gebruik. Gedurende zwangerschap frequente kleine epileptische aanvallen waarvoor ophoging Carbamazepine. In 39e wk thuis door partner levenloos aangetroffen na epileptische aanval volgens partner. Door partner direct gestart met reanimatie. Bij aankomst ambulance ventrikelfibrilleren, 3x gedefibrilleerd, geïntubeerd en meerdere keren adrenaline toegediend. Tijdens vervoer naar UMCG marginale output. Reanimatie voortgezet in UMCG volgens electromechanische dissociatie protocol. Tevens perimortem sectio ter verbetering van de resuscitatie mogelijkheden van patiënte. Dochter geboren van 3590 gram met een bradycardie waarvoor reanimatie. Dit meisje is, ten gevolge van zeer ernstige perinatale asphyxie, 2 dagen na de geboorte overleden. Gedurende reanimatie van patiënte meerdere malen ventrikelfibrilleren gevolgd door defibrillaties, tussendoor minimale output bij eigen ritme. Echter nooit eigen output boven een bloeddruk van 70/30 mmHg bereikt. Reanimatie na 2 uur gestaakt op basis van de zeer lang bestaande diepe acidose bij slechts minimale hartactie (echocardiografisch beoordeeld) en massale bloeding via de tube. Obductie: Hoge tractus digestivus bloeding met stressulcera in maagslijmvlies. Geen aanwijzingen voor DIS, cardiomyopathie, coronairtrombose of abruptio placentae. Hersenobductie werd niet verricht. Mechanisme van overlijden: Cascade van events met epileptisch insult waarna ventrikelfibrilleren en hypoxemie, acidose en ontstaan van stressulcera in maag met bloeding, hetgeen het proces heeft onderhouden en heeft doen verslechteren met uiteindelijk electromechanische dissociatie. CASUSBESCHRIJVING ECLAMPSIE G3P0, 21 jaar van somalische afkomst, eclamptisch insult thuis. Controles UMCG. Bij 10 weken hyperemesis, behandeld met anti-emetica en rehydratie. Tevens intestinale schistosomiasis hematobium infectie vastgesteld. Bij 23 weken opname in verband met pyelonefritis t.g.v. E. coli, behandeld met antibiotica. Bij 33 weken echo, small-for gestational age foetus met normale hoeveelheid vruchtwater en normale Doppler stroomprofielen. Bloeddruk gedurende de hele zwangerschap normaal. Laatst gemeten bloeddruk bij 33+4 was 104/68 mmHg. Bij 34+6 opname na een eclamptisch insult thuis, eerste RR 170/115. Direct na aankomst gestart met Labetolol en magnesiumsulfaat. Tijdens oplaaddosis magnesiumsulfaat nogmaals insult. Na stabilisatie werd een sectio caesarea onder algehele anaesthesie verricht, meisje, 1815 gram, Apgar 1: 4, Apgar 5: 7. Opname kinderkliniek, nu gezond. Post operatief 24 uur nabeademing op de intensive care wegens verdenking longoedeem danwel aspiratie pneumonie. Het kraambed werd gecompliceerd door een pneumonie met sepsis beeld waarvoor antibiotica. Uiteindelijk in goede conditie naar huis ontslagen.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
16
PERINATALE STERFTE1 Definities perinatale sterfteclassificatie: Doodsoorzaak: de initiële, aantoonbare pathofysiologische entiteit die onomkeerbaar tot de dood heeft geleid. Mechanisme: het orgaanfalen dat niet verenigbaar is met het leven, in gang is gezet door de doodsoorzaak en dat rechtstreeks tot de dood heeft geleid. Op basis van: de verklaring van het mechanisme van overlijden. Bijdragende factoren: overige bekende factoren die (mogelijk) een plaats hebben op het causal pathway (oorzakelijk pad) naar de dood. Nevendiagnoses: (co-)morbiditeit, relevant voor het klinisch beeld of de zorg, maar die zeker geen deel uitmaakt van het causal pathway naar de dood. Risicofactoren: bekende factoren die een risico inhouden voor het verloop van de zwangerschap. Vermijdbaar: is de sterfte vermijdbaar naar de huidige stand van de wetenschap.
OVERZICHT STERFTES 2009 doodsoorzaak 1.1.1 congenitale afwijking: chromosomaal; numeriek 1.1.2 congenitale afwijking: chromosomaal; structureel 1.2.1 congenitale afwijking: syndroom; genmutatie 1.2.2 congenitale afwijking: syndroom; overig 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 1.7 congenitale afwijking: tractus urogenitalis 1.8 congenitale afwijking: musculoskeletair stelsel 1.11.2 congenitale afwijking: overig; meerdere organen 2.1 placenta: placentabed pathologie 2.2.1 placenta: placentapathologie; ontwikkeling 2.2.2 placenta: placentapathologie; parenchym 2.4 placenta: niet nader omschreven 3.1 prematuriteit: PPROM 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3.4 prematuriteit: iatrogeen 4.2 infectie: opstijgend 5.2.5 overig: maternale aandoening; overig 6.1 onbekend: ondanks uitgebreid onderzoek Totaal
1
aantal 4 2 2 2 7 11 3 1 6 14 2 2 7 9 10 1 2 1 1 87
In samenwerking met Dr. A. Timmer, afdeling Pathologie, UMCG en mw. K.S. Bergman, Beatrix Kinderkliniek, UMCG
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
17
OVERZICHT STERFTES 1999 - 2009 doodsoorzaak 1.1.1 congenitale afwijking: chromosomaal; numeriek 1.1.2 congenitale afwijking: chromosomaal; structureel 1.2.1 congenitale afwijking: syndroom; genmutatie 1.2.2 congenitale afwijking: syndroom; overig 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 1.5 congenitale afwijking: tractus respiratorius 1.6 congenitale afwijking: tractus digestivus 1.7 congenitale afwijking: tractus urogenitalis 1.8 congenitale afwijking: musculoskeletair stelsel 1.9 congenitale afwijking: endocrien/metabool 1.10 congenitale afwijking: neoplasma 1.11.1 congenitale afwijking: overig; 1 orgaan 1.11.2 congenitale afwijking: overig; meerdere organen 2.1 placenta: placentabed pathologie 2.2.1 placenta: placentapathologie; ontwikkeling 2.2.2 placenta: placentapathologie; parenchym 2.2.3 placenta: placentapathologie; localisatie 2.3 placenta: navelstrengcomplicatie 2.4 placenta: niet nader omschreven 3.1 prematuriteit: PPROM 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3.3 prematuriteit: cervixinsufficiëntie 3.4 prematuriteit: iatrogeen 3.5 prematuriteit: niet nader omschreven 4.1 infectie: transplacentair 4.2 infectie: opstijgend 4.3 infectie: neonataal 4.4 infectie: niet nader omschreven 5.1 overig: hydrops foetalis e.c.i. 5.2.1 overig: maternale aandoening; infectie 5.2.2 overig: maternale aandoening; bloedgroepincompatibiliteit 5.2.5 overig: maternale aandoening; overig 5.3.1 overig: trauma; maternaal 5.4 overig: uitzonderlijk 6.1 onbekend: ondanks uitgebreid onderzoek 6.2 onbekend: belangrijke informatie mist totaal
aantal 110 19 31 17 61 51 1 7 33 12 1 6 3 67 185 57 14 4 10 18 109 90 22 2 1 5 18 1 2 14 4 1 9 1 11 32 35 1064
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
18
CASUSBESCHRIJVINGEN PERINATALE STERFTE 1 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
23 jaar, G1, 22 weken, meisje, 210 gram, ante partum overleden 1.1.1 congenitale afwijking: chromosomaal; numeriek 5 placenta insufficiëntie 3.4 placentair; hypoplasie monosomie 21, SGA, velamenteuze insertie navelstreng hoge BMI
2 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: risicofactoren:
41 jaar, G3P1, 22 weken, meisje, 350 gram, durante inductie overleden 1.1.1 congenitale afwijking: chromosomaal; numeriek 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie trisomie 18 hoge BMI
3 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
31 jaar, G2P1, 23 weken, meisje, 205 gram, ante partum overleden 1.1.1 congenitale afwijking: chromosomaal; numeriek 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie triploïdie
4 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
39 jaar, G2P1, 23 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 540 gram, binnen 1 uur overleden 1.1.1 congenitale afwijking: chromosomaal; numeriek 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie asthma met medicatie, trisomie 21
5 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
28 jaar, G2P1, 23 weken, jongen, 600 gram, durante inductie overleden 1.1.2 congenitale afwijking: chromosomaal; structureel 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie de novo translocatie 14/21, trisomie 21 PIH in voorgeschiedenis
6
26 jaar, G5P1, 32 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 2010 gram, durante inductie overleden 1.1.2 congenitale afwijking: chromosomaal; structureel 6 onbekend 6 onbekend onbewaakte partus, PPROM, ongebalanceerde translocatie, MCA
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: 7 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
33 jaar, G3P2, 37 weken, meisje, 1525 gram, binnen 24 uur overleden 1.2.1 congenitale afwijking: syndroom; genmutatie 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 1.3 cardiocirculatoir; hydrops foetalis eerder kind met hydrops, neonatale sterfte in voorgeschiedenis, myopathie kind, hydrops foetalis, SGA, placentahypoplasie, absoluut en relatief
8 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
34 jaar, G2P1, 22 weken, meisje, 310 gram, durante inductie overleden 1.2.1 congenitale afwijking: syndroom; genmutatie 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie osteogenesis imperfecta Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
19
9 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
20 jaar, G1, 38 weken, meisje, 2490 gram, 4 dagen postpartum overleden 1.2.2 congenitale afwijking: syndroom; overig 3 respiratoire insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling multipele congenitale afwijkingen
10 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
29 jaar, G1, 23 weken, meisje, 600 gram, durante inductie overleden 1.2.2 congenitale afwijking: syndroom; overig 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie CHAOS-syndroom
11
35 jaar, G2P1, 38 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 2420 gram, 8 dagen postpartum overleden 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 4 cerebrale insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling diabetes mellitus type I, schizencefalie kind, SGA, placentahypoplasie, relatief, hoge coilingindex navelstreng roken
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: risicofactoren: 12 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
26 jaar, G2P1, 22 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 440 gram, binnen 1 uur overleden 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 3 respiratoire insufficiëntie 4.8 overig; inductie spina bifida trombose in voorgeschiedenis, medicijngebruik (antistolling)
13 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: risicofactoren:
34 jaar, G2P1, 23 weken, jongen, 685 gram, binnen 2 uur overleden 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 3 respiratoire insufficiëntie 4.8 overig; inductie Dandy-Walker malformatie lage BMI
14
24 jaar, G2P1, 22 weken, antepartum overplaatsing, jongen, gram, durante inductie overleden 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie hydrocephalie vaginaal bloedverlies, placentahypoplasie, absoluut, hoge coilingindex navelstreng
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 15 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
3 jaar, G5P2, 22 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 450 gram, durante inductie overleden 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie kind cerebrale corticale uitrijpingsstoornis moeder mitralisklepprolaps
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
20
16 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
33 jaar, G2P1, 22 weken, jongen, 540 gram, durante inductie overleden 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie kind NBD
17
21 jaar, G1, 37 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 3125 gram, durante inductie overleden 1.3 congenitale afwijking: centraal zenuwstelsel 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 5.0 anders; cerebrale punctie holoprosencephalie kind hoge BMI
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 18 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
19 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
20 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
21 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
22 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: risicofactoren:
30 jaar, G1, 32 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 1900 gram, 6 weken postpartum overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 1.2 cardiocirculatoir; aangeboren hartafwijking PPROM, abstinerend beleid, inoperabele hartafwijking, opstijgend infect met foetale respons, alcoholgebruik, cannabisgebruik, roken 32 jaar, G2P0, 37 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 1960 gram, 10 dagen postpartum overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 4.5 overig; complicatie na medische behandeling pre-existente hypertensie, met medicatie, hypoplastisch linkerhart waarvoor OK, SGA, hoge coilingindex navelstreng, roken 23 jaar, G2P0, 31 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 1300 gram, 13 dagen postpartum overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling PPROM, hypoplastisch linkerhart, placentahypoplasie, absoluut, hoge coilingindex navelstreng, hoge BMI 36 jaar, G1P7, 31 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 1455 gram, 3 dagen postpartum overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling irregulaire erythrocytenantistoffen anti c, vaginaal bloedverlies, hypoplastisch linkerhart, meerling (BC-BA), iatrogene vroeggeboorte wegens maternaal vaginaal bloedverlies, placenta praevia, roken 34 jaar, G5P4, 22 weken, jongen, 490 gram, binnen 1 uur overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 3 respiratoire insufficiëntie 4.8 overig; inductie eerder kind met aortastenose, hypoplastisch linkerhart, nevendiagnoses: lage coilingindex navelstreng roken
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
21
23 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
27 jaar, G1, 23 weken, jongen, 690 gram, binnen 1 uur overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 3 respiratoire insufficiëntie 4.8 overig; inductie complexe hartafwijking kind lage BMI
24 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
36 jaar, G4P1, 22 weken, meisje, 340 gram, durante inductie overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie hypoplastisch linkerhart, hoge coilingindex navelstreng
25 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
33 jaar, G2P0, 23 weken, jongen, 550 gram, durante inductie overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie hypoplastisch linkerhart hoge coilingindex navelstreng, hoge BMI
26 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
30 jaar, G1, 23 weken, jongen, 595 gram, binnen 1 uur overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie hypoplastisch rechterhart lage BMI
27 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
37 jaar, G2P1, 23 weken, jongen, 600 gram, durante inductie overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie complexe hartafwijking kind thallassaemie, placentahypoplasie, absoluut en relatief, hoge coilingindex Navelstreng
28 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
20 jaar, G2P1, 30 weken, meisje, 365 gram, ante partum (electieve foeticide) overleden 1.4 congenitale afwijking: hart- en vaatstelsel 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 4.9 overig; selectieve foeticide Epstein anomalie, TTTS (met laserbehandeling), meerling (MC-BA)
29 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
26 jaar, G2P1, 22 weken, jongen, 545 gram, durante inductie overleden 1.7 congenitale afwijking: tractus urogenitalis 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie renale obstructieve dysplasie
30
26 jaar, G3P0, 22 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 590 gram, durante inductie overleden 1.7 congenitale afwijking: tractus urogenitalis 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie anhydramnion, nierafwijking (nierdysplasie), longhypoplasie
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
22
31 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
26 jaar, G1, 22 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 595 gram, durante inductie overleden 1.7 congenitale afwijking: tractus urogenitalis 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie anhydramnion, urethra-obstructie, mono-arteriële navelstreng
32 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
23 jaar, G2P1, 23 weken, jongen, 460 gram, binnen 1 uur overleden 1.8 congenitale afwijking: musculoskeletair stelsel 3 respiratoire insufficiëntie 4.8 overig; inductie skeletafwijkingen kind hoge coilingindex navelstreng
33
28 jaar, G1, 37 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 2380 gram, 8 weken postpartum overleden 1.11.2 congenitale afwijking: overig; meerdere organen 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 1.2 cardiocirculatoir; aangeboren hartafwijking zwangerschap na IVF/ICSI, hypoplastisch linkerhart en anusatresie, meerling (BCBA), SGA pregnancy-induced hypertension
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 34 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
18 jaar, G1, 28 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 1050 gram, direct postpartum overleden 1.11.2 congenitale afwijking: overig; meerdere organen 3 respiratoire insufficiëntie 2.5 pulmonaal; longhypoplasie pre-eclampsie met medicatie, iatrogene vroeggeboorte op maternale indicatie, multipele congenitale afwijkingen (hydrops, skelet, longafwijkingen) hoge BMI
35 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
23 jaar, G1, 38 weken, meisje, 3400 gram, 2 dagen postpartum overleden 1.11.2 congenitale afwijking: overig; meerdere organen 3 respiratoire insufficiëntie 2.5 pulmonaal; longhypoplasie pneumonie, multipele congenitale afwijkingen: omfalocèle, scoliose, monoarteriële navelstreng, ductopenie lever, chorangiosis, hoge coilingindex navelstreng, villusimmaturiteit
36 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
30 jaar, G2P1, 38 weken, jongen, 3940 gram, 4 weken postpartum overleden 1.11.2 congenitale afwijking: overig; meerdere organen 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling familielid met hartafwijking, abstinerend beleid, necrotiserende enterocolitis, kind: tetralogie van Fallot, andere dysmorfieën, LGA, foetale thrombotische vasculopathie, hoge coilingindex navelstreng, villusimmaturiteit
37 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
19 jaar, G1, 23 weken, jongen, 380 gram, durante inductie overleden 1.11.2 congenitale afwijking: overig; meerdere organen 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie gastroschizis, wervelafwijkingen
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
23
38 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
32 jaar, G2P0, 23 weken, jongen, 500 gram, durante inductie overleden 1.11.2 congenitale afwijking: overig; meerdere organen 5 placenta insufficiëntie 4.8 overig; inductie multipele congenitale afwijkingen: dubbelzijdige schisis, standsafwijking voeten
39
31 jaar, G3P2, 25 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 795 gram, binnen 24 uur overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 3 respiratoire insufficiëntie 2.5 pulmonaal; longhypoplasie PPROM, vaginaal bloedverlies, vroeggeboorte
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: 40 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
41 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 42 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
29 jaar, G2P1, 26 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 710 gram, ante partum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 5 placenta insufficiëntie 3.1 placentair; abruptio placentae asthma, pre-existente hypertensie met medicatie, neonatale sterfte in voorgeschiedenis, gesuperponeerde pregnancy-induced hypertension, vaginaal bloedverlies, placentahypoplasie, absoluut en relatief 20 jaar, G2P1, 27 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 750 gram, ante partum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 5 placenta insufficiëntie 3.1 placentair; abruptio placentae heterozygoot factor V Leiden, pre-eclampsie met medicatie, SGA, placentainfarcering vroeggeboorte in voorgeschiedenis 24 jaar, G1, 28 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 575 gram, ante partum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 5 placenta insufficiëntie 3.1 placentair; abruptio placentae IUGR, afwachtend beleid bij oligohydramnion, pre-eclampsie met medicatie, SGA, placentahypoplasie, absoluut, hoge coilingindex navelstreng, hoge BMI
43 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
27 jaar, G1, 26 weken, meisje, 400 gram, ante partum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 5 placenta insufficiëntie 3.2 placentair; infarcering IUGR, oligohydramnion, pre-eclampsie met medicatie, SGA, placentahypoplasie, absoluut, mono-arteriële navelstreng, lage coilingindex navelstreng
44 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
19 jaar, G1, 30 weken, meisje, 585 gram, ante partum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 5 placenta insufficiëntie 3.2 placentair; infarcering SLE, hyperthyreoïdie, pre-eclampsie met medicatie, SGA, placentahypoplasie, absoluut
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
24
45 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
22 jaar, G1, 32 weken, meisje, 1095 gram, ante partum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 5 placenta insufficiëntie 3.2 placentair; infarcering HELLP-syndroom, pre-eclampsie met medicatie, SGA, placenta-infarcering borderline persoonlijkheidsstoornis
46 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
35 jaar, G2P1, 26 weken, meisje, 550 gram, ante partum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 5 placenta insufficiëntie 3.4 placentair; hypoplasie diabetes mellitus type I, met medicatie, pre-existente hypertensie met medicatie, IUGR, gesuperponeerde pregnancy-induced hypertension, SGA, placentahypoplasie, absoluut en relatief, lage coilingindex navelstreng, hoge BMI
47 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
30 jaar, G1, 26 weken, jongen, 600 gram, ante partum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 5 placenta insufficiëntie 3.4 placentair; hypoplasie PPROM, pre-eclampsie met medicatie, vaginaal bloedverlies, SGA, placentahypoplasie, absoluut en relatief, hoge coilingindex navelstreng
48
24 jaar, G1, 26 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 725 gram, 4 dagen postpartum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 2 multi-organ failure 4.1 overig; sepsis hyperhomocysteïnaemie, necrotiserende enterocolitis, IRDS, sepsis, SGA, placentahypoplasie, absoluut en relatief, hoge coilingindex navelstreng, roken
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
49 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
50 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
51 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
28 jaar, G1, 26 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 1000 gram, 8 dagen postpartum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 2 multi-organ failure 4.1 overig; sepsis pre-eclampsie met medicatie, sepsis, iatrogene vroeggeboorte op maternale indicatie, placenta-infarcering, versnelde rijping placenta 27 jaar, G3P0, 26 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 605 gram, 4 weken postpartum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 2 multi-organ failure 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit HELLP-syndroom met medicatie, pre-eclampsie met medicatie, abstinerend beleid, necrotiserende enterocolitis, IRDS, kind nierinsufficiëntie, placentahypoplasie, absoluut en relatief, hoge coiling-index navelstreng 28 jaar, G2P1, 26 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 875 gram, 6 weken postpartum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 3 respiratoire insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling zwangerschap na IVF/ICSI, PPROM, vaginaal bloedverlies, kind hersenbloeding, opstijgend infect met foetale respons
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
25
52
nevendiagnoses:
30 jaar, G4P2, 32 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 1025 gram, 3 weken postpartum overleden 2.1 placenta: placentabed pathologie 3 respiratoire insufficiëntie 6 onbekend pre-existente hypertensie met medicatie, proteïne C deficiëntie, eerder kind dysmatuur, HELLP-syndroom, IUGR, gesuperponeerde pregnancy-induced hypertension, met medicatie, SGA, foetale thrombotische vasculopathie, placentahypoplasie, absoluut en relatief, hoge coilingindex navelstreng, hoge BMI medicijngebruik (antihypertensiva, antistolling)
53 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
35 jaar, G1, 28 weken, meisje, 300 gram, ante partum overleden 2.2.1 placenta: placentapathologie; ontwikkeling 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 4.5 overig; complicatie na medische behandeling TTTS (met laserbehandeling), meerling (MC-BA) DES-expositie
54
22 jaar, G1, 28 weken, meisje, 50 gram, ante partum (electieve foeticide) overleden 2.2.1 placenta: placentapathologie; ontwikkeling 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 4.9 overig; selectieve foeticide TTTS (met laserbehandeling) GBS positief, PPROM
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 55 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
34 jaar, G4P2, 29 weken, meisje, 1100 gram, binnen 24 uur overleden 2.2.2 placenta: placentapathologie; parenchym 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 1.3 cardiocirculatoir; hydrops foetalis intra-uteriene transfusie, decompensatio cordis kind, anemie kind, chorangioom placenta mirror-syndroom, maternale anemie
56 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
27 jaar, G3P2, 30 weken, meisje, 635 gram, 5 dagen postpartum overleden 2.2.2 placenta: placentapathologie; parenchym 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling cerebrale bloeding, SGA, Gitter infarct epilepsie met medicatie
57
38 jaar, G3P2, 34 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 850 gram, 13 weken postpartum overleden 2.4 placenta: niet nader omschreven 3 respiratoire insufficiëntie 5.0 anders; pulmonale hypertensie en RS pneumonie HELLP-syndroom, pulmonale hypertensie en RS virus pneumonie, SGA, placentahypoplasie, absoluut en relatief, villitis of unknown origin
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
58 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
25 jaar, G4P2, 22 weken, jongen, 375 gram, ante partum overleden 2.4 placenta: niet nader omschreven 5 placenta insufficiëntie 5.0 anders; placenta: infarcering en foetale thrombotische vasculopathie moeder myeolodysplasie, immature partus in voorgeschiedenis, pre-eclampsie in voorgeschiedenis, pre-eclampsie met medicatie, SGA, placentahypoplasie, absoluut Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
26
59 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
29 jaar, G1, 25 weken, meisje, 265 gram, ante partum overleden 2.4 placenta: niet nader omschreven 5 placenta insufficiëntie 5.0 anders; placenta: hypoplasie en foetale thrombotische vasculopathie SGA, foetale thrombotische vasculopathie, placentahypoplasie, absoluut en relatief
60 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van:
25 jaar, G2P1, 31 weken, jongen, 1900 gram, ante partum overleden 2.4 placenta: niet nader omschreven 5 placenta insufficiëntie 5.0 anders; placenta: infarcering, foetale thrombotische vasculopathie en villusimmaturiteit/terminale villusdeficiëntie kind: urethrastenose, hydrops foetalis, hoge coilingindex navelstreng
bijdragende factoren: 61 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
22 jaar, G1, 33 weken, jongen, 1880 gram, ante partum overleden 2.4 placenta: niet nader omschreven 5 placenta insufficiëntie 5.0 anders; placenta: hypoplasie en foetale thrombotische vasculopathie kind: non-rotatie darmen en VSD, mono-arteriële navelstreng, hoge coilingindex navelstreng, hoge BMI
62 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: risicofactoren:
40 jaar, G2P1, 36 weken, jongen, 2240 gram, ante partum overleden 2.4 placenta: niet nader omschreven 5 placenta insufficiëntie 5.0 anders; placenta: hypoplasie en foetale thrombotische vasculopathie trisomie 21, SGA, hemorrhagische endovasculitis schizis (maternaal), recidiverende urineweginfecties, GBS positief hoge BMI
63 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
28 jaar, G1, 37 weken, jongen, 2700 gram, ante partum overleden 2.4 placenta: niet nader omschreven 5 placenta insufficiëntie 5.0 anders; placenta: hypoplasie en villus-immaturiteit/terminale villusdeficientie pregnancy-induced hypertension met medicatie, hoge coilingindex navelstreng hoge BMI GBS positief, hydronefrose kind, opstijgend infect zonder foetale respons
nevendiagnoses: 64 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
65 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
31 jaar, G1, 24 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 535 gram, durante partu overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 1.8 cardiocirculatoir; navelstrengocclusie recidiverende urineweginfecties, navelstrengprolaps, opstijgend infect met foetale respons, hoge BMI, roken 21 jaar, G1, 25 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 790 gram, 15 weken postpartum overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 3 respiratoire insufficiëntie 2.3 pulmonaal; chronische longziekte/broncho-pulmonale dysplasie vanishing twin met recidiverend vaginaal bloedverlies, opstijgend infect met foetale respons, roken epilepsie
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
27
66 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 67 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 68 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
69 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
70 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 71 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
28 jaar, G2P1, 28 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 1350 gram, 2 dagen postpartum overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 3 respiratoire insufficiëntie 2.5 pulmonaal; longhypoplasie opstijgend infect met foetale respons, hoge BMI eerder kind met VSD 31 jaar, G1, 31 weken, jongen, 1035 gram, 2 dagen postpartum overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 3 respiratoire insufficiëntie 2.5 pulmonaal; longhypoplasie intra-uteriene infectie, pulmonale hypertensie, pneumothorax, IRDS, sepsis, SGA, hoge BMI asthma met medicatie 30 jaar, G1, 25 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 820 gram, durante partu overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 2 multi-organ failure 4.1 overig; sepsis GBS positief, vaginaal bloedverlies, lage coilingindex navelstreng, opstijgend infect met foetale respons 34 jaar, G5P4, 26 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 900 gram, 2 weken postpartum overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 2 multi-organ failure 4.1 overig; sepsis diabetes gravidarum, moeizame partus, necrotiserende enterocolitis, humerusfractuur kind, mono-arteriële navelstreng, hoge coilingindex navelstreng, opstijgend infect met foetale respons 35 jaar, G2P1, 25 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 905 gram, binnen 1 uur overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 3 respiratoire insufficiëntie 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit placentahypoplasie, absoluut en relatief, hoge coilingindex navelstreng, opstijgend infect met foetale respons hypothyreoïdie, met medicatie, M. Hodgkin, porfyrie 27 jaar, G1, 26 weken, meisje, 609 gram, 4 dagen postpartum overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 3 respiratoire insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling medicijngebruik (antibiotica), urineweginfect, met medicatie, duodenumatresie, dysmorfieën, meerling (MC-BA), SGA, placentahypoplasie, relatief
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
28
72 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: risicofactoren: 73 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses: 74 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
75 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: enterocolitis
45 jaar, G3P2, 22 weken, meisje, 340 gram, ante partum overleden 3.1 prematuriteit: PPROM 6 onbekend 6 onbekend pre-existente hypertensie, met medicatie, vaginaal bloedverlies, placentahypoplasie, absoluut en relatief, opstijgend infect met foetale respons SGA hoge BMI 35 jaar, G1, 25 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 715 gram, 6 weken postpartum overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3 respiratoire insufficiëntie 2.3 pulmonaal; chronische longziekte/broncho-pulmonale dysplasie zwangerschap na ovulatie-inductie, meerling (BC-BA) uitstelprocedure 20 jaar, G1, 26 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 645 gram, binnen 1 uur overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 1 cardio-/circulatoire insufficiëntie 3.1 placentair; abruptio placentae vaginaal bloedverlies, SGA, partiële abruptio, hoge coilingindex navelstreng, placenta perivilleuze fibrinedepositie, lage BMI, roken 32 jaar, G1, 25 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 860 gram, 12 dagen postpartum overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 2 multi-organ failure 4.1 overig; sepsis sepsis, partiële abruptio, lage coilingindex navelstreng, necrotiserende
76 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
31 jaar, G1, 22 weken, jongen, 510 gram, binnen 1 uur overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3 respiratoire insufficiëntie 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit tetanus-vaccinatie tijdens zwangerschap, meerling (BC-BA), roken
77 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
31 jaar, G1, 22 weken, meisje, 580 gram, binnen 1 uur overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3 respiratoire insufficiëntie 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit tetanus-vaccinatie tijdens zwangerschap, meerling (BC-BA), roken
78
23 jaar, G1, 24 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 630 gram, binnen 1 uur overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3 respiratoire insufficiëntie 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit zwangerschap na ovulatie-inductie, meerling (BC-BA), opstijgend infect zonder foetale respons
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
29
79 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
80
23 jaar, G1, 24 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 690 gram, binnen 1 uur overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3 respiratoire insufficiëntie 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit zwangerschap na ovulatie-inductie, meerling (BC-BA), opstijgend infect zonder foetale respons
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: risicofactoren:
29 jaar, G2P0, 25 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 685 gram, binnen 1 uur overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3 respiratoire insufficiëntie 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit vaginaal bloedverlies hoge BMI
81 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
35 jaar, G1, 25 weken, meisje, 765 gram, binnen 2 uur overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 3 respiratoire insufficiëntie 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit zwangerschap na ovulatie-inductie, meerling (BC-BA)
82 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van:
27 jaar, G1, 23 weken, jongen, 550 gram, durante partu overleden 3.2 prematuriteit: vroegtijdige weeën 6 onbekend 6 onbekend
83
nevendiagnoses:
38 jaar, G3P1, 29 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 1150 gram, 6 weken postpartum overleden 3.4 prematuriteit: iatrogeen 2 multi-organ failure 4.1 overig; sepsis pre-existente hypertensie met medicatie, longoedeem moeder, medicijngebruik (antihypertensiva), gesuperponeerde pre-eclampsie met medicatie, iatrogene vroeggeboorte op maternale indicatie, hoge coilingindex navelstreng, roken depressiviteit
84 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: nevendiagnoses: risicofactoren:
37 jaar, G5P4, 25 weken, meisje, 800 gram, binnen 24 uur overleden 4.2 infectie: opstijgend 3 respiratoire insufficiëntie 2.4 pulmonaal; IRDS/hyaliene membranenziekte pneumonie in vroege zwangerschap roken
85
17 jaar, G1, 24 weken, antepartum overplaatsing, jongen, 795 gram, binnen 1 uur overleden 4.2 infectie: opstijgend 3 respiratoire insufficiëntie 4.3 overig; prematuriteit/immaturiteit ongecontroleerde/onbekende zwangerschap, roken
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
30
86 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren:
87 doodsoorzaak: mechanisme: op basis van: bijdragende factoren: nevendiagnoses:
36 jaar, G3P1, 39 weken, antepartum overplaatsing, meisje, 3590 gram, 3 dagen postpartum overleden 5.2.5 overig: maternale aandoening; overig 4 cerebrale insufficiëntie 4.6 overig; staken behandeling epilepsie met medicatie, maternale reanimatie, perimortem sectio, zeer ernstige asfyxie kind 20 jaar, G2P1, 38 weken, meisje, 2820 gram, ante partum overleden 6.1 onbekend: ondanks uitgebreid onderzoek 6 onbekend 6 onbekend ontstoken verstandskies, placentahypoplasie, relatief, villusimmaturiteit, hoge BMI eerder kind met Potter-sequentie
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
31
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
32
VERLOSKUNDIG JAARVERSLAG LVR 2E LIJN 2005 — 2009 Inhoudsopgave Hoofdstuk
Omschrijving
0
KORT VERLOSKUNDIG JAARVERSLAG
1
AANBOD 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
Totaal aantal partus Begeleiding door gynaecoloog Herkomst moeder Pariteit Leeftijdsverdeling Zwangerschapsduur Totaal aantal kinderen Ligging bij de geboorte Geboortegewicht kinderen Kinderen en zwangerschapsduur
BELEID 2.1 2.2 2.3
Niet-spontaan begonnen bevallingen Sectio Caesarea t.o.v. totaal moeders Vaginale kunstverlossing/hulp bij de baring t.o.v. totaal kinderen
2
3
Blz.
BELEID EN RESULTAAT 3.1 Kinderen naar gewichtsgroep 3.2 Kinderen 500 - 5999 gram 3.3 Kinderen 500 - 999 gram 3.4 Kinderen 1000 - 1499 gram 3.5 Kinderen 1500 - 2499 gram 3.6 Kinderen 2500 - 4499 gram 3.7 Kinderen 4500 - 5999 gram naar zwangerschapsduur 3.8 Kinderen 24 wkn + 0 dgn - 27 wkn + 6 dgn 3.9 Kinderen 28 wkn + 0 dgn - 31 wkn + 6 dgn post-partum periode 3.10 Eclampsie / Maternale sterfte 3.11 Nageboortetijdperk 3.12 Perineum
Toelichting: De informatie in dit jaarverslag is gebaseerd op alle door u ingestuurde berichten (gelijk aan het aantal kinderen), die volledig voldoen aan de landelijk gedefiniëerde controles. Deze berichten konden worden opgenomen in de Landelijke Verloskunde Registratie 2e lijn. Voor 2009 betreft dit 1582 berichten. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
33
HOOFDSTUK 0 KORT VERLOSKUNDIG jAARVERSLAG praktijk in absolute cijfer
praktijk in percentage
land*
2005
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
totaal aantal moeders
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
zwangerschapsduur 16 w.+0 d. - 23 w.+6 d. 24 w.+0 d. - 27 w.+6 d. 28 w.+0 d. - 31 w.+6 d. 32 w.+0 d. - 36 w.+6 d. 37 w.+0 d. - 41 w.+6 d. 42 w.+0 d. en meer onbekend
10 40 107 132 1.046 87 0
15 44 113 148 1.022 113 0
34 49 101 130 1.058 74 0
37 42 94 151 1.067 67 0
55 48 110 140 1.068 54 0
0,7 2,8 7,5 9,3 73,6 6,1 -
1,0 3,0 7,8 10,2 70,2 7,8 -
2,4 3,4 7,0 9,0 73,2 5,1 -
2,5 2,9 6,4 10,4 73,2 4,6 -
3,7 3,3 7,5 9,5 72,4 3,7 -
0,9 0,1 0,2 7,9 86,2 4,0 0,0
76 2 0
72 1 0
84 3 0
78 1 0
71 3 0
5,3 0,1 -
4,9 0,1 -
5,8 0,2 -
5,3 0,1 -
4,8 0,2 -
2,3 0,0 0,0
1.502
1.529
1.536
1.538
1.552
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
11 43 128 159 1.074 87 0
18 48 134 170 1.046 113 0
37 59 122 153 1.091 74 0
40 46 116 177 1.092 67 0
59 53 131 165 1.090 54 0
0,7 2,9 8,5 10,6 71,5 5,8 -
1,2 3,1 8,8 11,1 68,4 7,4 -
2,4 3,8 7,9 10,0 71,0 4,8 -
2,6 3,0 7,5 11,5 71,0 4,4 -
3,8 3,4 8,4 10,6 70,2 3,5 -
1.487
1.509
1.506
1.511
1.504
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
inleiding sectio caesarea primair secundair
284 371 204 167
291 358 196 162
327 394 229 165
334 367 176 191
382 367 200 167
19,1 24,9 13,7 11,2
19,3 23,7 13,0 10,7
21,7 26,2 15,2 11,0
22,1 24,3 11,6 12,6
25,4 24,4 13,3 11,1
25,6 23,3 10,1 13,0
stuitligging waarvan SC
159 97
153 84
145 102
154 89
143 10,7 10,1 87 61,0 54,9 ( % van sluitligging )
9,6 70,3
10,2 57,8
9,5 60,8
6,7 77,5
forcipale extractie vacuümextractie
16 151
15 153
13 155
3 154
9 167
1,1 10,2
1,0 10,1
0,9 10,3
0,2 10,2
0,6 11,1
0,3 13,4
32 2 11
52 6 16
48 2 20
46 9 20
56 11 19
2,2 0,1 0,7
3,4 0,4 1,1
3,2 0,1 1,3
3,0 0,6 1,3
3,7 0,7 1,3
0,6 0,3 0,2
16 3
22 8
21 5
15 2
18 8
1,1 0,2
1,5 0,5
1,4 0,3
1,0 0,1
1,2 0,5
0,1 0,0
Moeders
meerling partus:
tweeling drieling vier e.m.
Kinderen totaal aantal kinderen zwangerschapsduur
16 w.+0 d. - 23 w.+6 d. 24 w.+0 d. - 27 w.+6 d. 28 w.+0 d. - 31 w.+6 d. 32 w.+0 d. - 36 w.+6 d. 37 w.+0 d. - 41 w.+6 d. 42 w.+0 d. en meer onbekend
kinderen van 500-5999 gram
overleden i.u.v.d.-aanbod doodgeboren (excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur 2e - 7e dag
* Bij "land" is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
34
0,9 0,1 0,2 8,8 85,6 4,0 0,0
HOOFDSTUK 1 AANBOD praktijk in absolute cijfers
praktijk in percentages
land*
2005
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
totaal moeders
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
zwangerschapsduur 16 w.+0 d. - 23 w.+6 d. 24 w.+0 d. en meer onbekend
10 1.412 0
15 1.440 0
34 1.412 0
37 1.421 0
55 1.420 0
0,7 99,3 -
1,0 99,0 -
2,4 97,6 -
2,5 97,5 -
3,7 96,3 -
0,9 99,1 0,0
76 2 0
72 1 0
84 3 0
78 1 0
71 3 0
5,3 0,1 -
4,9 0,1 -
5,8 0,2 -
5,3 0,1 -
4,8 0,2 -
2,3 0,0 0,0
totaal moeders 1.435 (incl. onder controle gekomen na geboorte kind)
1.473
1.478
1.501
1.505
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
678 757 285 87 221 108 43 13
566 907 277 111 254 204 43 18
495 983 305 125 258 212 51 32
531 950 334 99 358 108 31 20
481 1.013 409 130 296 140 21 17
47,2 52,8 19,9 6,1 15,4 7,5 3,0 0,9
38,4 61,6 18,8 7,5 17,2 13,8 2,9 1,2
33,5 66,5 20,6 8,5 17,5 14,3 3,5 2,2
35,4 63,3 22,3 6,6 23,9 7,2 2,1 1,3
32,0 67,3 27,2 8,6 19,7 9,3 1,4 1,1
26,4 73,0 21,7 6,9 18,4 16,7 3,2 0,5
0
0
0
20
11
-
-
-
1,3
0,7
0,0
totaal moeders
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
nederland mediterraan ander europees creools hindoestaans aziatisch overig onbekend
1.207 51 0 15 17 17 57 58
1.192 57 0 21 20 19 71 75
1.223 42 0 12 17 18 72 62
1.201 45 40 40 22 40 37 33
1.247 30 39 37 9 38 50 25
84,9 3,6 1,1 1,2 1,2 4,0 4,1
81,9 3,9 1,4 1,4 1,3 4,9 5,2
84,6 2,9 0,8 1,2 1,2 5,0 4,3
82,4 3,1 2,7 2,7 1,5 2,7 2,5 2,3
84,5 2,0 2,6 2,5 0,6 2,6 3,4 1,7
1.1 Totaal aantal partus
meerling partus:
tweeling drieling vier e.m.
1.2 Begeleiding door gynaecoloog
vóór of in de 20e week onder controle na de 20e week onder controle w.v. > 14 dagen tot partus 14 - 3 dgn tot partus <=3 dgn tot partus tijdens ontsluiting tijdens uitdrijving na geboorte kind moment 1e controle onbekend
1.3 Herkomst moeder
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
35
83,7 5,2 3,0 1,8 0,6 1,9 2,1 0,4
HOOFDSTUK 1 AANBOD (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers 2005
praktijk in percentages
land*
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
597 807 18
678 745 31
658 756 31
754 693 8
751 712 11
42,0 56,8 1,3
46,6 51,2 2,1
45,5 52,3 2,1
51,7 47,5 0,5
50,9 48,3 0,7
51,9 47,3 0,5
0
1
1
3
1
-
0,1
0,1
0,2
0,1
0,0
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
0 36 158 358 507 296 66 1
0 30 180 382 503 307 52 1
0 29 159 418 479 299 60 2
0 22 171 435 490 277 63 0
0 36 184 401 484 306 62 2
2,5 11,1 25,2 35,7 20,8 4,6 0,1
2,1 12,4 26,3 34,6 21,1 3,6 0,1
2,0 11,0 28,9 33,1 20,7 4,1 0,1
1,5 11,7 29,8 33,6 19,0 4,3 -
2,4 12,5 27,2 32,8 20,7 4,2 0,1
0,0 1,6 11,1 31,0 35,3 17,9 3,0 0,1
0
0
0
0
0
-
-
-
-
-
0,0
1.4 Pariteit totaal moeders 1e pariteit pariteit 2 t/m 5 6e pariteit en volgende onbekend
1.5 Leeftijdsverdeling totaal moeders 14 jaar en jonger 15-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45 jaar en ouder onbekend
1.6 Zwangerschapsduur
(in weken en dagen)
totaal moeders
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
16 w.+0 d. - 23 w.+6 d. 24 w.+0 d. - 27 w.+6 d. 28 w.+0 d. - 31 w.+6 d. 32 w.+0 d. - 36 w.+6 d. 37 w.+0 d. - 41 w.+6 d. 42 w.+0 d. en meer
10 40 107 132 1.046 87
15 44 113 148 1.022 113
34 49 101 130 1.058 74
37 42 94 151 1.067 67
55 48 110 140 1.068 54
0,7 2,8 7,5 9,3 73,6 6,1
1,0 3,0 7,8 10,2 70,2 7,8
2,4 3,4 7,0 9,0 73,2 5,1
2,5 2,9 6,4 10,4 73,2 4,6
3,7 3,3 7,5 9,5 72,4 3,7
0,9 0,1 0,2 7,9 86,2 4,0
72
66
51
37
24
5,1
4,5
3,5
2,5
1,6
1,6
0
0
0
0
0
-
-
-
-
-
0,0
waarvan onzeker onbekend
Toelichting Bij een zwangerschap van 46 weken en meer wordt dit gegeven als onbekend beschouwd.
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
36
HOOFDSTUK 1 AANBOD (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers 2005
praktijk in percentages
land*
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
1.7 Totaal aantal kinderen totaal kinderen
1.502
1.529
1.536
1.538
1.552
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
zwangerschapsduur 16 w.+0 d. - 23 w.+6 d. 24 w.+0 d. en meer onbekend
11 1.491 0
18 1.511 0
37 1.499 0
40 1.498 0
59 1.493 0
0,7 99,3 -
1,2 98,8 -
2,4 97,6 -
2,6 97,4 -
3,8 96,2 -
1.502
1.529
1.536
1.538
1.552
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
1.141 52 3 2 93 0
1.147 61 4 3 106 0
1.144 65 3 6 114 0
1.132 48 5 3 170 5
1.185 37 2 9 126 27
76,0 3,5 0,2 0,1 6,2 -
75,0 4,0 0,3 0,2 6,9 -
74,5 4,2 0,2 0,4 7,4 -
73,6 3,1 0,3 0,2 11,1 0,3
76,4 2,4 0,1 0,6 8,1 1,7
82,8 1,6 0,2 0,2 6,6 0,7
56 106 0 49
59 98 0 51
59 98 0 47
70 94 0 11
69 82 0 15
3,7 7,1 3,3
3,9 6,4 3,3
3,8 6,4 3,1
4,6 6,1 0,7
4,4 5,3 1,0
1,8 4,7 0,0 0,7
1.502
1.529
1.536
1.538
1.552
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Gewicht 200 - 499 gram Gewicht 500 - 999 gram Gewicht 1000 - 1499 gram Gewicht 1500 - 1999 gram Gewicht 2000 - 2499 gram Gewicht 2500 - 3499 gram Gewicht 3500 - 4499 gram Gewicht 4500 - 4999 gram Gewicht 5000 - 5999 gram
10 58 94 67 88 604 537 36 3
13 64 80 86 79 602 574 20 4
24 67 102 63 95 633 511 29 6
21 59 93 77 92 597 547 40 6
31 72 83 92 81 611 521 34 10
0,7 3,9 6,3 4,5 5,9 40,2 35,8 2,4 0,2
0,9 4,2 5,2 5,6 5,2 39,4 37,5 1,3 0,3
1,6 4,4 6,6 4,1 6,2 41,2 33,3 1,9 0,4
1,4 3,8 6,0 5,0 6,0 38,8 35,6 2,6 0,4
2,0 4,6 5,3 5,9 5,2 39,4 33,6 2,2 0,6
0,4 0,2 0,3 1,5 5,1 46,7 41,9 2,4 0,3
Gewicht overig/onbekend
5
7
6
6
17
0,3
0,5
0,4
0,4
1,1
0,5
0,9 99,1 0,0
1.8 Ligging bij de geboorte totaal kinderen hoofdligging achterhoofd kruin aangezicht voorhoofd anders dwars stuitligging volkomen onvolkomen anderszins overige/onbekend
1.9 Geboortegewicht kinderen Totaal kinderen
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
37
HOOFDSTUK 1 AANBOD (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers 2005
2006
praktijk in percentages
land*
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
1.10 Kinderen en zwangerschapsduur totaal kinderen
1.502
1.529
1.536
1.538
1.552
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
16 w.+0 d. - 23 w.+6 d. 24 w.+0 d. - 27 w.+6 d. 28 w.+0 d. - 31 w.+6 d. 32 w.+0 d. - 36 w.+6 d. 37 w.+0 d. - 41 w.+6 d. 42 w.+0 d. en meer
11 43 128 159 1.074 87
18 48 134 170 1.046 113
37 59 122 153 1.091 74
40 46 116 177 1.092 67
59 53 131 165 1.090 54
0,7 2,9 8,5 10,6 71,5 5,8
1,2 3,1 8,8 11,1 68,4 7,4
2,4 3,8 7,9 10,0 71,0 4,8
2,6 3,0 7,5 11,5 71,0 4,4
3,8 3,4 8,4 10,6 70,2 3,5
0,9 0,1 0,2 8,8 85,6 4,0
74
67
53
39
24
4,9
4,4
3,5
2,5
1,5
1,5
0
0
0
0
0
-
-
-
-
-
0,0
waarvan onzeker onbekend
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
38
HOOFDSTUK 2 BELEID praktijk in absolute cijfers 2005
praktijk in percentages
land*
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
463 274 189
468 284 184
528 326 202
493 333 160
579 396 183
32,6 19,3 13,3
32,2 19,5 12,6
36,5 22,5 14,0
33,8 22,8 11,0
39,3 26,8 12,4
2009
2.1 Niet-spontaan begonnen bevallingen totaal moeders Niet spontaan begonnen bevallingen alle vormen v. inleidingen primaire sectio caesarea
35,9 25,9 9,6
2.2 Sectio Caesarea ten opzichte van totaal moeders totaal moeders
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
sectio caesarea
346
336
360
331
342
24,3
23,1
24,9
22,7
23,2
22,6
primair
189
184
202
160
183
13,3
12,6
14,0
11,0
12,4
9,6
secundair w.v. tevens forcipale extractie w.v. tevens vacuümextractie
157 0 3
152 0 3
158 0 2
171 0 2
159 0 4
11,0 0,2
10,4 0,2
10,9 0,1
11,7 0,1
10,8 0,3
12,8 0,0 0,5
Toelichting: Vanaf 1994 wordt onder 'alle vormen van inleiding' verstaan alle gevallen waarbij in de rubriek 'begin van de baring' is ingevuld: inleiding amniotomie, inleiding prostaglandinen, inleiding oxytocine of inleiding beide. Bijstimulatie wordt niet als inleiding gezien. Het gebruik van prostaglandinen wordt altijd als inleiding geteld.
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
39
HOOFDSTUK 2 BELEID (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers 2005
2006
2007
praktijk in percentages
2008
2009
2005
land*
2006 2007 2008 2009
2009
2.3 Vaginale kunstverlossingen / hulp bij de baring t.o.v. totaal kinderen totaal kinderen
1.502
1.529
1.536
1.538
1.552
252
257
234
204
212
16,8
16,8
15,2
13,3
13,7
17,9
primaire stuitextractie
0
0
0
1
1
-
-
-
0,1
0,1
0,1
versie en extractie
1
0
2
1
1
0,1
-
0,1
0,1
0,1
0,0
forcipale extractie foetale indicatie niet vorderende baring andere reden 1)
16 10 4 2
15 6 4 4
13 5 8 0
3 2 1 0
9 5 4 0
1,1 62,5 25,0 12,5
1,0 40,0 26,7 26,7
0,8 38,5 61,5 -
0,2 66,7 33,3 -
0,6 55,6 44,4 -
0,3 25,0 50,0 8,7
vacuümextractie foetale indicatie niet vorderende baring andere reden 1)
152 59 74 19
153 57 77 17
155 57 69 27
154 58 79 17
167 49 83 35
10,1 38,8 48,7 12,5
10,0 37,3 50,3 11,1
10,1 36,8 44,5 17,4
10,0 37,7 51,3 11,0
10,8 29,3 49,7 21,0
13,3 31,1 53,4 12,7
0 34 10 39 3
0 41 8 40 11
0 40 1 23 7
9 27 0 9 0
9 13 3 9 1
2,3 0,7 2,6 0,2
2,7 0,5 2,6 0,7
2,6 0,1 1,5 0,5
0,6 1,8 0,6 -
0,6 0,8 0,2 0,6 0,1
0,2 0,9 2,6 0,2 0,0
vaginale kunstverl./ hulp bij de baring
probl. nakomend hoofd probleem schouders fundusexpressie overige hulp onbekend
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Toelichting: Daar waar meedere vormen van hulp bij de baring geregistreerd zijn, is het kind ingeteld bij de eerst voorkomende vorm van hulp in bovenstaande opsomming. 1) Bij de indicatie voor hulp bij de baring is vanaf 1994 de mogelijkheid ontstaan om te registreren ‘foetale nood in combinatie met niet vorderende baring’. Voorheen konden deze twee indicaties alleen afzonderlijk vastgelegd worden of kon ‘andere reden’ geregistreerd worden. In bovenstaande tabel is vanaf 1994 de combinatie ingeteld bij ‘andere reden’.
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
40
HOOFDSTUK 3 BELEID EN RESULTAAT praktijk in absolute cijfers 2005
praktijk in percentages
land*
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
1.502
1.529
1.536
1.538
1.552
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
aantal met congenitale afw. aantal met geboortetraumata
70 27
66 20
29 2
97 14
134 17
4,7 1,8
4,3 1,3
1,9 0,1
6,3 0,9
8,6 1,1
1,5 0,1
overleden i.u.v.d.-aanbod doodgeboren (excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur 2e - 7e dag
45 2 22
71 6 31
78 5 41
73 14 35
102 24 42
3,0 0,1 1,5
4,6 0,4 2,0
5,1 0,3 2,7
4,7 0,9 2,3
6,6 1,5 2,7
1,5 0,6 0,6
18 3
26 8
27 5
22 2
28 8
1,2 0,2
1,7 0,5
1,8 0,3
1,4 0,1
1,8 0,5
0,2 0,0
3.1 Kinderen totaal kinderen
Toelichting: Onder ‘i.u.v.d.-aanbod’worden alle gevallen gerekend, waarbij tijdens de 1e controle reeds sprake was van IUVD.
naar gewichtsgroep 3.2 Kinderen 500 - 5999 gram totaal kinderen van 500 - 5999 gram
1.487
1.509
1.506
1.511
1.504
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
inleiding sectio caesarea primair secundair
284 371 204 167
291 358 196 162
327 394 229 165
334 367 176 191
382 367 200 167
19,1 24,9 13,7 11,2
19,3 23,7 13,0 10,7
21,7 26,2 15,2 11,0
22,1 24,3 11,6 12,6
25,4
25,6
24,4
23,3
13,3
10,1
11,1
13,0
stuitligging waarvan SC
159 97
153 84
145 102
154 89
143 87
10,7 61,0
10,1 54,9
forcipale extractie vacuümextractie
16 151
15 153
13 155
3 154
9 167
1,1 10,2
1,0 10,1
0,9 10,3
0,2 10,2
32 2 11
52 6 16
48 2 20
46 9 20
56 11 19
2,2 0,1 0,7
3,4 0,4 1,1
3,2 0,1 1,3
16 3
22 8
21 5
15 2
18 8
1,1 0,2
1,5 0,5
1,4 0,3
overleden i.u.v.d.-aanbod doodgeboren (excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur 2e - 7e dag
9,6 10,2 70,3 57,8 ( % van stuitligging )
9,5
6,7
60,8
77,5
0,6
0,3
11,1
13,4
3,0 0,6 1,3
3,7
0,6
0,7
0,3
1,3
0,2
1,0 0,1
1,2
0,1
0,5
0,0
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
41
HOOFDSTUK 3 BELEID EN RESULTAAT (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers 2005
praktijk in percentages
land*
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
3.3 Kinderen 500 - 999 gram totaal kinderen van 500 - 999 gram
58
64
67
59
72
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
inleiding sectio caesarea primair secundair
0 34 31 3
7 28 26 2
13 28 26 2
24 18 16 2
24 25 21 4
58,6 53,4 5,2
10,9 43,8 40,6 3,1
19,4 41,8 38,8 3,0
40,7
33,3
44,2
30,5
34,7
0,0
27,1
29,2
0,0
3,4
5,6
0,0
stuitligging waarvan SC
19 11
25 10
20 7
19 6
30 7
32,8 57,9
39,1 29,9 32,2 40,0 35,0 31,6 (% van stuitligging)
41,7
35,2
23,3
0,0
0 0
0 0
1 0
0 0
0 1
-
-
1,5 -
-
-
0,0
-
1,4
0,0
13 0 3
25 2 9
30 1 13
29 2 14
39 6 16
22,4 5,2
39,1 3,1 14,1
44,8 1,5 19,4
49,2
54,2
100,0
3,4
8,3
4,5
23,7
22,2
27,2
10 0
13 1
14 2
11 2
14 3
17,2 -
20,3 1,6
20,9 3,0
18,6
19,4
14,6
3,4
4,2
0,0
100,0
100,0
forcipale extractie vacuümextractie overleden i.u.v.d.-aanbod doodgeboren (excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur 2e - 7e dag
3.4 Kinderen 1000 - 1499 gram totaal kinderen van 1000 1499 gram
94
80
102
93
83
100,0
100,0
inleiding sectio caesarea primair secundair
6 47 35 12
1 49 40 9
3 57 46 11
4 47 34 13
5 48 38 10
6,4 50,0 37,2 12,8
1,3 61,3 50,0 11,3
stuitligging waarvan SC
24 15
17 12
22 16
33 21
20 14
25,5 62,5
forcipale extractie vacuümextractie
4 1
0 1
1 2
1 3
2 0
4,3 1,1
1,3
1,0 2,0
overleden i.u.v.d.-aanbod doodgeboren (excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur 2e - 7e dag
7 0 5
6 1 1
10 1 3
3 0 2
6 1 0
7,4 5,3
7,5 1,3 1,3
0 2
2 2
4 2
1 0
2 3
2,1
2,5 2,5
100,0 2,9
4,3
6,0
8,5
55,9
50,5
57,8
60,0
45,1
36,6
45,8
44,3
10,8
14,0
12,0
0,0
21,3 21,6 35,5 70,6 72,7 63,6 (% van stuitligging)
24,1
25,0
70,0
41,7
1,1
2,4
0,0
3,2
-
0,0
9,8
3,2
7,2
0,0
1,0
-
1,2
0,0
2,9
2,2
-
0,0
3,9
1,1
2,4
0,0
2,0
-
3,6
0,0
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
42
HOOFDSTUK 3 BELEID EN RESULTAAT (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers 2005
2006
2007
praktijk in percentages
land*
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
3.5 Kinderen 1500 - 2499 gram totaal kinderen van 1500 - 2499 gram
155
165
158
169
173
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
inleiding
33
32
25
34
28
21,3
19,4
15,8
20,1
16,2
28,6
sectio caesarea
50
48
58
67
71
32,3
29,1
36,7
39,6
41,0
34,9
primair
31
28
45
33
46
20,0
17,0
28,5
19,5
26,6
17,2
secundair
19
20
13
34
25
12,3
12,1
8,2
20,1
14,5
16,3
36
26
26
31
27
23,2
15,8
16,5
18,3
15,6
15,4
18
10
17
15
16
50,0
38,5
65,4
48,4
59,3
66,7
stuitligging waarvan SC
(% van stuitligging) forcipale extractie
2
5
1
1
2
1,3
3,0
0,6
0,6
1,2
0,0
vacuümextractie
9
5
5
8
12
5,8
3,0
3,2
4,7
6,9
7,1
overleden
1,9
9
12
4
7
6
5,8
7,3
2,5
4,1
3,5
i.u.v.d.-aanbod
2
2
0
1
2
1,3
1,2
-
0,6
1,2
0,8
doodgeboren
3
6
3
3
2
1,9
3,6
1,9
1,8
1,2
0,0
binnen 24 uur
4
3
1
3
1
2,6
1,8
0,6
1,8
0,6
0,0
2e - 7e dag
0
1
0
0
1
-
0,6
-
-
0,6
0,0
1.141
1.176
1.144
1.144
1.132
100,0
100,0
100,0
100,0
inleiding
235
243
278
260
311
20,6
20,7
24,3
22,7
27,5
25,4
sectio caesarea
226
226
241
223
209
19,8
19,2
21,1
19,5
18,5
21,6
primair
102
99
110
91
91
8,9
8,4
9,6
8,0
8,0
9,0
secundair
124
127
131
132
118
10,9
10,8
11,5
11,5
10,4
12,6
80
85
76
71
66
7,0
7,2
6,6
6,2
5,8
5,9
53
52
61
47
50
66,3
61,2
80,3
66,2
75,8
81,3
(excl. i.u.v.d.-aanbod)
3.6 Kinderen 2500 - 4499 gram totaal kinderen van 2500 - 4499 gram
stuitligging waarvan SC
100,0
(% van stuitligging) forcipale extractie
10
10
10
1
5
0,9
0,9
0,9
0,1
0,4
0,3
vacuümextractie
138
142
147
141
150
12,1
12,1
12,8
12,3
13,3
13,7 0,2
overleden
3
9
4
7
5
0,3
0,8
0,3
0,6
0,4
i.u.v.d.-aanbod
0
1
0
6
2
-
0,1
-
0,5
0,2
0,1
doodgeboren
0
0
1
1
1
-
-
0,1
0,1
0,1
0,1
(excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur
2
4
2
0
1
0,2
0,3
0,2
-
0,1
0,0
2e - 7e dag
1
4
1
0
1
0,1
0,3
0,1
-
0,1
0,0
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
43
HOOFDSTUK 3 BELEID EN RESULTAAT (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers 2005
2006
2007
praktijk in percentages
2008
land*
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
3.7 Kinderen 4500 - 5999 gram totaal kinderen 4500 - 5999 gram
39
24
35
46
44
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
inleiding sectio caesarea primair secundair
10 14 5 9
8 7 3 4
8 10 2 8
12 12 2 10
14 14 4 10
25,6 35,9 12,8 23,1
33,3 29,2 12,5 16,7
22,9 28,6 5,7 22,9
26,1 26,1 4,3 21,7
31,8 31,8 9,1 22,7
33,9 33,3 10,4 22,2
stuitligging waarvan SC
0 0
0 0
1 1
0 0
0 0
-
-
-
0,0 0,0
forcipale extractie vacuümextractie
0 3
0 5
0 1
0 2
0 4
7,7
20,8
4,3
9,1
0,0 12,7
overleden i.u.v.d.-aanbod doodgeboren (excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur 2e - 7e dag
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-
-
-
-
-
0,0 0,0 0,0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-
-
-
-
-
0,0 0,0
2,9 100,0 (% van stuitligging) 2,9
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
44
HOOFDSTUK 3 BELEID EN RESULTAAT (VERVOLG)
praktijk in absolute cijfers 2005
2006
2007
2008 2009
praktijk in percentages
land*
2005 2006 2007 2008 2009
2009
naar zwangerschapsduur 3.8 Kinderen 24 wkn + 0 dgn - 27 wkn + 6 dgn totaal kinderen zw.duur 24.0 - 27.6
43
48
59
46
53
inleiding sectio caesarea primair secundair
4 13 9 4
6 14 12 2
8 21 19 2
12 7 6 1
10 15 12 3
9,3 30,2 20,9 9,3
12,5 29,2 25,0 4,2
13,6 35,6 32,2 3,4
18,9 28,3 22,6 5,7
10,8 0,0 0,0 0,0
stuitligging waarvan SC
17 6
19 6
14 3
10 2
22 4
39,5 35,3
39,6 31,6
23,7 21,7 41,5 21,4 20,0 18,2 (% van stuitligging)
0,0 0,0
2 0
0 0
1 1
0 0
1 1
4,7 -
-
1,7 1,7
-
1,9 1,9
0,0 0,0
12 0 8
21 2 9
19 2 7
13 2 8
20 5 5
27,9 18,6
43,8 4,2 18,8
32,2 3,4 11,9
28,3 4,3 17,4
37,7 9,4 9,4
73,3 0,0 0,0
4 0
8 2
8 2
1 2
8 2
9,3 -
16,7 4,2
13,6 3,4
2,2 4,3
15,1 3,8
0,0 0,0
forcipale extractie vacuümextractie overleden i.u.v.d.-aanbod doodgeboren (excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur 2e - 7e dag
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 26,1 15,2 13,0 2,2
3.9 Kinderen 28 wkn + 0 dgn - 31 wkn + 6 dgn totaal kinderen zw.duur 28.0 - 31.6
128
134
122
116
131
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
inleiding sectio caesarea primair secundair
2 68 53 15
5 66 53 13
2 66 54 12
4 60 41 19
5 64 47 17
1,6 53,1 41,4 11,7
3,7 49,3 39,6 9,7
1,6 54,1 44,3 9,8
3,8 48,9 35,9 13,0
12,5 12,9 0,0 0,0
stuitligging waarvan SC
31 21
28 17
24 19
42 25
26 18
24,2 67,7
20,9 60,7
19,7 36,2 19,8 79,2 59,5 69,2 (% van stuitligging)
16,6 0,0
forcipale extractie vacuümextractie
2 3
4 0
1 2
1 3
2 3
1,6 2,3
3,0 -
0,8 1,6
0,9 2,6
1,5 2,3
0,0 0,0
overleden i.u.v.d.-aanbod doodgeboren (excl. i.u.v.d.-aanbod) binnen 24 uur 2e - 7e dag
9 0 3
12 1 7
8 0 3
7 1 4
12 4 2
7,0 2,3
9,0 0,7 5,2
6,6 2,5
6,0 0,9 3,4
9,2 3,1 1,5
25,0 1,0 0,0
5 1
2 2
3 2
2 0
2 4
3,9 0,8
1,5 1,5
2,5 1,6
1,7 -
1,5 3,1
0,0 0,0
3,4 51,7 35,3 16,4
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
45
HOOFDSTUK 3 BELEID EN RESULTAAT (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers 2005
praktijk in percentages
land*
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
2009
1.422 3
1.455 3
1.446 2
1.458 0
1.475 0
100,0 0,2
100,0 0,2
100,0 0,1
100,0 -
100,0 -
0,0
0
0
0
0
1
-
-
-
-
0,1
0,0
13 0
18 0
32 0
43 0
30 0
100,0
100,0 -
100,0 -
100,0 -
100,0 -
0,0
0
0
0
0
0
-
-
-
-
-
0,0
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
1.335 14 48 15 0 0 10
1.333 24 65 26 0 0 7
1.328 27 50 34 0 0 7
1.313 13 75 39 5 13 0
1.309 17 59 57 17 15 1
93,9 1,0 3,4 1,1 0,7
91,6 1,6 4,5 1,8 0,5
91,8 1,9 3,5 2,4 0,5
90,1 0,9 5,1 2,7 0,3 0,9 -
88,7 1,2 4,0 3,9 1,2 1,0 0,1
13
18
32
43
30
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
5 0 5 0 0 0 3
8 1 6 1 0 0 2
9 2 11 4 0 0 6
8 1 9 6 1 0 18
1 3 4 3 3 2 14
38,5 38,5 23,1
44,4 5,6 33,3 5,6 11,1
28,1 6,3 34,4 12,5 18,8
18,6 2,3 20,9 14,0 2,3 41,9
3,3 10,0 13,3 10,0 10,0 6,7 46,7
post-partum periode 3.10 Eclampsie / maternale sterfte totaal moeders die onder uw verantwoording zijn bevallen w.v. gevallen van eclampsie w.v. overleden verlosk. patienten totaal moeders die onder controle gekomen zijn na geboorte kind w.v. gevallen van eclampsie w.v. overleden verlosk. patienten
3.11 Nageboortetijdperk totaal moeders die onder uw verantwoording zijn bevallen waarvan: geen complicaties MPV (zonder HPP) HPP (zonder MPV) MPV én HPP overige complicaties andere combinaties onbekend totaal moeders die onder controle gekomen zijn na geboorte kind waarvan: geen complicaties MPV (zonder HPP) HPP (zonder MPV) MPV én HPP overige complicaties andere combinaties onbekend
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
46
91,0 1,3 4,9 2,0 0,0 0,0 0,0
20,7 0,0 6,5 0,0 0,0 0,0 0,0
HOOFDSTUK 3 BELEID EN RESULTAAT (VERVOLG) praktijk in absolute cijfers
praktijk in percentages
2005
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
1.422
1.455
1.446
1.458
1.475
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
totaalruptuur subtotaalruptuur episiotomie ruptuur gaaf
7 10 376 366 654
12 20 408 369 642
8 12 394 365 659
9 12 407 343 687
9 28 418 311 709
0,5 0,7 26,4 25,7 46,0
0,8 1,4 28,0 25,4 44,1
0,6 0,8 27,2 25,2 45,6
0,6 0,8 27,9 23,5 47,1
0,6 1,9 28,3 21,1 48,1
totaal moeders die onder controle gekomen zijn na geboorte kind
13
18
32
43
30
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
totaalruptuur subtotaalruptuur episiotomie ruptuur gaaf
3 2 1 3 1
3 1 2 9 2
5 7 1 9 3
4 11 4 9 7
1 2 0 8 3
23,1 15,4 7,7 23,1 7,7
16,7 5,6 11,1 50,0 11,1
15,6 21,9 3,1 28,1 9,4
9,3 25,6 9,3 20,9 16,3
3,3 6,7 26,7 10,0
land* 2009
3.12 Perineum totaal moeders die onder uw verantwoording zijn bevallen
Toelichting: Daar waar meerdere codes bij de rubriek perineum geregistreerd zijn, is de moeder ingeteld bij de eerst voorkomende vorm van hulp in bovenstaande opsomming.
* Bij “land” is de mediaan gegeven van praktijkpercentages. Dat wil zeggen dat 50% van de praktijken een lager en 50% een hoger percentage heeft. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
47
0,7 1,3 29,9 24,4 44,1
0,0 0,0 0,0 17,5 12,1
ALGEMENE GYNAECOLOGIE OPERATIEVE INGREPEN Laparotomie Uterusextirpatie (waarvan supravaginaal) Myoomenucleatie Adnexoperatie Sterilisatie Colposuspensie (Burch) Fertiliteitsbevorderend Refertilisatie Sacropexie (Rust) EUG behandeling Laparoscopie Diagnostisch (waarvan met chromopertubatie) Sterilisatie Fertiliteitsbevorderend Therapeutische laparoscopie EUG behandeling Myoomexcisie en morcellatie LAVH/LASH Saneren endometriose Vaginaal Uterusextirpatie (waarvan met prolapsplastiek) Prolapsplastiek Prolapsplastiek met Mesh Exconisatie Colpocleisis Essure Novasure kolpo-/vulvo-/vaginoscopie div. kleine ingr. portio/vagina/vulva Curettage Diatherm. lisexcisie portio Cryocoagulatie portio T.V.T.-O VA-plastiek + portio-amputatie Manchesteroperatie Rectovaginale fistel Sacrospinale fixatie Vesicovaginale fistel Hysteroscopie Diagnostisch (evt. met verwijderen kleine poliep(en) Operatief
2006 62 9 5 32 1 16 13 7 18 2
2007 64 12 10 35 1 20 15 6 23 1
2008 77 7 11 27 2 1 2 8 2
2009 69 12 10 47 4 2 8 7 4
69 65 28 8 100 15 -
81 60 22 3 116 10 2 -
89 65 31 2 119 23 1 15
82 64 19 3 117 16 3 1 29
19 7 19
22 16 15
2 -
5 -
29 7 26 12 3 1
419 112 68 95 5 4 4 48 1 1
461 77 49 120 4 7
441 145 53 100 2 10
10 5 22 16 5 2 6 13 446 165 65 19 2 17
50 4 1
15 1 10 -
7 2 15 1
140
126
165
169
91
91
101
97
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
48
PSYCHOMATIEK EN SEKSUOLOGIE Algemeen De beschikbare formatie ten behoeve van de Psychosomatiek / Seksuologie is in 2009 niet veranderd. Binnen de sectie waren dit jaar werkzaam: Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz, gynaecoloog/seksuoloog NVVS (10 dagdelen waarvan zeven dagdelen voor de algemeen gynaecologische patiëntenzorg en drie dagdelen voor de Psychosomatiek / Seksuologie), mw. drs. M. Balkema, psychotherapeut/ seksuoloog NVVS (2 dagdelen), mw. A. Elliott, maatschappelijk werkster (1 dagdeel) en, in het kader van Zorgvernieuwing, mw. dr. J. van der Velde, psycholoog/seksuoloog (40% aanstelling waarvan 2 dagdelen vast) en mw. Santingh (2 dagdelen). Mevr. Balkema is één dag in de week minder in het UMCG gaan werken. De vrijgekomen vaste formatie werd toegewezen aan mevr. Van de Velde. Voor wat betreft de Seksuologie werd onveranderd intensief samengewerkt met de afdeling Urologie, in het bijzonder met de collega’s dr. M.F. van Driel en drs. E.J. Messelink. In voorgaande jaren werd gewerkt aan de implementatie van het zorgprogramma Polikliniek Seksuologie Nieuwe Stijl (PSNS). Ook in 2009 is er in het UMCG nog steeds sprake van een virtuele voordeur voor de seksuele hulpverlening in het UMCG. Vooralsnog ziet het er niet naar uit dat daar verandering in gaat komen, ook niet nu de nieuwbouw ten behoeve van de polikliniek Urologie bijna klaar is. Het streven daarnaar vanuit de Seksuologie blijft uiteraard onveranderd bestaan. “Sense Noord Nederland”, een gezamenlijke onderneming waarin waarin FIOM, Centrum Seksuele Gezondheid Noord Nederland, UMCG, MCL, GGD Groningen, GGD Fryslân, GGD Drenthe, het ministerie van VWS en de ziektekostenverzekeraars samenwerken, is volop in de opbouwfase. De bekendheid van dit initiatief bij hulpverleners en publiek is vooralsnog beperkt maar dit zal veranderen als daar op landelijk niveau aan gewerkt gaat worden. Dat is vooralsnog niet het geval omdat men niet overal in het land er klaar voor is. Het initiatief van Menzis om een doelmatigheidsproject te realiseren waarbij jongeren (< 24 jaar) met seksuele problemen 5 consulten vergoed krijgen voor behandeling in het eerste lijn zoals bv in het Centrum Seksuele Gezondheid Noord Nederland (de voormalige Rutgersstichting) is inmiddels overgenomen door De Friesland. Genderteam In het Groninger Gender team zijn op dit moment werkzaam de collega’s Wermter, plastisch chirurg, Jiawan, psychiater, in voorkomende gevallen collega Pronk, voorheen jarenlang zeer gewaardeerd lid van het Gender Team, Dikkers, KNO-arts, de collega’s Nijman en Van Driel, beiden uroloog, mevr. Pascal, medisch maatschappelijk werker, en Weijmar Schultz als gynaecoloog/coördinator. Er is onveranderd een gestage instroom van patiënten uit de drie Noordelijke provincies. Eenmaal per maand vinden operaties plaats. Daarmee kan de instroom adequaat worden verwerkt. Patiënten buiten de drie noordelijke provincies worden alleen bij hoge uitzondering toegelaten. In toenemende mate komen er patiënten naar het Gender Team met niet zozeer de wens tot complete geslachtsverandering dan wel ‘iets er tussen in’ (transgenderisme). Het genderteam probeert daar op een goede manier mee om te gaan, daarbij gesteund door de ervaringen met deze materie van het Genderteam aan de VU. Journal of Psychosomatic Obstetrics & Gynecology De nieuwe managing editor, Bettina Hosenfeld, heeft zich in 2009 op voortreffelijke wijze ingewerkt. De correspondentie is volledig gedigitaliseerd en het aanbod van artikelen is stabiel. In voorkomende gevallen biedt Astrid Pascal extra ondersteuning. De impact factor over de afgelopen 5 jaar is 1.645 Onderzoek De belangrijkste onderzoekslijnen in 2009 voor de Psychosomatiek waren: seksuele pijnstoornissen (dyspareunie/vaginisme), zwangerschap en postnatale depressie / het post traumatisch stress syndroom, seksualiteit, ziekte en handicap. In samenwerking met de afdeling Klinische- en Ontwikkelingspsychologie (Prof. dr. P.J. de Jong) en de afdeling Anatomie/embryologie (dr. J.R. Georgiadis) is in 2009 de basis gelegd voor onderzoek naar onderliggende emoties die vrouwen met vaginisme parten spelen. Ter uitvoering van dit onderzoek werd mevr. Charmaine Borger aangesteld. Onderhavige studie is ontworpen om meer zicht te krijgen op de aanleiding/oorzaak van vaginistische klachten. Meer in het bijzonder is deze studie een eerste empirische exploratie van het idee dat aan walging gerelateerde associaties een sleutelrol vervullen bij de voor vaginisme kenmerkende contractie Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
49
van de spieren rond de vagina die penetratie onmogelijk maakt. We maken daarbij onderscheid tussen enerzijds initiële automatische associaties en reacties en anderzijds associaties en reacties die naar voren komen wanneer bewuste overdenking mogelijk is. De automatische associaties en reacties zijn niet noodzakelijkerwijs toegankelijk voor introspectie. Met name dergelijke automatische associaties zouden aldus op een onbewuste manier disfunctionele defensieve responsen kunnen uitlokken met vaginistische klachten als gevolg. Een dergelijk idee is in overeenstemming met de specifieke fenomenologie van vaginisme, en kan ook verklaren waarom mensen het zo moeilijk vinden de exacte reden van hun reactie te verbaliseren en waarom patiënten de spiercontractie ervaren als automatisch en oncontroleerbaar. Door te onderzoeken of vaginistische patiënten een relatief sterke (automatische) walgtendens c.q. walgassociaties laten zien t.a.v. aan seks-gerelateerde stimuli beogen we te komen tot een meer accurate conceptualisatie van vaginistische klachten. Dit is niet louter van academisch belang maar kan op termijn ook bijdragen aan een verbetering/vernieuwing van de momenteel beschikbare behandelingen. In het verlengde hiervan worden met behulp van fMRI vrouwen met vaginisme vergeleken met vrouwen met dyspareunie en met vrouwen zonder seksuele problemen op zoek naar verschillen in ‘disgust induced brain activation’ . In 2009 heeft Kor Spoelstra, medisch student, de behandelresultaten van onze multidimensionale en multidiciplinaire behandeling van het vulvair vestibulitis syndroom op een rij gezet. Dit is inmiddels gepubliceerd in the Journal of Sexual Medicine. Dit onderzoek wordt prospectief voortgezet. Tevens wordt de effectiviteit van de behandeling van VVS met behulp van TENS gerandomiseerd onderzocht en wordt een in Groningen ontwikkelde vulvalgesiometer op betrouwbaaheid getoetst. Financieel ondersteund door Boehringer Ingelheim onderzoeken we in samenwerking met het Center for Uroneurology (prof. Dr. G. Holstege) en de afdeling Nuclear Medicine & Molecular Imaging (prof. Dr. Dierckx) door middel van Positron Emission Tomography (PET) verschillen in hersenactivatie/deactivatie bij gezonde vrijwilligers en vrouwen met verminderd seksueel verlangen als reactie op visuele seksuele stimuli en neutrale stimuli. Resultaten tot nu toe zijn veelbelovend. In de onderzoekslijn Obstetrie wordt meegewerkt aan de HAPP-study. Het centrale doel van deze studie is het vaststellen van de incidentie van Post Traumatische Stress Stoornis (PTST) en (post-natale) depressie bij vrouwen die tijdens hun zwangerschap het HELLP-syndroom of pre-eclampsie hebben doorgemaakt. De incidentie wordt gemeten, kwetsbaarheid-factoren geïdentificeerd en vergeleken met twee controlegroepen. De eerste controlegroep bestaat uit vrouwen die vroegtijdig dreigen te bevallen wegens voortijdig gebroken vliezen, de tweede controlegroep bestaat uit vrouwen met een ongecompliceerd verlopende zwangerschap. Het onderzoek staat onder leiding van mw. dr. M.G. van Pampus en er wordt ook voor dit project samengewerkt met de afdeling Klinische- en Ontwikkelingspsychologie van de RUG (mevr. dr. I. Wessels). In samenwerking met de Werkgroep Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie werd mede vanuit Groningen (mw. Dr. M.G. van Pampus) een multicentrisch project opgestart naar de prevalentie van posttraumatische stressklachten, depressie, angst en behoefte aan controle bij vrouwen die drie maanden tevoren in de eerste of tweede lijn zijn bevallen. Claire Stramrood hoopt op dit obstetrische project te promoveren. Op het gebied van seksualiteit, ziekte en handicap loopt onveranderd een promotieonderzoek naar de seksualiteit en seksuele gezondheid van mensen met een chronische ziekte en een lichamelijke beperking: Herald Kedde, werkzaam bij de RutgersNISSO in Utrecht. Helena Nugteren werkt aan haar thesis ‘Penile abnormalities and Sexual Functioning’. Inmiddels zijn er drie artikelen van haar hand verschenen. Patiëntenzorg In het jaar 2009 werden door de Seksuologie (Gynaecologie plus Urologie) naar schatting weer 300 nieuwe patiënten gezien en vonden circa 1000 controles plaats. Details over de seksuologische patiëntenzorg in Groningen zijn terug te vinden in het jaaroverzicht van het ‘Landelijk Overleg van poliklinieken Seksuologie’ (LOPS). Dit jaaroverzicht biedt tevens de mogelijkheid de resultaten van Groningen te vergelijken met de andere academische centra en zes perifere seksuologische centra. Onderwijs De sectie Psychosomatiek/Seksuologie verzorgde ook in 2009 in het eerste jaar van G2010 colleges ‘Seksualiteit’, en presenteerde een enquête over het seksuele functioneren van de eerstejaars Geneeskunde (in samenwerking met Joost Keers). Dezelfde enquête wordt afgenomen in jaar 3. Over de resultaten is inmiddels een artikel geschreven. Daarnaast werd opnieuw de coördinatie gevoerd over blok Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
50
3.3, Levensfasen I: Voortplanting en Ontwikkeling. Zoals ieder jaar was ook in 2009 de inzet van de betrokken docenten buitengewoon en de kwaliteit van het onderwijs hoog. Dit werd bevestigd in de diverse evaluaties van het onderwijs en het resultaat van de toetsing. Los hiervan waren er de gebruikelijke onderwijsmomenten zoals patiëntenbesprekingen, protocollen, en het ‘dagelijkse’ onderwijs aan de co-assistenten en assistenten. Hierbij geldt als leidraad: ‘practice what you preach’. Ook de voorzittersfunctie van de Onderwijscommissie vereiste de nodige tijd. Continue waakzaamheid is geboden om ons vak op de kaart te houden, waarbij de bijdrage van mw. drs. V. Faber van grote waarde is. Daarnaast biedt mw. E.A. de Jong als een administratieve rots in de branding onveranderd uitstekende ondersteuning. Op landelijk niveau werd op diverse momenten deelgenomen aan post-academisch onderwijs en werd in samenwerking met het Wenckebach Instituut ook in 2009 de Groninger Cursus Medische Seksuologie gegeven. Hiernaast wordt met de WVSD samengewerkt aan de opzet van een cursus “Sexual Medicine”. Het plan is om de cursus over een periode van 12 weken één keer in de week te geven. Daarnaast 2 x 3 cursusdagen in het buitenland samen met de internationale cursus van de European Society of Sexual Medicine. Dit om de cursisten in contact te brengen met cursisten uit andere landen. Academische ziekenhuizen hebben ook een maatschappelijke functie en de plicht om de niet-academische collega’s te informeren over lopend onderzoek en de uitkomst daarvan. Daarom werden onverminderd bijdragen geleverd aan Nederlandstalige publicaties ten behoeve van preventie, voorlichting en onderwijs. Ondanks het al jaren chronisch tekort aan formatie voor de algemene gynaecologie en daardoor een overvloed aan patiëntenzorgtaken (80% van de reguliere werktijd) en naast alle onderwijsactiviteiten bracht de Sectie Psychosomatiek & Seksuologie in 2009 voort of verleende medewerking aan: 4 internationale publicaties en 8 nationale publicaties.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
51
GYNAECOLOGISCHE ONCOLOGIE Inleiding In het jaar 2009 bestond de medische staf uit mw. Prof. dr. M.J.E. Mourits, Prof. dr. H.W. Nijman, mw. dr. H.J.G. Arts en Prof. dr. A.G.J. van der Zee. Mw. dr. F.Z. Ahankour was tot 1 oktober 2009 als fellow aan de sectie verbonden. Na de succesvolle afronding van haar fellowship keerde zij terug naar Antwerpen om daar als gynaecologisch oncoloog te gaan werken. Zij werd opgevolgd door drs. H.J.M.A.A. Zijlmans. In 5 jaar is het aantal nieuwe gynaecologisch oncologische patiënten in het UMCG gestegen met 15 procent, waarbij de eerste poliklinische consulten in gelijke mate toenamen. Het aantal patiënten dat door ons geopereerd werd in niet-universitaire ziekenhuizen, neemt geleidelijk af. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn: dalende incidentie van ovariumcarcinoom in Nederland en tevens een relatieve toename van patiënten die naar UMCG verwezen worden onder verdenking van een ovariumcarcinoom. In het kader van het Managed Clinical Network Ovariumcarcinoom zijn strikte afspraken gemaakt met alle gynaecologische maatschappen in de voormalige IKN regio over de diagnostiek en behandeling van patiënten met verdenking op ovariumcarcinoom. De multidisciplinaire behandeling van patiënten met gynaecologische tumoren kreeg als altijd gestalte in het overleg met de afdelingen Pathologie (Prof. dr. H. Hollema, dr. J. Bart), Radiologie (drs. A.H.H. Bongaerts, drs. S.B. van der Meulen), Radiotherapie (mw. dr. E. Pras en mw. drs. J.C. Beukema) en Medische Oncologie (Prof dr. P.H.B. Willemse en mw. dr. A.K.L. Reyners). In 2009 werd op plezierige wijze afscheid genomen van Prof. dr. P.H.B. Willemse, die jarenlang met grote inzet het gezicht was van de Medische Oncologie voor patiënten met gynaecologische kanker. Ook werd veelvuldig en plezierig samengewerkt met de collegae van de Urologie, Chirurgische Oncologie, Plastische Chirurgie en Gastroenterologie. De begeleiding van de klinische patiënten was in goede handen op onze verpleegafdeling L4VA. De aanwezigheid van de patiënten van de Kaakchirurgie en de samenwerking met de kaakchirurgen wordt onverminderd als heel positief ervaren. In 2009 werd de intake en behandeling van patiënten met een afwijkend cervix uitstrijkje op uitstekende wijze uitgevoerd door dhr. H. Pijper. De goede relatie met de verwijzende regionale gynaecologen werd gecontinueerd door middel van frequent telefonisch contact, het ter plaatse mee-opereren bij patiënten met verdenking op een ovariumcarcinoom en het bijwonen van frequente gynaecologisch-oncologische IKN- besprekingen in de verschillende ziekenhuizen en in het UMCG (Drentse Gynaecologie Oncologie bespreking). Er werden belangrijke vorderingen gemaakt met het vormgeven van het Managed Clinical Netwerk voor patiënten met verdenking op een ovariumcarcinoom. Dit proces wordt op uitstekende wijze ondersteund door het IKNO (mw. drs. I. Middelveldt). In 2009 werd eveneens gestart met een twee maandelijkse videoconference met het Centrum voor Gynaecologische Oncologie Almelo en Twente (GOAT). Dit ook in het kader van de tot stand koming van de IKNO regio. Externe support voor wetenschappelijk werk werd gecontinueerd voor onderzoek aan hypermethylatie in cervixcarcinoom en ovariumcarcinoom (Nederlandse Kankerbestrijding KWF, OncoMethylome Sciences, België) en immunotherapie in het ovariumcarcinoom (Nederlandse Kankerbestrijding KWF, ISA Inc.). Bij het schrijven van dit jaarverslag werd dankbaar gebruik gemaakt van de gegevens zoals bijgehouden door H. Klip en mw. K.A. ten Hoor, laboratorium Gynaecologische Oncologie en mw. T. Westra, verpleegkundige.
Prof. dr. A.G.J. van der Zee
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
52
Aantallen nieuwe patiënten met gynaecologische maligniteit 2005 — 2009 Orgaan Cervix uteri (incl. CIN) Endometrium Ovarium/tuba MOC polikliniek Vagina Vulva (incl. VIN) Trofoblast Metastasen van elders Verwezen met recidief (endometrium en ovarium/tuba) TOTAAL
2005 173 38 42 78 2 51 ? 2
2006 160 47 44 51 8 43 6 3
2007 199 36 48 67 4 38 1 5
2008 212 37 40 52 3 43 1 8 43
2009 202 34 88 64 2 47 0 7 22
386
362
398
439
466
Totaal overzicht aantallen nieuwe gynaecologische tumoren naar stadium TUMORSOORT 2007 2008
2009
Vulvacarcinoom onbekend
38 1
43 0
29 2
Stadium I
13
15
10
Stadium II
10
12
7
Stadium III
7
11
6
Stadium IV
7
5
4
Cervixcarcinoom Stadium I
75 43
70 40
84 47
Stadium II
22
16
12
Stadium III
5
10
15
Stadium IV
5
4
6
Vaginacarcinoom Onbekend
4 1
5 1
2 0
Stadium I
1
1
1
Stadium II
0
0
0
Stadium III
1
3
0
Stadium IV
1
0
1
Ovarium/tubacarcinoom (inclusief borderline)
48
40
56
onbekend
2
2
8
Stadium I
15
8
15
Stadium II
1
1
4
Stadium III
22
17
20
Stadium IV
8
12
9
Endometriumcarcinoom onbekend
36 2
37 1
34 4
Stadium I
16
18
16
Stadium II
4
3
3
Stadium III
9
6
5
Stadium IV
5
9
6
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
53
Trofoblast Low risk
1 1
1 1
0 0
High risk
0
0
0
Metastasen van elders
5
8
7
TOTAAL Recidief vulvaca.
207 23
204 15
212 15
Recidief cervixca.
9
12
11
Recidief vaginaca.
2
2
1
Recidief ovarium/tubaca.
20
26
8
Recidief endometriumca.
15
17
15
TOTAAL
69
72
50
CERVIX Overzicht therapie primaire cervixcarcinomen naar stadium in 2009 STADIUM N THERAPIE Overige,o.a. LAHV W.M W.M Prim Prim. Pallia(Re-)LETZ/ + RCT RCT tieve Conus RCT + RCT Ut.ext. add. chir. IA1 4 2 1 1 IA2 1 1 IB1 27 1 15 9 1 1 IB2 16 5 10 1 IIA 7 1 3 3 IIB(2a+b) 5 5 IIIA 5 5 IIIB 10 9 1 IVA 3 3 IVB 3 1 2 overige 3 2 1 TOTAAL 84 6 1 16 17 39 3 2
STADIUM IA1 IA2 IB1 IB2 IIA IIB (2a+b) IIIA IIIB IVA IVB Overage TOTAAL
Overzicht stadium / histologie cervixcarcinomen in 2009 Papillair/ AdenoAdeno Clear cell Planosereus squame carcinoom carcinoom cellulair N adenous (endo(plaveisel carcinoom cervicaal) cel) 4 4 1 1 27 7 20 16 3 13 7 1 3 3 5 5 5 1 4 10 2 8 3 3 3 2 1 3 3 84 0 1 17 0 65 Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
54
Endometroidadenocarcinoom
0
Overzicht therapie recidief cervixcarcinoom 2009 Jaar primaire tumor 2004 2004 2006 2007 2007 2007 2007 2008 2008 2008 2009
therapie Pall. CT Pall. RT RCT Exenteratie Pall. RT Geen beh. Exenteratie Pall.CT RT + OK WM OK
Histologie Plaveisel Plaveisel Adeno Plaveisel Adenosquameus Plaveisel Plaveisel Adeno Ongediff. Grootcellig carcinoom Plaveisel Adeno
TOTAAL 11 RCT = Radiochemotherapie, RT = Radiotherapie, CT = Chemotherapie VAGINA Overzicht therapie primaire vaginacarcinomen naar stadium in 2009 STADIUM I IVA TOTAAL RCT = Radiochemotherapie
N 1 1 2
RCT 1 1 2
Overzicht stadium / histologie vaginacarcinomen in 2009 STADIUM
N
I IVa TOTAAL
1 1 2
Planocellulair (plaveiselcel) 1 1 2
Overzicht therapie recidief vaginacarcinomen in 2009 Jaar primaire tumor 2007 TOTAAL
N 1 1
Therapie exenteratie
Histologie plaveisel
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
55
Lokatie locoregionaal
ENDOMETRIUM Overzicht therapie primaire endometriumcarcinomen naar stadium in 2009 STADIUM
N
IA IB IC IIA IIB IIIA IIIC IVB TOTAAL
4 7 9 1 2 3 3 8 37
AUE BSO TLH LND R(C)T
Geen chir
1
1
AUE + BSO
AUE + BSO + RT
3 6 3 1 1 1 1 1 17
AUE + BSO + LND
1
1
1
1 2 1 2 7
AUE + BSO + LND + RT
TLH + BSO
TLH + BSO + RT
Inoperabel Palliatieve R(C)T
anders
1 1 1
2
1 2 3
3
3 5
= Abdominale Uterusextirpatie = Bilaterale Salpingo Oöphorectomie = Totale Laparoscopische Hysterectomie = Lymfklierdebulking = Radio(chemo)therapie
Overzicht stadium / histologie endometriumcarcinomen in 2009
STADIUM IA IB IC IIA IIB IIIA IIIC IVB TOTAAL
N 4 7 9 1 2 3 3 8 37
Adeno carcinoom 1 6 6 1 2 1 1 4 22
Carcino sarcoom
Clearcell carcinoom 1 1
Leiomyosarcoom 1
Papillair/ sereus
StromaSarcoom 1
1
1 1 2
Onbekend /gemengd
2
1 1 3
1
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
56
2
1
2 2 6
Overzicht therapie recidief endometriumcarcinoom 2009 Jaar primaire tumor 1993 2006 2006 2006 2007 2007 2007 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2008
Lokatie
therapie
Vaginatop Vaginatop Locoregionaal Kleine bekken Onbekend Vaginatop Vaginatop Intra-abdominaal Vaginatop Vaginatop vagina Vaginatop Vaginatop Vaginatop Vaginatop
Tot. Exenteratie hormoontherapie expectatief Debulking Palliatieve.RT Folluw up Resectie + expectatief Palliatieve.CT RT Expectatief RT RT RT Tot.exenteratie Megace
TOTAAL 15
OVARIUM Overzicht therapie primaire ovarium / tuba carcinomen naar stadium in 2009 Interventiechirurgie STADIUM
Onbekend / benigne IA IB IC IIA IIB IIC IIIB IIIC IV TOTAAL
N
Onbekend / elders OK
primair inoperabel
Complete debulking
26 9 1 6 1 1 2 1 22 9 78
incomplete debulking
1 1
1 1
23 4
57
2 1 1
1
1
6 3 18
7 2 12
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
stagering (+ debulking) + biopten
2
4 1 2
2
5 2 10
Stagerings-laparotomie
1 4 1 37
Overzicht stadium / histologie ovariumcarcinomen in 2009 Adeno- endometrioïd gemengde STADIUM N Onb carcinoo adenotumoren m carcinoom (epitheliaal) Onbekend 4 2 1 IA 9 5 IB 1 1 IC 6 1 IIA 1 IIB 1 1 IIC 2 1 1 IIIB 1 IIIC 22 1 4 IV 9 1 1 TOTAAL
56 11
6
1
2
Overzicht therapie recidief ovariumcarcinoom 2009 Jaar primaire tumor 2004 2005 2005 2006 2006 2007 2008 2009
therapie Vaccinatiestudie Vaccinatiestudie Chemo Expectatief Expectatief Chemo Chemo Expectatief
TOTAAL 8
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
58
mucineus cystadenocarcinoom 2 2
sereus cystadeno carcinoom 1 1
'sex cord' stromaceltumor
2 1
1
1
1 17 7 4
30
2
VULVA Overzicht therapie primaire vulvacarcinomen naar stadium in 2009 Vulvectomie N geen RLE RLE+ RLE+ RLE+/RLE+ OK SN SN+ SN+ IF-LND+ + RT STADIUM RT IF-LND LN-Debulking + RT Onbekend 1 1 Ia invasie =< 3 2 1 1mm Ib invasie > 7 1 1 2 2 1 1mm II (T2N0M0) 8 4 1 1 1 III (T3N0M0 of 6 2 3 N1M0) IVa (T4M0 of 3 1 1 N2M0) IVb 1 1 TOTAAL
29
2
4
7
6
2
4
SN + RT
1
Overzicht stadium / histologie vulvacarcinomen in 2009 STADIUM N basocellulair melanoom planocellulair Onbekend 1 1 Ia invasie =< 1mm 3 1 2 Ib invasie > 1mm 7 7 II (T2N0M0) 8 8 III (T3N0M0 of N1M0) 6 1 5 IVa (T4M0 of N2M0) 3 3 IVB 1 1 TOTAAL
29
2
1
26
Overzicht therapie recidief vulvacarcinoom 2009 Vervolg Jaar primaire therapie tumor Jaar primaire tumor 1995 Vulvectomie 2007 2000 RLE + RT 2007 2000 RLE + LND 2008 2005 RLE 2008 2005 RLE + LND 2008 2005 RLE 2008 2006 Palliatie 2009 2006 RT TOTAAL 15 IF-LND = inguinofemorale lymfnodedissectie LND = Lymfnode debulking R(C)T = Radio(chemo) therapie
LN-debulking RLE SN
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
59
therapie Vulvectomie Vulvectomie + RT Debulking + RT Debulking + RT RLE + LND Palliatie Palliatie
= Lymfklierdebulking = Ruime lokale excisie = Sentinel Node
RT
IFLND + R(C)T
1 1 1
1
1
1
TROFOBLAST Overzicht therapie trofoblasttumoren naar stadium in 2009 STADIUM N MTX Polychemotherapie 0 TOTAAL 0
Metastatische tumoren in genitalia in 2009 PRIMAIRE GEMETASTASEERD HISTOLOGIE TUMOR NAAR: Colon Ovaria Adeno Voet Rectosigmoid Melanoom Onbekend Adnex rechts Adeno Appendix Ovaria Adeno Urotheelcel Vulva Pagetoïde uitbreiding carcinoom Onbekend Cervix Adeno/zegelringtype Lymfoom Kleine bekken
Uterusextirpatie
THERAPIE Palliatieve chemo Palliatieve chemo Palliatieve chemo Expl.tomie Expectatief Uroloog internist
Totaal 7
Gynaecologische operaties in de regio 2005 — 2009 PLAATS 2005 2006 2007 Assen 19 11 21
2008 7
2009 7
Delfzijl
4
2
2
Drachten
13
14
6
6
6
Emmen
13
15
8
12
12
Hardenberg
7
3
1
Heerenveen
13
26
17
15
3
Hoogeveen
17
8
7
4
5
9
22
10
Leeuwarden Meppel
15
10
6
8
6
Sneek
12
8
11
8
6
Stadskanaal Winschoten TOTAAL
1 3
4
2
2
1
116
102
88
86
56
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
60
Polikliniek Mamma- en OvariumCarcinoom (MOC-poli) Poliklinische contacten MOC-poli gynaecoloog 2007 2008 Nieuwe patienten MOC-gyn 67 52 Follow up poli MOC-gyn 86 85 Totaal 153 137
2009 61 79 140
Poliklinische contacten; overige aandoeningen 2008 2009 118 CIN 142 18 VIN 6 26 Benigne gyn. afwijking 2 22 Benigne ovariële cyste 21 Totaal 171 184
Preventieve Bilaterale Salpingo-Oophorectomie (BSO) INDICATIE 2005 2006 2007 2008 2009 BRCA1 mutatie 27 9 14 18 11 draagsters BRCA2 mutatie 12 15 10 14 8 draagsters 8 13 8 9 9 HBOC-familie 1 3 3 5 5 Therapeutische BSO 48 40 35 46 33 Totaal aantal BSO 17 20 Waarvan reeds bekend met mammacarcinoom Bijzonderheden BSO in 2009 Conversie BSO: geen Complicaties BSO: geen Maligniteit bij pBSO: geen Lynch syndroom: Preventieve chirurgie in 2009: geen
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
61
Gem leeftijd 2009 42,5 47,3 49,7 42,2
Onderzoek Het onderzoeksprogramma van de Gynaecologische Oncologie is volledig geïntegreerd in het Oncologie Centrum en de onderzoeksschool GUIDE. De output nam wederom toe in vergelijking met voorgaande jaren. Externe support voor wetenschappelijk werk werd verkregen voor onderzoek aan immunotherapie bij VIN (ISA Inc.) en voor onderzoek naar nieuwe diagnostische targets voor cervixcarcinoom (KWF Kankerbestrijding).
Onderzoeksthema’s Gynaecologische Oncologie
Thema 1: Evaluatie en ontwikkeling van (nieuwe) biomarkers in ovarium- en cervixcarcinoom. Onderwerpen a) Conventionele serum markers (SCC-ag, CA 125 and CA-1.99) b) Identificatie van nieuwe biomarkers in serum en cervix uitstrijkjes van patiënten met premaligne cervixafwijkingen. Samenwerkingsverbanden: Dr. R.M.W. Hofstra (Med. Genetica), dr. E. Schuuring (Pathologie), Prof. dr. R. Bisschoff (Farmacie), dr. D. Katsaros (Universiteit van Turijn), dr. D. Sidranski (John Hopkins Hospital, Baltimore), dr. E. Fung (Ciphergen, USA), drs. H. Spolders (OncoMethylome Sciences, Belgium). Promoties: 2000: mw. drs. G.B.A. Wisman 2007: mw. drs. E.R. Nijhuis 2009: mw. drs. Y. Nan 2011: drs. J.J.H. Eijsink 2014: mw. drs. H. Robin Subsidies: 1) C&W de Boer stichting, 2002. Toepassing van proteomics voor ontwikkeling van nieuwe serum markers bij het cervixcarcinoom. 2) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 03-2906: Discovery of new biomarkers of cervical cancer. 3) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 04-3161: Gene hypermethylation as diagnostic target in cervical neoplasia. 4) RuG/UMCG: Bernouilli bursaal mw. drs. Y. Nan. 5) OncoMethylome Sciences. Hypermethylated gene discovery in cervical cancer.
Thema 2: Genetische en/of geïnduceerde susceptibiliteit voor gynaecologische kanker. Onderwerpen: a) Lynch syndroom gerelateerde gynaecologische tumoren. b) Tamoxifen gerelateerde gynaecologische side-effects. c) Effectiviteit van gynaecologische screening bij genetische predispositie. d) Qol aspecten bij genetische susceptibiliteit voor gynaecologische kanker. Samenwerkingsverbanden Prof. dr. J.H. Kleibeuker en dr. J.J. Koornstra (Gastroenterologie), dr. R.M.W. Hofstra (Medische Genetica), mw. Prof. dr. ir. F.E. van Leeuwen (Nederlands Kanker Instituut), mw. dr. G.H. de Bock, dr. J.C. Oosterwijk (Klinische Genetica), mw. Prof. dr. E.G.E. de Vries (Medische Oncologie), mw. dr. L. Jansen (Chirurgische Oncologie). Subsidies: 1) 2006: Innovatiefonds UMCG MOC-COM project. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
62
Promoties: 2001: mw. drs. M.J.E. Mourits 2003: mw. drs. M. Berends 2005: mw. drs. M. Zoodsma 2006: mw. drs. F. Rijcken 2013: mw. drs. J.M. Woolderink
Thema 3: Evaluatie en ontwikkeling van nieuwe prognostische factoren en therapeutische targets in gynaecologische oncologie. Onderwerpen: a) Nieuwe prognostische markers en expressie profiling in ovarium carcinoom. b) Apoptose gerelateerde factoren als nieuwe therapeutische targets in CIN. c) Apoptose gerelateerde factoren als nieuwe therapeutische targets in ovariumcarcinoom d) Nieuwe prognostische markers in cervix carcinoom Samenwerkingsverbanden Dr. R.M.W. Hofstra (Medische Genetica), dr. S. De Jong (Medische Oncologie), Prof. dr. H. Hollema/dr. E.M.D. Schuuring (Pathologie), Prof. dr. H.J. Haisma (Therapeutische Gen modulatie), dr. W.N. Keith (University of Glasgow), OMS, dr. W. Helfrich (Medische Biologie). Promoties: 2002: mw. drs. H.J.G. Arts 2004: mw. drs. N. Reesink-Peters 2006: mw. drs. B. Hougardi 2007: mw. drs. A. Crijns 2007: mw. drs. E. Duiker 2009: mw. drs. P. de Graeff 2010: drs. R.S.N. Fehrmann 2014: mw. drs. N.G. Alkema Subsidies: 1) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 00-2289: Exploration of drug-induced Fas-mediated apoptosis as alternative, non surgical therapy in patients with premalignant cervical disease. 2) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 2002-2681: Global gene expression analysis in ovarian cancer: towards identification of novel therapeutic targets and new disease stratification. 3) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 2003-2922: RhTRAIL to optimize chemotherapeutic efficacy in human ovarian cancer. 4) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 2007-2234: Towards patients-tailored improvement of chemoradiation in cervical cancer using DNA demethylating agents. 5) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 2007-2922: Development of Targeted Pro-apoptotic Strategies to overcome therapy resistance in ovarian cancer. 6) UMCG/RUG: MD/PhD: drs. R.S.N. Fehrmann. 7) UMCG/RUG: MD/PhD: mw. drs. P. de Graeff 8) UMCG/RUG: MD/PhD: mw. drs. N.G. Alkema
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
63
Thema 4: Therapeutische vaccinatie bij gynaecologische kanker; fundamentele aspecten en klinische mogelijkheden. Onderwerpen: 1) Ontwikkeling van therapeutisch HPV vaccinatie programma. 2) Ontwikkeling van therapeutisch p53 vaccinatie programma Samenwerkingsverbanden: Dr. S. De Jong en mw. Prof. dr. E.G.E de Vries (Medische Oncologie), Prof. dr. H. Hollema (Pathologie), Prof. dr. J.C. Wilschut en mw. Prof. dr. C.A.H.H. Daemen (Moleculaire Virologie), Prof. dr. C.J.M. Melief en dr. S.H. van der Burg (LUMC), dr. M. Krul (ISA pharmaceuticals). Subsidies: 1) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 01- 2398.The role of cell-mediated immunity against HPV in the course of disease in patients with (pre) malignant cervical neoplasia. 2) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 01- 2361. Development of an immunotherapeutic strategy against (pre)malignant cervical disease based on the use of fusion-active virosomes containing HPV E6/E7 recombinant protein. 3) Dutch Cancer Society/KWF; Persoonsgebonden subsidie dr. H.W. Nijman periode 2003 - 2009. 4) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 2007-3919. Immunotherapy in ovarian cancer patients; involvement and manipulation of regulatory T cells. 5) ISA pharmaceuticals: p53 long peptide based immunization in ovarian cancer. 6) UMCG/ RUG: MD/PhD: mw. drs. M.J.M. Gooden. 7) UMCG/ RUG: 2009-2010: mw. drs. R.A. de Jong. 8) UMCG/ RUG: Ubbo Emmius: drs. M. Walczak. 9) ISA pharmaceuticals: HPV SLP based immunization in VIN patients. 10) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 2009-4549. To improve homing and activity of immune effector cells in tumours: the future of cancer immunotherapy. 11) Dutch Cancer Society/KWF; RUG 2009-4579. Productontwikkeling therapeutisch HPV-16 vaccin. Promoties: 2007: drs. A. de Mare 2008: mw. drs. A.J.A. Lambeck 2009: mw. drs. N. Leffers 2011: drs. M. Walczak 2011: mw. drs. R.A. de Jong 2011: mw. drs. R. Vermeij 2012: mw. drs. M.J.M. Gooden 2014: mw. drs. O. Draghiciu
Thema 5: Klinische studies. Onderwerpen: a) Innovatieve diagnostische en (minimaal invasieve) therapeutische opties in gynaecologische oncologie. b) Phase I-III studies naar chemotherapie/radiotherapie in gynaecologische oncologie. c) Inventarisatie van en interventie op (gynaecologische) lange termijn gevolgen van behandeling voor (gynaecologische) tumoren. d) Inventariseren korte en lange termijn gevolgen van preventieve chirurgie bij vrouwen met een erfelijke belasting voor mamma- en ovariumcarcinoom. e) Inventariseren van gevolgen op kwaliteit van leven van oncologische behandelingen. Samenwerkingsverbanden: Mw. Prof. dr. E.G.E. de Vries (Medische Oncologie), Prof. dr. H. Hollema (Pathologie), mw. dr. C.A.H.H. Daemen en Prof. dr. J.C. Wilschut (Moleculaire Virologie), mw. dr. G.H. de Bock (Epidemiologie) , dr. E. Pras en Prof. dr. J.A. Langendijk(radiotherapie). Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
64
Promoties: 2002: mw. drs. J.A. de Hullu 2003: mw. drs. A.M.E. Bos 2004: drs. F. de Vos 2007: mw. drs. M.J.A. Engelen 2007: mw. drs. S.H. Mom 2008: mw. drs. C. Buijs 2008: drs. V.H.W.M. Jongen 2010: mw. drs. C.B.M. Bijen 2011: mw. drs. M.H.M. Oonk 2011: mw. drs. J.M. Briët 2012: mw. drs. I.E. Fakkert 2012: mw. drs. M. Sattler Subsidies: 1) 2000: IKN: Waarde van consultatief opereren in de regio, mogelijkheden voor betere preoperatieve triage. 2) 2000: VAZ-CVZ doelmatigheidsprogramma, Doelmatigheidsgelden AZG. 3) 2002: Ubbo Emmius fonds: Aanschaf laparoscopische probe voor poortwachtersklierdetectie in cervixcarcinoom. 4) 2005: Innovatiefonds UMCG: Pilot-studie naar laparoscopische hysterectomie bij patiënten met vroeg stadium endometriumcarcinoom. 5) 2006: Projectfonds Oncologiecentrum UMCG t.b.v. digitalisering MOC-poli (MOC-COM project). 6) 2006: ZONMw: Laparoscopy versus laparotomy in treatment of early stage endometrial cancer: a multi-center cost-effectiveness study. 7) 2006: Dutch Cancer Society/KWF: CKTO 2005/22: GROningen International Study on Sentinel nodes in Vulvar cancer (GROINSS-V) II.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
65
VOORTPLANTINGSGENEESKUNDE Het is een al lang bestaande wens om polikliniek VPG, IVF-afdeling en laboratorium VPG samen te brengen op afdeling L2. In 2009 vond de eerste zichtbare verandering plaats die zal resulteren in het centrum VPG: het secretariaat verhuisde in april van de polikliniek O&G aan de Poortweg naar L2. De volgende fasen van verbouwing en verhuizing worden medio 2010 verwacht. De mogelijkheid van transport-IVF in de regio werd uitgebreid door een samenwerkingsovereenkomst met het Scheper Ziekenhuis Emmen aan te gaan, naast de al jaren bestaande goede samenwerking met het Medisch Centrum Leeuwarden. De eerste zwangerschap na IVF-behandeling met Preïmplantatie Genetische Diagnostiek was een feit, uitgevoerd in nauwe samenwerking met de afdeling Klinische Genetica in het UMCG en het laboratorium Genetica van het Maastricht Universitair Medisch Centrum. In 2009 werd onverminderd hard gewerkt aan het Kwaliteitssysteem van de onderafdeling VPG onder leiding van de kwaliteitsfunctionarissen Klaske Lok en Karin Feicke. In 2006 is het ISO 9001 certificaat uitgereikt aan het laboratorium en de kliniek, en in 2007 is CCKL-accreditatie verleend aan het laboratorium. In 2009 werd een hercertificatie-audit voor ISO 9001 uitgevoerd en vond een controlebezoek door CCKL plaats. Beide audits werden met goed gevolg afgesloten. In 2009 werden aanpassingen doorgevoerd in het klinische en laboratoriumprotocol met betrekking tot cryopreservatie en gebruik van gecryopreserveerde embryo’s. Verder werden er nieuwe kweekcondities voor embryo’s geïntroduceerd en alle transfers werden een dag eerder, op dag 2 na de punctie, gedaan. Op bijscholingsgebied werden activiteiten ondernomen: het multidisciplinaire Turnerteam van het UMCG organiseerde een Turnermiddag voor patiënten en familie uit heel Nederland, het multidisciplinaire Endometrioseteam hield een regio-avond voor huisartsen en specialisten, er werd een thema-avond over onverklaarde subfertiliteit gehouden voor de regionale gynaecologen, fertiliteitsartsen en verpleegkundigen, en een van de refereeravonden van de afdeling O&G was gewijd aan PGD. In 2009 waren twee promoties binnen de VPG. Tamer Said verdedigde in maart zijn proefschrift over selectie van zaadcellen, en in juni promoveerde Marie José Pelinck op IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus. Tijdens de annual meeting van de ESHRE in Amsterdam had Annie Bolster een genomineerde voordracht (Results of a lifestyle programme for obese infertile women performed by a nurse practitioner). Ook Maaike Haadsma (Diminished ovarian reserve is associated with an increased risk of a trisomic pregnancy) en Karin Middelburg (Neurological condition of children born following preimplantation genetic screening-is this invasive method really safe?) waren uitverkoren om een vrije voordracht te houden tijdens de ESHRE. De eerste in het UMCG opgeleide fellow VPG (Annelies Bos) kon in april 2009 ingeschreven worden in het register van subspecialisten.
Prof. dr. J.A. Land
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
66
1. Polikliniek 1.1 Consulten 2007 1238 64 12315 330 183
Eerste consulten patiënten met subfertiliteit Eerste consulten patiënten met endometriose Vervolgconsulten Telefonische consulten Startgesprekken IVF verpleegkundigen
2008 1587 95 13405 499 281
2009 1537 134 12934 612 *
2007 276
2008 237
2009 298
183 211 0 17 411 120 68 104
102 349 2 20 473 152 66 95
105 252 3 11 371 101 85 104
* Met ingang van 2009 wordt wekelijks groepsgewijs voorlichting gegeven
1.2 Verrichtingen op polikliniek Postcoïtum test Cycli IUI - Ongestimuleerde cycli (mannelijke of cervixfactor) - Gestimuleerde cycli (onverklaarde subfertiliteit) - Na afgebroken COH-IVF - Na ovulatie in MNC-IVF Totaal IUI Cycli KID (intracervicaal) Cycli IUI-D HSG
aantal IUI-behandelingen 600
500 400
300 200
100 0 2002
2003
2004
2005
2006
ongestimuleerd
2007
2008
2009
2008
2009
gestimuleerd
aantal KID en IUI-D behandelingen 250 200 150 100 50 0 2002
2003
2004
2005 KID
2006
2007
IUI-D
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
67
1.3 Endometriose Expertise Centrum Het Endometriose Expertise Centrum (EEC) UMCG is een samenwerkingsverband van de afdelingen O&G (drs AHM Simons), Chirurgie (drs S. Hofker) en Urologie (mw drs. A. Lelyveld - Kors). Het is naast de EEC’s in Amsterdam, Nijmegen en Maastricht het 4e EEC in Nederland. De noodzaak voor een EEC is gelegen in het complexe karakter van de aandoening en van de behandeling, de relatief lage frequentie van voorkomen van de diep infiltrerende vorm van endometriose en de speciale expertise van meerdere specialismen die nodig is voor diagnostiek en behandeling. Het EEC UMCG onderscheidt zich van de andere Nederlandse EEC’s doordat in het UMCG uitgebreide endometriosechirurgie met minimaal invasieve operatiemethoden wordt uitgevoerd. Het aantal eerste consulten bij endometriosepatiënten in het UMCG is toegenomen van 64 in 2007 naar 134 in 2009. In de laatste jaren is een 30-tal uitgebreide multidisciplinaire chirurgische ingrepen per jaar uitgevoerd, maar het aanbod aan patiënten voor operatie is groter. Vanaf begin 2007 is er een wachtlijst voor deze multidisciplinaire operatieve ingrepen ontstaan. Op 1 januari 2010 waren er 13 ingrepen gepland en stonden 17 vrouwen op de wachtlijst.
1.4 Operatieve verrichtingen 2008 65 3 6 11 27
2009 64 8 7 13 28
2007 2008 Spontaan tijdens OFO Nb Nb Ovulatie-inductie met clomifeen 12 15 Ovulatie-inductie met gonadotrofines 11 10 Ovulatie-inductie met pulsatiel GnRH 1 2 Na fertiliteitbevorderende operatie Nb Nb Na refertilisatie Nb Nb IUI - Ongestimuleerde cyclus 13 6 - Gestimuleerde cyclus 20 35 - Na afgebroken COH-IVF 0 0 - Na ovulatie in MNC-IVF 1 1 Totaal IUI 34 42 KID (intracervicaal) 18* 12 IUI-D 10 * Geen onderscheid gemaakt tussen intracervicale en intra-uteriene inseminaties
2009 61 18 12 2 2 3
Diagnostische laparoscopie (met tubatesten) Refertilisatie Tuboneostomie/ adhesiolysis (laparotomie of -scopie) Myoomenucleatie Ernstige endometriose
2007 60 6 15 10 27
1.5 Doorgaande zwangerschappen
11 18 0 2 31 1 11
Er zijn 105 ongestimuleerde IUI cycli gestart waaruit 11doorgaande zwangerschappen zijn ontstaan (10.5% per gestarte cyclus), en 252 gestimuleerde IUI cycli met 18 doorgaande zwangerschappen (7.1% per gestarte cyclus). Uit 85 gestarte IUI-D cycli kwamen 11 doorgaande zwangerschappen voort (12.9% per gestarte cyclus). In 2009 ontstonden 2 doorgaande (11%) tweelingzwangerschappen na gestimuleerde IUI en geen tweelingzwangerschappen na ovulatie-inductie met clomifeen, gonadotrofines of GnRH. In maart 2009 is het protocol IUI in gestimuleerde cyclus aangepast in de verwachting hiermee het aantal meerlingzwangerschappen te verminderen.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
68
2. Laboratorium VPG 2.1 Verrichtingen voor afdeling O&G Semenanalyse Bewerkingstest semen Mucusbeoordeling t.b.v. postcoïtum test Cryopreservatie semen - Voor fertiliteitsbedreigende behandeling - Eigen semen als backup voor fert. behandeling - Eigen donor - Anonieme donor - T.b.v. PESA Totaal cryopreservatie IUI (incl. IUI-D) * Ten gevolge van een beleidswijziging
2007 790 162 276
2008 776 118 310
2009 906 5* 327
102 17 12 152 2 285 411
73 22 15 108 16 234 461
79 8 15 106 13 221 456
2007
2008
2009
43 148 5
44 134 4
38 149 7
2.2 Verrichtingen voor afdeling Urologie Semenanalyse - Fertiliteitsonderzoek - Controle vasectomie Cryopreservatie na electro-ejaculatie
gestarte behandelingen in UMCG 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2002
2003
COH-IVF
2004
2005
COH-ICSI
2006
MNC-IVF
2007
MNC-ICSI
2008
2009
Cryo-ET
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
69
3. IVF-kliniek 3.1 Patiënten Aanmeldingen - UMCG - MCL - SZE Behandelde paren - UMCG - MCL - SZE Duur kinderwens bij aanmelden (jaar) Leeftijd vrouw bij aanmelden (jaar)
2007
2008
2009
469 Nb -
451 Nb -
407 Nb 22
596 194 2.9 32.3
603 203 3.3 32.7
575 210 9 3.7 32.7
Duur kinderwens bij aanmelding 4,5 kinderwensduur in jaren 4,0 3,5
ICSI-UMCG IVF-UMCG
3,0 2,5 2,0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Leeftijd bij aanmelding 34,0 33,5 33,0 32,5 Leeftijd
IVF-UMCG
32,0
ICSI-UMCG
31,5 31,0 30,5 30,0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
70
3.2 Resultaten 2009 UMCG
N COH-IVF - Gestarte cycli* - Punctie - Transfer - Positieve test - Doorgaande zwangerschap Waarvan eenling Waarvan tweeling COH-ICSI - Gestarte cycli** - Punctie - Transfer - Positieve test - Doorgaande zwangerschap Waarvan eenling Waarvan tweeling MNC-IVF - Gestarte cycli - Punctie - Transfer - Positieve test - Doorgaande zwangerschap Waarvan eenling Waarvan (monozygote) tweeling MNC-ICSI - Gestarte cycli - Punctie - Transfer - Positieve test - Doorgaande zwangerschap Waarvan eenling Waarvan tweeling
%
MCL N
SZE %
165 150 138 38 30 26 4
100 90.9 83.6 23.0 18.2 86.7 13.3
70 70 57 18 13 11 2
100 100 81.4 25.7 18.6 84.6 15.4
335 317 296 97 69 60 9
100 204 94.6 203 88.4 185 29.0 64 20.6 43 87.0 39 13.0 4
100 99.5 90.7 31.4 21.1 90.7 9.3
123 113 61 13 11 10 1
100 91.9 49.6 10.6 8.9 90.9 9.1
392 348 178 58 49 49 0
100 88.8 47.7 14.8 12.5 100 0
N 4 4 4 1 1 1
5 4 4 2 0
Totaal %
N
%
239 224 199 57 44 38 6
100 92.7 83.3 23.8 18.4 86.4 13.6
544 524 485 163 112 99 13
100 96.3 89.2 30.0 20.6 88.4 11.6
123 113 61 13 11 10 1
100 91.9 49.6 10.6 8.9 90.9 9.1
392 348 178 58 49 49 0
100 88.8 47.7 14.8 12.5 100 0
* Inclusief 10 gestarte cycli met donoreicellen (10 puncties, 8 transfers, 2 positieve testen en 2 doorgaande eenlingzwangerschappen). Inclusief 1 gestarte cyclus met donorsemen (1 punctie, 1 transfer, geen positieve test). ** Inclusief 3 gestarte cycli met donoreicellen ( 3 puncties, 1 transfer, geen positieve test). Inclusief 18 gestarte cycli met donorsemen (18 puncties, 16 transfers, 5 positieve testen, 3 doorgaande eenlingzwangerschappen). 3.3 Embryotransfer beleid In 2009 werd electieve single embryo transfer (eSET) aangeboden aan paren die tenminste één topembryo hadden in hun eerste of tweede behandelingscyclus en de leeftijd van de vrouw onder 35 jaar was. Nietelectieve single embryo transfer werd gedaan op medische indicatie (als een tweelingzwangerschap gecontraïndiceerd is), op verzoek van het paar zelf of als er slechts één embryo beschikbaar was voor ET. In 42% van alle COH-IVF behandelingen werd één embryo geplaatst (in 23% betrof het eSET). In 40% van alle COH-ICSI cycli werd één embryo geplaatst (in 33% betrof het eSET).
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
71
3.4 Resultaten 2007-2009 UMCG COH-IVF Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%)
2007
2008
2009
172 19.8 20.6 23.3
177 14.7 15.4 17.8
165 18.2 20.0 21.7
COH-ICSI Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%)
220 25.9 26.9 27.6
325 21.8 22.9 24.2
335 20.6 21.8 23.3
MNC-IVF Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%)
316 5.4 6.5 13.8
196 9.7 11.3 21.8
123 8.9 9.7 18.0
MNC-ICSI Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%)
413 8.0 9.5 17.9
483 10.8 12.3 22.8
392 12.5 14.1 27.5
2007
2008
2009
137 13.9 14.8 20.2
121 21.5 21.8 27.6
70 18.6 18.6 22.8
122 27.0 27.3 32.4
139 15.1 15.1 17.2
204 21.1 21.2 23.2
2007
2008
2009
MCL COH-IVF Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%) COH-ICSI Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%) SZE COH-IVF Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%)
4 1 van 4 1 van 4 1 van 4
COH-ICSI Gestarte cycli - Doorg zwangersch per gestarte cyclus (%) - Doorg zwangersch per punctie (%) - Doorg zwangersch per transfer (%)
5 0 0 0
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
72
Totaal UMCG, MCL en SZE COH-IVF en COH-ICSI Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%) MNC-IVF en MNC-ICSI Gestarte cycli - Doorg. zwangersch. per gestarte cyclus (%) - Doorg. zwangersch. per punctie (%) - Doorg. zwangersch. per transfer (%)
2007
2008
2009
651 22.0 22.8 26.1
762 18.9 19.6 22.0
783 19.9 20.9 22.8
729 6.9 8.2 16.3
679 10.5 12.0 22.5
515 11.7 13.0 25.1
In 2007 en 2008 werd HTF kweekmedium (Lonza) gebruikt. In 2009 werd gekweekt in G5 series van Vitrolife. 3.5 Cryopreservatie van embryo’s In 2009 werden na 353 ET’s (na 47% van de COH-puncties) embryo’s gecryopreserveerd. Het gemiddelde aantal embryo’s dat per punctie kon worden ingevroren was 3. Er werden 293 keer embryo’s ontdooid, resulterend in 273 transfers (93% ET’s per ontdooiing). Er werden maximaal 2 embryo’s in utero geplaatst, en het gemiddelde aantal embryo’s per ET was 1.5. In totaal zijn 506 embryo’s ontdooid, waarvan 407 uiteindelijk geschikt waren voor transfer (80%). Er ontstonden 48 positieve testen (17.6% per ET) en 30 doorgaande zwangerschappen (11.0 % per ET). Het betrof 29 eenling- en één tweelingzwangerschap. Het percentage doorgaande zwangerschappen per gestarte COH-IVF of COH-ICSI cyclus inclusief cryo-ET’s bedroeg 22.2%. Vanaf 1 januari 2008 zijn alle transfers van gecryopreserveerde embryo’s uitgevoerd in een substitutiecyclus. Vanaf 15 september 2008 worden de ET’s uitgevoerd op de dag van de ontdooiing. 3.6 Transport-PGD Sinds 2007 wordt in nauwe samenwerking met de afdeling Klinische Genetica van het UMCG (mw dr CAM van Ravenswaaij-Arts) transport-PGD uitgevoerd met het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC). In 2009 hebben zich in het UMCG 36 paren aangemeld met een verzoek tot PGD. Hiervan zijn 18 paren in de voorbereidende fase van de PGD-behandeling of gepland voor een behandeling. Intake PGD paren 2009 Totaal aantal aanmeldingen Spontaan zwanger voor start PGD Zien af van behandeling Afgewezen voor behandeling PGD technisch onmogelijk Voorbereiding/gepland - chromosomale afwijking (FISH) - geslachtsbepaling (FISH) - monogene aandoening (PCR)
36 2 13 2 1 18 4 3 11
In het UMCG worden vooralsnog alleen PGD-FISH behandelingen uitgevoerd (indicatie chromosomale afwijking en geslachtsbepaling). Voor PGD-PCR (indicatie monogene aandoening) worden de patiënten verwezen naar het MUMC, omdat het laboratorium VPG in het UMCG nog niet voldoet aan de technische eisen die noodzakelijk zijn voor embryobiopsieën ten behoeve van PGD-PCR. Verwacht wordt dat de vereiste aanpassingen in het laboratorium eind 2010 gerealiseerd zijn. Ter overbrugging is afgesproken dat in 2010 PGD-PCR behandelingen als satelliet-PGD behandelingen met het MUMC worden uitgevoerd. Hierbij vindt de voorbereiding en de hormonale stimulatie plaats in het UMCG, maar wordt de eicelpunctie, de PGD-PCR procedure en de ET uitgevoerd in het MUMC. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
73
In 2009 zijn 9 transport-PGD behandelingen in het UMCG uitgevoerd bij 6 patiënten. De indicaties voor PGD waren X-linked kegelstaafdystrofie en vijf keer dragerschap van een translokatie ( t(X;5), t(5;9;13), t(5;10) en t(1;11) bij de vrouw en t(13;14) bij de man). Er zijn 9 follikelpuncties, 9 biopsieprocedures en 6 embryotransfers (bij 5 patiënten) uitgevoerd. Eén patiënte is zwanger geworden, maar helaas is deze zwangerschap geëindigd in een miskraam. Bij één patiënte konden na de transfer 3 embryo’s worden ingevroren. Er ontstond geen zwangerschap uit de verse embryotransfer. Van de ingevroren embryo’s zijn 2 ontdooid en geplaatst. Hieruit is een doorgaande eenlingzwangerschap ontstaan. PGD- behandelingen 2009 Patiënten Gestarte cycli Punctie - IVF - ICSI Biopsieprocedure (FISH) Transfer Positieve test Doorgaande zwangerschap
6 11 9 6 3 9 6 1 0
Transfer cryo-embryo’s Positieve test Doorgaande zwangerschap - waarvan eenling
1 1 1 1
PGD-zwangerschappen inclusief transfer van cryo-embryo’s Positieve test/ punctie Doorgaande zwangerschap/ punctie Positieve test/ transfer Doorgaande zwangerschap/transfer
22.2% 11.1% 28.6% 14.3%
3.7 MESA In november 2007 werd gestart met Microchirurgische Epididymale Sperma Aspiratie (MESA) gevolgd door COH-ICSI voor mannen met een obstructieve azoöspermie. Deze procedure wordt in nauwe samenwerking met de afdeling Urologie (dr M van Driel) uitgevoerd in het kader van het wetenschappelijke onderzoek “Intracytoplasmatische sperma injectie met chirurgisch verkregen semen bij mannen met obstructieve azoöspermie: een observationele studie met follow up van kinderen.” Dit onderzoek wordt gecoördineerd door het Fertiliteitscentrum van het UMC St. Radboud in Nijmegen. In 2009 hebben 15 mannen een MESA behandeling ondergaan waarvan 13 behandelingen resulteerden in een succesvolle cryopreservatie van semen. Er zijn in 2009 30 ICSI-behandelingen met MESA-semen uitgevoerd bij 23 paren, waarvan 27 behandelingen resulteerden in een ET. Uit deze behandelingen zijn 7 zwangerschappen (23.3% per gestarte cyclus) ontstaan, waarvan 3 doorgaande zwangerschappen (10% per gestarte cyclus). 3.8 Cryopreservatie ovaria In 2009 werd van twee patiënten een ovarium ingevroren ten behoeve van fertiliteitspreservatie voorafgaand aan een oncologische behandeling.
3.9 Complicaties In 2009 werden 8 patiënten opgenomen tijdens of in aansluiting aan een IVF/ICSI behandeling. Patiënte 1 is bekend met ernstige endometriose. Op de dag na een probleemloze punctie kreeg patiënte koliekachtige pijn in de flank. Zij werd ter observatie opgenomen. Nierstenen en nierstuwing werden Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
74
uitgesloten. De klachten verdwenen spontaan, en patiënte kon de 3de dag na de punctie ontslagen worden. Dezelfde dag werd een ET uitgevoerd, waaruit geen zwangerschap ontstond. Patiënte 2 heeft ernstige endometriose. Er werd een punctie uitgevoerd onder antibioticaprofylaxe. Op de dag na de ET werd zij opgenomen met acuut ontstane buikpijn. Op basis van leukocytose en verhoogde CRP was een intra-abdominale infectie het meest waarschijnlijk. Patiënte werd met antibiotica i.v. behandeld en kon na een week ontslagen worden. Er ontstond geen zwangerschap in deze cyclus. Patiënte 3 is bekend met ernstige endometriose. Voor de punctie was antibioticaprofylaxe gegeven. De punctie verliep moeilijk doordat een ovarium moeilijk bereikbaar was. Op de 3de dag na de punctie, op de dag na de ET, werd patiënte opgenomen met koorts en buikpijn. De infectieparameters waren gestegen. Op verdenking van een intra-abdominale infectie werd patiënte behandeld met antibiotica i.v. Na 4 dagen werd zij ontslagen, maar 5 dagen later volgde een heropname vanwege koorts zonder buikpijn. Zodra een zwangerschap was uitgesloten kon het antibioticabeleid aangepast worden en werd een CT-scan gemaakt waarmee een abces werd uitgesloten. De 10de dag na heropname kon patiënte ontslagen worden. Patiënte 4 heeft ernstige endometriose. Met stimulatie kwamen 23 follikels tot ontwikkeling waaruit 15 eicellen werden verkregen. Er werd één embryo in utero geplaatst. De 5de dag na de ET kreeg patiënte klachten van een OHSS, waarvoor zij aanvankelijk poliklinisch vervolgd werd, maar op de 12de dag na de ET werd opgenomen. Zij kreeg i.v. vochttoediening, ontstolling en een ascitespunctie. Zij bleek een monozygote gemellizwangerschap te hebben. Bij een amenorroe van 6 weken werd zij ontslagen. Patiënte 5 werd behandeld met IVF/ICSI vanwege mannelijke subfertiliteit. Met stimulatie kwamen 25 follikels tot ontwikkeling waaruit 18 eicellen werden verkregen. Er werden 2 embryo’s in utero geplaatst. Op de 8ste dag na de ET werd patiënte opgenomen vanwege een OHSS. Behandeling bestond uit i.v. vochttoediening, ontstolling en ascitespunctie. Na 8 dagen kon patiënte ontslagen worden met een intacte eenlingzwangerschap. Patiënte 6 heeft ernstige endometriose. Met stimulatie kwamen 24 follikels tot ontwikkeling waaruit 20 eicellen werden verkregen. Er werden 2 embryo’s in utero geplaatst. Op de 14de dag na de ET had patiënte een positieve test en kreeg zij klachten van OHSS. Patiënte werd opgenomen en behandeld met i.v. vochttoediening. Na 3 dagen kon zij ontslagen worden. Er ontstond een gemellizwangerschap met een vanishing twin. Patiënte 7 heeft ernstige endometriose. Zij onderging een ongecompliceerde IVF-behandeling waaruit geen zwangerschap ontstond. De 2de dag van de menstruatie na de IVF behandeling kreeg patiënte veel buikpijn en mictieproblemen, die op een retentieblaas bleken te berusten. Tijdens de opname kreeg patiënte een catheter a demeure en pijnstilling. De dag na opname kon zij ontslagen worden. Patiënte 8 onderging IVF vanwege een onverklaarde subfertiliteit. Tijdens de stimulatie kwamen 13 follikels tot ontwikkeling waaruit 12 eicellen werden verkregen. Er werd één embryo in utero geplaatst. De 4de dag na de ET kreeg patiënte klachten van een milde OHSS, waarvoor zij een week poliklinisch gecontroleerd werd. Daarna namen de klachten zodanig toe dat opname noodzakelijk was. Patiënte werd behandeld met i.v. vochttoediening en ontstolling. Twee weken na de ET was de test positief. Deze zwangerschap is geëindigd in een abortus.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
75
4. Wetenschappelijk onderzoek 4.1 Lopende projecten
Effectiviteit van MNC-IVF/ICSI in reguliere patiëntenzorg. Identificatie van prognostische factoren voor succes, inclusief effectiviteit van het gebruik van een NSAID (placebo gecontroleerde studie t.b.v. reductie aantal spontane ovulaties voorafgaande aan de follikelpunctie) Vraagstelling: Voortgang: Promovendus: Begeleiders: Financiering:
Zijn er prognostische factoren voor de effectiviteit van MNC-IVF/ICSI? Analyse vindt plaats Drs T Rijken-Zijlstra Prof dr JA Land , dr A Hoek, drs AHM Simons, dr H Groen Doelmatigheidsonderzoek UMCG en zorgvernieuwing UMCG, 3e geldstroom
Kan een Lifestyle-programma in obese subfertiele vrouwen hun reproductieve functie verbeteren? De verschillen van hormonale/metabole markers en lichaamsvetdistributie tussen de ovulatoire en anovulatoire vrouwen Vraagstelling:
Beïnvloedt gewichtsreductie door verbetering van leefwijzen de vetverdeling en de zwangerschapskans? Voortgang: Publicatie Promovendus: Drs WKH Kuchenbecker Begeleiders: Prof dr JA Land, dr A Hoek Samenwerking: Prof dr BHR Wolffenbuttel (afdeling Interne Geneeskunde/Endocrinologie UMCG), prof dr R Stolk, dr H Groen (afdeling Epidemiologie RUG) Financiering: Innovatiefonds UMCG
Pilotstudy naar de in-vitro adipokine-secretie van visceraal versus subcutaan vet en de correlatie met het serum-adipokine gehalte Vraagstelling:
Is er een relatie tussen in vitro productie van adipokinen uit visceraal en subcutaan vet en serumspiegels? Voortgang: Publicaties in voorbereiding Promovendus: Drs E Swaloska (afdeling Kindergeneeskunde/sectie Voeding en Metabolisme). Begeleiders: Dr A Hoek, dr H Roeloffsen (afdeling Kindergeneeskunde/sectie Voeding en Metabolisme), prof dr BHR Wolffenbuttel, (afdeling Interne Geneeskunde/endocrinologie), prof dr RJ Vonk (afdeling Kindergeneeskunde/ sectie Voeding en Metabolisme) Samenwerking: Kindergeneeskunde/sectie Voeding en Metabolisme, Interne Geneeskunde/ endocrinologie Financiering: Sectie Voeding en Metabolisme
Studie naar de rol van subcutaan en visceraal vetweefsel in het mechanisme van obesitas geïnduceerde insuline resistentie Vraagstelling: Voortgang: Promovendus: Begeleiders:
Welke cellen zijn betrokken bij het mechanisme van insuline resistentie bij obesitas? Inclusie gestart in september 2007. Publicaties in voorbereiding Drs E Swaloska (afdeling Kindergeneeskunde/sectie Voeding en Metabolisme). Dr H Roeloffsen (afdeling Kindergeneeskunde/sectie Voeding en Metabolisme), dr A Hoek , prof dr RJ Vonk (afdeling Kindergeneeskunde/sectie Voeding en Metabolisme) Samenwerking: Kindergeneeskunde/sectie Voeding en Metabolisme Financiering: Sectie Voeding en Metabolisme
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
76
Chromosomaal mozaïcisme in embryo’s Vraagstelling: Voortgang: Onderzoeker: Begeleiders: Samenwerking: Financiering:
Hoe vaak komt mozaïscisme voor in embryo’s? Twee manuscripten aangeboden voor publicatie Drs S Mastenbroek (AMC) Prof dr MJ Heineman, dr J van Echten-Arends Prof dr CHCM Buys, drs B Sikkema-Raddatz, dr ir GJ te Meerman (afdeling Klinische Genetica UMCG) Innovatiefonds UMCG
Chromosome analysis of tripronuclear (3 pn) embryos Vraagstelling: Voortgang: Promovendus: Begeleiders: Samenwerking:
Voorkomen van mozaïcisme op verschillende tijdstippen na fertilisatie bij 3 pn embryo’s Gestart in 2005, analyse van data Drs S Mastenbroek (AMC) Prof dr MJ Heineman, dr J van Echten-Arends Prof dr F van der Veen, prof dr S Repping (Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde AMC) en prof dr CHCM Buys, drs B Sikkema-Raddatz (afdeling Klinische Genetica UMCG )
Chromosome analysis of monopronuclear (1 pn) embryos Vraagstelling: Voortgang: Promovendus: Begeleiders: Samenwerking:
Relatie tussen morfologie en chromosomale samenstelling bij 1 pn embryo’s Gestart in 2005, analyse van data Drs S Mastenbroek (AMC) Prof dr MJ Heineman, dr J van Echten-Arends Prof dr F van der Veen, prof dr S Repping (Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde AMC) en prof dr CHCM Buys, drs B Sikkema-Raddatz (afdeling Klinische Genetica UMCG)
Ovariumreserve en de kans op zwangerschap, miskraam en trisomie Vraagstelling: Voortgang: Promovendus: Begeleiders: Samenwerking: Financiering:
Prognostische waarde van ovariële reservetesten op zwangerschap, miskraam en trisomie Publicatie Drs M Haadsma Prof dr MJ Heineman, dr A Hoek Prof dr F van Leeuwen (NKI Amsterdam) Doelmatigheidsfonds UMCG
Genetisch onderzoek bij paren met ongewenste subfertiliteit Vraagstelling:
Is er een relatie tussen semenkwaliteit en de kans op genetische afwijkingen, en kunnen anamnestische gegevens van de man de kansschatting verbeteren? Voortgang: Dataverzameling voltooid, publicaties in voorbereiding Promovendus: Drs EC Dul Begeleiders: Prof dr JA Land, dr J van Echten-Arends Samenwerking: Dr CAM van Ravesnwaaij-Arts (afdeling Klinische genetica UMCG), dr H Groen (afdeling Epidemiologie RUG) Financiering: 3e geldstroom
Costs and effects of a structured lifestyle program in overweight and obese subfertile couples to prevent unnecessary treatment and improve reproductive outcome (ZonMw preventie 50-50110-96-518) Vraagstelling:
Kan de kans op zwangerschap en verloop en uitkomst van de zwangerschap verbeterd worden met een gestructureerd lifestyle-programma voor vrouwen met overgewicht? Voortgang: Start multicenter RCT in juli 2009 Promovendus: Drs MAQ Mutsaerts Begeleiders: Prof dr JA Land, dr A Hoek Financiering: ZonMw doelmatigheidsonderzoek
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
77
4.2 Publicaties in tijdschriften Bensdorp AJ, Slappendel EJ, Koks CAM, Oosterhuis JGE, Hoek A, Hompes PGA, JM Broekmans FJM, Verhoeve HR, de Bruin JP, van Weert JM, Traas M, Maas JWM, Beckers NGM, Repping S, Mol BWJ, van der Veen F, van Wely M. The INeS study: prevention of multiple pregnancies: a randomised controlled trial comparing IUI COH versus IVF e SET versus MNC IVF in couples with unexplained or mild male subfertility. BMC Women's Health 2009 Dec 18;9(1):35. De Bruin D, de Jong IJ, Arts EGJM, Nuver J, Dullaart RPF, Sluiter WJ, Hoekstra HJ, Sleijfer DT, Gietema JA. Semen quality in men with disseminated testicular cancer: relation with human chorionic gonadotropin βsubunit and pituitary gonadal hormones. Fertil Steril 2009,91:2481-2486. Den Hartog JE, Lyons JM, Ouburg S, Fennema JS, de Vries HJ, Bruggeman CA, Ito JI, Peña AS, Land JA, Morré SA. TLR4 in Chlamydia trachomatis infections: knockout mice, STD patients and women with tubal factor subfertility. Drugs Today (Barc) 2009 Nov;45 Suppl B:75-82. Dongen AJ van, Verhagen TE, Dumoulin JC, Land JA, Evers JL. reasons fors dropping out from a waiting list for in vitro fertilization. Fertil Steril 2009, epub. Fiddelers AA, Dirksen CD, Dumoulin JC, van Montfoort AP, Land JA, Janssen JM, Evers JL, Severens JL Cost-effectiveness of seven IVF strategies: results of a Markov decision-analytic model. Hum Reprod 2009,24(7):1648-55. Haadsma ML, Groen H, Fidler V, Seinen LHM, Broekmans FJM, Heineman MJ, Hoek A.The predictive value of ovarian reserve tests for miscarriage in a population of subfertile ovulatory women. Hum Reprod 2009,24(3):546-52. Karimi O, Ouburg S, de Vries HJ, Peña AS, Pleijster J, Land JA, Morré SA. TLR2 haplotypes in the susceptibility to and severity of Chlamydia trachomatis infections in Dutch women. Drugs Today (Barc) 2009 Nov;45 Suppl B:67-74. Knauff EA, Eijkemans MJ, Lambalk CB, Ten Kate-Booij MJ, Hoek A, Beerendonk CC, Laven JS, Goverde AJ, Broekmans FJ, Themmen AP, de Jong FH, Fauser BC; on behalf of the Dutch POF Consortium. Antimullerian hormone, inhibin B, antral follicle count in young women with varying degrees of hypergonadotropic ovarian failure. J Clin Endocrinol Metab 2009, 94:786-792. Knauff EA, Franke L, van Es MA, van den Berg LH, van der Schouw YT, Laven JS, Lambalk CB, Hoek A, Goverde AJ, Christin-Maitre S, Hsueh AJ, Wijmenga C, Fauser BC; on behalf of the Dutch POF Consortium. Genome-wide association study in premature ovarian failure patients suggestd ADAMTS19 as a possible candidate gene. Hum Reprod 2009,24(9):2372-8. Koning AM, Kuchenbecker WK, Groen H, Hoek A, Land JA, Khan KS, Mol BW. Economic consequences of overweight and obesity in infertility: a framework for evaluating the costs and outcomes of fertility care. Hum Reprod Update 2009, epub. Land JA, van Bergen JEAM, Morré SA, Postma MJ. Epiodemiology of Chlamydia trachomatis infection in women and the cost-effectiveness of screening. Hum Reprod Update 2009, epub. Lyons JM, Morré SA, Land JA. Aspects of reproductive biology that influence the distribution and spread of Chlamydia trachomatis within the female genital tract: a new paradigm. Drugs Today (Barc) 2009,45 Suppl B:119-24. Nieuwenhuis-Ruifrok AE, Kuchenbecker WKH, Hoek A, Middleton P, Norman RJ. Systematic review: Insulin sensitising drugs for weight loss in women of reproductive age who are overweight or obese. Hum Reprod Update 2009,15(1):57-68. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
78
Ouburg S, Lyons JM, Land JA, den Hartog JE, Fennema JS, de Vries HJ, Bruggeman CA, Ito JI, Peña AS, Lundberg PS, Morré SA. TLR9 KO mice, haplotypes and CPG indices in Chlamydia trachomatis infection. Drugs Today (Barc) 2009,45 Suppl B:83-93. Pelinck MJ, Hoek A, Simons AHM, Heineman MJ, van Echten-Arends J, Arts EGJM. Embryo quality and impact of specific embryo characteristics on ongoing implantation in unselected embryos derived from modified natural cycle in vitro fertilization. Fertil Steril 2009 (epub). Roelofsen H, M Dijkstra M, Weening D, de Vries MP, Hoek A, Vonk R. Comparison of Isotope-labeled Amino acid incorporation rates (CILAIR) provides qunatitative method to study tissue secretomes. Mol Cell Proteomics 2009,8(2):316-324. Rubio-Gozalbo ME, Gubbels CE, Bakker JA, Menheere PPCA, Wodzig WKWH, Land JA. Gonadal function in male and female patients with classic galactosemia. Hum Reprod Update 2009, epub. Silfhout A van, Boot A, Dijkhuizen T, Hoek A, Nijman R, Sikkema-Raddatz B, van Ravenswaaij-Arts C. A unique 970 kb microdeletion in 9q33.3, including the NR5A1 gene in a 46,XY female. Eur J Med Genet. 2009,52(2-3):157-60. Swalowska E, Elferink MGL, Hoek A, Groothuis GMM, Vonk RJ. Resistin is more abundant in human liver than in adipose tissue and is not upragulated by LPS. J Clin Endocrinol Metab. 2009,94(8):3051-7. Van der Kaaij MAE, Heutte N, van Echten-Arends J, Raemaekers JMM, Carde P, Noordijk EM, Fermé C, Thomas J, Eghbali H, Brice P, Bonmati C, Henry-Amar M, Kluin-Nelemans HC. Sperm quality before treatment in patients with early stage Hodgkin lymphoma enrolled in EORTC-GELA Lymphoma Group trials. Haematologica 2009,94:1691-1697.
4.3 Promoties Promovendus: Promotor: Titel: Datum:
T Said Mahmoud JA Land Selection of non-apoptotic, DNA intact spermatozoa: an approach to improve sperm fertilization potential 25 maart 2009
Promovendus: Promotor: Co-promotor: Titel: Datum:
MJ Pelinck MJ Heineman A Hoek Modified natural cycle IVF, feasibility and results 24 juni 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
79
Gebruikte afkortingen en definities COH-IVF IVF met gecontroleerde ovariële hyperstimulatie Doorgaande zwangerschap foetale hartaktie bij echoscopie bij >12 weken amenorroe ET embryo transfer FP follikelpunctie IUI/ IUI-D intrauteriene inseminatie/ IUI met donorzaad KID kunstmatige (intracervicale) inseminatie met donorzaad MCL Medisch Centrum Leeuwarden MNC-IVF IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus N.b. niet beschikbaar PESA/ MESA percutane/ microchirurgische epididymale sperma aspiratie PGD preïmplantatie genetische diagnostiek Positieve test >5 U/L hCG in serum of >20 U/L in urine 14 dagen na ovulatie of ET SZE Scheper Ziekenhuis Emmen
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
80
VOORTPLANTINGSIMMUNOLOGIE Het onderzoek naar voortplantingsimmunologie (hoofdonderzoeker mw. dr. M.M. Faas) is ondergebracht in de onderzoekslijn Immuno-endocrinologie van de sectie Medische Biologie, disciplinegroep Pathologie en Medische Biologie. Er is samenwerking met dr. ir. E.G.J.M. Arts, dr. M.G. van Pampus, dr. J.J. Erwich, dr. G.G Zeeman en Prof. dr. J.G. Aarnoudse van de disciplinegroep Obstetrie & Gynaecologie. mw M.J. Wiegman is bezig met een promotieonderzoek als MD/PhD (onder begeleiding van dr. G.G. Zeeman en dr. M.M. Faas). Daarnaast is Dr M.M. Faas betrokken bij het promotieonderzoek van mw A. Kunnen en J. Prins. Onderzoek Het voortplantingsimmunologisch onderzoek richt zich op de regulatie van de immuunrespons door factoren geassocieerd met voortplanting en heeft een klinische en een dierexperimentele poot. Voor wat betreft de klinische poot wordt onderzoek verricht naar veranderingen in de immuunrespons als gevolg van een veranderde reproductieve conditie. Hierbij staat het effect van geslachtshormonen, en andere factoren afkomstig uit het ovarium op de functie van leukocyten, centraal. Dit onderzoek tezamen met proefdieronderzoek, resulteerde in de hypothese dat zich ontwikkelende ovariële follikels antiinflammatoire stoffen produceren die de perifere immuunrespons remmen. Momenteel wordt er gewerkt aan de karakterisatie en isolatie van deze anti-inflammatoire stoffen. Daarnaast wordt onderzoek verricht naar het effect van zwangerschap en zwangerschapscomplicaties (o.a. pre-eclampsie) op de immuunrespons. In dit kader doet ook ww A. Kunnen onderzoek naar de cytokine productie van monocyten van zwangeren en niet-zwangeren na stimulatie met verschillende soorten LPS. In dit project heeft een student van de Hanzehogeschool Groningen stage gelopen. Met behulp van studenten wordt gewerkt aan onderzoek naar het effect van circulerende plasmafactoren bij zwangere en preeclamptische vrouwen op monocyten en endotheelcellen. Daarnaast is wordt er in samenwerking met dr. W.W. Bakker en Prof. dr. H. van Goor (beide Pathologie en Medische Biologie) gewerkt aan onderzoek naar de rol van hemopexine en ATP tijdens zwangerschap en pre-eclampsie en in proefdiermodellen. Dit project wordt gesubsidieerd door de Nierstichting Nederland en Stichting Technische Wetenschappen van NWO. Bij dit project zijn betrokken mw. dr. M.G. van Pampus en Prof. dr. J.G. Aarnoudse. De PREHAT-studie is onderdeel van dit project. Binnen deze studie verzamelen we bloed van patiënten met een hoog risico op pre-eclampsie, en van patiënten met pre-eclampsie evenals biopten van de placenta, placentabed, huis, fascie, vet en myometrium bij pre-eclampsie patiënten die een keizersnede ondergaan en van gezonde zwangeren die een keizersnede ondergaan voor andere redenen. Voor wat betreft de dierexperimentele poot wordt eveneens onderzoek gedaan naar regulatie van de immuunrespons door factoren geassocieerd met voortplanting. In tegenstelling tot het onderzoek bij de mens, is het bij de rat mogelijk de effecten van in vivo toediening van geslachtshormonen op het immuunsysteem te bestuderen en de ovaria te manipuleren. Speciale belangstelling gaat uit naar de rol van het ontstekingssysteem in de pathogenese van een diermodel (rat) voor pre-eclampsie. In het kader van dit onderzoek is Mw A. Kunnen bezig met het ontwikkelen van een nieuw potentieel proefdiermodel voor preeclampsie, nl de infusie van LPS van pathogene mondbacterien. Dit in het kader van de gedachte dat een ernstige paradontitis vaker voorkomt bij patienten met preeclampsie. Mw. M.J. Wiegman werkt aan haar MD/PhD project, getiteld: “Causes and consequences of cerebrovascular complications due to hypertensive disease in pregnancy, a translational study”. (begeleiders dr. G.C. Zeeman, dr. M.M. Faas en Prof. dr. J.G. Aarnoudse). Zij heeft haar deelproject naar (hersen)vaatfunctie in ratten met experimentele pre-eclampsie afgerond. Anne Marijn van der Graaf heeft als wetenschappelijke stagestudent (begeleiders M.J. Wiegman, dr. G.G. Zeeman en dr. M.M. Faas) in hetzelfde model gekeken naar de vaatfunctie van gezonde zwangere ratten en ratten met experimentele pre-eclampsie (beide projecten in samenwerking met Prof. dr. R. Henning en dr. H. Buikema).
Onderwijs De cursus Endocrinologie voor 2de jaars studenten Levenswetenschappen en Farmacie is dit jaar voor de 2de keer gegeven. De vroegere cursus “Humane Voortplanting” is hierin in verkorte versie in opgegaan.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
81
Verschillende studenten Biomedische wetenschappen hebben gewerkt aan het onderzoek naar de rol van microparticels in de activatie van ontstekingscellen en endotheelcellen in pre-eclampsie. Dit is gedaan in samenwerking met Prof. dr. J. van der Post en dr. R. Nieuwland (AMC) en Professor I. Sargent (University of Oxord). In het kader van de PREHAT-studie heeft drs. M. Wong de patiëntenstudies opgestart. In het kader van het project van mw. A. Kunnen heeft een student van de Hanzehogeschool Groningen haar stageproject gedaan. Deze student heeft zich voor haar stage gefocussed op de cytokine productie van monocyten na stimulatie met verschillende soorten orale bacteriën en endotoxinen van deze orale bacteriën. Anne Marijn van der Graaf heeft als wetenschappelijke stagestudent gewerkt aan vaatfunctie bij ratten met pre-eclampsie. Gepubliceerde artikelen in samenwerking met de discipline groep Obstetrie en Gynaecologie: Bakker, W.W., Henning, R.H., van Son, W.J., van Pampus, M.G., Aarnoudse, J.G., Niezen - Koning, K.E., Borghuis, T., Jongman, R.M., van Goor, H., Poelstra, K., Navis, G., Faas M.M., Vascular contraction and preeclampsia; down regulation of the angiotensin receptor-1 by hemopexin. Hypertension. 2009 Jun;53(6):959-64.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
82
AMBULANTE ZORG Aantal eerste consulten en herhalingsconsulten per sepcialisme Specialisme 2006 2006 2006 2007 2007 2007 2008 2008 2008 2009 2009 2009 verv. herh. verv. herh. verv. herh. verv. herh. eerst cons facto eerst cons facto eerst cons facto eerst cons facto e . r e . r e . r e . r 1097 3393 1089 3,2 Obstetrie 2730 9724 3.5 2093 9506 4,5 2760 6 4,0 0 1227 1039 0,8 Antenatale Diagnostiek Gynaecologie
1672 768 2606 5328 1246 Fertiliteit / IVF 1186 0 Oncologie 356 1714 Psychosomati ek 268 651 CSO 434 7 3065 Subtotalen 9252 2 3990 Totaal 4
0.45 2.0 10.5 4.8 2.4
3.3
1383 829 2865 5742 1231 1238 5 369 1478
0,6 2,0
265 471
2,2 0,0
577 12 3045 8684 9 3914 3
9,9 4,0
3,5
1358 1003 3143 5852 1350 1577 1 372 1864 279 595 546 8 1003 3379 5 9 4383 4
0,7 1,9 8,6 5,0 2,1 0,0 3,4
2945 5546 1537 1293 4 420 1972 225 528 543 8 1029 3291 0 7
1,9 8,4 4,7 2,3 0,0 3,2 4320 7
Operaties uitgevoed in de OK van de dagbehandeling Verrichting code 333714L 333725 335082 335550A 335569 335578C 335584 336080 336170 336272 336910 336910A 336910C 336910G 336920A 336930A 336940A 336950B 336951 336961C
Omschrijving LYMF.SYST. - EXCISIE LYMFEKLIER LIES - LINKS LYMF.SYST. - LYMFEKLIERTOILET OPPERVLAKKIG - LIES RECTUM - PROCTOSCOPIE MET BIOPSIE BUIK - TRANSVAGINALE DRAINAGE ABCES CAVUM DOUGLASI BUIK - EXCISIE PATH.AFWIJKING BUIKWAND VRW.GESL.ORG- OP.BEH.ENDOMETRIOSE STAD.IV-V LAPAROSCOPIE BUIK - LAPAROSCOPIE - DIAGNOSTISCH N.N.O. URETHRA - BIOPSIE MBV INCISIE BLAAS - KATHETERISATIE BLAAS - SUPRAPUBISCHE KATHETER INBRENGEN OVARIUM - ENUCLEATIE ABCES - ENKELZIJDIG OVARIUM - ENUCLEATIE ABCES - DUBBELZIJDIG OVARIUM - CYSTE EXTIRPATIE - NIET MICROCHIRURGISCH OVARIUM - EXCISIE CYSTE VIA LAPAROSCOPIE OVARIUM - OVARIECTOMIE DMV LAPAROSCOPIE-ENKELZIJDIG OVARIUM - ADNEX-EXTIRPATIE DMV LAPAROSCOPIE OVARIUM - OVARIECTOMIE DMV LAPAROSCOPIEDUBBELZIJDIG VRW.GESL.ORG- ADNEX-EXTIRPATIE DMV LAPAROSCOPIEDUBBELZ. VRW.GESL.ORG- ADNEXOPERATIE DUBBELZIJDIG NA ONTSTEKINGEN OVARIUM - OVARIOPEXIE VIA LAPAROSCOPIE - DUBBELZIJDIG Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
83
Aantal 2007
Aantal Aantal 2008 2009 1
2 1 1 1 1 56
67 1
65 3
1 26
2
18 1 1 2 1 4
16 4 8 2 4
1 1
9 1 1
336980B 336990K 337000 337011 337043 337055 337071 337098B 337160 337170 337171 337172 337173 337180 337191 337191B 337200 337200B 337201 337202 337206 337220 337221 337281 337292 337294 337296 337297 337302 337309 337312 337313 337314 337335A 337354 337396 337402 337409 337410 337411 337411A 337441 337460 337501 337561 337561A
OVARIUM - BIOPSIE VIA LAPAROSCOPIE VRW.GESL.ORG- ADHESIOLYSIS OVARIA-TUBAE DMV LAPAROSCOPIE TUBA UTERINA- SALPINGOTOMIE - INCISIE EN DRAINAGE TUBA UTERINA- SALPINGECTOMIE DMV LAPAROSCOPIE TUBA UTERINA- TUBAPLASTIEK ZONDER MICROSCOOP VRW.GESL.ORG- LAPAROSCOPIE - FILSHIE CLIPP CHROMOPERTUBATIE FERTILITEIT - I.V.F. FASE 2 - EICELVERZAMELING - PUNCTIE UTERUS - MYOOM ENUCLEATIE - ENKELVOUDIG OF NNO UTERUS - DOORSNIJDEN VAN ENDOMETRIUM SYNECHIAE UTERUS - ENDOMETRECTOMIE UTERUS - EXCISIE CONGENITAAL SEPTUM UTERUS - RESECTIE ENDOMETRIUM CYSTE VRW.GESL.ORG- BIOPSIE-PUNCTIE-CYTOLOGIE CERVIX-UTERUS UTERUS - CURETTAGE - ASPIRATIE- OF VABRA UTERUS - CURETTAGE - DIAGNOSTISCH CERVIX - PORTIO - ELEKTROCOAGULATIE CERVIX - ELEKTROCONISATIE CERVIX - POLIEP VERWIJDEREN CERVIX - LISEXCISIE PORTIO - DIATHERMISCH CERVIX - CARCINOOM - STAGERING CERVIX - CONISATIE CERVIX - BIOPTEN PER CONISATIE VAGINA - KLIEVEN VAGINA STRENG UTERUS - INTRA-UTERINE DEVICE INBRENGEN-ANTICONCEPTI CERVIX - DILATATIE UTERUS - INTRA-UTERINE DEVICE VERWIJD.- ANTICONCEPT. CERVIX - CERCLAGE VLG SHIRODKAR VERWIJDEREN DIS - RESECTIE VAGINASEPTUM VAGINA - COLPOTOMIE - OVERIGE VAGINA - HYMENECTOMIE VAGINA - WANDTUMOR VERWIJDEREN VAGINA - CONDYLOMATA ACUMINATA VERWIJDEREN VAGINA - HECHTEN VAGINA - VERWIJDINGSPLASTIEK VAN INTROITUS VAGINAE VAGINA - TOPRESECTIE VULVA - MARSUPIALISATIE KLIER - CYSTE BARTHOLIN VULVA - INCISIE - OVERIGE VULVA - VERWIJDEREN CONDYLOMATA ACUMINATA VULVA - PARTIELE VULVECTOMIE VULVA - EXCISIE OF INKORTEN LABIA MAJORA-MINORA VULVA - VULVECTOMIE ZONDER LIESKLIEREXTIRPATIE PERINEUM - PLASTISCHE CORRECTIE VAN OUDE RUPTUUR ABORTUS - VACUUMCURETTAGE BIJ NIET INTACTE I.U.G. ABORTUS - VACUUMCURETTAGE -ABORTUS SPONTAAN COMPLEET ABORTUS - VACUUMCURETTAGE - ABORTUS NA 12 WEKEN Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
84
1 1 1 10 1 21 43 4 2 9 8
29 1 1 1 15 145 1 1 2 30 1 1 1 1 1 9
16
10
28 47 4 2 21 2 5 1 1 1 20
14 47 1 28 13 14
19
1
4
11 148 1 1 1 7
18 134
6 1 2 1 1 1
14 1 3 1
1
2 1
17 1 1 3 2 1 1 2
2
5
1 1 1 1
8
4
2
3 1
2
7 1 2
337571 337581 337901 337921 338853A 338910A 338912 338918 338918H 338942 339170 339170V 339186 339236 339484A 339486 339486B 339486E 339641 339852 339988C 390125 TOTAAL
ABORTUS - VACUUMCURETTAGE - ABORTUS ARTE PROVOCATUS ABORTUS - NACURETTAGE PARTUS - MANUELE PLACENTAVERWIJDERING PARTUS - PLACENTA VERWIJDEREN - MANUEEL - CURETTAGE BOT - DRAINAGE ABCES ONTSTEKINGEN HUID - VERWIJDEREN VERRUCAE - UITGEBREID HUID - EXCISIE ATHEROOMCYSTE HUID - REOPERATIE WGS.POSTOPERATIEVE BLOEDING HUID - ELEKTRODISSECTIE BENIGNE AANDOENING HUID HUID - WONDINSPECTIE - BEHANDELING FISTEL-DRAIN VAGINA - SCOPIE EXCL.WEEFSELWEGNAMESPECULUMONDERZ. COLPOSCOPIE MET WEEFSELWEGNAME - SPECULUMONDERZ. VAGINA UTERUS - HYSTEROSCOPIE TUBA UTERINA- TUBATESTEN VIA LAPAROSCOPIE RADIODIAGN. - ECHOSCOPIE ECHOGRAFIE - TRANSURETRAAL PROSTAAT ECHOGRAFIE - TRANSVAGINAAL ECHOGRAFIE - GENITALIA INTERNA STRALINGSTH.- CESIUMAPPLICATIE CERVIX LYMF.SYST. - BIOPSIE - PUNCTIE - CYTOLOGIE - KLIER ONDERZOEK - GYNAECOLOGISCH ONDERZOEK ONDER NARCOSE BRACHYTHERAPIE - CESIUMAPPLICATIE ONDER NARCOSE
28
17
2
43
52
93 1 2
1 1 1 1 1 1 12
85
11
1 27 2
33
26 1
23 3 20
4 17 2 22 1
26 34
1 609
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
5
624
2 2660
ZORGADMINISTRATIE Polikliniek Obstetrie en Gynaecologie Op de polikliniek Obstetrie en Gynaecologie zien we een stabilisatie van het aantal eerste consulten en het aantal herhalingsconsulten. Het totaal aantal eerste consulten bedroeg 10.100 en het aantal herhalingsconsulten 33.324. Het aantal geregistreerde bezoekregistraties is gelijk gebleven. De telefonische consulten lieten een stijging van 15% zien. De meeste werkprocessen binnen de zorgadministratie zijn in processchema’s beschreven. Daar waar mogelijk is gestandaardiseerd en zijn verbeteringen doorgevoerd. Op de polikliniek is een reorganisatie doorgevoerd. De balietaken van de polikliniek zijn verschoven van de zorgadministratie naar de doktersassistenten. Hierdoor is er 1,25 fte in formatie verschoven van zorgadministratie naar doktersassistenten. Alle werkplekken van de zorgadministratie zijn voorzien van een PC. Er wordt gewerkt met o.a. applicaties voor het maken van afspraken, ordermanagement, het invoeren van patiëntengegevens, verrichtingenadministratie, registreren en controleren van DBC’s, MOSOS voor de obstetrie, en ASTRAIA voor de PND en VPG-DAT voor de voortplantingsgeneeskunde. De artsen hebben via de PC in de spreekonderzoekkamer en de andere werkplekken via poliplus online de beschikking over alle patiëntenbrieven, uitslagen en beeldmaterialen. De registratie van de DBC’s geschiedt door de spreekuurhouders. De controle hiervan ligt bij de zorgadministratie. De validatie wordt gedaan door twee stafmedewerkers. Via ordermanagement worden de meeste laboratoriumbepalingen digitaal naar het laboratorium gestuurd. Slechts een klein aantal aanvragen wordt nog op papier gedaan. Door de flexibele roosters van de arts-assistenten (die voor een groot deel de spreekuren op de polikliniek invullen) is het agendabeheer een punt van continue aandacht. De meeste afspraken worden geboekt in spreekuren op naam van de spreekuurhouder. Voor zowel patiënt als arts is deze manier van boeken een verbetering. Voor de zorgadministratie is het beheer van de spreekuren groter geworden omdat het aantal spreekuren (verdeeld over een periode) is toegenomen. In 2009 is het Bureau Ondersteuning en Planning opgericht. Hier werken twee fulltime medewerkers zorgadministratie die alle ondersteunende werkzaamheden t.b.v. de planning verrichten. De planning gebeurt binnen Obstetrie en Gynaecologie nu op één centraal punt, dat het totale overzicht heeft van bijv. spreekuren, OK’s, agenda’s artsen, werkroosters en spreekonderzoekkamers. Poliklinisch en klinisch zijn er 14530 definitief bevestigde brieven in het systeemdeel BRIEF getypt, in 2008 bedroef dat aantal 14656. Er is extra typhulp ingezet om de doorlooptijd binnen de 2 weken te houden. Er is continue aandacht voor efficiency binnen het correspondentieproces, o.a. door het gebruik van de standaardbrieven en m.b.v. de digitale decursus binnen PATBRIEF. Jaarlijks wordt met elke medewerker een jaargesprek gehouden. Hierbij geeft men aan dat men tevreden is over de huidige werkzaamheden, blij is met de gemaakte werkafspraken, weinig behoefte heeft aan (extra) scholing, zich zorgen maakt over de komende veranderingen in de werkzaamheden (door o.a. elektronisch patiënten dossier, order management, spraakherkenning). Bijna alle medewerkers zorgadministratie polikliniek gaven aan dat ze het erg jammer vonden dat de balietaken niet meer tot het pakket van de zorgadministratie behoren. Zij gaven aan dat hun functie minder afwisselend werd, en het persoonlijke contact met de patiënten te missen. Er zijn regelmatig bijeenkomsten of werkoverleggen georganiseerd om hier met elkaar over te communiceren. De medewerkers die frequent verzuimen geven aan dat het verzuim niet arbeidsgerelateerd is en ook niet te beïnvloeden is door de leiding.
Verloskunde Binnen de polikliniek verloskunde wordt vanaf maart 2009 gewerkt met MOSOS, een digitaal patiëntendossier. Deze omschakeling van papier naar digitaal heeft tot en met december 2009 geduurd. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
86
De gegevens of papieren formulieren die niet in MOSOS aanwezig zijn, worden ingescand en zo toegevoegd aan het digitale patiënten dossier. Het invoeren van verrichtingen, consulten, controleren en valideren van DBC’s gebeurt via ZIS. De laboratoriumbepalingen worden digitaal aangevraagd via x-care (behalve een aantal virologische bepalingen) en zijn terug te vinden in het ZIS. Prenatale diagnostiek Binnen deze polikliniek wordt geregistreerd in het ZIS en Astraia. Deze systemen zijn nog niet gekoppeld. Naast de correspondentie in het ZIS, verwerkt men hier ook de correspondentie in Astraia. In 2009 is het proces in kaart gebracht en op intranet geplaatst en in 2010 zal een start gemaakt worden om ook hier een digitaal patiënten dossier in MOSOS aan te leggen. Nu werkt men met papieren dossiers. Na invoering van MOSOS kan papierloos gewerkt worden. Voortplantingsgeneeskunde (inclusief IVF) Binnen deze polikliniek wordt geregistreerd in het ZIS en VPG-dat. Deze systemen zijn nog niet gekoppeld waardoor bijv. verrichtingen nog apart moeten worden ingevoerd of brieven moeten worden overgetypt. Er zijn voorbereidingen om een nieuw software pakket te gebruiken ter vervanging van VPG-dat in 2010. Er werd een start gemaakt om het secretariaat van de VPG en IVF samen te voegen. De secretariaten zijn verhuisd van de begaande grond naar de tweede verdieping. De administratieve processen van de VPG en IVF zijn zoveel mogelijk op elkaar afgestemd en gestandaardiseerd. In 2010 wordt verwacht dat de hele sectie voortplantingsgeneeskunde naar L2 zal verhuizen. Dan zal ook daar spreekuur gehouden worden. De front office zal door de verpleging bemand worden. Gynaecologie, oncologie en psychosomatiek Binnen deze poliklinieken wordt alleen in het ZIS geregistreerd. Dit cluster van de zorgadministratie is het grootste cluster binnen de polikliniek omdat zij ook de inschrijffunctie en afspraakfunctie van alle andere clusters hebben. Daarnaast bemant men het centrale telefoonnummer voor de Obstetrie en Gynaecologie. Door de reorganisatie van de polikliniek, die in 2009 is begonnen, zal de inschrijfbalie en afsprakenbalie niet langer tot het takenpakket van de zorgadministratie gaan behoren. Vanaf januari 2010 zal de baliefunctie niet meer tot het takenpakket behoren.
Verpleegafdelingen gynaecologie en obstetrie L4VA Gynaecologie en Oncologie Op L4 is de bedbezetting, mede door de komst van kaakchirurgische patiënten omhoog gegaan. In 2008 is gestart met samenwerking van de zorgadministratie in het MDO (Multi Disciplinair Overleg) bij de gynaecologische oncologie. Het MDO vraagt veel van de zorgadministratie in de ondersteuning. In 2010 wordt gestart met een Lean Six Sigma project om de processen goed in kaart te brengen. K3VA en L3VA Obstetrie Op deze afdeling wordt geregistreerd in het ZIS en in MOSOS. De correspondentie van de patiënten die ontslagen worden, wordt dezelfde dag verwerkt (behalve in het weekend). In maart 2009 is MOSOS uitgebreid waardoor er eerst poliklinisch een electronisch patiëntendossier is ontstaan.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
87
Functieopbouw F. Leijstra - de Ruiter is hoofd zorgadministratie. L. Roorda is de coördinator van de zorgadministratie; zij is direct verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken van de zorgadministratie. Daarnaast is zij inzetbaar als reservekracht op diverse werkplekken binnen Obstetrie en Gynaecologie. Reservekrachten worden ingewerkt voor bepaalde clusters i.p.v. alle clusters. Dit om de deskundigheid en teambuilding te vergroten. Naast het vaste zorgadministratieve personeel wordt er gebruikt gemaakt van typistes die via een uitzendbureau aan het werk zijn. Arbeidsvoorwaarden Alle medewerkers zorgadministratie hebben een vast contract waarbij 16 van de 30 medewerkers 28 uur of meer werken. Er wordt gewerkt m.b.v. typoproepkrachten uit de centrale UMCG pool. Ziekteverzuim of vakantie wordt onderling opgelost of d.m.v. reservekrachten. Het ziekteverzuim is op een aanvaardbaar niveau gekomen en de meldingsfrequentie m.b.t. het ziek melden is verlaagd. Het cijfer is vergelijkbaar met zorgadministraties van andere afdeling. In vergelijking met andere beroepsgroepen binnen de afdeling Obstetrie en Gynaecologie is de meldingsfrequentie nog wel iets hoger. Het frequente verzuim wordt besproken met de individuele medewerkers die dit betreffen, in het werkoverleg en in het sociaal medisch team. Het hoofd zorgadministratie en de coördinator zorgadministratie zorgen voor continuïteit van de dagelijkse leiding binnen de zorgadministratie. De planning van het personeel wordt gemaakt m.b.v. Excel en op de centrale schijf gezet waardoor het inzichtelijk is voor al het personeel. Opleiding In het opleidingsplan Obstetrie en Gynaecologie is het opleidingsbeleid voor medewerkers zorgadministratie opgenomen. Binnen de afdeling is 1 medewerker in 2004 geschoold tot mentor. Zij begeleidt binnen Obstetrie en Gynaecologie alle stagiaires. Er zijn twee medewerkers (waaronder de coördinator) geschoold tot RSI coördinator. Zij zijn het aanspreekpunt voor de medewerkers voor RSI-klachten. Er zijn een aantal ‘key-users’ t.b.v. OMAF. Dit betreft een afsprakensysteem met daarnaast ook ordermanagement. Alle medewerkers hebben in 2007 of 2008 een klantgerichtheidtraining gehad. Het hoofd zorgadministratie heeft in 2008 de integraal management leergang (IML) t.b.v. hoger kadermanagement gevolgd. Alle medewerkers kunnen in het kader van persoonlijk budget (CAO bepaald) workshops of opleidingen volgen. Na overleg met de leidinggevende (en uiteindelijk besluitvorming van centraal UMCG) wordt deze workshop geheel, gedeeltelijk of niet vergoed. Overlegvormen Er wordt elke twee maanden een werkoverleg georganiseerd voor alle medewerkers. De data en notulen hiervan staan op de centrale schijf waarvoor alle medewerkers bevoegd voor zijn. Er wordt een paar keer per jaar een werkoverleg voor alle medewerkers van de clusters Obstetrie, Voortplantingsgeneeskunde en Gynaecologie georganiseerd. Dit overleg dient ervoor om het teamgevoel binnen dit cluster te bevorderen en daarnaast gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor de werkzaamheden binnen de clusters. Er is dagelijks overleg tussen het hoofd zorgadministratie en de coördinator over de gang van zaken Elke twee maanden heeft het hoofd zorgadministratie overleg met collega hoofden zorgadministratie binnen sector C.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
88
Ontwikkelingen Vanaf maart 2009 tot eind van het jaar was er een reorganisatie op de polikliniek. Hier werd kritisch gekeken naar de rollen van de verschillende disciplines die op de polikliniek werken. Om de continuïteit in de zorg te verbeteren wordt de frontoffice bemand door doktersassistentes en de verpleegkundige spreekuren door verpleegkundigen van de verpleegeenheid. Hierdoor is de inschrijving en ontvangst van de patiënten op de polikliniek geen taak meer van de zorgadministratie. Begin 2009 werd met alle medewerkers een oriënterend gesprek gepland waarbij hen de vraag gesteld wordt of zij geschoold willen worden voor deze functie doktersassistent. Van de 30 medewerkers zorgadministratie heeft 1 medewerker voor de functie en opleiding tot doktersassistente gekozen.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
89
MEDISCH MAATSCHAPPELIJK WERK Sector C, Obstetrie & Gynaecologie en Klinische genetica. Inleiding Het Medisch Maatschappelijk Werk is binnen sector C bij het sectorbureau ondergebracht. De bereikbaarheid wordt gewaarborgd door het secretariaat van sector C. De basiswerkwijze bestaat uit vraaggericht en protocollair werken. De jaarcijfers worden over de afgelopen vier jaar gegeven, sinds de invoering van het registratie systeem Xm —care. Obstetrie Op de afdeling Obstetrie zijn zorgpaden beschreven ten behoeve van: abortus provocatus van-middelen-afhankelijke aanstaande ouders afstand ter adoptie prenatale diagnostiek
Het Medisch Maatschappelijk Werk voert besluitvormingsgesprekken rondom het al dan niet uitdragen van een zwangerschap ten behoeve van de poli Prenatale Diagnostiek, in samenwerking met de Klinische Genetica, bij een afwijkende uitslag van vlokkentest of amnionpunctie, daarnaast wanneer ernstige congenitale afwijkingen worden geconstateerd (de zogenaamde late zwangerschapsafbreking) en/of bij meerlingreductie. Was er de voorgaande jaren een duidelijke toename te constateren (mede veroorzaakt door de 20 weken echo); iIn 2009 is het aantal aanmeldingen gestabiliseerd. Het aantal intakes voor het abortus provocatus-spreekuur is nog nooit zo laag geweest. Op de Hiv-gezinspoli worden op één ochtend in de maand alle zwangere Hiv-geïnfecteerde vrouwen op één spreekuur door alle disciplines gezien. Het spreekuur vindt plaats op de poli Infectieziekten. Na het spreekuur is de patiëntenbespreking. Vooral de patiëntenbespreking is functioneel gebleken rondom het afstemmen van alle activiteiten in de patiëntenzorg. Het aanbod van nieuwe HIV-geïnfecteerde zwangeren blijft ongeveer hetzelfde. Voor beleidszaken is er elke drie maanden een kwartaalbespreking. De begeleiding van zwangere vrouwen die op de OHC op L3 zijn opgenomen, wordt op de afdeling Neonatologie voortgezet. Het aantal klinische aanmeldingen neemt toe. Het medisch maatschappelijk werk neemt deel aan de wekelijkse multidisciplinaire patiëntenbespreking. Wederom is in het voorjaar vanuit de afdeling een informatieavond gehouden voor ouders die te maken hebben gehad met perinatale sterfte en dan vooral voor ouders met een intra-uteriene vruchtdood. Er werden 29 echtparen uitgenodigd, waaraan 10 echtparen gehoor gaven. Hier is een gespreksgroep uit voortgekomen. De informatieavond en de gespreksgroep werden door de deelnemers als zeer positief beoordeeld. Het aanbod zal in 2010 gecontinueerd worden. Het afgelopen jaar waren er wederom opvallend meer “ongecontroleerde”, laat ontdekte zwangerschappen. Met de Novo, een instelling, die mensen met een verstandelijke beperking begeleiden, hebben we een aantal keren overleg gehad, omdat zij meer jonge vrouwen tegenkomen, die vaker hun onbedoelde zwangerschap willen uitdragen. In samenwerking met de Novo, proberen we een goed netwerk rond Moeder en Kind te organiseren. Bij grote twijfels wordt het AMK ingeschakeld. het Medisch Maatschappelijk Werk wordt ingeschakeld bij vrouwen met een belaste obstetrische voorgeschiedenis en ziet meer vrouwen met een ernstige psychiatrische (persoonlijkheids)stoornis. In 2009 werd een start gemaakt met het poppoli overleg, in samenwerking met de consultatieve dienst van Universitair Centrum Psychiatrie en de Sociale Kindergeneeskunde. Protocol van-middelen-afhankelijke aanstaande ouders: we hebben een goede samenwerking met Bureau Jeugdzorg en het AMK, de Verslavingszorg Noord-Nederland en de Jeugdgezondheidszorg. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
90
De GGD zal voortaan deelnemen aan de Werkgroep van-middelen-afhankelijke aanstaande ouders, die in 2009 twee keer bijeen is geweest. Daarnaast is gestart met een ketenzorg overleg met de VNN. De Behandelingskliniek voor ouders met verslavingsproblemen “de Lage Kamp” heeft per 1 januari 2009 twee bedden gekregen voor zwangere vrouwen. In 2009 hebben gesprekken over de werkdruk op de Obstetrie, geleid tot een aanvraag voor uitbreiding van de formatie voor het maatschappelijk werk voor 0, 7 fte. Het Dagelijks Bestuur van Obstetrie en Gynaecologie zal dit gaan honoreren. Het zal een tijdelijke aanstelling worden voor de duur van 2 jaar. Klinische Genetica De werkwijze is deels protocollair (neurogenetica voor de niet behandelbare erfelijke aandoeningen en BRCA jong volwassen vrouwen onder de 25 jaar) en deels vraaggericht. In totaal waren er 72 verwijzingen. Het merendeel van de aanvragen komt ten laste van de neurogenetica, daarnaast nemen de besluitvormingsgesprekken voor de jonge vrouwen onder 25 jaar voor DNA onderzoek naar BRCA mutaties een substantiële plaats in. Regelmatig werd het maatschappelijk werk ingeschakeld bij besluitvorming en voorlichting van PGD en PND bij het krijgen van kinderen zonder de in de familie aangetoonde erfelijke aandoening, zoals Huntington en SCA. Hulpverlening werd gegeven in vorm van: Keuzebegeleiding- en besluitvormingsgesprekken Leren omgaan met de uitkomsten van genetisch onderzoek. Verlies -en rouwbegeleiding Systeembegeleiding Maatschappelijke versterking en sociaal netwerk Preventie: Belangenbehartiging voor patiënten door het geven van voorlichting en begeleiden van patiënten met een chronisch ziektebeeld. De begeleiding en besluitvorming bij ernstige afwijkingen in de zwangerschap wordt vooral vanuit de afdeling Obstetrie opgestart en incidenteel vanuit genetica. Door op beide afdelingen werkzaam te zijn, zijn de lijnen kort en is de samenwerking goed. De combinatie van de kennis van erfelijke aandoeningen vanuit genetica en expertise vanuit de nazorg geboden vanuit Obstetrie komt de continuïteit van begeleiding aan ouders ten goede. Aan alle ouders wordt maatschappelijk werk aangeboden als er een afwijkende uitslag gevonden is na prenatale diagnostiek. In het najaar van 2009 kwam er toestemming voor uitbreiding van de formatie per 1 januari 2010 Gynaecologische Oncologie In 2009 heeft het medisch maatschappelijk werk van de afdeling Gynaecologische Oncologie wederom structureel deelgenomen aan het Multidisciplinair overleg en zorg gedragen voor protocollaire kennismaking met patiënten met een oncologische aandoening. De lastmeter, zoals aanbevolen door de Integrale Kankercentra in Nederland, is geïmplementeerd, zowel klinisch als poliklinisch. In 2010 zal het implementeren van protocollaire preoperatieve kennismaking tot de nieuw te realiseren wensen behoren. De huidige zorg voor patiënten bestaat uit klinische psychosociale zorg en poliklinische psychosociale nazorg. Daarnaast wordt er toenemend verwezen naar psychosociale hulp in de onmiddellijke woonomgeving van de patiënte. De samenwerking tussen Medisch maatschappelijk werk en Geestelijke Verzorging blijft onveranderd bestaan.
Seksuologie Seksuologische ondersteuning wordt gegeven aan patiënten van Gynaecologische Oncologie en patiënten met Genderdysforie. Er worden seksuologische counselinggesprekken geboden die nader ingaan op het (aangepast) seksueel functioneren na ingrijpende oncologische behandelingen, en hoe om te gaan met de hieraan gerelateerde emoties.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
91
Genderteam Genderdysfore patiënten konden in 2009 wederom rekenen op laagdrempelig beschikbare informatie en therapeutische gesprekken met medisch maatschappelijk werker en assistent coördinator Astrid Pascal. Het psychosociale behandelingsprotocol bestaat uit langdurige ondersteuning voor patiënten (en eventueel hun familieleden). De focus van het protocol is het ontwikkelen van zelfinzicht met betrekking tot de genderidentiteit en het transformatieproces, het stimuleren van de autonomie met betrekking tot vinden en behouden van werk en het stimuleren van sociale vaardigheden. Deze aspecten hebben ten doel het vergemakkelijken van maatschappelijke acceptatie voor transseksuelen. Er is in 2009 wederom uitvoerig gedebatteerd met zorgverzekeraars over de ethisch kwalijke situatie dat transvrouwen geen borsten vergoed krijgen en slechts 10% van de benodigde ontharing in het gelaat vergoed krijgen. Helaas maakt dit dat maatschappelijke acceptatie van transvrouwen ver achter blijft bij maatschappelijke acceptatie van transmannen, die niet gehinderd worden door zorgverzekeraarbeleid aangaande de transformatie van vrouw naar man. Er zijn in 2009 geen IVF behandelingen geweest voor vrouwelijke partners van transseksuelen.
Er hebben 6 Genderteam vergaderingen plaats gevonden. Er is regelmatig contact onderhouden met het Genderteam VU-Amsterdam. Er bestaat over en weer een second-opinion functie. Er heeft uitvoerig overleg plaatsgevonden met Transvisie, Humanitas en Transgender Netwerk over bestaande regelgeving ten aanzien van het overheid- en zorgverzekeraarbeleid m.b.t transseksuele patiënten. Het hoofd van het Genderteam, Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz, heeft zitting genomen in het Comité van Aanbeveling van Stichting Transman.
Voortplantingsgeneeskunde De maatschappelijk werker/ counselor neemt structureel deel aan het patiëntenoverleg en biedt het team inzicht in de inhoud van haar werkzaamheden. De behandelingen richten zich voornamelijk op: Relatieproblematiek ten gevolge van de behandeling. Seksuele problematiek ten gevolge van de behandeling. Rouw en verliesverwerking indien de behandeling niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Besluitvormingsvragen betreffende al dan niet doorgaan met behandelen. Psychosociale diagnostiek en advies van paren die eiceldonatie wensen (en hun donoren). Psychosociale diagnostiek en advies bij paren met een verzoek tot refertilisatie. Psychosociale diagnostiek en advies bij alleenstaande vrouwen met een kinderwens. In 2009 zijn de resultaten van het onderzoek naar voorbeeld van de vragenlijst van het IKN naar het welbevinden van de patiënt tijdens en na de behandeling bekend geworden. Er was een vragenlijst ontwikkeld om een adequate indruk te krijgen van het emotionele welbevinden van patiënten tijdens de IUI behandelingen met als doel om in de toekomst psychosociale zorg op maat te kunnen aanbieden. In 2008 heeft een pilot plaatsgevonden en hieruit bleek dat patiënten positief staan tegenover het invullen van de vragenlijst. Het was de patiënten duidelijk wat er met de vragenlijst beoogd wordt te meten. Studenten van de Hanzehogeschool Groningen hebben het onderzoek uitgevoerd om te bepalen of de vragenlijst een effectief instrument is en op welk moment deze aangeboden kan worden aan patiënten van de afdeling voortplantingsgeneeskunde. Als onderzoeksgroep werd genomen de patiënten die een IUI behandeling ondergingen. De uitkomst van het onderzoek was teleurstellend. Het bleek geen duidelijke uitspraak te doen over het welbevinden van patiënten in behandeling. Geconcludeerd werd dat de onderzoeksvraag en het meetinstrument niet voldeden om de vraag te beantwoorden. In september 2009 is een student van de medische faculteit gestart met een onderzoek naar psychosociaal welbevinden tijdens de fertiliteitbehandelingen. De resultaten zullen medio 2010 bekend zijn. In juni 2009 is het landelijk netwerk POINT opgericht. Dit staat voor: Psychosociale aspecten van subfertiliteit: Onderzoek, Informatie, Netwerk en Training Het is een netwerk van collega’s die werkzaam zijn op de afdeling voortplantingsgeneeskunde. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
92
Het doel van dit netwerk is om op grond van onderzoek een samenhangend zorgtraject te beschrijven bij vruchtbaarheidsproblematiek waarbij psychosociale hulpverlening gestandaardiseerd en een geïntegreerd onderdeel van de behandeling is. Wensen voor 2010 Nieuwe collega’s. Zorgpad implementeren voor de Prenatale Diagnostiek, samen met de Klinische Genetica. Ontwikkelen van nazorgtraject voor de inducties < 22 weken. Implementeren van een website voor Genders. Implementeren van een patiëntenfolder voor Genders. Implementeren van het Thermometeronderzoek voor de Gynaecologische Oncologie. Longitudinaal onderzoek naar kinderen die geboren worden na fertiliteitsbehandelingen van transvrouwen en hun partners. Maatschappelijk werkers Obstetrie & Gynaecologie, Klinische Genetica Mariëtte de Groot Obstetrie, Prenatale Diagnostiek, Nasprotocol, Hiv- gezinspoli, werkbegeleider collega medisch maatschappelijk werkers Hennie Huisinga Voortplantingsgeneeskunde, IVF, kinderendocrinologie, patiënten met Turner syndroom, werkbegeleider collega maatschappelijk werkers. Astrid Pascal Transseksualiteit, coördinator Genderteam, Algemene Gynaecologie, Gynaecologische Oncologie, Seksuologie, Voortplantingsgeneeskunde, IVF Tine Tijmstra Klinische Genetica, Obstetrie, Neonatologie. In september 2009 begon Marije Douwstra haar derdejaarsstage Hanzehogeschool Groningen, afdeling MWD, de stage duurt t/m juni 2010. Haar praktijkbegeleider was Mariëtte de Groot. Deskundigheidsbevordering NVMW groepswerk Training provocatieve therapie Symposium: “de veilige Kribbe” Rotterdam 2 expert meetings groepswerk i.s.m. collega’s genetica Utrecht en Amsterdam. Symposium VNN over Fas Stichting Eurocat: perinatale sterfte en aangeboren aandoeningen Introductiecursus Mindfulness Erfocentrum: op Ooghoogte: “communiceren met kinderen over hun erfelijke ziekte Cursus familieopstellingen Herhalingstraining reanimatie Intervisie Deelname aan werkgroepen: Werkgroep van middelen afhankelijke a.s. ouders. Komt twee keer per jaar samen op het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Ketenzorg Verslavingszorg Noord-Nederland: samenwerking met “de Lage Kamp”. Netwerkoverleg Tienermoeders. Landelijk netwerk maatschappelijk werkers genetica GLOBE. Deelname aan overleggen met de gemeente Groningen over het Noordelijk Transgenderbeleid, met specifieke aandacht voor gelijke rechten. Klankbord groep voortplantingsgeneeskunde.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
93
Onderwijs en presentaties Klinische les over het nazorgtraject perinatale sterfte voor O & G verpleegkundigen. Klinische les HIV-gezinspoli voor de Multiculturele werkgroep in het UMCG. Klinische les over Apla’s voor doktersassistentes poli O & G. Voordracht werkwijze Apla’s in het UMCG, voor de Stimezo. Klinische les afstand ter adoptie i.s.m. de Fiom. Workshop nascholingsdag verloskundigen over maternale sterfte. Er is een klinische les gegeven aan psychologen en psychiaters van PsyQ, om kennis en ervaringen te delen met collegae aangaande de transseksuele patiëntengroep. Zoals voorgaande jaren is ook in 2009 door Astrid Pascal college gegeven aan studenten van de Summer-school over het onderwerp Genderdysforie. Les aan nieuwe arts-assistenten over het Medisch Maatschappelijk Werk. Bijdrage aan de opleiding arts-assistenten als SIMPAT, (simulatiepatiënt). Klinische les over hulpverleningsmethodieken aan het team VPG. Cijfers over de afgelopen vijf jaren Het aantal aanmeldingen voor de Obstetrie is afgenomen. We schrijven dit toe aan meer complexe casussen en doordat we zeer kritisch naar de vraagstellingen hebben gekeken. Met de komst van een nieuwe collega is er weer ruimte voor nieuwe aanmeldingen en voor ontwikkeling van nieuwe trajecten. Aantal aanmeldingen per specialisme AANMELDINGEN Zwangeren Apla’s Prenatale diagnostiek Totaal Obstetrie
2005
263
2006 268 29 25 322
2007 227 46 38 311
2008 247 54 43 344
2009 179 40 37 256
Voortplantingsgeneeskunde Ivf Totaal VPG
30 64 94
29 85 114
56 96 126
97 115 225
57 44 101
Gynaecologie Gyn. oncologie Genderteam Totaal Gynaecologie
10 50 40 100
9 38 36 83
12 57 47 116
22 65 43 130
5 113 31 149
Klinische genetica
66
71
82
117
72
Totaal
538
601
662
803
578
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
94
Aantal contacten met patiënten per specialisme Specialisme VVE
Contactsoort Kliniek Polikliniek Telefoon Brief/email huisbezoek groepswerk
2006 341 317 215 57 53 983
2007 272 380 212 102 1 54 1021
2008 329 374 277 128 5 35 1148
66 977
Kliniek Polikliniek Telefoon Brief/email
6 50 7 2 1048
6 70 27 16 1140
2 75 30 20 1275
7 49 8 9 1050
Kliniek Polikliniek Telefoon Brief/email
4 81 49 12 146
3 114 122 72 311
4 176 131 163 470
4 172 72 34 282
Kliniek Polikliniek Telefoon Brief/email
1 125 40 19 187
79 27 22 128
3 57 44 49 153
Polikliniek Telefoon Brief/email
35 5 11 51
68 24 33 125
116 38 106 260
Kliniek Polikliniek Groepswerk Telefoon Brief/email huisbezoek
15 121 6 10 2
21 262
2
154
293
2
19 161 1 56 134 3 374
3 13 5
3 17 2 5 27
6 20 10 6 42
11 11 7 10 29
totaal Apla’s
totaal KGA
totaal VIV
totaal VFE
totaal VPS
totaal VGY
totaal
Kliniek Polikliniek Telefoon Brief/email
21
5 2
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
95
2009 241 349 266 55
93
93 103 47 77 227
Aantal contacten per specialisme 2006 61 75 4
2007 58 63 3
2008 81 24 32
totaal
140
124
137
2009 206 66 33 45 4 354
Totaal O & G
1655
1843
1878
2409
Contactsoort
2006
2007
2008
2009
Intern Extern Intern extern
347 309 21
212 144 21
273 212 27
677
377
512
435 357 64 28 884
Intern Extern
33 13 46
41 4 45
38 2 40
124 23 147
Intern Extern
21
40
21
15 2 17
25 2 27
6
11
6
11
29 2 31
VON
Contact over de patiënt VVE APLA’S
Kliniek Polikliniek telefoon Brief/email huisbezoek
totaal KGA totaal VIV totaal VFE
Intern extern
totaal VPS
Intern Extern
3 5 8
Intern Extern
1
totaal VGY Totaal VON Totaal Totaal O & G
Intern Extern
24 24 69 27 96
5 1 6
19 4 13
1 6 7
5 1 6
2 2
82 8 90
51 24 75
437 328
307 151
497 228
358 439
1 Intern Extern
40
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
96
ONDERWIJS
Het is alleen de onwetende die het onderwijs misprijst Publius Syrus (ca. 85-43 v.C.) Onderwijscommissie Voorzitter: Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz Leden: Prof. dr. J.G. Aarnoudse, Prof. dr. P.P. van den Berg, mw .drs. V. Faber, Prof . dr. H.W. Nijman en Prof. dr. A.G.J. van der Zee. De onderwijscommissie van de disciplinegroep Obstetrie en Gynaecologie kwam ook in 2009 met wisselende regelmaat bijeen. Er is grote tevredenheid in de onderwijscommissie over de betrokkenheid bij het onderwijs vanuit praktisch alle geledingen van de disciplinegroep. De kwaliteit van het gegeven onderwijs wordt door de studenten onveranderd als hoog beoordeeld. De onderwijscommissie hield zich dit jaar vooral bezig met het in goede banen leiden van het curriculum, de opvang van wisselende aantallen studenten en het vinden van een evenwicht tussen enerzijds de centrale opleidingseisen en anderzijds de vele mogelijkheden die de afdeling Obstetrie en Gynaecologie te bieden heeft. Onderwijs in de eerste fase (Bachelorfase) Veertien stafleden van de afdeling Obstetrie en Gynaecologie vervulden in het kalenderjaar 2009 rollen als docent, tutor, mentor en coach in de blokken 2.4, 3.1en 3.3. De beoordeling van deze activiteiten was positief. De disciplinegroep O&G leverde de coördinator voor blok 3.3 (Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz) Daarnaast werd een bijdrage werd geleverd aan het onderwijs in het Klinisch Trainingscentrum (begeleiden klinische conferenties (stafleden O&G), interactief werkcollege (Prof. dr. J.A. Land) en materiaal beoordelen en aanleveren (drs. V. Faber). Keuzeprojecten Ten aanzien van losse aanvragen van bachelor studenten in het kader van persoonlijke profileringprojecten heeft de onderwijscommissie indertijd (2006) besloten dergelijke aanvragen in principe niet te belonen omdat deze interfereren met de verplichtingen ten aanzien van co-assistenten.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
97
Wetenschappelijke stages
Student
Onderwerp
M. Geukes
The impact of menopausal symptoms on work ability
N. Toppen
M. Koopman
Y. ter Horst
A. van den Ende
Evaluation of the immunological status of vulvar carcinoma Reversal of HPV immune escape using IRX-2 and a toll-like receptor 3 agonist The prognostic influence of natural killer cells & HLA-E in epithelial ovarian cancer Het ovariumcarcinoom endotheel project
Stageplaats
UMCG
X
UMCG
X
UMCG
X
Prof. dr. H.W. Nijman / M. Kast
UMCG
X
Prof. dr. H.W. Nijman / M. Gooden
UMCG
X
B. Ta
x
F. Fickweiler
Seksuele gezondheid medisch studenten
K. Spoelstra
Lokale vulvodynie
A.S. Sie
R. Hijmans
I. Fakkert
F. Lambrechtsen
Wetenschappelijke jaaropdracht (jaar 4) Radicale trachelectomie vs conisatie met LND als fertil. sparende behandeling bij vroeg stadium cervixcarcinoom Keuzes die vrouwen met een verhoogde kans op borst- en eierstokkanker moeten maken. TTT project MOC: Patiënt en tumor; kenmerken bij patiënten met BRCA ½ mutatie en ovariumcarcinoom Wetenschappelijke stage Toegevoegde waarde van lichamelijk onderzoek bij vroegtijdig opsporen van mammacarcinoom bij vrouwen met een BRCA ½ mutatie & status na PBSO Acute buik tijdens zwangerschap
Psychosoma -tische gynaecologi e UMCG Psychosoma -tische gynaecologi e UMCG
Begeleider(s) Prof. dr. H.W. Nijman / H. Oosterhof Prof. dr. H.W. Nijman / drs. R.A. de Jong
x
N. Toppen
L. ten Heggeler, A. van der Kamp, T. Konings.
Keuze Coschap Klinische les
Wetenschappelijke stage scriptie
Prof.dr. H.W. Nijman / drs. N. Leffers Prof. dr. H.W. Nijman Prof. dr. H.W. Nijman
X
Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz
X
Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz
UMCG
X
Prof. dr. M.J.E. Mourits
UMCG
X
Prof. dr. M.J.E. Mourits/Dr. G.H. de Bock
UMCG
X
Prof. dr. M.J.E. Mourits/Dr. G.H. de Bock
UMCG
X
Dr. G.H. de Bock /Prof. dr. M.J.E. Mourits
UMCG
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
98
X
Prof. dr. M.J.E. Mourits
N. Dijkema
S.B.M. Gaykema
L.M. Nibourg, T. Plat, M.E. Sutton
A. Pije
W. Tideman, T. Tilkema, E. ten Dam, T. Gresnigt A. Vroling, R. Lanting, A. Oonk
S. Verschueren
A. van der meer, S. Kiewit S. de Valk, A. Muller, P. Salemans F. de Bok I.J. Arendz
Body fat distribution and adipokine pattern in womaen with overweight and infertility Intra Uteriene Inseminatie met milde ovariele hyperstimulatie: hoeveel follikels en cycli? Orale anticonceptiva ter preventie van doorbraakbloedingen bij vrouwen met pilatrofie. Verloskundige: minor werkstuk public health. “Het effect van adipositas in de zwangerschap op het latere leven van het nageslacht”. De behandeling van EUG: systemisch methotrexaat vs. Laparoscopische chirurgie bij serum-hCG waarden tussen 1500 en 3000 IU/I Invasieve behandeling van uterus myomatosus Gebruik van emotionele vragenlijst bij Patienten op de onderafdeling Voortplantingsgeneeskun de. Evaluatie van het beleid bij een monoamniotische tweeling zwangerschap. Het Vitamine K advies bij de pasgeborene. Is er een relatie tussen BMI en pre-eclampsie? Patienten met diep infiltrerende endometriose.
X
Dr. A. Hoek / drs. W.K.H. Kuchenbecker
X
Dr. A.E. Bos / dr. ir. E.G.J.M. Arts
X
Drs. D. H. Bogchelman
X
Dr. A. Hoek
Jaaropdracht Wetenschap (BKIII-M1)
X
Drs. A.J. Schram
M1UMCG
X
Drs. D.H. Bogchelman
UMCG
X
Prof. dr. J.A. Land / H. Huisinga
UMCG
X
Dr. M.G. van Pampus
UMCG
X
Dr. M.G. van Pampus
UMCG
X
Dr. M.G. van Pampus
UMCG
X
Drs. A.H.M. Simons
M1UMCG
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
99
Co-assistentschap M1 (Masterfase) In de loop van 2009 werden kleine aanpassingen aangebracht, op basis van opgedane ervaringen in de kliniek. De nieuwe doktersassistenten op de polikliniek werden voorgelicht over inhoud en logistiek van het coschap, en hun taken daarin (drs. V. Faber). De logistiek van het coschap werd herzien naar aanleiding van de onvoorspelbare instroom en wisselingen in aantallen co-assistenten. Parallelle programma’s werden gemaakt voor kleinere en grotere groepen (drs. V. Faber). Gemiddeld liepen per 6 weken 12 tot 14 junior co-assistenten een stage bij O&G. Op de eerste dag van de stage werden de co-assistenten getraind in de essentiële gynaecologische vaardigheden (V. Faber, DGO-team). Alle co-assistenten O&G oefenden met DGO’s(Docent Gynaecologisch Onderzoek) het gynaecologisch onderzoek in vivo (UMCG en satellietziekenhuizen). Daarnaast verzorgden de DGO’s bijscholingen voor (vrijwel alle) eerstejaars huisartsen in opleiding (in samenwerking met Huisartsgeneeskunde), voor doktersassistenten (in samenwerking met het Noorderpoortcollege) en voor eerstejaars en derdejaars verloskundigen in opleiding (in samenwerking met de Academie Verloskunde), (Faber, DGO team). De opleiding van de in eind 2008 gestarte DGO-opleiding werd afgerond: drie nieuwe DGO’s begonnen met meedraaien in het project. De evaluatie van de co-assistentschappen werd indertijd overgenomen door het Onderwijsinstituut. Daarnaast werden eigen evaluaties uitgevoerd om meer specifieke informatie over de situatie bij O&G te verwerven. De evaluaties lieten overwegend positieve resultaten zien, met als uitschieters: de poli’s algemene gynaecologie met arts-assistenten en de DGO-sessies. Daarnaast werden als positief en opvallend benoemd de begeleiding en de onderwijsvriendelijke sfeer van zowel stafleden als assistenten. Problemen waren vaak terug te voeren op het spanningsveld tussen fluctuerend aanbod en vraag. Ook het behalen van de van tevoren vastgelegde toetseisen vraagt veel inspanning van zowel begeleiders als co-assistenten. M3 (semi-arts stage) De afdeling Obstetrie en Gynaecologie heeft 2 stageplaatsen voor semi-artsen: een plaats bij de afdeling Obstetrie en een plaats bij de afdeling Gynaecologie/Oncogynaecologie Het betreft individuele stages die in overleg met een begeleidend staflid worden opgezet (Prof. dr. J.G. Aarnoudse / drs. M. Groenewout / Prof. dr. H.W. Nijman). Co-assistenten liepen naar tevredenheid hun semi-arts stage bij de afdeling Obstetrie of bij de afdeling Gynaecologie/Oncogynaecologie. Beide stageplaatsen waren geregeld bezet. Algemeen Kamerbreed wordt het in G2010 ontbreken van een verplicht volwaardig co-schap Obstetrie & Gynaecologie als een gemis ervaren. De wens tot de terugkeer van de verplichting van dit co-schap werd in een overleg met het Onderwijsinstituut nogmaals op tafel gelegd.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
100
OPLEIDING HUISARTSGENEESKUNDE Anne van der Stoel In opleiding bij O&G van 1-1-2009 tot 1-3-2009 Begeleider: drs. D.H.Bogchelman Annemieke Okhuijzen In opleiding bij O&G van 1-3-1009 tot 1-6-2009 Begeleider: drs. D.H.Bogchelman Marianne de Vries In opleiding bij O&G van 1-6-2009 tot 1-9-2009 Begeleider: drs. D.H.Bogchelman Martijn Busman In opleiding bij O&G van 1-9-2009 tot 1-12-2009 Begeleider: drs. D.H.Bogchelman Marieke Buist - de Groot In opleiding bij O&G van 1-9-2009 tot 1-12-2009 Begeleider: drs. D.H.Bogchelman Margreet EvenZur - Visser In opleiding bij O&G van 1-12-2009 tot half maart 2010 Begeleider: drs. D.H.Bogchelman Ineke Veltman In opLeiding bij O&G van 1-12-2009 tot half maart 2010 Begeleider: drs. D.H.Bogchelman
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
101
REFEREERAVONDEN NOORDELIJKE GYNAECOLOGEN
22 januari 2009 18 mei 2009 14 september 2009 3 november 2009 30 november 2009
Gynaecologie /dermatologie Gynaecologie Gynaecologie/Urologie Gynaecologie/Chirurgie/Urologie/MDL-artsen Gynaecologie/Urologie
22 januari 2009 Multidisciplinaire avond dermatologie/gynaecologie UMCG Thema: Vulvaspreekuur - een multidisciplinaire aanpak. Sprekers: - Update van gonorroe en PID richtlijnen anno 2008. Dr. P.C. Van Voorst Vader, afdeling dermatologie UMCG - Beleid bij genitale lichen sclerosus: nieuwste inzichten. Drs. J.P.F Bosma, arts-assistent, afdeling gynaecologie UMCG - Orogenitale lichen planus. Drs. S van Hattem, afdeling dermatologie UMCG - Kriebels; Seksualiteit bij huidaandoeningen. mw. Dr. J. van der Velde, psycholoog, afdeling gynaecologie UMCG 18 mei 2009 Refereeravond Noordelijke Gynaecologen UMCG Sprekers: - Pre-implantatie genetisch onderzoek: ja/nee. mw. Dr. J. van Echten - Arends, klinisch embryoloog UMCG - To screen or not to screen? Uitkomsten van de eerste screeningsronde in de UK Collaborative
Trial of Ovarian Cancer Screening (UKCTOCS). mw.. Prof. dr. M.J.E. Mourits, gynaecoloog oncoloog UMCG - Medische missers? Substandaard care factoren in de zorg rondom de hypertensieve gravida. mw. Dr. G.G. Zeeman, gynaecoloog perinatoloog UMCG 14 september 2009 Regioavond Urologie/Gynaecologie UMCG Thema: Seks, cultuur en natuur Sprekers: - Inleiding over genitale mutilatie in cultureel perspectief, waarna discussie. Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz, gynaecoloog en seksuoloog NVVS, afdeling Gynaecologie, UMCG - De erotische betekenis van planten en bloemen, naar aanleiding van het boek “De
bruidskamers van Linaeus”. mw. drs. E. Scheers, gynaecoloog, afdeling Gynaecologie, UMCG. - Een overzicht van de literatuur over de resultaten van fysiotherapie bij erectiele disfunctie en
premature ejaculatie. mw. drs. H.M. Nugteren, arts-assistent, afdeling Urologie, Refaja Ziekenhuis, Stadskanaal. - Het vrouwelijke verlangen. mw. Dr. M. Luyens, psycholoog-seksuoloog, Universitair Ziekenhuis Leuven, België.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
102
3 november 2009 Regioavond Gynaecologie/Chirurgie/Urologie/MDL-artsen UMCG Thema: Endometriose nader belicht II. Sprekers: - Welkomstwoord en introductie sprekers, afsluiting. mw. Prof. dr. J.A. Land, gynaecoloog, hoofd sectie Voortplantingsgeneeskunde UCMG, voorzitter - Stagering van endometriose: kijken alleen is niet voldoende. Drs. A.H.M. Simons, gynaecoloog, UMCG - Endometriose en de ureter: Is ureterolysis voldoende? mw. Drs. A. Leliveld-Kors, uroloog, UMCG. - Endometriose en de neuro-anatomie in het kleine bekken. Drs. S. Hofker, abdominaal chirurg, UMCG - Fibromusculaire differentiatie in diep ingroeiende endometriose: seed or soil? mw. Drs. K. J. van Kaam, AIOS gynaecologie, UMC Maastricht.
30 november 2009 Regioavond Gynaecologie/Urologie Diaconessenhuis Meppel Thema: bekkenbodem Sprekers: - Goed voor dokter en patiënt. Mw. Drs. S. Housmans, gynaecoloog, fellow uro-gynaecologie Isala Klinieken, Zwolle - Nieuwe matten vegen niet altijd schoner. Vaginale mesh: indicaties en ontwikkelingen. Drs. J. den Boon, gynaecoloog Isala Klinieken, Zwolle - Varkenshuid bij intrinsieke urethrale sfincter insufficiënte. Mw. Drs. M.M. Plooij, uroloog i.o. Isala Klinieken, Zwolle - Botox meer of minder. Drs. C.A. Bout, uroloog Isala Klinieken Zwolle, Diaconessenhuis Meppel - Een mat in het water. Drs. Z.H. Malikzada, uroloog i.o. Isala Klinieken, Zwolle
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
103
REFERERATEN AIOS TIJDENS CURSORISCH ONDERWIJS 9 januari en 6 februari 2009 “Medicamenteuze therapie van cyclusstoornissen” H.P. Eising en N. Reesink “Chirurgische behandeling van cyclusstoornissen“ B. A.H. Debruijn, A.E.P. Cantineau
6 maart en 3 april 2009 “TBC in de zwangerschap” J.M. Woolderink en J.P.F. Bosma “Lyme en zwangerschap” N.E.A. Vogel en E.C.A.H. Scheers
15 mei en 19 juni 2009 “Vaginale correctie van een uterovaginale prolaps, VUE versus SFF” K. van der Tuuk en E. R. Klinkert “Is er plaats voor het gebruik van meshes bij de chirurgische behandeling van (recidief) voor- en achterwandprolaps?” R.B. Donker, N. Folkeringa en S.J. Gordijn
4 en 25 september 2009 “.Premaligne cervix afwijkingen” F.J. Korteweg en E.S. Vollaard “Operatieve behandeling van cervixcarcinoom — Fertiliteits sparende technieken” J. Blaauw en S.J. Gordijn
6 november en 4 december 2009 “Jehovah’s getuigen en zwangerschap” M.T.M. Franssen en N. Reesink “Antihypertensieva en zwangerschap” A.T. Lely en I. van der Veen
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
104
ACTIVITEITEN
mw. dr. H.J.G. ARTS
Aandachtgebied :
Gynaecologische Oncologie
Datum registratie :
1 oktober 2001
Datum beëindiging subspecialisatie:
1 januari 2004
Datum herregistratie:
1 oktober 2006
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) European Society of Gynaecological Oncology (ESGO) Werkgroepen: Werkgroep Oncologische Gynaecologie (WOG) Werkgroep Trofoblasttumoren Werkgroep gynaecologische endoscopie (WGE) Dutch GOG: Nederlands consortium gynaecologische oncologie Commissies: Lid Palliatief Zorgteam UMCG Lid werkgroep Laparoscopie UMCG Lid sectorberaad UMCG Overige activiteiten: Anatomiecursus AIOS gynaecologie 2 x per jaar Beginnerscurus laparoscopieAIOS gynaecologie 3 x per jaar Voorzitter team zorgpad ontwikkeling gynaecologische oncologie UMCG Publicaties: Bijen CB, Briët JM, de Bock GH, Arts HJ, Bergsma-Kadijk JA, Mourits MJ. Total laparoscopic hysterectomy versus abdominal hysterectomy in the treatment of patients with early stage endometrial cancer: a randomized multi center study. BMC Cancer. 2009 Jan 15;9:23. van der Velde NM, Mourits MJ, Arts HJ, de Vries J, Leegte BK, Dijkhuis G, Oosterwijk JC, de Bock GH. Time to stop ovarian cancer screening in BRCA1/2 mutation carriers? Int J Cancer. 2009 Feb 15;124(4):919-23. Maduro JH, Noordhuis MG, ten Hoor KA, Pras E, Arts HJ, Eijsink JJ, Hollema H, Mom CH, de Jong S, de Vries EG, de Bock GH, van der Zee AG. The prognostic value of TRAIL and its death receptors in cervical cancer. Int J Radiat Oncol Biol Phys 2009 Sep 1:75(1):203-11 Noordhuis MG, Eijsink JJ, Ten Hoor KA, Roossink F, Hollema H, Arts HJ, Pras E, Maduro JH, Reyners AK, de Bock GH, Wisman GB, Schuuring E, van der Zee AG. Expression of epidermal growth factor receptor (EGFR) and activated EGFR predict poor response to (chemo)radiation and survival in cervical cancer. Clin Cancer Res. 2009 Dec 1;15(23):7389-97.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
105
Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Endoscopie meeting, 12 februari 2009, Nieuwegein • EORTC meeting Brussel, 18 maart 2009 • Back to business, NVEC congres, 2 - 3 april 2009, Amsterdam • Afscheidssymposium mw. dr. A.C. Ansink, 14 mei 2009, Rotterdam • 35e Gynaecongres, 11- 12 juni 2009, Utrecht • Symposium inaugurele rede Prof. dr. H.W. Nijman, 16 juni 2009, UMCG • Afscheidssymposium Prof. dr. P.H.B. Willemse, 4 september 2009, UMCG • Folate targeting in cancer, 7 september 2009, UMCG
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
106
ACTIVITEITEN:
mw. drs. M. van den BERG
Aandachtgebied:
Voortplantingsgeneeskunde en Endocrinologie Algemene gynaecologie (minimaal invasieve chirurgie)
Subspecialisatie:
Voortplantingsgeneeskunde en Endocrinologie
Datum registratie:
1 maart 2005
Datum registratie subspecialist:
1 maart 2007
Datum herregistratie:
1 maart 2010
Lidmaatschappen: Lid Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) European Society Human Reproduction & Endocrinology (ESHRE) Werkgroepen: Lid werkgroep Kindergynaecologie (NVOG) Lid werkgroep Jonge Zwangerschap (NVOG) Lid werkgroep geslachtsdifferentiatie (UMCG) Overige activiteiten: Docent Laparoscopiecursus 12 en 13 november 2009 UMCG Lid Complicatieregistratiecommissie UMCG gynaecologie Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Doelencongres Rotterdam 4 t/m 6 maart 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
107
ACTIVITEITEN:
Prof. dr. P.P. van den BERG
Aandachtgebied:
Perinatologie
Subspecialisatie:
Obstetrie
Datum registratie:
16 mei 1991
Datum herregistratie:
16 mei 2001
Lidmaatschappen: Lid Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) Lid Wetenschappelijke Commissie voorbereiding Congres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie Lid subgroep Echoscopisch Onderzoek van het landelijk overleg Verloskunde Werkgroepen: Lid Werkgroep Perinatologie Lid Werkgroep Prenatale Diagnostiek Lid Werkgroep Echoscopie Lid Verloskundig Consortium Lid Commissie Registratie Aangeboren Afwijkingen (CRAA) Commissies: Secretaris Landelijke Werkgroep Foetale Geneeskunde Referee European Journal of Obstetrics, Gynaecology and Reproductive Biology Lid commissie voortgangstoets NVOG Lid Onderwijscommissie afdeling Obstetrie en Gynaecologie UMCG (vanaf 2004) Lid Wetenschapscommissie disciplinegroep Obstetrie en Gynaecologie Plaatsvervangend opleider afdeling Obstetrie en Gynaecologie UMCG Lid Werkgroep Stichting Prenatale Screening Noord Nederland UMCG Lid Wetenschappelijke Adviesraad Hersenstichting Den Haag Lid EuroSTEC Overige activiteiten: Coach Beroepsvoorbereiding jaar 2, Faculteit der Medische Wetenschappen, RuG Docent landelijke AGIO cursus NVOG foetale bewaking (1993 - heden) Docent landelijke AGIO cursus NVOG echoscopie (1997 - heden) Tutor Curriculum 2000 Groningen (vanaf 2005) International Society of Ultrasound in Obstetrics & Gynaecology (ISUOG) Deutsche Gesellschaft für Gynaecologie und Geburtshilfe Deutsche Gesellschaft für Perinatale Medizin Deutsche Gesellschaft für Ultraschall in der Medizin Society for Maternal — Fetal Medicine (USA) International Fetal Medicine and Surgery Society Fetal and Neonatal Physiological Society Tutor in blok 3.3., Faculteit der Medische Wetenschappen, RuG Publicaties: Kooij L, Tymstra T, Berg van den PP. The attitude of women toward current and future possibilities of diagnostic testing in maternal blood using fetal DNA. Prenat Diagn 2009 feb;29(2):164-8. Koopmans CM, Pampus MG van, Groen H, Aarnoudse JG, Berg PP van den, Mol BWJ. Accuracy of serum uric acid as predicting test for maternal complications in preeclampsia: bivariate meta-analysis. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2009;146(1):8-14. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
108
Koopmans CM, Bijlenga D, Groen H, Vijgen SMC, Aarnoudse JG, Bekedam DJ, Berg PP van den, Boer K de, Burggraaff JM, Bloemenkamp KWM, Drogtrop AP, Franx A, Groot CJM de, Huisjes AJM, Kwee A, Loon AJ van, Lub A, Papatsonis DNM, Post JAM van der, Roumen FJME, Scheepers HCJ, Willekes C, Mol BWJ, Pampus MG van. Induction of labour versus expectant monitoring for gestational hypertension and preeclampsia after 36 weeks (The HYPITAT trial): a multicentre randomised controlled trial. Lancet 2009 Sep 19;374(9694):979-88. Torrance HL, Benders MJ, Derks JB, Rademaker CMA, Bos AF, Berg van den PP, Longini M, Buonocore G, Venegas ME, Baquero H, Visser GHA, Bel van F. Maternal Allpurinol During Fetal Hypoxia Lowers Cord Blood Levels of the Brain Injury Marker S-100B. Pediatrics 2009 Jul; 124(1):350-7. Voordrachten: Cursus foetale bewaking: “Foetale oxygenatie en het zuur-base evenwicht”. Maastricht, 21 januari 2009 Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Eurocat, UMCG, Groningen, 23 januari 2009 • Voorbereidingscommissie Voortgangstoets NVOG, Deurne, 27 en 28 januari 2009 • 5e regionale In Vivo bijeenkomst, Groningen, 30 januari 2009 • Cursus ‘Teach the Teacher III: Begeleiden, toetsen en beoordelen’, Wenckebach Instituut UMCG, Groningen, 5 en 6 februari 2009 • Conferentie Rebecca Kukla, “Technology and Childbirth”. UMCG, Groningen, 26 februari 2009 • 17e Doelencongrescongres Reproductieve Geneeskunde, Gynaecologie & Obstetrie, Rotterdam, 6 maart 2009 • Promotie mw. F. Vroom; “Drug use in pregnancy. Exploring the field of disease modifying antirheumatic drugs in pregnancy. RuG, Groningen, 20 maart 2009 • Symposium “Foetale Nier- en Urinewegpathologie: het Perinatologisch beleid”. LUMC, Leiden, 30 maart 2009 • The Second Wave, inclusion of pregnant women in Research, Anne Drapkin Lyerly, RuG, Groningen, 30 maart 2009 • Congres Dutch Society for Simulation in Healthcare (DSSH), Utrecht, 31 maart 2009 • Afscheidscollege Prof. dr. B.C.J. Hamel, St. Radboud Universiteit, Nijmegen, 3 april 2009 • BMSA Annual Research Meeting, Schiermonnikoog, 19 t/m 21april 2009 • EuroSTEC Consortium Meeting, Groningen, 21 april 2009 • Opponeren promotie mw. A.L. Veenstra van Nieuwenhoven; “Immunology of pregnancy”. RuG, Groningen, 22 april 2009 • Buitenclustervergadering, Deventer, 25 mei 2009 • Afscheidssymposium bij gelegenheid van het emeritaat Prof. dr. H.P. van Geijn: “Foetale nood durante partu: voorkomen, vaststellen en vervolgen”. Amsterdam, 5 juni 2009 • WAR-bijeenkomst, Utrecht, 12 juni 2009 en 9 oktober 2009 • Deskundige Signalementstudie Zwangerschap en Geboorte, Utrecht, 18 juni 2009 • Symposium Prof. dr. T. Wiggers, UMCG, Groningen, 23 juni 2009 • Hoofden Overleg Perinatale Centra, 14 oktober 2009 • EuroSTEC Consortium Meeting, België, Leuven, 12 november 2009 • Gynaecongres, Papendal, 12 en 13 november 2009 • Afscheidssymposium Prof. dr. J.G. Aarnoudse, UMCG, Groningen, 27 november 2009 • Vergadering Commissie Voortgangstoets NVOG, Amsterdam, 8 en 9 december 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
109
ACTIVITEITEN:
drs. D.H. Bogchelman
Aandachtsgebieden:
Algemene Gynaecologie, Kindergynaecologie, Gynaecologische Endocrinologie, Anticonceptie en Menopauze.
Datum registratie:
1 april 1981
Datum herregistratie:
14 april 2009
Lidmaatschappen: Lid Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) Werkgroepen: Werkgroep Kindergynaecologie (NVOG) Werkgroep Anticonceptie (NVOG) Werkgroep Menopauze (NVOG) Proeftuin Groningen werkgroep "Climacteriële Klachten" Commissies: Klachtencommissie (UMCG) Opleidingscommissie (O & G) Polikliniekcommissie (O & G) Voortgangstoetscommissie (UMCG) Overige activiteiten: Begeleiding jaaropdrachten wetenschap M1: • Vroling A, Lanting R, Oonk A: Invasieve behandeling van uterus myomatosus 2009 • Nibourg LM, Plat T, Sutton ME: Orale anticonceptiva ter preventie van doorbraakbleodingen bij vrouwen met pilatrofie Docent in blok 3.2: “ De gynaecologische acute buik” Huisartsen stage-opleider gynaecologie, Huisartsen Instituut Groningen Tutor in blok 3.3 G2010 Voorlichtingsavonden “De Overgang” UMCG Weekcoördinator en docent in blok 3.3 en 3.4 van G2010 Voordrachten: • Opleiding SEH artsen: “De acute gynaecologische buik”, UMCG, 15 januari 2009 • Postgrade: HPV, baarmoederkanker en vaccinatie: Familiehotel Paterswolde, 25 maart 2009 • Current awareness Acute gynaecologische buik, UMCG, 3 september 2009 • Nascholing Drentse huisartsen, Lattrop, 18 september 2009 • Vervolgopleiding verpleging Obstetrie & Gynaecologie: Het gynaecologisch onderzoek, 21 september 2009 • College Acute Gynaecologie Physician assistant Hanzehogeschool, Groningen, 7 oktober 2009 • Ronde tafel conferentie Drentse gynaecologen, 8 oktober 2009 • Stimezo Rutgersstichting Beleidsdag Paterswolde: Nieuwste ontwikkelingen op anticonceptiegebied, 27 november 2009 • FTO bespreking Appingedam Bloedingsanomalieën, 2 december 2009 • Opleiding doktersassistenten: De acute buik in de gynaecologie, 16 december 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
110
Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Wenkebach instituut UMCG: Vulvaspreekuur: een multidisciplinaire aanpak, 22 januari 2009 • Werkgroepvergadering kindergynaecologie, 8 april 2009 • EMAS Menopause congres, Londen 16 - 20 mei 2009 • Afscheidssymposium dr. W.F.A. Mensink, MartiniZiekenhuis, 25 juni 2009 • Werkgroepvergadering kindergynaecologie, 23 september 2009 • Regioavond Endometriose, Assen, 3 november 2009 • Gynaecongres, Papendal, 12 en 13 november 2009 • Refereeravonden Noordelijke Gynaecologen, UMCG Groningen
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
111
Activiteiten:
mw. dr. A.M.E. Bos
Subspecialisatie:
Fellowship Voortplantingsgeneeskunde en Endocrinologie van 1november 2006 tot 1 april 2009 in het kader van de opleiding Subspecialisatie Voortplantingsgeneeskunde en Endocrinologie
Aandachtgebied:
Voortplantingsgeneeskunde en endocrinologie Algemene gynaecologie
Datum registratie:
15 juli 2006
Lidmaatschappen: Lid Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) Lid Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) Lid Orde voor Medisch Specialisten Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) European Society Human Reproduction & Endocrinology (ESHRE) Lid International Society of Gynecological Endocrinology (ISGE) Lid Vlaams Nederlandse Vereniging voor Fertiliteitsstudie Werkgroepen: Lid Werkgroep NVOG In Vitro Fertilisatie Lid Werkgroep NVOG Gynaecologische Endoscopie (WGE) Lid Werkgroep NVOG Reproductieve Genetica Lid Nederlands Netwerk Fertiliteitspreservatie Lid Werkgroep ICT binnen project moderniseren polikliniek gynaecologie UMCG Lid Hypofysewerkgroep UMCG Lid Werkgroep Geslachtsdifferentiatie UMCG Lid Werkgroep Cryobank UMCG Commissies: Lid van Commissie Onderwijs (NVOG) Overige activiteiten: Onderwijs O&G verpleegkundigen (Wenkebach Instituut) Onderwijs analisten / Vereniging Klinisch Chemici Noord-Nederland Tutor in blok 3.3 levenscyclus van G 2010 M1 interactieve werkcollege Acute buik in de fertiele levensfase Voordrachten: • Turner Syndroom en zwangerschap; Informatie bijeenkomst Turner Syndroom voor patiënten en familie, Groningen, 31 januari 2009 • Current awareness: assisted hatching, UMCG, 19 maart 2009 • Current awareness: vitrificatie van eicellen, UMCG, 1 november 2009 • ICSI met MESA in UMCG; Halfjaarlijkse regiobijeenkomst Voortplantingsgeneeskunde, UMCG, 2 november 2009 Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • 17e Congres infertiliteit, gynaecologie en obstetrie, Rotterdam, 4 - 6 maart 2009 • 25th Annual meeting of ESHRE, Amsterdam, 28 juni - 1 juli 2009 • ESHRE workshop on congenital uterine anomalies and reproductive outcome, Manchester, Engeland, 20 - 21 november 2009 • ESHRE workshop on endoscopy in reproductive medicine, Leuven, België, 25 - 27 november 2009 • World Congress on fertility preservation, Brussel, België, 10 - 12 december 2009 • De M-poli in de praktijk, Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam, 18 december 2009 Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
112
• •
Refereeravonden Noordelijke Gynaecologen, 2009 Researchavonden Voortplantingsgeneeskunde UMCG 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
113
ACTIVITEITEN
dr. J.J.H.M. ERWICH
Aandachtgebied:
Perinatologie, Prenatale diagnostiek
Datum registratie:
1 december 1994
Datum herregistratie:
1 december 2004
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) International Society for the Study of Hypertension in Pregnancy International Federation of Placenta Associations European Society of Human Reproduction and Embryology (ESHRE) Working Party on Prenatal Diagnosis/ Ultrasound, Dutch College of Obstetricians and Gynaecologists Dutch Society of Perinatal Medicine International Stillbirth Alliance European Placenta Group SHARE onderzoeksschool (full member) Werkgroepen: Werkgroep Perinatologie en Maternale ziekten (NVOG) Werkgroep Sectie Jonge Zwangerschap (NVOG) Werkgroep Prenatale Diagnostiek (NVOG) Werkgroep Echoscopie (NVOG) Commissies: Wetenschapscommissie O&G, UMCG Commissie Kwaliteit NVOG Multidisciplinaire Richtlijncommissie Vroeggeboorte (HVOG) Bestuursfuncties: • Working Party on Early Pregnancy, Dutch College of Obstetricians and Gynaecologists: Board member • International Stillbirth Alliance, member Scientific Advisory Committee • European Placenta Group: Board member Overige activiteiten: • Directeur Bureau Prenatale Screening Noord-Oost Nederland, en vertegenwoordiger van het regionale centrum voor prenatale screening bij het Centrum voor Bevolkingsonderzoek, RIVM • Docent college verpleegkundigen vervolgopleiding 2009 • Docent Obstetrische High Care 2009 • Docent counselling cursussen • Mentor mentorgroep blok 2.4 • Docent Huisartsenopleiding UMCG • Docent jaar 3.3 • Projectleider ZonMw studie: ZOBAS (Zinnig Onderzoek Bij Antepartum Sterfte) • Projectleider IMPACT studie, Perinatale Audit in Noord-Nederland • Senioradviseur Perinatale Audit Nederland, detachering 0,4 fte RIVM
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
114
Publicaties: Folkeringa N, Korteweg FJ, Veeger NJ, Middeldorp S, Hamulyak K, Prins MH, Erwich JJ, Büller HR, van der Meer J. Thrombin activatable fibrinolysis inhibitor (TAFI) is not associated with fetal loss, a retrospective study. Thromb Res. 2009;123(3):511-4. van Goor SA, Dijck-Brouwer DA, Hadders-Algra M, Doornbos B, Erwich JJ, Schaafsma A, Muskiet FA. Human milk arachidonic acid and docosahexaenoic acid contents increase following supplementation during pregnancy and lactation. Prostaglandins Leukot Essent Fatty Acids. 2009 Jan;80(1):65-9. de Heus R, Mol BW, Erwich JJ, van Geijn HP, Gyselaers WJ, Hanssens M, Härmark L, van Holsbeke CD, Duvekot JJ, Schobben FF, Wolf H, Visser GH. Adverse drug reactions to tocolytic treatment for preterm labour: prospective cohort study. BMJ. 2009 Mar 5;338:b744. Gordijn SJ, Korteweg FJ, Erwich JJ, Holm JP, van Diem MT, Bergman KA, Timmer A. A multilayered approach for the analysis of perinatal mortality using different classification systems. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2009 Jun;144(2):99-104. Tromp M, Eskes M, Reitsma JB, Erwich JJ, Brouwers HA, Rijninks-van Driel GC, Bonsel GJ, Ravelli AC. Regional perinatal mortality differences in the Netherlands; care is the question. BMC Public Health. 2009 Apr 14;9:102. Prins JR, Boelens HM, Heimweg J, Van der Heide S, Dubois AE, Van Oosterhout AJ, Erwich JJ. Preeclampsia is associated with lower percentages of regulatory T cells in maternal blood. Hypertens Pregnancy. 2009;28(3):300-11. Korteweg FJ, Erwich JJ, Holm JP, Ravisé JM, van der Meer J, Veeger NJ, Timmer A. Diverse placental pathologies as the main causes of fetal death. Obstet Gynecol. 2009 Oct;114(4):809-17. Reddy UM, Goldenberg R, Silver R, Smith GC, Pauli RM, Wapner RJ, Gardosi J, Pinar H, Grafe M, Kupferminc M, Hulthén Varli I, Erwich JJ, Fretts RC, Willinger M. Stillbirth classification--developing an international consensus for research: executive summary of a National Institute of Child Health and Human Development workshop. Obstet Gynecol. 2009 Oct;114(4):901-14. Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • 17e Congres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie, Doelen Rotterdam, 4 - 6 maart 2009 • International Stillbirth Alliance Conference 2009, Zuid-Afrika, 8 - 10 maart 2009 • Prenatale Diagnostiek Symposium Zwolle, 2 oktober 2009 • IFPA meeting Adelaide Australië, 6 — 10 oktober 2009 • Acute Obstetrie, Wenckebach Instituut UMCG, 26 oktober 2009 • Afscheidssymposium Prof. dr. J.G. Aarnoudse, 27 november 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
115
ACTIVITEITEN
mw. drs. M. GROENEWOUT
Aandachtgebied:
Perinatologie
Datum registratie:
1 februari 2002
Datum herregistratie:
1 juli 2011
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie ( NVOG) Lid Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Geneeskunde (KNMG) International Society of Ultrasound in Obstetrics and Gynecology (ISUOG) Dutch Society for Simulation in Healthcare (DSSH) Werkgroepen: Werkgroep Perinatologie en Maternale ziekten (NVOG) Werkgroep Prenatale diagnostiek (NVOG) Werkgroep Echografie (NVOG) Commissies: Opleidingscommissie AIOS UMCG Sollicitatiecommissie AIOS Cluster Groningen Overige activiteiten: • Vervangend opleider: augustus 2009 t/m december 2009 • Locale coördinator PPROMEXIL studie • Coördinator preconceptie polikliniek • Docent SAVER cursus • Docent teamtraining • Docent Obstetrie & Gynaecologie verpleegkundigen • Tutordocent • Docent opleiding ziekenhuishygiënisten Noordelijke Regio • Management obstetrie AIOS UMCG Promotietraject: Videoevaluatie op de verloskamers ter verbetering van kwaliteit van patiëntenzorg. Onderzoek naar welke aspecten van de zorgverlening deze kwaliteit beïnvloeden. Het project is op te splitsen in verschillende onderwerpen: 1. Focus groep discussie (attitude van personeel en patiënten t.a.v. videoregistratie) 2. Het ontwikkelen van een meetinstrument om kwaliteit van zorg te kwantificeren m.b.v. videoregistratie 3. Juridische implicaties videoregistratie Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Refereeravonden noordelijke gynaecologen 2009 • Gynaecongres mei 2009 • 7de Groninger symposium systeemziekten • 19th World congress on Ultrasound in Obstetrics and Gynecology (ISUOG) • Cursus sturen en coördineren in het UMCG • The 13Th Nedwep symposium • Infact cursus • Teamtraining Acute obstetrie: communicatie, samenwerking en leiderschap in acute situaties
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
116
Activiteiten:
mw. dr. A. Hoek
Subspecialisatie:
Voortplantingsendocrinologie en fertiliteit
Datum beëindiging subspecialisatie: februari 2011 Aandachtgebied:
Voortplantingsgeneeskunde
Datum registratie:
1 april 1997
Datum herregistratie:
26 januari 2007 tot 1april 2012
Lidmaatschappen: Lid Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA) Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) Verenigingen: European Society for Gynaecological Endoscopy Vereniging voor fertiliteitsstudies American Society for Reproductive Medicine (ASRM) European Society of Human Reproduction and Embryology (ESHRE) Werkgroepen: Lid werkgroep IVF (NVOG) Lid werkgroep Kindergynaecologie (NVOG) Lid werkgroep Psychosomatische Gynaecologie en Obstetrie (NVOG) Lid werkgroep Gynaecologische Endoscopie en Minimaal Invasieve Chirurgie (NVOG) Lid Werkgroep Reproductieve Genetica (NVOG) Lid Dutch Menopause Society (NVOG) Lid Tubaclub (NVOG) Commissies:: Opleidingscommissie Obstetrie en gynaecologie UMCG Bestuursfuncties: Lid collegiaal bestuur Obstetrie en Gynaecologie UMCG Lid van de commissie refereeravonden Noordelijke gynaecologen Voorzitter Tubaclub NVOG Secretaris Commissie wetenschap NVOG Lid van de koepel VEF van de NVOG Lid Wetenschappelijke adviesraad van de vereniging AISNederland Wetenschap: Full member of GUIDE per 2008, oktober 2008 Publicaties: Systematic review: Insulin sensitising drugs for weight loss in women of reproductive age who are overweight or obese. A.E. Nieuwenhuis-Ruifrok, W.K.H. Kuchenbecker, A. Hoek, P. Middleton, R.J. Norman. Hum Reprod Update. Hum Reprod Update. 2009 Jan-Feb;15(1):57-68. The predictive value of ovarian reserve tests for miscarriage in a population of subfertile ovulatory women. M.L. Haadsma; H. Groen; V. Fidler; L.H.M. Seinen; F.J.M. Broekmans; M.J. Heineman; A. Hoek. Hum Reprod. 2008 Dec 4. Hum Reprod. 2009 Mar;24(3):546-52. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
117
Comparison of Isotope-labeled Amino acid incorporation rates (CILAIR) provides qunatitative method to study tissue secretomes. H. Roelofsen, M Dijkstra, D. Weening, M.P. de Vries, A. Hoek, R. Vonk. Mol Cell Proteomics. 2009 Feb;8(2):316-324. A unique 970 kb microdeletion in 9q33.3, including the NR5A1 gene in a 46,XY female. Anneke van Silfhouta, Annemieke Boot, Trijnie Dijkhuizena, Annemieke Hoek, Rien Nijmand, Birgit SikkemaRaddatza, Conny van Ravenswaaij-Arts. Eur J Med Genet. 2009 Mar-Jun;52(2-3):157-60. Antimullerian hormone, inhibin B, antral follicle count in young women with varying degrees of hypergonadotropic ovarian failure. Knauff EA, Eijkemans MJ, Lambalk CB, Ten Kate-Booij MJ, Hoek A, Beerendonk CC, Laven JS, Goverde AJ, Broekmans FJ, Themmen AP, de Jong FH, Fauser BC; on behalf of the Dutch POF Consortium. J Clin Endocrinol Metab. 2009; 94:786-792. Genome-wide association study in premature ovarian failure patients suggestd ADAMTS19 as a possible candidate gene. Knauff EA,L. Franke, M.A. van Es, L.H. van den Berg, Y.T van der Schouw, Laven JS, Lambalk CB, Hoek A, A.J Goverde, S.Christin-Maitre, A.J. Hsueh, C. Wijmenga, Fauser BC; on behalf of the Dutch POF Consortium. Hum Reprod. 2009 Sep;24(9):2372-8. Resistin is more abundant in human liver than in adipose tissue and is not upragulated by LPS. Ewa Swalowska, Marieke G.L. Elferink, Annemieke Hoek, Geny M.M. Groothuis, Roel J. Vonk. J Clin Endocrinol Metab. 2009 Aug;94(8):3051-7. The INeS study: prevention of multiple pregnancies: a randomised controlled trial comparing IUI COH versus IVF e SET versus MNC IVF in couples with unexplained or mild male subfertility. Alexandra J Bensdorp, Els J Slappendel, Carolien AM Koks, Jur GE Oosterhuis, Annemieke Hoek, Peter GA Hompes, Frank JM Broekmans, Harold R Verhoeve, Jan Peter de Bruin, Janne Meije van Weert, Maaike Traas, Jacques WM Maas, Nicole GM Beckers, Sjoerd Repping, Ben Willem J Mol, Fulco van der Veen and Madelon van Wely. BMC Women's Health 2009 Dec 18;9(1):35. Abstracts: posters en orals: Diminished ovarian reserve is associated with an increased risk of a trisomic pregnancy. Haadsma, ML; Mooij, TM; Groen, H; Burger, CW; Lambalk, CB; Broekmans, FJM; Van Leeuwen, FE; Bouman, K; and Hoek, A on behalf of the OMEGA project group. ESHRE Amsterdam. Juni 2009 (Oral) Results of a lifestyle programme for obese women with infertility performed by a nurse practitioner. Bolster A, Kuchenbecker W, Groen H, Land J, Hoek A. ESHRE Amsterdam. Juni 2009 (Oral) Resumption of ovulation occurs in obese women who loose abdominal fat with a preference of loosing intra abdominal fat(IAF). Kuchenbecker W. 1,3, Groen H.2, Land J.1, Hoek A.1 ASRM 2009 (Poster) Adipokine. HUPO 2009 World Congress. H. Roelfsen, H. Roelofsen, M Dijkstra, D. Weening, M.P. de Vries, A. Hoek, R. Vonk. Symposium jonge zwangerschap Utrecht 18 september (Oral) Ovariele reserve en miskraam: is er een link? Symposium jonge zwangerschap Utrecht 18 september M. Haadsma, Mooij, TM; Groen, H; Burger, CW; Lambalk, CB; Broekmans, FJM; Van Leeuwen, FE; Bouman, K; and Hoek, A.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
118
Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Refereeravonden Noordelijke Gynaecologen, 22 januari 2009 • Refereeravond Noordelijke Gynaecologen, februari 2009 • Regio avond VPG, 30 maart 2009 • Refereeravond Noordelijke Gynaecologen, 18 mei 2009 • ESHRE-congres, Amsterdam, 29 juni — 1 juli 2009 • Symposium jonge zwangerschap, 18 september 2009 • ESHRE course Congenital uterine anomalies and reproductive outcome, Manchester, Engeland, 20-21 november 2009 • Workshop counseling prenatale screening, Zeegse, 25 november 2009 • IVF weekend, Ellecom , 11 - 12 december 2009 Overige activiteiten: • Weekcoördinator en docent in week 1. de cyclus in blok 3.3 van G2010 • Tutor in blok 3.2. • Projectleider ZonMW 50-50110-96-518 LIFEstyle: Costs and effects of a structured lifestyle program in overweight and obese subfertile couples to prevent unnecessary treatment and improve reproductive outcome. • Organisatie in samenwerking met dr. A.M.E. Bos, dr. M.N. Kerstens, dr. A. van Beek, dr. C.M.A. van Ravenswaaij, dr. A.M. Boot: patiëntenmiddag voor patienten met syndroom van Turner: “High tea for Turner”, 30 januari 2009 • Medische specialisten feestcommissie UMCG:“Feest der herkenning”, 4 september 2009 Voordrachten onderwijs: • Voordracht Jeugdgezondheidszorg:. Wenkebach Instituut UMCG, 22 april 2009. • Minor college public health: Overgewicht en obesitas. Verloskundige opleiding Groningen, 7 september 2009. • Adipositas en zwangerschapskansen. Freya fertifair patiëntenvereniging. Lunteren, 19 september 2009. • Spoed IVF. IVF weekend, 11 — 12 december 2009. Begeleiding studenten wetenschapssstage: • Nienke Dijkema; Body fat distribution and adipokine pattern in women with overweight and infertility (samen met drs. W.K.H. Walter Kuchenbecker). • Antje Pije: verloskundige: minor werkstuk public health.” Het effect van adipositas in de zwangerschap op het latere leven van het nageslacht”.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
119
Activiteiten:
mw. drs. M.A.G. Holswilder — Olde Scholtenhuis
Registratie:
2007
Subspecialisatie:
Fellowship Perinatologie
Aanvang subspecialisatie:
1 september 2008
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) Werkgroepen: Werkgroep Perinatologie en Maternale ziekten (NVOG) Werkgroep Foetale Echoscopie (NVOG) Werkgroep Foetale en Maternale Geneeskunde (NVOG) Overige activiteiten: • Onderwijs Obstetrie & Gynaecologie verpleegkundigen, Wenkebach Instituut, UMCG • Onderwijs voor doktersassistenten poli Obstetrie & Gynaecologie • Opzetten project Thuismonitoring Risicozwangeren • Visitatie AMC perinatologie, Domus Medica Utrecht, 3 december 2009 • Organisatie landelijke opleidingsdag voor fellows Perinatologie in het UMCG Voordrachten: • Current awareness: Ernstige maternale morbiditeit in Nederland: de LEMMoN studie, UMCG • Current awareness: Increased perinatal mortality and morbidity in monochorionic versus dichorionic twin pregnancies: clinical implications of a large Dutch cohort study, UMCG Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Simulatietraining Acute Verloskunde, 23 februari 2009 • 17e congres infertiliteit, gynaecologie en obstetrie, Rotterdam, 4 - 6 maart 2009 • Symposium Foetale Nier- en Urinewegpathologie: het perinatologisch beleid, LUMC, Leiden, 30 maart 2009 • Obstetric Medicine XIV Maag-, Darm-, Leverziekten en Zwangerschap, Ede, 2 april 2009 • NVOG gynaecongres, Utrecht, 11 - 12 juni 2009 • Werken met Kleine Groepen, UMCG, 1 september 2009 • 7e Groninger Stollingssymposium, UMCG, 11 september 2009 • Multidisciplinaire teamtraining Acute Obstetrie, Wenckebach Skills Center UMCG, 28 september 2009 • Afscheidssymposium Prof. dr. J. G. Aarnoudse, UMCG, 27 november 2009 • Management of third and fourth degree tears, Mayday University Hospital Londen, 17 oktober 2009 • Bijeenkomst perinatale audit UMCG, 7 december 2009 • 13e landelijke cursus kinderpathologie, RIVM Bilthoven, 18 december 2009 • Refereeravonden Noordelijke Gynaecologen, 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
120
Activiteiten:
mw. Prof. dr. J.A. Land
Subspecialisatie:
Voortplantingsgeneeskunde
Datum registratie:
1990
Datum herregistratie:
2010
Datum registratie subspecialisatie:
2005
Lidmaatschappen: Lid van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) Lid European Society of Human Reproduction and Embryology Lid American Fertility Society Lid Finnish Gynecological Association Lid Vlaams Nederlandse Vereniging voor Fertiliteitsstudie Werkgroepen: Lid werkgroep NVOG Reproductieve genetica Lid werkgroep NVOG Jonge zwangerschap Lid werkgroep NVOG Tubachirurgen Lid werkgroep NVOG Kindergynaecologie Lid werkgroep Chlamydia Nederland Lid ICTI consortium (Integrated approach to the study of C. trachomatis infection) Commissies: Lid Adviescommissie Chlamydia Screening Implementatie Project Nederland Lid vaste MTA commissie van Gezondheidsraad Overige: Associate Editor Human Reproduction Coach jaar 2 (Beroepsvoorbereiding) Coördinator week 5 blok 3.3 (Infertiliteit) M1 interactieve werkcolleges Acute buik in de fertiele levensfase Publicaties: Fiddelers AA, Dirksen CD, Dumoulin JC, van Montfoort AP, Land JA, Janssen JM, Evers JL, Severens JL Cost-effectiveness of seven IVF strategies: results of a Markov decision-analytic model. Hum Reprod 2009,24(7):1648-55. Rubio-Gozalbo ME, Gubbels CE, Bakker JA, Menheere PPCA, Wodzig WKWH, Land JA. Gonadal function in male and female patients with classic galactosemia. Hum Reprod Update 2009, epub. Land JA, van Bergen JEAM, Morré SA, Postma MJ. Epiodemiology of Chlamydia trachomatis infection in women and the cost-effectiveness of screening. Hum Reprod Update 2009, epub. Van Dongen AJ, Verhagen TE, Dumoulin JC, Land JA, Evers JL. Reasons fors dropping out from a waiting list for in vitro fertilization. Fertil Steril 2009, epub. Koning AM, Kuchenbecker WK, Groen H, Hoek A, Land JA, Khan KS, Mol BW. Economic consequences of overweight and obesity in infertility: a framework for evaluating the costs and outcomes of fertility care. Hum Reprod Update 2009, epub. Lyons JM, Morré SA, Land JA. Aspects of reproductive biology that influence the distribution and spread of Chlamydia trachomatis within the female genital tract: a new paradigm. Drugs Today (Barc) 2009 Nov;45 Suppl B:119-24. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
121
Ouburg S, Lyons JM, Land JA, den Hartog JE, Fennema JS, de Vries HJ, Bruggeman CA, Ito JI, Peña AS, Lundberg PS, Morré SA. TLR9 KO mice, haplotypes and CPG indices in Chlamydia trachomatis infection. Drugs Today (Barc) 2009 Nov;45 Suppl B:83-93. Den Hartog JE, Lyons JM, Ouburg S, Fennema JS, de Vries HJ, Bruggeman CA, Ito JI, Peña AS, Land JA, Morré SA. TLR4 in Chlamydia trachomatis infections: knockout mice, STD patients and women with tubal factor subfertility. Drugs Today (Barc) 2009 Nov;45 Suppl B:75-82. Karimi O, Ouburg S, de Vries HJ, Peña AS, Pleijster J, Land JA, Morré SA. TLR2 haplotypes in the susceptibility to and severity of Chlamydia trachomatis infections in Dutch women. Drugs Today (Barc) 2009 Nov;45 Suppl B:67-74. Promoties: T. Said Mahmoud. Selection of non-apoptotic, DNA intact spermatozoa: an approach to improve sperm fertilization potential. 25 maart 2009, RUG (promoter J.A. Land) Voordrachten: • College caroussel 4 VWO “Chlamydia en vruchtbaarheid”, UMCG, 14 april 2009 • “Modified Natural Cycle IVF” en “Single embryo transfer for all?” Expert meeting “Optimizing IVF results”, Evian, Zwitserland, 15 — 17 mei 2009 • “Infertility”, Summerschool, UMCG, 8 juli 2009 Gevolgde nascholing: • Multidiscilplinaire refereeravond dermatologie,en gynaecologie “Vulvaspreekuur”, UMCG, 22 januari 2009 • Ethics, technology and pregnant bodies, masterclass, UMCG, 30 april 2009 • Expert meeting “Optimizing IVF results”, Evian, Zwitserland, 15 — 17 mei 2009 • Galactosemie workshop, Maastricht, 18 mei 2009 • 25th annual meeting ESHRE, Amsterdam, 29 juni — 1 juli 2009 • Endometriose regionale avond, Assen, 3 november 2009 • 3rd Asia Pacific Congress on controversies in obstetrics, gynaecology and infertility, Beijing, China, 12 — 15 november 2009 • Workshop counseling prenatale screening, Zeegse, 25 november 2009 • Save’r cursus, UMCG, 7 december 2009 • IVF weekend, Ellecom, 11 — 12 december 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
122
ACTIVITEITEN :
mw. Prof. dr. M.J.E. Mourits
Subspecialisatie:
Gynaecologische Oncologie
Datum registratie:
1 juni 1991
Datum beëindiging subspecialisatie: 1999 Aandachtgebied:
Gynaecologische Oncologie, Familietumoren Hormonen en kanker
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) Stichting Opsporing Erfelijke Tumoren (STOET) Hereditair Borst Onderzoek Nederland (HEBON) European Society of Gynaecologic Oncology (ESGO) International Gynecological Cancer Society (IGCS) Orde voor Medisch Specialisten en KNMG Vereniging Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA) Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) Werkgroepen: Werkgroep Gynaecologische Oncologie (WOG) Werkgroep Cervix Uteri (WCU) Werkgroep Gynaecologische Endoscopie (WGE) Commissies: Lid Commissie Gynaecologisch Oncologische Richtlijnen Lid Commissie Richtlijn Erfelijke Gynaecologische Tumoren Bestuursfuncties: Voorzitter Opleidingscommissie O&G Voorzitter (alternerend) Kernteam en projectgroep In VIVO OOR NO-Nederland Voorzitter Clustercommissie O&G, OOR NO-Nederland Coördinator Gynaecologie van de MOC-polikliniek UMCG Overige activiteiten: Opleider O & G, OOR NO-Nederland Onderwijs en opleiding: Studentenbegeleiding wetenschapsstages / M3 / JSM proefprojecten Resultaten van screening naar ovariumcarcinoom bij BRCA1/2 mutatiedraagsters. CA125 … Resultaten van preventieve BSO bij BRCA1/2 mutatiedraagsters. Pilotstudy Totale Laparoscopische Hysterectomie: evaluatie van de implementatie van een feasibility study. Postacademisch onderwijs: AIOS en consulenten Klinische Genetica UMCG: Erfelijke gynaecologische tumoren.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
123
Hoorcolleges aan medisch studenten: • Ovarium- en Mammacarcinoom: Aspecten van behandeling (J. de Vries en M.J.E. Mourits). Blok 3.1, 2009. • Erfelijke belasting voor Mamma- en Ovariumcarcinoomn (J. de Vries en M.J.E. Mourits). Blok 3.1, 2009. • Morele dilemma’s in de oncologie (M.J.E. Mourits/ M. de Bree) Blok 3.1. 2009 • Klinisch redeneren: ‘Ik ben weer ongesteld’. (M.J.E. Mourits, K. van der Meer ). Blok 4.1, 2009. • Klinisch redeneren: ‘Dikke buik’ (M.J.E. Mourits,). Blok 4.1, 2009. • Patiëntencollege: ‘Een pijnlijk plekje aan de vulva’. Blok 3.1, 2009. • College Forensische Geneeskunde: ‘Opvang van slachtoffers van seksueel geweld’. Blok 4.2 Voordrachten op uitnodiging: • Mourits M.J.E. Hoe nuttig is gynaecologische screening bij vrouwen met het lynchsyndroom? Plaats van laparoscopie in de oncologie: alleen diagnostiek of ook therapie en . . . hoe verder? Prognosis of uterine corpus cancer after tamoxifen treatment for breast cancer. Congres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie maart 2009. De Doelen, Rotterdam. • Mourits M.J.E. Het zekere voor het onzekere. Oratie bij het aanvaarden van de leerstoel: Gynaecologische oncologie in het bijzonder de endogene en exogene predispositie. RUG, 24 maart 2009, Groningen • Mourits M.J.E. Hormonen, hormoon- en pilgebruik bij BRCA1/2 mutatie. Patiëntendag BVN (Borstkanker Vereniging Nederland). 18 april 2009, Utrecht • Mourits M.J.E. Kwaliteitsbewaking van de opleiding. Balansdag In VIVO, 21 april 2009, Utrecht • Mourits M.J.E., Boendermaker P. Monitoring van de AIOS in de nieuwe competentiegerichte opleiding. KNMG congres “Hoe bak ik een specialist?” 9 oktober 2009, Nieuwegein • Mourits M.J.E. Penetrance of BRCA1 and BRCA2. ESGO, 10-16 October 2009, Belgrado • Mourits M.J.E. Short term surgical outcome and safety of prophylactic bilateral salpingooophorectomy in BRCA1/2 mutation carriers ESGE, 28-30 October 2009, Florence, Italië • Mourits M.J.E. On Diversity and inclusion, December 14th, NAM, Assen Publicaties: N.M. van der Velde, M.J.E. Mourits, H.J.G. Arts, J. de Vries, L.K. Leegte, G. Dijkhuis, J.C. Oosterwijk, G.H. de Bock. Time to stop ovarian cancer screening in BRCA1 and BRCA2 mutation carriers? Int J Cancer, 2009, feb 15;124(4):919-23. A Koops, HP Eising, MTM Franssen, E Jippes, MJE Mourits, LRCW van Lonkhuijzen. De jaarlijkse kwaliteitsevaluatie van de opleiding tot gynaecoloog in de Onderwijs- en Opleidingsregio Noord-Oost. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, februari 2009, Vol 28, nr 1, p 29-35. E Jippes, LR van Lonkhuijzen, P Boendermaker, AJ van Loon, MJ Mourits. Een spagaat met voordelen. Medisch Contact 64(9):385-8, 26 februari 2009 C B.M. Bijen, GH de Bock, K.A. ten Hoor, H.W. Nijman, H.Hollema, MJE Mourits. Role of endocervical curettage in the preoperative staging of endometrial carcinoma. Gynecol Oncol 2009 112(3):521-5. Claudia B Bijen, MD; Geertruida H de Bock, Marian J. Mourits. Re:Total laparoscopic hysterectomy versus abdominal hysterectomy with lymphadenectomy for early-stage endometrial cancer: A prospective randomized study. [Letter]. Gynecol Oncol 2009 113(2):295. de Kok IM, Habbema JD, Mourits MJ, Coebergh JW, van Leeuwen FE. Grounds for the inclusion of vaccination against cervical cancer within the National Immunisation Programme. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008 Nov 29;152(48):2639-40; author reply 2640-1
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
124
Claudia B Bijen, Justine M Briet, Geertruida H de Bock, H.J.G. Arts, Janneke Bergsma-Kadijk, Marian J. Mourits. Total laparoscopic hysterectomy versus abdominal hysterectomy in the treatment of patients with early stage endometrial cancer: A randomized multi center study. BMC-Cancer 2009: 15;9:23 Jan J Koornstra, Marian JE Mourits, Rolf H Sijmons, Annemarie M Leliveld, Harry Hollema, Jan H Kleibeuker. Management of extra-colonic tumours in patients with Lynch syndrome. Lancet Oncol 2009
10(4):400-8. Review Buijs C, Willemse PH, de Vries EG, ten Hoor KA, Boezen HM, Hollema H, Mourits MJ. Effect of tamoxifen on the endometrium and the menstrual cycle of premenopauzal breast cancer patients. Int J Gyn Cancer 2009;19:677-81. J.J.H.Eijsink, G.H. de Bock, J.L. Kuiper, N. Reesink-Peters, B.M. van Hemel, H. Hollema, H.W. Nijman, M.J.E. Mourits, A.G.J. van der Zee. Routine follow-up intervals in patients with high-grade squamous intraepithelial lesions and free excision margins can safely be increased in the first two years after Large Loop Excision of the Transformation Zone. Gynecol Oncol 2009 113(3):348-51 Marian J. Mourits, Geertruida H. de Bock Symptoms are not early signs of ovarian cancer. BMJ 9 September 2009 339:b3955. doi: 10.1136/bmj.b3955 Claudia B.M. Bijen, Karin M. Vermeulen, Marian J.E. Mourits, Geertruida H. de Bock. Costs and effects of abdominal versus laparoscopic hysterectomy: systematic review of controlled trials. Plos-One, 2009;
4(10):e7340 Mourits MJ, Bijen CB, de Bock GH. Lymphadenectomy in endometrial cancer. Lancet 2009;373(9670):1169; author reply 1170-1 Mourits MJ, de Bock GH. Managing hereditary ovarian cancer. Maturitas. 2009 Nov 20;64(3):172-6. Epub 2009 Oct 6. Review Buijs C, Mom CH, Willemse PH, Marike Boezen H, Maurer JM, Wymenga AN, de Jong RS, Nieboer P, de Vries EG, Mourits MJ. Venlafaxine versus clonidine for the treatment of hot flashes in breast cancer patients: a double-blind, randomized cross-over study. Breast Cancer Res Treat. 2009 Jun;115(3):573-80. Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Congres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie anno 2009, Rotterdam, maart 2009 • WOG vergadering en minisymposium, Utrecht. • Regionale opleidingsworkshop In VIVO juni 2009, NH-Hotel, Groningen • Regionale opleidingsworkshop In VIVO oktober 2009, Martiniziekenhuis Groningen • Congres Eur Soc Gyn Ooncology (ESGO) oktober 2009, Belgrado • Congress European Society Gynaecological Endoscopy (ESGE), 28-31 October 2009, Florence • HEBON Brainstorm research, Utrecht November 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
125
Activiteiten
mw. dr. M.A. Müller
Aandachtgebied:
Obstetrie / Perinatologie
Datum registratie:
01-04-2008
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie ( NVOG) Lid Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Geneeskunde (KNMG) Werkgroepen: Werkgroep Prenatale diagnostiek (NVOG) Werkgroep Echografie ( NVOG) Commissies: Implementatie Mosos (EPD) Overige activiteiten: Onderwijs O&G-verpleegkundigen (Wenckebach-instituut) Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Gynaecongres Papendal • Cursus perineal trauma and repair, Londen • MOET cursus (Managing Obstetric Emergy and Trauma), Riel • Teamtraining Obstetrie
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
126
ACTIVITEITEN:
Prof. dr. H.W. Nijman
Subspecialisatie:
Gynaecologische Oncologie
Datum beëindiging subspecialisatie: 1 januari 2003 Aandachtgebied:
Gynaecologische Oncologie
Datum registratie:
1 oktober 2000
Datum herregistratie:
1 oktober 2005
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) Nederlandse Vereniging van Oncologie (NVVO) Nederlandse Vereniging van Immunologie (NVVI) European Society of Gynaecologic Oncologists (ESGO) American Association of Clinical Research (AACR) Vereniging Medisch Specialisten UMCG Werkgroepen: Lid van bestuur van de Werkgroep Oncologische Gynaecologie (WOG) Lid van Oncologiecentrum, UMCG Voorzitter dagelijks bestuur Managed Clinical Netwerk IKNO Commissies: Lid van Onderzoeksinstituut TRIO (Transplantatie — Immunologie — Ontsteking), UMCG Lid van de Commissie Infectieziekten, UMCG Lid van de Commissie Refereeravonden Noordelijke Gynaecologen Lid van de Commissie Doelmatigheids-Onderzoek Lid van de Onderwijscommissie Obstetrie en Gynaecologie, UMCG Voorzitter van de Wetenschapscommissie Obstetrie en Gynaecologie, UMCG Voorzitter van de Complicatieregistratie commissie Obstetrie en Gynaecologie, UMCG Publicaties: N Leffers, MJM Gooden, RA de Jong, BN Hoogeboom, KA ten Hoor, H Hollema, T Daemen, AGJ van der Zee and HW Nijman. Prognostic significance of tumour infiltrating T lymphocytes in primary and metastatic lesions of advanced stage ovarian cancer. Cancer Immunology Immunotherapy, vol 58, 3, 449-456, 2009. FM Speetjes, PJK Kuppen, MJP Welters, F Essahsah, AMEG Voet van den Brink, MG Kallenberg Lantrua, RPM Valentijn, J Oostendorp, LM Fathers, HW Nijman, JW Drijfhout, CJH van de Velde, CJM Melief, SH van der Burg. Induction fo p53-specific immunity by a p53 specific long peptide vaccine in patients treated for metastatic colorectal cancer. Clin. Can. Research 15, 3, 1086-1095, 2009. V Jongen, J Briet, R de Jong, K. ten Hoor, M Boezen, AGJ van der Zee, HW Nijman and H. Hollema. Estrogen and progesterone receptors alpha and beta are strong prognostic factors in endometrioid endometrial cancer. Gynaecologic Oncology112, 537-542, 2009. N Leffers, T Daemen, AGJ van der Zee, HW Nijman. Multimodality treatment warranted for ovarian cancer: immunotherapy, a prerequisite to improve prognosis for this vicious disease - Editorial. Immunotherapy vol 1, no 2 163-165, 2009. N Leffers, MJ Gooden, AA Mokhova, WM Kast, M Boezen, KA ten Hoor, H Hollema, T Daemen, AGJ van der Zee and HW Nijman. Down regulation of proteasomal subunit MB1 is an independent predictor of improved survival in ovarian cancer. Gynaecologic Oncology. 113, 256-263, 2009. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
127
JJH Eijsink, GH de Bock, J Kuiper, N Reesink, BM van Hemel, H Hollema, HW Nijman, MJE Mourits and AGJ van der Zee. Routine follow-up internvals in patients with high-grade squamous intraepithelial lesions and free excision margins can safely be increased in the first two years after Large Loop Excision of the Transformation Zone. Gynaecologic Oncology 113, 348-351, 2009 RA de Jong, N Leffers, HM Boezen, KA ten Hoor, AGJ van der Zee, H Hollema and HW Nijman. Presence of tumor-infiltrating lymphocytes is an independent prognostic factor in Type I and II endometrial cancer. Gynaecologic Oncology, 114, 105-110, 2009. V Jongen. J Briet, R de Jong, E Joppe, K ten Hoor, M. Boezen, D Evans, H. Hollema, AGJ van der Zee and HW Nijman. Aromatase, cyclooxygenase 2, HER-2/Neu, and p53 as prognostic factors in endometrioid endometrial cancer. Int J Gynaecol. Cancer, 19, 670-676, 2009. CBM Bijen, GH de Bock, KA ten Hoor, HW Nijman, H Hollema and MJE Mourits. Role of endocervical curettage in the preoperative staging of endometrial carcinoma. Gynaecologic Oncology, 112 (3), 521-525, 2009. RA Nout, H Putter, IM Jürgenliemk-Schulz, JJ Jobsen, LCHW Lutgens, EM van der Steen-Banasik, JWM Mens, A Slot, MC Stenfert Kroese, BNFM van Bunningen, VTHBM Smit, HW Nijman, JP van den Tol, and CL Creutzberg. Quality of life after pelvic radiotherapy or vaginal brachytherapy for endometrial cancer: first results of the randomized PORTEC-2 trial. JCO, 27(21), 3547-3556, 2009 . N. Leffers, A.J.A. Lambeck, M.J.M. Gooden, B.N. Hoogeboom, R. Wolf, L.E. Hamming, B.G. Hepkema, P.H.B. Willemse, B.H.W. Molmans, H. Hollema, J.W. Drijfhout, W.J. Sluiter, A.R.P.M. Valentijn, L.M. Fathers, J. Oostendorp, A.G.J. van der Zee, C.J. Melief, S.H. van der Burg, C.A.H.H. Daemen, H.W. Nijman. Immunization with a P53 Synthetic Long Peptide Vaccine Induces P53-specific Immune Responses in Ovarian Cancer Patients, a Phase II Trial. Int J. Cancer, 1259, 2104-13, 2009. Voordrachten: • “Nobelprijs voor Geneeskunde: Harald zur Hausen” Symposium van Koninklijk Natuurkundig Genootschap, 10 januari 2009., Groningen • “Het MCN: Kan het Amsterdamse model in het hoge Noorden werken?” Gynaecologische Oncologie: 2e en/of 3e lijn?, SMOF symposium, 12 januari 2009, Leeuwarden • “Treatment of endometrial cancer; state of art lecture” Gynaecologische Oncologie Cursus, Maastricht, 29 - 30 januari 2009, Maastricht. • “HPV vaccinatie” Gynaecologie voor de huisarts. Boerhaave symposium, Leiden, 23 april 2009. • “Antigen specific active immunotherapy for ovarian cancer” ECCO 15 - 34th ESMO meeting, Berlin, Germany, 20 — 24 september 2009 • “Immunization with a p53 SLP vaccine induces p53 specific immune responses in ovarian cancer, a phase II trial” Cancer vaccines/ adjuvants / delivery for the next decade. Dublin, Ireland. 11 — 13 november, 2009 Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Gynaecologische Oncologie Cursus, Maastricht, 29 - 30 januari 2009, Maastricht. • Gynaecologische Oncologie: 2e en/of 3e lijn?, SMOF symposium, 12 januari 2009, Leeuwarden • Gynaecologie voor de huisarts. Boerhaave symposium, Leiden, 23 april 2009. • ECCO 15 - 34th ESMO meeting, Berlijn, 20 — 24 september 2009 • Cancer vaccines/ adjuvants / delivery for the next decade. Dublin, Ierland. 11 — 13 november, 2009 • Refereeravonden Noordelijke Gynaecologen, UMCG, 2009.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
128
ACTIVITEITEN:
mw. dr. M.G. van Pampus
Subspecialisatie:
Obstetrie
Aandachtgebied:
Obstetrie
Datum registratie:
1 maart 1997
Datum herregistratie:
1 maart 2007
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) International Society of the Study of Hypertension in Pregnancy Vereniging Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA) Landelijke vereniging voor Artsen in Dienstverband (LAD) Orde voor Medische Specialisten en KNMG Nederlandse Vereniging Fietsende Gynaecologen Werkgroepen: Psychosomatische Obstetrie Gynaecologie Perinatologie, sectie Bijzondere Perinatologische Zorg (NVOG) Sectie Jonge zwangerschap (NVOG) Prenatale diagnostiek (NVOG) Nedwep (Nederlandse Werkgroep Preëclampsie) Commissies: Privacy Commissie van de Stichting Perinatale registratie Richtlijnencommissie ( NVOG) Opleidingscommissie NVOG 2006 tot heden Commissie kwaliteit (commissie visitatie) NVOG september 2008 tot heden Bestuursfuncties: Bestuur Verloskundig Consortium Secretaris Otterlo werkgroep Wetenschap: Member of SHARE Publicaties: CM Koopmans, J Blaauw, MG van Pampus, G Rakhorst, JG Aarnoudse. Increased endotheliumdependent microvascular reactivity in pregnancies complicated by intrauterine growth restriction. Am J Obstet Gynecol. 2009 Jan;200(1):66 Bakker WW, Henning RH, van Son WJ, van Pampus MG, Aarnoudse JG, Niezen-Koning KE, Borghuis T, Jongman RM, van Goor H, Poelstra K, Navis GJ, Faas MM. Vascular contraction in preeclampsia. Downregulation of het angiotensin receptor (AT-1) by hemopexin. Hypertension 2009 Jun;53(6): 959-64. Clasien van der Houwen, Tineke Schukken, Maria van Pampus. Transient early preeclampsia in twin pregnancy with a triploid fetus. Journal of Medical Case Reports 2009, 3:7311. CM Koopmans, MG van Pampus, H Groen, JG Aarnoudse, PP van den Berg, BWJ Mol. Accuracy of serum uric acid as predicting test for maternal complications in preeclampsia: bivariate meta-analysis. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2009;146(1):8-14.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
129
Corine M Koopmans, Denise Bijlenga, Henk Groen, Sylvia MC Vijgen, Jan G Aarnoudse, Dick J Bekedam, Paul P van den Berg, Karin de Boer, Jan M Burggraaff, Kitty WM Bloemenkamp, Addy P Drogtrop, Arie Franx, Christianne JM de Groot, Anjoke JM Huisjes, Anneke Kwee, Aren J van Loon, Annemiek Lub, Dimitri NM Papatsonis, Joris AM van der Post, Frans JME Roumen, Hubertina CJ Scheepers, Christine Willekes, Ben WJ Mol and Maria G van Pampus. Induction of labour versus expectant monitoring for gestational hypertension and preeclampsia after 36 weeks (The HYPITAT trial): a multicentre randomised controlled trial. Lancet 2009 Sep 19;374(9694);979-88. JY Vis, FF Wilms, MA Oudijk, MM Porath, LC Scheepers, KW Bloemenkamp, AC Bolte, J Cornette, JB Derks, JJ Duvekot, J van Eyck, A Kwee, BC Opmeer, MG van Pampus, FK Lotgering, SA Scherjon, KM Sollie, ME Spaanderman, C Willekes, JA van der Post, BW Mol. Cost-effectiveness of fibronectin testing in a triage in women with threatened preterm labor: alleviation of pregnancy outcome by suspending tocolysis in early labor (APOSTEL-I trial). BMC Pregnancy Childbirth. 2009;9(1):38 C Roos, HC Scheepers, KW Bloemenkamp, A Bolte, JM Cornette, JB Derks, JJ Duvekot, J van Eyck, JH Kok, A Kwee, A Merien, BC Opmeer, MG van Pampus, DN Papatsonis, MM Porath, JA van der Post, SA Scherjon, K Sollie, ME Spaanderman, SM Vijgen, C Willekes, BW Mol BW, FL Lotgering. Assessment of perinatal outcome after sustained tocolysis in early labour (APOSTEL-II trial).BMC Pregnancy Childbirth. 2009;9(1):42 MA Hegeman, DJ Bekedam, KW Bloemenkamp, A Kwee, DN Papatsonis, JA van van der Post, AC Lim, HC Scheepers, C Willekes, JJ Duvekot, M Spaanderman, M Porath, J van Eyck, MC Haak, MG van Pampus, HW Bruinse, Mol BW. Pessaries in multiple pregnancy as a prevention of preterm birth: the ProTwin Trial. BMC Pregnancy Childbirth. 2009;9(1):44 Onderzoek naar hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap door het Verloskundig Consortium. Corine verhoeven, Denise Bijlenga, Mariëlle van Pampus, Ben Willem Mol. Inzicht Nr 2-september 2009. 23-27 (Tijdschrift Stichting Hellp-syndroom) Presentaties: • Minisymposium Psychiatrie en zwangerschap: Twee handen op één buik, Zuid-Laren • Verpleegkundig symposium Veilig He(l)lpen 26 maart ’09 • GEM 2009 Gynaecologie Educatie Meeting 2009 “Periconception Care” Putten 25-27 maart 2009, de Hypitat trial • Noordelijke nascholingsdagen voor anesthesiemedewerkers en recovery verpleegkundigen, Assen. Peri-operatieve zorg rondom pre-eclampsie en HELLP syndroom. • Chirurgen dagen, Veldhoven. Het Verloskundig Consortium • .Symposium Groningen Behandeling van Depressie en angst tijdens de zwangerschap: goed voor moeder en kind? Stress door angst of depressie als obstetrisch probleem • Noord Nederlandse Nascholingsdag Verloskundigen: Maternale sterfte: Hoe een nachtmerrie realiteit kan worden. Hypertensie in de zwangerschap: de nieuwste inzichten • Themadag Stichting HELLP-syndroom Gevolgde nascholing (congressen, refeeravonden): • Cursus Foetale bewaking • Slot Zeist: 10 februari: 1e landelijke UMC vrouwennetwerken bijeenkomst: bewustwording & Verbinding • Congresbezoek SGI Glasgow, maart 2009 • Foeto-maternale koepel 8 april te Zwolle • ISSHP Oxford 11en 12 september 2009 • Gynaecongres november • NEdWep en afscheid Jan Aarnoudse, november 2009 • Teamtraining UMCG
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
130
Abstracts en poster presentaties: CAI Stramrood, KM Paarlberg, L Huis in ’t Veld, LWAR Berger, AJJM Vingerhoets, WCM Weijmar Schultz, MG van Pampus. Prevalence and risk factors of posttraumatic stress disorder after childbirth in The Netherlands. Posterpresentatie SGI Glasgow maart 2009 J Blaauw, ETD Souwer, SM Coffeng, AJ Smit, JG Aarnoudse, MG van Pampus. Intima-media thickness normalizes within 4-5 years after early-onset preeclampsia. Posterpresentatie SGI Glasgow maart 2009 Kim E Boers, Sylvia MC Vijgen, Denise Bijlenga, Joris AM van der Post, Dick J Bekedam, Anneke Kwee, Paulien CM van der Salm, Maria G van Pampus, Marc EA Spaanderman, Karin de Boer, Hans J Duvekot, Henk A Bremer, Tom HA Hasaart, Friso MC Delemarre, Kitty WM Bloemenkamp, Claudia A van Meir, Christine Willekes, Ella J Wijnen, Monique Rijken, Saskia le Cessie, Frans JME Roumen, Jan MM van Lith, Ben WJ Mol, Sicco A Scherjon for the DIGITAT study group. Induction of labour versus expectant monitoring for intrauterine growth restriction at term (the DIGITAT trial): A multicentre randomised controlled trial Presentatie Gynaecongres Utrecht mei 2009 A Kunnen, DC Dekker, F Abbas, JG Aarnoudse, MG van Pampus, JJ van Doormaal, CP van der Schans, AJ van Winkelhoff, MM Faas. Decreased cytokine production during pregnancy after stimulation with Porphyromonas gingivalis vs Escherichia coli lipopolysaccharide. Posterpresentatie ISSHP Oxford sept 2009 A Kunnen, F Abbas, JG Aarnoudse, MG van Pampus, JJ van Doormaal, CP van der Schans, AJ van Winkelhoff, MM Faas. Porphyromonas gingivalis lipopolysaccharide administration does not induce a preeclampsia-like syndrome in pregnant rats. Posterpresentatie ISSHP Oxford sept 2009 M Faas, T Borghuis, MG van Pampus, WW Bakker. Vascular responsiveness to angiotensin II in preeclampsia versus healthy pregnancy. Disturbed down regulation of AT-1 receptors in preeclampsia. Presentatie Faas Oxford ISSHP, sept 2009 K van der Tuuk, MG van Pampus, CM Koopmans, JG Aarnoudse, PP van den Berg, JJ van Beek, FJA Copraij, G Kleiverda, M Porath, RJP Rijnders, PCM van der Salm, LP Morssink, RH Stigter, BWJ Mol, H Groen. Predictie van het sectio caesarea risico bij vrouwen met zwangerschapshypertensie of preëclampsie a terme. Presentatie Gynaecongres Arnhem november 2009 CM Koopmans, JJ Zwart, H Groen, KWM Bloemenkamp, BWJ Mol, MG van Pampus, J van Roosmalen. Risico-indicatoren voor eclampsie bij vrouwen met zwangerschapshypertensie of milde pre-eclampsie a terme: een case-control studie. Presentatie Gynaecongres Arnhem november 2009 CAI Stramrood, B Doornbos, JG Aarnoudse, PP van den Berg, WCM Weijmar Schultz, MG van Pampus. Posttraumatische stress stoornis en depressie 15 maanden na pre-eclampsie en PPROM: risicofactoren en klinische consequenties Presentatie Gynaecongres Arnhem november 2009 M.Jozwiak, M.Benthem, JW.de Leeuw, MGK Dijksterhuis, MG van Pampus, JAM van der Post, BW Mol, KWM Bloemenkamp. Prostaglandines of ballon voor inleiden van de baring a terme- De probaat studie. Posterpresentatie Kennispoort Kim Boers, Sylvia Vijgen, Denise Bijlenga, Joris van der Post, Dick Bekedam, Anneke Kwee, Paulien van der Salm, Maria van Pampus, Marc Spaanderman, Karin de Boer, Hans Duvekot, Henk Bremer, Tom Hasaart, Friso Delemarre, Kitty Bloemenkamp, Claudia van Meir, Christine Willekes, Ella Wijnen, Monique Rijken, Saskia le Cessie, Frans Roumen, Jan van Lith, Ben Willem Mol, Sicco Scherjon. Induction of labour versus expectant monitoring for intrauterine growth restriction at term (the DIGITAT trial): A multicentre randomised controlled trial. AJOG;vol 201;december 2009 nr 6; abstract 4 (oral presentation SMFM Chicago 2010) Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
131
K van der Tuuk, MG van Pampus, CM Koopmans, JG Aarnoudse, PP van den Berg, JJ van Beek, FJA Copraij, G Kleiverda, M Porath, RJP Rijnders, PCM van der Salm, LP Morssink, RH Stigter, BWJ Mol, H Groen. Prediction of caesarean section in women with gestational hypertension or preeclampsia at term: induction of labour versus expectant monitoring. AJOG;vol 201;december 2009 nr 6;abstract 157 (posterpresentation SMFM Chicago 2010) CM Koopmans, JJ Zwart, H Groen, KWM Bloemenkamp, BWJ Mol, MG van Pampus, J van Roosmalen. Risk indicators for eclampsia in women with gestational hypertension or mild preeclampsia at term: a casecontrol study. AJOG;vol 201;december 2009 nr 6;abstract 778 (posterpresenatation SMFM Chicago 2010) SM Vijgen, K Boers, BC Opmeer, D Bijlenga, C Willekes, KW Bloemenkamp, M Spaanderman, JA van der Post, DJ Bekedam, A Kwee, PC van der Salm, MG van Pampus, K de Boer, HJ Duvekot, HA Bremer, TH Hasaart, FM Delemarre, CA van meir, EJ Wijnen, M Rijken, S Le Cessie, FJ Roumen, JM van Lith, BW Mol, SA Scherjon. An economic analysis comparing induction of labour and expectant management for intrauterine growth restriction at term (Digitat Trial) AJOG;vol 201;december 2009 nr 6;abstract 98 (posterpresentation SMFM Chicago 2010) Overige activiteiten: • Auteur Hoofdstuk boek HELLP-stichting • Leergang Vrouwelijk Strategisch Leiderschap • Docent Landelijke Opleidingsdagen Onderwijs aan medische studenten: • Coördinator week 8: Zwangerschap en complicaties in blok 3.3 van G2010 • Coachjaar 2 (beroepsvoorbereiding) • Hoor colleges: o Een zwangere met pre-eclampsie o Zwangerschap en ziekte o Een zwangere met belaste voorgeschiedenis o Klinisch redeneren: Uw kindje is te klein o Responsie college • Spreker bij Medische Carrièredag Groningen Promoties: Bennard Doornbos Hormones, monoamines and peripartum affective symptoms RuG 25 november 2009 (Co-promotor)
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
132
ACTIVITEITEN:
mw. drs. A.J. Schram
Aandachtsgebieden:
Urogynaecologie, Algemene gynaecologie
Datum registratie:
15 mei 2006
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) International Urogynaecology Association (IUGA) International Continence Society (ICS) Vereninging Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA) Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) Werkgroepen: Werkgroep bekkenbodem (NVOG) Werkgroep Oncologische Gynaecologie (NVOG) Werkgroep Endoscopische Gynaecologie (NVOG) Werkgroep Prenatale Diagnostiek (NVOG) Overige activiteiten: • Bestuurslid Urogynaecologisch Consortium • Lid complicatieregistratiecommissie afdeling Obstetrie en Gynaecologie UMCG • Klinisch begeleider jaaropdracht studenten M1 • Onderwijs O&G-verpleegkundigen (Wenckebach-instituut) • Onderwijs OK-assistenten afdeling Obstetrie en Gynaecologie UMCG • Onderwijs Doktersassistenten afdeling Obstetrie en Gynaecologie UMCG Voordrachten: Stressincontinentie, Post ICS, Nijmegen, oktober 2009 Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Pelvic Floor Expert Meeting, mei 2009. • Gynaecongres Utrecht, juni 2009. • Bijeenkomst Richtlijnen Benigne Gynaecologie, september 2009. • 39th meeting International Continence Society, San Francisco, oktober 2009. • Repair of 3th and 4th degree tears, oktober 2009 • Post ICS, oktober 2009 • Groninger cursus Medische Seksuologie, november/december 2009 • Refereeravonden Noordelijke Gynaecologen 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
133
ACTIVITEITEN
drs. A.H.M. Simons
Subspecialisatie:
Voortplantingsgeneeskunde
Datum beëindiging subspecialisatie: autodidact Aandachtgebieden:
IVF/ICSI, gameet/embryodonatie, cryopreservatie, voortplantingsgeneeskunde, fertiliteteitspreservatie, endometriose, gynaecologische echoscopie, ICT
Datum registratie:
1 januari 1983
SRC-herregistratie:
geldig tot 26 mei 2014
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) European Society Human Reproduction (ESHRE) American Society Reprodctive Medicine (ASRM) Vereniging voor Fertiliteitstudie (VFS) Nederlands Belgische Vereniging voor Kunstmatige Inseminatie (NBVKI) KNMG Landelijke Artsen in Dienstverband (LAD) KNMG-Orde Vereniging Medisch Specialisten (VMS) WES European Society for Gynaecological Endoscopy (ESGE) Werkgroepen: IVF-werkgroep NBVKI Reproductieve genetica Nederlands Netwerk Fertiliteitspreservatie (NNF) Bestuursfuncties: Bestuurslid NBVKI Voorzitter VMS Overige activiteiten: Secretaris-penningmeester Stichting ObGyn Support Lid Ferring-adviesgroep Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden, werkgroepen): • ASRM, Atlanta, 18 — 21 oktober 2009 • ESHRE-course “Congenital Uterine Anomalies and Reproductive Outcome”, Manchester, 20 — 21 november 2009 • 1e World Congress on Fertility Preservation, Brussel, 10 — 12 december 2009 Begeleide wetenschappelijke stage: I.J.Arendz; Patienten met diep infiltrerende endometriose. Publicaties: Pelinck MJ, Hoek A, Simons AHM, Heineman MJ, Echten-Arends JV, Arts EG. Embryo quality and impact of specific embryo characteristics on ongoing implantation in unselected embryos derived from modified natural cycle in vitro fertilization. Fertil Steril 2009; may 11.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
134
Voordrachten: • “Cryopreservatie van gameten bij de behandeling van systeemziekten”, 7e Groninger SymposiumSysteemziekten, 6 februari 2009, UMCG • “Is een DLS geïndiceerd bij een normaal HSG in het OFO?”, VPG-regio-avond, 30 maart 2009, UMCG. • “Ovariumcryopreservatie: fertiliteitspreservatie bij kinderen”, NVOG-Werkgroep Kindergynaecologie, 8 april 2009, Utrecht • “Enkele aspecten van het endometrioom”, current awareness, 2 juli 2009, UMCG • “Stageren van endometriose: kijken alleen is niet voldoende” 2e regio-avond “Endometriose nader belicht”, 3 november, Assen • Gynaecongres, moderator KID-sessie, 12 november 2009 • “Endometriose Centrum UMC Groningen”, 1e vergadering Landelijke Werkgroep Endometriose, 27 november 2009, OLVG, Amsterdam
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
135
ACTIVITEITEN:
mw. drs. K.M. Sollie — Szarynska
Subspecialisatie:
Obstetrie/ Perinatologie
Datum beëindiging subspecialisatie: 1 juni 1994 Aandachtgebied:
Obstetrie, Perinatologie, Prenatale diagnostiek, Prenatale echoscopie
Datum registratie:
1 juni 1994
Datum herregistratie:
23 april 2009
Registratie Perinatoloog:
januari 2008
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) International Society of Ultrasound Obstetrics and Gynecology (ISUOG Werkgroepen: Werkgroep Foetale en Maternale Geneeskunde (NVOG) Werkgroep Echoscopie (NVOG) Werkgroep Perinatologie (NVOG) sectie Bijzondere Perinatologische Zorg (BPZ) Werkgroep Prenatale Diagnostiek (NVPG) Nederlandse Werkgroep Preeclampsie (NEDWEP) Werkgroep Perinatologie (lokale werkgroep UMCG) Werkgroep Anaesthesie durante partu UMCG (WADP) Werkgroep zwangeren met cardiale afwijkingen (UMCG) Onderwijsactiviteiten: • Docent verpleegkundigen opleiding specialisatie Obstetrie en Gynaecologie UMCG • Docent Specialistische Vervolgopleiding verpleegkundigen Obstetric High Care (OHC) • Docent Simulatietraining Actute Verloskunde (SAVE’R) Overige activiteiten: Voorzitter sessier “Zwangerschap en cardiovasculaire afwijkingen”, Utrecht Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden) • Zwangerschap en cardiovasulaire afwijkingen, Utrecht, 23 januari 2009 • Obstetric medicineXIV: Maag-Darm-Leverzieken en zwangerschap, 2 april 2009 • Diabetes en de zwangerschap, Sorrento. Italië, 26 t/m 28 maart 2009 • World congres Twin pregnancy, Venetië, Italië, 17 t/m 19 april 2009 • Time & stress management, workshop. Utrecht, mei 2009 • Teach the Teacher cursus 28 t/m 29 september 2009 • Impact Perinatale Audit, Groningen, 7 november 2009 • medical complications in pregnancy, Londen, 11 t/m 13 november 2009 • Counseling cursus, Zeegse, 15 november 2009 • InFacT (instructor cursus) Groningen, 8 t/m 11 december 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
136
Publicaties: Roos C, Scheepers LH, Bloemenkamp KW, Bolte A, Cornette J, Derks JB, Duvekot HJ, van Eyck J, Kok JH, Kwee A, Merién A, Opmeer BC, van Pampus MG, Papatsonis DN, Porath MM, van der Post JA, Scherjon SA, Sollie K, Spaanderman ME, Vijgen SM, Willekes C, Mol BW, Lotgering FK. Assessment of perinatal outcome after sustained tocolysis in early labour (APOSTEL-II trial). BMC Pregnancy Childbirth. 2009 Sep 9;9:42. Vis JY, Wilms FF, Oudijk MA, Porath MM, Scheepers HC, Bloemenkamp KW, Bolte AC, Cornette J, Derks JB, Duvekot JJ, van Eyck J, Kwee A, Opmeer BC, van Pampus MG, Lotgering FK, Scherjon SA, Sollie KM, Spaanderman ME, Willekes C, van der Post JA, Mol BW. Cost-effectiveness of fibronectin testing in a triage in women with threatened preterm labor: alleviation of pregnancy outcome by suspending tocolysis in early labor (APOSTEL-I trial). BMC Pregnancy Childbirth. 2009 Sep 1;9:38. Hack KE, Koopman-Esseboom C, Derks JB, Elias SG, de Kleine MJ, Baerts W, Go AT, Schaap AH, van der Hoeven MA, Eggink AJ, Sollie KM, Weisglas-Kuperus N, A Visser GH. Long-term neurodevelopmental outcome of monochorionic and matched dichorionic twins. PLoS One. 2009 Aug 28;4(8):e6815. Verbeek RJ, van der Hoeven JH, Sollie KM, Maurits NM, Bos AF, den Dunnen WF, Brouwer OF, Sival DA. Muscle ultrasound density in human fetuses with spina bifida aperta. Early Hum Dev. 2009 Aug;85(8):51923. Hack KE, Derks JB, Schaap AH, Lopriore E, Elias SG, Arabin B, Eggink AJ, Sollie KM, Mol BW, Duvekot HJ, Willekes C, Go AT, Koopman-Esseboom C, Vandenbussche FP, Visser GH. Perinatal outcome of monoamniotic twin pregnancies. Obstet Gynecol. 2009 Feb;113(2 Pt 1):353-60.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
137
ACTIVITEITEN :
Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz
Aandachtgebied:
Psychosomatische Gynaecologie/Obstetrie & Seksuologie
Datum registratie gynaecoloog:
16 juli 1983
Datum herregistratie gynaecoloog: 20 maart 2009 Datum herregistratie
Seksuoloog NVVS (SH + VPO): 19- april 2005
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) Werkgroep Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie (WPOG) Nederlandse Vereniging voor Seksuologie International Academy of Sex Research International Society for the Study of Women’s Sexual Health (ISSWSH) European Society for Sexual Medicine (ESSM) International Society for Sexuality and Cancer (ISSC) Werkgemeenschap Psychosociale Oncologie (NKB) Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuele Disfuncties (WVSD) Landelijke organisatie poliklinieken Seksuologie (LOPS) Intervisie groep Groningen Lid WHO-committee on Definitions of Sexual dysfunctions 2004 Lid WHO-committee on the Treatment of Sexual Pain Disorders 2009 Werkgroepen: Werkgroep Medisch Forensisch onderzoek van slachtoffers van seksueel geweld Werkgroep Polikliniek Seksuologie UMCG Gender Team Groningen Werkgroep Diversiteit G2010 Klankbordgroep G2010+ Klankbordgroep SenseNN Klankbordgroep SGNN Commissies: Voorzitter Onderwijscommissie Obstetrie en Gynaecologie UMCG Kerndocent / Blokcoördinator 3.3 G2010 UMCG/FMW-RuG Coördinator thema seksespecificiteit in G2010 Coördinator Groninger Cursus Medische Seksuologie Bestuursfuncties: Voorzitter Stichting Seksuele Gezondheidszorg Noord Nederland (SGNN) Voorzitter Stimezo Groningen Lid bestuur Nederlands Kenniscentrum voor Genderdisforie Voorzitter Onderwijscommissie disciplinegroep Obstetrie en Gynaecologie Lid bestuur NVOG Werkgroep Psychosomatische Gynaecologie en Obstetrie Penningmeester Stichting Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie (SPOG) Coördinator Groninger Gender Team Lid van het bestuur van de International Society of Psychosomatic Obstetrics en Gynecology (ISPOG) Vice-chair WHO-committee: The Treatment of Sexual Pain Disorders 2009 Lid bestuur Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuele Dysfuncties 2009 Penvoerder Concilium Sexuologicum Secretaris Stichting Hector Treub
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
138
Overige activiteiten: • Editor-in-Chief Journal of Psychosomatic Obstetrics & Gynecology • Docent Verpleegkundigen Seksuologie • Docent PSY-opleidingen Seksuologie • Coördinator en docent Groninger Cursus Medische Seksuologie voor specialisten • Member of the International Scientific Committee of ISPOG 2010: Venice • Referent The Journal of Sexual Medicine • Redactielid en referent Nederlands Tijdschrift voor Seksuologie • Beschermheer Stichting Actie Benin • Lid jury Koos Slob-prijs Nederlandse Vereniging voor Seksuologie • Voorzitter/secretaris masterbuluitreiking UMCG/FMW-RuG Promovendi: • Harold Kedde: Seksualiteit en seksuele gezondheid van mensen met een chronische ziekte en een lichamelijke beperking. • Claire Stramrood: Posttraumatische stress in relatie tot zwangerschap en bevalling • Charmaine Borg: Vaginismus and Dyspareunia: Automatic vs Deliberate Disgust Responsivity • Hermine Nugteren: De functie van de bekkenbodem bij mannelijke seksuele disfuncties • Kor Spoelstra: Therapeutische interventies bij dyspareunie Publicaties internationaal: Nijland EA, Nathorst-Böös J, Palacios S, van de Weijer PW, Stathopoulos VM, Birkhaeuser M, von Mauw E, Mulder RJ and Weijmar Schultz WCM: Improved bleeding profile and tolerability of tibolone versus transdermal E2/NETA treatment in postmenopauseal women with female sexual dysfunction. Climateric 2009;12:1-8. De Jong, PJ, Van Overveld M, Weijmar Schultz WCM, Peters ML, Buwalda FM. Disgust and Contamination Sensitivity in Vaginismus and Dyspareunia. Ach Sex Behav (2009)38:244-252. Horst van der-Schrivers A.N.A., Ieperen van E, Wymenga A.N., Boezen HM, Weijmar Schultz WCM, Kema IP, Meijer W.G., Herder de W.W., Willemse P.H., Links T.P., Vries de E.G. Sexual function in patients with metastatic midgut carcinoid tumours. Neuroendocrinology 2009;89(2):231-6. Breukink SO, Wouda JC, van der Werf-Eldering MJ, van de Wiel HB, Bouma EM, Pierie JP, Wiggers T, Meijerink JW, Weijmar Schultz WCM. Psychophysiological Assessment of sexual functioning in women after radiotherapy and Total mesorectal excision for rectal cancer. J Sex Med 2009;6:1045-1053. Abstracts internationaal: Gert Holstege, Antoon Willemsen, Caroline Beers, Erna Lont, Rudi Dierckx, Willebrord Weijmar Schultz, Monique Jansen and Michael Sand: Differences in brain activity in premenopausal women with Hypoactive Sexual Desire Disorder (HSDD) compared to women without sexual dysfunction. Journal of Sexual Medicine 2009, 6, 407, R09-6355 Stramrood, Claire A. I., Paarlberg, K. Marieke, Huis, Lisanne H. J., Berger, Leonard W. A.R., Vingerhoets, Ad J. J. M., Schultz, Willibrord C. M. Weijmar, van Pampus, Maria G. Prevalence and Risk Factors of Posttraumatic Stress Disorder after Childbirth in The Netherlands Conference Information: 56th Annual Scientific Meeting of the Society for Gynecologic Investigation, Glasgow (UK), 17-21March 2009 Posters internationaal: Nugteren HM, Weijmar Schultz WCM, Nijman JM and Van Driel FM. Physical therapy for premature ejaculation and erectile dysfunction. ESSM, Lyon, November 2009 Nugteren HM, Pascal AL, Weijmar Schultz WCM, Nijman JM and Van Driel MF. Surgery for an acute erection angle, when copunseling fails. ESSM, Lyon, November 2009 Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
139
Gert Holstege, H.K. Huynh, Antoon Willemsen, Caroline Beers, Erna Lont, Ellen Laan, Willibrord Weijmar Schultz, Rudi Dierckx, Monique Janssen, Michael Sand. Brain activation and de-activation caused by erotic movies is lower in HSDD-volunteers than in non-HSDD volunteers. San Diego, November 2009 Publicaties 2009 nationaal: Van der Meer GT, Weijmar Schultz WCM, Nijman JM. Genitale piercings bij vrouwen. In: Reproductieve geneeskunde, gynaecologie en obstetrie anno 2009 (Slager E, editor), DCHG, Haarlem,2009:539-545. ISBN: 978-90-811646-5-8 Dijkstra J, Weijmar Schultz WCM. Lokale vulvodynie, een update. In: Reproductieve geneeskunde, gynaecologie en obstetrie anno 2009 (Slager E, editor), DCHG, Haarlem,2009:510-516. ISBN: 978-90811646-5-8 Weijmar Schultz WCM. Signaleren van seksuele problemen. In: Reproductieve geneeskunde, gynaecologie en obstetrie anno 2009 (Slager E, editor), DCHG, Haarlem,2009:5483-490. ISBN: 978-90811646-5-8 Weijmar Schultz WCM. Hormonen en libido. In: Reproductieve geneeskunde, gynaecologie en obstetrie anno 2009 (Slager E, editor), DCHG, Haarlem,2009:54-61. ISBN: 978-90-811646-5-8 Drenth J, Weijmar Schultz WCM. Procrustesbed in ivoren toren vs. natte vinger met pretentie. Over de wederzijdse verwaarlozing van basall experimenteel onderzoek en de klinische praktijk, met vaginisme als voorbeeld. Tijdschrift voor Seksuologie 2009;33:23-28. Drenth J, Weijmar Schultz WCM. Forum: Nogmaals: waar zijn wij precies mee bezig? Een verlengde discussie. Tijdschrift voor Seksuologie 2009;33:29-30. Wiel, H.B.M., Weijmar Schultz WCM, Wouda, J. Kanker en seksualiteit. In: Psychologische patiëntenzorg in de oncologie, handboek voor de professional (De Haes H, Gualtherie van Weezel L, Sanderman R, editors). Van Gorcum, Assen, 2009: 345-359. Weijmar Schultz WCM, Incrocci L, Weijenborg Ph, Van de Wiel HBM, Gianotten G. Ziekte, handicap en medische interventies. In: Seksuologie (Gijn, Vanwesenbeeck, Weijnenborg eds).Bohn, Stafleu van Loghum, Houten, 2009:487-513. ISBN: 978 90 313 5187 9 Posters nationaal: Stramrood, C.A.I., Wessel, I, Doornbos, B., Aarnoudse, J.G., Berg, P.P. van den, Weijmar Schultz, W.C.M., Pampus, M.G. van: Posttraumatische stress stoornis en depressie 15 maanden na pre-eclampsie en PPROM: risicofactoren en klinische consequenties Nederlandse Werkgroep Preeclampsie (NEDWEP), Groningen, 27 november 2009 Stramrood, C.A.I., Wessel, I., Doornbos, B., Aarnoudse, J.G., Berg, P.P. van den, Weijmar Schultz, W.C.M., Pampus, M.G. van: Posttraumatische stress stoornis en depressie 15 maanden na pre-eclampsie en PPROM: risicofactoren en klinische consequenties NVOG, Gynaecongres, Arnhem, 12-13 november 2009 Warmelink, J.C., Stramrood, C.A.I., Paarlberg, K.M., Huis in ’t Veld, E.M.J., Berger, L.W.A.R., Haisma, H.H., Vingerhoets, A.J.J.M., Weijmar Schultz, W.C.M., Pampus, M.G. Van: Angst, depressie en stress na de bevalling bij vrouwen die zwanger zijn geworden door een vruchtbaarheidsbehandeling. Studiegroep Onvruchtbaarheid en Reproductieve Technieken, Amsterdam, 27 februari 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
140
Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuele Dysfuncties. Ede, 9 januari 2009 • Drei-Ländertagung der Deutschen / Österreichischen und Schweizerischen Gesellschaft für Psychosomatische Frauenheilkunde und Geburtshilfe. Salzburg 12-15 maart 2009 • Symposium “Teach the teacher”. Teaching Psychosomatics in Residency. + voordracht. Arnhem, 3 april 2009 • 17e IGO-Doelencongres: Reproductieve geneeskunde, gynaecologie en obstetrie anno 2009 + voordracht. 6 maart 2009 • Clinician Educators’ Advisory Meeting, Parijs, 9-10 mei 2009 • 3rd International Consultation on Sexual Dysfunctions, WHO-committee on the Treatment of Sexual Pain Disorders — Parijs, 10-14 juli 2009 • Regioavond uro/gyn seksuologie. UMCG, 14 september 2009 • Masterclass Gynaecologie + voordracht. Soestduinen, 30 oktober 2009 • Groninger Cursus Medische Seksuologie, organisatie + voordracht. 6 november en 4 december 2009 • Symposium Grensoverschrijdend Gedrag, organisatie + voordracht. Groningen, 5 november 2009 • Gnaecongres, 12 november 2009 • Symposium SGNN Groningen, 27 november 2009 • Refereeravonden Noord Nederlandse Gynaecologen 2009 • Intervisie geregistreerde seksuologen NVVS: 6 avonden in 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
141
ACTIVITEITEN
Prof. dr. A.G.J. van der Zee
Subspecialisatie:
Gynaecologische Oncologie
Datum beëindiging subspecialisatie: 1 juli 1995 Aandachtgebied:
Gynaecologische Oncologie
Datum registratie:
1 april 1992
Datum herregistratie:
1 april 2002
Lidmaatschappen: Lid van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) Lid van the European Society of Gynaecological Oncology (ESGO) Lid van the American Association for Cancer Research (AACR) Lid van the International Gynecologic Cancer Society (IGCS) Lid van the Society of Gynecologic Oncology (SGO) Lid van Scientific Advisory Board OncoMethylome Sciences, Brussel, België Lid van het Stafconvent UMCG Werkgroepen: Lid van de Werkgroep Oncologische Gynaecologie (WOG) Lid van de Werkgroep Cervix Uteri Commissies: Lid van de Commissie Wetenschap O&G Lid van de Werkgroep M.A.O.Z. (Multidisciplinaire Ambulante Oncologische Zorg) Lid van de Commissie Doelmatigheidsonderzoek, UMCG Lid van het Stafconventsbestuur UMCG Lid van Signalerings Commissie Kanker NKB/KWF: centralisatie oncologische zorg Voorzitter centrale Vacaturecommissie UMCG Bestuursfuncties: Voorzitter van de Werkgroep Oncologische Gynaecologie (WOG) President elect of the European Society of Gynaecological Oncology (ESGO) (vanaf mei 2007) Promoties: J.H. Maduro TRAILs towards improved cervical cancer treatment. Promotores: Prof. dr. A.G.J. van der Zee en mw. Prof. dr. E.G.E. de Vries Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Medische Wetenschappen. Groningen, 30 september 2009. N. Leffers Targeted Immunotherapy for Ovarian Cancer. Promotores: Prof. dr. A.G.J. van der Zee, Prof. dr. H.W. Nijman en Prof. dr. C.A.H.H. Daemen. Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Medische Wetenschappen. Groningen, 4 november 2009. P. de Graeff Molecular markers in epithelial ovarian cancer: paving the way to innovative therapies. Promotores: Prof. dr. A.G.J. van der Zee, Prof. dr. E.G.E. de Vries en Prof. dr. H. Hollema. Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Medische Wetenschappen. Groningen, 21 december 2009.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
142
Publicaties: Eijsink JJ, van der Zee AG. New strategies for screening cervical cancer; response to the Dutch College of General Practitioner’s practice guideline ‘Prevention and early diagnosis of cervical cancer’. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A628. Dutch. van der Zee AG, Engelen MJ, Schaapveld M, Karim-Kos HE, de Vries EG, Willemse PH, Otter R. Primary surgery by a gynecological oncologist improves the prognosis in patients with ovarian carcinoma. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009 Jan 10;153(1-2):15-9. Dutch. van der Zee AG, de Vries EG, Schaapveld M, Willemse PH. The limitations of observational research. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009 Jan 17;153(3):102; author reply 102. Dutch. Crijns AP, Fehrmann RS, de Jong S, Gerbens F, Meersma GJ, Klip HG, Hollema H, Hofstra RM, te Meerman GJ, de Vries EG, van der Zee AG. Survival-related profile, pathways, and transcription factors in ovarian cancer. PLoS Med. 2009 Feb 3;6(2):e24. Jongen V, Briët J, de Jong R, ten Hoor K, Boezen M, van der Zee A, Nijman H, Hollema H. Expression of estrogen receptor-alpha and -beta and progesterone receptor-A and -B in a large cohort of patients with endometrioid endometrial cancer. Gynecol Oncol. 2009 Mar;112(3):537-42. Leffers N, Gooden MJ, de Jong RA, Hoogeboom BN, ten Hoor KA, Hollema H, Boezen HM, van der Zee AG, Daemen T, Nijman HW. Prognostic significance of tumor-infiltrating T-lymphocytes in primary and metastatic lesions of advanced stage ovarian cancer. Cancer Immunol Immunother. 2009 Mar;58(3):449-59. Duiker EW, de Vries EG, Mahalingam D, Meersma GJ, Boersma-van Ek W, Hollema H, Lub-de Hooge MN, van Dam GM, Cool RH, Quax WJ, Samali A, van der Zee AG, de Jong S. Enhanced antitumor efficacy of a DR5-specific TRAIL variant over recombinant human TRAIL in a bioluminescent ovarian cancer xenograft model. Clin Cancer Res. 2009 Mar 15;15(6):2048-57. Govorukhina NI, de Vries M, Reijmers TH, Horvatovich P, van der Zee AG, Bischoff R. Influence of clotting time on the protein composition of serum samples based on LC-MS data. J Chromatogr B Analyt Technol Biomed Life Sci. 2009 May 1;877(13):1281-91. Jongen VH, Briët JM, de Jong RA, Joppe E, ten Hoor KA, Boezen HM, Evans DB, Hollema H, van der Zee AG, Nijman HW. Aromatase, cyclooxygenase 2, HER-2/neu, and p53 as prognostic factors in endometrioid endometrial cancer. Int J Gynecol Cancer. 2009 May;19(4):670-6. Leffers N, Gooden MJ, Mokhova AA, Kast WM, Boezen HM, Ten Hoor KA, Hollema H, Daemen T, van der Zee AG, Nijman HW. Down-regulation of proteasomal subunit MB1 is an independent predictor of improved survival in ovarian cancer. Gynecol Oncol. 2009 May;113(2):256-63. Engelen MJ, Snel BJ, Schaapveld M, Pras E, de Vries EG, Gietema JA, van der Zee AG, Willemse PH. Longterm morbidity of adjuvant whole abdominal radiotherapy (WART) or chemotherapy for early stage ovarian cancer. Eur J Cancer. 2009 May;45(7):1193-200. Oonk MH, van Os MA, de Bock GH, de Hullu JA, Ansink AC, van der Zee AG. A comparison of quality of life between vulvar cancer patients after sentinel lymph node procedure only and inguinofemoral lymphadenectomy. Gynecol Oncol. 2009 Jun;113(3):301-5. Eijsink JJ, de Bock GH, Kuiper JL, Reesink-Peters N, van Hemel BM, Hollema H, Nijman HW, Mourits MJ, van der Zee AG. Routine follow-up intervals in patients with high-grade squamous intraepithelial lesions (HSIL) and free excision margins can safely be increased in the first two years after Large Loop Excision of the Transformation Zone (LLETZ). Gynecol Oncol. 2009 Jun;113(3):348-51.
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
143
de Jong RA, Leffers N, Boezen HM, Ten Hoor KA, van der Zee AG, Hollema H, Nijman HW. Presence of tumor-infiltrating lymphocytes is an independent prognostic factor in type I and II endometrial cancer. Gynecol Oncol. 2009 May 1. Ferreira AM, Westers H, Wu Y, Niessen RC, Olderode-Berends M, van der Sluis T, van der Zee AG, Hollema H, Kleibeuker JH, Sijmons RH, Hofstra RM. Do microsatellite instability profiles really differ between colorectal and endometrial tumors? Genes Chromosomes Cancer. 2009 Apr 16;48(7):552-557. de Graeff P, Crijns AP, de Jong S, Boezen M, Post WJ, de Vries EG, van der Zee AG, de Bock GH. Modest effect of p53, EGFR and HER-2/neu on prognosis in epithelial ovarian cancer: a meta-analysis. Br J Cancer. 2009 Jul 7;101(1):149-59. Klug SJ, Ressing M, Koenig J, Abba MC, Agorastos T, Brenna SM, Ciotti M, Das BR, Del Mistro A, Dybikowska A, Giuliano AR, Gudleviciene Z, Gyllensten U, Haws AL, Helland A, Herrington CS, Hildesheim A, Humbey O, Jee SH, Kim JW, Madeleine MM, Menczer J, Ngan HY, Nishikawa A, Niwa Y, Pegoraro R, Pillai MR, Ranzani G, Rezza G, Rosenthal AN, Roychoudhury S, Saranath D, Schmitt VM, Sengupta S, Settheetham-Ishida W, Shirasawa H, Snijders PJ, Stoler MH, Suárez-Rincón AE, Szarka K, Tachezy R, Ueda M, van der Zee AG, von Knebel Doeberitz M, Wu MT, Yamashita T, Zehbe I, Blettner M. TP53 codon 72 polymorphism and cervical cander: a pooled analysis of individual data from 49 studies. Lancet Oncol. 2009 Aug;10(8): 772-84. Fons G, Groenen SM, Oonk MH, Ansink AC, van der Zee AG, Burger MP, Stalpers LJ, van der Velden J. Adjuvant radiotherapy in patients with vulvar cancer and one intra capsular lymph node metastasis is not beneficial. Gynecol Oncol. 2009 Aug;114(2):343-5. Maduro JH, Noordhuis MG, ten Hoor KA, Pras E, Arts HJ, Eijsink JJ, Hollema H, Mom CH, de Jong S, de Vries EG, de Bock GH, van der Zee AG. The prognostic value of TRAIL and its death receptors in cervical cancer. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2009 Sep 1;75(1):203-11. Oonk MH, van de Nieuwenhof HP, de Hullu JA, van der Zee AG. The role of sentinel node biopsy in gynecological cancer: a review. Curr Opin Oncol. 2009 Sep; 21(5):425-32. Bijen CB, Bantema-Joppe EJ, de Jong RA, Leffers N, Mourits MJ, Eggink HF, van der Zee AG, Hollema H, de Bock GH, Nijman HW. The prognostic role of classical and non-classical MHC class 1 expression in endometrial cancer. Int J Cancer. 2009 Sep 2. Huang YW, Jansen RA, Fabbri E, Potter D, Liyanarachchi S, Chan MW, Liu JC, Crijns AP, Brown R, Nephew KP, van der Zee AG, Cohn DE, Yan PS, Huang TH, Lin HJ. Indentification of candidate epigenetic biomarkers for ovarian cancer detection. Oncol Rep. 2009 Oct;22(4):853-61. Leffers N, Lambeck AJ, Gooden MJ, Hoogeboom BN, Wolf R, Hamming IE, Hepkema BG, Willemse PH, Molmans BH, Hollema H, Drijfhout JW, Sluiter WJ, Valentijn AR, Fathers LM, Oostendorp J, van der Zee AG, Melief CJ, van der Burg SH, Daemen T, Nijman HW. Immunization with a P53 synthetic long peptide vaccine induces P53-specific immune responses in ovarian cancer patients, a phase II trial. Int J Cancer. 2009 Nov 1;125(9):2104-13. Yang N, Eijsink JJ, Lendvai A, Volders HH, Klip H, Buikema HJ, van Hemel BM, Schuuring E, van der Zee AG, Wisman GB. Methylation markers for CCNA1 and C13ORF18 are strongly associated with high-grade cervical intraepithelial neoplasie and cervical cancer in cervical scrapings. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev. 2009 Nov;18(11):3000-7. Noordhuis MG, Eijsink JJ, Ten Hoor KA, Roossink F, Hollema H, Arts HJ, Pras E, Maduro JH, Reyners AK, de Bock GH, Wisman GB, Schuuring E, van der Zee AG. Expression of epidermal growth facto recepter (EGFR) and activated EGFR predict poor response to (chemo)radiation and survival in cervical cander. Clin Cancer Res. 2009 Dec 1;15(23):7389-97. Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
144
Gevolgde nascholing, congressen, symposia en voordrachten: • Symposium MCL: Gyn. Oncologie in de 2e of 3e lijn, Leeuwarden, 12 januari 2009 • ESGO council meeting, Frankfurt, 23 - 24 januari 2009 • 5e Landelijke WOG-cursus, Maastricht, 29 januari 2009 • Update on the management of vulvar cancer. 6th European Congress Perspective in Gynecologic Oncology, Nice, 30 - 31 januari 2009 • Sentinel lymph node metastasis in vulvar cancer patients mandates adjuvant groin treatment, independent of size. SGO, 40th Annual Meeting in Women’s Cancer, 5 - 8 februari 2009, San Antonio • 17e Congres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie, Rotterdam, 5 maart 2009 • Oratie Mw. Prof. dr. M.J.E. Mourits: Het zekere voor het onzekere. Rijksuniversiteit Groningen, 24 maart 2009 • 67ste Oncologiedag Gynaecologische tumoren, NKI-AvL Amsterdam, 14 april 2009 • AACR 100th Annual Meeting 2009, Denver Colorado, 18 - 22 april 2009 • Becton Dickinson Advisory Panel, London, 24 april 2009 • German Gynecology Congress, Essen, 30 april - 2 mei 2009 • ESGO/EBCOG Accreditation visit, Krefeld, 8 mei 2009 • Refereeravond Noordelijke Gynaecologen, UMCG, 18 mei 2009 • Annual Meeting ASCO 2009, Orlando, FL, 29 mei 2009 — 2 juni 2009 • Gynaecongres Utrecht, 12 juni 2009 • ESGO Council Meeting, Frankfurt, 17 juni 2009 • ESGO meeting, Frankfurt, 8 juli 2009 • Update on management of early stage vulvar cancer, University of Indonesia, Djakarta, juli 2009 • Refereeravond Gynaecologie / Urologie, UMCG, 14 september 2009 • ESGO meeting, Schiphol Airport Amterdam, 16 september 2009 • 16th ESGO meeting, Belgrado, 11 — 14 oktober 2009 • ESGO Accreditation visit Basel, 5 — 6 november 2009 • KWF kankerbestrijding Invitational Conference, Kwaliteit van Kankerzorg in Nederland, 12 november 2009 • Symposium AMC. Lezing: “Ontwikkelingen in de behandeling van het vroege vulvacarcinoom”, 17 november 2009 • Afscheidssymposium Prof. dr. J.G. Aarnoudse, 27 november 2009 • ESGO Council Meeting, Frankfurt 11 — 12 december 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
145
ACTIVITEITEN:
mw. dr. G.G. Zeeman
Subspecialisatie:
Perinatologie
Datum beëindiging subspecialisatie: 31 december 2001 Aandachtsgebied:
Hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap; Obstetrische intensive care; Patiëntveiligheid & kwaliteitszorg
Datum registratie:
Juni 1998 (USA)
Datum herregistratie:
Februari 2008 (NL)
Lidmaatschappen: Society for Gynecologic Investigation (SGI) American College of Obstetrics and Gynecology (ACOG) International Society for Perinatal Obstetricians (ISPO) International Society for the Study of Hypertension in Pregnancy (ISSHP) Society for Maternal-Fetal Medicine (SMFM) Dutch Society for Simulation in Healthcare (DSSH) Werkgroepen: Werkgroep Echografie (NVOG) Werkgroep Perinatologie (NVOG) Werkgroep Prenatale Diagnostiek (NVOG) Werkgroep Otterlo (NVOG) Stuurgroep Complicatieregistratie (UMCG) Stuurgroep Kwaliteit (UMCG) Nederlandse Werkgroep Preeclampsie (NEDWEP) Bestuursfuncties: • Voorzitter, Commissie Late Zwangerschapsafbreking (NVOG) • Lid, Commissie Complicatieregistratie (NVOG) • Lid, Bestuur Stichting MOET (Managing Obstetrical Emergency and Trauma) • Plaatsvervangend lid, Centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen (Commissie Hubben). Ministeries VWS en Justitie • Secretary/Treasurer, International Society for the Study of Hypertension in Pregnancy (ISSHP) Onderwijsactiviteiten: • • • • • • • •
Docent Specialistische Vervolgopleiding verpleegkundigen Obstetrische High Care opleiding UMCG Docent Simulatietraining Acute Verloskunde (SAVE’R), UMCG 6 x per jaar Simulatie multidisciplinaire teamtraining acute obstetrie UMCG 8 x per jaar Instructeur MOET-cursus (Managing Obstetrical Emergencies and Trauma), 12-13 mei, 15-16 december 2009 16th ISCOMS international student conference of medical sciences ISCOMS workshop “What you always wanted to know about giving birth”, Groningen, 4 juni 2009 JSM Mentorgroepen faculteit RuG: wetenschappelijke vaardigheden, augustus — november 2009 Clinical Problem Solving: “Doctor, I’m pregnant”. International medical students Summerschool, UMCG, 9 juli 2009 Clinical Problem Solving: “Pregnancy and Diabetes”. International medical students Summerschool, UMCG, 9 juli 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
146
Overige activiteiten: Editorial board: Current Women’s Health Reviews Reviewer, British Journal of Obstetrics and Gynecology (BJOG) Reviewer, Critical Care Medicine Reviewer, hypertension in pregnancy Reviewer, Nederlands Tijdschrift Voor Geneeskunde Reviewer, Nederlands Tijdschrift Obstetrie en Gynaecologie Boekhoofdstukken: • The brain. Zeeman GG, Cipolla MJ, Cunningham FG. In Chesley’s hypertension in pregnancy, 3rd edition. Lindheimer M, Cunningham FG, Roberts JM, editors. Elsevier, 2009 • Postma IR, Wiegman MJ, Zeeman GG. HELLP en hoe verder, de naweeën van (pre)eclampsie en het HELLP-syndroom. Stichting HELLP syndroom 2009 Publicaties: Zeeman GG. Neurologic complications of pre-eclampsia. Semin Perinatol. 2009 Jun;33(3):166-72. Review. Zeeman GG, Cunningham FG, Pritchard JA. The magnitude of hemoconcentration with eclampsia. Hypertens Pregnancy. 2009 May;28(2):127-37. Aukes AM, de Groot JC, Aarnoudse JG, Zeeman GG. Brain lesions several years after eclampsia. Am J Obstet Gynecol. 2009 May;200(5):504.e1-5. Hoogakker E, Hulzebos CV, Zeeman GG. Preterm premature rupture of membranes in een derdelijnscentrum: is terugverwijzen naar de tweede lijn na de 32e week veilig voor de neonaat ? NTOG 2009;122:17-20 Cantineau EAP, Gordijn SJ, de Groot JC, Hofker S, Zeeman GG. Appendicitis gedurende de zwangerschap. Ned Tijdschr Geneesk 2009;153(1-2):20-24 Zeeman GG. Terugblik op een ernstig verloop en perimortem sectio bij een patiënte met preeclampsie/HELLP-syndroom. Ingezonden brief NTOG 2009;122:55 Zeeman GG. Late zwangerschapsafbreking. NTOG 2009;122:122 Zeeman GG, Page-Christiaens GCML. Zwangerschapsbeeindiging in verband met een ernstige maternale conditie. NTOG november 2009;122:305-307 Page-Christiaens GCML, Zeeman GG, Hubben JHAM. Late zwangerschapsafbreking categorie 2: werkzaamheden van en meldingen bij de centrale deskundigencommissie. NTOG oktober 2009;122:232235 Dreyer K, van Lonkhuijzen LRCW, Zeeman GG. Invoering van een behandelprotocol voor ernstige haemorrhagia post partum leidde niet tot de beoogde verbetering van zorg. NTOG november 2009;122:288-291 Abstracts: • Karst Y. Heida, Gerda G. Zeeman, Christian V. Hulzebos. neonatal side effects of maternal labetalol treatment in severe preeclampsia . ESPR 2009 • Ineke R. Postma, Ineke Wessel, Jan G. Aarnoudse, Gerda G. Zeeman. Neurocognitive Functioning in Formerly Eclamptic Women: Sustained Attention and Executive Functioning. SGI UK
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
147
Voordrachten: • Chairman’s Maternal-Fetal Medicine fellow rounds. University of Texas Southwestern Medical Center, Parkland Hospital, Dallas, USA. Neurological Consequences of Eclampsia and Preeclampsia: Short and Long-Term Effects. January 2009 • Het melden van incidenten. Doelencongres, Rotterdam, 6 maart 2009 • Symposium: What’s available in the medical simulation field? Training and courses using simulation: first steps first: training of gynecologic residents. Dutch Society for Simulation in Healthcare (DSSH), Rotterdam, 13 maart 2009 • Multidisciplinaire teamtraining acute obstetrie. Workshop Landelijke nascholingsdag HELLP en patientveiligheid, verpleegkundigen obstetrie en gynaecologie, UMCG, 26 maart 2009 • Naar een patient veiligheids cultuur….Landelijke nascholingsdag HELLP en patientveiligheid, verpleegkundigen obstetrie en gynaecologie, UMCG, 26 maart 2009 • Short and longterm neurological consequences of preeclampsia. Seminario Perinatologia , Coimbra, Portugal, 4 april 2009 • Medische missers? de zorg rond de hypertensieve zwangere in de noordelijke regio. Refereeravond Noordelijke Gynaecologen. UMCG, 18 mei 2009 • Short and longterm neurological consequences of preeclampsia. Refereeravond UMCUtrecht, 3 september 2009 • Simulatietraining acute verloskunde (SAVE’r). VAGO symposium, Amsterdam, 11 september 2009 • Short and longterm neurological consequences of preeclampsia Zurich University Hospital, 13 november 2009 • Afdeling chirurgie UMCG. Naar een patientveiligheidscultuur….25 november 2009 Gevolgde nascholing/congressen: • Annual Meeting, Society for Maternal-Fetal Medicine, San Diego, USA, januari 2009. • Gynaecongres, 11-12 juni 2009 • Instructor And Facilitation Training — (Infact) cursus UMCG skillslab, 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
148
ACTIVITEITEN:
drs. H.J.M.A.A. Zijlmans
Aandachtsgebied:
Gynaecologische Oncologie
Datum registratie:
15 augustus 2009
Lidmaatschappen: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) European Society of Gynaecological Oncology (ESGO) Werkgroepen: Werkgroep Oncologische Gynaecologie (WOG) Publicaties: Zijlmans HJ, Fleuren GJ, Hazelbag S, Sier CF, Dreef EJ, Kenter GG, Gorter A. Expression of endoglin (CD105) in cervical cancer. Br J Cancer. 2009 May;100(10):1617-26. Gevolgde nascholing (congressen, refereeravonden): • Cursus Vulvapathologie, Capelle aan den IJssel, januari 2009 • Congres infertiliteit, gynaecologie en obstetrie, Rotterdam, maart 2009 • Nascholingscursus counseling prenatale screening voor gevorderden, mei 2009 • Gynaecongres, Utrecht, 11 - 12 juni 2009 • 16 th ESGO meeting, Belgrado, 11 - 14 oktober 2009 Voordrachten: Cervix carcinoom en cytokines, refereeravond Medisch Centrum Haaglanden, januari 2009
Jaarverslag Obstetrie & Gynaecologie 2009
149