Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Bereikbaarheid en informatie UMCG
(050) 361 61 61
- - - - - -
(050) 361 30 28 (050) 361 31 20 (050) 361 30 28 (050) 361 22 43 (050) 361 72 29 (050) 361 24 91
Afdeling Prenatale Diagnostiek Verpleegafdeling L3 Medisch maatschappelijk werk Geestelijk verzorger Afdeling Klinische Genetica Mortuarium
Crematorium Groningen Geboorte aangifte Afdeling Burgerzaken Groningen, Loket Publiekszaken Kreupelstraat 1, 9712 HW Groningen, maandag van 13.00 - 16.00 uur dinsdag t/m vrijdag van 9.00 - 16.00 uur donderdagavond van 18.00 - 20.00 uur Van tevoren een afspraak maken: www.gemeente.groningen.nl
(050) 927 21 20
(050) 367 70 70
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
Inhoud Inleiding
5
Opname op L3
5
Wat gebeurt er bij een zwangerschapsafbreking? Pijn Placenta
6 6 6
Na de bevalling Kennismaken met uw kind Herinneringen en foto’s Naam Andere kinderen in het gezin
7 7 8 8 8
Onderzoek na de geboorte Aangifte Begraven, cremeren of achterlaten in het ziekenhuis
9 10 10
Psychosociale begeleiding vanuit het UMCG
11
Weer thuis na de behandeling Ontzwangeren Melkproductie
12 12 12
Nazorg
12
Verwerking thuis De partner Uw omgeving Werkhervatting
13 14 14 15
3
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Een volgende zwangerschap
15
Tot slot
16
Aanvullende informatie Folders Internetadressen Boeken Hulporganisaties
16 16 16 17 18
Aantekeningen
19
4
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
Inleiding U heeft besloten de zwangerschap te beëindigen omdat bij prenataal onderzoek afwijkingen bij het ongeboren kind zijn gevonden. Deze folder geeft u informatie over het verloop van de zwangerschapsafbreking en de periode daarna. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft of er zijn onduidelijkheden, neem dan gerust contact op met uw behandelend arts of de verpleeg kundigen. Een telefoonnummer vindt u voor in deze folder.
Opname op L3 Om de zwangerschap te beëindigen is het nodig u in het ziekenhuis op te nemen. Meestal is dit een paar dagen nadat u heeft besloten de zwangerschap af te breken. De ervaring leert dat het goed is wanneer u voldoende tijd neemt om u voor te bereiden op het afbreken van de zwangerschap. Dit komt ten goede aan het afscheid nemen van uw kind. Deze dagen kunt u ook gebruiken voor het regelen van een aantal zaken. Zwangerschapsafbreking vindt plaats op één van de verloskamers van de verpleegafdeling L3. De arts of verpleegkundige die u heeft begeleid tijdens het traject van prenataal onderzoek spreekt met u af wanneer en hoe laat u daar wordt verwacht. Dit kan op elke dag van de week zijn, ook in het weekend. Op de dag van opname wordt gelijk gestart met de behandeling. De duur van de opname kan variëren van één tot drie dagen. Uw partner of een andere naaste persoon kan zolang bij u in het ziekenhuis blijven.
5
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Wat gebeurt er bij een zwangerschapsafbreking? Bij een zwangerschapsafbreking brengt de arts de bevalling kunstmatig op gang. De behandeling bestaat uit het toedienen van vaginale tabletten met het hormoon Prostaglandine (Misoprostol genaamd). De tabletten worden door de arts om de vier uur in de vagina ingebracht om de weeënactiviteit op gang te brengen. De tijd tussen de start van de behandeling en het begin van de weeën en geboorte is per vrouw verschillend. Meestal vindt de bevalling binnen 24 uur plaats. Omdat het lichaam bij deze zwangerschaps duur nog niet is ingesteld op een bevalling, kan het ook meer tijd in beslag nemen. Soms duurt het twee tot drie dagen voordat de bevalling plaatsvindt. Bij een zwangerschapsafbreking verloopt de ontsluiting (dit is het opengaan van de baarmoedermond), vaak anders dan bij een spontane bevalling. Lange tijd lijkt er nauwelijks iets te gebeuren, terwijl er dan vrij plotseling sprake is van volledige ontsluiting en persdrang. Een drukkend gevoel in het gebied van het bekken, ook op de blaas en darm, is vaak een voorteken dat het kind geboren gaat worden. Pijn De pijn die u ervaart tijdens de behandeling kan variëren van sterke menstruatieachtige pijn tot heftige weeën. De mogelijkheid tot pijnstilling is altijd aanwezig. Het is belangrijk dat u zelf op tijd aangeeft wanneer de pijn te heftig wordt. De pijn kan worden verlicht door injecties of een plaatselijke verdoving (ruggenprik). Placenta Nadat het kind is geboren moet de nageboorte (placenta) nog volgen. Dit kan een paar minuten duren, maar ook langere tijd. Bij ongeveer één op de drie vrouwen komt de placenta niet spontaan. Dan moet een placentaverwijdering onder narcose plaatsvinden.
6
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
Dit gebeurt op de operatiekamer. Hierbij kan uw partner of naaste niet aanwezig zijn.
Na de bevalling Tijdens de geboorte is de baby vaak al overleden. Soms leeft de baby nog, is er nog een hartslag en maakt het af en toe een ademhalingsbeweging. In dat geval wordt na de geboorte met tussenpozen de hartslag gecontroleerd om het moment van overlijden vast te leggen. Kennismaken met uw kind In korte tijd maakt u kennis met uw kind én neemt u afscheid van uw kind. Wij adviseren u naar de baby te kijken en, als u dat wilt, aan te raken of vast te houden, ook als er zichtbare afwijkingen zijn. Het is normaal dat u hier tegen opziet, maar meestal is de werkelijkheid minder eng dan verwacht. Bij kinderen met zichtbare afwijkingen zien ouders ook vaak veel moois en liefs in hun kind. Het zien van voorspelde afwijkingen kan bovendien een bevestiging zijn dat u de juiste beslissing heeft genomen. Aangeboren afwijkingen zijn echter niet altijd eenvoudig te herkennen. Het kan dan moeilijk zijn om een bevestiging te vinden, dat u de juiste beslissing heeft genomen. Wanneer u er tegen opziet om uw kind te bekijken, kan de arts of verpleegkundige u van tevoren een beeld proberen te geven. Ook kunt u eerst kijken naar normaal ontwikkelde lichaamsdelen, zoals handjes of voetjes, voordat u uw hele kind bekijkt. Het zien, aanraken en vasthouden geeft u een reëel beeld van uw kind. Het is een goede manier om afscheid te nemen, en heeft een gunstige invloed op het verwerkingsproces. Neem hiervoor uw tijd en vraag zo nodig om privacy.
7
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Herinneringen en foto’s Het kennismaken en afscheid nemen van uw kind vindt in korte tijd plaats. Het is voor veel ouders prettig om later tastbare herinneringen aan hun kind te hebben. Wij raden u dan ook aan om foto’s te maken van uw kind. Foto’s zijn nooit mooier dan de werkelijkheid, maar kunnen u wel helpen om het vervagen van herinneringen tegen te gaan. Als u het moeilijk vindt kunt u de verpleegkundige vragen u te helpen met het maken van de foto’s. De verpleegkundige maakt ook foto’s die voor u op CD worden gezet. Als het mogelijk is kan de verpleegkundige hand- en voetafdrukjes maken van uw kind. U kunt deze bewaren als herinnering of gebruiken voor bijvoorbeeld een kaart aan familie en vrienden. Naam Wanneer u uw kind een naam geeft, voorkomt u dat achteraf wordt gesproken over ‘het’ of over ‘de baby’. Als u al een naam voor uw kind had gekozen kunt u die gebruiken, maar als u dat niet wilt zou u uw kind ook een symbolische naam kunnen geven. Andere kinderen in het gezin Het is goed de andere kinderen uit het gezin te betrekken bij de gebeurtenissen. Vertel hen wat er aan de hand is. Door het bespreekbaar te maken hoeft u zelf ook niet met een ‘geheim’ rond te lopen. U kunt zelf beslissen wat u allemaal met hen bespreekt. Kinderen kunnen goed begrijpen dat u verdrietig bent omdat de baby die jullie verwachtten niet zal leven. Als zij niet weten waarom u verdriet heeft en soms moet huilen, geven zij zichzelf hiervan misschien de schuld. Uw kinderen verliezen een broertje of zusje en zullen hun verdriet daarover op hun eigen tijd en wijze uiten. Als u het moeilijk vindt om met uw kinderen over de dood te praten kunnen kinderboeken hierover misschien een hulpmiddel zijn.
8
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
Bedenk zelf of u wilt dat de andere kinderen hun broertje of zusje zien en aanraken. Als u dat niet wilt kunt u bijvoorbeeld de handen voetafdrukjes laten zien. Om ze bij het afscheid te betrekken kunt u ze vragen een brief te schrijven of een tekening te maken om mee te geven. U kunt ze ook laten helpen bij het maken van een herinneringenboek.
Onderzoek na de geboorte Meestal zal de arts vragen om toestemming voor obductie. Obductie is een onderzoek naar de uitwendige en inwendige aangeboren afwijkingen bij uw kind. Obductie vindt kort na de geboorte plaats. Als u uw kind hierna zelf wilt laten begraven of cremeren is er vaak weinig meer te zien van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden. Obductie is nodig om meer informatie over de afwijkingen te krijgen en de kans op herhaling bij een volgende zwangerschap te bepalen. Als u toestemming geeft voor obductie ontvangt u naderhand de resultaten van het onderzoek. Het kan enkele maanden duren voordat de volledige uitkomst van de obductie bekend is. Er wordt meestal ook om toestemming gevraagd voor de afname van wat weefsel van uw kind, bijvoorbeeld een stukje navelstreng. Hiermee kan (micro-) chromosomenonderzoek worden gedaan. Dit onderzoek wordt gedaan om het kind te onderzoeken op veel voorkomende chromosoomafwijkingen (als dat niet al gedaan is in vruchtwater) en op kleine chromosoom afwijkingen, die niet onder de microscoop te zien zijn. Soms is achteraf ook bloed van beide ouders nodig, om de resultaten uit het laboratorium goed te kunnen duiden. Dit wordt dan met u besproken. In het stukje navelstreng dat wordt bewaard kan in de toekomst ook gericht ander onderzoek gedaan worden, als obductie een andere diagnose uitwijst. Voor obductie van de hersenen wordt altijd aparte toestemming aan u gevraagd. 9
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Soms is ook gedeeltelijke obductie of alleen lijkschouwing door de klinisch geneticus voldoende. Als u liever afziet van obductie, kunt u dit aangeven. Aangifte In Nederland bestaat een wettelijke verplichting tot aangifte als een kind na een zwangerschapsduur van 24 weken wordt geboren. Als een kind voor een zwangerschapsduur van 24 weken wordt geboren is aangifte alleen verplicht als het kind levend is geboren. U kunt uw kind aangeven bij de burgerlijke stand. U heeft hiervoor officiële overlijdenspapieren nodig die u van ons ontvangt. Het adres waar u aangifte kunt doen vindt u voor in deze folder. Bijschrijven in uw trouwboekje mag u ook zelf doen. Begraven, cremeren of achterlaten in het ziekenhuis In Nederland bestaat een wettelijke verplichting tot begraven of cremeren als een kind na een zwangerschapsduur van 24 weken wordt geboren. Wanneer u uw kind wilt laten begraven of cremeren kunt u een begrafenisondernemer opdracht geven dit voor u te regelen. U kunt ook zelf contact opnemen met een begraafplaats of crematorium. In dit laatste geval zijn de kosten uiteraard lager. U mag uw kind zelf vervoeren als u uw kind in een mandje, doosje of dekentje legt en u de juiste papieren heeft. Deze papieren ontvangt u van ons. Op de afdeling wordt met u afgesproken waar en wanneer u uw kind ophaalt. Dit kan op de afdeling zijn of bij het mortuarium, afhankelijk van of er obductie heeft plaatsgevonden. We adviseren u om een omslagdoek en/of kleertjes mee te nemen waarmee u uw kind kan aankleden. Bij zeer jonge kinderen zijn poppenkleertjes geschikt. Als u uw kind niet zelf wilt begraven of cremeren kunt u er voor kiezen uw kind in het ziekenhuis achter te laten. Het ziekenhuis 10
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
zorgt dan voor een crematie. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Als u wilt wordt u van tevoren op de hoogte gebracht van de datum waarop de crematie zal plaatsvinden. U kunt hier niet bij aanwezig zijn. Wel kunt u de plek waar de as wordt verstrooid bezoeken. Nadat de crematie en verstrooiing hebben plaats gevonden krijgt u van het ziekenhuis hierover bericht.
Psychosociale begeleiding vanuit het UMCG Heel bepalend voor het rouwproces is dat u naar aanleiding van het prenatale onderzoek zelf heeft besloten de zwangerschap te beëindigen. U kunt zich daar erg verantwoordelijk voor voelen. Op verstandelijk niveau is de beslissing helder en duidelijk, maar in emotioneel opzicht gaat het besluit vaak gepaard met twijfel en onzekerheid. Gevoelens van leegte, eenzaamheid, verdriet en wanhoop, maar ook boosheid en gevoelens van schuld en falen zijn heel normaal. Deze gevoelens kunnen heel sterk zijn en lang duren, maar zullen op den duur minder heftig worden. Om u te helpen bij het verwerken van uw verdriet en alles wat u heeft meegemaakt, kunt u gebruik maken van de medisch maatschappelijke medewerkers van de afdeling. Zij zijn gespecialiseerd in het begeleiden van mensen die in een vergelijkbare situatie verkeren als u en kunnen richting geven en handvatten bieden bij de rouwverwerking. Meestal wordt het eerste contact met een medisch maatschappelijk werker al gelegd bij het nemen van de beslissing tot zwangerschapsbeëindiging. Soms volgt het later. Tijdens de opname en in de periode daarna, zowel in het ziekenhuis als thuis, kan het contact blijven bestaan. Dit is afhankelijk van uw behoefte. Ook als u in eerste instantie geen gebruik wilt maken van een maatschappelijk werker, maar hier later toch behoefte aan blijkt te hebben kan er altijd alsnog een afspraak worden geregeld. Het telefoonnummer voor het maken van een afspraak vindt u voor in deze folder.
11
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Aan het ziekenhuis zijn ook geestelijk verzorgers verbonden van verschillende levensovertuigingen. Zij komen, als u dit op prijs stelt, langs voor een gesprek. U kunt via de arts of verpleegkundige laten weten dat u met één van hen een gesprek wilt hebben, maar u kunt ook zelf bellen. Het telefoonnummer staat voor in deze folder.
Weer thuis na de behandeling Ontzwangeren Na de bevalling kunt u gedurende een aantal weken vloeien. Wij adviseren om niet in bad te gaan of te zwemmen zolang u bloedverlies heeft. Douchen mag wel. Abnormale bloedingen, onaangenaam ruikende afscheiding en een hoge temperatuur kunnen aanwijzingen zijn voor een infectie of een achtergebleven rest van de placenta. Neem in deze gevallen contact op met de afdeling om dit te laten onderzoeken en zo nodig te behandelen. Melkproductie Normaal gesproken komt twee tot drie dagen na de bevalling de melkproductie op gang. Dit leidt tot stuwing. Om de melk productie tegen te gaan kunt u de eerste tijd het beste een elastische, strakke beha dragen gedurende de dag en nacht. Eventueel legt u koude kompressen op de borsten. Als u dat wenst kunnen medicijnen worden gegeven om de stuwing tegen te gaan. Om pijn te verlichten kunt u zo nodig paracetamol innemen. Na een paar dagen zal de stuwing vanzelf afnemen.
Nazorg Ongeveer twee tot drie weken na de bevalling heeft u een telefonische afspraak met een verpleegkundige die tijdens de opname voor u gezorgd heeft. De verpleegkundige zal u vragen hoe het met u gaat en of u nog vragen heeft. 12
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
Rond zes weken na de bevalling heeft u een nagesprek in het ziekenhuis met de arts van de afdeling Prenatale Diagnostiek die u tijdens de zwangerschap heeft begeleidt. Dit gesprek wordt vaak gecombineerd met een gesprek met de maatschappelijk werker en eventueel andere medebehandelaars. Als u dit gesprek eerder wenst kan hier rekening mee worden gehouden. In dit gesprek worden het beloop rondom uw zwangerschap, het prenatale onderzoek, de uitslag, de beslissing, de bevalling en de eerste weken daarna, met u doorgenomen. Ook zullen de uitslagen van eventuele obductie of andere onderzoeken met u worden doorgenomen voor zover deze al bekend zijn. Aan de hand hiervan kunnen vragen over de kans op herhaling in een volgende zwangerschap worden beantwoord. Als het nodig is of als u dit prettig vindt, kan ook een afspraak worden gemaakt met de afdeling Klinische Genetica om u over de erfelijkheid en de herhalingskansen van de betreffende afwijking te informeren. Verder zal er tijdens het nagesprek worden gesproken over anticonceptie en de mogelijkheden van prenataal onderzoek in een volgende zwangerschap.
Verwerking thuis In uw vertrouwde omgeving kunnen veel wisselende en tegen strijdige gevoelens opkomen. Enerzijds is het fijn om weer thuis te zijn, maar aan de andere kant kunt u zich verdrietig en alleen voelen en is het stil zonder de hulpverleners uit het ziekenhuis om u heen. Er is geen zwangerschap meer en er is ook geen baby om voor te zorgen. Er is niets. U kunt overvallen worden door pijnlijke gevoelens van verdriet, twijfel, mislukken, schaamte en schuld. Een rouwproces kenmerkt zich door verwarring, grilligheid en onvoorspelbaarheid. Er zijn geen regels voor een goed verwerkingsproces. Probeer zoveel mogelijk op uw eigen gevoel te vertrouwen en daarnaar te luisteren.
13
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Een enkele keer blijkt dat een rouwproces niet goed verloopt. Aanhoudende depressieve gevoelens, steeds herhalende (negatieve) gedachtecirkels, vermijdingsgedrag, geen initiatieven kunnen nemen en slecht slapen of eten kunnen hier signalen van zijn. Als u het gevoel heeft dat een bepaalde vorm van gedrag gedurende lange tijd blijft bestaan of zeer intens is zonder dat hier beweging of verandering in komt, is het verstandig om hulp te zoeken. U kunt hiervoor altijd contact opnemen met uw huisarts of een maatschappelijk werker van het ziekenhuis. De partner Partners voelen zich vaak overbodig, onzeker en machteloos. Om hun vrouw te steunen drukken ze hun eigen emoties vaak wat naar de achtergrond toe. Daarnaast wordt hun tijd in beslag genomen door verschillende regelzaken en contacten naar anderen toe. Hierdoor geven ze het eigen rouwproces weinig tijd; ze vragen onvoldoende aandacht voor zichzelf. Als gevolg hiervan komen partners soms pas later toe aan het verwerken van hun verdriet. Dit kan tot onbegrip, spanningen en verwijdering leiden. Probeer daarom goed met elkaar in contact te blijven. Praat en luister naar elkaar. Als u het gevoel heeft dat u er samen niet uitkomt, neem dan contact op met de maatschappelijk medewerker. Uw omgeving Het verdriet van uzelf verschilt met dat van uw familie en vrienden. Voor de mensen om u heen is het soms moeilijk om de juiste toon te vinden. Sommigen weten niet goed hoe ze moeten reageren. Anderen benaderen u wel, maar durven niet over het verlies van uw kind te praten en praten daarom liever over een ander onderwerp. Anderen zijn misschien weer teveel aanwezig. U moet zich realiseren dat het over het algemeen allemaal goed wordt bedoeld. Soms helpt het om een kaart te sturen naar familie en vrienden, waarop u kunt aangeven welke vorm van contact u wel of niet wenst. Dit geeft duidelijkheid en kan vervelende situaties
14
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
helpen voorkomen. Het delen van het verlies en uw verdriet met uw omgeving kan u ook helpen bij de verwerking hiervan. Werkhervatting Hoeveel tijd iemand nodig heeft om weer volledig in het werk te functioneren is wisselend. Er bestaan geen vaste richtlijnen, maar een rustperiode van tenminste zes weken wordt aangeraden. Bij een bevalling voor een zwangerschapsduur van 24 weken heeft u geen recht op zwangerschapsverlof, maar houdt u er rekening mee dat uw lichaam wel moet ontzwangeren. Werken kan afleiding bieden, maar kan ook belastend zijn. Voor sommigen is het goed om snel de gewone routine weer op te pakken, anderen hebben meer tijd nodig. U kunt bijvoorbeeld eerst met minder uren beginnen. Vertrouw hierbij op uw gevoel. Goed contact met uw werkgever en de bedrijfsarts en het maken van concrete afspraken maakt de terugkeer in het werkproces eenvoudiger.
Een volgende zwangerschap Na verloop van tijd begint u zich wellicht af te vragen wanneer het een goed moment is om opnieuw zwanger te raken. Voor sommigen is dit heel snel, anderen hebben hier langer de tijd voor nodig en weer anderen besluiten van een volgende zwangerschap af te zien. De herhalingskans van de afwijking bij uw kind kan deze beslissing beïnvloeden. Probeer goed naar uzelf te luisteren en pas een volgende zwangerschap te overwegen als u daar werkelijk aan toe bent. Het is goed om te bedenken dat een zwangerschap altijd, ook ongepland, kan optreden. Zolang u niet zeker bent of u een volgende zwangerschap aan kunt is een betrouwbare vorm van anticonceptie dus noodzakelijk.
15
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Tot slot De zwangerschap beëindigen is een ingrijpende gebeurtenis. De meeste ouders blijken dit verlies na enige tijd goed te verwerken. Het verlies van uw kind vergeet u nooit. Het is belangrijk er op te vertrouwen dat u dit verdriet een plaats kan geven binnen uw relatie, uw gezin en uw leven. Het belangrijkste is dat u steeds uw eigen gevoel volgt en uw eigen beslissingen neemt.
Aanvullende informatie Folders Verkrijgbaar via de verpleegkundige van de afdeling. - Onderzoek naar aangeboren afwijkingen - Er is iets met uw baby - Obductie bij pasgeborenen - CGH onderzoek (micro-chromosomenonderzoek) Internetadressen Een paar relevante internetadressen: www.erfocentrum.nl Documentatiecentrum op gebied van erfelijke en aangeboren aandoeningen. www.nvog.nl Informatie en voorlichting voor patiënten en hulpverleners van de landelijke vereniging voor gynaecologen. www.lieve-engeltjes.nl Stichting Lieve Engeltjes: Contactgroep voor mensen die te maken hebben met het verlies van een kind.
16
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
www.achterderegenboog.nl Verliesverwerking bij kinderen. Boeken Titels van boeken die meer achtergrondinformatie geven of waarin ervaringen van andere ouders staan beschreven: -
Echo M. Slagboom, uitgeverij Augustus 2011
-
Ongekend verlies A. van der Meer, uitgeverij Sirene 2008
-
Geen wiegje, geen luiers: de rouw over het onzichtbare kind: het vervolg K. van den Bogaard, VU Uitgeverij 2003
- -
-
Stille baby’s: rouwverwerking bij doodgeboorte en zwangerschapsafbreking C. Geerinck-Vercammen, uitgeverij Archipel 2001 Met lege handen: vrouwen over het verlies van hun baby in de zwangerschap of rond de bevalling M. Cuisinier & H. Janssen, uitgeverij Van Holkema & Warendorf 1996 Als je zwangerschap misloopt M. van Buuren & W. Braam, uitgeverij De Kern 1999
17
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
Hulporganisaties Een paar relevante hulporganisaties: -
Landelijke zelfhulporganisatie Ouders van een overleden kind (0252) 37 06 04 Bereikbaar op werkdagen van 9.00 - 12.00, 14.00 - 17.00, 19.00 - 22.00 uur.
-
Fiom, Stichting ambulante Fiom (073) 612 88 21 Landelijke instelling voor hulpverlening bij vragen op het terrein van zwanger- schap en ouderschap.
-
Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisatie (VSOP) (035) 602 85 55 Betrokken bij erfelijke en/of aangeboren aandoeningen. Bereikbaar op werkdagen van 10.00 - 15.00 uur (ERFOlijn).
-
Stichting Dilemma Onafhankelijke stichting met netwerk deskundigen, waar ouders terecht kunnen met vragen rondom leven en dood van ernstig gehandicapte pas- geborenen en ongeborenen met ernstige aandoeningen.
(030) 287 19 00
-
Stichting ‘Achter de regenboog’ Biedt hulp bij verliesverwerking met kinderen en jongeren.
(030) 236 82 82
18
Obstetrie & Gynaecologie | Prenatale Diagnostiek
Aantekeningen
19
Zwangerschapsbeëindiging na prenataal onderzoek
20
Patiënteninformatie vlk 216/1111