Voorwoord
evenementenvergunningenbeleid. In deze nota Evenementenvergunningen staat helder uiteengezet aan welke voorschriften en veiligheidsvoorwaarden betrokken partijen moeten voldoen. Daarmee bevorderen ze een gunstig verloop in het vergunningentraject. Niet alleen geldt dit voor de organisatoren, maar ook voor de gemeentelijke diensten en organisaties, politie, de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en andere belanghebbenden. Zij realiseren samen ieder jaar een succesvol evenementenseizoen.
Rotterdam staat bekend als dé evenementenstad van Nederland. Jaarlijks trekken kleine en grote evenementen honderdduizenden bewoners en bezoekers uit binnen- en buitenland. Deze publiekstrekkers versterken niet alleen het imago van Rotterdam, maar zijn ook belangrijk voor de verdere
De beleidsuitgangspunten, die door de jaren heen zijn vastgesteld in jaarrapportages, notities en dergelijke, zijn na overleg met adviserende diensten en aanvragers opgenomen in deze nota. Daarnaast zijn ook de aanbevelingen van het COT naar aanleiding van de strandrellen in Hoek van Holland in 20091 verwerkt in dit evenementenvergunningenbeleid. Met het vergunningenbeleid en het evenementenbeleid zet Rotterdam zichzelf nog steviger op de kaart als evenementenstad.
ontwikkeling van de stad als vrijetijdsstad.
Goed evenementenbeleid en evenementenvergunningenbeleid zijn essentiële voorwaarden voor geslaagde evenementen. Tegelijkertijd met deze beleidsnota over evenementenvergunningenbeleid heeft het College de nota ‘Dieper in de stad, verder in de wereld’ vastgesteld. Hierin staan inhoudelijke richtlijnen en kwaliteitscriteria opgenomen, waaraan evenementen moeten voldoen, willen zij een plek op de Rotterdamse evenementenkalender krijgen. Het evenementenbeleid is nadrukkelijk gekoppeld aan het
Ing. A. Aboutaleb Burgemeester van Rotterdam
1) COT, Strandrellen in Hoek van Holland, Dancefestival Veronica Sunset Grooves, 22 augustus 2009.
1
2
Inhoud 1.
2.
Inleiding: waarom deze nota?
5
1.1 Aanleiding: diverse gemeentelijke afspraken 1.2 Doel: alles over evenementenvergunningen
5
1.3 Opzet: van aanvraag tot evaluatie
7
Evenementen: waarvoor een vergunning aanvragen?
8
5
2.1 Drie categorieën evenementen
8
2.2 Bijzondere evenementen 2.3 Geen evenement, maar wel voorschriften
10
3.
Procedure: hoe een vergunning aanvragen? 3.1 Loket hangt af van evenementcategorie 3.2 Aanvragen bij deelgemeentebestuur 3.3 Aanvragen bij Directie Veiligheid
13 13 13 14
4.
Toekenning: hoe wordt een vergunningaanvraag beoordeeld? 4.1 Standaard: risicoscan en risicoanalyse 4.2 Behandeling A-evenementen 4.3 Dienstenoverleg voor B- en C-evenementen
15 15 17 18
5.
Voorwaarden: aan welke voorschriften moet de organisator voldoen? 5.1 Bereikbaarheid 5.2 Openbare orde en veiligheid 5.3 Milieu: geluid, afval en luchtkwaliteit 5.4 Communicatie
22 22 24 27 28
6.
Uitvoering: wie is verantwoordelijk voor naleving en handhaving van de voorschriften? 6.1 Verantwoordelijke organisaties 6.2 Multidisciplinaire schouw 6.3 Handhavingsprotocol 6.4 Crowd management en crisisbeheersing 6.5 Evaluatie
30 30 32 32 34 34
11
Bijlage 1: Juridisch kader
35
Afkortingenlijst
40
3
4
1. Inleiding: waarom deze nota?
jaarrapportages. De Nota Evenementenvergunningen wil een einde maken aan deze versnippering. Bovendien hebben de rellen rond Sunset Grooves (het strandfeest van 2009 in Hoek van Holland) gevraagd om een aanscherping van de werkwijzen. De nieuwe afspraken zijn vastgelegd in deze Nota Evenementenvergunningen.
In deze nota is alle informatie over evenementenvergunningen gebundeld voor zowel organisatoren (bijvoorbeeld: waar vraag ik een vergunning aan?) als adviserende diensten en organisaties (welke procedures en voorschriften gelden er?).
1.2 Doel: alles over evenementenvergunningen In de Nota Evenementenvergunningen is de informatie over vergunningen gestroomlijnd en geactualiseerd. Alle relevante procedures, voorschriften en afspraken staan hierin gebundeld en zijn inhoudelijk op elkaar afgestemd. Dit is het resultaat van een meer integrale benadering van evenementen en een proces met alle betrokken partijen de afgelopen jaren. Hiermee is een standaardprocedure ontwikkeld voor het indienen en behandelen van vergunningaanvragen. Ook andere veiligheidsafspraken rond evenementen zijn in deze nota ondergebracht. Op hoofdlijnen is de werkwijze per evenement hiermee gelijk; de precieze uitvoering vergt niettemin maatwerk.
1.1 Aanleiding: diverse gemeentelijke afspraken Er worden steeds meer evenementen georganiseerd in Rotterdam en er komen ook steeds meer mensen op af. Ze zijn een aanwinst voor de stad, omdat ze van Rotterdam een attractieve stad maken. Tegelijkertijd vragen de (vaak grootschalige) evenementen om duidelijke afspraken om de veiligheid van bezoekers, deelnemers en omwonenden te garanderen en de openbare orde te handhaven. Veel afspraken stonden al op papier, maar in verschillende nota’s. Zo was er de Notitie Alcoholbeleid, een Veiligheidswijzer en waren veel beleidsuitgangspunten vastgelegd in 5
Toets aan inhoudelijke criteria voor evenementen In de nota ‘Dieper in de stad, verder in de wereld’, die het College tegelijkertijd met de nota Evenementenvergunningen heeft vastgesteld, zijn inhoudelijke richtlijnen en kwaliteitscriteria voor evenementen opgenomen. Aan deze eisen moeten de evenementen voldoen, willen zij een plek op de Rotterdamse evenementenkalender krijgen. Het evenementenbeleid is nadrukkelijk gekoppeld aan het evenementenvergunningenbeleid. Dit houdt in dat grotere evenementen (categorie B en C, zie paragraaf 2.1) eerst getoetst worden aan de kwaliteitscriteria uit het evenementenbeleid voordat de vergunningaanvraag in behandeling wordt genomen. Rotterdam Festivals verricht deze toets. Alle aanvragen moeten dan ook altijd eerst langs Rotterdam Festivals. Voor sportevenementen is Rotterdam Topsport het loket. Alleen na een positieve toets start Directie Veiligheid het vergunningentraject. In dit traject wordt beoordeeld of het evenement aan de veiligheidscriteria voldoet. Directie Veiligheid toetst aanvragen dus aan het stedelijke vergunningenbeleid en Rotterdam Festivals aan het stedelijke evenementenbeleid. Om deze twee toetsen (aan kwaliteits- en veiligheidscriteria) goed op elkaar af te stemmen vindt periodiek overleg plaats tussen Directie Veiligheid en Rotterdam Festivals. Belangrijk sturingsinstrument voor de planning van de evenementen in tijd en locatie is de evenementenkalender die het College van Burgemeester en Wethouders jaarlijks half januari vaststelt, na overleg in de driehoek. Deelgemeenten kunnen daarnaast ook lokaal evenementenbeleid maken dat concreet ingaat op de lokale situatie. Voordat deelgemeenten dit beleid vaststellen, moeten ze het voorleggen aan Directie Veiligheid en Rotterdam Festivals.
Deze nota is bestemd voor organisatoren (die vergunningen aanvragen) en ook voor adviserende en uitvoerende diensten en organisaties (die vergunningaanvragen behandelen).
Wie is de organisator? De organisator is volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) “degene voor wiens rekening en risico een evenement plaatsvindt”. In sommige gevallen huurt de aanvrager van de evenementenvergunning een organisatiebureau in om het evenement te organiseren. In andere gevallen vraagt de exploitant van de zaal de vergunning voor het evenement aan. De organisator hoeft in juridische zin dus niet dezelfde (rechts)persoon te zijn als de vergunningaanvrager. Wanneer er sprake is van een aanvrager en organisator is het van belang om in de vergunningprocedure een duidelijk onderscheid te maken tussen deze twee partijen. Zo kan onduidelijkheid worden voorkomen.
6
Voor de meest actuele praktische gegevens (telefoonnummers, contactpersonen, tijdsplanningen, te leveren producten) rond de grote Rotterdamse evenementen verschijnt het Handboek Vergunningen Evenementen. Dit handboek kan regelmatiger worden herzien, als evaluatie van een evenementenseizoen aanleiding geeft om specifieke werkwijzen aan te passen. In het handboek staan bovendien uitwerkingen van vergunningsprocessen bij afzonderlijke diensten en bijvoorbeeld een checklist veiligheid bij evenementen.
De organisator dient één alomvattende vergunningaanvraag in. Afhankelijk van het type evenement kunnen ook andere vergunningen nodig zijn dan alleen de evenementenvergunning, zoals een vergunning om vuurwerk af te steken, een ontheffing van de drank- en horecawet voor het schenken van alcohol, een gebruiksvergunning van de brandweer, een vergunning om een helikopter te laten landen, om te parkeren, et cetera. Voor de meest voorkomende zaken verwijzen we aan het eind van de nota naar meer informatie.
1.3 Opzet: van aanvraag tot evaluatie
Rotterdam staat bekend
In de volgende hoofdstukken doorlopen we alle stappen in de vergunningaanvraag: voor welke activiteiten moet een evenementenvergunning worden aangevraagd (hoofdstuk 2)? Bij wie en voor wanneer moet een vergunning worden aangevraagd (hoofdstuk 3) en hoe wordt die beoordeeld (hoofdstuk 4)? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan (hoofdstuk 5) en wie is verantwoordelijk voor de naleving en handhaving daarvan (hoofdstuk 6)?
als dé evenementenstad van Nederland.
Achterin de nota staat een afkortingenlijst.
7
2. Evenementen: waarvoor een vergunning aanvragen? Niet alle activiteiten in de openbare ruimte gelden als evenement. In dit hoofdstuk worden evenementen en uitzonderingen beschreven. In het algemeen moet een evenementenvergunning worden aangevraagd bij voor publiek toegankelijke ‘verrichtingen van vermaak’ vanaf 250 bezoekers. 2.1 Drie categorieën evenementen Vergunning nodig voor A-, B- en C-evenementen Een evenement wordt in de APV (zie bijlage 1 Juridisch kader) gedefinieerd als elke voor publiek kosteloos danwel tegen betaling toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van onder andere markten, kansspelen, betogingen, samenkomsten en vergaderingen. Er wordt onderscheid gemaakt in A-, B- en C-evenementen. Dit onderscheid wordt voornamelijk bepaald door de mate van risico’s op het gebied van openbare orde en veiligheid, de impact op de stad en eventuele gevolgen voor het verkeer. Een aparte categorie in de APV vormen de herdenkingsbijeenkomsten, omdat deze niet als vermaak zijn te typeren. In de praktijk worden deze echter net als andere evenementen decentraal of centraal behandeld. In sommige gevallen is een herdenkingsplechtigheid geen evenement, maar een manifestatie (zie paragraaf 2.3). Rotterdam deelt evenementen als volgt in: Categorie evenement
Omschrijving
Voorbeeld
Wel/geen vergunning nodig
Zeer kleinschalig
Kennisgevingsevenementen
Buurtbarbecue
Alleen kennisgeving, geen vergunning aanvragen
Categorie A
Laag risico-evenement, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en beperkte gevolgen voor het verkeer
Braderie Sportwedstrijd Muziekoptreden
Vergunning aanvragen
Categorie B
Gemiddeld risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer
Popconcerten Sportevenementen
Vergunning aanvragen
Categorie C
Hoog risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen
Zomercarnaval Marathon Wereldhavendagen
Vergunning aanvragen
Figuur 1: Indeling naar categorie evenement
8
Voor de categorieën A, B en C is het dus nodig om een evenementenvergunning aan te vragen. Voor kennisge-
welke diensten om advies gevraagd worden. Tijdens een vergunningentraject van een weinig risicovol evenement kan het overigens ook nodig zijn op te schalen naar de
vingsevenementen niet. Kennisgevingsevenementen tellen naar verwachting minder dan 250 bezoekers, veroorzaken
risicovolle categorie, indien de impact groter blijkt te zijn dan vooraf ingeschat.
weinig of geen geluidsoverlast (< 80 dB) en verkeersoverlast. Zij vereisen nagenoeg geen politie-inzet. Zie paragraaf 2.2 over hoe kennisgeving verloopt.
Freeriders Hoe worden evenementen ingedeeld? Om risico’s vooraf goed en eenduidig in te schatten voert
Freeriders zijn evenementen die ‘meeliften’ op succes-
de vergunningverlener voor elk evenement een risicoscan uit (zie ook paragraaf 4.1). Op basis van deze scan worden evenementen ingedeeld in de verschillende risiconiveaus. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de risico’s op het gebied van openbare orde en veiligheid, de impact op de omgeving en de eventuele gevolgen voor het verkeer. De risicoscan is gebaseerd op verschillende indicatoren uit drie profielen, te weten: • het publieksprofiel (bijvoorbeeld aantal en type bezoekers); • het ruimteprofiel (bijvoorbeeld openbare/afgesloten ruimte, ingeschatte geluidsoverlast, verkeersoverlast); • het activiteitenprofiel (bijvoorbeeld tijdstip, politieke gevoeligheid).
volle evenementen. Er worden geregeld vergunningen aangevraagd voor evenementen in de nabijheid van grote evenementen. De ervaring leert dat die vaak overlast veroorzaken. Klachten blijken niet zozeer betrekking te hebben op het zelfstandige hoofdevenement, maar op de talrijke kleinere evenementen die hieromheen worden georganiseerd, bijvoorbeeld op terrassen van cafés. Voor zover zulke evenementen integraal deel uitmaken van het hoofdevenement, moeten ze in de vergunningaanvraag voor het risicovolle evenement (categorie B of C) worden meegenomen. Als dit niet het geval is, krijgen zulke evenementen geen vergunning wanneer deze naar verwachting veel extra overlast en/of geluidshinder met zich meebrengen. Op dagen dat er een B- of C-evenement in de stad is, worden ook geen vergunningen verleend voor terrasuitbreidingen in de buurt van het evenement (zie 2.3).
De vergunningverlener vult de risicoscan in op basis van de aanvraag en concrete plannen van de organisator, ervaringsgegevens (van vergelijkbare evenementen) en specifieke informatie vanuit de diensten. De uitkomsten bepalen onder meer welke bestuurslaag de vergunning in behandeling neemt, hoe het adviestraject eruit zal zien en
Beperking in aantal B/C-evenementen Er kan een maximum aantal B/C-evenementen per locatie per jaar gelden (bijvoorbeeld vanwege afsluiting van de Coolsingel). Ook mag er niet meer dan één commercieel B/C-evenement per jaar plaatsvinden naast de bestaande B/C-evenementen: Marathon, Dunya Festival, Zomercarnaval, Dance Parade, Wereldhavendagen, North Sea Jazz en Bavaria City Racing. Zie kader Commerciële B/Cevenementen. Verder kan de burgemeester besluiten geen nieuwe risicovolle evenementen toe te voegen aan de evenementenkalender. De burgemeester kan een evenement weigeren indien de noodzakelijke politiecapaciteit voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid volgens hem een onevenredig beroep doet op de beschikbare formatie.
9
weken voor aanvang van het evenement. Wanneer de burgemeester binnen een week na ontvangst van het kennisgevingsformulier geen tegenbericht heeft gestuurd en de organisator een ontvangstbevestiging heeft gekregen, is de kennisgeving afgerond.
Commerciële B/C-evenementen Een commercieel B/C-evenement is een evenement met naar verwachting een hoog risico waarvan de organisatie een zware wissel trekt op de stad, diensten, bereikbaarheid en openbare orde, en die wordt bekostigd door kaartverkoop of waarvan de kosten worden gedragen door één of meer commerciële partijen. Een voorbeeld hiervan is de Red Bull Air Race. Naast de vastgestelde B/C-evenementen is jaarlijks maar één commercieel B/C-evenement toegestaan. Zo’n commercieel B/C-evenement kan in Rotterdam worden georganiseerd als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten: • de burgemeester is akkoord; • de organisator houdt financieel gezien ‘zijn eigen broek op’ (de gemeente levert geen financiële bijdrage of subsidie tenzij de gemeente daarmee expliciet instemt); • de organisator accepteert dat hij het volgende jaar mogelijk niet terug kan keren; • de organisator beschikt over vereiste ontheffingen en vergunningen van ander dan lokaal niveau; • er kan overeenstemming worden bereikt over een datum; • er kan overeenstemming worden bereikt over een ordelijk en veilig verloop.
Bijzondere evenementen in Ahoy Evenementen die onder de exploitatievergunning vallen van Ahoy, hebben geen evenementenvergunning nodig. Dit zijn activiteiten die binnen de reguliere exploitatieruimte van Ahoy plaatsvinden. Buiten de reguliere ruimte, in de buitenruimte, is wel een evenementenvergunning vereist, evenals voor evenementen die veel impact hebben op de directe omgeving. Dit geldt bijvoorbeeld voor het North Sea Jazzfestival, of grote sportwedstrijden en concerten.
2.2 Bijzondere evenementen Kennisgevingsevenementen zoals buurtbarbecues In figuur 1 staan de zeer kleinschalige evenementen genoemd, waarvoor geen evenementenvergunning nodig is. Alleen een kennisgeving aan de (deel)gemeente volstaat. Vandaar dat ze kennisgevingsevenementen worden genoemd. Voorbeelden hiervan zijn straatfeesten en barbecues in de buitenruimte. Wel moet worden voldaan aan de voorwaarden uit de APV (zie artikel 2.2.2 in bijlage 1). Anders moet de organisator alsnog een vergunning aanvragen.
Voetbalwedstrijden en concerten in De Kuip Ook voor voetbalwedstrijden en concerten in De Kuip moet een evenementenvergunning worden aangevraagd. Over dit soort evenementen zijn specifieke afspraken gemaakt met De Kuip (tussen stadion, voetbalclub, gemeente en politie). De vergunningverlening voor voetbalwedstrijden verloopt via Directie Veiligheid.
De organisator moet de kennisgeving indienen bij het deelgemeentebestuur van de deelgemeente waar het evenement wordt gehouden. Voor evenementen in het centrumgebied en evenementen die in meerdere deelgemeenten plaatsvinden, moet de kennisgeving worden ingediend bij Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam. De deadline voor het indienen van een kennisgeving is vier
Wielerrondes Voor wielerrondes die over Rotterdams grondgebied gaan, maar niet starten en/of finishen in de stad, geldt dat de organisator een verklaring van geen bezwaar moet aanvragen op grond van artikel 10 van de Wegen- en Verkeerswet. Deze aanvraag moet worden ingediend bij de desbetref10
fende deelgemeente, of – voor wielerrondes die meerdere
Filmopnames
deelgemeenten doorkruisen – bij Directie Veiligheid. Voordat deelgemeente of Directie Veiligheid deze verklaring
Rotterdam wordt steeds meer gebruikt voor filmopnames. De gemeente streeft ernaar meer film- en reclamemakers
afgeeft, vragen ze advies aan betrokken diensten en deelgemeenten. Voor wielerrondes die wel starten en/of finishen in Rotterdam, is een evenementenvergunning vereist.
(RMC) stimuleert en verstevigt de audiovisuele sector in de regio. Onderdeel van de RMC is de Rotterdam Film
naar Rotterdam te halen. De Rotterdam Media Commission
Commission (RFC), die onder meer de opnames in de stad in goede banen wil leiden. De RFC heeft in samenwerking met alle vergunningverlenende instanties het protocol Filmen in Rotterdam ontwikkeld. Dit protocol kan worden opgevraagd bij Directie Veiligheid of bij de RMC.
Rampenoefeningen Een bijzondere categorie vormen ook oefeningen, zoals rampenoefeningen. Deze gelden niet als evenement. Wel wordt gebruik gemaakt van onderdelen uit deze nota die van toepassing zijn op het waarborgen van de veiligheid voor omwonenden, deelnemers en hulpverleners. Afhankelijk van de impact van de oefening kan het raadzaam zijn toch een vergunning aan te vragen, bijvoorbeeld als de oefening een groot deel van de openbare ruimte in beslag neemt, als straten moeten worden afgesloten et cetera.
Markten Reguliere week- en zondagsmarkten vallen ook onder de bijzondere situaties. Stadstoezicht behandelt deze vergunningaanvragen. De markten moeten plaatsvinden op een daarvoor aangewezen gebied, zoals de Binnenrotte. Voor de drukbezochte weekmarkten op de Binnenrotte en het Afrikaanderplein zijn extra maatregelen nodig, bijvoorbeeld om de toegang voor hulpverleningsdiensten niet te belemmeren. De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, politie en GHOR hebben voor beide weekmarkten een ontruimingsplan opgesteld. Ook de RET en de Roteb plegen extra inzet om deze markten beheersbaar te houden.
Aankomst cruiseschepen Cruiseschepen hoeven geen evenementenvergunning aan te vragen indien zij geen activiteiten aan/op de kade organiseren. Als ze dat wél willen, moeten ze wel een evenementenvergunning aanvragen.
Terrasuitbreidingen Een terrasuitbreiding op zich is geen evenement. Als de horecaondernemer op het terras activiteiten organiseert, bijvoorbeeld live muziek of een DJ, moet deze wel een vergunning voor een A-evenement aanvragen. Op dagen dat er B- of C-evenementen worden gehouden, worden geen vergunningen verleend voor terrasuitbreidingen in de buurt van het evenement, tenzij de openbare orde en veiligheid daar naar het oordeel van de politie juist bij gebaat zijn.
Televisieschermen Het is horecaondernemers toegestaan om onder andere sportwedstrijden (bijvoorbeeld tijdens een EK of WK voetbal) op schermen in hun zaak of op het terras te vertonen, zolang de schermen niet te zien zijn vanaf de straatzijde. De basisregel is dat er geen grote schermen in de buitenruimte worden geplaatst, met uitzondering van afgesloten ruimtes, zoals een voetbalstadion en een evenemententerrein. Vertoningen in de buitenruimte moeten voldoen aan alle voorwaarden voor een goed en veilig evenement; een professionele organisator moet het evenement organiseren.
2.3 Geen evenement, maar wel voorschriften Sommige activiteiten worden niet opgevat als evenement. Er hoeft dan ook geen evenementenvergunning voor te worden aangevraagd. Toch gelden er wel bepaalde (veiligheids)voorschriften, of zijn andere vergunningen vereist. Hierna zetten we deze bijzondere situaties op een rij. 11
Daarnaast bestaat ook op straatniveau de mogelijkheid
openbare manifestaties als de bijeenkomst tot doel heeft
om samen naar sportwedstrijden te kijken (dat komt onder andere voort uit het project ‘opzoomeren’ om de sociale
om gezamenlijk een mening te uiten in het openbaar.
integratie en cohesie te bevorderen). Dit betekent dat kleine
In de APV (zie bijlage 1 Juridisch kader) staat het gemeen-
schermen voor een bescheiden publiek kunnen worden neergezet. Voorwaarden daarvoor zijn dat er geen sprake is
telijke regime ten aanzien van optochten, betogingen en manifestaties beschreven. De burgemeester moet ten
van commerciële drankverstrekking en dat het initiatief bekend is bij de buurtagent.
minste 48 uur van tevoren schriftelijk op de hoogte worden gesteld van het voornemen een demonstratie/manifestatie te houden. De burgemeester beoordeelt of de openbare orde en veiligheid niet in het geding komen. Er wordt geen vergunning verleend, maar een bewijs van kennisgeving verstrekt. Aan dat bewijs kan de burgemeester overigens wel voorwaarden verbinden. Deze voorwaarden mogen nooit betrekking hebben op de inhoud van de betoging, omdat daarmee de vrijheid van meningsuiting wordt aangetast. De burgemeester kan bij demonstraties onder meer de volgende voorwaarden stellen: • de deelnemers aan de demonstratie moeten zich ophouden (of verzamelen) op het voor voetgangers bestemde weggedeelte van de straat/weg. Bovendien is het verplicht dat een vertegenwoordiger van de organisatie zich meldt bij de politiecommandant ter plaatse; • men moet de wettelijk voorgeschreven verkeersregels in acht nemen; • men moet de politie en de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond informeren over de route. De vrije doorgang van de openbaar vervoersdiensten mag op geen enkele wijze belemmerd worden; • de optocht wijkt niet af van de afgesproken en vastgestelde route en tijd; • de optocht blijft te allen tijde in beweging. Deelnemers is het niet toegestaan om stil te houden of te gaan zitten bij bepaalde objecten; • voorafgaand aan de start van de optocht deelt een lid van de organisatie de deelnemers aan de optocht mee wat de spelregels en de afspraken zijn; • de organisator moet zorgen voor voldoende herkenbare begeleiders om de demonstratie/manifestatie ordelijk te laten verlopen; • de organisator moet ervoor zorgen dat er geen materialen worden meegedragen of aanwezig zijn die als slagwapen kunnen dienen of bestemd zijn om mee te gooien; • vaandels, vlaggen en andere beeltenissen zijn in principe toegestaan, mits zij voor derden kennelijk niet beledigend of aanstootgevend zijn of voorzien van harde voorwerpen.
Manifestaties Manifestaties, demonstraties en optochten tot belijden van godsdienst of levensbeschouwing (zoals beschreven in de Wet openbare manifestaties, Wom) worden vaak ten onrechte als evenement aangemerkt. Wel geven ze niet zelden aanleiding tot verstoring van de openbare orde en veiligheid. De voorbereiding van de operationele diensten op dergelijke manifestaties vertoont dan ook grote overeenkomsten met de voorbereiding op evenementen. Een herdenkingsbijeenkomst (normaliter: een evenement) wordt opgevat als een manifestatie in de zin van de Wet
12
3. Procedure: hoe een vergunning aanvragen?
vergunningaanvraag in bij één van de twee loketten. De vergunningverlenende instantie voert vervolgens de risicoscan uit, en bevestigt of de aanvraag bij het juiste loket is ingediend. Als een A-evenement toch een B- of C-evenement blijkt te zijn, wordt deze doorgestuurd naar Directie Veiligheid, en andersom. Volgens de Algemene wet bestuursrecht geldt daarvoor een doorzendplicht. Deelgemeenten en Directie Veiligheid hebben hier overleg over.
Vergunningen voor A-evenementen in een deelgemeente moeten worden aangevraagd bij het deelgemeentebestuur. Voor overige evenementenvergunningen kunnen organisatoren terecht bij Directie Veiligheid. Dit hoofdstuk beschrijft de aanvraagprocedure.
Zijn er kosten aan verbonden? 3.1 Loket hangt af van evenementcategorie Ja, voor de behandeling van de vergunningaanvragen brengt de gemeente leges in rekening. Deze leges staan opgenomen in de legesverordening van de gemeente Rotterdam. Zie ‘Meer informatie’.
Er zijn twee loketten mogelijk waar organisatoren een evenementenvergunning kunnen aanvragen: • het deelgemeentebestuur: voor risicoarme evenementen (categorie A) in een Rotterdamse deelgemeente; • Directie Veiligheid: voor alle andere evenementen, dus: A-evenementen in het centrum of in meerdere deelgemeenten tegelijk, en B- en C-evenementen.
3.2 Aanvragen bij deelgemeentebestuur Vergunningaanvragen voor categorie A-evenementen in een deelgemeente dient de organisator in bij de desbetreffende deelgemeente. De organisator beschrijft het evenement hiervoor globaal in het aanvraagformulier. Daarna geeft het deelgemeentebestuur de eisen aan die het stelt aan
Organisatoren schatten in eerste instantie zelf in in welke categorie het evenement valt, op basis van de criteria uit de risicoscan (zie 4.1): het bezoekersprofiel, ruimteprofiel en activiteitenprofiel. Op basis hiervan dient de organisator de 13
Natuurlijk vragen actuele, onverwachte, niet-planbare
vergunningverlening. Op basis hiervan werkt de organisator het plan verder uit.
gebeurtenissen soms om meer flexibiliteit. Denk aan de huldiging van een voetbalclub of olympische sporters.
Deadline: vier weken voor evenement
Dat kan een reden zijn om versneld een evenement toe te staan. Het evenementenbeleid in Rotterdam zou te rigide
De deadline voor het indienen van een aanvraag is vier weken voor aanvang van het evenement. Adressen zijn te
zijn als er geen plaats is voor onverwachte en niet planbare
vinden via www.rotterdam.nl. Bij sommige deelgemeenten zijn aanvraagformulieren online in te sturen.
festiviteiten. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden. Ook hiervoor geldt dat de burgemeester alleen
3.3 Aanvragen bij Directie Veiligheid
driehoek.
Vergunningen voor overige A-evenementen (in meerdere deelgemeenten of in het centrum inclusief de parken) en voor B- en C-evenementen vraagt de organisator aan bij Directie Veiligheid. De organisator beschrijft het evenement hiervoor zo concreet mogelijk in een aanvraagformulier (zie www.rotterdam.nl). Daarna bepaalt Directie Veiligheid in overleg met andere diensten welke eisen worden gesteld aan het evenement voordat een vergunning wordt afgegeven. Op basis hiervan werkt de organisator de plannen verder uit.
Intakegesprek voor nieuwe organisatoren
goedkeuring geeft in overleg met de overige leden van de
Als nieuwe organisatoren een vergunningaanvraag indienen voor een B- of C-evenement, nodigt Directie Veiligheid hen uit voor een intakegesprek. Hierin wordt besproken hoe de vergunningprocedure in zijn werk gaat en wat de gemeente verwacht van de organisator.
Speciale procedure voor voetbalwedstrijden Er is één evenementenvergunning nodig voor alle reguliere competitiewedstrijden en KNVB-bekerwedstrijden en één vergunning voor alle vriendschappelijke wedstrijden en Europese wedstrijden. De Betaald Voetbal Organisatie (BVO) vraagt deze vergunningen aan bij Directie Veiligheid. Rotterdam kent drie BVO’s: Feyenoord, Sparta Rotterdam en Excelsior. Er is één aparte evenementenvergunning nodig voor de interlands van Oranje en de finale van de KNVB-beker in het Feyenoord-stadion. Deze worden aangevraagd door de KNVB.
Deadline: acht tot vier weken voor evenement De deadline voor A-evenementen is vier weken vóór aanvang van het evenement; de deadline voor B- en C-evenementen acht weken vóór aanvang. In de APV is dat ook opgenomen. Om een datum zeker te kunnen stellen op de doorgaans overvolle kalender moet de aanmelding voor B- en C-evenementen vóór 1 november van het voorafgaande jaar binnen zijn. Wanneer het niet mogelijk is om voor die tijd een aanvraag in te dienen, omdat bijvoorbeeld de datum nog niet bekend is, kan de aanvraag tot acht weken voor aanvang van het evenement ingediend worden. Belangrijke voorwaarde voor het in behandeling nemen van de aanvraag is dat de aanvraag volledig moet zijn, inclusief benodigde plannen. Bovendien moet er een positief advies zijn van Rotterdam Festivals en wordt rekening gehouden met de beschikbare capaciteit van de diensten. De burgemeester zal het evenement alleen goedkeuren in overleg met de overige leden van de driehoek. Aanvragen die vóór 1 november van het voorafgaande jaar binnen zijn, krijgen voorrang. Voor de B en C-evenementen geldt dat de burgemeester een vergunning minimaal 6 weken van tevoren verleent. Op die manier hebben bewoners en andere belanghebbenden nog de gelegenheid bezwaren tegen de vergunning in te dienen. Zie verder de procedure voor de evenementenkalender in 4.3.
14
4. Toekenning: hoe wordt een vergunningaanvraag beoordeeld?
van de vergunning. Alleen voor A-evenementen
uitgevoerd door de vergunningverlener. Op basis hiervan wordt beoordeeld in welke categorie het evenement valt, of de organisator de vergunningaanvraag bij het juiste loket heeft ingediend, welke risico’s aan het evenement verbonden zijn en hoe het vergunningentraject er globaal uit komt te zien.
in een deelgemeente voert de deelgemeente
Multidisciplinaire risicoanalyse
Directie Veiligheid vraagt advies aan betrokken diensten en organisaties over de aanvraag, en adviseert de burgemeester over toekenning
de regie. Een besluit over het al dan niet
Voor B- en C-evenementen geldt dat de risicoscan wordt verdiept in het dienstenoverleg. Onder regie van Directie Veiligheid bespreken de operationele diensten (politie, VRR, GHOR ), andere relevante diensten en organisaties en de organisator de risico’s die uit de scan komen. Deze worden in het dienstenoverleg verder uitgewerkt en gekoppeld aan maatregelen en vergunningvoorwaarden. De risico-classificatie bepaalt onder andere welke plannen noodzakelijk zijn en welke maatregelen mogelijk ingezet kunnen worden. Soms geeft de risicoanalyse aanleiding om een Grootschalig Bijzonder Optreden (GBO) in te stellen. Zie paragraaf 6.4. De hulpdiensten geven bij risico-evenementen één integraal advies. Met de gestandaardiseerde risicobeoordeling is ook een eenduidige rekenmethode ontwikkeld op basis waarvan de inzet van personeel en middelen bij een evenement bepaald kan worden.
afgeven van de vergunning valt – afhankelijk van de evenementencategorie – binnen vier tot zes weken nadat de volledige vergunningaanvraag is ingediend. Om advies te kunnen geven, voert de vergunningverlener een risicoanalyse uit.
4.1 Standaard: risicoscan en risicoanalyse Eerste risicoscan Elke vergunningaanvraag wordt onderworpen aan een risicoscan. Dit is een eerste globale risicoanalyse, 15
Aspecten risicoanalyse: publiek, ruimte, activiteiten
per openbaar vervoer als voor bezoekers met eigen vervoer. Zijn er bijvoorbeeld omleidingen van het openbaar vervoer?
De van nature subjectieve inschatting van de risico’s is te objectiveren door enkele standaardaspecten na te lopen.
Hoeveel passagiers kan het nabijgelegen metrostation
Voor elk van de genoemde aspecten moet worden ingeschat hoe groot de kans op calamiteiten is. Belangrijke
verwerken?
criteria in de risicoanalyse zijn het publieksprofiel, het ruimteprofiel en het activiteitenprofiel.
1. Publieksprofiel Het type bezoeker speelt een belangrijke rol bij de risicobepaling. Op welke bevolkingscategorieën richt het evenement zich? Wat weten we van deze categorieën bezoekers? Is het aannemelijk, voorspelbaar of bekend dat bepaalde specifieke – bij politie en justitie bekende – groepen een evenement zullen bezoeken? Denk aan: • te verwachten opkomst en massaliteit van het publiek • leeftijdsopbouw van het publiek • kennis over en ervaring met bezoekers • aanwezigheid van publiek als toeschouwer of als deelnemer (zoals bij de marathon) • aanwezigheid van rivaliserende groepen of groepen met verschillende belangen • eventueel gebruik van verdovende middelen of alcohol • complete conditie-/gezondheidstoestand van deelnemers en publiek • doel/verwachting van het publiek • gedrag van bezoekers • geestelijke en emotionele conditie van bezoekers.
Onderdeel van de risicoanalyse zijn ook de weersomstandigheden. Zeer warm weer kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de gemoederen sneller verhit raken en dat alcoholgebruik sneller uitloopt op ordeverstoringen. Een regenbui kan daarentegen het animo om de orde te verstoren temperen. Evenementen onder winterse omstandigheden leveren meer fouilleringsproblemen op. Er dient rekening gehouden te worden met de temperatuur van lucht en water (bij sport), windsnelheid en gevoelstemperatuur.
2. Ruimteprofiel In principe dient ieder evenemententerrein duidelijk (herkenbaar) gescheiden te zijn van de openbare ruimte. Bij statische evenementen zijn die grenzen duidelijk te definiëren. Bij mobiele evenementen zoals het Zomercarnaval is de grens tussen evenemententerrein en publiek domein op zijn minst diffuus. Bij zulke evenementen is er dan ook eerder sprake van een moeilijk beheersbare locatie. Bij afgesloten (veelal particuliere) ruimten is het weer gemakkelijker. Ook de fysieke omgevingskenmerken doen ertoe: een bouwplaats met stenen langs de route, een veranderde verkeerssituatie of een nieuwe metrolijn die snelle verplaatsingen mogelijk maakt, kunnen de risico’s ten opzichte van eerdere edities van het evenement vergroten. Denk verder aan de stroomvoorziening, watervoorziening, en voorzieningen op het vlak van crisisbeheersing en communicatie.
3. Activiteitenprofiel Iedere activiteit brengt specifieke risico’s met zich mee. Bij concerten is de kans op geluidsoverlast vanzelfsprekend groter dan bij schaakkampioenschappen. Indien een evenement samenvalt met andere evenementen, manifestaties, vieringen of gebeurtenissen kunnen eerder ordeverstoringen optreden. Hierbij wordt ook gekeken naar de tijdsduur en het tijdstip van het evenement. Als een evenement na zonsondergang start of eindigt, kan dit het politieoptreden bij eventuele ordeverstoringen bemoeilijken. Binnen het activiteitenprofiel wordt ook nadrukkelijk gekeken naar historische gegevens. Aan de hand van de volgende gegevens kan een redelijk nauwkeurig beeld worden geschetst van wat te verwachten valt: • het historische verloop van hetzelfde evenement over de afgelopen vijf jaar; • het historische verloop van vergelijkbare evenementen; • het verloop van vergelijkbare evenementen in andere steden.
Gerelateerd aan de locatie is de bereikbaarheid van het evenement. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de bereikbaarheid voor de hulpdiensten (zie hoofdstuk 5). Daarnaast om de bereikbaarheid voor zowel bezoekers 16
Ook wordt gekeken naar eerdere ervaringen met de organisator. Indien de organisator er in het verleden blijk van heeft
4.2 Behandeling A-evenementen
gegeven zich goed aan de afspraken te houden, neemt daarmee de voorspelbaarheid van het verloop van een
Evenementen met laag risico/beperkte impact in het centrum
evenement toe en nemen de risico’s af. Voorkomen moet worden dat bij een historische vergelijking overeenkomsten
Na ontvangst van het volledig ingevulde aanvraagformulier stuurt Directie Veiligheid de aanvraag ter beoordeling en advisering door aan diverse gemeentelijke instanties en
worden benadrukt en verschillen worden genegeerd. Als de risico-inschatting bovendien wordt beperkt tot een
hulpdiensten: Politie Rotterdam-Rijnmond, Gemeentewerken, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, DCMR, Stads-
historische toetsing zou een gunstig verloop jaren achtereen kunnen leiden tot verminderde waakzaamheid.
toezicht, Havenbedrijf, dS+V, RET, Roteb, Bureau Netwerk Verkeersmarinier, de Centrumraad en eventueel bewoners-
Beoordeling van noodzaak specifieke regelingen
organisaties en de Ondernemersfederatie Rotterdam City.
• Stadhuispleinregeling Bij een aantal grote evenementen in het centrum worden specifieke voorzieningen getroffen voor de inrichting van het Stadhuisplein. In overleg tussen politie, diensten en ondernemers worden maatregelen genomen, zoals het plaatsen van hekken, barriers, verwijzingsborden, containers en toiletten. Daarnaast gelden specifieke afspraken voor het toezicht vanuit beveiliging en politie. Op basis van een risicoanalyse door de hulpdiensten en andere betrokken diensten wordt voorafgaand aan het evenement bepaald in hoeverre de Stadhuispleinregeling van toepassing is tijdens het evenement. • Beurstraverseregeling Voor de Beurstraverse is er een Beurstraverseregeling. In die regeling zijn maatregelen opgenomen voor de mensenstromen in de ‘koopgoot’. Door een gezamenlijke inzet van de betrokken partijen, zoals het winkelcentrum Beursplein, RET, Stadstoezicht en de politie moet de veiligheid van het publiek worden gewaarborgd op de locaties Beurstraverse, metrohal Churchillplein en de metroperrons Beurs Noord en Zuid (Erasmuslijn) en Beurs-Churchillplein Oost en West (Calandlijn). Deze regeling wordt bij alle grootschalige evenementen waarbij sprake is van afsluiting van de Coolsingel (zoals Marathon en Zomercarnaval), meegenomen in de voorbespreking tussen organisator, politie en betrokken diensten. Op basis van de gezamenlijke risicoanalyse bepalen ze of de regeling wordt ingezet.
Deze instanties hebben een adviseringstermijn van twee weken. Vervolgens neemt Directie Veiligheid na afweging van de adviezen een positief of negatief besluit namens de burgemeester. De doorlooptijd is vier weken. Er is een eenmalige verlenging mogelijk van maximaal vier weken. Daarvan krijgt de aanvrager dan binnen drie weken na ontvangst van de aanvraag bericht.
Bij een positief besluit stuurt Directie Veiligheid de vergunning per post naar de aanvrager. Bij een negatief besluit ontvangt de aanvrager, eveneens per post, een weigeringsbesluit. Binnen zes weken na verzending van het besluit kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester.
Locatieprofielen In 2010 worden locatieprofielen opgesteld voor de evenementenlocaties die Rotterdam beschikbaar heeft, zoals de Coolsingel, het Willemsplein, Zuiderpark en het strand van Hoek van Holland. Van iedere locatie zijn straks de eigenschappen beschreven, het bijbehorend profiel (welk type evenement past bij het terrein?) en de specifieke vergunningvoorwaarden die voor het terrein gelden. De locatieprofielen zijn opgenomen in het evenementenbeleid en in het Handboek Vergunningen Evenementen.
Evenementen met laag risico/beperkte impact in de deelgemeente De behandeling van vergunningaanvragen bij deelgemeenten is vergelijkbaar met de werkwijze in het centrum (zie hiervoor). Alleen voert de deelgemeente dan de regie, in plaats van Directie Veiligheid. De deelgemeente zet de 17
aanvraag voor advies uit bij de lokale diensten. De
het veiligheidsplan, draaiboeken en tekeningen. In het
deelgemeentesecretaris geeft al dan niet de vergunning af.
Handboek evenementen staan de procedures bij B- en C-evenementen per dienst beschreven.
4.3 Dienstenoverleg voor B- en C-evenementen Directie Veiligheid verzamelt de adviezen van de betrokken diensten en vergelijkt de eisen die zij stellen aan een evene-
Voor B- en C-evenementen (de risicovolle evenementen) geldt in grote lijnen hetzelfde als voor de risicoarme (A-)evenementen: betrokken diensten en organisaties
ment met elkaar, om te voorkomen dat er tegenstrijdigheden ontstaan. Vervolgens legt Directie Veiligheid de adviezen voor aan de burgemeester. De burgemeester geeft de
beoordelen en adviseren aan Directie Veiligheid, en de burgemeester besluit uiteindelijk formeel. Alleen hebben
vergunning op grond van de adviezen en na afweging van de verschillende belangen al dan niet af.
B- en C-evenementen meer impact op de stad, ze vereisen meer afstemming tussen de diensten en voorbereiding
Dienstenoverleg onder leiding van Directie Veiligheid
om de veiligheid te garanderen. Vandaar dat de werkwijze afwijkt.
Directie Veiligheid is verantwoordelijk voor het dienstenoverleg: de directie roept de betrokken diensten en de organisator bijeen, zit de overleggen voor en zorgt voor de verslaglegging. Dienstenoverleggen vinden regulier plaats op woensdag. In een dienstenoverleg wordt het evenement vanuit verschillende standpunten belicht: de organisator licht zijn plannen toe, de partijen bespreken risico’s, knelpunten en oplossingen, en stemmen de inzet van de verschillende diensten en van de organisator op elkaar af. De plannen van de organisator en de besprekingen in het dienstenoverleg vormen mede de basis voor de adviezen van de diensten.
Directie Veiligheid coördineert Directie Veiligheid voert de regie over het evenementenvergunningenbeleid en coördineert de vergunningtrajecten: de directie bereidt de vergunningverlening van B- en C-evenementen voor en geeft hierover een advies aan de burgemeester. Directie Veiligheid vraagt advies aan andere organisaties en diensten: Politie Rotterdam-Rijnmond, Gemeentewerken, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Bureau Netwerk Verkeersmarinier, DCMR, Stadstoezicht, Havenbedrijf, dS+V, RET, Nederlandse Spoorwegen, Roteb, Rotterdam Festivals en deelgemeenten/Centrumraad. Zij adviseren ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en expertise. Belangrijke documenten op basis waarvan diensten adviseren, zijn onder andere het verkeersplan,
Naast de reguliere dienstenoverleggen organiseert Directie Veiligheid het integraal dienstenoverleg om met de organisatoren van B- en C-evenementen en alle
Figuur 2: Adviserende instanties
Directie Veiligheid
DCMR
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Politie
Deelgemeente(n)
Havenbedrijf
RET
Stadstoezicht
Roteb
Gemeentewerken
Bureau Netwerk Verkeersmarinier
Rotterdam Festivals
GHOR 18
betrokken diensten de belangrijkste evenementoverstijgende knelpunten te bespreken. Daarnaast worden
die evenementen die Rotterdam Festivals inhoudelijk getoetst heeft aan de gestelde criteria in het evenementen-
er thema’s besproken die één van de diensten of organisatoren voorbereidt, bijvoorbeeld verkeersregulering,
beleid; • na 1 december zet Directie Veiligheid de conceptkalender voor advies uit bij de betrokken diensten en deelgemeen-
bewonersbrieven of het milieubeleid bij evenementen.
ten. Soms vindt in deze periode overleg plaats met
Totstandkoming van evenementenkalender
organisatoren (bijvoorbeeld in geval van samenloop van evenementen of onoverkomelijke knelpunten). Bovendien
De evenementenkalender is een overzicht van de data van alle B- en C-evenementen die in de buitenruimte (in het
wordt de conceptkalender besproken in de Veiligheids-
centrum of in deelgemeenten) plaatsvinden of die op de buitenruimte van invloed zijn. De kalender is een hulpmiddel
directie, waarin de verschillende veiligheidsdiensten vertegenwoordigd zijn;
voor de jaarplanning en voor de communicatie. De kalender
• de conceptkalender en bijbehorende adviezen worden
komt als volgt tot stand: • organisatoren maken uiterlijk 1 september aan Rotterdam Festivals kenbaar welk evenement zij in het volgende jaar willen organiseren en of zij in aanmerking willen komen
besproken in de driehoek (burgemeester, hoofdofficier van justitie en korpschef van de politie); • de evenementenkalender wordt medio januari vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders. Het
voor een subsidie. Rotterdam Festivals toetst de aanvragen inhoudelijk aan de gestelde criteria in het evenementenbeleid; • organisatoren dienen hun vergunningaanvraag uiterlijk 1 november van het jaar voorafgaand aan het evenementenjaar in; • zo snel mogelijk na 1 november stelt Directie Veiligheid in overleg met Rotterdam Festivals een ontwerpkalender op voor het komende jaar met alle voorgestelde grootschalige evenementen. Directie Veiligheid noemt alleen
College maakt hiertoe een integrale afweging op basis van zowel inhoudelijke als veiligheidscriteria; • de vastgestelde evenementenkalender wordt bekend gemaakt. In elk geval ontvangen alle aanvragers bericht of hun evenement op de kalender is geplaatst. Daarbij worden zij bovendien geïnformeerd over de te verwachten inhoudelijke knelpunten op basis van de adviezen, zodat ze met de voorbereidingen kunnen beginnen. De vergunning wordt ook gepubliceerd in de huis-aan-huisbladen en op www.evenementeninrotterdam.nl.
Figuur 3: Vergunningtraject evenementenkalender
Vergunningtraject evenementenkalender
Vergunningaanvraag vóór 1 november Inhoudelijke toets evenementenkalender (AZ/RF/DV) Na 1 december advisering diensten op conceptkalender Bespreking in veiligheidsoverleg In januari bespreking conceptkalender, inclusief risicoclassificatie, in de Veiligheidsinspectie In februari startbijeenkomst integraal dienstenoverleg (eventueel intake nieuwe organisatoren met Team Vergunningen
In januari vaststelling kalender door het College na bespreking driehoek 19
Regionale afstemming evenementenkalender
ruimte zijn op de evenementenkalender. De burgemeester
De VRR en de politie Rotterdam-Rijnmond werken aan een regionale evenementenkalender. Op deze kalender staan
verleent alleen goedkeuring in overleg met de overige leden van de driehoek. Indien de inhoudelijke toets positief is en
de evenementen in de openbare ruimte in alle gemeenten van de regio Rotterdam-Rijnmond. De regionale afstem-
de burgemeester akkoord is met plaatsing op de evenementenkalender, verzendt Directie Veiligheid de aanvraag ter advisering aan de diverse gemeentelijke in-
ming van evenementen is van belang om de inzet van de hulpdiensten en politie te kunnen garanderen. Als deze
stanties en hulpdiensten. Deze diensten kunnen verzoeken
inzet niet gegarandeerd is, zal de vergunning niet worden verstrekt of zelfs worden ingetrokken. Vanaf 2011 vindt
aanvullende gegevens aan te leveren of een overleg te organiseren. De vastgestelde datum komt op de evenemen-
regionale afstemming plaats vóór publicatie van de Rotterdamse evenementenkalender.
tenkalender te staan die maandelijks geactualiseerd wordt.
Later ingediende aanvragen
aan het evenement Vergunningen voor B- en C-evenementen worden uiterlijk zes weken voor aanvang van het evenement afgegeven. Om vergunningafgifte zes weken voorafgaand aan het evenement mogelijk te maken, wordt een spoorboekje gehanteerd, waarin staat wanneer welke plannen besproken moeten worden en wanneer tot advisering kan worden overgegaan. De planning en het aantal dienstenoverleggen hangen mede af van de risicoclassificatie. In figuur 4 staat de algemene planning voor B- en C-evenementen weergegeven. Per evenement wordt een planning op maat gemaakt. Leidend is de vergunningafgifte uiterlijk zes weken voor het evenement.
Vergunningverlening uiterlijk zes weken voorafgaand Wie zich na 1 november aanmeldt, loopt kans geen vergunning te krijgen toegekend, omdat aanvragen van vóór 1 november voorgaan. Tot acht weken van tevoren kan de organisator zoals vermeld in paragraaf 3.3 een aanvraagformulier indienen bij Directie Veiligheid. De vergunningaanvraag wordt zoals gezegd alleen in behandeling genomen na een positief advies van Rotterdam Festivals. De aanvraag wordt ook beoordeeld op beschikbaarheid van locatie en datum. Belangrijke voorwaarde voor het in behandeling nemen van de aanvraag is dat de aanvraag volledig is, inclusief benodigde plannen (veiligheidsplan, verkeersplan, draaiboek en tekeningen). Bovendien moet er
Figuur 4: Vergunningentraject per evenement
Vergunningentaject per evenement
Aanmelding kalender vóór 1 november Eerste dienstenoverleg (minimaal 16 weken voorafgaand aan evenement): Presentatie, concepttekeningen, conceptdraaiboek en programma Aantal dienstenoverleggen mede afhankelijk van risicoclassificatie en knelpunten Definitieve plannen organisator gereed 10 weken voorafgaand aan evenement Definitieve advisering diensten 8 weken voorafgaand aan evenement Afgifte vergunning: 6 weken voorafgaand aan evenement
Evaluatie binnen 4 weken na afloop van evenement
20
Besluit, bezwaar en beroep De burgemeester besluit tot het verlenen of weigeren van de vergunning. Bij een positief besluit ontvangt de aanvrager een vergunning per post. Hieraan kan de burgemeester voorschriften verbinden om het evenement te reguleren (zie hoofdstuk 5). Bij een negatief besluit ontvangt de aanvrager een weigeringsbesluit, ook per post. Binnen zes weken na verzending van het besluit kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester.
Onvoorziene omstandigheden Organisatoren die hun evenement op de kalender geplaatst zien, mogen er niet zonder meer van uitgaan dat hun evenement ook daadwerkelijk kan doorgaan. Hiertoe moet het volledige vergunningentraject doorlopen worden. Er kan normaal gesproken geen sprake van zijn dat op het allerlaatste moment extra voorschriften worden opgelegd. Overigens werkt dat twee kanten op: organisatoren kunnen evenmin op het allerlaatste moment met bijgestelde plannen komen of extra activiteiten aan het evenement toevoegen. De burgemeester heeft uiteraard altijd het recht om – als daartoe voldoende aanleiding bestaat – de vergunning alsnog niet te verlenen of, als deze al verleend is, in te trekken of te voorzien van beperkingen of extra vergunningvoorschriften. Het spreekt voor zich dat dit slechts kan, als sprake is van gewijzigde omstandigheden die vooraf niet te voorzien waren. Te denken valt aan (dreiging van) rellen, stakingen, noodweer, een ramp zoals in Enschede, of bijvoorbeeld nationale rouw. Nadat de organisator de aanvraag heeft ingediend, is deze vervolgens verplicht om nieuwe risicoverhogende feiten of omstandigheden die niet bij de aanvraag zijn opgegeven, te melden aan de burgemeester. Indien wordt afgeweken van de verstrekte gegevens of in strijd wordt gehandeld met de gestelde voorschriften, kan de burgemeester het evenement verbieden.
21
5. Voorwaarden: aan welke voorschriften moet de organisator voldoen?
doorstroming stremmen of tot parkeerdruk leiden. De organisator moet maatregelen nemen om de bereikbaarheid voor bezoekers (OV en auto) en voor hulpdiensten te waarborgen.
Als de burgemeester een vergunning verleent, verbindt hij daaraan een reeks voorschriften. De organisator zorgt ervoor dat hij voldoet aan
Gevolgen voor verkeer beperken
de gestelde eisen op het gebied van bereik-
Organisatoren van evenementen zijn er primair verantwoordelijk voor om de consequenties van het evenement voor de verkeersorde te beperken. Dit betekent dat zij moeten zorgen voor de inzet van verkeersregelaars en eventueel evenementenregelaars en uitvoering van een verkeerscirculatieplan. Daarnaast kunnen, afhankelijk van aard en omvang van het evenement, de volgende acties van de organisator worden verlangd: • laten opstellen van een verkeersplan (met als onderdeel het hekken- en bordenplan) dat vervolgens ter toetsing aan de politie en Verkeersmarinier wordt voorgelegd; • niet eerder dan zeven dagen voorafgaande aan het evenement plaatsen van hekken en borden; • binnen 48 uur na afloop van het evenement hekken en borden verwijderen; • verstrekken van informatie over parkeervoorzieningen (al dan niet op afstand); • communiceren over verkeersconsequenties; • aanleveren van verkeersinformatie voor de evenementenwebsite www.evenementeninrotterdam.nl;
baarheid, openbare orde en veiligheid, milieu en communicatie, in samenwerking met de operationele diensten. De plannen hiervoor worden bij Directie Veiligheid aangeleverd. Dit hoofdstuk beschrijft de voorschriften. In het Handboek Vergunningen Evenementen is een actuele checklist te vinden.
5.1 Bereikbaarheid Evenementen kunnen belangrijke consequenties hebben voor het verkeer in de directe omgeving, zeker grotere evenementen. Omwille van een evenement kunnen (delen van) wegen worden afgesloten en kan verkeer worden omgeleid. Ook kan het grote aantal bezoekers de verkeers22
• vermelden van mogelijkheden van openbaar vervoer aan
Havenmeester Rotterdam/Rijkshavenmeester via de hoofdafdeling Verkeersmanagement. Ook moet de zeehavenpolitie geïnformeerd worden;
bezoekers. De vergunningverlener bepaalt in samenspraak met het Bureau Netwerk Verkeersmarinier en de politie of en hoe-
• bij het oplaten van heteluchtballonnen moet de verkeerstoren van Rotterdam Airport geraadpleegd worden;
veel verkeersregelaars nodig zijn voor het evenement. Het aantal hangt af van de route, de locatie of de (eventuele)
• bij landingen van helikopters is contact nodig met de Infodesk op Schiphol. Bij een landing op een niet-aange-
werkzaamheden. Dat verkeersregelaars moeten worden ingezet, moet in de vergunning worden vermeld. De
wezen luchtvaartterrein zal een verklaring van geen bezwaar aangevraagd moeten worden.
volgende regels gelden: • alle verkeersregelaars worden altijd specifiek voor het
Openbaar vervoer niet hinderen Voorafgaand aan en tijdens evenementen fungeert het
evenement aangesteld;
openbaar vervoer van de RET als de belangrijkste verbindingsader in de stad. De bestaande dienstregelingen krijgen te maken met een verhoogde bezetting of overbelasting, wat een veiligheidsrisico teweegbrengt. Ook noodzaken sommige evenementen tot gedwongen omleidingen en zijn er talloze evenementen met een parade of route (marathon, skatetochten en wielerrondes) die de loop van de reguliere lijnen (bus en tram) langdurig verstoren. Dit geldt eveneens ook voor dynamische evenementen (zoals Bavaria City Race en Red Bull Air Race) waarbij grote delen van het tramnetwerk niet toegankelijk zijn voor tramverkeer.
• welke verkeersregelaars waar moeten worden ingezet, wordt vooraf bepaald en vastgelegd in het verkeersplan. Uitgangspunt is altijd de hoeveelheid en complexiteit van de verkeerstaken die op die post moeten worden kunnen uitgevoerd; • de politie verzorgt de instructie aan de verkeersregelaars en geeft hiervoor een instructieverklaring aan het Bureau Netwerk Verkeersmarinier, waarna het bureau het aanstellingsbesluit kan opstellen. Deze instructie moet vanwege de administratieve afhandeling uiterlijk vier dagen vóór het evenement worden gegeven; • op de dag van de inzet krijgen de verkeersregelaars een postinstructie. De verkeersregelaars mogen nooit méér doen dan waarvoor ze zijn aangesteld. Wie is aangesteld als evenementenregelaar mag dus ook geen volledige verkeersregeling doen (verkeer linksaf of rechtsaf sturen bijvoorbeeld). Hierop houdt de politie toezicht. De politie ziet ook toe op de juiste uitrusting van de verkeersregelaars.
Tijdens evenementen moet altijd een ongestoorde metroloop mogelijk zijn. Evenementen mogen de route van de metro-/sneltram nooit afsluiten. Tijdens werkzaamheden aan de metro-infrastructuur mogen geen evenementen worden gehouden waarbij reizigers (door afwezigheid van tram of door de grote aantallen) gebruik moeten maken van de metro.
Mobiliteitsplan voor B- en C-evenementen opstellen
De aanbieders van openbaar vervoer willen wijzigingen in routes en planningen tijdig kunnen doorvoeren. Voor evenementen gelden de volgende voorwaarden: • de evenementenorganisator moet een mobiliteitsplan maken en deze bespreken in het dienstenoverleg; • data van evenementen en eventuele wijzigingen in de routes op tijd doorgeven; • geen evenementen die langdurig de normale exploitatie van de tram verstoren; • zorgen dat politie/verkeersregelaars aanwezig zijn op doorkruispost trambaan; • geen belangrijke knooppunten en remises langdurig afsnijden/blokkeren; • de eindtijd van het evenement afstemmen op reguliere aanvang/einde van openbaar vervoer; • afstemmen met 0900-9292 en OV-info in overleg met de aanbieders van openbaar vervoer. Dit gaat automatisch indien er een dienstregelingwijziging is.
Bij B- en C-evenementen moet de organisator vooraf een mobiliteitsplan opstellen. Hierin wordt aangegeven hoe de verkeersoverlast beperkt wordt door voorzieningen voor fietsers, overleg met de RET, Connexxion en/of NS, en voldoende informatie hierover vóór en tijdens het evenement. Het is van belang tijdig (circa drie maanden vóór het evenement) met de RET en/of NS de mogelijkheden en eventuele knelpunten te bespreken. De politie toetst en adviseert over het mobiliteitsplan. Bij dynamische evenementen zal de adviserende rol aanzienlijker zijn dan bij statische evenementen. Als de Coolsingel afgesloten wordt kan het nodig zijn de Beurstraverseregeling in te stellen, zie paragraaf 4.1. Ook heeft de gemeente afspraken gemaakt over crowd management (zie 6.4). Hieronder volgen drie specifieke verkeerssituaties: • adviesaanvragen die met het scheepvaartverkeer te maken hebben, moeten worden afgestemd met de 23
5.2 Openbare orde en veiligheid
hulpdiensten mag niet worden gehinderd of belemmerd (zie paragraaf 5.1); • de organisator is ervoor verantwoordelijk dat bezoekers in
Wat zegt de APV hierover?
geval van calamiteiten het evenement snel kunnen verlaten. Bij binnenevenementen of van het publieke domein gescheiden evenementen vereist dat niet-geblokkeerde
Het is verboden om de openbare orde of veiligheid te bedreigen, voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, te
nooduitgangen. Het calamiteitenplan maakt deel uit van
dragen of te vervoeren met als doel de openbare orde of veiligheid te verstoren. De organisator is verplicht:
het veiligheidsplan; • de organisator wordt verantwoordelijk gesteld voor af-
• de aanwijzingen van politie en brandweer onverwijld op te volgen;
doende fysieke veiligheidsmaatregelen ten aanzien van: de brandveiligheid, indeling van de locatie c.q. het terrein,
• het evenement te beëindigen als de burgemeester
inrichtingseisen, compartimentering, afsluiting en poortjes.
hiertoe een bevel geeft. De organisator moet er dan voor zorgen dat er geen publiek meer tot het evenement wordt toegelaten en dat het aanwezige publiek het evenement verlaat. Zie bijlage 1 Juridisch kader.
Daarnaast kunnen afhankelijk van het evenement de volgende maatregelen van de organisator worden verwacht: deugdelijke fouillering (ook door vrouwelijke fouilleerders), aanwezigheid van EHBO/EHBO-post(en), afhekken van het evenemententerrein, inrichten van een garderobe, plaatsen van sanitaire voorzieningen, verkoop van drank in plastic en/of karton, en etenswaren die voldoen aan de wettelijk gestelde eisen.
Veiligheidsmaatregelen nemen In een veiligheidsplan neemt de organisator de veiligheidsmaatregelen op die hij heeft getroffen en gaat treffen op het gebied van safety (veiligheid) en security (beveiliging). Hij beschrijft onder meer op welke wijze alcohol wordt verstrekt. De organisator neemt, in overleg met Directie Veiligheid, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en politie, voldoende maatregelen om de veiligheid van bezoekers en deelnemers aan het evenement te waarborgen: • voorafgaand aan het evenement communiceert de organisator de contactgegevens van één contactpersoon aan de diensten. Deze persoon dient gedurende het evenement beschikbaar en aanspreekbaar te zijn voor de verschillende diensten; • de organisator is ervoor verantwoordelijk dat niet meer bezoekers worden toegelaten dan naar het oordeel van de brandweer en politie is toegestaan; • de organisatie zorgt voor een aantal beveiligers dat in verhouding staat tot het aantal bezoekers van het evenement en de aard en het karakter van het evenement. De politie adviseert de vergunningverlener over het aantal beveiligers dat de organisator heeft voorgesteld als onderdeel van het veiligheidsplan. De beveiligers die de organisator aanstelt, zijn werkzaam bij een toegelaten organisatie in het kader van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Ze zijn als zodanig duidelijk en eenduidig herkenbaar. Beveiligers worden voorafgaand aan het evenement schriftelijk aangemeld bij
[email protected]; • de organisator is verantwoordelijk voor een adequate bereikbaarheid van het evenement voor politie, brandweer en ambulance. Het aanrijden en opstellen van
Omdat geen evenement hetzelfde is, wordt bij de vergunningverlening per evenement beoordeeld welke van deze maatregelen als vergunningvoorwaarden worden opgenomen.
Aansprakelijk zijn De organisator is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de vergunning aan eigendommen van de gemeente of van anderen wordt toegebracht. Verder moet de organisator de gemeente vrijwaren voor schade-aanspraken van derden. De organisator moet een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten die zowel de materiële als de letselschade dekt die voortvloeit uit het evenement. In de vergunning worden locatie en tijdsduur van het evenement afgebakend, waarvoor de aansprakelijkheid geldt.
24
Specifieke veiligheidsvoorwaarden voor dancefeesten in buitenruimte Naar aanleiding van de strandrellen in Hoek van Holland is het volgende beleid afgesproken voor dance-events. Dance-events zijn grootschalige evenementen in de buitenruimte, waarbij dj’s dancemuziek draaien. Dance is een verzamelnaam voor alle soorten elektronische dans muziek: hardcore, techno, trance, electro, house. Deze dance-events worden alleen toegestaan als ze voldoen aan de volgende minimale voorwaarden: • het publiek wordt gedoseerd via kaartverkoop (eventueel op naam) vooraf; • het evenemententerrein is afgesloten en de organisator houdt 100% visitatie (tassencontrole) en oppervlakkige veiligheidsfouillering (op het lijf), eventueel met detectiepoortjes en camerabewaking; • de eindtijd is uiterlijk 23.00 uur, met uitzondering van nieuwjaarsnacht; • er is voldoende verlichting op en rond het evenemententerrein; • er wordt alleen zwak-alcoholische drank geschonken. Op basis van ervaringen van voorgaande edities kan besloten worden om verdere beperkingen op te leggen, bijvoorbeeld dat er geen alcohol geschonken mag worden of dat er evenementenbier geschonken moet worden.
• geen extra alcoholvoorzieningen buiten het evenemententerrein; • bezoekers die het evenemententerrein betreden of verlaten, mogen geen alcohol en/of glaswerk meenemen; • niet schenken aan minderjarige bezoekers; • niet schenken aan aangeschoten of dronken bezoekers; • geen gratis drankverstrekking of specifieke aanbiedingsacties. Het uitgangspunt van het alcoholbeleid voor evenementenorganisatoren is dat de organisator bij evenementen die (al dan niet fysiek maar wel herkenbaar) zijn gescheiden van het publieke domein, in principe geen (verder) restrictief alcoholbeleid krijgt opgelegd, tenzij daar aanleiding toe bestaat. Bij B- en C-evenementen waarvan het evenemententerrein niet is te scheiden van het publieke domein kan de organisator hooguit alcoholarm bier schenken (dit bier mag maximaal 1,2 volumeprocent alcohol bevatten, en valt onder de zwak-alcoholische dranken). In het publieke domein mag in die gevallen geen alcohol worden verkocht. In horecagelegenheden en op terrassen kan de verkoop van alcohol onder de daarvoor geldende regels zonder meer worden voortgezet. Ook voor winkels gelden geen beperkingen op dit gebied. Als op het evenemententerrein (zwak-)alcoholhoudende drank wordt geschonken, moet hiervoor een ontheffing worden verleend van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Deze is aan te vragen bij Directie Veiligheid.
Alcoholmisbruik tegengaan Alcoholgebruik tijdens evenementen kan als katalysator werken bij het ontstaan van verstoringen van de openbare orde. Hoewel het gebruik van alcohol een sociaal geaccepteerd onderdeel van een attractief evenement is en de meeste mensen er verstandig mee omgaan, wordt er vanuit de volksgezondheid ook kritisch naar gekeken. Een kleinschalig evenement is meestal te overzien. Enkele personen die zich niet gedragen, kunnen door de organisator vrij eenvoudig worden geweigerd of verwijderd. Naarmate een evenement in omvang en bezoekersaantallen toeneemt of minder goed af te scheiden is van de publieke ruimte, zal de beheersing van het evenement hogere eisen stellen aan de veiligheidsmaatregelen (en dus ook alcoholgerelateerde maatregelen) van de organisator. De organisator van een evenement waarbij alcohol wordt verkocht, moet beleid voeren om alcoholmisbruik tegen te gaan. Dat bestaat uit: • alleen zwak-alcoholische drank is toegestaan; • het evenemententerrein is duidelijk gescheiden van de openbare ruimte (bijvoorbeeld door middel van hekwerk); • adequate toegangscontrole (indien mogelijk); 25
Extra alcoholregels, ook voor niet-organisatoren
2. Het evenemententerrein van een grootschalig evenement is niet gescheiden van de publieke ruimte.
Bij dynamische B- en C-evenementen gelden enkele extra regels tegen alcoholmisbruik:
Verkoop van alcohol in de publieke ruimte is beperkt tot alcoholarm bier;
• geen uitbreiding van terrassen van de horeca langs de
3. Een meervoudig risicobeeld bij een evenement dat de burgemeester niet wil of kan verbieden, kan de
route; • duidelijke fysieke scheiding van terrassen van de
burgemeester aanleiding geven om voor de gehele stad of een deel daarvan alcoholbeperkende maatregelen
publieke ruimte door middel van hekken; • verkoop van dranken en eetwaren vanaf terrassen aan publiek op de openbare weg is niet toegestaan;
te treffen. In zulke gevallen maakt de burgemeester gebruik van zijn bevoegdheden op grond van de
• de exploitanten moeten erop toezien dat er geen
Gemeentewet om bevelen te geven ter handhaving van
alcoholhoudende drank vanaf de terrassen mee de openbare weg op wordt genomen; • geen straatuitgifte van alcohol door horeca, winkels of derden.
de openbare orde (noodbevelen of noodverordening). Om de negatieve effecten van alcoholgebruik zoveel mogelijk te voorkomen kan het de horeca dan worden verboden alcohol te schenken. Zulke maatregelen zullen vanzelfsprekend alleen worden ingezet als andere maatregelen niet volstaan. De tijdsperiode waarvoor de maatregel geldt, zal altijd zo beperkt mogelijk zijn. Deze kan naar gelang de ernst van de ongeregeldheden, of de vrees daarvoor, worden verlengd of bekort. Indien ondanks dergelijke maatregelen de dreiging van ernstige ongeregeldheden blijft bestaan of ongeregeldheden zich daadwerkelijk voordoen, kan ook de verkoop vanuit niet-horecagelegenheden worden verboden.
Scenario’s alcoholmaatregelen Afhankelijk van de risicoanalyse kan de politie adviseren om extra restrictieve maatregelen ten aanzien van de verkoop en/of het gebruik van alcohol te treffen. Een dergelijk advies moet – ook juridisch – voldoende zijn onderbouwd. Als er bij een bepaald evenement een meervoudig risicobeeld ontstaat dat samenhang vertoont met alcohol- en drugsgebruik, zal de burgemeester ernstig overwegen om voor dat evenement (al dan niet beperkt) restrictief alcoholbeleid te voeren of – in het uiterste geval – bij een zeer ernstig dreigings- of risicobeeld het evenement te verbieden. Globaal gezien zijn er drie scenario’s te onderscheiden: 1. Een grootschalig evenement is gescheiden van de publieke ruimte. De algemene uitgangspunten en reguliere (alcohol)regels zijn van kracht. Er is geen alcoholverbod;
Het overgrote deel van de evenementen valt onder het eerste scenario. Het ligt niet voor de hand dat scenario 3 vaak zal worden toegepast, omdat bij een zo ernstig risicobeeld de burgemeester het evenement niet zal vergunnen of alsnog zal verbieden.
26
de godsdienstbeoefening gehinderd wordt. In de vergunningvoorwaarden wordt dit expliciet vastgelegd. Het evenement moet zoveel mogelijk tussen 8.00 en 23.00 uur worden op- en afgebouwd. In ieder geval mogen tussen 23.00 en 8.00 uur geen overlastveroorzakende opbouw- of afbreekactiviteiten plaatsvinden in de buurt van woningen.
Bereikbaar zijn voor omwonenden In de vergunning van B- en C-evenementen wordt de organisator verplicht gesteld een telefoonnummer te communiceren aan omwonenden ze waar nadere informatie kunnen krijgen.
Waar kunnen omwonenden met klachten terecht? 5.3 Milieu: geluid, afval en luchtkwaliteit
Tijdens het evenement kunnen omwonenden met eventuele geluidsklachten terecht bij: • de organisator: het telefoonnummer staat in de bewonersbrief (zie verder); • het algemene nummer van de politie: 0900-8844; • DCMR: via 010-4733333 (24 uur per dag); • het centrale nummer van gemeente Rotterdam: 14 010 (24 uur per dag). De klachten worden rechtstreeks teruggekoppeld aan de organisator en/of betrokken diensten. Zie bijlage 1 Juridisch kader.
Geluidshinder beperken Het geluidsniveau is één van de factoren die in hoge mate de overlast van evenementen bepalen. In de evenementenvergunning wordt per evenement het maximale geluidsniveau aangegeven. De geluidsnormering van de gemeente Rotterdam gaat uit van drie categorieën, met een indicatie van het aantal decibellen gemeten bij de woningen: weinig of geen geluidsoverlast (minder dan 70 dB(A)), enige tot behoorlijke geluidsoverlast (70 tot 85 dB(A)) en vrijwel zeker geluidsoverlast (meer dan 85 dB(A)).
Milieuschade door afval voorkomen
Daarnaast wordt in de vergunning aangegeven tot welk tijdstip muziek en ander geluid ten gehore gebracht mag worden. In een aantal gevallen adviseert DCMR over het geluidsniveau dat in de vergunningaanvraag wordt genoemd. Na afloop van het evenement wordt dit door organisator en betrokken diensten geëvalueerd. Voor de straatparades gelden aanvullende vergunningvoorwaarden voor geluid(shandhaving), zie paragraaf 6.3.
Evenementen in het publieke domein veroorzaken vaak een enorme berg afval. De organisator van een evenement is er verantwoordelijk voor milieutechnische schade te voorkomen. Van organisatoren wordt verwacht dat zij: • de grond- (en water)oppervlakten na het evenement ontruimd en gezuiverd van afval opleveren. Tegen betaling kan de Roteb hierbij ondersteunen; • voldoende afvalbakken aanbrengen op het evenemententerrein en deze regelmatig legen; • flyers of ander drukwerk uitgereikt aan het publiek verwijderen; • stroomaggregaten gebruiken die weinig geluid en stank produceren, energiezuinig zijn en geen olie op de grond kunnen lekken; • in het geval van een parade vervoermiddelen gebruiken waarvan de uitlaatgassen niet ter hoogte van de toeschouwers ontsnappen (hoge, verticale uitlaten); • zorgen voor (brand)veilige afvalopslag; • zorgen voor voldoende sanitaire voorzieningen in overleg met GGD en politie (zie kader hierna).
Zondags- en nachtrust respecteren In het algemeen geldt dat evenementen een eindtijd hebben van uiterlijk 23.00 uur op alle dagen van de week. Verder gelden beperkingen als gevolg van de Zondagswet. Het is op zondagen niet toegestaan vóór 13.00 uur geluid te produceren dat op een afstand van meer dan 200 meter van de geluidsbron hoorbaar is. Na 13.00 uur is dit wel toegestaan als de burgemeester hiervoor ontheffing verleent. Ongeacht mogelijke ontheffingen is het conform de Zondagswet verboden om op zondag in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst in gebruik, zonder strikte noodzaak lawaai te maken, waardoor 27
Integrale aanpak tegen wildplassen Om wildplassen tegen te gaan is in 2007 voor Zomercarnaval, Dance Parade en Bavaria City Racing een integrale aanpak ontwikkeld, waarbij verschillende partijen (Directie Veiligheid, Centrumraad, organisatoren, Stadstoezicht, Roteb, VRR directie GHOR, GGD en politie) samenwerken. In hoofdlijnen komt de aanpak neer op: extra voorzieningen plaatsen langs de route door de organisator, het wildplasbeleid en locaties van toiletten mededelen aan de bezoekers, extra handhaving en extra schoonmaak na afloop van het evenement. De organisator is ervoor verantwoordelijk voldoende toiletten te plaatsen op het evenemententerrein/langs de route van het evenement. De organisator stelt hiervoor een plaatsingsplan op en levert deze twaalf weken voorafgaand aan het evenement aan bij Directie Veiligheid. Daarnaast zorgt de organisator voor duidelijk zichtbare bewegwijzering naar de toiletten. Uiterlijk 24 uur na afloop van het evenement moeten de toiletvoorzieningen verwijderd worden. Indien nodig plaatsen Directie Veiligheid en de Centrumraad extra voorzieningen in aanlooproutes naar het evenement en op structurele overlastlocaties. Daarnaast maakt Roteb bij de genoemde evenementen extra schoon. Politie is verantwoordelijk voor de handhaving.
Vuurwerk? Aparte melding of vergunning nodig Om vuurwerk te mogen afsteken is (afhankelijk van de omvang) een aparte vergunning vereist of kan worden volstaan met een melding. Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland hebben de beslissingsbevoegdheid hierover gemandateerd aan de DCMR Milieudienst Rijnmond. Die toetst of de afsteeklocatie voldoet en of degenen die het vuurwerk afsteken daartoe bevoegd zijn. Er is geen vergunning nodig om consumentenvuurwerk af te steken tijdens de jaarwisseling (de periode staat in het Vuurwerkbesluit 2002). Buiten die periode hebben particulieren en bedrijven een vergunning of meldingstoestemming nodig, bijvoorbeeld bij een huwelijk of bedrijfsfeest (zie www.dcmr.nl).
Voldoen aan milieu-eisen voor vrachtverkeer Voor het centrumgebied geldt een milieuzonering: alleen vrachtauto's die aan bepaalde milieueisen voldoen, mogen de binnenstad in. Of een vrachtauto toegang heeft tot een milieuzone, hangt af van de Europese milieunorm voor vrachtautomotoren. Voor de milieuzone gelden de volgende, landelijk afgesproken, toegangseisen: euro 0, 1 en 2 niet toegestaan, euro 3 met roetfilter toegestaan (tot juli 2013 en niet ouder dan acht jaar), euro 4 en 5 toegestaan. Alle voertuigen die voldoen aan de gestelde milieueisen, krijgen automatisch (zonder aanvraag) van de landelijke organisatie SenterNovem een langdurige ontheffing. Daarnaast zijn diverse voertuigen aangemerkt als bijzonder voertuig; ook deze komen in aanmerking voor een automatische ontheffing door SenterNovem. Uitzondering binnen de categorie bijzondere voertuigen vormen verhuisauto's, kermisauto's, circusauto's en voertuigen die bedoeld zijn voor uitzonderlijk transport. Eigenaren van deze voertuigen moeten bij de gemeente een ontheffing aanvragen. Bijzondere voertuigen ouder dan 13 jaar zijn sinds 1 juli 2008 niet meer toegestaan in de milieuzone.
5.4 Communicatie Bewonersbrieven verspreiden Bewoners van nabijgelegen woningen en bedrijven moeten vooraf geïnformeerd worden over het evenement. De organisatie stuurt hierover een bewonersbrief. Deze brief bevat ten minste de volgende informatie: • datum/data en tijd(en) evenement; • datum/data en tijd(en) op- en afbouw; 28
• verkeersmaatregelen (locaties en tijden van o.a.
uit, zoals telefoon- en eventueel semafoonnummers.
afsluitingen); • parkeerbeperkingen (locaties en tijden);
Een organisator kan om een bepaalde reden (zoals een dreigende calamiteit) een dienst met spoed nodig hebben
• regeling doorlaatbewijzen en regeling voor bewoners met
en vice versa.
parkeervergunningen; • consequenties voor het openbaar vervoer;
Wat kost de bijdrage van gemeentelijke diensten en organisaties?
• bereikbaarheid van het evenement per openbaar vervoer; • P+R-terreinen die voor het evenement van belang zijn; • internetsite waar extra informatie te vinden is; • telefoonnummer van de organisatie waarop informatie
Omdat evenementen een aanwinst zijn voor de stad heeft Rotterdam een om-niet-regeling. Dit houdt in dat
verkrijgbaar is (ook op de dag zelf); • mogelijke overlast veroorzakende activiteiten of
organisatoren van bepaalde evenementen (namelijk
beperkingen (bijvoorbeeld helikopters); • telefoonnummer van de meldkamer van de DCMR Milieudienst Rijnmond (010-4733333, 24 uur per dag bereikbaar) waar contact mee kan worden gezocht bij geluidsoverlast; • een verwijzing naar de website www.evenementeninrotterdam.nl.
gratis toegankelijke B- en C-evenementen in de buitenruimte) kosteloos gebruik kunnen maken van bepaalde gemeentelijke diensten. Het gaat om: • vereiste aanpassingen aan het wegareaal (Gemeentewerken); • voorzieningen om het publieke domein te beschermen (Gemeentewerken); • leveren van materialen voor schoonmaak tijdens evenementen (Roteb); • schoonmaak van het evenemententerrein aan het einde van het evenement (Roteb).
De conceptbrief en postcodegebieden worden besproken tijdens het laatste dienstenoverleg. De organisatie zorgt dat deze brief uiterlijk zeven dagen voor het evenement verspreid of verzonden wordt. Tegelijkertijd levert de organisatie een kopie van bovengenoemde bewonersbrief (inclusief de locaties waar deze brief is verspreid met opgave van postcodegebieden) aan Directie Veiligheid en DCMR Milieudienst Rijnmond (t.a.v. de Meldkamer en Bureau Geluid, Postbus 843, 3100 AV Schiedam).
De om-niet-regeling geldt niet voor: • leges; • opstellen en uitvoeren van het verkeersregulatieplan; • voorzieningen die worden getroffen om het evenement aan te kleden; • publieksvoorzieningen (zoals toiletten); • afzettingen van het parcours van mobiele evenementen; • het herstellen van schade in het publieke domein.
Informatie doorgeven voor website Om de informatievoorziening over evenementen te verbeteren is een centrale website (www.evenementeninrotterdam.nl) ontwikkeld. Hier vinden bewoners, ondernemers en bezoekers alle praktische informatie over Rotterdamse evenementen, zoals de locatie, de tijdstippen, de bewonersbrief, een lijst veelgestelde vragen, verkeersinformatie (waaronder afsluitingen en omleidingen), de voorzieningen en de vergunning. Om de relevante informatie te verzamelen stuurt Directie Veiligheid voor het evenement een invulblad aan de organisatoren. De organisatoren vullen de informatie in en sturen het invulblad terug, uiterlijk acht weken voorafgaand aan het evenement. Directie Veiligheid plaatst vervolgens alle informatie op de website. Deze informatieaanlevering is een voorwaarde voor de vergunning.
Voor dergelijke overige kosten sluiten organisatoren en betrokken diensten een zakelijke overeenkomst. De om-niet-regeling laat onverlet dat de organisator verantwoordelijk is voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement en voor het schoon en heel achterlaten van het evenemententerrein. In de vergunningvoorschriften wordt dit expliciet vastgelegd. Bij oplevering van het terrein na afloop wordt toegezien of het voldoet aan de tevoren gestelde eisen.
Bereikbaar zijn, ook in spoedgevallen Om de bereikbaarheid te waarborgen wisselen de organisator en de operationele en gemeentelijke diensten, die betrokken zijn bij het evenement, onderling contactgegevens 29
6. Uitvoering: wie is verantwoordelijk voor naleving en handhaving van de voorschriften?
6.1 Verantwoordelijke organisaties
De organisator is verantwoordelijk voor de Gemeentelijke diensten en organisaties houden zich vanuit hun eigen verantwoordelijkheid bezig met evenementen. We beschrijven hierna de belangrijkste partijen.
naleving van de vergunningvoorschriften om het evenement beheersbaar, veilig en ordelijk te laten verlopen. De vergunningverlener is
Burgemeester
doorgaans de verantwoordelijke voor de hand-
Eindverantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in Rotterdam. Hij verleent op grond van de APV vergunningen aan evenementenorganisatoren en bepaalt dus feitelijk of een evenement mag worden georganiseerd en onder welke voorwaarden.
having. In geval van dreiging of crisis worden specifieke afspraken van kracht. Hierna volgt meer over de taken van de betrokken organisaties, de multidisciplinaire schouw, het hand-
College van Burgemeester en Wethouders
havingsprotocol, crowd management, crisis-
Het College is verantwoordelijk voor het evenementenbeleid en voor de vaststelling van de evenementenkalender.
beheersing en de evaluatie na afloop van het evenement. Het gaat hier dus niet zozeer om
Driehoek
acties van organisatoren, maar om gemeente-
Bestaat uit de burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de korpschef van de politie. B- en C-evenementen komen standaard aan de orde in de driehoek. De driehoek spreekt over de voorbereiding van de verschillende evenementen.
lijke maatregelen rond evenementen.
30
Organisator
kades, bruggen en ligplaatsen die door het evenement
Degene voor wiens rekening en risico een evenement plaatsvindt. Deze persoon is primair verantwoordelijk voor een
beïnvloed zouden kunnen worden.
beheersbaar, ordelijk en veilig verloop van een evenement.
Bureau Netwerk Verkeersmarinier
Directie Veiligheid
Onderdeel van dS+V dat adviseert over verkeersregulering rond evenementen en ook verantwoordelijk is voor de
Onderdeel van de Bestuursdienst dat de regie voert over het evenementenvergunningenbeleid en verantwoordelijk is
aanstelling van verkeersregelaars.
voor de coördinatie van de vergunningverlening. Bereidt de vergunningverlening door de burgemeester voor van
Sector Bouwtoezicht Onderdeel van dS+V dat adviseert over het plaatsen van tijdelijke bouwwerken zoals podia, tenten, kramen et cetera.
A-evenementen in het centrum en in meerdere deelgemeenten tegelijk, en van B- en C-evenementen.
DCMR Milieudienst Rijnmond Deelgemeenten
Adviseert soms over onderdelen van evenementen, zoals over het geluidsniveau dat in de vergunningaanvraag wordt genoemd, of over vuurwerk.
Verstrekken namens de burgemeester vergunningen aan organisatoren van A-evenementen in de deelgemeente. Worden ook betrokken bij de advisering over B- en C-evenementen.
Stadstoezicht Kan gevraagd worden te adviseren over evenementen of onderdelen ervan. Is verantwoordelijk voor parkeerhandhaving rond evenementen.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) Adviseert over brandveiligheid, technische en geneeskundige aspecten van evenementen. Onder de VRR vallen brandweer en GHOR (geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen).
Gemeentewerken Adviseert over de buitenruimte waar het evenement plaatsvindt.
Politie Rotterdam-Rijnmond Rotterdam Festivals
Is vanuit wettelijke taakstelling verantwoordelijk voor ordehandhaving in het publieke domein en strafrechtelijke handhaving. De politiedistricten adviseren namens de korpschef over openbare orde- en veiligheidsaspecten van evenementen. Het bureau conflict- en crisisbeheersing (bCCB) wordt bij B- en C-evenementen betrokken vanwege hun specifieke expertise. Politie is ook verantwoordelijk voor de verkeershandhaving rond evenementen.
Stedelijk evenementenbureau, opgericht in 1993 om met festivals en grootschalige evenementen bij te dragen aan de ontwikkeling van de stad (aantrekkelijk verblijfsklimaat voor bewoners en toeristen). Voert het Rotterdamse evenementen(subsidie)beleid uit. Rotterdam Festivals bepaalt op basis van de inhoudelijke criteria uit de nota ‘Dieper in de stad, verder in de wereld’ welke evenementen in aanmerking komen voor een plek op de evenementenkalender, en welke evenementen subsidie krijgen. Alleen na een positieve toets van Rotterdam Festivals neemt Directie Veiligheid een vergunningaanvraag in behandeling.
Openbaar Ministerie Eindverantwoordelijk voor de handhaving van het strafrecht.
GGD Rotterdam Topsport
Adviseert over gezondheidszorg- en hygiëneaspecten van evenementen, in samenspraak met de GHOR.
Roteb
Verantwoordelijk voor de inhoudelijke toets van sportevenementen, voordat deze een plek op de evenementenkalender krijgen.
Adviseert over afvalverzameling en het schoon opleveren van evenemententerreinen.
OntwikkelingsBedrijf Rotterdam (OBR) Verantwoordelijk voor het evenementenbeleid.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. / Divisie Havenmeester Rotterdam
RET, NS, Connexxion, Q-Buzz
Adviseert over adviesaanvragen die direct verband houden met watergebonden evenementen. Het gaat dan om het scheepvaartverkeer, gebruik van de vaarweg en /of sluizen,
De RET wordt vaak gevraagd over evenementen of onderdelen ervan te adviseren. De (openbaar)vervoermaatschappijen die in de regio Rijnmond actief zijn (RET, NS, 31
Connexxion en Q-Buzz), moeten bij evenementen voldoende materieel beschikbaar hebben om de verwachte
daarom vraagt, het evenement stilleggen. De burgemeester
bezoekersstroom te vervoeren.
wordt daarvan zo snel mogelijk (zo mogelijk vóór beëindiging) op de hoogte gesteld. Indien daartoe aan-
6.2 Multidisciplinaire schouw
zekerheidstellingen en dwangsommen toepassen.
leiding bestaat, zal de gemeente het instrumentarium van
Vlak voor aanvang van het evenement vindt onder verantwoordelijkheid van de vergunningverlener een
Overtreding van vergunningvoorschriften kan bovendien gevolgen hebben vóór de verlening van vergunningen voor toekomstige evenementen van de organisator. Van
multidisciplinaire schouw plaats. Hiertoe vullen de betrokken diensten een schouwformulier in. De schouw is vooral gericht op het constateren van veiligheidsrisico’s. De verant-
evenementen waarbij overtredingen zijn geconstateerd, stelt Directie Veiligheid in overleg met betrokkenen een
woordelijkheden tijdens de schouw zijn naar aanleiding van
schriftelijke evaluatie op. Bij ernstige overtredingen infor-
de ongeregeldheden in Hoek van Holland in augustus 2009 duidelijker verdeeld. Het voornemen is om voor het zomerseizoen van 2010 een schouwmeester aan te stellen die integraal verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de schouw samen met de betrokken diensten. De adviseur van Directie Veiligheid wordt onmiddellijk geïnformeerd over knelpunten die tijdens de schouw aan het licht komen. Afspraken over het tijdstip en werkzaamheden worden in het dienstenoverleg gemaakt.
meert Directie Veiligheid de organisator zo spoedig mogelijk na afloop van het evenement over de tekortkomingen, waarbij bovendien eventuele consequenties voor volgende jaren of andere evenementen worden aangegeven.
Handhaving geluid Naar aanleiding van ervaringen met zowel Zomercarnaval als Dance Parade is er in overleg tussen DCMR, organisatoren, politie en Directie Veiligheid in 2008 een protocol voor controle en handhaving geluidsvoorschriften Parades opgesteld (zie kader). Tijdens de parades voert DCMR geluidsmetingen uit. Indien wagens zich niet aan de geluidsvoorschriften houden, krijgt de paradeleiding een waarschuwing van de politie. Bij een tweede overschrijding wordt een boete opgelegd van € 1.200,- en bij een derde overtreding vindt uitsluiting plaats. Na afloop van elk evenementseizoen wordt dit protocol geëvalueerd.
6.3 Handhavingsprotocol Met ingang van zomer 2010 wordt een handhavingsprotocol van kracht voor de integrale handhaving van de vergunningvoorschriften. Het niet naleven van vergunningvoorwaarden kan gevolgen hebben voor verstrekte vergunningen of voor de vergunningverlening voor volgende jaren. Om de vergunningvoorschriften succesvol te kunnen handhaven is de medewerking van alle betrokkenen nodig. Vanzelfsprekend wordt ook een beroep gedaan op organisatoren. De ordehandhaving op de locatie die in de vergunning aangegeven staat, is primair de verantwoordelijkheid van de organisator. Indien nodig kan ook de politie handhavend optreden op het evenemententerrein. De politie is als enige verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid in het publieke domein en dus ook buiten de grenzen van het evenemententerrein c.q. locatie van het evenement.
Bij overtredingen van de vergunningvoorschriften Als de organisator zijn taken niet of niet goed uitvoert, zullen politie en gemeentefunctionarissen actief optreden. Bij constatering van de overtreding van een of meer vergunningvoorschriften wordt de organisator gewaarschuwd. Deze krijgt in principe in eerste instantie de gelegenheid alsnog te voldoen aan de gestelde voorschriften. Bij herhaalde overtreding of bij ernstige overtreding maakt de politie proces-verbaal op. De politie kan, als de situatie 32
Protocol Controle en Handhaving Geluidsvoorschriften Parades B- en C-evenementen Voorschriften: 1. De vergunninghouder (hierna: organisator) informeert
5. De organisator waarschuwt de wagen en 10 minuten na melding door de Liaison Politie dient de overtreding
de partijen die tijdens de Parade een wagen huren met betrekking tot de in de evenementenvergunning opge-
beëindigd te zijn.
nomen geluidsvoorschriften en het sanctiebeleid bij overtreding van de geluidsvoorschriften. Er wordt
6. De organisator meldt de Liaison van de Politie als de betreffende waarschuwing doorgegeven is.
geadviseerd deze informatie op te nemen in het contract met de wagenhuurder en de voorschriften te
7. Bij een herhaalde overtreding door eenzelfde wagenhuurder meldt de medewerker van de politie dit we-
herhalen tijdens de briefing voorafgaand aan de parade.
derom aan de Controlekamer Politie en worden de
2. De organisator stelt de geluidsspecialist van de DCMR een week voorafgaand aan het evenement een organisatiepas (conform model Paradeleiding) ter beschikking, ten einde zijn herkenbaarheid ten opzichte van de deelnemers bij de uitvoering van zijn werkzaamheden te vergroten. 3. Ten tijde van de parade worden de geluidsvoorschriften door een geluidspecialist van de DCMR en een medewerker van de Politie Rotterdam-Rijnmond gecontroleerd. Bij een geconstateerde overschrijding van de geluidsnorm zal de medewerker van de politie de overtreding melden bij de Controlekamer Politie onder vermelding van wagennummer, tijdstip, overschrijding (dB(A) en/of dB(C)) en de door wagenhuurder te bewerkstelligen reductie. 4. De Controlekamer Politie geeft deze melding door aan de Liaison Politie, die op zijn beurt de organisator inlicht en maant de wagen te waarschuwen.
volgende sanctiemaatregelen uitgevoerd: - constatering eerste overschrijding: waarschuwing (zie hiervoor 3 tot en met 6); - constatering tweede overschrijding: opmaken procesverbaal ten behoeve van organisator; - constatering derde overschrijding: het uitsluiten van desbetreffende wagen/club/organisatie voor de volgende editie van parade. 8. De Controlekamer Politie licht de Liaison Politie in welke sanctiemaatregelen voor desbetreffende wagen van toepassing zijn. 9. Op basis van het proces-verbaal zal door het Openbaar Ministerie vervolging worden ingesteld. De boete die vervolgens zal worden opgelegd bedraagt € 1.200,-.
Handhaving alcohol Alcoholbeleid moet duidelijk en consistent zijn. Als het beleid niet daadwerkelijk wordt gehandhaafd, werkt dat contraproductief. En als het alcoholbeleid niet wordt gecommuniceerd aan bezoekers, valt het niet te handhaven. De handhaving van beleid waarvan het niemand duidelijk is waarop het is gebaseerd, zal eerder openbare ordeverstoringen óproepen dan voorkómen. Bij sommige grote evenementen is handhaving van een strikt alcoholbeleid slechts mogelijk met massale politie-inzet. Een dergelijke inzet zou het feestelijke karakter van het evenement echter ernstig aantasten. Om recht te doen aan het feestelijke karakter en tegelijk risico’s van alcoholmisbruik te verkleinen kan ervoor gekozen worden bij zulke evenementen de verkoop van alcohol in de publieke ruimte te beperken tot alcoholarm bier of evenementenbier. Daarnaast kan ook besloten worden om helemaal geen alcoholverkoop toe te staan (zie paragraaf 5.2).
Deze keuzes vragen maatwerk op basis van een actuele risicoanalyse. De handhaving moet een logisch vervolg zijn van de bestuurlijke voorwaarden waaraan de organisator van het evenement gebonden is. Voor alle betrokkenen maar zeker voor bezoekers van het evenement moet duidelijk zijn waar precies welke spelregels gelden.
33
6.4 Crowd management en crisisbeheersing
Rotterdam bepaald. Zie Handboek Vergunningen Evenementen voor een overzicht van deze afspraken tussen de diensten.
Crowd management Door de toename van het aantal bezoekers van diverse
6.5 Evaluatie
evenementen in Rotterdam is het van belang om rekening te houden met grote mensenmassa’s en de bijbehorende
De B- en C- evenementen worden binnen vier weken na
gevolgen voor de veiligheid. Ook maakt de samenstelling van het publiek verschil, zoals aan de orde kwam bij de risi-
afloop van het evenement geëvalueerd in het dienstenoverleg. De diensten beoordelen de effectiviteit van de
coanalyse, in paragraaf 4.1. In het Handboek Vergunningen Evenementen staan de afspraken over dit zogeheten crowd
getroffen maatregelen en trekken conclusies die in het daaropvolgende jaar kunnen leiden tot een nog betere
management beschreven.
opzet. Voor deze evaluatie kan de checklist uit het Handboek Vergunningen Evenementen gebruikt worden. Een vast onderdeel van de evaluatie is het functioneren van het crowd management, de geconstateerde incidenten en de handhaving.
De termen crowd management en crowd control worden vaak door elkaar gebruikt, maar betekenen niet hetzelfde. Crowd management is het systematisch plannen van en de coördinatie van het gedrag van grote groepen mensen tijdens bijeenkomsten. Crowd control is de feitelijke uitvoering van deze plannen; het beperken of het stellen van grenzen aan het gedrag van mensen door van tevoren vastgestelde richtlijnen en middelen.
Naast de afzonderlijke evaluatiemomenten per evenement organiseert Directie Veiligheid jaarlijks een integrale evaluatiebijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst worden in samenspraak met de diverse partners successen, knelpunten en verbeterpunten voor het volgende jaar in kaart gebracht. De belangrijkste uitkomsten van de evaluatie worden jaarlijks gepubliceerd in een jaarrapportage evenementenseizoen. De evaluatie verloopt conform de Deming-cirkel.
Crisisbeheersing Een incident komt nooit gelegen. Ook tijdens een evenement kan een crisis ontstaan, of juist rond het evenement zelf (denk aan de rellen in Hoek van Holland, Dance Valley, vliegtuigshows en Koninginnedag in Apeldoorn). Het algemene beleid hiervoor staat beschreven in het Crisisbeheersingsplan van de gemeente Rotterdam, dat in september 2010 vervangen wordt door het Regionaal Crisisplan. Een deel daarin gaat over evenementen en dat beschrijven we hier ook. Afspraken zijn gemaakt over wat elke organisatie doet om incidenten te voorkomen en om op te treden als zich een incident of crisis voordoet. Als uitgangspunt hiervoor wordt gebruik gemaakt van de ‘veiligheidsketen’. Deze keten bestaat uit vijf fasen: 1. proactie: het inkaderen van risico’s; 2. preventie: het nemen van maatregelen; 3. preparatie: het voorbereiden van de bestrijding; 4. repressie: het optreden bij incidenten; 5. nazorg: situatie terugbrengen naar de normale situatie.
Figuur 6: Cirkel van Deming
Plan Act
Do Check
PLAN Het kan nodig zijn een crisisstaf ‘op nul minuten notice’ (een zogenaamd Commando Plaats Incident) in te stellen ter plaatse van het evenement, om het reactievermogen van de operationele crisisorganisaties te verhogen. En als er sprake is van substantiële risicodreiging kan een staf Grootschalig Bijzonder Optreden (sGBO) worden ingesteld. Ook zijn er afspraken over het voorkomen van terrorisme en over de opvang van slachtoffers of evacués in geval van een crisis, mocht dat nodig zijn. In het genoemde Crisisbeheersingsplan zijn opvanglocaties in de gemeente
DO CHECK ACT
34
Voorbereiden evenement op basis van referentiekader en/of historie Uitvoering van het plan Controleren verloop, evalueren Borgen verbeterpunten/afspraken ter voorbereiding nieuw plan
Bijlage 1: Juridisch kader Relevante artikelen uit APV over evenementen
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN § 1.1
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - aanvraag: aanvraag om een toestemming krachtens deze verordening; - evenement: voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; d. verrichtingen van vermaak die plaatsvinden in een openbare inrichting, waarvoor een vergunning krachtens artikel 2.3.2 geldt, mits die vergunning mede betrekking heeft op deze verrichting van vermaak; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; f. activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.8; - grootschalig evenement: evenement waarvan de aard of de publieksaantrekkende werking vanuit een oogpunt van openbare orde en veiligheid dusdanig grootschalig is, dat daarin zonder nadere ordening niet kan worden voorzien; - organisator: degene voor wiens rekening en risico een evenement plaatsvindt; 2.
§ 1.2
Onder evenement wordt in deze verordening en de daarop berustende bepalingen mede verstaan: - braderie op of aan de weg; - feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg; - herdenkingsplechtigheid op of aan de weg; - optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2.1.4, op of aan de weg; - snuffelmarkt. PROCEDURES VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN TOESTEMMING
Artikel 1.1a Aanvulling of afwijking van de Algemene wet bestuursrecht Naast of in afwijking van titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht gelden met betrekking tot toestemmingen krachtens deze verordening de bepalingen van deze paragraaf. Artikel 1.1b Indiening Het college kan regels stellen over de gegevens en bescheiden, die bij de aanvraag om een toestemming moeten worden overgelegd. Artikel 1.2 Beslistermijnen 1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag om een vergunning of ontheffing binnen vier weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, tenzij in deze verordening een andere beslistermijn is vastgesteld. 2. In afwijking van het eerste lid beslist het bevoegde bestuursorgaan binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag om een toestemming krachtens de artikelen 2.2.3, 2.3.2, 2.3a.3, 3.2.2, 4.4.3 of 5.2.4 is ontvangen. 3. Het bevoegde bestuursorgaan kan binnen drie weken na ontvangst van de aanvraag de in het eerste lid bedoelde termijn eenmaal met ten hoogste vier weken verlengen, onderscheidenlijk binnen zes weken de in het tweede lid bedoelde termijn met acht weken. Het doet hiervan mededeling aan de aanvrager. 35
Artikel 1.3 Te late indiening aanvraag Het bevoegde bestuursorgaan kan besluiten een aanvraag niet te behandelen, indien zij wordt ingediend binnen vier weken, of in gevallen als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, binnen acht weken, voor het begin van de activiteit waarvoor de toestemming wordt gevraagd en het bestuursorgaan van mening is daardoor een verantwoorde beoordeling van de aanvraag onmogelijk is. Artikel 1.3a Beperking geldigheidsduur van de toestemming 1. Een toestemming die betrekking heeft op een activiteit die uit haar aard van beperkte duur is, wordt verleend voor de duur van die activiteit. 2. In het belang van de openbare orde en veiligheid of het woon- of leefklimaat wordt een toestemming krachtens: a. artikel 2.3.2, 2.3.9, 2.3a.3, 3.2.1b of verleend voor de duur van vijf jaar; b. artikel 5.2.4, verleend voor de duur van drie jaar. 3. In het belang van de openbare orde en veiligheid of het woon- of leefklimaat kan de burgemeester afwijken van dit artikel. Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen 1. Aan een toestemming kunnen voorschriften worden verbonden. Zij kan onder beperkingen worden verleend. De voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de toestemming is vereist. 2. Degene voor wie de toestemming geldt, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften na te komen. Artikel 1.5 Persoonlijk karakter van de toestemming De toestemming geldt alleen voor degene aan wie zij is verleend. Artikel 1.6 Intrekking of wijziging van de toestemming 1. De toestemming kan, onverminderd het elders in deze verordening bepaalde, worden ingetrokken of gewijzigd, indien: a. ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de toestemming, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de toestemming is vereist; c. de aan de toestemming verbonden voorschriften of de beperkingen waaronder zij is verleend, niet zijn of worden nageleefd; d. van de toestemming geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een naar het oordeel van het bevoegde bestuursorgaan redelijke termijn; e. degene voor wie de toestemming geldt dit verzoekt. 2. Het bevoegde bestuursorgaan kan, onverminderd het elders in deze verordening bepaalde, een toestemming weigeren indien de aanvrager voorschriften, verbonden aan een eerdere toestemming voor een soortgelijke activiteit of beperkingen waaronder een dergelijk toestemming is verleend, niet heeft nageleefd en het vermoeden gerechtvaardigd is dat indien de gevraagde toestemming wordt verleend, hij ook daaraan verbonden voorschriften of beperkingen waaronder zij zou worden verleend, niet zal naleven. Artikel 1.6a Grond voor verlening van een ontheffing Een ontheffing krachtens deze verordening wordt slechts verleend, indien het belang dat door het betrokken verbod wordt beschermd, zich daartegen niet verzet. Artikel 1.6b Actualisering van gegevens 1. Het bevoegde bestuursorgaan kan – ten hoogste eens in de drie jaar – degene voor wie een toestemming geldt, verzoeken de juistheid van de bij dat bestuursorgaan bekende gegevens over degene voor wie of over de activiteit waarvoor de toestemming geldt, binnen een door dat orgaan te stellen termijn te controleren. 2. Degene aan wie het verzoek is gedaan, is verplicht daaraan te voldoen. 36
Artikel 1.7 Termijnen Voor zover sprake is van termijnen in uren, bepaald door terugrekening van een tijdstip of gebeurtenis, en deze eindigen op een vrijdag na 12 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, worden de termijnen geacht te eindigen om 12 uur op de voorgelegen dag, die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
HOOFDSTUK 2 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID § 2.2
TOEZICHT OP EVENEMENTEN
Artikel 2.2.1
Begripsomschrijving [vervallen]
Artikel 2.2.2 Evenementenvergunning 1. Het is verboden zonder evenementenvergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. 2. De evenementenvergunning kan worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. het voorkomen of beperken van overlast; c. de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen; d. de zedelijkheid of gezondheid; e. de bescherming van een krachtens de Gemeentewet ingestelde markt. 3. Met het oog op de in het tweede lid genoemde belangen en de bij de aanvraag om vergunning verstrekte gegevens kan de burgemeester aan de vergunning voorschriften verbinden ter regulering van het evenement, die onder meer betrekking kunnen hebben op: a. de plaats en het tijdstip van het evenement; b. de benodigde technische voorzieningen; c. de verdere inrichting; d. de benodigde openbare aankondigingen over hoe het evenement per openbaar vervoer kan worden bezocht. 4. De aanvraag om een evenementenvergunning vermeldt: a. de plaats waar het evenement wordt gehouden, b. de datum en het tijdstip waarop het evenement wordt gehouden, c. een opgave van het verwachte aantal deelnemers en toeschouwers, d. de mogelijke risico's voor verstoring van de openbare orde en veiligheid, en e. de maatregelen die de organisator zelf zal nemen om wanordelijkheden zoveel mogelijk te voorkomen. 5. Risicoverhogende feiten of omstandigheden waarvan eerst na de aanvraag is gebleken, dienen door de organisator onverwijld aan de burgemeester te worden gemeld. 6. Dit artikel is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 2.2.2a Kennisgeving evenementen 1. Het in artikel 2.2.2, eerste lid, gestelde verbod geldt, behoudens in door de burgemeester aangewezen gebieden, niet voor eendaagse evenementen indien: a. het evenement een feest op eigen terrein, barbecue of straatfeest in de openlucht betreft, b. het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 249 personen, c. het evenement op een werkdag plaatsvindt tussen 9 en 23 uur of op een zon- of feestdag tussen 13 en 23 uur, d. het geluidsniveau op een afstand van 10 meter van enige geluidsbron niet meer bedraagt dan 80 dB(A), e. het evenement niet plaatsvindt op de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994 of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten, f. slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 2 m² per object, g. er geen ander evenement in de nabijheid plaatsvindt, h. er een organisator is, 37
2.
i. de organisator de burgemeester ten minste vier weken voorafgaand aan het evenement kennis geeft met een door de burgemeester vastgesteld kennisgevingformulier, j. binnen een week na ontvangst van het kennisgeving formulier door de burgemeester geen tegenbericht is verzonden, en k. de organisator een ontvangstbevestiging, van het feit dat hij een kennisgeving heeft gedaan, kan tonen. Indien het vermoeden bestaat dat een evenement de openbare orde kan verstoren, kan de burgemeester, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat het in artikel 2.2.2, eerste lid, gestelde verbod onverkort geldt. De burgemeester zendt dit tegenbericht, als bedoeld in onderdeel j van het eerste lid, binnen een week na ontvangst van het kennisgevingsformulier.
Artikel 2.2.3 Grootschalig evenement 1. Het is verboden een grootschalig evenement aan te kondigen, toe te laten, feitelijk te leiden of daaraan deel te nemen: a. indien wordt afgeweken van de aan de burgemeester verstrekte gegevens; b. indien wordt gehandeld in strijd met de krachtens het derde lid van artikel 2.2.2 door de burgemeester aan de vergunning verbonden voorschriften. 2. De burgemeester weigert de vergunning in ieder geval indien: a. naar zijn oordeel noch door het stellen van voorschriften, noch door de aan de zijde van de organisator voorgestelde maatregelen, onevenredige schade aan de belangen genoemd in artikel 2.2.2, tweede lid, kan worden voorkomen; b. indien de ter handhaving van de openbare orde en veiligheid noodzakelijke politiecapaciteit een zijns inziens onevenredig beroep op de beschikbare formatie doet. Artikel 2.2.4
Beslistermijn grootschalig evenement [vervallen]
Artikel 2.2.5 Openbare orde en veiligheid grootschalig evenement 1. De organisator van een grootschalig evenement is verplicht: a. het grootschalige evenement onverwijld te beëindigen indien daartoe door of namens de burgemeester een bevel gegeven wordt; b. ervoor te zorgen dat, nadat een bevel als onder a bedoeld is gegeven, geen publiek meer tot het grootschalige evenement wordt toegelaten; c. ervoor te zorgen dat de aanwijzingen van ambtenaren van politie en brandweer stipt en onverwijld worden opgevolgd. 2. Het is voor het publiek verboden aanwezig te zijn of te blijven bij een grootschalig evenement ten aanzien waarvan openbaar is bekend gemaakt dat een bevel als bedoeld in het eerste lid, onder a, is gegeven. 3. Het is verboden zich bij gelegenheid van een grootschalig evenement op het evenemententerrein te gedragen met het kennelijke doel om de openbare orde of veiligheid te verstoren of te bedreigen. 4. Het is verboden om bij gelegenheid van een grootschalig evenement - al dan niet op het evenemententerrein - op of aan de weg of op voor het publiek toegankelijke plaatsen voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, te dragen of te vervoeren die kennelijk bestemd zijn om de openbare orde of veiligheid te verstoren. 5. Een ieder is verplicht bij gelegenheid van een grootschalig evenement alle aanwijzingen, gegeven door politie en brandweer in het belang van de openbare orde of veiligheid van personen en goederen, dan wel ter beperking van gemeen gevaar, onverwijld en stipt op te volgen.
38
Overig juridisch kader Verder van toepassing op het evenementenvergunningenbeleid: • Legesverordening • Zondagswet • Drank- en Horecawet • Gemeentewet • Algemene wet bestuursrecht. Afhankelijk van het evenement kunnen andere verordeningen en wetten van kracht zijn, zoals: • Politiewet • Brandweerwet, Modelbrandbeveiligingsverordening en gebruiksvergunning • Woningwet, Bouwbesluit en Modelbouwverordening • Wet Rampen en Zware Ongevallen • Arbeidsomstandighedenwet • Wet milieubeheer • Wet openbare manifestaties • Vervoerswetgeving • Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties • Wet geluidshinder • Winkelsluitingswet • Wet op de Kansspelen • Wet op de Dierenbescherming/Honden- en Kattenbesluit 1981 • Kampeerwet • Jachtwet • Luchtvaartwet • Vuurwerkbesluit • Binnenvaartpolitiereglement. Voor informatie over de bepalingen opgenomen in bovengenoemde wet- en regelgeving, kunt u contact opnemen met Directie Veiligheid of deelgemeente.
39
Afkortingenlijst APV
Algemene Plaatselijke Verordening
Awb
Algemene wet bestuursrecht
bCCB
bureau Conflict- en CrisisBeheersing, onderdeel van politie
DCMR
Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond
dS+V
dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting
DV
Directie Veiligheid (onderdeel van de Bestuursdienst Gemeente Rotterdam)
GBO
Grootschalig Bijzonder Optreden
GGD
Gemeentelijke gezondheidsdienst
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
NS
Nederlandse Spoorwegen
OBR
OntwikkelingsBedrijf Rotterdam
RF
Rotterdam Festivals
sGBO
staf Grootschalig Bijzonder Optreden
VRR
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (waarin brandweer en GHOR)
Wom
Wet openbare manifestaties
Colofon Directie Veiligheid Gemeente Rotterdam Februari 2010 www.rotterdam.nl/veilig en www.evenementeninrotterdam.nl Vormgeving: Grafisch Bureau DUS Fotografie:
Rotterdam ImageBank: Hannah Anthonysz, Kajo en Peter Bezemer, Bas Czerwinski, Fred Ernst, Marc heeman, Max Dereta, Claire Droppert, Arie Kievit.
Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Tel. 010 267 34 85 40