1
2
3
zuid oost
centrum
4
5
west
noord
6
7
zuid
voorwoord am terdam een hi tori sche sen atie 8
Amsterdam is een prachtige, levendige monumentenstad. In de afgelopen 25 jaar is actief
Amsterdam is de stad van het burgerinitiatief en de collectieve plannen, niet van de paleizen
gewerkt aan het erfgoed, met als resultaat dat de stad er beter bij staat dan ooit. De passie
en kathedralen. De stedenbouwkundige en planologische idealen hebben internationaal
en de liefde waarmee het Amsterdamse erfgoed in stand wordt gehouden is overal voel-
veel navolging gekregen, zoals de zeventiende-eeuwse grachtengordel, plan Zuid van
baar. Vanuit economisch perspectief is dit ook begrijpelijk: het levert geld op om een
Berlage, het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) en de Bijlmer. Maar ook de architectonische
monument goed te gebruiken en te onderhouden. Maar dit gaat niet vanzelf. De stad
traditie is eigenzinnig en vernieuwend. Binnen de ring A10 is het leeuwendeel van de
verandert voortdurend, nieuwe opgaven dienen zich aan. Daarom presenteer ik u graag
waardevolle gebouwen en complexen bij wet beschermd. Naast 7.510 rijksmonumenten,
mijn visie op de rol en betekenis van erfgoed in deze stad voor de komende jaren.
1.480 gemeentelijke monumenten en vijf beschermde stadsgezichten, kwam er in de zomer van 2010 de status van UNESCO Werelderfgoed voor de zeventiende-eeuwse grachtengordel bij. De verantwoordelijkheid voor de instandhouding van dit erfgoed wordt al jarenlang door vele partijen (bestuurders, eigenaren, monumentenorganisaties en gebruikers) gedragen. De omstandigheden hiervoor waren afgelopen decennia buitengewoon gunstig: een solide beschermingsregime, economische voorspoed, ruime subsidiemogelijkheden, brede belangstelling en draagvlak voor cultuur en geschiedenis. Inmiddels is de wereld veranderd. De economische crisis raakt de stad op allerlei fronten en de gevolgen hiervan dringen ook door tot de sector van de monumentenzorg en archeologie. Hoewel de investeringsmogelijkheden voor stadsvernieuwing drastisch zijn afgenomen, en leegstand een groot probleem is, is de voorspelling dat de waarde van de bestaande stad juist zal toenemen. Hergebruik en transformatie van oude gebouwen bieden in tijden van schaarste nieuwe kansen voor ondernemers en bewoners. De urgentie voor een nieuwe visie op de instandhouding en transformatie van het Amsterdamse erfgoed,
Carolien Gehrels
ontleen ik daarom ook aan sociale vraagstukken. Hoe zorgen we er voor dat oude en
Wethouder Monumenten & Archeologie
nieuwe Amsterdammers zich verbonden voelen met het erfgoed in de stad? Eén op de vijf
Amsterdam, november 2011
Amsterdammers werkt op dit moment bij een internationaal bedrijf. Hoe kan in een stad
9
met meer dan 170 nationaliteiten, met een baaierd aan culturele waarden, geschiedenis een rol van betekenis spelen bij de kwaliteit van het leven in Amsterdam? Hoe kan de 'historische sensatie', daar waar het verleden het heden raakt, in het dagelijks leven voelbaar zijn? Transformatie is de kern van de Modernisering van de Monumentenzorg (MOMO), het nieuwe rijksbeleid. Het MOMO stelt dat de erfgoedsector dringend toe is aan een herijking. Het maakt de weg vrij naar een meer ontwikkelingsgerichte erfgoedsector, waarbij burgers en maatschappelijke organisaties nauw betrokken worden. Wet- en regelgeving 10
worden vereenvoudigd, subsidieaanvragen vergemakkelijkt. Instandhouding van monumenten blijft vooropstaan, maar transformatie en herbestemming zullen meer dan ooit bevorderd worden. Erfgoed zal bovendien structureel verankerd worden in de ruimtelijke ordening. Erfgoed spiegel van de stad is tot stand gekomen door middel van gesprekken met stadsdelen, erfgoedorganisaties en betrokken particulieren in het afgelopen jaar. Het doel van deze visie is om nieuwe accenten en richtingen te geven, die enerzijds voortborduren op het vigerende beleidskader, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de nota 'Ruimte voor Geschiedenis 2005-2010'. Anderzijds anticipeert deze visie op de Modernisering van de Monumentenzorg. Het is te vroeg om de daaruit voortkomende nieuwe beleidsinstrumenten nu al mee te nemen. Deze zullen de komende jaren via de daartoe geëigende besluitvormingsprocessen hun weg vinden in de stad. Ook ben ik me ervan bewust dat de plannen voor hervormingen en bezuinigingen van het College van B&W en de ontwikkelingen rondom de toekomst van de stadsdelen gevolgen zullen hebben voor de reikwijdte en positionering van monumentenzorg en archeologie in Amsterdam. Juist door nu met deze erfgoedvisie te komen, wil ik aan de discussie over de verantwoordelijkheid voor het erfgoed, of het nu gaat om de publieke overheid, eigenaren of bewoners, een bijdrage leveren. Erfgoed is de spiegel van wie wij waren en van wie wij zijn. Erfgoed is de spiegel van de stad.
11
agenda erfgoed ector een acti eve ond rneming 12
De erfgoedsector in Amsterdam is de afgelopen decennia uitgegroeid tot een gevestigde
De opgave voor de bescherming en ontwikkeling van het Amsterdamse erfgoed formu-
en actieve onderneming. Hierop kom ik in achtergrond uitgebreid terug. Deze positie
leer ik langs drie sporen:
wil ik in de eerste plaats consolideren. Erfgoed behoort tot het culturele kapitaal van
> stimuleren duurzaamheid & transformatie behoud en herbestemming van de bestaan-
Amsterdam en ik wil dit kapitaal graag inzetten voor het versterken van de kwaliteit van
de stad is noodzakelijk in tijden van economische crisis en duurzaamheiddoelstellingen
het stedelijk leven. Tegelijk zie ik nieuwe mogelijkheden voor het breder beschikbaar
> vergroten economisch profijt de stedelijke economie profiteert van de aanwezigheid van
stellen van alle kennis en expertise die de stad in huis heeft. Intensievere samenwerking
erfgoed. Geldstromen uit gebiedsontwikkeling dienen geïnvesteerd te worden in erfgoed
tussen de erfgoedsector en andere disciplines hoort daar bij. De combinatie van mijn
> werken aan waarden zonder waardering, geen behoud: betrokkenheid van eigenaren,
portefeuilles economische zaken, kunst & cultuur, water en monumenten biedt hiervoor
bewoners en gebruikers bij erfgoed is essentieel
volop gelegenheid, evenals het jaar 2013, waarin '400 jaar grachten' zal worden gevierd. stimuleren duurzaamheid & transformatie De kwaliteit van het leefmilieu wordt bepaald door de wisselwerking tussen mensen en hun fysieke omgeving. Goede ruimtelijke ordening betekent dat er een integrale afweging plaatsvindt van alle belangen die effect hebben op de kwaliteit van de ruimte. Eén van die belangen is de cultuurhistorie. In de nieuwe structuurvisie Amsterdam 2040. Economisch duurzaam en sterk wordt cultuurhistorie voor de goede lezer als een vanzelfsprekendheid beschouwd. Het gebied binnen de ring A10 is niet meer het terrein van grote sloop, nieuwbouw en herstructureringsopgaven; de historische kwaliteiten worden gekoesterd, wijken en buurten behoedzaam vernieuwd. Dat betekent dat monumentenzorg zich hier, naast reguliere instandhouding, kan richten op het versterken en toevoegen van kwaliteit. Veel aandacht dient daarbij uit te gaan naar handhaving en toezicht, een wezenlijk onderdeel van erfgoedzorg waar naar mijn mening nauwelijks op ingeboet kan worden. Daarnaast kunnen nieuwe opgaven geformuleerd worden, die eerder misschien nog te weinig aan bod kwamen, zoals de aandacht voor
13
14
historische interieurs, gebruikersgeschiedenis, bouwhistorie, de openbare ruimte, groen,
Noord/Zuidlijn uitzonderlijk, omdat nooit eerder zoveel van deze zestiende-eeuwse
infrastructuur en stedenbouwkundige kwaliteit. Ook wil ik fors inzetten op cultuureducatie
wapens bij elkaar zijn opgegraven. Ze vertellen ons dat de Nieuwebrug blijkbaar een
en voorlichting.
controlepost was en dat er destijds al preventief gefouilleerd werd.
Voor de rest van de stad, grofweg gezegd alle naoorlogse wijken, met daarbij enkele
De manier waarop mensen de stad gebruiken verandert voortdurend. Dat geldt ook
industriegebieden en bedrijvenlocaties, moet nog een enorme krachtsinspanning geleverd
voor het gebruik van monumenten, hun omgeving en ondergrond. Nieuwe leefstijlen,
worden. Bij voorkeur wil ik dit niet alleen op de klassieke manier doen, via een objectgerichte
nieuwe vormen van bedrijvigheid, vrijetijdsbesteding en toerisme vragen om een steeds
bescherming. Ik ben ook geïnteresseerd in hoeverre het jonge en industriële erfgoed haar
veranderend gebruik van de ruimte. De uitbreiding van de centrumfunctie naar steeds
zeggingskracht ontleent aan de ruimtelijke en sociale context. De ruimtelijke context is
meer stadsdelen maakt dit maar al te duidelijk. Grootschalige stadsvernieuwing lijkt
het publieke domein, de stedenbouwkundige setting, het landschap en de ondergrond.
voorlopig voorbij, versterkt door de economische crisis. Van een kwantitatieve opgave
De sociale context is de wijze waarop personen en groepen zich met plekken en ruimten
zijn we naar een kwalitatieve opgave gegaan. Dat betekent dat waardering of herwaar-
identificeren en de waarden die zij aan het erfgoed toekennen, 'the sense of place'. Deze
dering van de bestaande stad primair onze aandacht moet krijgen; de 'oude' stad wordt
ruimtelijke en sociale waarden van het erfgoed erkennen, begrijpen en benutten is
intensiever gebruikt dan ooit. Tegelijk dreigt leegstand en verval. Veel gebouwen vragen
essentieel. Juist door al deze betekenislagen is erfgoed meer dan alleen een representatie
om een tweede leven, en soms ook derde en vierde, maar om dit mogelijk te maken is
van het verleden. Erfgoed confronteert ons met de vraag hoe wij nu in het leven staan en
een nieuwe benadering noodzakelijk. We hebben goede voorbeelden nodig, inspiratie-
wat wij nu van waarde vinden. Ik ben er van overtuigd dat erfgoed als aanjager in gebieds-
bronnen en experimenten. De aanpak van het Foodcenter in Amsterdam-West bij-
ontwikkeling een vruchtbare rol kan spelen. Denk bijvoorbeeld aan de rol van het VOC-
voorbeeld, waarbij juist de geschiedenis van de plek de katalysator is voor nieuwe
verleden bij de ontwikkeling van het voormalige Storkterrein (Oostenburg), waarbij de
ruimtelijke ontwikkelingen.
huidige eigenaar geïnspireerd is door het verleden van het terrein en het archeologische erfgoed als uitgangspunt gebruikt voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
Echter, de huidige wet- en regelgeving op het gebied van milieu en woningbouw lijken eerder hindernissen op te werpen, dan flexibiliteit te bevorderen. Ook voor monumen-
Ook het archeologisch bodemarchief speelt hierin een verbindende rol. De ondergrondse
tenzorg is dit een punt van aandacht. De eerste zorg is of bij herbestemming geen
schatten geven een extra dimensie aan het historisch besef van de stad. Gebruiksartikelen,
monumentale waarden verloren gaan. De grootste kans is vervolgens dat onze kennis
gereedschap en zelfs etensresten zijn de tastbare getuigenissen van het leven en werken
van de stad, van bouw- en techniekgeschiedenis, structureel kan worden ingezet bij de
in Amsterdam gedurende vele eeuwen. Archeologen geven kennis door over de materiële
herontwikkeling van waardevolle gebouwen, zoals kerken, industrieel erfgoed en kantoren.
cultuur van de stad. De zorg voor archeologisch erfgoed omvat in essentie een paradox.
Samenwerking, vroeg in het proces, tussen eigenaren, architecten, gebruikers en monumen-
Kennis over wat er onder de grond ligt, wordt alleen vergaard door bodemingrepen, die
tenzorg is daarbij voorwaarde. Een gebouw dat er in slaagt meer dan honderd jaar de
tegelijkertijd de vernietiging van het 'archief' betekenen. De uitdaging is dat archeologie
tand des tijd te doorstaan en nieuwe functies te herbergen, is een parel van duurzaamheid.
een onderdeel is van de stedelijke ontwikkeling, maar ook zorgt voor duurzaam gebruik
Gelukkig hebben we veel van deze parels in Amsterdam. Instandhouding en hergebruik
en behoud van het verleden verborgen in de grond. Dat vergt heldere programmering en
van waardevolle gebouwen past in de huidige filosofie van de kringloopeconomie
inpassing van archeologisch erfgoed in de ruimtelijke ordening. Die archeologische
('cradle-to-cradle'), waarbij materialen niet overvloedig geproduceerd en verspild worden.
vondsten zorgen voor verrassingen maar ook voor herkenning. Zo is de vondst van zestig
Echter, niet alle monumenten zijn energiezuinig of klimaatneutraal. Op dat front is forse
klootdolken in de bodem van het Damrak onder de Nieuwebrug bij de bouw van de
winst te behalen.
15
In het gesprek over de duurzaamheid en energievriendelijkheid van ons monumentale
Bedrijven en ondernemers kunnen dus profiteren van monumenten of een waardevolle
bezit moeten we heel precies zijn en niet het erfgoed de dupe laten zijn van generieke
cultuurhistorische omgeving. Neem de Westergasfabriek of de NDSM-werf. Rond deze
toepassing van milieu- en bouwtechnische maatregelen op alle bouwwerken in de stad.
kolossale rijksmonumenten bouwen we op dit moment een creatieve economie. Het lijken
Monumenten en monumentale gebieden verdienen het om daarvan uitgezonderd te worden.
nu nog uitzonderingen, incidenten. Maar het zijn de schakelstukken voor de ruimtelijke-
Maatwerk voor erfgoed is het credo. Duurzaam beheer en onderhoud van monumenten
economische agenda voor Amsterdam. Bij gebiedsontwikkeling kan het cultuurhistorisch
is een ander punt dat aandacht verdient. Er is grote winst te behalen uit slim beheer van
erfgoed een katalysator zijn in de investeringen. Wat is de identiteit van een gebied, welke
monumenten, zowel financieel als kwalitatief-inhoudelijk. Ik wil meer uitwisseling van
partijen voelen zich aangetrokken door de sfeer en karakter van een bepaalde omgeving?
'best-practices' in de stad en kennis en expertise op dit front inzetten.
Zo kan ook de architectuur en stedenbouw uit de Wederopbouwperiode uitgangspunt zijn bij het vestigen van een creatieve diensteneconomie in bijvoorbeeld Nieuw-West.
16
vergroten economisch profijt
Hoe jong deze wijken ook zijn, ook daar moeten we nu gaan werken aan de gelaagdheid
In Nederland wordt bescherming van het erfgoed alom beschouwd als een belangrijke
van de stedelijke omgeving.
maatschappelijke plicht. In de jaren tachtig startte vanuit het actiewezen een ware opleving van de stad, met veel belangstelling voor het erfgoed. De pioniers van toen
Zo kunnen ook, zoals al eerder vermeld, archeologische structuren een katalysator zijn van
zijn beloond. In Amsterdam zijn, zowel door publieke als private partijen, miljoenen
de ontwikkeling van een stedelijk gebied, zoals Oostenburg. De sporen van de zeven-
euro's geïnvesteerd in behoud en restauratie van monumentale gebouwen. Ook de
tiende en achttiende-eeuwse geschiedenis van de VOC-werf, de negentiende-eeuwse
openbare ruimte, heel belangrijk, is toen aangepakt dankzij een slimme besteding van
industrialisering van Werkspoor en de twintigste-eeuwse machinefabrieken van Stork die
parkeergelden.
hier in de bodem zitten, bieden inspiratie voor het vestigingsprogramma van toekomstige ondernemingen en gebruikers. Deze erfgoedprojecten zullen de aantrekkelijkheid vergroten
In Amsterdam heeft dit alles een onmiskenbaar gunstig economisch effect gesorteerd.
en een impuls geven aan de stedelijke economie. Dit betekent een omwenteling in het
Andersom geldt het ook: juist doordat investeerders heel goed wisten wat het economisch
denken: economie volgt erfgoed. En omdat het zo is, hoe kunnen beide sectoren zo veel
effect van een historische omgeving kan zijn, is er zoveel geïnvesteerd in monumenten. Er
mogelijk van elkaar profiteren? In het geval van gebiedsontwikkeling zal een deel van
wordt wel eens gezegd dat elke euro die in een monument wordt gestoken vijf keer kan
de middelenstroom geïnvesteerd kunnen worden in behoud en ontwikkeling van het
worden terugverdiend. Het vastgoed wordt meer waard, straten en wijken verbeteren. De
erfgoed. De financiering van monumenten kan bovendien op gebiedsexploitatieniveau
betrokkenheid bij de buurt en het woonplezier neemt toe. Het feit dat in Amsterdam-
verrekend worden, in plaats van alleen op het niveau van het individuele object. Daarbij
Centrum en Zuid, A-locaties, nog steeds sociale woningvoorraad beschikbaar is, waarvan
moet ook de rol van het publieke domein niet onderschat worden. De openheid, vrijheid
een deel in monumentale panden, is een ongekend groot goed. De diversiteit en aantrek-
en kwaliteit van de openbare ruimte zijn een groot goed en van groot economisch belang
kelijkheid van de stad wordt daardoor bepaald. We kunnen dus stellen dat monumenten
voor bezoekers en ondernemers: zij profiteren dagelijks van de kwaliteit van de stad.
een kwaliteit vormen voor de Amsterdamse economie. Sterker, het feit dat steden belangrijke trekkers van de economie zijn, wordt maar ten dele door klassieke parameters als
werken met waarden
bereikbaarheid of beschikbare grond bepaald. Juist de stedelijke voorzieningen blijken
Voor Amsterdam is de alom tegenwoordigheid van cultuur en geschiedenis één van de
bepalend, óók de monumentale bebouwing. Hoe meer monumenten en historische relicten
succesfactoren voor de economische vitaliteit en leefkwaliteit van de stad. Het heeft de
een stad herbergt, hoe groter de aantrekkingskracht op mensen en hoe hoger de grond-
plek gevormd waar we graag vertoeven, ondernemen, verliefd zijn en oud willen worden.
waarde, zo blijkt uit het rapport 'Stad en land' van het CPB (2010).
Of het nu in de grachtengordel is, de Baarsjes of de Bijlmer.
17
18
De zorg voor het erfgoed begint bij weten wat je in huis hebt. Het goed op peil houden
tussen de erfgoedsector en verschillende maatschappelijke groeperingen over deze
van kennis en informatie over erfgoed, en deze toegankelijk maken, is van fundamenteel
vraag, laat staan het politieke debat daarover. Diversiteit in culturele waarden is voor mij
belang voor een vitale en kwalitatief hoogwaardige erfgoedsector. In een stad als Amsterdam,
voorwaarde voor een goed cultuurbeleid. Maar hoe vertalen we dat in de waardering van
met duizenden monumenten, is dit geen sinecure. De kennisbehoefte is groot, steeds
het erfgoed? Ik ben ervan overtuigd dat erfgoed uiteindelijk mensen met elkaar verbindt.
meer partijen doen een beroep op de dienstverlening van de gemeente in deze. Of het
Kunnen wij oude en nieuwe Amsterdammers betrekken bij de ontwikkeling en versterking
nu gaat om bewoners, eigenaren, planners, stedenbouwers, ondernemers, scholen of
van ons erfgoed? Ik wil de komende jaren hier expliciet aandacht aan besteden. Hoe
maatschappelijke organisaties. Het is een taak waar wij met overgave aan werken. Het
legitimeren wij onze keuzes om erfgoed te behouden of te transformeren? De uitdaging
ontsluiten van kennis vind ik een taak van de gemeente. Amsterdam staat voor een grote
voor de overheid is na te denken over hoe en met wie we het proces van afwegingen
digitaliseringslag. De inzet van nieuwe sociale media biedt grote kansen om mensen te
zorgvuldig kunnen voeren.
betrekken bij zowel het verzamelen van informatie als het beschikbaar stellen ervan. Ik ben
19
ervan overtuigd dat het draagvlak voor monumenten en archeologie hierdoor versterkt
Tenslotte: kennisontwikkeling in de erfgoedwereld is een zaak van wetenschap en praktijk.
wordt, juist omdat ook nieuwe doelgroepen beter bereikt kunnen worden.
Dankzij een actieve restauratie-, renovatie- en opgravingsector is decennialang veel kennis over materialen, technieken en (ondergrondse) structuren verzameld. Dit leidde tegelijk
Naast kennis verzamelen en ontsluiten, speelt het proces van waarderen van erfgoed een
tot technische innovaties. Zodra deze sector stil komt te liggen, zoals in tijden van crisis
belangrijke rol. Dit proces is wellicht één van de meest cruciale uitdagingen van de
dreigt, gaat veel ambachtelijk kennis verloren en droogt ook de wetenschappelijke bron
erfgoedsector. Het waarderen van het erfgoed is een dynamische aangelegenheid. Wat
op. Bedrijven verdwijnen, jonge mensen worden niet meer opgeleid, kennis verdwijnt.
nu nog geen enkele belangstelling geniet, kan door een volgende generatie opeens heel
Voor mij is dat een groot zorgpunt. Het op peil houden van de restauratiesector is niet
anders beleefd worden. Dit betekent per definitie dat monumentenzorg alles met open
alleen van economisch belang, maar ook vanuit inhoudelijk continuïteitsoogpunt van
vizier tegemoet treedt en tegelijk zoveel mogelijk objectieve en transparante criteria aan
essentiële waarde: het geheugen van de stad dient permanent geprikkeld te worden.
de dag legt. De kennis die het archeologisch erfgoed biedt ligt verborgen in de bodem. Het is te voorspellen, maar uiteindelijk is archeologie de wetenschap van de (beredeneerde) verrassing. Dit verrassingselement is de meerwaarde van een archeologische vondst. Dit gezegd hebbende, ben ik me ervan bewust dat we niet alles kunnen beschermen of onderzoeken, keuzen zijn nu eenmaal onvermijdelijk. Het kan niet anders dan dat we de zorg voor het verleden vanuit een hedendaags en dynamisch perspectief bekijken. We kunnen niet slechts aandacht hebben voor historische waarden, zonder daarbij de eigentijdse cultuur te betrekken. Ik realiseer me dat geschiedenis niet altijd een bindmiddel is. Het nadenken over wat van waarde is, legt ook de verschillende culturele opvattingen bloot. De dialoog die dit teweeg brengt is voor mij zeer waardevol. Cultuur kan binden, juist omdat het confronterend is! Ik zie de noodzaak om een open maatschappelijke discussie te voeren over waarden, betekenis en toekomst van cultureel erfgoed. Als iets afgelopen jaren moeizaam is gebleken dan is het wel de confrontatie
achtergrond dynami che context van de m tropool 20
Met erfgoed spiegel van de stad kies ik voor het brede perspectief. We positioneren
inventariseren & repareren
onze monumenten en archeologie in de dynamische context van de metropool. Erfgoed
Als grootste erfgoedstad heeft Amsterdam zichzelf altijd gelukkig mogen prijzen met
is 'kwaliteitskapitaal', het handelt over waarden, betekenis en identiteit. We streven
professionele erfgoedorganisaties, zowel binnen de gemeente als daarbuiten. Stadsherstel
ernaar erfgoed structureel te verbinden met de ruimtelijke, sociale en economische
N.V. en Vereniging Hendrick de Keyser hebben in de loop der tijd honderden karakteristieke
opgaven in de stad. Het is een logisch vervolg op de inspanningen van afgelopen decennia,
en monumentale panden verworven en gerestaureerd. Actieve particulieren, onder andere
waar het erfgoed allereerst op peil moest worden gebracht via aanwijzingsprogramma's
verenigd in Erfgoedvereniging Heemschut, het Cuypersgenootschap, Vrienden van de
en omvangrijke restauraties. Om de context te schetsen van waaruit de erfgoedvisie
Amsterdamse Binnenstad en ProWest roerden zich met een niet aflatende energie over
begrepen kan worden, gaan we kort in op een aantal ontwikkelingen en achtergronden
allerlei kwesties in de stad. Het werk van al deze organisaties was de afgelopen vijftig jaar
in de erfgoedsector.
een voortdurende race tegen de klok. De leeglopende en verkrotte binnenstad in de jaren zeventig, de grote verkeersdoorbraken en komst van kantoorkolossen, de explosieve groei van de bevolking, rigoureuze stadsvernieuwing: het was redden wat er te redden viel. De aanleg van de oostelijke metrolijn leidde in feite rechtstreeks tot de professionalisering van de gemeentelijke archeologie. Door de sloop van de Nieuwmarktbuurt en de graafwerkzaamheden lag het bodemarchief letterlijk te grabbel, ook de archeologen hadden geen tijd meer te verliezen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) inventariseerden en onderzochten ondertussen met een team bouwkundigen en historici duizenden monumentale panden. De lijst van officieel beschermde monumenten nam indrukwekkende proporties aan (thans bijna 9.000), navenant is de kennis die ondertussen hierover is verzameld. De eerste beschermde stads- en dorpgezichten werden aangewezen in Amsterdam-Noord, maar het zou nog tot 1999 duren voordat de wereldberoemde binnenstad de formele status van beschermd stadsgezicht kreeg. Vanaf dat moment startte ook de voorbereiding voor plaatsing op de UNESCO Werelderfgoedlijst, in 2010 verzilverd.
21
Kort samen gevat kan de periode 1975-2000 beschouwd worden als een kennisintensieve,
onweerstaanbaar. Particulieren zorgden ervoor dat de grachtengordel, de Pijp en de
gespecialiseerde en objectgerichte operatie. Stap voor stap is de waarde van de stad
Baarsjes hun oorspronkelijke karakter terugkregen. De stedelijke vernieuwingsmachine
erkend, aangepakt, gerestaureerd en vernieuwd. De grand old lady werd mooier en vitaler
draaide op volle toeren. De Bijlmer werd fors gesaneerd, de Westelijke Tuinsteden gingen
dan ooit tevoren.
op de schop, de IJ-oevers aangepakt, de havengebieden geherstructureerd. Monumentenzorg kreeg te maken met een keur aan nieuwe partijen, zoals projectontwikkelaars,
22
behoud & vernieuwing
vastgoedbeleggers, verzelfstandigde corporaties en free riders. Hoewel het geen sinecure
Nederland zette zichzelf in de jaren negentig van de vorige eeuw internationaal op de kaart
was om in dit krachtenveld het erfgoedbelang te verdedigen, vooral bij het behoud van
door een spraakmakend ruimtelijke ordening- en architectuurbeleid. We waren het eerste
volkshuisvesting, dienden zich ook kansen aan. Talloze vrijkomende complexen, zoals
land ter wereld met een architectuurnota, een heus architectuurinstituut werd opgericht,
pakhuizen, industriële hallen, scholen en kerken kregen een toonaangevend tweede leven.
net als talloze lokale architectuurcentra en forse subsidie- en stimuleringsregelingen. In de
Het participeren in complexe stedelijke projecten raakte ook de archeologen. Met het ver-
tijd van hoogconjunctuur functioneerde Nederland als een prachtige productiemachine
drag van Malta (1992, maar pas in 2007 in Nederland wettelijk verankerd) kreeg archeologie
van toparchitectuur, vormgeving en bijzondere herstructurering zoals de Kop van Zuid in
een meer structurele plek in het ruimtelijk ordeningsproces. De taken en aandachtsgebieden
Rotterdam en het Amsterdamse Oostelijke Havengebied. In deze optimistische periode
van de gemeentelijke archeologische dienst, vanaf 2004 onderdeel van Bureau Monumenten,
van scheppings- en vernieuwingsdrift, speelde monumentenzorg nauwelijks een politieke
breidden zich uit, van opgravingen en verkenningen in de bodem naar waardestellingen en
of inhoudelijk strategische rol. De sector van historici en monumentenzorgers hield zich
beleidsadviezen voor bestemmingsplannen. Door vroeg in het ruimtelijk ordeningsproces
vooral bezig met onderzoeken, inventariseren en restauratiekwesties, maar nauwelijks met
maatwerkadviezen te leveren zijn archeologische procedures integraal onderdeel van bouwen
vraagstukken op het gebied van stedelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit. Een bijna
en ontwikkelen en daarmee efficiëntie bevorderend. De aanleg van de nieuwe metrolijn
schizofrene situatie, waarin de wereld van ontwerpers en historici gescheiden van elkaar
Noord/Zuidlijn betekende een enorme impuls voor de gemeentelijke archeologie. Een
opereerden. Met de Nota Belvédère (1999) kwam daar langzaam verandering in. De vinger
omvangrijk archeologisch programma werd in samenwerking met de dienst Noord/Zuidlijn
werd op deze zere plek gelegd. Traditionele monumentenzorg en archeologie bleken niet
opgezet. Een kloek voorbeeld van integratie van erfgoed in een ruimtelijk proces.
in staat aansluiting te vinden bij de grote ruimtelijke, maatschappelijke opgaven. De ruimtelijke sector echter zag de plankaart het liefst als een tabula rasa en bewees de cultuurhistorie
wikken & wegen
vooral lippendienst. De monumentenzorg werd als een hindermacht ervaren. Belvédère
De grote economische en maatschappelijke belangen die met gebiedsontwikkeling gepaard
pleitte voor een ontwikkelingsgerichte cultuurhistorie en een bespiegelende, culturele
gaan, dwongen de erfgoedsector zich anders te positioneren en nieuwe instrumenten te
planologie. Het credo 'behoud door ontwikkeling' was geboren. Een prachtige paradox
ontwikkelen. Want wat is de som der delen van een verzameling topmonumenten en
die het spanningsveld tussen behoud en vernieuwing op scherp zet. De gedachte was dat
archeologische vondsten? In Amsterdam groeide het besef dat met restauratie alleen
behoud van cultureel erfgoed als een ontwerpopgave moet worden gezien. Door samen-
monumentenzorg geen vuist kan maken. En archeologie is meer dan artefacten in een vitrine
werking van cultuurhistorici, architecten, stedenbouwers en planners zou het erfgoed-
plaatsen. De discipline is het museum en de depots gaandeweg ontstegen. Het behouden
begrip in de ruimtelijke ordening versterkt en vanzelfsprekend moeten worden.
en vernieuwen van de duizenden bij wet beschermde monumenten en het omvangrijke bodemarchief, leverden misschien nog wel de minste problemen op. Amsterdam kent een
schaalsprong & complexiteit
geoliede machine als het gaat om onderzoek, advisering en vergunningverlening. De
In de periode van hoogconjunctuur (vanaf de jaren negentig) en ongekende groei van de
intensieve samenwerking tussen Bureau Monumenten & Archeologie en de Commissie
stad sloegen vele investeerders hun slag. Monumenten op aantrekkelijke locaties bleken
voor Welstand en Monumenten levert jaarlijks gemiddeld 1500 adviezen en tientallen ar-
23
cheologische onderzoeken op voor het dagelijks bestuur van de stadsdelen en de centrale
weken, heeft de gemeente nu 8 weken de tijd om tot een advies te komen. Voor monu-
stad. Ook de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is nauw betrokken bij het adviserings-
mentenzorg betekent dit dat er een enorme druk is gekomen op het fenomeen 'vooradvies'.
traject in Amsterdam, al is zij de laatste jaren meer op afstand komen te staan.
Steeds meer partijen doen een beroep op de kennis en expertise van de gemeente om tot een doorwrocht bouwplan te komen, alvorens de vergunningprocedure in te gaan.
De vraag die echter opdoemde was: wat hebben we in handen als we ons verantwoordelijk
24
voelen voor de ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde historische omgeving? En wat te
hoe nu verder?
doen met het niet-beschermde erfgoed? Omvangrijke aanwijzingsprogramma's van rijks-
Er is veel bereikt in Amsterdam. Maar de komende jaren zal de economische situatie niet
wege (het Monumenten Selectie Project) en het Gemeentelijke Monumentenproject
rooskleurig zijn. De bouweconomie ligt stil, er is minder geld, we hebben te maken met
(GMP), de periode 1850-1940, werden gestart. Samen met de Commissie voor Welstand en
leegstand. Ook de erfgoedsector zal al haar creativiteit en inventiviteit nodig hebben om
Monumenten was al eind jaren negentig begonnen met de Atlas Ordekaarten van de ne-
de kwaliteit van behoud en vernieuwing van de stad op peil te houden. Investeren in kennis,
gentiende-eeuwse ring en de Gordel '20-'40. Cultuurhistorische effectrapportages kwamen
experimenten, scholing en educatie verdient grote aandacht. Op rijksniveau is de belang-
in het leven. Tien jaar later ontwikkelden we de waardekaarten voor het naoorlogse AUP-
stelling voor erfgoed nog steeds substantieel, dat is zeer verheugend. Er is een rijksvisie,
gebied (Algemeen Uitbreidingsplan). De Top 100 van jonge bouwkunst van het Rijk en de
'Koersen op Karakter. Naar een visie erfgoed en ruimte' gepresenteerd met expliciete
gemeente Amsterdam vestigden brede aandacht op de recente geschiedenis. Zo be-
aandacht voor het naoorlogs erfgoed en UNESCO. De Modernisering van de Monumen-
schikken opdrachtgevers, bewoners, planners en ontwerpers over zowel historische als
tenzorg wordt doorgezet, en ook een aantal instandhoudings- en stimuleringsbudgetten
ruimtelijke kennis, waarmee zorgvuldig integrale afwegingen kunnen worden gemaakt.
zijn voor de komende jaren gewaarborgd.
Een ander instrument om de waarde van cultuurhistorie te verankeren, is het bestemmings-
Amsterdam omarmt de visie die ten grondslag ligt aan het rijksbeleid. Het gaat in feite om
plan. Vooral stadsdeel Centrum leverde al vrij snel een enorme slag door alle bestem-
drie grote veranderingen: cultuurhistorische belangen meewegen in de ruimtelijke orde-
mingsplannen te herijken. Cultuurhistorische waarden werden vastgelegd op het niveau
ning, krachtiger & eenvoudiger regels en herbestemmen van monumenten die hun func-
van het object, het ensemble en het stedenbouwkundig ontwerp. Ook ontwikkelde het
tie verliezen.
stadsdeel samen met BMA een bouwhistorische waardekaart, waarin de kennis over par-
Op dit moment kunnen we helemaal niet overzien wat de nieuwe monumentenwet pre-
cellering en historische structuren werd vastgelegd. De archeologen presenteerden in 2010
cies gaat betekenen. Zo is nog niet duidelijk hoe gemeenten worden verplicht om in be-
een Signaleringskaart voor alle stadsdelen om snel te kunnen beoordelen of bij bepaalde
stemmingsplannen rekening te houden met cultuurhistorische waarden. Voor archeologie
bouwprocessen archeologische waarde in het geding zijn. Samen met Dienst Ruimtelijke
is dit anders. In 2009 zijn vooruitlopend op deze ontwikkelingen de archeologische para-
Ordening is een hoogbouwdocument ontwikkeld, waarmee de effecten van hoogbouw op
grafen van de monumentenwet vernieuwd. Daarmee is archeologische planning opgeno-
de historische omgeving worden getoetst. Deze enorme productie aan kennisinstrumenten
men in bestemmingsplannen. De praktische invulling in gemeentelijke ruimtelijke
heeft er toe bijgedragen dat cultuurhistorie effectief in ontwerp- en besluitvormingsprocessen
programma's verdient nu nadere aandacht. De samenwerking met de ruimtelijke sector
kan worden meegenomen. In de meest gunstige gevallen levert dit ook proceswinst en
vraagt wat dat betreft om een nieuw bondgenootschap.Ook zullen burgers en maatschap-
dus economisch voordeel op. Natuurlijk is de praktijk weerbarstiger. Wie in de stad wil
pelijke organisaties nauwer moeten worden betrokken bij de monumentenzorg. Het rijk
bouwen en ontwikkelen wordt wel eens ontmoedigd door alle toetsingscriteria en wet- en
heeft zich nog niet uitgesproken via welke verplichting of instrumentarium dit gestalte
regelgeving. Nu de Wet Algemene Bepaling Omgevingsvergunning (WABO) van kracht
krijgt. Maar voor Amsterdam staat buiten kijf dat we nieuwe manieren van samenwerken
is, zijn de adviestermijnen voor vergunningverlening aanzienlijk verkort. In plaats van 26
moeten ontwikkelen.
25
toekom t plannen, project n & in strum nten 26
In agenda is aangegeven welke richtingen ik van belang vind voor het Amsterdamse
bewoners, eigenaren & ondernemers
erfgoedbeleid. Hieronder is een opsomming gemaakt van plannen, projecten en instru-
> Amsterdam is groot geworden door het particulier initiatief. De zorg voor monumenten
menten die ik de komende tijd ga inzetten ter ondersteuning van mijn erfgoedvisie.
wordt gedragen door talloze kleine en grote Amsterdamse investeerders, en belanghebbenden. Mijn doel is om het contact met deze partijen te intensiveren en te onderzoeken in hoeverre de gemeente, in de randvoorwaardelijke sfeer, hun inspanningen - ook op het gebied van kennisoverdracht - voor het erfgoed kan stimuleren en vergemakkelijken. > De gemeente zelf is momenteel eigenaar van circa 60 monumenten of monumentale panden. Ik zal een structureel overleg organiseren tussen alle 'grootbezitters' van monumentaal vastgoed, om met elkaar van gedachten te wisselen over beheer, behoud, ontwikkeling en kennisoverdracht. > De dienstverlening aan bewoners en eigenaren, met name op het terrein van duurzaamheid, herbestemming, interieurs en ruimtelijke kwaliteiten zal verbeterd en geïntensiveerd worden. financiering > De financiering van de (nieuwe) monumentenzorg heeft volop mijn aandacht. Het is verheugend dat er in de erfgoedsector een aantal subsidie en stimuleringsmaatregelen overeind zijn gebleven (BRIM, haalbaarheidsonderzoeken herbestemming, wind- en waterdichtregelingen). Samen met mijn collega bij de Provincie Noord-Holland zal ik overleg voeren over geldstromen op provinciaal niveau. > Op Amsterdams niveau kan tot 2014 gebruik worden gemaakt van subsidies uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Wanneer dit budget wegvalt, kan dat grote gevolgen hebben voor de financiering van restauratie- en herbestemmingsprojecten in de stad. Ik buig mij daarom nu al over de mogelijkheden van een vervolg op het ISV.
27
> Via het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing zullen tot 2014 haalbaarheidsstudies
erfgoed. BMA start met een project waarbij de omvang, knelpunten en kansen aangaande
naar herbestemming gestimuleerd en gefinancierd worden.
dit thema in kaart worden gebracht.
> Van het Amsterdams Restauratie Fonds (ARF) wordt succesvol gebruik gemaakt. Echter, de voeding van dit fonds moet wel op peil worden gehouden. Samen met mijn collega's
ruimtelijke kwaliteit & economisch rendement
bij de stadsdelen zal ik me over de mogelijkheden buigen.
> Structurele borging van erfgoed in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. (bestemmingsplannen, cultuurhistorische effect rapportages [CHER], ambitiedocumenten).
28
unesco, erfgoedinformatiecentrum & educatie
> Met de komst van deregulering en vergunningvrij bouwen wordt bouwtoezicht en
De betekenis van de status van werelderfgoed, door Amsterdam in 2010 verkregen, dient
handhaving essentieel. In samenwerking met onder meer de stadsdelen en DMB onder-
breed te worden uitgedragen. Heel Amsterdam zou van dit eervolle predicaat kunnen
zoek ik de mogelijkheden voor een intensievere 'nazorg' tijdens sloop- en bouwprojecten
profiteren. Samen met stadsdeel Centrum coördineert BMA het Bureau Werelderfgoed,
> Versterken van het katalysatoreffect van erfgoed in brede zin (monumenten, beeld-
dat de belangen behartigt op het gebied van draagvlak, marketing, monitoring, beleid en
bepalende gebouwen, archeologie, stedenbouw) bij herontwikkeling van wijken en buurten
verantwoording. De financiering hiervoor is nog niet structureel. Na een evaluatie in 2011
en de maatschappelijke opgaven die daarbij horen. Dit door o.a. nauwe samenwerking
doe ik uitspraak over de vervolgfase. Dan buig ik me opnieuw over de plannen voor een
met de stadsdelen, bewoners, eigenaren, ontwikkelaars en ontwerpers.
informatiecentrum op het gebied van Unesco of erfgoed algemeen, zowel fysiek als digi-
> Onderzoek doen naar de mogelijkheden en wenselijkheid van het invoeren van toeristen-
taal. Ook stimuleer ik de ontwikkeling van een educatieprogramma voor jongeren, samen
belasting ten behoeve van het beheer en onderhoud van erfgoed.
met een aantal erfgoedorganisaties in de stad. Met name de Amsterdamse School (Museum 't Schip) en het naoorlogse erfgoed verdienen meer aandacht in de profilering van
water & groen
Amsterdam Erfgoedstad.
> In samenwerking met onder andere de stadsdelen, Waternet en de Dienst Ruimtelijke Ordening, erfgoed inbedden in de beleidsvelden groen en water.
herbestemming & duurzaamheid
> Erfgoed dient een nadrukkelijke rol te krijgen bij natuurontwikkeling. Bij het uitbaggeren
> Amsterdam heeft zich aangesloten bij het Nationaal Programma Herbestemming, dat
van de grachten, het IJ of de Amstel structureel aandacht voor de archeologische waarden
in de vorm van een biënnale aan een strategische agenda werkt en 'best-practices' onder-
van de waterbodems. Aandacht voor ligplaatsen van woonboten.
zoekt. Samen met partners in de stad vanuit de ruimtelijke, creatieve en economische sector wil ik invulling geven aan dit programma.
kennis
> In samenwerking met de Commissie voor Welstand en Monumenten en het Klimaatbu-
> Kennis ontwikkelen over jonge (naoorlogse) architectuur en stedenbouw, joods cultu-
reau zijn grote vorderingen gemaakt als het gaat om toetsing van bouwplannen op het
reel erfgoed, historische interieurs, groene monumenten en historisch groen, openbare
terrein van duurzaamheid en milieu, aan de hand van eenduidige en heldere criteria. Op
ruimte, infrastructuur.
het niveau van inspireren en adviseren van eigenaren van monumenten wil ik de dienstver-
> Presenteren archeologische onderzoeksagenda 2011-2014, met thema's over de
lening van de gemeente versterken en verbeteren. Er komt een handleiding voor duur-
materiële cultuur en de ontwikkeling van Amsterdam.
zaamheid en milieumaatregelen voor monumenten.
> Digitalisering en nieuwe media (UAR, samenwerking EZ/ATCB, Kimomo, Oneindig
> Het uitwisselen van 'best-practices' voor duurzaam beheer en onderhoud monumenten,
Noord-Holland).
het optimaliseren van richtlijnen voor meerjarige onderhoudsplannen.
> Het actualiseren van de diverse waardenkaarten, zoals de AUP- en Archeologische
> Routekaart' religieus erfgoed. Aandacht voor leegstand en onderhoud van religieus
Signaleringskaarten.
29
> Samenwerking versterken met erfgoedinstellingen (zoals nu vertegenwoordigd in het
400 jaar grachten
Amsterdam Overleg).
Het jaar 2013 staat in het teken van de viering van 400 jaar grachten. Een prachtig moment
> Naoorlogs erfgoed kan steeds meer rekenen op een breed draagvlak, maar blijft
om de kracht en de waarde van het Amsterdamse erfgoed onder de aandacht te brengen
kwetsbaar. Ik ondersteun de inzet van experts op het gebied van kennisontwikkeling en
van het brede publiek. Ook zal UNESCO op een creatieve manier in de schijnwerpers
juich initiatieven als het Van Eesteren Museum, waar nauw wordt samengewerkt met
staan. De Bazel zal een belangrijke rol spelen in de festiviteiten (tentoonstelling, debat).
bewoners en vrijwilligers, van harte toe. > Om de kansen voor hergebruik en herbestemming van jong en niet courant erfgoed te
rijksbeleid
vergroten is ISV geld beschikbaar gesteld voor onderzoek naar herbestemming. Daar-
> Onder andere vanuit het voorzitterschap van de Federatie Grote Monumentenge-
naast bestaat er de mogelijkheid objecten aan te wijzen als gemeentelijk monument.
meenten zal ik onderzoeken wat de gevolgen van MOMO en de nieuwe Monumentenwet concreet betekenen voor Amsterdam.
30
publieke bestemming archeologisch erfgoed & noord/zuidlijn
> Eén van de gevolgen van het rijksbeleid is duidelijk. Dat betreft het vergunningvrij
> Inrichting station Rokin, in samenwerking met Dienst Noord/Zuidlijn, Amsterdam
bouwen. In samenwerking met de stadsdelen en de commissie Welstand wil ik proberen
Museum en UVA.
een servicemoment in te richten voor eigenaren van monumenten of initiatiefnemers,
> De onderzoeken in de stations zijn in 2011 afgerond en hebben 700.000 vondsten
zodat vooraf kan worden meegedacht over de consequenties van de gewenste bouwingreep
opgeleverd. Tot 2015 is de uitwerking van de vondsten gepland. De resultaten zullen
voor de monumentale waarde.
worden gepresenteerd in verschillende vormen, variërend van een traditioneel boek tot multimedia. de bazel Met de oprichting van de Culturele Alliantie, een samenwerkingsverband tussen Bureau Monumenten & Archeologie, de afdeling Kunst en Cultuur en het Stadarchief, is een belangrijke aanzet gegeven tot het verbinden van cultuur, geschiedenis en erfgoed. Gebouw De Bazel functioneert daarin als symbool, kenniscentrum en ontmoetingsplek. Ik wil deze functie graag uitbreiden en de laagdrempeligheid voor het halen en brengen van kennis vergroten, ook digitaal. Als centrum van culturele dienstverlening kan De Bazel ook een rol spelen, bijvoorbeeld door openbare inloopspreekuren te organiseren over cultuurhistorische adviezen, planbeoordelingen en subsidies. open monumentendagen De zeer druk bezochte Open Monumentendagen van de laatste jaren geven aan dat de verbindende, evocatieve en educatieve kracht van erfgoed belangrijker is dan ooit. Dit evenement wil ik inzetten om ook nieuwe Amsterdammers en jongeren bij het erfgoed te betrekken.
31
verantwoording gesprek m t de tad 32
Erfgoed spiegel van de stad is mijn visie als bestuurder op de vraag hoe Amsterdam
Binnen de contouren van deze visie wil ik tijdens mijn ambtstermijn het erfgoedbeleid
met de monumentale en archeologische schatkamer van stad zou kunnen omgaan.
concreet verder ontwikkelen en vernieuwen. Hiervoor heb ik in plannen, projecten en in-
Tijdens het opstellen van deze visie heb ik velen gevraagd wat er in de stad speelt. De
strumenten een voorzet gegeven, door een aantal ambities te formuleren. Het concretise-
monumentenorganisaties en de eigenaren van monumentaal vastgoed hebben mij hun
ren en realiseren van die ambities gebeurt in nauwe samenwerking met de stadsdelen,
aandachtspunten voorgelegd. Mijn collega portefeuillehouders van de stadsdelen
maar ook met de eigenaren van monumentaal vastgoed en de monumentenorganisaties.
brachten hun wensen naar voren en ook vanuit de ambtelijke organisatie werden voor-
Zo zal het gemeentelijk monumentenproject spoedig worden afgerond alsmede de pro-
stellen gelanceerd. Behartigenswaardig, inspirerend en leerzaam. Ik wil alle betrokkenen
cedure rond de beoogde beschermstatus van een aantal stads- en dorpsgezichten. Ook
daar graag voor bedanken. Ik blijf met hen in gesprek.
ga ik nadrukkelijk verbanden leggen met andere beleidsvelden, zoals duurzaamheid, water, economie, onderwijs, recreatie en toerisme, ruimtelijke ordening en burgerschap. Bij de ontwikkeling van dit beleid, staat zoals eerder gezegd, mijn visie centraal, maar deze ontwikkelingen hangen ook nauw samen met de regels en veranderingen die vanuit het Rijk op de stad afkomen en de veranderende rol van de provincies. Denk hierbij aan de Modernisering van de Monumentenzorg met het vergunningvrij bouwen of het verplicht opnemen van cultuurhistorie in bestemmingsplannen, de veranderende en afnemende subsidiestromen en de verder terugtredende rijksoverheid. De nieuwe beleidsmaatregelen die hier uit voortkomen zal ik in een apart besluitvormingstraject aan de belanghebbenden voorleggen. Deze erfgoedvisie staat niet op zich. In 2005 werd de beleidsnota Ruimte voor Geschiedenis gepresenteerd en begin 2010 kwam de Erfgoedagenda uit. Mijn visie borduurt daar op voort. De doelstellingen, die in Ruimte voor Geschiedenis werden geformuleerd, zijn voor het overgrote deel behaald, zitten in procedure of worden in deze visie aangevuld met nieuwe ambities. De documenten en een toelichting op de uitvoering is te vinden op www.bma.amsterdam.nl
33
colofon
34
met dank aan
35
Bureau Monumenten & Archeologie fotografie Kees Muizelaar grafisch ontwerp Hannekekijkt.nl druk DR&DV Media Services vertaling Jane Szita correspondentie
[email protected] © november 2011
centrum