INHOUDSTAFEL
VOORWOORD
33
INLEIDING
37
HOOFDSTUK 1 EEN BEZOLDIGING UIT DE VENNOOTSCHAP
39
1.
De meest gekende en miskende: de bezoldiging
39
2.
Wat is een bezoldiging? 2.1. Een bezoldiging van een werknemer 2.2. Een bezoldiging van een bedrijfsleider 2.3. Een bezoldiging van een meewerkende echtgeno(o)t(e)
39 40 41 42
3.
Bezoldiging in de praktijk 3.1. Hoeveel nettobezoldiging komt in handen van de bedrijfsleider? A. Van bruto tot netto op basis van de maandelijkse bezoldiging (bedrijfsvoorheffing) B. De uiteindelijke afrekening: belastingtarieven in de personenbelasting 3.2. En toch nog verplichte voorafbetalingen A. Probleem B. Berekening vermeerdering C. Jonge zelfstandigen D. Enkele praktische zaken met betrekking tot voorafbetalingen 3.3. Attractiebeginsel A. Wat is het attractiebeginsel? B. Afgeschaft? C. Heringevoerd D. Omkadering attractiebeginsel 3.4. Het kostenforfait 3.5. Belastingvrije sommen 3.6. Aftrekposten die alleen kunnen bij een beroepsinkomen 3.7. Vrij aanvullend pensioen, groepsverzekering, gewaarborgd inkomen
43 43 43 44 45 45 46 47 47 48 48 48 49 50 51 53 54 54
3
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
Kluwer
3.8. Belastingkrediet voor lage inkomsten A. Belastingen terugkrijgen zonder er te betalen B. Belastingkrediet voor lage inkomsten C. Belastingkrediet voor kinderlast
55 55 55 56
4.
Bezoldiging in de vennootschap 4.1. Bezoldiging is een aftrekbare kost 4.2. Belastbaarheid als geheime commissielonen 4.3. Verplichte inhouding bedrijfsvoorheffing 4.4. Verlaagd tarief in de vennootschap A. Gewoon tarief in de vennootschapsbelasting B. Verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting C. Voorwaarden om te genieten van het verlaagd tarief D. De 1-miljoen-regel (36 000 euro-regel) 4.5. Tantième A. Wat is een tantième? B. Een buitenbeentje binnen de bezoldiging C. Opnemen in fiche 281.20 en onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing D. Bedrijfsleider wordt belast en betaalt later sociale bijdragen
57 57 57 58 59 59 60 60 61 65 65 65 66 67
5.
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Parlementaire vraag 25 november 1999: afgestane tantième aftrekbaar als kost? 5.2. Hof van beroep Antwerpen, 1 maart 2000: onbezoldigd mandaat: geen attractiebeginsel 5.3. Hof van Cassatie, 7 december 2000: verkoop aandelen uit beroepssector = beroepsinkomen 5.4. Hof van beroep Gent, 1 februari 2001: attractiebeginsel ook bij onbezoldigd mandaat 5.5. Hof van beroep Bergen, 20 april 2001: algemeen directeur of bedrijfsleider 5.6. Hof van beroep Antwerpen, 19 februari 2008: managementfees worden geherkwalificeerd in een gift (+ cassatie 10 juni 2010) 5.7. Hof van beroep Antwerpen, 3 november 2009: geen werkelijk bewijs van beheersprestaties: geen aftrekbaarheid van de bezoldigingen 5.8. Hof van beroep Gent, 17 november 2009: verhuur cliënteel van een zelfstandig fotograaf aan zijn BVBA: geen beroepsinkomsten 5.9. Hof van beroep Gent, 15 december 2009: managementfees zonder bewijs van prestaties: niet aftrekbaar 5.10. Hof van beroep Gent, 9 februari 2010: bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn maar aftrekbaar wanneer ze beroepskosten zijn 5.11. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 24 februari 2010: verhuur minuten en infrastructuur van notarisstudie: beroepsinkomen 5.12. Hof van beroep Luik, 26 maart 2010: managementvergoedingen aftrekbaar als beroepskosten
68
4
68 69 70 71 71 72 72 73 74 74 74 75
Kluwer
Inhoudstafel
5.13. Hof van beroep Antwerpen, 22 november 2011: de hoogte van managementfees: de fiscus heeft geen opportuniteitsbeoordeling!
76
HOOFDSTUK 2 UITBETALING EIGEN KOSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP
77
1.
Inleiding
77
2.
Eigen kosten van de werkgever 2.1. Per definitie geen mogelijkheid om iets «uit» de vennootschap te halen 2.2. Miskende eigen kosten van de werkgever 2.3. Spelbreker: de btw 2.4. Forfaitaire onkostenvergoedingen
77 77 77 78 78
3.
Eigen kosten van de werkgever uit de doeken gedaan 3.1. Waarom zou een vennootschap nu een kost ten laste nemen? 3.2. Btw: de spelbreker van dienst? 3.3. Forfaitaire vergoedingen voor verplaatsingen naar het buitenland A. Wettelijke regeling en historiek forfaitaire vergoedingen voor verplaatsingen naar het buitenland B. Interpretatie fiscus inzake forfaitaire onkostenvergoeding buitenlandse verplaatsingen: circulaire C. Voorbeeld D. De lijst van toepassing vanaf 1 april 2012 3.4. Vergoedingen voor binnenlandse verplaatsingen (dienstreizen) 3.5. Forfaitaire vergoedingen voor verplaatsingen met eigen wagen/fiets A. Gebruik van een eigen wagen of motorfiets B. Een vergoeding volgens ernstige normen C. Mag het een beetje meer zijn? D. Kilometerteller is bepalend E. Verplaatsingen met de fiets 3.6. Forfaitaire vergoedingen voor kledij en onderhoud ervan 3.7. Andere forfaitaire vergoedingen 3.8. Gevolgen van de vergoedingen voor de genieter 3.9. Forfaitaire vergoedingen aanvaardbaar volgens de RSZ A. Inleiding B. Dé tabel C. Auto- en fietsvergoedingen volgens de RSZ-tabel D. Garagekosten/parkingkosten/carwash volgens de RSZ-tabel E. Baankosten voor niet-sedentaire werknemers volgens de RSZ-tabel F. Verblijfkosten volgens de RSZ-tabel G. Bureaukosten volgens de RSZ-tabel H. Arbeidsgereedschap volgens de RSZ-tabel I. Werkkledij volgens de RSZ-tabel
80 80 82 83 83 85 93 93 101 102 102 102 103 104 104 105 105 105 106 106 107 107 108 108 109 109 110 110
5
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
Kluwer
3.10. En nog wat concrete cijfers, gebaseerd op diverse rulings A. Steeds meer rulingaanvragen én gedetailleerde bedragen B. Een ruling verkrijgen kan, ook over de hoogte van de vergoeding C. De cijfers van de concrete rulings en hun bruikbaarheid in de praktijk D. Vergoedingen voor autokosten: wat kan voor de Rulingcommissie? E. Vergoedingen voor thuiswerkplek/thuiskantoor/home-office: wat kan voor de Rulingcommissie? F. Vergoedingen inzake internet: wat kan voor de Rulingcommissie? G. Vergoedingen inzake kleine individuele kantoorbenodigdheden: wat kan voor de Rulingcommissie? H. Vergoedingen inzake binnenlandse dienstreizen: wat kan voor de Rulingcommissie? I. Vergoedingen voor buitenlandse dienstreizen: wat kan voor de Rulingcommissie? J. Vergoedingen voor kleine representatiekosten: wat kan voor de Rulingcommissie? K. Vergoedingen voor reiniging specifieke beroepskledij: wat kan voor de Rulingcommissie? 4.
5.
6
Eigen kosten van de werkgever in de vennootschap 4.1. Kosten zijn kosten 4.2. Terugbetalingen verplaatsingen met eigen voertuig: een wiskundige beperking 4.3. Aanslag inzake geheime commissielonen: versoepeling 4.4. Gevolgen van de uitkering van een vergoeding voor de vennootschap Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van Cassatie, 30 oktober 1986 en 23 januari 1987: eigen kosten van de werkgever – weerlegbaar vermoeden van onbelastbaarheid 5.2. Parlementaire vraag 12 maart 1990: forfaitaire verplaatsingsvergoeding versus bewezen beroepskosten 5.3. Hof van beroep Antwerpen, 15 april 1991: geen kost is geen vrijgestelde vergoeding 5.4. Hof van beroep Gent, 22 oktober 1991: eigen kosten van de werkgever versus bewezen beroepskosten 5.5. Hof van beroep Gent, 14 december 1995: vermoeden van onbelastbaarheid 5.6. Parlementaire vraag 3 april 1997: woon-werkverplaatsing is geen eigen kost van de werkgever, voorwaardelijk wel bij verhuis 5.7. Hof van beroep Bergen, 18 april 1997: geen auto is geen vergoeding 5.8. Hof van beroep Antwerpen, 15 februari 2000: «vage» vergoeding = bezoldiging
111 111 111 112 113 115 116 116 116 117 117 119 119 119 120 121 121 122 122 122 122 123 123 123 124 125
Kluwer
Inhoudstafel
5.9. Hof van beroep Antwerpen, 15 februari 2000: «vage» vergoeding = bezoldiging 5.10. Hof van beroep Gent, 11 mei 2000: vermoeden van onbelastbaarheid tot tegenbewijs 5.11. Hof van beroep Luik, 15 december 2004: geen bewijs van werkelijke kosten: belastbaarheid van de forfaitaire vergoeding als bezoldiging 5.12. Rechtbank van eerste aanleg Bergen, 24 november 2005: forfaitaire verplaatsingsvergoeding versus bewezen beroepskosten 5.13. Hof van beroep Gent, 10 oktober 2006: forfaitaire vergoedingen die voor de RSZ een bezoldiging zijn, zijn dit niet ipso facto voor de directe belastingen 5.14. Voorafgaande beslissing nr. 800.109 van 20 mei 2008: ‘Lange’ dienstreizen van meer dan 30 kalenderdagen: ook een forfaitaire vergoeding mogelijk 5.15. Grondwettelijk Hof, 25 november 2010: geen ontsnappingsroute bij forfaitaire kostenvergoedingen 5.16. Parlementaire vraag 13 december 2011: kosten eigen aan de werkgever – forfaitaire vergoedingen voor kosten van middagmaal en van avondmaal, nachtverblijf en ontbijt – quid bedragen voor ambtenaren van niveau A? 5.17. Hof van beroep Antwerpen, 20 maart 2012: 500 EUR forfaitaire kostenvergoeding (in 1998) moet kunnen
125 126 127 128
128
129 130
132 133
HOOFDSTUK 3 VOORDELEN VAN ALLE AARD
137
1.
Inleiding
137
2.
Voordeel van alle aard is bezoldiging
137
3.
Voordelen van alle aard en hun bruikbaarheid 3.1. Voordeel uit het persoonlijk gebruik van een voertuig A. Wat is een voordeel van alle aard inzake een voertuig? B. Hoe wordt een dergelijk voordeel belast? C. Wat is een vaste plaats van tewerkstelling in het kader van de 5 000 km-grens (inclusief 40-dagenregeling)? D. De 5 000 km-regel: niet voor zelfstandigen! E. Persoonlijke bijdragen komen in min van het belastbaar voordeel F. Voorbeelden G. Gevolgen voor de bedrijfsleider-werknemer H. Wijzigingen vanaf aanslagjaar 2013 door Di Rupo I I. Optimalisaties mogelijk na Di Rupo I? 3.2. Kosteloze beschikking over onroerende goederen A. De vennootschap stelt een huis ter beschikking
137 137 137 138 141 142 143 143 143 146 163 169 169
7
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
4.
8
Kluwer
B. Hoe wordt de bedrijfsleider er dan op belast? C. Een leuk extraatje: de vennootschap betaalt ‘soms’ ook mijn zwembad D. De vennootschap stelt een deel van het onroerend goed ter beschikking E. Gesimuleerde beroepsmatige verhuring is beroepsmatig F. Kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit G. Kosteloze beschikking over dienstboden, chauffeurs, enz. 3.3. Vruchtgebruikconstructies met onroerende goederen A. Wat is een vruchtgebruik? B. Hoe kan een vruchtgebruik toegepast worden in uw vennootschap, voor- en nadelen? C. Hoe keek de fiscus naar een vruchtgebruikconstructie tot augustus 2009? D. Hoe kijkt de fiscus naar vruchtgebruikconstructies sinds augustus 2009? E. Evolutie van vruchtgebruikconstructies 2010–2012 F. Toepassing van de antimisbruikbepaling en simulatie op vruchtgebruik 3.4. Sociale bijdragen betaald door de vennootschap 3.5. Maaltijdcheques A. De maaltijdcheque in werking B. Fiscaal regime van de maaltijdcheque C. Geen belastingen, geen sociale bijdragen, geen btw 3.6. Ecocheques 3.7. Voordelen van alle aard: terbeschikkingstelling pc en internetaansluiting 3.8. De terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets 3.9. Gevolgen voor de bedrijfsleider 3.10. Kan u bij een forfaitaire waardering inzake voordelen van alle aard belast worden op een fictief voordeel? A. Grondige wijziging doorgevoerd voor de voordelen van alle aard m.b.t. onroerende goederen B. Wat zijn de wettelijke regels inzake voordelen? C. Wijzigingen door Di Rupo I vanaf 1 januari 2012 D. Wanneer is er sprake van een ‘voordeel van alle aard’? E. Rechtspraak liet geen afwijking van de forfaitaire waarderingsregels toe F. Heiligt het doel de middelen en mogen de forfaitaire waarderingsregels de realiteit voorbijschieten? G. Is er nog sprake van een voordeel bij een marktconforme eigen bijdrage?
170 171
Vennootschap versus de voordelen van alle aard 4.1. Voordelen van alle aard m.b.t. terbeschikkingstelling personenwagens A. Gedeeltelijke recuperatie van de voordelen van alle aard personenwagen
207 207
174 174 174 176 177 177 177 179 183 184 189 191 191 191 192 194 195 199 200 200 201 201 201 202 202 203 203 204
207
Kluwer
Inhoudstafel
B. Solidariteitsbijdrage verschuldigd op voordelen alle aard personenwagens van werknemers C. Btw versus voordeel van alle aard personenwagens, e.a. D. Een gedeelte van het voordeel van alle aard personenwagens, zijnde 17 %, wordt vanaf aj. 2013 belastbaar en dit zonder aftrekmogelijkheden 4.2. Loonfiche 4.3. Gevolgen voor de vennootschap van voordelen van alle aard A. Aftrekbaar als kost B. De 1-miljoen-regel C. Btw en factuur D. Aftrek voor risicokapitaal of notionele interestaftrek E. Aftrekbaarheid als beroepskost versus de doelomschrijving F. De nieuwe antimisbruikbepaling: artikel 344, § 1 WIB 1992 4.4. De bijzondere geheimecommissielonenaanslag A. Niet verantwoorde kosten, enz. B. Administratie zet de krijtlijnen uit C. Maar hoe ziet de praktijk er uit? D. Een eerste tik op de vingers van de controleurs door de minister E. De rechtspraak: voordelen van alle aard boeken in de verworpen uitgaven van debetinteresten en behoorlijk bestuur F. Noodplan B dan maar? G. De minister onderzoekt of de praktijk van a posteriori-rechtzettingen nog wel kan H. Tweede tik op de vingers van volhardende controleurs nu door hoofdbestuur I. A priori-boeking voordelen op rekening-courant is nog toegestaan J. Fiches of facturen: wijzigt de administratieve richtlijn? K. De minister probeert de gemoederen te bedaren inzake de ‘instructie’ L. Warm en koud blazen in een addendum van 23 december 2011 aan de circulaire 1 december 2010 M. Het addendum brengt ook “permanente” versoepelingen: de controleur kan ‘wel’ rekening houden met de “goede trouw” én “verschil in interpretatie m.b.t. sociale voordelen” N. De superzware sanctie, bevestigd door de instructie, is een strafsanctie, die dan door de rechter kan gematigd worden? O. Een nietige geheimecommissielonenaanslag wordt een subsidiaire aanslag 5.
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Vraag nr. 924 van de heer Hatry 12 maart 1998: wat is een «voertuig»? 5.2. Hof van beroep Brussel, 11 juni 1999: 2e wagen is geen bewijs afwezigheid voordeel alle aard
210 211
219 221 221 221 224 224 224 226 232 239 239 240 240 240 241 241 242 243 244 247 247 249
252 253 257 258 258 258
9
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
Kluwer
5.3. Hof van beroep Brussel, 18 juni 1999: 2e wagen is niet altijd bewijs afwezigheid voordeel alle aard 5.4. Hof van beroep Gent, 30 juni 1999: 2e(sport)wagen is bewijs afwezigheid voordeel alle aard 5.5. Hof van beroep Brussel, 3 november 1999: wagen is voordeel alle aard 5.6. Hof van beroep Brussel, 7 januari 2000: wagen is voordeel alle aard 5.7. Hof van beroep Gent, 17 februari 2000: 5 000 km-regel niet voor zelfstandigen 5.8. Parlementaire vraag, 2 maart 2000: enkel nog «verhoging» via rekening-courant 5.9. Hof van beroep Brussel, 8 september 2000: wagen is niet per definitie voordeel alle aard 5.10. Hof van beroep Brussel, 10 januari 2001: wagen is niet per definitie voordeel van alle aard 5.11. Hof van beroep Gent, 31 januari 2001: pand gratis ter beschikking = voordeel 5.12. Hof van beroep Gent, 4 oktober 2001: voordeel via de rekening-courant mag 5.13. Hof van beroep Brussel, 20 oktober 2001: beroepsmatige verhuring is beroepsmatig 5.14. Hof van beroep Gent, 4 december 2002: zwembad is een aftrekbare kost 5.15. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 15 juni 2005: herkwalificatie van vruchtgebruik in huur mogelijk 5.16. Hof van beroep Gent, 13 september 2005: herkwalificatie vruchtgebruik in huur NIET mogelijk 5.17. Hof van Cassatie, 22 november 2007: herkwalificatie vruchtgebruik in huur niet mogelijk 5.18. Hof van beroep Antwerpen, 31 oktober 2006: vruchtgebruik appartement aan kust dan toch aftrekbaar 5.19. Rechtbank van eerste aanleg Hasselt, 28 februari 2007: regularisatie voordelen van alle aard 5.20. Rechtbank van eerste aanleg Brugge, 12 november 2007: aankoop vruchtgebruik doktersvennootschap in overeenstemming met het doel? 5.21. Hof van beroep Brussel, 18 juni 2008: terbeschikkingstelling woning en toch geen gratis woonst: een curiosum 5.22. Hof van beroep Brussel, 6 november 2008: maaltijdcheques zijn belastbare voordelen van alle aard; economische herstelwet 27 maart 2009: maaltijdcheque is een sociaal voordeel 5.23. Hof van beroep Gent, 8 september 2009: geen afwijking van de forfaitaire ramingsregels mogelijk 5.24. Hof van Cassatie, 10 september 2010: bijzondere aanslag is voor een stuk strafrechtelijk van aard 5.25. Rechtbank van eerste aanleg Namen, 13 oktober 2010: wat voor een groepsverzekering geldt, geldt ook voor vruchtgebruik?
10
259 259 259 260 260 261 262 262 263 263 264 265 265 266 268 272 274 274 276
277 279 280 282
Kluwer
Inhoudstafel
5.26. Hof van beroep Antwerpen, 2 november 2010: vruchtgebruikconstructie: niet noodzakelijk (abnormaal) voordeel 5.27. Hof van beroep Gent, 9 november 2010: kosten vruchtgebruikconstructie niet aftrekbaar 5.28. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 11 februari 2011: waarderingsmethode fiscus inzake vruchtgebruik, is ‘abnormaal’ 5.29. Hof van Cassatie, 17 maart 2011: voordeel partner bedrijfsleider is geen voordeel bedrijfsleider zelf 5.30. Rechtbank van eerste aanleg Bergen, 27 april 2011: vermindering van de geheimecommissielonenaanslag van 150 000 naar 5 000 EUR 5.31. Hof van beroep Antwerpen, 17 mei 2011: persoonlijke bijdrage vermindert verworpen uitgaven m.b.t. autokosten 5.32. Hof van beroep Bergen, 29 juni 2011 en 20 oktober 2011: voordeel van alle aard en toch verwerping als beroepskost? 5.33. Rechtbank van eerste aanleg Brugge, 10 oktober 2011 en 28 november 2011: zwembad of pergola niet fiscaal aftrekbaar wegens ontbreken band met maatschappelijk doel en té privégebonden 5.34. Hof van beroep Gent, 8 november 2011: goedkoop aandelen overkopen van eigen vennootschap is een voordeel van alle aard 5.35. Hof van beroep Luik, 1 februari 2012: kosten verbonden aan vruchtgebruik: wel aftrekbaar – tegenprestatie voor geleverde werkzaamheden 5.36. Hof van beroep Luik, 1 februari 2012: gratis wonen – ook met vruchtgebruik – is loon, en dus aftrekbaar (bis) 5.37. Hof van beroep Brussel, 1 maart 2012: gesplitste aankoop vruchtgebruik en naakte eigendom is geen simulatie
283 284 286 287 288 290 292
294 297
298 299 305
HOOFDSTUK 4 ONDERVERHUREN
309
1.
Verhuring versus onderverhuring
309
2.
Wat is onderverhuring?
309
3.
Fiscale bedoeling van onderverhuren 3.1. Hoe wordt een onderverhuurder belast? A. Onderverhuring B. En wat met verhuurde roerende goederen (meubelen, e.d.)? 3.2. Hoe worden de huurinkomsten onderverhuurinkomsten? 3.3. De spelregels 3.4. Hoe beoordelen wij de onderverhuring? A. Positieve punten B. Negatieve punten
310 310 310 310 311 311 313 313 313
11
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
Kluwer
4.
Onderverhuring in de vennootschap 4.1. Betaling van onderhuur is fiscaal aftrekbaar 4.2. De nieuwe antimisbruikbepaling als donderwolk boven onderverhuring
313 313 314
5.
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Brussel, 22 januari 1991: onderverhuring is geen simulatie 5.2. Hof van beroep Antwerpen, 11 januari 1999: onderverhuring gesimuleerd 5.3. Hof van beroep Antwerpen, 25 april 2000: onderverhuring gesimuleerd 5.4. Hof van beroep Antwerpen, 27 april 2000 en 29 juni 2000: onderverhuring zonen mogelijk 5.5. Hof van beroep Antwerpen, 27 juni 2000: en nog eens onderverhuring mogelijk 5.6. Hof van beroep Brussel, 29 juni 2000: verhuring – onderverhuring en VAA voor eigenaar! 5.7. Hof van beroep Gent, 14 december 2000: onderverhuring mogelijk 5.8. Hof van beroep Brussel, 12 januari 2001: onderverhuring gesimuleerd 5.9. Hof van beroep Gent, 4 december 2001: onderverhuring is mogelijk 5.10. Hof van beroep Brussel, 5 februari 2004: tweede verhuur om herkwalificatie te ontwijken, kan geherkwalificeerd worden in een bezoldiging 5.11. Hof van Cassatie, 21 april 2005: herkwalificatie in huur is niet hetzelfde als herkwalificatie in bezoldiging 5.12. Rechtbank van eerste aanleg Luik, 31 januari 2006: huur en onmiddelijke onderhuur: geen simulatie 5.13. Hof van beroep Luik, 24 november 2006: onderverhuring enkel op basis van fiscale motieven = huur 5.14. Rechtbank van eerste aanleg Brussel, 7 november 2008: zaakvoerder is huurder en vennootschap onderhuurder: beroepsmatige verhuring bij (hoofd-)verhuurder 5.15. Hof van Cassatie, 11 december 2008: een ruime interpretatie aan de begrippen “gelijksoortige rechtsgevolgen” 5.16. Hof van beroep Gent, 17 februari 2009: huur- en onderhuurconstructie, noch simulatie noch herkwalificatie
315 315 315 315 316 316 316 317 317 318
318 319 322 322
323 324 326
HOOFDSTUK 5 GEWOON OPNEMEN VAN GELD UIT DE VENNOOTSCHAP: DE NEGATIEVE REKENING-COURANT
329
1.
Inleiding
329
2.
Opname rekening-courant
329
12
Kluwer 3.
4.
5.
Inhoudstafel
Opname van geld 3.1. Ongeacht in welke vorm 3.2. Gevolgen voor de bedrijfsleider A. Niet belastbaar B. Een zware interestvoet wordt aangerekend C. Belast als bezoldiging D. Of netto terug te storten E. Een (lagere) andere interest betalen: geen ontsnapping mogelijk F. Berekenen maand per maand, met eventueel een uitzondering G. Belastbaarheid als voordelen alle aard vereist een band met de beroepswerkzaamheid
330 330 330 330 330 334 336 337 338
Debetstand rekening-courant in de vennootschap 4.1. Financiële toestand van de onderneming 4.2. Invloed voor de vennootschap van de handelingen van de bedrijfsleider A. De bedrijfsleider wordt belast op het voordeel B. De bedrijfsleider beslist om het voordeel van alle aard te storten in de vennootschap C. Beperking van de aanleg van een investeringsreserve
339 339 340 340
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Brussel, 6 september 1996: debetstand = belastbaar voordeel 5.2. Hof van beroep Antwerpen, 17 november 1998: debetstand, voordeel als aandeelhouder? 5.3. Hof van beroep Brussel, 10 december 1998: geen voordeel indien interesten geboekt zijn 5.4. Hof van beroep Antwerpen, 7 september 1999: vermoeden debetstand voordeel 5.5. Hof van beroep Brussel, 29 oktober 1999: debetstand geeft belastbaar voordeel 5.6. Hof van beroep Gent, 29 juni 2000: wanneer rente wordt aangerekend, zelfs laattijdig: geen voordeel 5.7. Hof van beroep Gent, 20 november 2001: debetstand geeft voordeel van alle aard 5.8. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 21 oktober 2005: niet aanrekenen debetinteresten en dus geen fiche = geen geheimecommissielonen 5.9. Vr. en Antw. Kamer 2005-2006, nr. 122, 29 mei 2006 – Vr. nr. 1246 Pieters 25 april 2006, blz. 23.796-23.797: niet aanrekenen debetinteresten en dus geen fiche = wel geheimecommissielonen 5.10. Hof van beroep Gent, 26 september 2006: overname aandelen met overname debetstand rekening-courant
346
338
340 340
346 346 347 347 347 348 349
349
350 350
13
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
Kluwer
HOOFDSTUK 6 DE UITKERING VAN EEN DIVIDEND
353
1.
Inleiding
353
2.
Wat is een dividend? 2.1. Volgens de fiscale wet 2.2. Geherkwalificeerde interest A. Wanneer wordt een interest geherkwalificeerd tot dividend? B. Begrip voorschot 2.3. Wanneer mag er een dividend uitgekeerd worden? A. Raad van bestuur stelt voor B. Een goedgekeurde jaarrekening en een beslissing van de algemene vergadering 2.4. Interimdividend ßà tussentijds dividend A. Raad van bestuur beslist B. Enkel winst van het lopende boekjaar C. Een staat van activa en passiva D. Maximum twee keer E. Niet alle vennootschappen kunnen en mogen dit F. Het tussentijds dividend G. Het optioneel dividend 2.5. Enkel dividend (incl. interimdividend) bij winsten 2.6. Hoe wordt een dividend materieel uitgekeerd?
353 353 354 354 355 356 356 356 356 356 356 357 357 357 357 358 359 360
3.
Dividend: een eenvoudig en bruikbaar alternatief 3.1. Waarom beslissen een dividend uit te keren? 3.2. Gevolgen voor de aandeelhouder 3.3. Dividenden van ingekochte eigen aandelen
360 360 362 362
4.
Dividend in de vennootschap 4.1. Eigen vermogen van de vennootschap 4.2. Verplicht opstellen van een aangifte inzake de inhouding van roerende voorheffing A. Aangifte B. Moeder-dochterrichtlijn C. Tarief roerende voorheffing D. Tarief van 15 % / 21 % roerende voorheffing (VVPR-aandelen) E. Afschaffing effecten aan toonder en de fiscale problematiek roerende voorheffing 4.3. Het “einde” van de bevrijdende roerende voorheffing: vanaf 2012 aangifteplicht voor roerende inkomsten
363 363
14
363 363 364 364 365 367 368
Kluwer
Inhoudstafel
4.4. Bijkomende heffing op roerende inkomsten van 4 % en melding van de inkomsten A. Inleiding B. Melden van de roerende inkomsten C. Welke roerende inkomsten kunnen in aanmerking komen? D. Wie moet melden? E. Wat bij niet-inhouding van de 4 % aan de bron? F. Op welk bedrag moet de bijzondere heffing worden berekend? G. Wie moet de bijzondere heffing inhouden? H. Inwerkingtreding en overgangsregeling 4.5. Fiscale gevolgen voor de vennootschap A. Verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting B. Minder interesten voor aandeelhouders en bedrijfsleiders C. Investeringsreserve D. Een dividend is niet aftrekbaar E. Aftrek voor risicokapitaal of de notionele interestaftrek F. Thin Cap–regeling wordt misschien krapper 5.
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Bergen, 25 juni 1999: kan een dividend een loon zijn? 5.2. Voorafgaande Beslissing nr. 700.213, 19 juni 2007: preferente aandelen en toch VVPR mogelijk 5.3. Hof van beroep Gent, 6 januari 2009: verkoop aandelen aan vennootschap – geen VVPR-voordeel meer 5.4. Circulaire nr. Ci.RH.233/590.646 (AOIF 37/2009) d.d. 22 juli 2009: kapitaalvermindering (van reserves) gevolgd door kapitaalverhoging (in geld): geen VVPR
371 371 371 372 374 375 376 376 377 378 378 379 380 380 381 384 385 385 385 386
388
HOOFDSTUK 7 KAPITAALVERMINDERING
391
1.
Onbekend en onbemind
391
2.
Wat houdt een kapitaalvermindering in? 2.1. Ontstaan van een vennootschap A. Kapitaal B. Financieel plan C. Wettelijk minimumkapitaal D. Samenstelling kapitaal
392 392 392 392 394 395
3.
Kapitaalvermindering in de praktijk 3.1. Waarom overgaan tot een kapitaalvermindering? 3.2. Algemene vergadering neemt de beslissing
396 396 396
15
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
4.
5.
16
Kluwer
3.3. Bijzondere bescherming van schuldeisers niet uit het oog verliezen 3.4. Gevolgen voor de aandeelhouder
396 397
Kapitaalvermindering in de vennootschap 4.1. Kapitaal in de vennootschap 4.2. Samenstelling kapitaal goed onderzoeken 4.3. Regelmatige beslissing 4.4. Interesten betaald om in te schrijven op een kapitaalverhoging... en er na 4.5. Kapitaalvermindering ten voordele van een vennootschap 4.6. Gevolgen voor de vennootschap zelf A. Financiële gevolgen: een stapje achteruit B. Fiscale gevolgen: misschien minder dividend C. Fiscale gevolgen: minder interesten voor aandeelhouders en bedrijfsleiders D. Fiscale gevolgen: verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting E. Fiscale gevolgen: dividenden met verlaagde roerende voorheffing F. Fiscale gevolgen: aftrek voor risicokapitaal – notionele interestaftrek G. Fiscale gevolgen: lagere basis voor de Thin Cap-Rule
398 398 399 400 401 401 402 402 403
Rechtspraak 5.1. Algemene evolutie 5.2. Simulatie en herkwalificatie van een kapitaalvermindering in een dividend A. Hof van beroep Bergen, 16 februari 1990: kapitaalvermindering en -verhoging is een gesimuleerde dividenduitkering B. Hof van beroep Brussel, 5 februari 1991: kapitaalvermindering en -verhoging is geen gesimuleerde dividenduitkering C. Hof van beroep Gent, 17 oktober 1996: kapitaalvermindering en -verhoging is geen gesimuleerde dividenduitkering D. Hof van beroep Brussel, 20 november 1997 en Cassatie, 17 januari 2000: kapitaalvermindering en -verhoging is geen gesimuleerde dividenduitkering E. Hof van beroep Brussel, 4 februari 2000: kapitaalvermindering en -verhoging door incorporatie reserves: geen dividenduitkering F. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 15 januari 2003: incorporatie reserves gevolgd door kapitaalvermindering: geen herkwalificatie met artikel 344 § 1 WIB 1992 5.3. Kapitaalvermindering als beroepskost in mindering brengen bij de bedrijfsleider 5.4. Wijziging goedgekeurde jaarrekening m.b.t. een kapitaalvermindering 5.5. Kapitaalvermindering versus voordelen KB nr. 15/150
411 411
403 404 404 405 406
412 412 413 413
413 414
415 416 416 417
Kluwer
Inhoudstafel
HOOFDSTUK 8 EEN GOED VERKOPEN AAN UW VENNOOTSCHAP
419
1.
Inleiding
419
2.
Wat is nu precies een verkoop aan uw vennootschap? 2.1. Verkoop 2.2. Quasi-inbreng A. Omschrijving B. Voorwaarden C. Procedure 2.3. Belangenconflicten of tegenstrijdige belangen A. Bepaling van belangenconflicten B. Specifieke procedure C. Enkel tegenstrijdige belangen van vermogensrechtelijke aard D. Voorafgaande mededeling E. Procedure F. Aansprakelijkheid G. Vernietigen van handeling H. Procedure is niet van toepassing I. Overdracht van een geheel van goederen – fiscaal certificaat
419 419 420 420 420 421 422 422 423 423 424 424 426 427 427 428
3.
Verkoop in de praktijk vanuit het standpunt van de natuurlijke persoon 3.1. Verkoop van privé-eigendommen: niet belastbaar! 3.2. Belastbaar als divers inkomen? 3.3. Verkoop van onroerende goederen A. Verhuren of verkopen? B. Meerwaarde bij verkoop van een privé onroerend goed C. Speculatieve meerwaarden m.b.t. privé onroerende goederen: belastbaar D. Geen speculatieve maar puur privémeerwaarden en toch belastbaar E. Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen: soms belastbaar F. Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen: soms belastbaar G. Verkoop van beroepsmatig gebruikte goederen H. Stopzettingsmeerwaarden m.b.t. activa I. Herziening btw bij verkoop van gebouwde onroerende goederen J. Het voordeel om nog eens af te schrijven? K. Verkoop van een onroerend goed: altijd notarieel L. Vlaanderen verzacht fiscale pil bij verkeerd aangekochte onroerende goederen sinds 1 november 2007 3.4. Verkoop van roerende goederen 3.5. Verkoop van een goodwill 3.6. Andere gevolgen voor de bedrijfsleider
432 432 432 433 433 433 434 434 434 442 446 447 447 451 453 453 456 457 460
17
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen 4.
5.
Kluwer
De vennootschap versus de verkoop door de bedrijfsleider 4.1. Fiscale gevolgen: wel afschrijven, geen investeringsaftrek 4.2. Fiscale gevolgen: verlies recht op verlaagde roerende voorheffing bij dividenduitkering
460 460
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Antwerpen, 14 januari 1997: verkoop praktijk en huurhuis 5.2. Hof van Cassatie, 5 maart 1999: overdreven prijs is niet afschrijfbaar! 5.3. Hof van beroep Gent, 11 april 2001: verkoop beroepsmatig gebruikte woning 5.4. Hof van beroep Antwerpen, 18 september 2001: verkoop beroepsmatig gebruikte woning 5.5. Hof van beroep Bergen, 24 januari 2003: meerwaarde op een verhuurd beroepsmatig gebouw – desaffectatie 5.6. Hof van beroep Antwerpen, 4 maart 2003: een redelijke prijs vragen 5.7. Hof van beroep Antwerpen, 4 november 2003: geen desaffectatie na 10 jaar 5.8. Hof van Cassatie, 21 oktober 2005: afschrijving cliënteel mogelijk 5.9. Hof van beroep Gent, 12 september 2006: tijdstip belastbaarheid stopzettingsmeerwaarden 5.10. Hof van beroep Gent, 24 oktober 2006: stopzettingsmeerwaarde op grond: belastbaar 5.11. Hof van beroep Gent, 5 december 2006: voortzettingsstelsel voor stopzettingsmeerwaarden 5.12. Hof van beroep Gent, 15 mei 2007: inbreng knowhow uit privévermogen: belastbaar 5.13. Hof van beroep Gent, 4 november 2008: aankoop aandelen door vennootschap van haar bestuurders: abnormaal of goedgunstig voordeel 5.14. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 11 maart 2009: bibliotheek van notaris is geen beroepsactief, dus geen stopzettingsmeerwaarde aan 16,5 %, maar belast aan progressief tarief 5.15. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 25 maart 2009: tijdstip belastbaarheid quasi-inbreng 5.16. Grondwettelijk Hof, 15 december 2011: geen afschrijvingen meer na stopzetting beroepswerkzaamheid
462 462 463
461
464 465 466 467 468 468 469 469 470 471 472
473 474 475
HOOFDSTUK 9 DE AANDELEN VAN UW VENNOOTSCHAP VERKOPEN
477
1.
Inleiding
477
2.
Verkoop van aandelen 2.1. Overdracht van aandelen aan toonder A. Algemeen principe: geen beperkingen
477 478 478
18
Kluwer
2.2.
2.3. 2.4. 2.5. 3.
Inhoudstafel B. Wettelijke beperkingen C. Statutaire of conventionele beperkingen Overdracht van aandelen op naam A. Principe B. Beperkingen C. Beperkingen in een BVBA D. Strenge beperkingen in een CV Gedwongen overdracht van aandelen Overdracht van gedematerialiseerde aandelen Overdracht van certificaten
Overdracht van aandelen in de praktijk 3.1. Waarom overgaan tot de verkoop van de aandelen? 3.2. Verschil tussen een zaak verkopen en de aandelen van een vennootschap verkopen 3.3. Verkoop aan het buitenland kan belastbaar zijn in de personenbelasting 3.4. Verkoop aandelen belastbaar als speculatieve inkomsten of beroepsinkomsten A. Algemeen principe B. Tot 12 januari 2009 in eerste instantie altijd belastbaar als divers inkomen, vanaf 12 januari 2009 nieuwe definitie C. En wat nu met de zogenaamde «interne meerwaarden»? – inclusief de befaamde 4 engagementen D. Interne meerwaarden – ruling/de vier engagementen E. Hulp van het Hof van Cassatie bij de bepaling van de grootte van de interne meerwaarde F. De strijd m.b.t. de interne meerwaarden gestreden? G. Minister en Rulingcommissie een brug te ver? H. Nieuw stelsel van meerwaarden op aandelen: vanaf 12 januari 2009 I. Standpunt van de Rulingcommissie in het kader van de interne meerwaarden J. De kasgeldvennootschap 3.5. Standpunt Rulingcommissie evolutie 2011 A. Verdere introductie van ‘adviezen’ door de Rulingcommissie B. Het definitieve ‘advies’ inzake interne meerwaarden – maart 2011 C. En finaal één in plaats van twee bijkomende engagementen D. Dé “negen” criteria uit de rechtspraak E. En toch kan zowel de Rulingcommissie als de rechtspraak in de praktijk soepel zijn F. De ruling inzake interne meerwaarden en de controlewijziging 3.6. Inbreng van een onroerend goed en dan verkoop van de aandelen: simulatie?
478 478 479 479 479 479 480 481 481 481 481 481 482 484 487 487 487 489 491 492 493 494 495 497 498 500 500 501 504 504 505 508 508
19
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen 4.
5.
20
Kluwer
De vennootschap en de overdracht van haar aandelen 4.1. Er wijzigt in beginsel heel weinig 4.2. Fiscale gevolgen voor de vennootschap A. Verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting B. Verlies van aftrekmogelijkheden C. Rulingaanvragen in het kader van interne meerwaarden en controlewijziging in de vennootschapsbelasting
510 510 510 510 511
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Brussel, 9 februari 1996: verkoop aandelen vennootschap: «speculatieve winst» 5.2. Hof van beroep Antwerpen, 24 september 1996: goedkope verkoop aandelen aan bestuurder van verbonden vennootschap – liberaliteit 5.3. Hof van beroep Luik, 26 mei 1999: verkoop van aandelen = beroepsinkomen 5.4. Hof van beroep Antwerpen, 22 juni 1999: holding is geen managementvennootschap 5.5. Hof van beroep Brussel, 3 november 2000: verkoop aandelen aan bedrijfsleider – voordeel van alle aard 5.6. Hof van Cassatie, 7 december 2000: meerwaarden op aandelen kunnen beroepsinkomsten zijn 5.7. Rechtbank van eerste aanleg Leuven, 13 oktober 2006: interne meerwaarde: niet belastbaar 5.8. Rechtbank van eerste aanleg Brussel, 22 november 2006: kan een goede huisvader een holding oprichten? 5.9. Hof van beroep Brussel, 13 september 2007: verkoop kasgeldvennootschap, belastbaar maar enkel op de «speculatieve winst» 5.10. Voorafgaande Beslissing nr. 700.273, 23 oktober 2007: beperken van successierechten behoort tot ‘normaal beheer’ 5.11. Hof van Cassatie, 14 december 2007: ofwel beroepsinkomsten ofwel diverse inkomsten 5.12. Hof van beroep Gent, 12 februari 2008: «verkoop» van aandelen = geen belastbare meerwaarde 5.13. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 31 maart 2008 & hof van beroep Gent, 9 september 2008: soepele houding inzake verliesverrekening na controlewijziging 5.14. Rechtbank van eerste aanleg Brussel, 10 oktober 2008: kasgeldvennootschap toch normaal beheer privépatrimonium 5.15. Hof van beroep Bergen, 15 april 2009: soepeler standpunt dan de Rulingcommissie inzake belastbaarheid interne meerwaarden 5.16. Soepele Voorafgaande Beslissing nr. 900.120 van 28 juli 2009: echtscheidingsperikelen doorbreken ‘engagement’ bij inbreng aandelen 5.17. Grondwettelijk Hof, 17 september 2009: verkoop aanmerkelijk belang aan niet EU-ingezetene: geen discriminatie
515
514
515 516 516 517 517 519 520 521 523 523 525 526
527 530 531 532 534
Kluwer
Inhoudstafel
5.18. Hof van beroep Bergen, 27 november 2009: aandelen overdragen aan een holding is een “goed” en “normaal” beheer van het privépatrimonium 5.19. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 5 februari 2010: soepele interpretatie van de regels inzake belastbaarheid divers inkomen, in het kader van successieplanning door de pater familias 5.20. Hof van beroep Brussel, 6 mei 2010: verkoop van aandelen dolomietgroeve 5.21. Hof van beroep Antwerpen, 23 november 2010: een goede huisvader betekent niet dat hij een «passieve» aandeelhouder moet zijn 5.22. Hof van beroep Gent, 30 november 2010: complexe aandelendeal is géén normaal beheer van privévermogen 5.23. Hof van beroep Luik, 15 december 2010: oprichting familiale holding in het kader van een volgende reorganisatie: normaal beheer van een privépatrimonium 5.24. Rechtbank van eerste aanleg Brussel, 16 februari 2011: zaakvoerder zijn sluit geen normaal beheer van een privévermogen uit 5.25. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 23 februari 2011: ook aandeelhouders/bestuurders kunnen ‘normaal’ handelen 5.26. Hof van beroep Antwerpen, 28 juni 2011: familiale ‘uitstapregeling’ voor aandeelhouder ‘op leeftijd’ is niet abnormaal 5.27. Hof van beroep Gent, 13 september 2011: aandelenmeerwaarde op heel korte termijn = divers inkomen 5.28. Hof van beroep Bergen, 9 november 2011: enkel ‘Belgische’ rechtsvordering komt in aanmerking 5.29. Hof van beroep Gent, 21 februari 2012: tijdstip waarop verliesoverdracht wordt verworpen bij een controlewijziging? 5.30. Rechtbank van eerste aanleg Leuven, 4 mei 2012: onderhandelen over een aandelenverkoop is helemaal niet abnormaal, zelfs niet voor 12 miljard BEF
536
537 539 540 541
542 543 545 546 549 550 552
555
HOOFDSTUK 10 VERHUREN VAN ROERENDE GOEDEREN AAN UW VENNOOTSCHAP
557
1.
Inleiding
557
2.
Wat houdt de verhuring van roerende goederen in? 2.1. Ook hier speelt het tegenstrijdig belang een rol 2.2. Een contract hoeft niet maar is wenselijk 2.3. Niet verwarren met eigen kosten van de werkgever
557 557 558 558
3.
Verhuring van roerende goederen in de praktijk 3.1. Roerende verhuring fiscaal gunstig belast 3.2. In te houden roerende voorheffing 3.3. Btw-belastingplicht
559 559 560 562
21
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
Kluwer
3.4. Gevolgen voor de aandeelhouder A. Aan te geven in de aangifte in de personenbelasting B. Ofwel afzonderlijk belastbaar aan 25 %, ofwel aan 15 % naargelang vóór of na 1 maart 1990 C. Belast op het nettobedrag, werkelijke of forfaitaire kosten D. Eenmalige prijs voor gemeubelde onroerende verhuring E. Roerend inkomen belast als divers inkomen (occasionele winst of baat)? F. Belast als een beroepsinkomen? G. Geen sociale bijdragen 3.5. Een speciaal punt: is verhuur van cliënteel aan uw vennootschap mogelijk? A. Ook de verhuring van cliënteel kan op veel aandacht van de fiscus rekenen B. Stopzetting eenmanszaak belastingregime C. Standpunt belastingadministratie D. Houding rechtspraak 4.
5.
22
Gevolgen voor de vennootschap 4.1. Het tegenstrijdig belang kan ook hier zijn invloed hebben 4.2. Aftrekbaar als kost 4.3. Fiscale gevolgen: geen nut voor investeringsreserve ßà notionele interestaftrek 4.4. Fiscale gevolgen: geen nut voor gespreide taxatie 4.5. Andere gevolgen voor de vennootschap 4.6. Geen inhouding van roerende voorheffing Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Gent, 14 december 1995: geen eigen kost van de werkgever, geen verhuring, maar beroepsinkomen 5.2. Hof van beroep Luik, 17 december 1997: verhuur handelsfonds is roerend inkomen 5.3. Hof van beroep Luik, 4 november 1998: verhuren is verhuren en geen loon 5.4. Hof van beroep Antwerpen, 12 januari 1999: verhuur is geen beroepsinkomen 5.5. Hof van Cassatie, 28 januari 1999: huurinkomsten apotheek beroepsinkomsten 5.6. Hof van beroep Antwerpen, 21 september 1999: verhuur handelsfonds roerend inkomen 5.7. Hof van beroep Gent, 12 januari 2000: verhuur meubelen – vraagprijs? 5.8. Hof van beroep Luik, 8 november 2000: tweemaal verhuur is geen beroepsinkomen
563 563 564 564 565 565 566 567 568 568 568 570 570 573 573 573 575 576 577 577 578 578 578 579 579 580 581 582 583
Kluwer
Inhoudstafel
5.9. Hof van beroep Gent, 22 februari 2001: verhuur van meubels en verkapte bezoldiging 5.10. Hof van beroep Gent, 22 mei 2001: verhuur roerende inboedel – beroepsinkomsten? 5.11. Hof van beroep Gent, 21 november 2001: verhuur volledig handelsfonds – beroepsinkomsten? 5.12. Rechtbank van eerste aanleg Bergen, 2 januari 2003: verhuur cliënteel beroepsinkomen (drie vonnissen) 5.13. Rechtbank van eerste aanleg Bergen, 14 oktober 2003: verhuur cliënteel beroepsinkomen 5.14. Hof van beroep Bergen, 17 oktober 2003: verhuur cliënteel beroepsinkomen 5.15. Rechtbank van eerste aanleg Bergen, 7 september 2004: verhuur niet eigen cliënteel is beroepsinkomen 5.16. Hof van beroep Antwerpen, 19 juni 2007: verhuur cliënteel beroepsinkomen 5.17. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 2 juni 2008 & hof van beroep Antwerpen 17 februari 2005 en parlementaire vraag: verhuur van wagen aan eigen vennootschap: geen btw-belastingplicht 5.18. Hof van beroep Gent, 17 november 2009: verhuur cliënteel van een zelfstandig fotograaf aan zijn BVBA: geen beroepsinkomsten 5.19. Rechtbank van eerste aanleg, Leuven, 1 oktober 2010: de verhuur van een verzekeringsportefeuille: roerende inkomsten 5.20. Het hof van beroep Gent, 4 oktober 2011: verhuur cliënteel aan vennootschap is in casu simulatie 5.21. Rechtbank van eerste aanleg Leuven, 6 januari 2012: verhuur materieel aan overnemer is geen beroepswerkzaamheid 5.22. Hof van Cassatie, 19 januari 2012: verhuur handelszaak of cliënteel: wel of geen simulatie + attractiebeginsel + verhuur van cliënteel kan wel volgens advocaat-generaal 5.23. Hof van beroep Luik, 22 februari 2012: verhuur handelszaak is een roerend inkomen en is geen simulatie
583 584 584 585 586 587 587 587
588 589 589 590 592
592 596
HOOFDSTUK 11 INKOOP VAN EIGEN AANDELEN
599
1.
Inleiding
599
2.
Inkoop van eigen aandelen 2.1. Omschrijving 2.2. Beperkingen A. Maximaal 20 % van het geplaatste kapitaal B. Betalen met welomschreven bedragen C. Enkel volgestorte aandelen komen in aanmerking
599 599 600 600 600 601
23
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
Kluwer
D. Stemrecht van ingekochte aandelen E. Dividend versus ingekocht aandeel 2.3. Procedure A. Goedkeuring door de algemene vergadering B. Uitzonderingen op de verplichte goedkeuring C. Gelijke behandeling van de aandeelhouders D. Notariële akte is niet vereist E. Latere verkoop van de eigen aandelen door de vennootschap F. Vernietiging van eigen aandelen G. Aanhouden van eigen aandelen H. Vermelding in de vennootschapsakten 2.4. Uitzonderingen op de gewone procedure
601 601 602 602 602 603 603 603 604 605 605 606
3.
Inkoop van eigen aandelen in de praktijk 3.1. Waarom overgaan tot een inkoop van eigen aandelen? A. Aandelen verkregen n.a.v. een kapitaalvermindering B. Gevolgen voor de aandeelhouder/bedrijfsleider
606 606 607 607
4.
Inkoop van eigen aandelen in de vennootschap 4.1. Fiscaal principe inzake eigen aandelen 4.2. Tijdstip van belastbaarheid 4.3. Invloed van een verkrijging van aandelen op het kapitaal van de vennootschap A. Verdwijning van het kapitaal B. Weerslag op de totale fiscale grondslag van de vennootschap 4.4. Roerende voorheffing A. Ontleding roerende voorheffing bij inkopen van eigen aandelen 4.5. Is de verkrijging van eigen aandelen «om niet» belastbaar? 4.6. Fiscus en inkoop eigen aandelen: water en vuur A. Algemeen B. Parlementaire vraag C. Instructie van 20 oktober 1999 4.7. Gevolgen voor de vennootschap van de inkoop van eigen aandelen A. Wijziging van het kapitaal B. Fiscaal gevolg: grote inkoopbonus geeft verlies statuut kmo- vennootschap 4.8. Voorbeelden A. Voorbeeld 1 B. Voorbeeld 2 C. Voorbeeld 3
608 608 609
5.
24
610 610 610 611 611 614 614 614 615 617 618 618 618 619 619 620 622
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 623 5.1. Rechtbank Antwerpen, 26 oktober 2001: belastingontwijking niet bewezen 623 5.2. Rechtbank Hasselt, 9 januari 2002: wel herkwalificatie, geen belasting 624
Kluwer
Inhoudstafel
5.3. Rechtbank Brugge, 26 november 2002: herkwalificatie kan wel bij belastingontduiking 5.4. Rechtbank Brussel, 31 december 2002: herkwalificatie kan niet bij belastingontduiking 5.5. Rechtbank Bergen, 8 mei 2003: herkwalificatie inkoop in dividenduitkering kan niet 5.6. Rechtbank Antwerpen, 13 juni 2003: inkoop van eigen aandelen door afvloeien reserves kan 5.7. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 17 maart 2004: bijzondere aanslagtermijn niet mogelijk 5.8. Hof van beroep Gent, 23 maart 2005: bijzondere aanslagtermijn niet mogelijk 5.9. Hof van beroep Gent, 23 maart 2005: inkoop eigen aandelen is niet hetzelfde als een dividend 5.10. Hof van Cassatie, 4 november 2005: herkwalificatie akte inkoop eigen aandelen moet de gevolgen respecteren 5.11. Hof van Cassatie, 11 mei 2006: herkwalificatie is geen overtreding van de wet 5.12. Rechtbank van eerste aanleg Leuven, 26 januari 2007: tijdstip inhouding RV bij inkoop eigen aandelen 5.13. Rechtbank van eerste aanleg Brussel, 7 januari 2009: herkwalificatie van een proportionele inkoop van eigen aandelen
625 625 627 628 629 630 630 630 631 632 633
HOOFDSTUK 12 INTERESTEN KRIJGEN UIT UW VENNOOTSCHAP
639
1.
Inleiding
639
2.
Interesten 2.1. Wat betekenen precies interesten? 2.2. Leningsovereenkomst: niet verplicht wel handig 2.3. Hoe ontstaat de lening? 2.4. Tegenstrijdig belang
639 639 639 640 640
3.
Interesten in de praktijk 3.1. Waarom interesten toekennen? 3.2. Gevolgen voor de bedrijfsleider A. Algemeen B. Rentegevende voorschotten zijn geen kapitaal C. Interest wordt geherkwalificeerd als dividend
640 640 641 641 642 642
4.
Interesten in de vennootschap 4.1. Rentegevend voorschot: herkwalificatie tot dividend A. Enkel een geldlening komt in aanmerking voor herkwalificatie
643 643 643
25
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
Kluwer
B. Administratieve circulaire C. Aanvullende circulaire D. Hof van beroep Gent oordeelt op 17 april 2007: begrip «geldlening» is een verenging E. Overzicht en stand van zaken m.b.t. het begrip «geldlening» F. Enkel aandeelhouders en bedrijfsleider van de eerste categorie 4.2. Interest wordt dividend A. Interest wordt fiscaal beknot B. Eerste fiscale beperking: de interestvoet C. Tweede fiscale beperking: de som van de rentegevende voorschotten D. Voorbeeld 4.3. Fiscale gevolgen: aangifte in de roerende voorheffing/meldingsplicht en bijzondere heffing 4.5. Fiscale gevolgen bij herkwalificatie in dividend A. Andere aangifte in de roerende voorheffing B. Verlies statuut kmo-vennootschap voor het verlaagd tarief 5.
26
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Brussel, 30 oktober 1998: opsplitsing rentegevend voorschot 5.2. Hof van beroep Brussel, 20 januari 1999: geen opsplitsing rekening- courant 5.3. Hof van beroep Gent, 1 juni 1999: uitbetaling rekening-courant: wedde? 5.4. Hof van beroep Antwerpen, 5 september 2000: 15 % RV voor overeenkomst na 1 maart 1990 5.5. Hof van beroep Bergen, 21 september 2001: indexering leningsbedrag is interest 5.6. Hof van beroep Brussel, 25 oktober 2001: begin of einde van het belastbaar tijdperk? 5.7. Rechtbank van eerste aanleg Leuven, 10 mei 2002: opsplitsing rentegevend voorschot 5.8. Hof van beroep Gent, 29 oktober 2003: voorziening voor interesten: herkwalificatie tijdstip? 5.9. Hof van beroep Luik, 25 maart 2005, Hof van Cassatie, 16 november 2006, Circulaire Ci.RH.231/543.949 (AOIF 2/2005 van 12 september 2007) 5.10. Rechtbank van eerste aanleg Brugge, 7 november 2006: herkwalificatie: tijdstip 5.11. Hof van beroep Gent, 17 april 2007: geldlening of niet? Niet! 5.12. Hof van beroep Antwerpen, 18 december 2007: koop/verkoop: wél geldlening 5.13. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 19 maart 2008: koop/verkoop: geen geldlening
645 646 647 648 653 654 654 655 657 657 660 661 661 661 662 662 663 664 664 665 666 666 667
667 668 669 669 670
Kluwer
Inhoudstafel
5.14. Hof van Cassatie, 4 september 2009 – Hof van beroep Luik, 25 januari 2008: Een vordering in rekening-courant «kan» een geldlening zijn, maar «is» dit niet noodzakelijk 5.15. Hof van Cassatie, 20 mei 2010: een vordering in rekening-courant «kan» een geldlening zijn, maar «is» dit niet noodzakelijk 5.16. Rechtbank van eerste aanleg Hasselt, 17 juni 2010: marktrente voor rentegevende voorschotten mag dezelfde zijn als die van een kaskrediet 5.17. Hof van Cassatie, 15 oktober 2010: een vordering in rekening-courant is een geldlening ingevolge een schuldhernieuwing 5.18. Hof van Cassatie, 2 december 2010: een vordering in rekening-courant «kan» een geldlening zijn, maar «is» dit niet noodzakelijk 5.19. Hof van Cassatie, 11 maart 2011: vordering R/C = geldlening: welke belangrijke elementen kunnen op geldlening wijzen volgens diverse cassatiearresten? 5.20. Hof van beroep Antwerpen, 6 december 2011: geen geldlening, maar uitstel van betaling
671 672 673 675 676
676 679
HOOFDSTUK 13 EEN GROEPSVERZEKERING – INDIVIDUELE PENSIOENTOEZEGGING 681 1.
Inleiding
681
2.
Ontleding groepsverzekering – individuele pensioentoezegging 2.1. De tweede pensioenpijler 2.2. De «groep» 2.3. Betaald is weg uit het risico van de onderneming 2.4. Backservice en compensatie 2.5. Pensioendatabank – SIGeDIS
682 682 682 683 684 685
3.
Groepsverzekering in de praktijk 3.1. 80 %-regel A. Basis B. Berekening C. Laatste normale brutojaarbezoldiging D. Normale duur van de beroepswerkzaamheid E. Indexering van uitgestelde en lopende renten F. Overdraagbaarheid van de toekenningen ten gunste van de langstlevende echtgenoot G. Omzetting van rente in kapitaal H. Winstdeelneming I. Voorbeeld
685 685 685 686 688 688 688 689 689 691 691
27
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
4.
28
Kluwer
3.2. Hoe worden de uitkeringen belast bij de bedrijfsleider? A. Algemeen B. De ingevoerde wijzigingen door de wet inzake het Generatiepact van 23 december 2005 3.3. De verhoogde belastingtarieven voor pensioenkapitalen vanaf 1 juli 2013 A. Pensioentoezeggingen met bijdragen van de onderneming B. Pensioentoezeggingen met persoonlijke bijdragen C. Intern gefinancierde pensioentoezeggingen D. VAPZ- en RIZIV-pensioenregelingen E. Langetermijnsparen in derde pijler: individuele levensverzekering en pensioensparen F. Emigratieclausule en overdrachten pensioenkapitalen G. Tweedepijlerpensioenen: dan toch nog 16,5 % op 60 en 61 jaar? 3.4. Combinatie groepsverzekering en vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen 3.5. Beter sparen via groepsverzekering dan zelf sparen
692 692
Groepsverzekering in de vennootschap 4.1. Aftrekbaar als voldaan aan 80 %-regel 4.2. Te betalen taksen 4.3. De Wyninckx-bijdrage of de “bijzondere socialezekerheidsbijdrage voor aanvullende pensioenen” is al verschuldigd voor het jaar 2012! 4.4. Andere gevolgen voor de vennootschap 4.5. Interne pensioenvoorziening A. Interne pensioenvoorzieningen B. Interne pensioenvoorzieningen: ten dode opgeschreven C. Overgangsregeling voor interne pensioenvoorzieningen D. Nieuwe speciale eenmalige belasting op interne pensioenvoorzieningen t.b.v. 1,75 % E. Hoogdringende aanpassingen aan bestaande interne pensioenovereenkomsten F. Combinatie onderhandse pensioenovereenkomst en een bedrijfsleidersverzekering G. Interne pensioenvoorziening: backservice was in één keer mogelijk volgens de Rulingcommissie 4.6. Minimumkapitaal bij overlijden vereist? Groepsverzekering & bedrijfsleidersverzekering? A. Parlementaire vraag stelt duidelijk dat een overlijdensrisicokapitaal niet (meer) vereist is B. Maar wat met de periode vóór 2004? C. Rechtspraak inzake situatie vóór 2004
705 705 706
693 696 697 698 699 699 700 701 701 703 704
706 709 710 710 710 711 711 712 713 714 716 716 716 718
Kluwer 5.
Inhoudstafel
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Parlementaire vraag 11 mei 1994: overdraagbaarheid bedrijfsleidersverzekering 5.2. Parlementaire vraag 10 juni 1998: 80 %-regel combinatie bedrijfsleiders- en groepsverzekering 5.3. Parlementaire vraag 26 november 1999: bedrijfsleidersverzekering en groepsverzekering kan 5.4. Hof van beroep Brussel, 5 januari 2000: 20 % forfaitaire winstdeelneming is geen wet 5.5. Rechtbank van eerste aanleg Brussel, 3 januari 2007: pensioenkapitaal is geen bezoldiging 5.6. Rechtbank van eerste aanleg Namen, 7 februari 2007: pensioenvoorziening voor erfgenamen mogelijk? 5.7. Arbitragehof (nu Grondwettelijk Hof), 15 maart 2007: extern versus intern gefinancierd pensioenkapitaal: verschil in afhouding bedrijfsvoorheffing: geen discriminatie 5.8. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 29 juni 2007: tussentijdse backservice bij groepsverzekering mogelijk 5.9. Rulingcommissie, 10 juli 2007; rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 20 oktober 2004: backservice in één keer? 5.10. Hof van Cassatie, 15 januari 2009: backservice vlak voor ontbinding is fiscaal niet aftrekbaar 5.11. Hof van beroep Gent, 10 maart 2009: bedrijfsleidersverzekering met uitkering spaartegoed: belegging 5.12. Hof van beroep Gent, 16 juni 2009: groepsverzekering met uitkering spaartegoed: géén belegging 5.13. Circulaire Ci.RH.241/589.840 (AOIF 19/2009) van 22 april 2009: verlaagd tarief extralegale pensioenen na «voor»-overlijden 5.14. Rechtbank van eerste aanleg Bergen, 3 november 2010: aanleg backservice mag in één keer gebeuren 5.15. Voorafgaande Beslissing nr. 2010.570, 8 februari 2011: voorziening voor ‘backservice’ in één keer kan en moet zelfs, inclusief toetsing aan de fiscale aftrekbaarheid als kost 5.16. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 25 oktober 2011: ‘op de valreep’ afgesloten groepsverzekering?
721 721 721 722 722 723 723
724 725 727 728 729 730 732 733
733 735
HOOFDSTUK 14 VERHUREN VAN ONROERENDE GOEDEREN AAN UW VENNOOTSCHAP
737
1.
Inleiding
737
2.
Wat houdt een onroerend inkomen in? 2.1. Verhuren van een onroerend goed
737 737
29
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen
3.
4.
30
Kluwer
2.2. Opstellen van een huurovereenkomst 2.3. Knipoog naar onderverhuring 2.4. Tegenstrijdig belang
737 738 738
Onroerende verhuring in de praktijk 3.1. Waarom een onroerend goed verhuren? 3.2. Herkwalificatie van de huur als beroepsinkomen A. Herkwalificatie van de huur B. Voorbeeld C. Gevolgen: voorafbetalingen, sociale bijdragen, interesten niet aftrekbaar D. Niet alle bedrijfsleiders komen in aanmerking E. Enkel gebouwde onroerende goederen komen in aanmerking F. Echtgeno(o)t(e) – niet bedrijfsleider blijft buiten schot G. Geherkwalificeerde huur komt in aanmerking als bezoldiging voor de 1-miljoen-regel (36 000 EUR) H. De herkwalificatie is ook niet van toepassing 3.3. Onroerende huur wordt beroepsinkomen 3.4. Verhuring versus aankoop door de vennootschap vanuit het oogpunt van de bedrijfsleider 3.5. Gevolgen voor de bedrijfsleider A. Geen voorafbetalingen, geen sociale bijdragen B. Aangifte in de personenbelasting C. Belast op de nettohuurprijs D. Vooruitbetaling van de huurprijs E. De bedrijfsleider moet zelf de herkwalificatie berekenen F. Aftrekbare interesten G. Niet belast worden op de meerwaarde 3.6. Een onroerend goed leasen aan uw vennootschap is niet belastbaar
739 739 740 740 740
De vennootschap en de onroerende verhuring 4.1. Fiscaal gevolg: geherkwalificeerde huur komt in aanmerking voor 1-miljoen- regel 4.2. Aftrekbaar als kost 4.3. Registratierechten te betalen bij registratie 4.4. Loonfiche 325.20 en geherkwalificeerde huur 4.5. Vooruitbetaalde huur 4.6. Verkoop van vruchtgebruik versus huur A. Verkoop van vruchtgebruik B. Bepaling waarde vruchtgebruik C. Belastbaarheid bij de ontvanger – de bedrijfsleider D. Afschrijfbaar bij de vennootschap E. Nog enkele bijzonderheden
741 741 742 742 743 744 744 744 745 745 746 746 748 748 749 753 754 757 757 759 759 760 760 761 761 762 763 764 764
Kluwer 5.
Inhoudstafel
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Luik, 11 september 1998: vruchtgebruik, naakte eigendom en veranderingswerken 5.2. Hof van beroep Antwerpen, 22 september 1998: verhuring is beroepsinkomen 5.3. Hof van beroep Antwerpen, 12 januari 1999: onroerend inkomen is geen beroepsinkomen 5.4. Hof van Cassatie, 28 januari 1999: huurinkomsten apotheek beroepsinkomsten 5.5. Hof van beroep Gent, 17 februari 1999: verhuur appartement is geen verhuur showroom 5.6. Hof van beroep Antwerpen, 20 februari 2001: geen herkwalificatie avant la lettre 5.7. Hof van beroep Gent, 15 maart 2001: verhuring is simulatie, dus beroepsinkomen 5.8. Hof van beroep Gent, 21 maart 2001: herkwalificatie avant la lettre 5.9. Hof van beroep Brussel, 20 oktober 2001: beroepsmatige verhuring is beroepsmatig 5.10. Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 19 juni 2002: over geld beschikken is een financiële of economische behoefte 5.11. Hof van beroep Bergen, 5 september 2003: onderverhuring om herkwalificatie tegen te gaan 5.12. Hof van beroep Brussel, 8 juni 2007: desaffectatie na 7 jaar verhuring aan eigen vennootschap 5.13. Rechtbank van eerste aanleg Namen, 27 februari 2008: vruchtgebruik na verhuring: herkwalificatie? 5.14. Rechtbank van eerste aanleg Hasselt, 25 maart 2010: drie jaar verhuring bakkerij: desaffectatie 5.15. Hof van beroep Brussel, 23 juni 2010: drie jaar verhuring: nog geen desaffectatie
765 765 766 767 768 769 769 770 771 772 772 773 775 776 776 777
HOOFDSTUK 15 DE LAATSTE INGREEP: DE VEREFFENING
779
1.
Inleiding
779
2.
Vereffening van een vennootschap 2.1. Wat is een vereffening? 2.2. Beslissing van de algemene vergadering 2.3. Procedure 2.4. Vereffenaar 2.5. Verdelen van het liquidatieoverschot
779 779 779 780 781 782
3.
Vereffening in de praktijk: roerende voorheffing voor de aandeelhouder
783
31
Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen 4.
5.
Kluwer
Liquidatiebonus in de vennootschap 4.1. Kapitaal 4.2. Roerende voorheffing 4.3. Gevolgen voor de vennootschap A. Algemeen B. Eerst het kapitaal C. Fiscale gevolgen van een vereffening inzake de aftrek voor risicokapitaal/notionele interestaftrek: administratief en ander standpunt D. Voorbeeld 1 E. Voorbeeld 2
783 783 784 784 784 785
Rechtspraak, rulings en parlementaire vragen 5.1. Hof van beroep Brussel, 10 november 1994: oorsprong kapitaal is belangrijk 5.2. Rechtbank van eerste aanleg Oudenaarde, 13 oktober 1995: aansprakelijkheid vereffenaar 5.3. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 15 november 2001: geveinsde liquidatiebonus 5.4. Hof van beroep Gent, 13 september 2005: liquidatie dan toch niet geveinsd 5.5. Hof van beroep Gent, 19 september 2006: geveinsde gedeeltelijke verdeling BVBA 5.6. Hof van beroep Antwerpen, 17 april 2007: geveinsde ontbinding? 5.7. Rechtbank van eerste aanleg Gent, 24 mei 2007: liquidatiebonus kan divers inkomen zijn 5.8. Hof van beroep Gent, 14 oktober 2008: liquidatiebonus kan divers inkomen zijn 5.9. Hof van Cassatie, 6 mei 2011: roerend inkomen soms toch als divers inkomen belastbaar?
791
786 789 791
791 792 793 794 794 795 796 797 798
HOOFDSTUK 16 DIVERSE ANDERE MOGELIJKHEDEN
803
1.
Inleiding
803
2.
Auteursrechten 2.1. Wat houdt het fiscaal regime van auteursrechten precies in? 2.2. Ook voor werknemers geldt het fiscaal gunstig regime van de auteursrechten 2.3. Foto’s voor een reclamecampagne genieten de bescherming van de Auteursrechtenwet (hof van beroep Brussel, 5 april 2011)
803 803
32
804 805