stuk ingediend op
2115 (2012-2013) – Nr. 1 19 juni 2013 (2012-2013)
Voorstel van resolutie van de heren Bart Tommelein, Jo De Ro, Jean-Jacques De Gucht, Peter Gysbrechts en Sas van Rouveroij
betreffende het stopzetten van de openbareomroepactiviteiten in Griekenland
verzendcode: BUI
Stuk 2115 (2012-2013) – Nr. 1
2 TOELICHTING
De Griekse regering besliste op 11 juni 2013 om alle openbareomroepactiviteiten van de Griekse openbare omroep ERT met onmiddellijke ingang stop te zetten. Premier Samaras kaderde deze beslissing in de besparingsplannen die de Griekse overheid moet doorvoeren, wil ze in de nabije toekomst aanspraak kunnen maken op de financiële steun van de Europese Unie en het International Monetary Fund (IMF). De Griekse overheid moet immers eind deze maand ongeveer 2000 ambtenaren minder tellen, eind dit jaar zelfs 15.000. De Griekse regering besliste om de ERT tijdelijk te sluiten, zodat de facto ongeveer 2650 overheidsambtenaren minder tewerkgesteld worden. Onder hen ook enkele honderden journalisten. In haar argumentatie wijst de regering op het inefficiënte karakter van de ERT, die amper 15% marktaandeel behaalt. Heel wat Grieken verkiezen immers om naar de programma’s van private omroepen, zoals Mega Channel, Star, Antenna, Alpha of Skai te kijken. De beslissing zou tijdelijk van aard zijn, aangezien het de bedoeling is om binnen twee tot drie maanden een nieuwe, afgeslankte en efficiënte openbare omroep op te richten. Ook in verschillende andere Europese landen, waaronder België, Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk werden de diverse publieke omroepen met serieuze besparingsopdrachten geconfronteerd. In geen van deze landen werd echter een zo drastische beslissing genomen om de omroep te sluiten en met een volledig wit blad te starten. Ondertussen heeft het Griekse hooggerechtshof de beslissing opgeschort. Dit naar aanleiding van een klacht van de vakbonden. De sluiting zelf werd niet onwettig verklaard, maar de omroep moet kunnen blijven uitzenden tot er een uitspraak ten gronde is. In de praktijk wordt verwacht dat de ERT zal mogen blijven uitzenden tot de nieuwe openbare omroep vorm heeft gekregen. Het ERT-dossier heeft heel wat reacties opgeroepen in binnen- en buitenland. Ook in Vlaanderen. Vrijheid van pers en het mediapluralisme zijn immers een basisbeginsel van een volwassen democratie. Ook in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie wordt de aandacht gevestigd op het belang van de vrijheid en de pluriformiteit van media in het kader van de vrijheid van meningsuiting en informatie. Dit basisbeginsel is dan ook het uitgangspunt voor dit voorstel van resolutie. De indieners van dit voorstel van resolutie hebben niet tot doel de autonome beslissing van de Griekse regering, noch de uitspraak van het Griekse hooggerechtshof, in vraag te stellen. Het behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de Griekse overheid om een eigen openbare omroep te organiseren en te financieren. Dit voorstel van resolutie heeft wel tot doel om ervoor te pleiten dat een ruim aanbod van onafhankelijke en pluriforme media in Griekenland gewaarborgd zou worden. Het verschaffen van betrouwbare, relevante en deontologisch verantwoorde informatie behoort immers tot de kerntaken van deze onafhankelijke media, zowel publiek als privaat. Vooral autonome redacties, die zich kunnen beroepen op een deontologische code, dragen bij tot deze opdracht. De indieners willen de Vlaamse Regering dan ook vragen er bij de Griekse regering op aan te dringen om voldoende maatregelen te nemen opdat te allen tijde de
V l a a m s P a r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e
Stuk 2115 (2012-2013) – Nr. 1
3
vrijheid van informatie bij diverse media en een onafhankelijke journalistiek bij diverse autonome redacties gewaarborgd kan worden. Bart TOMMELEIN Jo DE RO Jean-Jacques DE GUCHT Peter GYSBRECHTS Sas VAN ROUVEROIJ
V L A A M S P A R LEMENT
4
Stuk 2115 (2012-2013) – Nr. 1 VOORSTEL VAN RESOLUTIE
Het Vlaams Parlement, – gelet op: 1° het fundamentele belang van onafhankelijke media binnen een democratische samenleving en de belangrijke rol die zij dienen te vervullen ten aanzien van het verzekeren van informatievrijheid, meningsverscheidenheid en pluriformiteit; 2° de intentie van de Griekse regering om een nieuwe, afgeslankte en efficiënte openbare omroep op te richten; 3° de beslissing van de Griekse regering om de openbareomroepactiviteiten van de ERT sinds 11 juni 2013 stop te zetten; 4° de beslissing van het Griekse hooggerechtshof van 17 juni 2013 die het decreet dat de sluiting van de ERT bepaalt, opschort; 5° het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, in het bijzonder artikel 11 over de vrijheid van meningsuiting en van informatie; 6° het protocol betreffende het publiekeomroepstelsel in de lidstaten, gehecht aan het Verdrag van Amsterdam houdende de wijziging van het verdrag betreffende de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijhorende akten van 2 oktober 1997, waar de bevoegdheid van de lidstaten ten aanzien van de opdracht en de financiering van de publieke omroep wordt bevestigd; 7° richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn Audiovisuele Mediadiensten) omgezet in het decreet betreffende de radio-omroep en televisie van 27 maart 2009 (het Vlaamse Mediadecreet); 8° de resolutie van het Europees Parlement van 25 september 2008 over concentratie en pluralisme in de media in de Europese Unie; – overwegende dat: 1° een pluriform mediasysteem een fundamentele basisvereiste is in een democratisch bestel, in het bijzonder ten aanzien van het waarborgen van informatievrijheid en meningsverscheidenheid; 2° de deelname van burgers aan het maatschappelijk debat en de toegang tot informatie in de digitale wereld afhankelijk zijn van een dynamische en concurrerende audiovisuele en schriftelijke perssector; 3° de lidstaten exclusief bevoegd zijn om te bepalen wat de publieke taak inhoudt en om te zorgen voor de financiering van hun publieke omroepen, overeenkomstig de beginselen van het Protocol van Amsterdam; 4° diverse Europese openbare omroepen de afgelopen jaren met een fundamentele besparingsopdracht werden geconfronteerd; 5° autonome redacties die handelen volgen deontologische principes, een waarborg zijn voor onafhankelijke en kwaliteitsvolle journalistiek;
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2115 (2012-2013) – Nr. 1
5
– vraagt de Vlaamse Regering: 1° er bij de Griekse regering op aan te dringen voldoende maatregelen te nemen om te allen tijde een uitgebreid en pluralistisch media-aanbod te waarborgen; 2° er bij de Griekse regering op aan te dringen voldoende maatregelen te nemen om te allen tijde de vrijheid van informatie bij diverse media en een onafhankelijke journalistiek, bedreven door autonome redacties die handelen volgens deontologische principes, te waarborgen. Bart TOMMELEIN Jo DE RO Jean-Jacques DE GUCHT Peter GYSBRECHTS Sas VAN ROUVEROIJ
V L A A M S P A R LEMENT