VOORBLAD VOOR RAADSBUNDEL, bundelnummer: 4 11ini01676 1. Onderwerp:
Beleidskader integrale veiligheid 2011 - 2015
2. Voor welke raadscyclus:
Thema-raadsrotonde: Raadsvergadering:
3. Agendering:
8 september 2011 15 september 2011
Raadsrotonde op politiebureau aan De Blenk 2 in Ulft Gemeenteraadsvergadering in Drufabriek Werkbezoek op locatie
4. Behandelwijze:
Bespreken Kennis van nemen Richting geven aan kaderstelling Controleren Vaststellen door gemeenteraad
5. Indien raadsrotonde, hoeveel behandeltijd is naar schatting nodig:
6. Samenvatting hoofdpunten:
drie kwartier een uur vijf kwartier twee uur twee en een half uur Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers.
7. Aan raadsleden mee te zenden stukken: 8. Achterliggende stukken:
Beleidskader integrale veiligheid 2011 – 2015
9. Is er behoefte aan een mondelinge inleiding/ toelichting:
Ja, in raadsrotonde: • Inleiding door burgemeester; • Toelichting door chef politieteam Oude IJsselstreek; • Toelichting door commandant Brandweer Achterhoek West; • Toelichting door coördinatoren NOG-Veiligerhuis en Jeugd.
Veiligheidsanalyse 2010 Gebiedsscan criminaliteit en overlast 2010 Criminaliteitscijfers 2010
10. Zijn er burgers, bedrijven, organisaties die bericht van raadsbehandeling moeten krijgen? 11. Opmerkingen Van het Presidium: 12 Portefeuillehouder:
J.P.M. Alberse
13 Meer informatie bij: 14. Opmerkingen raadsgriffie
A. Vaartjes tel.: 0315 292 261; e-mail:
[email protected]
Raadsvoorstel Datum raadsvergadering : 15 september 2011 Bundelnummer : 4
Onderwerp
: Beleidskader integraal veiligheidsbeleid 2011 – 2015
Voorgestelde beslissing: 1. Vaststellen van het beleidskader integrale veiligheid 2011 – 2015. 2. Kennisnemen van het concept uitvoeringsplan 2011 – 2012. Aanleiding De periode waarop de vorige kadernota Integrale Veiligheid 2007 – 2010 betrekking had is verstreken. Vanuit het NOG Veiligerhuis wordt daarom gevraagd om nieuwe kaders vast te stellen voor het te voeren integraal veiligheidsbeleid in de periode van 2011 tot en 2015. De primaire functie van het integraal veiligheidsbeleid is het bieden van een algeheel overzicht van alle na te streven effecten, hoofdmaatregelen en activiteiten voor wat betreft veiligheid in de gemeente Oude IJsselstreek, alsmede het verbinden van de organisaties die daar uitvoering aan geven. Het integraal veiligheidsbeleid is opgedeeld in een beleidskader een een uitvoerinsplan. Het vaststellen van het beleidskader is een taak van de gemeenteraad. Het uitvoeringsplan wordt door het college vastgesteld. Wat wordt met beslissing bereikt Handhaving van het huidige veiligheidsniveau. Argumenten om in te stemmen met voorgestelde beslissing(en) 1.1 Het voorgestelde kader geeft invulling aan een eenduidig, effectief en efficiënt lokaal veiligheidsbeleid. Waarom is het nodig dat de gemeenteraad een beleidskader vaststelt? Het beleidskader integrale veiligheid biedt één overzicht van alle effecten die op het gebied van veiligheid door de gemeenteraad worden nagestreefd en hoofdmaatregelen die zij noodzakelijk acht voor het bereiken daarvan. Dit is daardoor een sturingsinstrument waarmee alleen de gemeenteraad de voorwaarden kan scheppen voor een eenduidig, effectief en efficient lokaal veiligheidsbeleid dat uitvoerbaar is voor zowel de burgemeester, het college en alle andere organisaties en burgers die hierbij betrokken zijn of kunnen worden. 1.2
Het voorgestelde veiligheidsniveau is acceptabel. Waarom is het nodig dat de gemeenteraad dit beleidskader vaststelt? Uit de veiligheidsanalyse, die als bijlage onderdeel uitmaakt van het beleidskader, blijkt dat het huidige veiligheidsniveau in Oude IJsselstreek acceptabel is en er hierin zich ook geen bijzondere ontwikkelingen voordoen of verwacht worden. Om die reden is het niet nodig ten opzichte van de periode 2007 – 2010 de in de komende periode na te streven effecten bij te stellen of andere hoofdmaatregelen te nemen.
2.1
Het concept uitvoeringsplan geeft invulling aan een eenduidige, effectieve en efficiënte uitvoering van het lokaal veiligheidsbeleid. Waarom is het nodig dat het college een uitvoeringsplan vaststelt? Het uitvoeringsplan biedt één overzicht van alle activiteiten die ter uitvoering van de hoofdmaatregelen uit het beleidskader worden ondernomen. Dit is daardoor een sturingsinstrument waarmee het college de voorwaarden kan scheppen die als zodanig de basis vormen voor een effectieve en efficiënte uitvoering van het lokaal veiligheidsbeleid, waarmee tegelijkertijd ook de verbindingen gelegd worden met en tussen alle andere organisaties en burgers die hierbij betrokken zijn of kunnen worden.
2.2
Het is niet nodig nieuwe activiteiten uit te voeren of nieuwe verbindingen te leggen. Waarom is het nodig dat het college dit uitvoeringsplan vaststelt? Om dezelfde redenen als die voor het beleidskader, zie argument 1.2, is het niet nodig om wezenlijk andere activiteiten te ondernemen of verbindingen te verleggen. Er zijn hoogstens andere accenten gezet, bijvoorbeeld ten aanzien van communicatie voor wat betreft het gebruik maken van de nieuwe (social) media die laatste jaren steeds meer gebruikt worden door burgers en bedrijven.
11int00592
2.3
Beleidskader en uitvoeringsplan vormen samen het lokaal veiligheidsbeleid. Waarom is het nodig dat de gemeenteraad kennisdraagt van dit concept-uitvoeringsplan? Alhoewel het noodzakelijk is een onderscheid te maken tussen een beleidskader en een uitvoeringsplan, vanwege de verschillende rollen die de gemeenteraad, de burgemeester en het college immers ten opzichte van elkaar hebben, kunnen beide documenten niet los van elkaar gezien worden. Het beleidskader en het uitvoeringsplan vormen samen het lokaal veiligheidsbeleid en om zich een goed beeld te kunnen vormen van hoe dit in de praktijk zal functioneren, wat dit betekent voor of vraagt van burgers en bedrijven, is het noodzakelijk dat raadsleden op voorhand kennis kunnen nemen van de wijze waarop de burgemeester en het college voornemens zijn uitvoering te geven aan het door de raad vast te stellen beleidskader.
Kanttekeningen a. Politie en justitie hebben hun eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Dit kan leiden tot een afwijking van dit plan. Alhoewel met het integraal veiligheidsbeleid wordt beoogd alle effecten, hoofdmaatregelen, en activiteiten op het gebied van veiligheid te coordineren en op elkaar af te stemmen, heeft het college noch de raad absolute doorzettingsmacht naar externe organisaties. Zowel op lokaal als regionaal niveau is er bestuurlijk en ambtelijk een goede verstandhouding met de politie en het openbaar ministerie, maar het is mogelijk dat in voorkomende gevallen deze organisaties vanuit hun specifieke verantwoordelijkheden en bevoegdheden afwegingen zullen maken die afwijken van het integraal veiligheidsbeleid. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor het NOG Veiligerhuis, de VNOG en Wonion. b. Het uitkomst van het Zero Based Budgetting-onderzoek kan consequenties hebben voor de uitvoering van dit plan. Parallel aan het ontwikkelingsproces van het integraal veiligheidsbeleid loopt het proces van Zero Based Budgetting(ZBB). In het kader van dat proces zal er een algehele strategisch heroverweging plaatsvinden van de activiteiten die door de gemeente worden uitgevoerd. Alhoewel in het beleidkader integrale veiligheid 2011 – 2015 zoveel mogelijk de nadruk wordt gelegd op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers en bedrijven, is het mogelijk dat er een strijdigheid ontstaat met de uitkomsten van het ZBB-proces. Waar dat het geval is komen de kaders die de raad vaststeld voor ZBB dan in de plaats van die in het beleidskader integrale veiligheid 2011 – 2015. Kosten, baten, dekking Dit voorstel heeft geen financiele consequenties. Alle maatregelen die voor rekening van de gemeente komen maken reeds deel uit van de begroting. Zie hiervoor het concept uitvoeringsplan integrale veiligheid 2011 – 2012. Uitvoering Evaluatie/verantwoording Het beleidskader intergrale veiligheid wordt in 2015 geevalueerd op basis van gegevens over de de jaren 2011 tot en met 2014. Hierover wordt in september 2015 gerapporteerd aan de gemeenteraad. In de tussenliggende periode stelt het college van burgemeester en wethouders stelt aan het eind van elk jaar opnieuw het uitvoeringsplan integrale veiligheid vast voor het volgende jaar dat ter kennisname de raad wordt aangeboden. De raad,
J. Van Urk griffier
11int00592
J.P.M. Alberse burgemeester
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers BELEIDSKADER INTEGRALE VEILIGHEID 2011 – 2015
1.
2.
INLEIDING
BELEIDSKADER EN UITVOERINGSPLAN
Voor wat betreft veiligheidszorg is de gemeente Oude IJsselstreek deelgenoot van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en het NOG Veiligerhuis. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen onder meer de 22 gemeenten in de regio noord- en oost-Gelderland, de Politie Noorden Oost-Gelderland, het Openbaar Ministerie en de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland.
Dit beleidskader is gebaseerd op de Veiligheidsanalyse 2010, de criminaliteitscijfers over 2009 en 2010 en de Gebiedsscan criminaliteit en overlast 2010 zoals die is uitgevoerd door het taakveld Openbare Orde en Veiligheid respectievelijk het politieteam Oude IJsselstreek. Deze documenten zijn als bijlage bij dit beleidskader gevoegd en maken daar als zodanig ook onderdeel van uit.
Een van de pijlers van het voornoemde NOG-Veiligerhuis is de afstemming van de beleidscycly van de deelnemende partijen. Wat dat betreft is de afspraak gemaakt dat de raden van de gemeenten één keer in de vier jaar een zogenaamde kadernota Integrale Veiligheid vaststellen.In dit beleidskader worden tevens de prioriteiten voor politie in de periode 2011 – 2015 vastgelegd.
Dit beleidskader is afgestemd met het Openbaar Ministerie, het politieteam Oude IJsselstreek, Brandweer Achterhoek West en wordt verder uitgewerkt in het uitvoeringsplan Intergrale Veiligheid 2012.
De burgemeester en de colleges van burgemeester en wethouder voeren vervolgens het veiligheidsbeleid uit binnen de kaders zoals die zijn beschreven in de kadernota Integrale Veiligheid. Hiervoor wordt jaarlijks door hen een uitvoeringsplan, het zogenaamde Jaarprogramma Integrale Veiligheid opgesteld dat ter kennisname aan de gemeenteraad wordt aangeboden. De burgemeester voert hierop de regie. De gemeente Oude IJsselstreek is al jaren een van de veiligste gemeenten in de regio noord- en oost-Gelderland, en daarmee een van de veiligste gemeenten in Nederland. Oerveilig dus. Dat is een groot goed wat ook de komende vier jaar behouden moet blijven, zodat ook in 2015 de gemeente Oude IJsselstreek nog steeds een aantrekkelijke gemeente is om te wonen, ondernemen en recreeeren.
De hoofdstructuur van het beleidskader(kolomen `Visie´ en `Doelen en doelgroepen´) is direct afgeleid van handreiking Kernbeleid Veiligheid van de VNG. Het beleidskader bevat zo weinig mogelijk proza en is in essentie de hoofdlijn voor wat in de gemeente Oude IJsselstreek: 1. wordt gedaan op de verschillende veiligheidsgebieden (kolom `Maatregelen´); 2. welke effecten daarmee beoogd worden (kolom `Maatschappelijke effecten´) en 3. waaraan we kunnen zie hoe dat gaat (kolom `Kernindicatoren´). Hoe het bestuur dat doet wordt door het college beschreven in het uivoeringsplan integrale veiligheid.
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers 11ini01678
Beleidskader intergrale veiligheid 2011 – 2015
pag. 1 van 8
Visie
Doelen en doelgroepen
Maatschappelijke effecten
Kernindicatoren
Hoofdmaatregelen
Waarvoor gaan we aan de slag?
Waarom en voor wie is wat we doen bedoeld? 1 Overlast tussen bewoners en botsende leefstijlen.
Wat en wie willen we bereiken
Hoe stellen we vast Wat en Wie we bereiken? 1.1.1 Politiecijfers, incidentcode: – `Burenruzie´.
Wat gaan/laten we in hoofdzaak doen en hoeveel mag dat kosten 1.1.1.1 Subsidieren project buurtbemiddeling.
I
Veilige woon- en leefomgeving.
1.1
1.2
2
Verloedering / kwaliteit woonomgeving.
2.1
Voorzover noodzakelijk nemen burgers alle maatregelen die binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat anderen overlast van hen ervaren. Handhaving door de gemeente is alleen nodig in situaties waarin er sprake is van ernstige woonoverlast.
De openbare ruimte is veilig en functioneel.
Jaarverslag project buurtbemiddeling. 1.1.1.2 1.1.1.3
2.1.1
Kwalitatief oordeel professionals op straat: – Wijkagenten; – Wijkconsulenten.
2.1.1.1
2.1.1.2 2.1.1.3 2.1.1.4 3.1.1.1
Mediation(pool) Onderzoeken: Meerwaarde integrale aanpak Woonoverlast onder regie van de gemeente. Diverse projecten (samen met WONION) zoals de vogelbuurt en het centrumplan Ulft. Meldingenkaart. Wijkgericht werken. Gebiedsgericht toezicht Informatie over de meest relevante veiligheidsrisico´s . via website en social media. Huiselijk Geweld prioriteren voor opsporing en handhaving door politie.
3
Onveiligheidsgevoelens
3.1
Burgers maken zich geen onnodige zorgen over de eigen veiligheid.
3.1.1
4
Huiselijk Geweld
4.1
Burgers weten wat huiselijk geweld is en kunnen dit voorkomen of er een eind aan te maken. Burgers weten waar ze huip kunnen krijgen tegen huiselijk geweld. Professionals weten hoe ze burgers moeten helpen om een einde te maken aan huiselijk geweld. Burgers weten hoe zij om moeten gaan met geweld op straat. Burgers weten dat geweld niet wordt getoleerd en wordt aangepakt.
4.1.1
Politiecijfers, incidentcode: – `Huiselijk Geweld´.
4.1.1.1
4.1.2
Aantal huisverboden.
4.1.1.2
Steunpunt Huiselijk Geweld
4.1.1.3
4.1.1.4 5.1.1.1
NOG Veiligerhuis: Casusoverleg Huiselijk Geweld Opleggen huisverboden. Burgernet
5.1.1.2
Social Media
4.2
4.3
5
Geweld op straat.
5.1
5.2
5.1.1
Politiecijfers, incidentcode: – `Openlijke geweldpleging tegen goederen.´ – `Openlijke geweldpleging tegen personen.´
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers 11ini01678
Beleidskader intergrale veiligheid 2011 – 2015
pag. 2 van 8
Visie
Doelen en doelgroepen
Maatschappelijke effecten
Kernindicatoren
Hoofdmaatregelen
Waarvoor gaan we aan de slag?
Waarom en voor wie is wat we doen bedoeld? 6 Woninginbraak en brand.
Wat en wie willen we bereiken
Hoe stellen we vast Wat en Wie we bereiken? 6.1.1 Politiecijfers, incidentcode: – `Inbraak woning´.
Wat gaan/laten we in hoofdzaak doen en hoeveel mag dat kosten 6.1.1.1 Informatie over Politiekeurmerk Veilig Wonen via de website. 6.1.1.2 Instellen speciale inbraakteams op ad hoc basis.
6.1
6.2
6.3
7
Voertuigcriminaliteit
7.1
8
Overige veelvoorkomende vormen van criminaliteit.
8.1
9
Drugs- en alcoholoverlast.
9.1
9.2
Voorzover noodzakelijk nemen burgers alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat zij slachtoffer worden woninginbraak. Voor en tijdens het strafrechtelijk onderzoeken gaan er geen belangrijke opsporingsincicaties verloren. Voorzover noodzakelijk nemen burgers alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat zijn slachtoffer worden van woning. Voorzover noodzakelijk nemen burgers alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat zij slachtoffer worden van voertuigcriminaliteit. Burgers maken zich verder geen onnodige zorgen dat zijn slachtoffer worden van overige vormen van criminaliteit. Burgers nemen alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat zijn overlast veroorzaken door hun alcohol- of drugsgebruik. De exploitant van de
6.1.2
Aantal woningbranden.
6.1.1.3 6.1.1.4
Speciaal protocol. Integrale voorlichting via website en sociale media.
6.1.1.5
Voorlichtingscampagne via Woningbouwverenigngen. WMO-loketten. Zie §4.4 BAW-beleidsplan Brandpreventieweek
6.1.1.6
Politiecijfers, incidentcode: – `Diefstal van fiets.´ – `Dietstal van auto.´ – `Diefstal (ook braak) uit/vanaf personenauto.
7.1.1.1
8.1.1
Politiecijfers, incidentcode: – `Zakkenrollerij / tassenrollerij.´
8.1.1.1 8.1.1.2 8.1.1.3
Burgernet Social Media NOG-Veiligerhuis: Casusoverleg Veelplegers.
9.1.1
Politiecijfers, incidentcode: – `Overlast i.v.m. drugs´.
9.1.1.1
9.1.1.2
Drugsoverlast prioriteren voor opsporing en handhaving door politie. Project alcoholmatiging.
9.2.1.1
Controleren Coffeeshop
7.1.1
9.2.1
Controles politie.
7.1.1.2 7.1.1.3
Fietsendiefstal prioriteren voor opsporing en handhaving door politie. Inzet lokfiets op hotspots. Fietsstallingen schoon, heel en veilig maken/houden.
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers 11ini01678
Beleidskader intergrale veiligheid 2011 – 2015
pag. 3 van 8
Visie
Doelen en doelgroepen
Maatschappelijke effecten
Kernindicatoren
Hoofdmaatregelen
Waarvoor gaan we aan de slag?
Waarom en voor wie is wat we doen bedoeld?
Wat en wie willen we bereiken
Hoe stellen we vast Wat en Wie we bereiken? Meldingen omwonenden.
Wat gaan/laten we in hoofdzaak doen en hoeveel mag dat kosten 9.2.1.2 Uitvoeren coffeeshopbeleid 2006.
9.3.1
9.3.1.1
Herzien coffeeshopbeleid 2006.
9.4.1.1
Consequenties nieuwe drank- en horecawet vastleggen in handhavingsbeleid.
9.3
9.4
II
Bedrijvigheid en veiligheid.
10
Winkelcentra
10.1
11
Bedrijventerreinen
11.1
coffeeshop houdt zich aan de vergunningvoorschriften en neemt verder alle maatregelen die redelijkerwijs binnen zijn mogelijkheden liggen om overlast te voorkomen. Burgers ervaren geen onnodige overlast door straathandel en de verkoop van softdrugs vanuit de coffeeshop. Horecabedrijven slijtersbedrijven en winkelbedrijven houden zich aan de Drank- en Horecawet. Voorzover noodzakelijk nemen ondernemers in de dorps- en winkelcentra in eerste instantie gezamenlijk alle maatregelen die redelijkerwijs binnen ieders mogelijkheden liggen om hun dorps- of winkelcentrum te beveiligen. Voorzover noodzakelijk nemen ondernemers op bedrijventerreinen in eerste instantie gezamenlijk alle maatregelen die redelijkerwijs binnen ieders mogelijkheden liggen om hun bedrijventerrein te beveiligen.
Zie 9.2.1
10.1. 1
Politiecijfers, incidentcode: – `Winkeldiefstal´
10.1.1.1
Ondersteunen project Keurmerk/Netwerk Veilig Ondernemen Winkelgebieden.
11.1. 1
Politiecijfers, incidentcode: – `Inbraak bedrijf/kantoor.
11.1.1.2
Ondersteunen project Keurmerk/Netwerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen.
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers 11ini01678
Beleidskader intergrale veiligheid 2011 – 2015
pag. 4 van 8
Visie
Doelen en doelgroepen
Maatschappelijke effecten
Kernindicatoren
Hoofdmaatregelen
Waarvoor gaan we aan de slag?
Waarom en voor wie is wat we doen bedoeld? 12 Uitgaan / Horeca
Wat en wie willen we bereiken 12.1
Hoe stellen we vast Wat en Wie we bereiken? 12.1. Politiecijfers, incidentcode: 1 – `Geluidshinder Horeca.´
Wat gaan/laten we in hoofdzaak doen en hoeveel mag dat kosten 12.1.1.1 Ondersteunen horecanetwerk.
13
Toerisme en onveiligheid.
13.1
13.1. 1
13.1.1.3
Integrale aanpak onveilige situaties.
14
Grootschalige evenementen.
14.1
15
Overlastgevende jeugdgroepen.
15.1
III
Jeugd en veiligheid.
Voorzover noodzakelijk nemen horecaondernemers in dorpscentra in eerste instantie gezamenlijk alle maatregelen die redelijkerwijs binnen ieders mogelijkheden liggen om overlast door de exploitatie van hun horecabedrijven, de bezoekers daarvan `het uitgaanspubliek´ te voorkomen en om het uitgaangsgebied te beveiligen. Voorzover noodzakelijk nemen recreatiebedrijven in eerste instantie gezamenlijk alle maatregelen die redelijkerwijs binnen ieders mogelijkheden liggen om hun recreatieterreinen en gebieden te beveiligen. Voorzover noodzakelijk nemen evenementenorganisatoren alle maatregelen die binnen hun mogelijkheden liggen om hun evenement te beveiligen en om te voorkomen dat zij hiermee onaanvaardbare overlast veroorzaken voor personen die in de omgeving van het evenement wonen en werken. Jongeren nemen alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat anderen van hen overlast ervaren.
14.1. 1
Politiecijfers, incidentcode: – `Geluidshinder evenementen.´
14.1.1.1
Strategie en tolerantiegrenzen verder uitwerken in evenementenbeleid.
15.1. 1
Politiecijfers, incidentcode: – `Melding overlast jeugd.´
15.1.1.1
Overlast van en/of door jeugd prioriteren voor opsporing en handhaving door politie. Coordineren en versterken aanpak jeugdoverlast door Iriszorg, Jekk, jongerenwerkers, politie en Wonion.
15.1.1.2
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers 11ini01678
Beleidskader intergrale veiligheid 2011 – 2015
pag. 5 van 8
Visie
Doelen en doelgroepen
Maatschappelijke effecten
Kernindicatoren
Hoofdmaatregelen
Waarvoor gaan we aan de slag?
Waarom en voor wie is wat we doen bedoeld?
Wat en wie willen we bereiken
Hoe stellen we vast Wat en Wie we bereiken?
16
Alcohol en drugs.
16.1
16.1. 1
E-MOVO onderzoek
Wat gaan/laten we in hoofdzaak doen en hoeveel mag dat kosten 15.1.1.3 Gebiedsgericht toezicht. 15.1.1.4 NOG-Veiligerhuis 16.1.1.1 Project alcoholmatiging.
17
Individuele criminele jongeren.
17.1
17.1
Cijfers JCO
17.1.1.1
17.2
17.3
18
Veiligheid in en om school.
18.1
18.2
IV
Fysieke veiligheid.
19
12-minners
19.1
20
Verkeersveiligheid
20.1
Als jongeren alcohol en drugs gebruiken, doen zij dat verantwoord. Individuele criminele jongeren krijgen de nodige zorg en begeleiding. Jongeren die voor de eerste keer een strafbaar feit hebben gepleegd ontwikkelen geen criminele carriere. Jongeren wiens gedragingen risico´s dragen op het plegen van strafbare feiten krijgen de nodige zorg en begeleiding. Scholieren zijn veilig in en om school en komen daar niet in aanraking met criminaliteit. Scholen en veiligheidspartners wisselen kennis en informatie uit en werken samen voor de veiligheid. Overlastgevende en `criminele´ 12-minners krijgen de nodige zorg en begeleiding. Voorzover nodig nemen burgers alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat zijn verkeersongevallen veroorzaken.
17.1.1.2
CJG: Coordinatiepunt Jeugd & Hangplekoverleg (HPO). NOG-Veiligerhuis: JeugdCasus-Overleg (JCO)
17.1.1.3
Subsidieren bureau HALT voor voorlichting op scholen.
18.1
Jaarlijkse evaluatie convenant Veilige School.
18.1.1.1
Ondersteuning netwerk Veilige school.
19.1. 1
Verwijsindex Risicojongeren (VIR) Politieregistraties in BVH.
19.1.1.1
NOG-Veiligerhuis: Casusoverleg 12-minners.
20.1. 1
Verkeersrapportages
20.1.1.1
Opstellen gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan. Gebiedgericht toezicht: Stilstaande voeruigen (parkeren).
20.1.1.2
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers 11ini01678
Beleidskader intergrale veiligheid 2011 – 2015
pag. 6 van 8
Visie
Doelen en doelgroepen
Maatschappelijke effecten
Kernindicatoren
Hoofdmaatregelen
Waarvoor gaan we aan de slag?
Waarom en voor wie is wat we doen bedoeld? 21 Brandveiligheid gebouwen.
Wat en wie willen we bereiken
Hoe stellen we vast Wat en Wie we bereiken? 21.1. Politiecijfers, incidentcode: 1 – `Brand/brandstichting gebouwen.´
Wat gaan/laten we in hoofdzaak doen en hoeveel mag dat kosten 21.1.1.1 Informeren en adviseren burgers en bedrijven over brandgevaar en de daarvoor te nemen brandveiligheidsmaatregele n. 21.1.1.2 Integrale bedrijfscontroles: Zie handhavingsbeleid en handhavingsuitvoeringsplan .
V
Integriteit en veiligheid.
21.1
22
Risico´s natuurrampen.
22.1
23
Risico´s infectieziekten.
23.1
24
Radicalisering
25
Georganiseerde criminaliteit.
Voorzover nodig nemen burgers en bedrijven alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat in de gebouwen die zij (laten) bouwen of waarin zijn wonen, werken of ondernemen brandgevaarlijke situaties ontstaan.
21.1.1.3
Bouwcontroles: Zie handhavingsbeleid en handhavingsuitvoeringsplan .
Burgers nemen alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om zich voor te bereiden op een (natuur)ramp of crisis. Burgers nemen alle maatregelen die redelijkerwijs binnen hun mogelijkheden liggen om te voorkomen dat zij geinfecteerd raken door een risicovolle ziekte, dan wel deze infectie verder verspreiden.
22.1. 1
Evalueren na afloop van daadwerkelijke incidenten.
22.1.1.1
Ondersteunen campagne www.denkvooruit.nl
23.1. 1
Evalueren na afloop van daadwerkelijke incicenten.
23.1.1.1
24.1
Burgers zijn gematigd in hun acties jegens andere bevolkingsgroepen.
24.1. 1
24.1.1.1
25.1
Ondernemingen zijn integer.
25.1. 1
Evaluatie van situaties daadwerkelijk processen van radicalisering geconstateerd zijn. Jaarlijkse rapportage van het aantal procedures waarbij advies is gevraagd aan het RIEC, een uitgebreide vragenlijst is gehanteerd of een advies is gevraagd aan het Landelijk
Bij een dreigende epedimie in afstemming met betrokken instanties burgers voorlichten over de risico´s van de betreffende infectieziekte en over wat gedaan kan worden om besmetting met of verdere verspreiding hiervan te voorkomen. Ondersteunen organisatie `Artikel 1´
25.1.1.1
Ondersteunen kenniscentrum georganiseerde criminaliteit: Regionaal Informatie en ExpertiseCentrum OostNederland.
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers 11ini01678
Beleidskader intergrale veiligheid 2011 – 2015
pag. 7 van 8
Visie
Doelen en doelgroepen
Maatschappelijke effecten
Kernindicatoren
Hoofdmaatregelen
Waarvoor gaan we aan de slag?
Waarom en voor wie is wat we doen bedoeld?
Wat en wie willen we bereiken
Hoe stellen we vast Wat en Wie we bereiken? Bureau BIBOB (LBB).
Wat gaan/laten we in hoofdzaak doen en hoeveel mag dat kosten 25.1.1.2 Uitvoeren BIBOB-beleid. 25.1.1.3 Gemeentelijke controle op verzoek van andere overheidsinstanties.
Blijvend veilig: inzetten op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers 11ini01678
Beleidskader intergrale veiligheid 2011 – 2015
pag. 8 van 8