VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - BIJLAGE 1 – RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT Bijlage bij de voorwaarden en het reglement van de Projectoproep Voorbeeldgebouwen
INLEIDING ....................................................................................................................................................................2 1. RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT..................................................2 1.1. GRONDGEBEID ..............................................................................................................................................2 1.1.1. Kansen voor sociale uitwisselingen.............................................................................................................2 1.1.2. Mobiliteit ......................................................................................................................................................2 1.1.3. Biodiversiteit................................................................................................................................................3 1.1.4. Stedelijk landschap .....................................................................................................................................3 1.2. ENERGIEPRESTATIES ..................................................................................................................................3 1.2.1. Energiebehoeften ........................................................................................................................................3 1.2.2. Energieverbruik ...........................................................................................................................................6 1.3. WATER ............................................................................................................................................................7 1.3.1. Beperking van waterverbruik.......................................................................................................................7 1.3.2. Beheer regenwater ......................................................................................................................................7 1.3.3. Beheer van afvalwater.................................................................................................................................8 1.4. MATERIE .........................................................................................................................................................8 1.4.1. Duurzameheid van de constructie...............................................................................................................8 1.4.2. Materiaalkeuze ............................................................................................................................................8 1.4.3. Beheer van bouwafval ...............................................................................................................................10 1.4.4. Beheer van afval bij gebruik ......................................................................................................................10 1.5 COMFORT EN GEZONHEID ........................................................................................................................11 1.5.1 Akoestiek ...................................................................................................................................................11 1.5.2 Licht ...........................................................................................................................................................11 1.5.3 Lucht..........................................................................................................................................................11 1.5.4 Temperatuur en thermisch comfort ...........................................................................................................12 1.6 DE REPRODUCEERBAARHEID EN RENDABILITEIT VAN DE OVERWOGEN OPLOSSING ..................12 1.7 ARCHITECTURALE KWALITEIT EN STEDELIJK INTEGRATIE .................................................................12 1.7.1 Zichtbaarheid.............................................................................................................................................12 1.7.2 Architecturale kwaliteit...............................................................................................................................12
PAGINA 1 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
INLEIDING Dit document vormt een aanvulling bij de voorwaarden en het reglement van de Projectoproep “Voorbeeldgebouwen 2012”. Het strekt tot begeleiding van de bouwheer en zijn ontwerper bij de opstelling van het kandidatuurdossier doordat het alle punten overloopt die zullen worden geanalyseerd en beoordeeld voor de selectie van de winnende projecten. Deze “richtlijnen voor de technische beschrijving van het project” zijn gestructureerd op dezelfde manier als de “Praktische gids voor het duurzaam bouwen en renoveren van kleine gebouwen” die beschikbaar is op de website van Leefmilieu Brussel. De kandidaten moeten hun project beschrijven volgens dezelfde structuur, die hen eventueel in staat zal stellen de aandacht te vestigen op bepaalde punten die tot dan toe niet werden uitgewerkt in het project. Een standaarddocument dat de beschrijving volgens deze structuur vergemakkelijkt, kan worden gedownload. U vindt het downloadaddress in de bevestigingsmail die u hebt ontvangen na uw inschrijving voor de oproep tot het indienen van projecten op de website http://www.leefmilieubrussel.be/voorbeeldgebouwen Hieronder volgt een overzicht van de informatie die het kandidatuurdossier zou moeten bevatten om te voldoen aan de selectiecriteria die in het reglement zijn opgenomen. Het is evenwel mogelijk dat bepaalde punten niet relevant zijn voor het beoogde projecttype (vb. actieve koeling of verlichtingsbehoeften in het geval van een woning). In voorkomend geval dient dus te worden aangeduid dat dit punt niet van toepassing is. Bijlage 1A (op pagina 13) geeft de indicatieve doelstellingen weer op het vlak van de energieprestaties per type van werken en per bestemming. Wij wijzen de kandidaten er overigens nogmaals op dat ook een vrije beschrijving van het project wordt gevraagd, die de jury in staat zal stellen de aanpak van het team van de kandidaat te beoordelen (cfr. pagina 7 van de Voorwaarden en het Reglement van de Projectoproep “Voorbeeldgebouwen 2012”).
1. RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT 1.1.
GRONDGEBEID
Alle inrichtingen van het gebouw en het perceel die sociale uitwisselingen, de zachte mobiliteit en de biodiversiteit bevorderen en het stedelijke landschap verrijken. Dit domein kan worden ingedeeld in 4 criteria die verder moeten worden uitgewerkt, ongeacht de omvang en de bestemming van het project. 1.1.1.
KANSEN VOOR SOCIALE UITWISSELINGEN
Hoe draagt het project bij aan de bevordering van de sociale uitwisselingen? De volgende vraag moet worden beantwoord: wat draagt het project bij in termen van nieuwe mogelijkheden voor sociale omgang, functievermenging, dichtheid van bebouwing, creatie van gemeenschappelijke ruimten binnen gebouwen en/of tussenruimtes tussen de openbare ruimte en de privéruimte? 1.1.2.
MOBILITEIT
Hoe stimuleert het project, door zijn ligging, inrichting en ontwerp, een zachte mobiliteit die de gemeenschap minder kost? Het project zal met name door de jury worden geanalyseerd vanuit de volgende invalshoek: in welke mate is de bestemming van het gebouw in overeenstemming met de bereikbaarheid ervan met het openbaar vervoer, de aanwezigheid en de toegankelijkheid van parkeerplaatsen op maat van de grootte en de bestemming van het gebouw, de aanwezigheid van douches en kleedkamers voor fietsers op de werkplek, … PAGINA 2 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
Wat mobiliteit betreft, wordt een bijzondere aandacht besteed aan de toegankelijkheid voor PBM’s. Er wordt gevraagd de zones die toegankelijk zijn voor PBM’s aan te duiden (doorgangen, types van lokalen, …). Het is duidelijk de bedoeling dat men verder gaat dan de reglementaire voorschriften van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV). Zorgen voor toegankelijkheid in strikte zin (toegang verlenen tot het gebouw) volstaat niet. Bovendien is het aanbevolen maatregelen in te voeren met het oog op de latere inrichting tot lokalen die toegankelijk zijn voor PBM’s aan de hand van gemakkelijk uitvoerbare eenvoudige verbouwingen. 1.1.3.
BIODIVERSITEIT
Welke plaats trekt het project uit voor biodiversiteit? Dit aspect zal in cijfers worden uitgedrukt aan de hand van de biotoopcoëfficiënt per oppervlak of BAF (Biotope Area Factor). De BAF-methodologie en de informatie die nodig is om deze coëfficiënt te bepalen, staat in de infofiche TER05 “Zorgen voor een zo groot mogelijke ecologische productiviteit” van de “Praktische handleiding voor de duurzame bouw en renovatie van kleine gebouwen”. Dit is een gratis handleiding die beschikbaar is op website van het Instituut op het volgende adres: http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Professionnels/informer.aspx?id=2470&detail=tab1&langtype=2 067
Op basis van de verkregen BAF-waarden (initiële en geplande toestand) zal de jury dit criterium beoordelen rekening houdend met de aanbevolen BAF-waarden die zijn opgenomen in de fiche TER05, alsook met de maatregelen die worden voorgesteld om het verschil tussen de BAFwaarden van de begintoestand en die van de geplande toestand te beperken of zelfs weg te werken. Er wordt gevraagd de BAF-waarden te berekenen voor de begintoestand (vóór het project) en voor de geplande toestand. 1.1.4.
STEDELIJK LANDSCHAP
Wat wordt ontwikkeld voor een goede relatie van het bouw- of renovatieproject met zijn stedelijke context en meer bepaald met het architecturale geheel waarvan het deel zal uitmaken? De fiche TER04 “Het stedelijke landschap verrijken” van de “Praktische handleiding voor de duurzame bouw en renovatie van kleine gebouwen” geeft meer informatie over dit onderwerp. Dit is een gratis handleiding die beschikbaar is op de website van het instituut op het volgende adres: http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Professionnels/informer.aspx?id=2470&detail=tab1&langtype=2 067
1.2.
ENERGIEPRESTATIES
Een beschrijving van de algemene filosofie van het project om het energieverbruik te verminderen. Deze beschrijving moet niet worden uitgevoerd met de details die hieronder worden geanalyseerd. Bijlage 1A omvat de indicatieve criteria die van de nieuwbouw-/uitbreidingsprojecten en van de renovatieprojecten worden verwacht in termen van energieprestaties. Het dossiers beschrijft de motivaties die hebben geleid naar bepaalde technische keuzes, vooral in gevallen waarin de aanbevolen prestaties (indicatieve doelstellingen) niet werden bereikt. 1.2.1.
ENERGIEBEHOEFTEN
1.2.1.1 De behoefte aan primaire energieBeschrijving van de algemene filosofie van het project voor het verminderen van de behoeften aan primaire energie ( sanitair warm water, verwarming, en elektriciteit voor hulpenergie). Door te geven waarden: PAGINA 3 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
-
de behoeften aan primaire energie ( sanitair warm water, verwarming, en elektriciteit voor hulpenergie) in kWh/m².jaar, berekend met behulp van de software PHPP 2007 of recenter.
1.2.1.2 Verwarmingsbehoefte Beschrijving van de algemene filosofie van het project om de verwarmingsbehoeften te beperken. Door te geven waarden: Netto verwarmingsbehoefte (kWh/m².jaar) berekend met behulp van de software PHPP 2007 of recenter (kWh/m².jaar). Gebruikte richttemperatuur (cfr. Vademecum passieve gebouwen), K-peil. Voor een correct gebruik van de PHPP-parameters verwijzen wij naar het vademecum in kracht van het Passiefhuis Platform, dat beschikbaar is op de website: http://www.passiefhuisplatform.be./index.php?col=-welkom&lng=nl Voor collectieve woningen kan de PHPP worden uitgevoerd voor het gebouw in zijn geheel, of per woning, of voor enkele standaardwoningen (gunstige, gemiddelde en ongunstige configuratie). Indien een dynamische simulatie wordt uitgevoerd, moet eveneens een PHPP-berekening voor de NEB voor verwarming worden verstrekt. De PHPP-berekening moet worden doorgegeven in haar elektronische versie (digitale versie van het kandidatuurdossier), samen met een afdruk van de relevante bladzijden (minimum de bladzijde met de verificatie).
ISOLATIE Voor de verschillende wanden (muren,vloer, dak, vensters, deuren, … en koudebruggen): Voorstelling van de samenstelling met voor elke laag: o Beschrijving van de aard van het materiaal, o Dikte, o λd-waarde. Oppervlakte, Blootstelling. Totale Ugemiddeld–waarde van de wanden (cfr. PHPP). Deze waarden moeten overeenkomen met de in de PHPP opgenomen waarden. LUCHTDICHTHEID
Beschrijving aan de hand van schematische (horizontale en verticale) doorsneden van de continuïteit (doorlopend vlak) van de luchtdichtheid rondom het verwarmde volume. Het aantal doorsneden moet het mogelijk maken de strategie voor luchtdichtheid visueel weer te geven, ook op gevoelige punten zoals in de traphal tussen de kelder en het verwarmde volume, in de lift, … Daarnaast moet een schematische uitvergroting van de complexe aansluitingen worden opgenomen (vb. aansluiting muur-dak of muur-vloer). Door te geven waarde: Luchtdichtheidsniveau n50 (h-1), dat op het einde van de werken moet worden gecontroleerd door een “blowerdoortest”. Het houden van een tussentijdse luchtdichtheidstest wordt sterk aanbevolen om de mogelijke verliezen gemakkelijker te lokaliseren en te behandelen. VENTILATIE Beschrijving van de ventilatie-installatie met vermelding van: Type van ventilatiesysteem (C, D,…, gecentraliseerd/gedecentraliseerd), Ventilatiedebiet, Type van warmterecuperatie en rendement, PAGINA 4 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
Beschrijving en kenmerken van de aardwarmtewisselaar, indien van toepassing, Belastingsverliezen van de installatie en van het distributienet (aanvoer en afvoer), Doeltreffendheid van de ventilatie-eenheid - Specific Fan Power in W/(m³/h), waarde te geven voor aanvoer en afvoer, Berekening van het elektrisch vermogen van de ventilatoren (aanvoer en afvoer) (kWh/m².jaar). ZONNEWINSTEN
Beschrijving van de strategie voor optimalisatie van de zonnewinsten (vensteroppervlakten volgens oriëntatie, zonnefactor (g), warmteopslag, …). 1.2.1.3 Koelbehoefte Beschrijving van de globale strategie en verband met de strategie die werd uitgewerkt om het risico van oververhitting te verminderen (beperking van thermische belasting, zonnewering). Door te geven waarde: o Netto-energiebehoefte voor koeling (kWh/m².jaar) (uit PHPP of dynamische simulatie) Beschrijving van de strategie van passieve koeling (nightcooling,…): o Installatie (type, dimensionering, regeling, …) Beschrijving van de strategie van actieve koeling: o Installatie (type, dimensionering, regeling, …) o Maximale verhouding geïnstalleerd vermogen (met inbegrip van bijkomend verbruik) / emissievermogen. Voor alle projecten van woningen (eengezinswoning en collectieve woning), alsook voor de constructie/renovatie van scholen en crèches, vragen wij dat het thermisch comfort in de zomer op “passieve” wijze wordt gegarandeerd. Dit punt wordt aangevuld met een gedetailleerde beschrijving van de maatregelen (architecturaal ontwerp, keuzes bij constructie, passieve koelsystemen) die het mogelijk maken aan dit criterium te voldoen. Voor de projecten van de tertiaire sector (los van de grootte van het gebouw) wordt een PHPP-berekening (elektronische versie + “verificatie” op papier) van de nettobehoeften voor koeling gevraagd. De parameters die worden gebruikt voor PHPP staan beschreven in het vademecum PHPP voor woon- en tertiaire gebouwen van het Passiefhuis Platform, dat beschikbaar is op de website http://www.passiefhuisplatform.be/ Voor de projecten van de tertiaire sector met een vloeroppervlakte > 3500 m²: Een dynamische simulatie van het zomercomfort moet worden uitgevoerd. De parameters die worden gebruikt voor de dynamische simulatie staan beschreven in het vademecum PHPP in kracht voor tertiaire gebouwen van het Passiefhuis Platform, dat beschikbaar is op de website http://www.passiefhuisplatform.be/ Indien de reële exploitatieomstandigheden sterk verschillen van de hierboven vermelde standaardomstandigheden, kan evenwel een bijkomende berekening worden uitgevoerd, ter aanvulling van de verificatie van het zomercomfort volgens hypothesen die dichter bij de toekomstige werkelijke situatie lijken te staan (en verder van degene die worden beschreven in het vademecum PHPP). Deze berekening zal worden beoordeeld door de Jury. 1.2.1.4 Verlichtingsbehoefte Beschrijving van de strategie die erop gericht is de aanvoer van natuurlijk licht in verhouding tot het kunstlicht te optimaliseren. Beschrijving volgens zone van de kunstlichtinstallatie in termen van: - types van verlichtingstoestellen, - verwacht verlichtingsniveau, - verlichtingsrendement (%), - geïnstalleerd gemiddeld vermogen per 100 lux en per m² (W/m².100lux) PAGINA 5 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
-
aantal en vermogen van de verlichtingstoestellen, regeling die het mogelijk maakt te besparen op het verbruik (ontsteken, dimmen,…).
Berekening van het jaarlijks elektriciteitsverbruik voor verlichting (kWh/m².jaar). 31.2.1.5 Behoefte voor sanitair warm water Berekening van de netto behoefte aan sanitair warm water (l/jaar en kWh/m².jaar). 31.2.1.6
Beheer van het gebouw
REGULATIE Beschrijving van de kwaliteit van de regelingsprincipes die zullen worden toegepast voor verwarming, ventilatie, airconditioning, verlichting en andere technieken. MONITORING Beschrijving van het systeem voor de geplande verbruikscontrole. Idealiter moeten de volgende verbruikstypes kunnen worden geïsoleerd: - verwarming - sanitair warm water - elektriciteit voor afkoeling - elektriciteit voor ventilatie - productie van hernieuwbare energie - regenwater In het ideale geval kan de elektriciteit voor verlichting ook afzonderlijk worden gemeten. 1.2.2. ENERGIEVERBRUIK Beschrijving van de strategie die erop gericht is het energieverbruik te verminderen waarmee kan worden voldaan aan de eerder berekende energiebehoeften. 1.2.2.1 Elektriciteitsverbruik en hernieuwbare productie Beschrijving van de installatie voor productie van hernieuwbare elektriciteit (fotovoltaïsch, warmtekrachtkoppeling, …). - Beschrijving en dimensionering van de installatie (kW, m² panelen, kW th/ kW elek …), - Berekening van de jaarlijkse productie van hernieuwbare elektriciteit (kWh/m².jaar). 1.2.2.2 Verbruik voor verwarming Beschrijving van de installatie op niet-hernieuwbare energie voor warmteproductie. - Rendementen van het systeem (emissierendement, met inbegrip van de rendementen van de productie, distributie, opslag en regeling). - Berekening van het verbruik van niet-hernieuwbare energie voor verwarming (kWh/m².jaar) Beschrijving van de installatie op hernieuwbare energie voor warmteproductie. - Berekening van de fractie van het totale energieverbruik voor verwarming dat wordt gedekt door de productie van hernieuwbare energie op de site (thermische zonnepanelen, warmtekrachtkoppeling, warmtepomp, …). 1.2.2.3 Verbruik voor sanitair warm water Beschrijving van de installatie voor de productie van sanitair warm water (SWW). Beschrijvingen van het type van installatie dat gebruik maakt van hernieuwbare energie (zonneboiler) - Type, - Geïnstalleerde oppervlakte (m²), - Berekening van het aandeel van hernieuwbare primaire energie voor SWW. Berekening van het totale verbruik van niet-hernieuwbare energie voor SWW (kWh/m²jaar).
PAGINA 6 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
1.2.2.4 Verbruik voor koeling Passieve koeling Berekening van het effectieve verbruik van de eventuele hulptoestellen (ventilatoren, pompen, …) (kWh/m².jaar). Actieve koeling Beschrijving van de installatie (koelmachine en energiekenmerken ervan) - Type van emitter, regelsysteem, enz., - Dimensionering van het benodigde koelvermogen (thermisch vermogen en elektrisch vermogen), - EER et ESEER, Berekening van het totale energieverbruik voor actieve koeling.
1.3. WATER Beschrijving van de algemene filosofie om het project in te passen in de water- en waterbeheercyclus op schaal van het perceel. 1.3.1. BEPERKING VAN WATERVERBRUIK Beschrijving van het beheer van het waterverbruik. installaties die het waterverbruik beperken door bijvoorbeeld volgende technieken te gebruiken: een drukbegrenzer die na de algemene teller wordt geïnstalleerd, kranen met debietbegrenzers, doorspoelbakken met twee reservoirs of een stop-knop, urinoirs in de herentoiletten met een automatisch inschakelmechanisme, spaardouchekoppen 1.3.2. BEHEER REGENWATER Beschrijving van de algemene filosofie van het project inzake regenwaterbeheer. Afhankelijk van de grootte en de bestemming van het project doet zich een onderscheid voor in de noodzaak en de relevantie van het gebruik van de tool “regenwaterbeheer op het perceel”. Kleine woonprojecten met een oppervlakte < 1000 m² Er wordt gevraagd de tool (Excel-bestand) “Regenwaterbeheer op het perceel” te gebruiken die gratis ter beschikking wordt gesteld door het Instituut, en die erop gericht is de bouwheren en ontwerpers te ondersteunen in hun keuzes van regenwaterbeheersystemen. De tool is bestemd voor kleinschalige projecten (minder dan 1000 m²) en maakt het mogelijk de systemen te kiezen en te bemeten die moeten worden opgezet met het doel het bij stormweer (in de riolering of in het oppervlaktewater) geloosde debiet te verminderen en het risico van overstromingen stroomafwaarts tot een minimum te beperken. De gebruiker heeft de keuze uit tal van mogelijkheden, zoals geulen, droogbekkens, waterbekkens, grachten, bedden, infiltratieputten, groendaken, enz. Naast de dimensionering integreert de tool ook het kostenplaatje van de verschillende maatregelen. De tool voorziet drie niveaus van milieu-impact naargelang van de motivatie van de Bouwheer. Deze tool wordt tot slot aangevuld met een reeks fiches (beschikbaar bij het downloaden van de tool) waarin de verschillende denkbare oplossingen in detail worden beschreven. Deze gratis tool is beschikbaar op de internetsite van het Instituut op het volgende adres: http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Professionnels/Informer.aspx?id=3758&langtype=2067
Kleine projecten van < 1000 m² zonder woonbestemming, en projecten > 1000 m². De bouwheer en de ontwerpers kunnen zich inspireren op de methode en de aanbevelingen van de tool “Regenwaterbeheer op het perceel”, met aandacht voor het feit dat bepaalde hypothesen met betrekking tot de dimensionering slechts geldig zijn voor kleine woonprojecten. De resultaten die de tool oplevert, moeten vervolgens kritisch worden geëvalueerd en mogen niet worden gebruikt zonder een tweede evaluatie. Voor de grote projecten van de tertiaire sector is aanbevolen dat de mogelijkheid van het gebruik van regenwater in het airconditioningsysteem wordt geanalyseerd, met name in het geval werd geopteerd voor adiabatische koeling. PAGINA 7 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
1.3.2.1 Regenwaterbeheer op het perceel Beschrijving van de maatregelen voor regenwaterbeheer die erop gericht zijn het wegvloeien van water in de stad te beperken. Beheer van het regenwater met als bedoeling het wegvloeien in de stad te beperken door de volgende prioriteiten te stellen: 1. voorzieningen voor het minimaliseren van de ondoordringbare oppervlakken (maximaliseren van de doordringbaarheid van de omgeving (beplante natuurlijke bodem) en grijze ruimten (ingangen, parkings, enz. in doordringbare oppervlakken) 2. voorzieningen die het regenwater definitief aan het afstromend water onttrekken (recuperatie van het regenwater om het te gebruiken d.m.v. een tank die is afgestemd op de noden en/of teruggave aan het natuurlijk milieu via infiltratie of verdamping) 3. voorzieningen voor het vasthouden en wegvoeren tegen een geregeld debiet naar het rioleringsnet of de oppervlaktewateren (tanks of bassin met buffervolume en gecontroleerd lekdebiet, inrichting van platte daken als extensieve groendaken) Door te geven waarden: o Oppervlakte extensief groendak (m²) o Oppervlakte intensief groendak (m²) o Volume recuperatietank (m³) en verdeling in buffervolume en opslagvolume voor recuperatie. 1.3.2.2 Regenwaterrecuperatie Beschrijving van de recuperatiemiddelen en effectief gebruik van het regenwater voor toepassingen die geen drinkwater vereisen. Dimensionering van de tank met het oog op een optimaal gebruik, en niet op basis van de inhoud die wordt geëist door de geldende reglementeringen. 1.3.3. BEHEER VAN AFVALWATER Beschrijving van het beheer van grijs water. Fiche WAT04 “Recyclage van grijs water in situ” van de “Praktische handleiding voor de duurzame bouw en renovatie van kleine gebouwen” geeft meer informatie over dit thema. Dit is een gratis handleiding die beschikbaar is op website van het instituut op het volgende adres: http://www.leefmilieubrussel.be/soussites/guide/(S(gb1nuvyxu4kztxf0srie5dvr))/Guide_NL.aspx
1.4. MATERIE Beschrijving van de algemene filosofie van het project, van ecologische materiaalkeuze tot afvalbeheer, om tot een architectuur te komen die, in de loop van zijn levenscyclus, zorgzaam omspringt met de natuurlijke rijkdommen. 1.4.1. DUURZAMEHEID VAN DE CONSTRUCTIE Ontwerp moet gebaseerd zijn op een reflectie betreffende bijvoorbeeld: De flexibiliteit van het gebruik van het gebouw en zijn lokalen: de buitenkant kan gerenoveerd of gewijzigd worden zonder de structuur te veranderen en de ruimten zijn makkelijk her in te richten (lichte of moduleerbare wanden) of aan te passen. De bouwelementen zijn duurzaam in de tijd en gemakkelijk te onderhouden. De bouwtechnieken voorzien dat een renovatie en/of de verplaatsing van de verschillende bouwelementen onafhankelijk van elkaar kan gebeuren. Voor collectieve gebouwen moet een bijzondere aandacht worden besteed aan de opstelling van een “Gids voor het gebruik en het onderhoud van het gebouw”: ecologisch onderhoudsbeleid, schoonmaakplan, onderhoudsplan voor de installaties, … 1.4.2.
MATERIAALKEUZE
De materiaalkeuze is zeer bepalend voor de impact van een constructie of een renovatie op de gezondheid en het leefmilieu. Wat de milieu-impact betreft, zijn de essentiële parameters het type en de herkomst van de grondstof op basis waarvan het materiaal wordt vervaardigd, de verschillende vormen van hinder bij de uitvoering ervan, de levensduur en de milieukosten van PAGINA 8 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
het onderhoud van de materialen, het recyclagepotentieel en de milieu-impact van het verwerkingscircuit. De meeste van deze parameters kunnen worden geïntegreerd en samengevoegd in de vorm van een waardering in cijfers in een studie van de levenscyclus (of ecobalans). Zo komt men tot een milieuclassificatie van de bouwmaterialen. Verschillende types van waarderingssystemen zijn gebaseerd op deze benadering. In deze projectoproep maken wij gebruik van het waarderingssysteem “NIBE”. Het NIBEsysteem is het resultaat van een referentiestudie die in Nederland werd uitgewerkt door het “Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie”, met het oog op de opstelling van een classificatie van bouwmaterialen op basis van ecologische criteria. Voor een groot aantal materialen (en voor de uitvoeringstechniek in bepaalde gevallen) kent het waarderingssysteem een cijfer toe, van “meest ecologische” tot “minst ecologische”: 1a, 1b, 1c, 2a, 2b, 2c, 3a,.......7c. De voorkeur wordt gegeven aan de materialen met een geringe milieu-impact. De keuze zal gebeuren volgens de prioriteiten zoals opgegeven in de onderstaande tabel en is het voorwerp van een aangifte, opgesteld volgens het onderstaande model. (xls-tabel, dubbelklikken om te activeren). e
e
1 keuze (klasse 1 )
2 keuze (klasse 2 )
Referentie NIBE: een score van 1a tot 1c, of Materialen met ecolabel Op basis van hernieuwbare grondstoffen, of
-
Elementen voor appreciatie (cumulatieve voorwaarden) Materialen Gezonde (onschadelijk voor de gezondheid) Gerecupereerd (hergebruik) Gerecycleerd in situ Op basis van hernieuwbare energiebronnen Van lokale herkomst Met geringe grijze energie Gerecycleerd of recycleerbaar
Referentie NIBE: een score van 2a tot 3c, of Materialen met ecolabel met petrochemische basis (uitgezonderd specifieke toepassing A), of Elementen voor appreciatie (cumulatieve voorwaarden) Materialen - Gezonde (onschadelijk voor de gezondheid) - Van lokale herkomst - Met geringe grijze energie Gerecycleerd of recycleerbaar
te vermijden (klasse 3 )
-
Referentie NIBE: een score van 4a tot 7c, of Materialen zonder ecolabel (uitgezonderd specifieke toepassing A), of Elementen voor uitsluiting (behalve als ecolabel, score NIBE 4c minimum of specifieke toepassing B) Materialen Met petrochemische basis ; Met formaldehyde Met pathogene vluchtige vezels Met vluchtige organische stoffen Met radon
Specifieke toepassingen A Als de ontwerper opteert voor een materiaal in een toepassing waarvoor geen enkele NIBEevaluatie beschikbaar is en dat geen enkel label draagt, verschaft de ontwerper alle informatie die de jury in staat stelt een oordeel te vellen over de milieubalans van het materiaal op basis van de elementen voor appreciatie of elke andere milieubalans die erkend is en op de Brusselse context kan worden toegepast. B Als geen enkel materiaal met geringe ecologische impact een doeltreffende technische oplossing voor een specifieke toepassing biedt, zal het door de ontwerper voorgestelde materiaal worden geëvalueerd, rekening houdend met de technische voorwaarden, alsook de aangewende hoeveelheid.
PAGINA 9 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
Toepassing Dakgebinte Luchtdichtingssysteem Isolatie hellend dak
1.4.3.
Aangifte van de materialen (voorbeeld voor een dak) hoeveelheid Klasse Beschrijving van het materiaal (estimatie) 1 Hout van Europese herkomst met FSClabel 1 Cellulosevezels, gedeeltelijk gerecycleerd 2 Minerale wol op basis van gerecycleerd glas
eenheid (kg, ml, m², m³, …)
BEHEER VAN BOUWAFVAL
Beschrijving van de geplande maatregelen om de impact van de werf op het leefmilieu te minimaliseren. De beschrijving van de benadering voor afvalpreventie en -beheer hanteert dezelfde prioriteiten als vastgesteld in de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/CE) van 19.11.2008, namelijk: 1) preventie 2) voorbereiding voor hergebruik 3) recyclage 4) valorisatie (voorkeur voor het energetische) 5) afvoer Technische en/of concrete organisatorische maatregelen moeten worden geïntegreerd op het niveau van het beheer van bouwafval. De kandidatuurdossiers voor de projectoproep “Voorbeeldgebouwen” moeten verder gaan dan de wettelijke verplichting betreffende het beheer van bouwplaatsafval. Het beheer van afval moet reeds in rekening worden gebracht tijdens de ontwerpfase en dit door zowel de opdrachtgever als door de ontwerper, waarbij doelen kunnen worden opgesteld voor de preventie en de recyclage. Indien bij de actoren een reële bewustwording ontstaat vanaf het begin van de gegenereerde materialen op de site en de hoeveelheden, de kosten die dit meebrengt en de mogelijke alternatieven, kan dit leiden tot een grootschaligere keuze voor recyclage- en/of tweedehandscircuits en voor selectieve ontmanteling en recuperatie van materialen, in plaats van de conventionele wegen van eliminatie. Het is aanbevolen een afvalinventaris op te nemen in het kandidatuurdossier, maar dit is geen verplichte voorwaarde voor aanvaarding van het dossier. Indien het kandidatuurdossier een dergelijke inventaris omvat, zal de Jury hier uiteraard in gunstige zin rekening mee houden. Indien zou blijken dat de inventaris, naarmate het project evolueert, niet langer representatief is, verbindt de laureaat zich ertoe aanvullingen en wijzigingen aan te brengen aan deze inventaris van afvalstoffen. Meer informatie over de afvalinventaris staat op onze website: http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Professionnels/Informer.aspx?id=1262&langtype=2067&detail= tab3.
Bovendien wordt er sterk aanbevolen om specifieke clausules in het lastenboek voor de recuperatie of tenminste voor de recyclage van bepaalde afvalstromen op de werf te integreren. Deze integratie moet worden vermeld in het kandidatuurdossier. 1.4.4.
BEHEER VAN AFVAL BIJ GEBRUIK
Beschrijving van de voorzieningen die het sorteren van afval mogelijk en makkelijk maken. Het is noodzakelijk concrete technische en/of organisatorische maatregelen op te nemen met betrekking tot het beheer van afvalstoffen tijdens het gebruik van het gebouw. Het doel is voorzieningen die de sortering van afval - en indien van toepassing ook het hergebruik of de recyclage ervan in situ of in de buurt - mogelijk en makkelijk maken, op te nemen in het project. PAGINA 10 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
Een relevante selectie van de meest geschikte systemen zal gebaseerd zijn op de identificatie van de afvalfracties in functie van de bestaande recyclagecircuits (papier, glas, pmd, composteerbaar afval, elektrische batterijen, inktpatronen, onderhoudsproducten, enz.) en volgens de bestemming van het project.
1.5
COMFORT EN GEZONDHEID
Beschrijving van de algemene filosofie van het project met betrekking tot dit domein. In het Brussels Hoofdstedelijk gewest bestaan verschillende gewestelijke (GSV, …) en federale (ARAB, …) reglementeringen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op het comfort en de gezondheid van de mens. In het kader van de duurzame constructie of renovatie zullen de comfortvereisten, in de zin van een architectuur die is aangepast aan zijn gebruik, evenwel meer worden uitgewerkt. Het criterium “comfort en gezondheid” zal worden beoordeeld aan de hand van de uitvoering van maatregelen gericht op optimalisatie. Dit domein is ingedeeld in vier hoofdthema’s die hieronder aan bod komen: 1.5.1 AKOESTIEK Het ontwerp moet ook rekening houden met het akoestische comfort, door technische keuzes en aangepaste uitvoering, en dit zowel aan de binnenkant van het gebouw als aan de buitenkant door het gebruik van bijvoorbeeld geluidsisolerende beglazing, stille technische installaties en/of een performante isolatie van de technische ruimten, geluidsisolatie van kokers en valse plafonds. Streven naar een optimaal resultaat in de keuzes door een aangepast ontwerp, de juiste technische keuzes en de juiste uitvoering. Wij vestigen de aandacht van de kandidaten op de bestemmingen die “gevoelig” zijn voor de akoestiek (woningen, scholen, crèches, rusthuizen, ziekenhuizen, …) en/of die gelegen zijn in een als lawaaierig te boek staande omgeving. De atlas – “Geluidshinder door het verkeer – Strategische kaart voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” kan worden geraadpleegd op onze website, via de volgende link: http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Particuliers/Niveau2.aspx?id=4192&langtype=2067 1.5.2
LICHT
Rekening houdend met het visuele comfort door de voorkeur te geven aan natuurlijke lichtinval en door te letten op een goede kunstmatige verlichting. Er wordt gevraagd te streven naar een optimaal resultaat in de architecturale keuzes. De interne winst door het kunstlichtsysteem moet in aanmerking worden genomen bij de beperking van de risico’s van oververhitting. 1.5.3
LUCHT
De beschrijving van het beheer van de luchtkwaliteit (debieten, filters, monstername ,…. ). Voor nieuwbouw De EPB-reglementering schrijft een hygiënisch ventilatiesysteem en ventilatiedebieten voor. Dit betekent dat optimalisatiemaatregelen moeten worden voorgesteld. Met name op vlak van de efficiëntie van de vermenging van de verse lucht met de omgevingslucht in de lokalen (types en plaats van de luchtinlaten die zorgen voor een voldoende luchtvermenging zonder “dode” zones te creëren, maatregelen die het mogelijk maken ongemakken door te sterke luchtstromen te vermijden,...). Bovendien moeten de verbanden met andere energieaspecten worden benadrukt. Voor renovaties De ventilatie moet worden bestudeerd om een goede binnenluchtkwaliteit te garanderen (luchtvochtigheid, temperatuur, geuren, …) met een beschrijving van het ventilatiesysteem (debieten, luchtsnelheid in de kokers, type van filters, type en plaats van de luchtinlaten, .....).
Daarnaast moeten ook de verbanden met de andere energieaspecten worden benadrukt.
PAGINA 11 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
In het algemeen omvat de ventilatie-installatie, in het geval van een mechanische ventilatie, een luchtfiltersysteem waarvan het onderhoud moet worden gegarandeerd. 1.5.4
TEMPERATUUR EN THERMISCH COMFORT
Optimalisatiemaatregelen die erop gericht zijn het warmtegevoel in de winter te garanderen en tegelijk oververhitting in de zomer te voorkomen, en dit alles met een beperkt energieverbruik. Zomercomfort Dit moet worden geanalyseerd vanuit twee invalshoeken, waarvan minstens de 2 volgende: maatregelen en architecturale voorzieningen die het risico van oververhitting in de zomer verminderen en analyse van de behoefte aan een (actief of passief) koelsysteem. ontwerp van het (passief of actief) koelsysteem met de garantie van een comfortabele temperatuur in de zomer.
1.6 DE REPRODUCEERBAARHEID OPLOSSINGEN
EN
RENDABILITEIT
VAN
DE
OVERWOGEN
Een evaluatie van de financiële en ecologische rendabiliteit zal worden gemaakt op basis van de door de kandidaat verstrekte informatie in zijn kandidatuurdossier en in het administratieve formulier. U kan evenwel uw eigen evaluatie toevoegen door de hierna opgenomen waarden door te geven, alsook de hypotheses die werden gebruikt om ze te berekenen: energiewinsten van het project: in termen van vermindering van het verbruik, en in termen van vermindering van de CO2-emissie (kWh/m².jaar) (tCO²/jaar). -
financiële winsten in termen van vermindering van het energieverbruik (€ / m².jaar).
-
statische terugverdientijd (jaren)
-
dynamische terugverdientijd (jaren)
1.7
ARCHITECTURALE KWALITEIT EN STEDELIJKE INTEGRATIE 1.7.1
ZICHTBAARHEID
Beschrijving van de elementen van het project die de zichtbaarheid ervan bevorderen: Zichtbare elementen voor het publiek of voor de gebruikers van het gebouw, die getuigen van de energie- en milieuprestaties van het gebouw. -
Groendaken
-
Groene gevels
-
Zonnepanelen, windmolens,...
-
Gebruik van ecologische materialen
-
Didactische panelen
-
Inplanting van het gebouw 1.7.2
ARCHITECTURALE KWALITEIT
Beschrijving van het project, door de architectuur ervan. Belichten van de kwaliteiten ervan, de aandacht besteed aan de kwaliteit van de ruimten en de manier waarop rekening werd gehouden met de context waarvan het deel uitmaakt.
PAGINA 12 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
BIJLAGE 1 A – OBJECTIEVEN IVM DE ENERGIEPRESTATIE VOOR EEN NIEUWBOUW / UITBREIDING éénge zinswonin g
meergezins -woning
maximale netto verwarmingsbehoefte berekend dmv PHPP en/of dynamische simulatie (kWh/m².jaar)
15
15
Behoeften aan primaire Energie (sww, verwarming en hulpelektriciteit) (kWh/m².jaar) volgens de Phpp
45
45
Tabel 1 NIEUWBOUW / UITBREIDING
>2 eenheden
School, kinderkribbe
kantoor
Zorgsector, rusthuis
horeca
Commerciële sector/ handel
Culturele sector/ semenarie
sportcentrum
Overdekt zwembad
industrie geconditioneerde werkplaats
15
15
15
30
30
30
30
30
30
Verwarmingsbehoefte
90-2.5*C (C= de compactheidsgraad is het resultaat van het beschermd volume (buitenafmetingen) en het verliesoppervlakte.
Ventilatie en Luchtdichtheid systeem D, rendement warmtewisselaar >85% (volgens norm NBN EN 308) en/of systeem C Luchtdichtheid (n50/u)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
0,6
0.6
0,6
0,6
0,6
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
x
x
x
x
x
Koelbehoefte Zomercomfort passief te voldoen via gebouwontwerp Zomercomfort passief of actief te voldoen via installatieontwerp. De netto koelbehoefte berekend dmv PHPP (KWh/m2.jaar)
15
15
15
15
15
2
2,5
2.5
3
2,5
30
20
15
Verlichting maximaal geïnstalleerd gemiddeld vermogen (W/m2. 100 lux)
2
2,5
2,5
30
30
2,5
Sanitair warm water minimum aandeel primaire energieverbruik van sanitair warm water uit hernieuwbare energie (%)
50
50
20
Regelsysteem (verwarming, ventilatie, klimaat, verlichting)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Monitoringssysteem: mogelijkheid voor automatische of manuele opvolging van water- en energieverbruiken.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Beheer van gebouw
PAGINA 13 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
BIJLAGE 1 A – OBJECTIEVEN IVM DE ENERGIEPRESTATIE VOOR EEN RENOVATIE Tabel 2 – RÉNOVATIE
ééngezinswoning
meergezinswoning
kantoor
Zorgsector, rusthuis
horeca
Commerciële sector/ handel
Culturele sector/ semenarie
sportcentrum
Overdekt zwembad
> 2 eenheden
School, kinderkribbe
industrie geconditioneerde werkplaats
30
30
30
30
45
60
60
60
60
60
60
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
3
3
3
3
3
3
x
x
x
x
x
Verwarmingsbehoefte maximale netto verwarmingsbehoefte berekend dmv PHPP en/of dynamische simulatie (kWh/m².jaar) Ventilatie en Luchtdichtheid systeem D, rendement warmtewisselaar >85% (volgens norm NBN EN 308) en/of systeem C Luchtdichtheid (n50/u) Koelbehoefte Zomercomfort passief te voldoen via gebouwontwerp Zomercomfort passief te voldoen via installatieontwerp.
x
x
2
2,5
x
x
x
x
Verlichting maximaal geïnstalleerd gemiddeld vermogen (W/m2. 100 lux)
2
3
2,5
2,5
30
30
2,5
Sanitair warm water minimum aandeel primaire energieverbruik van sanitair warm water uit hernieuwbare energie (%)
50
50
20
Regelsysteem (verwarming, ventilatie, klimaat, verlichting)
x
x
x
Monitoringssysteem: mogelijkheid voor automatische of manuele opvolging van water- en energieverbruiken (koud/warm).
x
x
x
30
20
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Beheer van gebouw
PAGINA 14 VAN 14 – PROJECTOPROEP VOORBEELDGEBOUWEN 2012 - 15/02/2012 RICHTLIJNEN VOOR DE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT