Geachte heer Test, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een testament nodig hebt, is van veel factoren afhankelijk. Een belangrijke factor is de hoogte van de verschuldigde erfbelasting. In dit document vergelijken we de vijf in de praktijk meest voorkomende varianten van vererving vanuit fiscaal perspectief met elkaar. Het betreft drie varianten waarbij een testament in beginsel niet vereist is en twee varianten waarbij een testament wel noodzakelijk is. De eventuele noodzaak van een testament is
D
echter niet alleen een kwestie van meer of minder verschuldigde erfbelasting. Ook niet-fiscale factoren spelen een heel belangrijke rol. In bijlage 1 vindt u een aantal van die niet-fiscale factoren, die het laten opstellen van
Berekeningen
EL
een testament essentieel maken.
Op dit moment bent u 69 jaar oud en is uw partner, mevrouw Test-Voorbeeld, 65 jaar oud. In dit document gaan wij uit van de situatie dat u onverhoopt op korte termijn komt te overlijden en dat uw partner vervolgens nog 20 jaar blijft leven. We gaan hierbij uit van de statistische levensverwachting.
vergeleken:
RB E
De volgende vijf varianten van vererving worden hierna uitgewerkt en vanuit fiscaal perspectief met elkaar 1. Wettelijke verdeling – gelijke erfdelen / rente 0%.
2. Wettelijke verdeling – gelijke erfdelen / rente 6% enkelvoudig.
3. Wettelijke verdeling – gelijke erfdelen / rente 6% samengesteld.
4. Wettelijke verdeling – 1/100ste erfdeel partner / rente 6% samengesteld / opvullegaat. 5. Tweetrapstestament.
De varianten 1 t/m 3 gaan uit van een vererving volgens de wet, een testament is hiervoor dus niet per se noodzakelijk. Deze wettelijke regeling wordt ook wel de wettelijke verdeling genoemd. Uw partner verkrijgt in dat
O
geval alle goederen en schulden van uw nalatenschap. Daardoor krijgt uw partner op het eerste gezicht meer dan waarop zij als erfgenaam recht heeft, terwijl uw kinderen ogenschijnlijk met minder genoegen moeten nemen. Ter compensatie krijgen uw kinderen daarom een onderbedelingsvordering op uw partner ter grootte van het erfdeel. Die vordering is in beginsel pas opeisbaar als uw partner overlijdt, failliet gaat of in de
VO
schuldsanering terecht komt.
Voorbeeld: Als de nalatenschap 100 bedraagt en er naast de langstlevende partner drie kinderen zijn, erft iedereen 25 (de kinderen in de vorm van een onderbedelingsvordering op de langstlevende ouder). De langstlevende krijgt alle bezittingen ad 100 en een schuld aan de kinderen van 3 x 25 = 75, zodat het erfdeel van de langstlevende per saldo ook 25 bedraagt. De onderbedelingsvordering van uw kinderen op uw partner is in beginsel renteloos, tenzij uw erfgenamen in onderling overleg een andere rente overeenkomen. Wordt deze renteafspraak gemaakt binnen de aangiftetermijn van acht maanden, dan wordt hiermee voor de erfbelasting rekening gehouden. Wordt de rente na de aangiftetermijn voor de erfbelasting vastgesteld, dan is sprake van een belastbare schenking. De afspraken die uw partner en kinderen na uw overlijden over de rente maken zijn van groot belang. De fiscale waarde van de onderbedelingsvordering van uw kinderen neemt namelijk toe naarmate de rente hoger wordt.
Pagina 1/9
Dat heeft als voordeel dat bij het overlijden van uw partner een groter deel van haar nalatenschap opgaat aan de betaling van schulden aan uw kinderen. Er hoeft daardoor minder erfbelasting te worden betaald, terwijl de rente door uw kinderen belastingvrij kan worden ontvangen. Daar staat tegenover dat bij uw overlijden meer erfbelasting verschuldigd zal zijn naargelang de rente hoger wordt. Bij de varianten 1 t/m 3 erven uw partner en kinderen voor gelijke delen. Het verschil tussen de drie varianten zit in de hoogte van de rente die over de onderbedelingsvordering van uw kinderen wordt vergoed. Is de vordering
D
van uw kinderen op uw partner renteloos, dan wordt aangenomen dat uw partner over die vordering het fictieve vruchtgebruik geniet. Het betreft hier dus geen echt recht van vruchtgebruik. Bij het berekenen van de fiscale waarde van de vordering wordt alleen gebruikgemaakt van de rekenregels voor het vruchtgebruik (variant 1).
EL
Als uw erfgenamen samen afspreken dat over de onderbedelingsvordering van uw kinderen wel een rente wordt vergoed, dan is de enige fiscale beperking dat de rente maximaal 6% samengesteld mag bedragen. In dat geval is van een fictief vruchtgebruik geen enkele sprake. Bedraagt de rente minder dan 6% samengesteld, dan geniet uw partner wel het (gedeeltelijke) fictieve vruchtgebruik over de vordering van uw kinderen. Dat is bijvoorbeeld het geval als uw erfgenamen een enkelvoudige rente van 6% overeenkomen (variant 2).
RB E
Spreken uw erfgenamen samen af dat over de onderbedelingsvordering van uw kinderen een samengestelde rente van 6% wordt vergoed, dan geniet uw partner geen fictief vruchtgebruik. De fiscale waarde van de vordering van uw kinderen is dan gelijk aan het erfdeel (variant 3).
Variant 1 t/m 3: Wettelijke verdeling – gelijke erfdelen
Variant 1
Variant 2
Variant 3
375.000
375.000
375.000
3
3
3
Erfdeel (1/3)
125.000
125.000
125.000
Fictief vruchtgebruik
120.000
40.200
0
Belaste uitkering uit levensverzekering
100.000
100.000
100.000
Totaal verkrijging
345.000
265.200
225.000
Af: vrijstelling (na imputatie)
-571.367
-571.367
-571.367
Erfbelasting over
-226.367
-306.167
-346.367
0
0
0
Erfdeel (1/3)
125.000
125.000
125.000
Af: fictief vruchtgebruik
-60.000
-20.100
-0
65.000
104.900
125.000
-19.868
-19.868
-19.868
45.132
85.032
105.132
Erfbelasting
4.513
8.503
10.513
Erfbelasting bij overlijden van de heer Test
9.026
17.006
21.026
Nalatenschap van de heer Test
Aantal erfgenamen van de heer Test
VO
O
Verkrijging van mevrouw Test-Voorbeeld
Erfbelasting
Verkrijging per kind
Totaal verkrijging Af: vrijstelling Erfbelasting over
Pagina 2/9
Mevrouw Test-Voorbeeld overlijdt over 20 jaar Nalatenschap van mevrouw Test-Voorbeeld
700.000
420.407
194.623
2
2
2
Erfdeel (1/2)
350.000
210.204
97.312
Totaal verkrijging
350.000
210.204
Af: vrijstelling
-19.868
-19.868
-19.868
Erfbelasting over
330.132
190.336
77.444
54.304
26.345
7.744
Aantal erfgenamen van mevrouw Test-Voorbeeld
Verkrijging per kind
Erfbelasting
Erfbelasting bij overlijden van mevrouw Test-Voorbeeld
Totaal verschuldigde erfbelasting
EL
D
97.312
108.608
52.690
15.488
117.634
69.696
36.514
Variant 4 gaat uit van een veelvoorkomende variant van de wettelijke verdeling waarbij een testament altijd
RB E
noodzakelijk is. Bij deze variant wordt het erfdeel van uw partner verkleind tot 1/100ste gedeelte van uw nalatenschap en erven uw kinderen het resterende gedeelte voor gelijke delen. Bovendien wordt in het testament uitdrukkelijk bepaald dat over de onderbedelingsvordering van uw kinderen op uw partner een samengestelde rente van 6% wordt vergoed. Dit houdt in dat zowel over de hoofdsom van de onderbedelingsvordering als over de daarop bijgeschreven rente zelf rente verschuldigd is (rente op rente). Dit zal slechts anders zijn indien uw erfgenamen binnen de aangiftetermijn voor de erfbelasting in onderling overleg een andere rente overeenkomen. Tot slot is in het testament een zogenoemd opvullegaat opgenomen ten behoeve van uw partner. Dit opvullegaat geeft uw partner recht op een extra verkrijging – ten laste van de onderbedelingsvordering van uw kinderen – indien de voor haar geldende vrijstelling voor de erfbelasting
O
daardoor beter wordt benut.
Variant 4: Wettelijke verdeling – 1/100ste erfdeel partner / rente 6% samengesteld / opvullegaat
VO
Nalatenschap van de heer Test
375.000
Aantal erfgenamen van de heer Test
3
Verkrijging van mevrouw Test-Voorbeeld Erfdeel (1/100)
3.750
Belaste uitkering uit levensverzekering
100.000
Opvullegaat
331.514
Totaal verkrijging
435.264
Af: vrijstelling (na imputatie)
-571.367
Erfbelasting over
-136.103
Erfbelasting
0
Verkrijging per kind Erfdeel (99/200)
185.625
Pagina 3/9
Af: opvullegaat
-165.757
Totaal verkrijging
19.868
Af: vrijstelling
-19.868 0
Erfbelasting
0
Erfbelasting bij overlijden van de heer Test
0
Mevrouw Test-Voorbeeld overlijdt over 20 jaar Nalatenschap van mevrouw Test-Voorbeeld
Verkrijging per kind Erfdeel (1/2) Totaal verkrijging Af: vrijstelling
RB E
Erfbelasting over Erfbelasting
822.561
EL
Aantal erfgenamen van mevrouw Test-Voorbeeld
D
Erfbelasting over
2
411.281 411.281 -19.868 391.413 66.560
Erfbelasting bij overlijden van mevrouw Test-Voorbeeld
133.120
Totaal verschuldigde erfbelasting
133.120
Bij variant 5, het zogenoemde tweetrapstestament, is sprake van twee erfstellingen achter elkaar. In feite beschikt u bij deze variant tweemaal over hetzelfde vermogen. De eerste erfstelling (eerste trap) treedt in werking bij uw overlijden. Als daarna uw erfgenaam uit de eerste trap, uw partner, overlijdt, treedt de tweede erfstelling (tweede trap) in werking. Het vermogen dat
O
door uw partner in de eerste trap werd verkregen, althans wat daarvan onverteerd is gebleven, komt dan toe aan de erfgenamen in de tweede trap, uw kinderen.
Variant 5: Tweetrapstestament
VO
Nalatenschap van de heer Test
375.000
Aantal erfgenamen van de heer Test (eerste trap)
1
Verkrijging van mevrouw Test-Voorbeeld Erfdeel (1/1)
375.000
Belaste uitkering uit levensverzekering
100.000
Totaal verkrijging
475.000
Af: vrijstelling (na imputatie) Erfbelasting over
-571.367 -96.367
Erfbelasting
0
Erfbelasting bij overlijden van de heer Test
0
Mevrouw Test-Voorbeeld overlijdt over 20 jaar
Pagina 4/9
Onverteerd deel van de nalatenschap van de heer Test
375.000
Aantal erfgenamen van de heer Test (tweede trap)
2
Nalatenschap van mevrouw Test-Voorbeeld
575.000
Aantal erfgenamen van mevrouw Test-Voorbeeld
2
Verkrijging per kind uit nalatenschap van de heer Test 187.500
Totaal verkrijging
187.500
D
Erfdeel (1/2)
Af: vrijstelling
-19.868
Erfbelasting over
167.632 21.804
EL
Erfbelasting
Verkrijging per kind uit nalatenschap van mevrouw Test-Voorbeeld Erfdeel (1/2) Totaal verkrijging Af: vrijstelling
Erfbelasting
RB E
Erfbelasting over
287.500 287.500 -19.868 267.632 41.804
127.216
Totaal verschuldigde erfbelasting
127.216
VO
O
Erfbelasting bij overlijden van mevrouw Test-Voorbeeld
Pagina 5/9
Conclusies Voor een goede vergelijking hebben wij de uitkomsten van de vijf varianten van vererving weergegeven in het onderstaande staafdiagram. De blauwe staaf geeft de verschuldigde erfbelasting bij uw overlijden weer en de rode staaf de totaal verschuldigde erfbelasting na het overlijden van u en uw partner.
D
160.000
EL
120.000
RB E
80.000
40.000
0
Variant 2
Variant 3
Variant 4
Variant 5
O
Variant 1
Uit het staafdiagram valt af te leiden dat bij uw overlijden de minste erfbelasting verschuldigd is bij variant 4 en variant 5 (blauwe staaf). Wordt gekeken naar de totaal verschuldigde erfbelasting na het overlijden van u en uw
VO
partner, dan blijkt variant 3 het meest optimaal te zijn (rode staaf). U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Uit de diverse berekeningen blijkt echter dat u om fiscale redenen beter wel een testament kunt laten opstellen, althans indien ervan wordt uitgegaan dat minimalisering van de verschuldigde erfbelasting bij uw overlijden het uitgangspunt is.
Tot slot
In dit document hebben wij de fiscale gevolgen uitgewerkt van vijf varianten van vererving. Deze varianten behoren weliswaar tot de meest voorkomende in Nederland, het blijft een selectie. Op basis van maatwerk is verdere optimalisatie mogelijk. Zo hebben wij bijvoorbeeld geen rekening gehouden met bijzondere vrijstellingen (onder andere voor ondernemingsvermogen) die misschien van toepassing zijn. Ook hebben wij geen rekening gehouden met fictief erfrechtelijke verkrijgingen en legaten aan eventuele kleinkinderen van het voor de erfbelasting vrijgestelde bedrag (thans: € 19.868 per kleinkind). Ook een groei van het vermogen van uw partner na uw overlijden wordt niet in ogenschouw genomen bij de berekeningen in dit document. Datzelfde geldt voor denkbare veranderingen in haar vermogen, bijvoorbeeld doordat uw partner gaat schenken om haar
Pagina 6/9
toekomstige nalatenschap te verminderen en daarmee ook de te zijner tijd verschuldigde erfbelasting. Verder geldt dat besparing van erfbelasting niet de enige reden is een testament op een bepaalde wijze in te richten. Niet-fiscale overwegingen kunnen een fiscale optimalisatie (deels) tegenwerken, maar kunnen ondanks dat van (groter) belang zijn. Dit document is samengesteld op basis van de uitgangspunten zoals opgesomd in bijlage 2 en geeft antwoord op de vraag of een (ander) testament in uw situatie erfbelasting kan besparen. Daarnaast kan dit document dienen als vertrekpunt voor verdere advisering door uw notaris.
Met vriendelijke groet,
EL
Estate Planning Expert
D
Wij vertrouwen erop u met de berekeningen en vergelijkingen in dit document van dienst te zijn geweest.
Mr. Pascal Baard
VO
O
RB E
Directeur software
Pagina 7/9
Bijlage 1: Niet-fiscale argumenten voor het laten opstellen van een testament 1. Benoemen van andere erfgenamen dan de partner en kinderen, zoals stiefkinderen. 2. Vaststellen van andere erfdelen dan uit de wet voortvloeit, bijvoorbeeld een 1/100ste erfdeel voor de partner.
bepaalde wettelijke rechten (wilsrechten) van de kinderen uit te sluiten.
D
3. Versterken van de positie van de langstlevende partner ten opzichte van de kinderen, bijvoorbeeld door
4. Voorkomen dat de langstlevende partner de erfdelen van de kinderen moet ‘opeten’, om zo in aanmerking te
EL
kunnen komen voor een bijstandsuitkering of een andere voorziening waarvoor een vermogenstoets wordt gehanteerd.
5. Opnemen van een legaat, bijvoorbeeld aan de kleinkinderen of aan een goeddoelinstelling.
6. Opnemen van een uitsluitingsclausule. De uitsluitingsclausule heeft tot gevolg dat hetgeen iemand uit een getrouwd is.
RB E
nalatenschap verkrijgt, niet valt in de wettelijke gemeenschap van goederen waarin de verkrijger eventueel
7. Opnemen van een dertigdagenclausule. Hierin wordt bepaald dat een erfgenaam die binnen 30 dagen komt te overlijden geen erfgenaam is.
8. Benoemen van een voogd over de minderjarige kinderen.
O
9. Benoemen van een executeur om de afwikkeling van de nalatenschap te vereenvoudigen. 10. Instellen van een bewind over het na te laten vermogen.
VO
11. Regelen van de bedrijfsopvolging.
12. Uitbrengen van een rechtskeuze voor Nederlands recht.
Pagina 8/9
Bijlage 2: Uitgangspunten Gegevens cliënt A Naam: Test Geslacht: Man Geboortedatum: 5-1-1945
D
Gegevens cliënt B Naam: Test-Voorbeeld Geslacht: Vrouw
Kinderen Aantal kinderen uit huidige relatie: 2 Aantal kinderen uit vorige relatie(s) cliënt A: 0 Aantal kinderen uit vorige relatie(s) cliënt B: 0
EL
Geboortedatum: 22-12-1948
Vermogen
RB E
Vermogensregime: Algehele gemeenschap van goederen
Gemeenschappelijk vermogen: € 750.000 Uitgesloten vermogen cliënt A: € 0 Uitgesloten vermogen cliënt B: € 0 Eerststervende cliënt: Cliënt A
O
Nalatenschap cliënt A: € 375.000 Huidig testament cliënt A: Geen
VO
Uitkeringen bij overlijden cliënt A
Eenmalige uitkering uit levensverzekering: € 200.000 Polis verpand: Nee
Jaarlijks partnerpensioen: € 20.000 Periode tussen overlijden cliënt A en overlijden cliënt B: 20 jaar Tarieven en vrijstellingen: 2014
Pagina 9/9