Gynaecologie
Voor- en achterwandplastiek Inleiding Deze brochure is bestemd voor vrouwen die een blaas-of darmverzakking hebben. Samen met de gynaecoloog is besloten om een voor en/of achterwand plastiek uit te voeren. In deze voorlichtingsfolder is beschreven wat de operatie inhoudt, de ziekenhuisopname en de periode na de operatie. Meer algemene informatie leest u in de folder: ‘Opname en verblijf’. 1. Besluit tot een operatie Uw gynaecoloog heeft een verzakking van de vagina-voorwand of vagina achterwand bij u geconstateerd. Een voor en/of achterwandplastiek kan deze verzakking verhelpen. Of u besluit tot een operatie zal afhankelijk zijn van de ernst van uw klachten en de onderzoeksbevindingen van uw gynaecoloog. Samen met uw gynaecoloog bespreekt u ook andere mogelijkheden om wat aan uw klachten te doen. 2. Voorbereiding Wanneer u medicijnen gebruikt die de bloedstolling beïnvloeden zoals bijvoorbeeld Marcoumar, Ascal of Sintrom, geef dit dan door aan u specialist. Om bloedingen tijdens de operatie te voorkomen moeten deze medicijnen soms gestopt worden. Stop nooit zelf met uw medicijnen. Bij operaties die via de vagina plaatsvinden zijn twee mogelijkheden. U kunt er voor kiezen om een ruggenprik te nemen (vanaf de navel voelt u dan niets meer) of u kunt kiezen voor een algehele narcose. Meer informatie staat in de folder: ‘Uw operatie en anesthesie’, die u meekrijgt. De anesthesioloog bespreekt van te voren met u welke vorm van verdoving u wilt en kan hebben. In verband met wondinfectie verzoeken wij u om u een week voor de operatie niet meer te scheren in het gebied rond de vagina. Soms worden de darmen nog schoongemaakt door middel van een klysma. Op de dag van de operatie mag u niet eten, drinken en roken tenzij anders is afgesproken met u. 3. Op de afdeling Er is met u een tijd afgesproken wanneer u verwacht wordt om op de verpleegafdeling te komen. U zult een aantal dagen opgenomen worden op de Vrouw-Kind eenheid van het Streekziekenhuis Koningin Beatrix. Eenmaal op de afdeling zal één van de verpleegkundigen een opnamegesprek met u houden. Dit gaat over uw algehele gezondheid. Bij bijzonderheden kunt u dit aangeven. Tevens krijgt u informatie over het verloop van de komende dagen in het ziekenhuis. Na dit gesprek wordt u voorbereid op de operatie. U krijgt een operatiejasje, en medicijnen (kalmerend) wat met u is afgesproken door de anesthesist. U mag geen make-up op hebben en lenzen, sieraden en brillen moeten op de afdeling blijven. Uw eventuele kunstgebit mag u indien het goed vastzit inhouden. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer. Hier wordt u dan verder geholpen. Voordat de operatie begint krijgt u de afgesproken verdoving. Via een infuus krijgt u vocht toegediend. Tijdens en na de operatie worden bloeddruk, pols en wond regelmatig gecontroleerd. 1/5
4. De operatie Voorwandplastiek Tijdens deze operatie worden de uitgezakte vaginavoorwand en blaas, die u soms als een bol in opening van de schede ziet uitpuilen, op hun plaats gebracht. Deze operatie wordt via de vagina uitgevoerd. De gynaecoloog begint met het losmaken van de vaginawand van de onderliggende, uitbollende blaas en plasbuis. Vervolgens neemt de arts de verzakte blaas in en zet het te ruime bindweefsel van de blaas in het midden weer aan elkaar vast. De blaas wordt nu door bindweefsel ondersteund. Daarna wordt de vaginawand, die ook te wijd geworden is, gedeeltelijk weggenomen. De gynaecoloog hecht de vaginawand vervolgens over de blaas. Zo komt de vaginavoorwand weer op de plaats te zitten waar hij hoort en is de uitstulping verdwenen. Ook de overgang tussen de blaas en plasbuis is verstevigd als gevolg van de operatie, waardoor er minder gemakkelijk ongemerkt urineverlies optreedt.
Achterwandplastiek: Tijdens de achterwandplastiek wordt de uitgezakte vagina-achterwand, die u soms als een bol uit de schede ziet puilen, en de endeldarm op hun plaats teruggebracht. Deze operatie bestaat uit twee delen. De gynaecoloog begint met de vagina-achterwand. Als eerst wordt de vagina-achterwand in het midden losgemaakt van de in het midden liggende uitstulpende darm. Vervolgens wordt de darmwand ingenomen en het bindweefsel van de darm in het midden aan elkaar gezet. De darm wordt nu door bindweefsel ondersteund. In het tweede gedeelte van de operatie neemt de gynaecoloog de vaginawand die ook te wijd is geworden, gedeeltelijk weg. De vaginawand wordt daarna over de darm gehecht. Zo komt de vaginaachterwand weer op de plaats waar hij hoort te zitten en is de uitstulping verdwenen. 5. Duur van de operatie De voor- en achterwandplastiek duren beiden ongeveer 15 minuten. Wanneer u aan zowel aan de voor- als achterwand wordt geopereerd zal de operatie ongeveer 30 minuten duren.
2/5
6. Na de operatie Tijdens de operatie is een blaaskatheter via de plasbuis ingebracht. Uit dit soepele, holle slangetje kan de urine afvloeien. De verpleegkundige zal deze katheter op de 3e dag van uw ziekenhuisopname verwijderen. Bij een voorwandplastiek gebeurt dit ’s avonds, bij een achterwand-plastiek gebeurt dit ’s morgens. Bij een voorwandplastiek kan het voorkomen dat u niet direct goed kunt plassen, dit zal door de verpleegkundige gecontroleerd worden. Vaak heeft de gynaecoloog een tampon ingebracht, dit is een lang gaas om bloedinkjes te stelpen; deze wordt een dag na de operatie door de verpleegkundige verwijderd. De eerste dagen kunnen de vagina en onderbuik gevoelig zijn door de operatie. U krijgt hier pijnstillers voor. Ook krijgt u een injectie tegen trombose. Dit wordt op de dag van de operatie al gegeven en gaat door totdat u het ziekenhuis weer verlaat. 7. Risico’s van de operatie Bij een verzakkingsoperatie komen zelden complicaties voor. Desondanks kunnen er complicaties optreden. Denkt u hierbij aan: Beschadiging van de blaas of endeldarm: Een enkele keer kan de blaas of endeldarm bij het losmaken van de omliggende weefsels beschadigd raken. Er ontstaat dan een gaatje in de blaas of endeldarm. Dit wordt tijdens de operatie weer hersteld. De opnameduur kan langer worden door de beschadiging. Nabloeding: Een nabloeding is een vrij zeldzame complicatie bij een verzakkingsoperatie. Vaak voldoet het om (opnieuw) een tampon in de vagina te brengen. Soms is een tweede operatie noodzakelijk. Blaasontsteking: Een blaasontsteking is een veel voorkomend probleem na een verzakkingsoperatie. Bij een voorwandplastiek krijgt u uit voorzorg een antibioticakuur mee voor 5 dagen. U begint met deze kuur wanneer de katheter verwijderd is. Problemen met het opgang komen van het plassen: Door de veranderde positie van de blaas en plasbuis kunt u problemen ondervinden met het plassen. Als u deze moeilijkheden heeft, krijgt u een langere tijd een katheter of leert u uzelf katheteriseren. Deze problemen zijn vaak van tijdelijke aard. Urine-incontinentie: Urineverlies is een andere mogelijke complicatie van een verzakkingsoperatie. Hier is niet altijd duidelijk waardoor deze complicatie ontstaat. Om die reden is de complicatie ook niet altijd te voorkomen. Het urineverlies is meestal niet ernstig. Mocht het urineverlies toch hinderlijk zijn, dan is het meestal mogelijk een bekkenbodemtraining of een aanvullende kleine ingreep te verhelpen. Ontlasting: Enkele dagen na de operatie komt de ontlasting vanzelf weer op gang. Zo nodig krijgt u medicatie wat de ontlasting bevorderd. Van de operatiewond hebt u weinig last, wel is beter om flink persen te vermijden. Na de genezingsperiode verloopt de ontlasting na een achterwandplastiek vaak gemakkelijker. 3/5
Seksuele problemen: Bij een achterwandplastiek wordt de ingang van de vagina wat nauwer. De gynaecoloog houdt de ingang van de schede ruim genoeg voor het hebben van gemeenschap. Door de operatie kan littekenweefsel optreden dat vooral in de eerste periode van de operatie gevoelig kan zijn. Bij een voorwandplastiek zijn seksuele problemen niet te verwachten. Over het algemeen kan gemeenschap juist vaak weer prettiger verlopen na een voor- of achterwand plastiek. Mocht u toch seksuele problemen ervaren, aarzel dan niet om een afspraak met uw gynaecoloog te maken en hierover te praten. Deze problemen kunnen vaak verholpen worden. 8. Naar huis U zult 3 tot 4 dagen na de operatie in het ziekenhuis verblijven. U krijgt adviezen voor thuis mee en een afspraakkaartje voor een poli controle bij uw gynaecoloog. 9. Herstel na de operatie De duur van het uiteindelijke herstel is bij elke vrouw verschillende. Sommige zijn na zes weken weer volledig hersteld, bij anderen vergt het een half jaar of nog langer voordat zij zich weer de oude voelen. • Krijgt u koorts hoger dan 38 graden of bloedingen, neem dan contact op met de afdeling Gynaecologie. (buiten kantooruren 0543 54 44 86, tijdens kantooruren 0543 54 46 50) • Luister goed naar uw eigen lichaam. • Het is belangrijk dat u goed drinkt, anderhalf tot twee liter per dag • Zwaar tillen en zwaardere huishoudelijke bezigheden kunt u de eerste zes weken na de operatie beter uitstellen. Wel kunt u meestal na een week weer licht huishoudelijk werk doen, zoals eten koken en afwassen. • Als u buitenshuis werkt is het aan te raden om de eerste vier weken na de operatie niet te werken. Doet u lichamelijk zwaar werk overleg dan voor de operatie al met uw gynaecoloog wat u het beste kan doen. • Het is niet verstandig om seksuele gemeenschap te hebben voordat u voor een controleafspraak bij de gynaecoloog bent geweest. Uw vaginawand kan namelijk beschadigd raken. Tijdens de controleafspraak kijkt de gynaecoloog of de vaginawand goed genezen is. Als dit weer het geval is kunt u weer gemeenschap hebben. • Tot ongeveer zes weken na de operatie kan het voorkomen dat u bloed verliest. Dit is normaal. Het wordt langzaam minder en gaat vaak over in bruinige of gelige afscheiding. • Het kan zijn dat er opnieuw klachten ontstaan. De oorzaak van de verzakking of van het urineverlies kan niet altijd verholpen worden. Er bestaat geen behandeling die garandeert dat een verzakking definitief uitblijft. Als u denkt dat er sprake is van een nieuwe verzakking, aarzel dan niet en neem contact op met uw huisarts. Vragen Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie. T 0543 54 46 50. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur.
4/5
Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijk toestemming geeft, mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor uw behandeling nodig is. Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar op de afdeling en bij de gastenservice in de centrale hal. Adresgegevens SKB Streekziekenhuis Koningin Beatrix Bezoekadres: Beatrixpark 1 7101 BN Winterswijk Postadres: Postbus 9005 7100 GG Winterswijk T 0543 54 44 44 F 0543 52 23 95 E-mail
[email protected] Website www.skbwinterswijk.nl
De inhoud van deze folder is ontleend aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
_____________________________________ Foldernummer: vrk 147 versie december 2012
5/5