VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie:
Lineaire opleiding
Onderwijsvorm:
Secundair onderwijs
Onderwijsniveau:
BSO
Graad:
derde graad
Studiegebied:
Hout
Opleiding:
Meubelmakerij
Leerjaren:
3-jarige cyclus
Aantal lestijden:
6 lestijden/week
Vakken:
PV Praktijk van het vak TV Technisch tekenen TV Technologie
Nummer GO:
2005/023L (vervangt 2004/633L)
Nummer Inspectie:
04-05/1319/G (vervangt 03-04/1128/G)
4/4/4 lt/w 1/1/1 lt/w 1/1/1 lt/w
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
1
INHOUD Visie ........................................................................................................................................................ 2 Beginsituatie .......................................................................................................................................... 3 Algemene doelstellingen ...................................................................................................................... 4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden................................................................................................ 6 Technologie: constructieleer-uitvoeringsleer .................................................................................6 Technologie: materialenleer........................................................................................................ 11 Technologie: gereedschapsleer – machineleer .......................................................................... 17 Technologie: machineleer ........................................................................................................... 18 Technologie: stijlleer en vormgeving........................................................................................... 23 Technisch tekenen ...................................................................................................................... 27 Beroepspraktijk............................................................................................................................ 33 Methodologische wenken................................................................................................................... 38 Pedagogisch-didactische wenken............................................................................................... 38 Didactische hulpmiddelen ........................................................................................................... 44 Evaluatie ............................................................................................................................................... 50 Bibliografie ........................................................................................................................................... 51
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
2
VISIE De opleiding “houtbewerking” in de 2e graad krijgt ook een vervolg in de 3e graad, maar wordt noodzakelijk opgesplitst in “Meubelmakerij” en “Schrijnwerkerij”. Dit leerplan bevat de leerinhouden en doelstellingen voor het vak “Meubelmakerij” 3e graad. In de 2e graad zijn de leerinhouden naar enkelvoudige technische verwezenlijkingen gericht. In de 3e graad Meubelmakerij worden de leerinhouden van technisch tekenen, technologie en praktijk in een toegepaste vorm verwerkt. Een zekere mate van ruimtelijk inzicht en een goede kennis van de enkelvoudige materialen en constructies is een pluspunt. Vooral voor nieuwe cursisten die instromen (vooral in het eerste jaar) moet de nodige aandacht worden geschonken aan een integratie van ontbrekende fundamenten. Verdere studies: -
Stijl en Eigentijds meubel 3e graad Modulair;
-
Houtsnijwerk en -draaiwerk 3e graad Modulair;
-
Zitmeubel 3e graad Modulair;
-
Uitbreiding Technologie + uitbreiding beroepspraktijk Machines Modulair;
-
Machineoperator Modulair;
-
CNC-gestuurde machines.
Tewerkstellingsmogelijkheden -
Zelfstandig meubelmaker (eventueel na enkele jaren ervaring en het behalen van attest bedrijfsbeheer).
-
Binnen de houtnijverheid: als volwaardig meubelmaker, als restaurateur van meubels, stoelmaker, zetelmaker – salonbouwer, kasten, kleinmeubels, keukenbouwer en -plaatser, houtdraaier, matrijzenmaker, lijsten en kadermaker, enz., in toeleveringsbedrijven: houthandel, meubelwinkels in een technische functie en na bijscholing en ervaring ook in een commerciële functie.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
3
BEGINSITUATIE Omdat de meeste cursisten geen opleiding houtbewerking in de 2e graad hebben gevolgd, of dit al menige jaren geleden is, wordt er in het eerste jaar zowel in de vakken TV als PV de basiskennis van de 2e graad en die vooral betrekking hebben tot de meubelmakerij gebundeld en uitgediept. Zodat de cursisten die geen vooropleiding houtbewerking hebben genoten toch zonder problemen in het studiegebied hout-meubelmakerij worden geïntegreerd. In de eerste fase komen in de lessen TV en PV de voornaamste handgereedschappen aan bod, soorten, hantering en gebruik, evenals de houtanatomie, het tekenen van eenvoudige vormen en verbindingen in aanzichten perspectieven en later ook in doorsneden. In de praktijk worden dan ook de meest gebruikte verbindingen met de hand gemaakt. In de tweede fase komen er in de lessen TV en PV enkele houtbewerkingsmachines aan bod, waarmee de cursisten in de praktijklessen weer enkele verbindingen machinaal dienen te maken. Met een eenvoudig driedimensionaal werkstukje b.v. bijzettafeltje wordt deze tweede fase afgerond. (Dit zijn opgelegde taken.) In de derde fase mogen de cursisten een eigen werkstuk maken, d.w.z. dat de cursisten in samenspraak met de betrokken leerkracht een werkstuk kiezen. Hier wordt vooral de nadruk gelegd op kleinmeubelen. In het tweede jaar komen vooral de constructies tafels en stoelen, commodes, eenvoudige bureaus en simpele plaatmeubelen aan bod, met uiteraard een uitbreiding van de machineleer en de verdere afwerking van meubelen en verschillende soorten afwerkingsmaterialen. In het derde jaar komen de meubelen aan bod, waarbij de moeilijkheidsgraad wat betreft de constructie beduidend hoger is. B.v. bedden recht of gebogen, bureaumeubelen, meubelen met schuine hoeken, halkasten of kleerkasten met gebogen kop, staande klokken, enz. De meubelen kunnen vervaardigd worden uit massief hout of in plaatmaterialen. In de technische vakken worden deze constructies en constructiemoeilijkheden besproken en uitgetekend + de materialen die nodig zijn om bepaalde meubelonderdelen met elkaar te verbinden uitgebreid besproken. De technologie wordt nog aangevuld met stijlleer, zodat de cursisten weten hoe, waar en wanneer de verschillende meubelstijlen ontstaan zijn. Voor de opleidingen van het niveau BSO3 worden toegelaten: 1e leerjaar: o
Zij die voldoen aan de voltijdse leerplicht, d.w.z.15 jaar uiterlijk op 31 december van het lopende schooljaar en tenminste de eerste twee leerjaren van het secundair onderwijs gevolgd hebben.
2e leerjaar: o
Zij die in een afdeling met dezelfde oriëntatie ofwel het 1e jaar van de hogere secundaire technische of beroepsleergangen, ofwel het 2e jaar van een hogere secundaire technische of beroepsschool, beëindigd heeft met 50% van het totaal der punten.
o
of slaagt voor een toelatingsexamen.
3e leerjaar: o
Zij die in een zelfde afdeling ofwel het 2e jaar van de hogere secundaire technische of beroepsleergangen, ofwel het 3e jaar van een hogere secundaire technische of beroepsschool, heeft beëindigd met 50% van het totaal der punten.
o
of slaagt voor een toelatingexamen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1. Algemene kennis. -
Praktische taalbeheersing bezitten.
-
Over actuele en vakgebonden onderwerpen een volwassen gesprek kunnen voeren.
-
Kritische zin bezitten.
2. Beroepsgerichte kennis. -
Technieken over planning en organisatie beheersen.
-
Technisch rapporteren.
-
Kennis hebben over de aankoop van materialen en gereedschappen.
-
Werkvoorbereidingen opstellen voor zowel enkelvoudige uitvoeringen als serieproducties.
-
De courante machines instellen en bedienen.
-
Prijsbewust denken in functie van kwaliteit en stabiliteit bij meubeluitvoeringen.
-
Kwaliteitsbewust denken en handelen.
3. Vereiste vaardigheden. -
De voorhanden zijnde machines instellen en bedienen.
-
Gereedschappen verantwoord kunnen hanteren en instellen.
-
Zin voor afwerking tonen
-
Verschillende afwerkingstechnieken kunnen toepassen.
4. Vereiste persoonlijkheidskenmerken. -
De volgende kenmerken in zekere maten bezitten: -
doorzettingsvermogen;
-
zin voor verantwoordelijkheid;
-
flexibiliteit;
-
zin voor nauwkeurigheid;
-
bereidheid tot nascholing;
-
kwaliteitsbewust handelen;
-
zin voor veiligheid en hygiëne;
-
ambitieuze instelling;
-
creativiteit.
4
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
5
Technologie: constructieleer De cursisten kunnen zelfstandig een meubel ontwerpen. Dit meubel kan rechte of gebogen vormen bezitten, met of zonder schuine hoeken. Aangepaste keuze i.v.m. hang- en sluitwerk en garnituren behoort uiteraard tot de leerstof.
Technologie: materialenleer De cursisten kunnen zelfstandig een verantwoorde keuze maken over de te gebruiken materialen in functie van constructie, de verwerkingsmogelijkheden en de bestemming. Eigenschappen van het hout kennen en inzien welke toepassingen hieruit voortvloeien. De materialen op een constructieve en economische verantwoorde wijze kunnen toepassen. Weten hoe hout zich gedraagt en hoe het oordeelkundig wordt gedroogd. De juiste afwerkingsmaterialen kiezen bij bepaalde toepassingen en ze kunnen aanbrengen.
Technologie: machineleer De cursisten moeten de behandelde houtbewerkingsmachines naar bouw, mogelijkheden, beweegbare delen, instelling en gebruik kennen. De veiligheidsvoorschriften en veiligheidstoestellen kunnen toepassen. De meest geschikte verspaning bewerkstellingen en het best geschikte snijgereedschap hiervoor kiezen.
Technologie: stijlleer en vormgeving Interesse opbrengen en aandacht besteden aan de evolutie en de betekenis van de verschillende stijlperiodes. Specifieke kenmerken van de stijlperioden kennen en herkennen.
Technisch tekenen Een tekenopdracht met de nodige nauwkeurigheid kunnen uitvoeren met toepassing van de bestaande normalisatie, richtlijnen en conventies. Inzien hoe een driedimentionele vorm aan de hand van tweedimentionele tekeningen kan bepaald worden. Zin betonen voor vormgeving en esthetiek. Het schetsen zo te beheersen dat een technisch concept op verstaanbare manier op papier kan gebracht worden en als voorbereiding op de technische tekening kan gebruikt worden. Een tekening kunnen lezen d.w.z. uit een verzameling van gegevens datgene halen wat essentieel is voor het construeren.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN TECHNOLOGIE: CONSTRUCTIELEER-UITVOERINGSLEER
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 1e leerjaar 1
2
Technologie: constructieleer - uitvoeringsleer
- De verbindingen indelen en benoemen.
1
Houtverbindingen
- De functie en de gestelde eisen van een constructie toelichten.
• • •
In de lengte van de vezelrichting Evenwijdig aan de vezelrichting Met hoekvormende vezelrichting
- Het doel en de betekenis van de paring- en afschrijftekens omschrijven.
2
Paring- en afschrijftekens
- De verschillende delen onderscheiden.
3
Halfhoutverbindingen
- De voor- en nadelen van deze verbindingen opsommen.
• • •
Hoekverbinding op halfhout Middenverbinding op halfhout Kruisverbinding op halfhout
- De constructies inzichtelijk en schematisch analyseren.
4
Pen- en gatverbindingen
- De invloed van de groef, sponning en lijst op de constructie verklaren.
• • • •
Open pen en gat Gesloten pen en gat Gesloten (niet doorgaand) pen en gat met groef, sponning en/of lijst Verstekverbinding
- Inzichtelijk de paringstekens aanbrengen. - De mooiste zijde van een stuk hout bepalen. - Inzichtelijk een driedimensionaal werkstuk paren. 3
- De diverse opsluitmiddelen bepalen. - De verbindingen inzichtelijk afschrijven, kwaliteitswaardig uitvoeren en afwerken. 4
- De eigenschappen en gestelde eisen van deze verbindingen kennen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen •
Scherpe/stompe hoekverbindingen
- De constructiemethode van de breedteverbindingen, evenwijdig aan
5
Breedteverbindingen
De ezelrichting schematisch weergeven.
- Zelfstandig de breedteverbindingen bepalen i.f.v. een bepaalde toepassing.
• • • • •
Met koude voeg Tand en groef Losse veer Drevels Volgens verlijmingsprofielen
- Het doel van de werktekening omschrijven.
6
De werktekening + Houtstaat
- De verschillende deeltekeningen op een werktekening opsommen.
• • •
Algemeenheden Doel Opmerkingen
- De werkvolgorde van de uit te voeren samenstellingen opstellen. - De verbindingen inzichtelijk afschrijven. - Het begrip toesteek en vermindering verklaren. - Verstek- en valse verstekverbindingen afschrijven. 5
- Het belang van de groeiringen, vezelrichting en houttekening bij de samenstelling toelichten.
6
- Een houtstaat maken en opstellen. - Het doel en de betekenis van de diverse kolommen toelichten 2e leerjaar
7
Technologie: constructieleer - uitvoeringsleer
- De eigenschappen opsommen van een goede hoekverbinding.
7
Hoekvormende verbindingen in de houtbreedte
- De schuinte van de staarten aantonen.
• • • • • • •
Keepverbinding Met tand (diepe vergaring) Doorgaande zwaluwstaartverbinding Half verdoken zwaluwstaartverbinding Verdoken zwaluwstaartverbinding Verstekverbinding Constructie met mussenstaarten
- Het aantal staarten t.o.v. de breedte van het hout bepalen. - De constructie van een onzichtbare zwaluwstaartverbinding toelichten.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
8
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 8
- Het doel van een tafel definiëren.
8
Tafels
- Tafels naar vorm en functie indelen.
• • • • • • •
Doel Soorten Afmetingen en houtsecties Tafelbladconstructies: massief – plaatmateriaal Tafelstoelconstructies Maken van gebogen regels: rond uitzagen, lamelleren, stomen Bevestigingsmogelijkheden van tafelbladen op onderstel
- De functie van een stoel toelichten.
9
Stoelen
- De eisen van een gemakkelijk zittende stoel opsommen.
• • • • • • • •
Functie Eisen Onderdelen Modellen Afmetingen en houtsecties Zittingen Versterken van stoelen Gebogen achterstijlen en rugregels: uitzagen, lamelleren, buigen onder stoom
- De functionele afmetingen van een tafel kennen. - De verschillende tafelbladconstructies opsommen. - De constructies van de verschillende tafelstoelen toelichten. - De gestelde eisen die aan een tafel worden gesteld toelichten. - De keuze van de gebruikte materialen verantwoorden. - De toegepaste constructie motiveren. - Het esthetische van een tafel aanvoelen. - Varianten van tafelconstructies schetsen. - Drie mogelijkheden benoemen om gebogen regels te maken en de werkmethoden toelichten. - Enkele mogelijkheden schetsen om een massief en/of een in plaatmaterialen gemaakt tafelblad te bevestigen. 9
- De onderdelen van een stoel benoemen. - De verschillen in diverse stoelmodellen verklaren. - De constructie van een stoel met trapeziumvormig zitvlak bepalen. - De verschillende zitvlakconstructies in schets weergeven. - Enkele stoelbekledingen benoemen en de constructies verklaren. - De stabiliteit van een stoel toelichten. - Diverse stoelversterkingen schetsen. - De esthetiek van een stoel aanvoelen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen - De verschillende mogelijkheden om de achterstijlen en regels van een stoel benoemen en verklaren. - Het begrip “lamelleren” verklaren. 10
- De functionele afmetingen van een bureaumeubel kennen.
10
Commode en eenvoudige bureau
- Enkele belangrijke ladeverbindingen benoemen en schetsen.
• •
Ladeconstructies Ladelopers (geleiders in hout): - onderlopers – middenzijlopers – bovenzijlopers
- De verschillende plaatverbindingen benoemen en schetsen.
11
Eenvoudig plaatmeubel (kastje)
- Het juiste hang- en sluitwerk kiezen.
•
Verbindingen: drevels – Lamellen – losse veren – in verstekvorm – uitneembare verbindingen
- De loopsystemen van elkaar onderscheiden. - De glijsystemen (lopers) in doorsnede weergeven. - De voor- en nadelen van de verschillende lopers kennen. 11
- De diverse constructiemogelijkheden van massieve elementen en plaatmaterialen schematisch voorstellen. - De stabiliteit van het meubel toelichten en verzekeren. - Enkele soorten metalen ladegeleiders benoemen. - De geschikte ladegeleiders kiezen. 3e leerjaar
12
- De functionele afmetingen van de verschillende bedden en matrassen kennen. - De onderdelen van een bed benoemen. - De mogelijkheid tot het in en uit elkaar nemen van bedden toelichten - Het verschil in hoogte van het kopstuk en voetstuk bepalen. - De constructie met een gebogen bovenregel toelichten. - De verschillende mogelijkheden benoemen voor het verbinden van de bedsponden met kop- en voetstuk.
Technologie: constructieleer - uitvoeringsleer 12
Bedden
• •
Constructies: rechte of gebogen bovenregel Afmetingen: één- en twee-persoonsbedden, andere
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 13
- Het doel van demonteerbare kasten omschrijven.
13
Kastconstructies (massief - semi-massief)
- De kastvoetsoorten benoemen en schetsen.
• • • •
Demonteerbare en niet demonteerbare kasten Kastvoetsoorten Kastbodems Constructies met massieve en beplakte meubelbladen
• • • •
Constructies van kastdeuren: indek - opdek Binnenverdeling van kasten Kasten met gebogen kopstuk Kasten met schuine hoeken
- Verschillende kastbodemconstructies schematisch voorstellen. - De voornaamste verbindingen voor het maken van massieve kastbladen benoemen. - De verschillende kantafdekkingen bij kastbladen in plaatmateriaal benoemen en in schets weergeven. - Het verschil tussen indek en opdek toelichten. - De voordelen van een opdekdeur omschrijven. - Het juiste hang- en sluitwerk voor zowel opdek als indek kiezen. - De verschillende constructiemethoden voor het plaatsen van tussenschotten toelichten en in doorsnede schetsen. - De verschillende methoden toelichten voor het ondersteunen van verlegbare legplanken. - De diverse constructiemogelijkheden van massieve elementen en plaatmaterialen schematisch voorstellen. - De stabiliteit van het meubel toelichten. - De verschillende mogelijkheden om een gebogen bovenregel te maken benoemen. - De verschillende constructiemogelijkheden om een gebogen kopstuk af te dichten opsommen en in schets weergeven. - De verschillende methoden omschrijven voor het vervaardigen van schuine hoek(en) stijlen en schetsen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
11
TECHNOLOGIE: MATERIALENLEER
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 1e leerjaar 1
Technologie: materialenleer
- Zichtbare gebreken in het hout aanduiden.
1
Houtstructuren
- De sapstromen binnen de boom uitleggen.
• • • • •
Groei van de boom Snijvlakken van hout Bestandsweefsels Differentiatie loof- en naaldhout Bijzondere vormen: groeiringen, verkerning, wortelknollen, stofwisselingsproducten, kwasten Macrokenmerken: kleur, groeiringen, nerf, draadverloop, tekeningen, geur
- Onderscheid makken tussen radiale, transversale en tangentiële sneden en vlakken. - Dosse en gekwartierde planken sorteren. - Bestandsweefsels benoemen en hun functie verklaren. - Diktegroei van de boom uitleggen.
•
- Naaldhout van loofhout onderscheiden door de verschillen in houtstructuur uit te leggen. - Verband leggen tussen de dikte van een groeiring en de hardheid bij ringporig loofhout en bij naaldhout. - Het voorkomen van kwasten verklaren. - Enkele belangrijke zaagwijzen schetsen. - De begrippen gekantrecht en niet gekantrecht hout verwoorden. 2
- Werking van hout in de lengte, breedte en dikte beschrijven.
2
Eigenschappen van het hout
- De lineaire en volumekrimp uitleggen.
•
Eigenschappen
•
Duurzaamheid
•
Drogen van hout
- De gevolgen van krimpen en uitzetten toelichten. - Het onderscheid tussen natuurlijke en kunstmatige duurzaamheid uitleggen. - De waarde van de duurzaamheidklassen omschrijven. - Onderscheid aantonen tussen natuurlijk en kunstmatig drogen. - De vormverandering bij het drogen schematisch aantonen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen - Een methode omschrijven om het vochtgehalte te meten.
•
Houtaantasting en verduurzaming
- De houtsoorten naar hun uiterlijke kenmerken onderscheiden.
3
Houtsoorten
- Enkele toepassingsmogelijkheden van de behandelde houtsoorten opnoemen.
• • • • • •
Vuren Grenen Oregon - Douglas Eiken Beuken Essen
- De verschillende stadia bij het drogen uitleggen. - Het hygroscopisch gedrag van hout verklaren. - De verschillende mogelijkheden benoemen om droogscheuren van balken en planken te voorkomen. - De bijzonderste houtvernielers herkennen. - De oorzaken van woekeren van zwammen omschrijven. - Het onderscheid tussen ziekten, gebreken en vernieling van hout kennen en verklaren. - Verschillen tussen preventieve en curatieve behandeling van hout verklaren.
3
- De belangrijkste natuurlijke en mechanische eigen schappen benoemen. - Andere alternatieve houtsoorten opsommen. - De herkomst van de houtsoorten op en wereldkaart situeren. 2e leerjaar 4
Technologie: materialenleer
- Deze houtsoorten van elkaar onderscheiden.
4
Houtsoorten
- Met behulp van een classificatietabel de duurzaamheidsklasse bepalen.
•
Amerikaans naaldhout: redwood, ceder, oregon pine, pitch pine yellow pine, parana pine, enz * Loofhoutsoorten: berk, esdoorn, olm, kastanje, kersen, noten
•
Tropische houtsoorten: teak, afrormosia, iroko, DR. Meranti,
- De eigenschappen toelichten. - De toepassingsmogelijkheden toelichten. - De herkomst van de houtsoorten situeren op een wereld kaart.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen
- Aan de hand van de gekregen kenmerken de houtsoorten identificeren.
• • • • • • •
Herkomst Kenmerken Eigenschappen Bewerking Toepassingen Bevoorrading Opmerkingen
- Engelse duimmaten naar metrische maten omzetten.
5
Handelsafmetingen van hout
- De genormaliseerde houtsecties in een tabel kunnen terugvinden.
• •
Massief op bool Massief gekantrecht
- Aan de hand van de houtstaat de hoeveelheid te gebruiken hout berekenen.
6
Kostprijsberekening van hout en werkstuk
• - Met de voorhanden zijnde formules het aantal LM hout omzetten in • m², m³ en omgekeerd. • - Boolhout berekenen in m³.
In lengte meter In m² In m³
- Het opbrengen met borstel verklaren.
7
Meubelafwerkingsprodukten I
- De werking van een verniswalsmachine uitleggen.
• • • • • • •
Kleuren – aanbrengingstechnieken Beitsen – doel Kleurvermengde producten – soorten Waterkleuren - oliekleuren – bereidingen Beitsen: ammoniak, soda, zoutloog … Boenen Poriënvulsel
- Andere gelijkaardige houtsoorten kunnen benoemen.
5
sipo, abachi (soorten), ovenköl, ramin, movingui, Amerikaans noten, enz
- De gestandaardiseerde lengtematen van inlands, Noors en Amerikaans naaldhout kennen. 6
7
- De dompelmethode verwoorden. - Het onderscheid tussen kleuren en beitsen definiëren. - Poeder en pigmentkleuren kennen en toepassen. - Waterkleursel bereiden en de samengestelde delen benoemen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen - De ingrediënten van boenwas opsommen.
•
Vernissen
- Logen, gassen en metaalzouten die bij beitsen gebruikt worden kennen en toepassen. - De verschillende kleurproducten van elkaar onderscheiden - De specifieke eigenschappen toelichten. - Het onderscheid tussen een grondlaag en een afwerkingslaag verwoorden. - Het begrip “filmvormende” en “niet filmvormende laag” omschrijven. - Schadelijke producten veilig gebruiken. - Spontaan de veiligheidsvoorschriften in acht nemen. - De etikettering en gebruiksvoorschriften begrijpen. 3e leerjaar 8
Technologie: materialenleer
- Het doel van de verschillende houtlijmen kennen.
8
Houtlijmen
- Het begrip”open tijd” van de lijm toelichten.
• • • • • •
Warme lijmen – koude lijmen PVAC – lijmen Super waterbestendige witte houtlijm D3 Polyurethaanlijm éénkomponentig D4 Polyurethaanlijm tweecomponenten Contactlijmen
- De specifieke eigenschappen van de verschillende lijmen kennen. - De aanbrengingsmethoden voor het aanbrengen van deze lijmen toelichten en de veiligheidsvoorschriften naleven. - De samenstelling van de lijmen omschrijven. - De juiste lijm kiezen i.f.v. een toepassing. - De verwerkingsmethoden met contactlijm omschrijven. - De 2 soorten contactlijm benoemen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 9
- Het onderscheid tussen geschild en gesneden fineer toelichten.
9
Plaatmaterialen
- Het verdelen en samenvoegen van fineer kennen.
• • • • • • • •
Fineer: geschild - gesneden Triplex Multiplex Meubelplaat: Staafjesplaat - blokplaat Spaanplaat Kunststofplaat Hardboardplaat MDF-plaat
- Links en rechts hang- en sluitwerk van elkaar onderscheiden.
10
Hang- en sluitwerk voor meubelen
- Het beslagwerk van een tekening aflezen.
• • • • •
Paumelles Scharnieren Fitsen Sloten Knippers en trekstalen
- Het kwartiers, halfkwartiers en dosse fineersnijden schematisch weergeven. - Toepassingsmogelijkheden van plaatmateriaal kennen. - Samenstelling van triplex, multiplex en meubelplaat kennen. - De plaathoutsoorten volgens hun conventionele voorstelling identificeren. - De meest gebruikte handelsafmetingen en kwaliteit op een tabel terugvinden en kennen. - De opbouw van het plaatmateriaal in doorsnede weergeven. - Het fabricageproces van plaatmaterialen beschrijven. - Deze platen naar hun uiterlijke kenmerken onderscheiden. - De bewerkingsvoorschriften toelichten. - De belangrijkste eigenschappen benoemen. - Het begrip densiteit verduidelijken. - De vervaardiging, samenstelling en kwaliteit omschrijven. - In functie van de toepassing het juiste houtderivaat kiezen. 10
- Het juiste hang- en sluitwerk voor een bepaald werk kiezen. - Zelfstandig de bestelling opmaken voor de aankoop van beslagwerk - Het verschil tussen opdek en indek toelichten. - De verschillende soorten hang- en sluitwerk benoemen.
Indek en opdek
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 11
- De verschillende verbindingsmaterialen benoemen.
11
Verbindingsmaterialen voor demonteerbare meubelen
- Het juiste verbindingsmateriaal voor een bepaald werk kiezen.
• •
Bedden: bedschroeven, bedhaken, bedgarnituren (Kleer)kasten: opschroefbare en ingewerkte kastsluitingen
12
Meubelafwerkingsprodukten II
- De verschillende sluitingen oordeelkundig plaatsen. - De functie van de verschillende onderdelen aantonen. 12
- Logen, gassen en metaalzouten die bij beitsen gebruikt worden kennen en toepassen.
• • - De specifieke eigenschappen toelichten. • • - Het onderscheid tussen een grondlaag en een afwerkingslaag • verwoorden. - Het begrip “filmvormende” en “niet filmvormende laag” omschrijven. • • - Schadelijke producten veilig gebruiken. - De verschillende kleurproducten van elkaar onderscheiden
- Spontaan de veiligheidsvoorschriften in acht nemen. - De etikettering en gebruiksvoorschriften begrijpen.
Lakken Logen Nitro-cellulose Polyurethaan Onverzadigde polyesters Waterlakken en vernissen Acrylaten, alkydharsen
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
17
TECHNOLOGIE: GEREEDSCHAPSLEER – MACHINELEER
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 1e leerjaar 1
Technologie gereedschapsleer – machineleer
- De onderdelen van de schaven benoemen.
1
De handschaven
- De functie van de keerbeitel omschrijven.
• •
De blokschaaf + reischaaf De metalen schaven
- Het begrip strijken, zetten en vijlen toelichten.
2
De zagen
- Van de te gebruiken zagen de tandvorm en –grootte verklaren.
• • • •
Rugzaag Handzaag (St. Jozefzaag) Verstekzaag Toffelzaag
- Een snijdende beitel van een botte beitel onderscheiden.
3
De beitels
- Bepalen wanneer een beitel dient geslepen en/of afgewet te worden.
• • •
Steekbeitels Schietbeitels Gutsbeitels - houtsnijbeitels
- De schuine stand van de keerbeitel verklaren. - Inzien waarom de keerbeitel overbodig is bij het schaven van kopshout. - De schaaf oordeelkundig hanteren. - De specifieke gebruiksmogelijkheden kennen. - Andere schaven met hun gebruiksmogelijkheden benoemen. 2
- De meest geschikte zaag kiezen voor een bepaald werk. - De oorzaak van een niet goed functionerende zaag achterhalen. 3
- De voorzorgen kennen om de slijtage van het snijgereedschap te beperken. - Een beitel oordeelkundig en veilig hanteren. - De gebruiksmogelijkheden opnoemen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
18
TECHNOLOGIE: MACHINELEER
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 1e leerjaar 1
Technologie: machineleer
- De functie van de samengestelde delen toelichten.
1
De lintzaagmachine
- Het juiste zaaglint bepalen voor een bepaald werk en/of houtsoort.
• • • • •
Onderdelen Gebruik Instelling Zaaglinten Veiligheidsaspecten
- De functie en instelling van tafels en geleider toelichten.
2
De vlakschaafmachine
- Een stuk hout methodisch zuiver vlak en haaks schaven.
• • • •
Onderdelen Gebruik Instelling Veiligheidsaspecten
3
De vandikteschaafmachine
- De machine veilig instellen, bedienen en onderhouden. - Het zaaglint methodisch en juist vervangen. - De geleiders instellen - De lengte van het zaaglint bepalen. - Het in gebruik zijnde zaaglint beoordelen. 2
- Concluderen welke correcties er dienen uitgevoerd te worden bij onnauwkeurig werken van de machine. - Het hout naar vezelrichting beoordelen. - De eigen veiligheid en die van de omgeving waarborgen. - Het begrip golfslag (cycloïdeboog) verklaren. 3
- De samengestelde delen van de machine aantonen en benoemen.
• • - De functie van de noodstop toelichten. • - De draaizin van de bewegende onderdelen schematisch aantonen. • - Het hout oordeelkundig en dit overeenkomstig met de vezelrichting op de juiste afmeting schaven.
- De juiste aanvoersnelheid berekenen. - De schaafmessen vervangen.
Onderdelen Bewerkingen Aanvoersnelheid Veiligheidsaspecten
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
19
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 4
- Methodisch en veilig de machine instellen, bedienen en onderhou- 4 den. • - Een snijdende van een niet snijdende boor onderscheiden. • - Uit verschillende boorsoorten de juiste boor kiezen voor een be• paalde houtsoort/werk.
De langgatboormachine Onderdelen Gebruik Veiligheidsaspecten
- De gebruiksdoeleinden toelichten. 5
- De belangrijkste onderdelen van de machine benoemen.
5
De cirkelzaagmachines
- De machine veilig instellen, bedienen en onderhouden.
• • • • •
Formaatzaagmachine - Onderdelen Radiaalzaag Gebruik Afkortzaag Veiligheidsaspecten Zaagbladen Cirkelzaagmachine Spouwmes, geleider, voorritser
- Het juiste zaagblad kiezen. - De diverse types zaagbladen benoemen. - De functie van het spouwmes verklaren. - De te nemen veiligheidsvoorschriften in acht nemen. - Het juiste toerental volgens de diameter van het zaagblad en het te verzagen materiaal bepalen. - De geleider efficiënt plaatsen. 2e leerjaar 6
- De onderdelen van een pennebank schematisch aantonen en benoemen. - Methodisch en inzichtelijk de machineonderdelen bedrijfsklaar instellen voor een pen met gelijke en ongelijke schouderringen. - Vertrekkend van het nulpunt de regeling van de pennebank schematisch voorstellen. - De draaizin van de bewegende onderdelen aantonen t.o.v. het aan te voeren werkstuk. - Alternatieve mogelijkheden kennen om pennen te frezen. - De snijgereedschappen veilig vervangen.
Technologie: machineleer 6
De pennebank
• • • •
Voornaamste onderdelen Instelling bewegende delen Draaizin Veiligheidsaspecten
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
20
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen - Bij afwijkende vaststellingen de oorzaak bepalen. 7
- De onderdelen benoemen en hun functie toelichten.
7
De freesmachine + automatisch aanvoerapparaat
- De machine efficiënt, methodisch en veilig instellen en bedienen.
• • • • •
Specifieke onderdelen Instelling en bediening Snijgereedschappen Gebruik Veiligheidsapparaten en –aspecten
- De draai- en snijrichting van snijgereedschappen bepalen.
8
Snijgereedschappen voor houtbewerkingsmachines
- Snijwerking en basishoeken bepalen.
• •
Verspaningstechniek Soorten snijgereedschap en constructie
- Het juiste snijgereedschap kiezen. - Het toerental i.f.v. de snijsnelheid en de diameter van de frees bepalen. - De te nemen veiligheidsmaatregelen in acht nemen. - De instelbare snelheden van het aanvoerapparaat kennen. - Het aanvoerapparaat efficiënt instellen. - Oordeelkundig en veilig invalwerk uitvoeren. - Het verband dat bestaat tussen de voedingssnelheid en de zuiverheid van het freeswerk toelichten. 8
- De snijwerking en functie van voorsnijders toelichten. - De invloed van spaanhoek op de in- en uittredingshoeken verklaren. - De invloed van de zaagbladoversteek of freesdiepte op de in- en uittredingshoek verwoorden. - De invloed van de gereedschapsdiameter op de in- en uittredingshoek uitleggen. - De spaandikte per aanzet per snede inschatten. - De invloed op de spaandikte door de bladoversteek of snijdiepte verklaren. - De invloed van meeloop en tegenloop onderscheiden. - Het begrip spaanhoek en vrijloophoek verklaren.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
21
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen - Het begrip HSS, HM, SP, en TA van snijwerktuigen toelichten. 9
- De soorten schuurmachines van elkaar onderscheiden.
9
Schuurmachines
- De werking en de functie van de onderdelen van de langbandschuurmachine uitleggen.
• • • • • •
Handbandschuurmachine Kantbandschuurmachine Langbandschuurmachine Breedbandschuurmachine Bijzondere schuurmachines Schuurmiddelen
- De richtlijnen en handelingen kennen om massief en plaatwerk zuiver te schuren. - De bouw van de breedbandschuurmachine uitleggen. - De beschrijving van de belangrijkste onderdelen van een breedbandschuurmachine geven. - Schuurmiddelen van elkaar kunnen onderscheiden. 3e leerjaar 10
Technologie: machineleer
- De gebruiksmogelijkheden toelichten.
10
Bovenfreesmachines
- De bewerkingsvolgorde uitleggen voor het frezen met de bovenfreesmachine.
• • •
Handbovenfreesmachine Op voet Kopiëren met en maken van mallen (kalibers)
- Het frees(snij)gereedschap plaatsen. - De standtijd van het snijgereedschap toelichten. - Het freesgedrag van de machine aantonen. - De snijwerking schematiseren. - De machine veilig instellen. - De veiligheidsvoorschriften toepassen. - Aantonen waarmee rekening dient gehouden te worden bij het maken van mallen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
22
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 11
- De belangrijkste delen opnoemen.
11
Lamellenfreesmachine
- De werking verwoorden.
• • • • •
Delen Gebruik Werking Lamellenkoekjes Veiligheid
- De onderdelen en werking omschrijven.
12
De draaibank
- Methodisch een eenvoudig werkstuk draaien.
• • • •
Onderdelen Instelling Bewerkingen Veiligheidsaspecten
13
De kantlijmmachine
- De gebruiksmogelijkheden kennen. - De handelsafmetingen van de koekjes kennen.
12
- Het juiste beiteltype kiezen voor bepaalde bewerkingen. - De te nemen veiligheidsmaatregelen in acht nemen. -De riemoverbrenging bepalen. 13
- De werking van de verschillende onderdelen verklaren.
• - De drie hoofdbewerkingen bij de kantenaanlijming in de juiste volg- • orde bepalen. • • - De kwaliteit van de gekante vlakken, van de basisplaat en de gebruikte kantenmateriaal beoordelen. - De functie omschrijven.
- De soorten afplakbandjes benoemen en omschrijven. - De veiligheidsvoorschriften toepassen. - Andere verlijmingstechnieken benoemen en toelichten.
Soorten Onderdelen Gebruik Veiligheidsaspecten
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
23
TECHNOLOGIE: STIJLLEER EN VORMGEVING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 3e leerjaar 1
2
- Het verband tussen dit vak en de toepassing in de meubelmakerij duidelijk stellen.
Technologie: Stijlleer en vormgeving 1
Ontstaan, betekenis en belang
- Verwoorden welke elementen belangrijk zijn bij het ontstaan en evolueren van een stijl.
• • • •
Wat is stijl? Waardoor wordt stijl beïnvloed? Definitie van, stijlleer Terugkerende elementen
- De volgorde van de benamingen opsommen.
2
Tijdsband
- De stijlen situeren binnen de groepen; de Klassieke Oudheid, de Middeleeuwen, de Nieuwe Tijd en de Nieuwste Tijd.
•
Van 3000 v.Chr. tot heden.
3
Egypte
• • • • • • • • • •
De tijd De historische situering De geografische achtergrond De kenmerken Algemeen De bouwkunst De meubelkunst Ornamenten Technieken Houtsoorten en andere materialen
- De perioden bij de stijlen en voor een gebied opsommen. 3
- De tempel, orden, ornamenten en lijstvormen kunnen omschrijven.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
24
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 4
- De tempel, orden, ornamenten en lijstvormen onderscheiden.
4
De Klassieken: de Griekse en Romeinse Cultuur
- De voornaamste kenmerken van de Oude Grieken en Romeinen opsommen.
• • • • • • • • • • • •
De tijd De historische situatie De geografische achtergrond De kenmerken Algemeen Bouwkunst De Griekse tempel De meubelkunst Meubeltypes Ornamenten Technieken Houtsoorten en andere materialen
- De evolutie van de bouw- en meubelkunst verwoorden.
5
De Romaanse kunst en cultuur
- Een zuiver stijlstuk herkennen.
• • • • • • • • • • •
De tijd De historische situatie De geografische achtergrond De kenmerken: Algemeen De bouwkunst De meubelkunst Meubeltypes Ornamenten (verwijzen naar de Oudheid) Technieken Houtsoorten en andere materialen
- De tempelopbouw, orden, ornamenten en lijstvormen omschrijven.
5
- De ornamenten en lijstvormen omschrijven.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
25
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 6
- De evolutie van de bouw- en meubelkunst omschrijven.
6
De Gotische Cultuur
- De zuil-, kapiteel-, boog en torenvormen onderscheiden.
• • • • • • • • • •
De tijd De historische situatie De geografische achtergrond De kenmerken Algemeen De bouwkunst De meubelkunst – meubeltypes Ornamenten: Technieken Houtsoorten en andere materialen
- Het ontstaan van de stijl uitleggen.
7
De Renaissance
- De differentiatie per streek omschrijven.
• • • • • • • • • •
De tijd De historische situatie Geografische achtergrond De kenmerken: Algemeen De bouwkunst De meubelkunst Ornamenten Technieken Houtsoorten en andere materialen
- Het verband met de Renaissance uitleggen.
8
Barok of Late Renaissance, Lod. XIII
- De differentiatie per streek omschrijven.
• • • •
De tijd De historische situatie Geografische achtergrond Kenmerken:
- Een zuiver stijlstuk herkennen. - De heersende meubeltypes opsommen.
7
- De basisregels van de bouwkunst definiëren. - Een zuiver stijlstuk herkennen. - Het belang van Vlaanderen op het einde van deze periode omschrijven. - De architecturale ideeën verklaren.
8
- De evolutie van de bouwkunst en ornamentatie verklaren. - Een zuiver stijlmeubel herkennen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
26
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen • • • • • •
Algemeen De bouwkunst De meubelkunst: Ornamenten Technieken Houtsoorten en ander materialen
- Het ontstaan van de stijl omschrijven.
9
Régence, Rococo & Lod. XV
- De algemene kenmerken in de bouw –en meubelkunst uitleggen.
• • • • • • • • • •
De tijd De historische situatie Geografische achtergrond De kenmerken: Algemeen De bouwkunst De meubelkunst Ornamentatie Technieken Materialen
- Het ontstaan van de stijl omschrijven.
10
Neo – Classicisme & Lod. XVI
- De zitmeubelen, tafels, kasten, bed, cilinderbureau en secretaire herkennen.
• • • • • • • • •
De tijd De historische situatie Geografische achtergrond De kenmerken: Algemeen De meubelkunst Ornamentatie Technieken Houtsoorten en andere materialen
- Vlaanderens gouden eeuw in het begin van deze periode en de overgang na Nederland onderscheiden.
9
- De driedimentionele profilering verduidelijken. . - Een zuiver stijlmeubel herkennen.
10
- Een zuiver stijlstuk herkennen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
27
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 11
- Het ontstaan van de stijl kunnen omschrijven.
11
Directoire & Empire
- Een zuiver stijlstuk kunnen herkennen.
• • • • • • • • • • •
De tijd De historische situatie Geografische achtergrond De kenmerken: Algemeen De bouwkunst Het interieur De meubelkunst Ornamentatie Figuren Houtsoorten en andere materialen
TECHNISCH TEKENEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 1e leerjaar 1
Technisch tekenen
- Het tekengereedschap methodisch en vlot hanteren.
1
Tekenmaterieel en normalisatie
- De hardheid (nummering) en kwaliteit van een potlood kennen.
• • • • •
Bladformaten Lijnsoorten Maataanduiding Normschrift Schaal
- De bladformaten van elkaar onderscheiden. - De verschillende lijnsoorten benoemen en omschrijven.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
28
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 2
3
- Lijnen, vlakken en lichamen in een willekeurige stang schetsen.
2
Schetsoefeningen
- Een werkstuk (b.v. wetsteenbakje) schetsen.
• • •
Lijnschets Vlakke figuur Volume (lichaam)
- Het onderscheid tussen een isometrisch en een kabinet perspectief weergeven.
3
Perspectieftekenen
• •
Isometrisch perspectief Kabinet perspectief
- Een eenvoudige balk in beide perspectieven tekenen. - De afgewerkte stukken (b.v. stijl en regel) van een verbinding in perspectief tekenen. 4
- Volgens de orthogonale projectie een balk in de 3 projectievlakken 4 volgens de methode van de eerste tweevlakshoek (Europese metho• de) tekenen. • - Een verbinding in de 3 aanzichten tekenen.
Projectietekenen Soorten: Europese en Amerikaanse methode Toepassingen: balk, keepverbinding, halfhoutverbinding, enz.
- De noodzakelijke afmetingen plaatsen. 5
- Het voor-, zij- en bovenaanzicht op ware grootte tekenen.
5
Halfhoutverbindingen (hoekverbinding T- en kruisverbinding)
- De verbindingen in isometrisch en kabinet perspectief tekenen.
• • •
Aanzichten Perspectieven Verbindingen in en uit elkaar
- Het vaaraanzicht van een raamwerk op schaal 1/2 tekenen.
6
Raamwerk met halfhoutverbindingen
- De verticale en horizontale doorsnede aanbrengen.
• • •
Vooraanzicht Doorsneden Maataanduiding
- Het voor-, zij- en bovenaanzicht op ware grootte tekenen.
7
Pen- en gatverbindingen
- De stijl en regel in perspectief en op schaal tekenen.
• • •
Vooraanzicht Zijaanzicht Bovenaanzicht
- De stijl en regel in perspectief in en uit elkaar tekenen. - De onderdelen van noodzakelijke afmetingen voorzien. 6
- Het verschil tussen een doorsnede en een aanzicht verwoorden. - De noodzakelijke afmetingen plaatsen. 7
- De onderdelen van noodzakelijke afmetingen voorzien.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
29
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen • • •
Maataanduiding Isometrisch perspectief Kabinetperspectief
- De horizontale en verticale doorsnede op ware grootte tekenen.
8
Raamwerk met pen- en gatverbinding
- De tekening behoorlijk van normschrift voorzien. - Met een tekst als opgave dit raamwerk tekenen.
• • •
Vooraanzicht Doorsneden Maataanduiding
- De aanzichten van deze verbindingen tekenen.
9
Verbindingen met groef, sponning en lijst in verstek
- Lijstvorm door schetsvorm vergroten of verkleinen.
• • • • •
Vooraanzicht Zijaanzicht Bovenaanzicht Isometrisch perspectief Kabinetperspectief
- Het vooraanzicht op schaal tekenen.
10
Raamwerk met groef en/of sponning en lijst
- De verticale en horizontale doorsnede als voorstudie schetsen.
• • •
Vooraanzicht Doorsneden Maataanduiding
- De onderdelen los uit elkaar in perspectief tekenen.
8
9
- Stijl en regel in isometrisch en kabinetperspectief weergeven. - Een lijstvorm meetkundig uittekenen. - De stijl en regel los van elkaar en op een andere schaal in perspectief tekenen. 10
- Na de voorstudie een juiste en nette tekening maken. - Een stijl in isometrisch perspectief weergeven. 2e leerjaar 11
op ware grootte op schaal 1/2 of 1/10.
Technisch tekenen
- De voornaamste aanzichten op ware grootte tekenen.
11
T-verbinding met sponning en paneelgroef
- De verbinding in isometrisch perspectief weergeven.
• • •
Aanzichten Isometrisch perspectief Kabinet perspectief
- De verbinding in kabinetperspectief op schaal 1/10 tekenen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
30
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 12
13
14
- De aanzichten van deze verbinding op schaal 1/10 weergeven.
Middenverbinding met dubbele lijst en paneelgroef
- De verbinding op ware grootte en in isometrisch perspectief tekenen. • • - De onderdelen van de nodige afmetingen voorzien. • •
Vooraanzicht Linkerzijaanzicht. Schaal 1/10 Bovenaanzicht Isometrisch perspectief van de verbinding in elkaar, schaal 1/1.
- De verticale en horizontale doorsnede tekenen op schaal.
13
Speelgoedkoffer
- Het isometrisch en kabinetperspectief op schaal tekenen. - De bladschikking maken.
• •
Gegeven: VA – LA + afmetingen Gevraagd: Verticale en horizontale doorsnede, isometrisch perspectief en kabinetperspectief
- Een schaaltekening maken van de aanzichten.
14
Dekenkist
- De 3 doorsneden op schaal weergeven.
• • • • •
Aanzichten Horizontale doorsnede Verticale doorsnede Frontale doorsnede Details op ware grootte
- De explosietekening van een kastje met lade tekenen.
15
Kastje met deurtje en lade
- Het vooraanzicht, het linkeraanzicht en het bovenaanzicht alsook de verticale de horizontale en de frontale doorsnede tekenen.
• • • •
Aanzichten Doorsneden Isometrisch perspectief Details
- De constructiedetails op ware grootte tekenen. - Oordeelkundig een bladschikking opstellen.
15
12
- Van de belangrijkste onderdelen een deeltekening op ware grootte maken. - Het isometrisch perspectief van een kastje met lade weergeven. - Variante constructies van een lade bepalen.
Schaal 1/10
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
31
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 16
- Inzicht hebben in de constructiemogelijkheden.
16
- De aanzichten op schaal 1/10 of 1/5 tekenen. - De belangrijkste doorsneden op schaal weergeven. - Van de belangrijkste onderdelen een detail maken. - Het meubel in de beide perspectieven tekenen.
• • • •
Meubel eigen ontwerp (Het meubel dat in de lessen praktijk wordt gemaakt) Aanzichten Doorsneden Details Perspectieven
- Het esthetische en/of de vormgeving van het meubel aanvoelen. 3e leerjaar 17
- Op een tekening de constructie, de afmetingen, het beslag en het materiaalgebruik aflezen.
17
Tekeningen lezen
- Zich met betrekking tot de vormgeving en uitvoering zich kritisch opstellen.
• • • •
Tafel Bed, Kast Staande klok Demonteerbaar meubel
- De belangrijkste aanzichten op schaal tekenen.
18
Dekenkist in Gotische stijl
- De drie doorsneden op schaal weergeven.
• • • • •
Aanzichten Horizontale doorsnede Verticale doorsnede Frontale doorsnede Details
- De inhoudelijkheid van een tekening in vraag stellen.
18
- De belangrijkste onderdelen of constructiemoeilijkheden in detail weergeven. - De bogen meetkundig uittekenen. 19
Technisch tekenen
- De tekeningen met maataanduiding in schets van bord opnemen.
19
- De 3 aanzichten op schaal 1/5 tekenen.
• • • • •
- De horizontale, de verticale en de frontale doorsnede op schaal 1/5 tekenen. - De 2 perspectieven van de TV-kast op schaal 1/10 weergeven. - De belangrijkste deeltekeningen op ware grootte tekenen. - De noodzakelijkste afmetingen plaatsen op de onderdelen.
TV-kastje met 2 deuren en opening onder blad in massief hout Schetsoefening Aanzichten, schaal 1/5 Isometrisch en kabinetperspectief, schaal 1/10 Doorsneden, schaal1/5 Deeltekeningen, schaal1/1
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
32
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 20
- De afmetingen en houtsecties alsook de vorm van het lijstwerk zelf bepalen.
20
Massief bureau met links één deur en rechts 4 laden + 1 lade in het midden onder het blad
- De voornaamste aanzichten, doorsneden en deeltekeningen tekenen.
- Het esthetische en de vormgeving van het bureau aanvoelen.
• • • •
Afmetingen, houtsecties en lijstwerk zelf bepalen Aanzichten Doorsneden. Details
- De tekeningen van bord in schets overnemen.
21
Cilinderbureau
- De noodzakelijkste aanzichten en doorsneden op schaal tekenen.
• • • • •
Schetsoefening Aanzichten Doorsneden Details Isometrisch perspectief
22
Staande klok met gebogen kopstuk en schuine stijlen
• • •
Aanzichten Doorsneden Details
- De lijstvorm meetkundig uittekenen.
21
- De belangrijkste details in isometrisch perspectief weergeven. - De juiste vormgeving en esthetisch uitzicht bepalen. - De juiste afmetingen en houtsecties kiezen. - De gebogen vormen meetkundig bepalen. 22
- De juiste verhoudingen, vormgeving en afmetingen oordeelkundig bepalen. - De schuinte der stijlen meetkundig bepalen. - De grootte van de boogdiameter meetkundig weergeven. - De aanzichten en doorsneden op schaal tekenen. - De details op ware grootte tekenen. - De constructiemoeilijkheden in detail weergeven. - De verschillende lijstvormen zelf kiezen. - Variante constructies van de onderdelen bepalen.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
33
BEROEPSPRAKTIJK
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 1e leerjaar 1
- Een stuk hout op maat schaven, nadat het vooraf machinaal vlak en haaks werd geschaafd.
Beroepspraktijk (PV) 1
Schaaf-, zaag- en steekoefening
- De werkmethode kennen en opvolgen.
2
Halfhoutverbindingen
- Onder leiding een houtstaat opmaken.
• • • •
- De handschaaf en het kruishout instellen. - De te gebruiken meet– en afschrijfgereedschappen hanteren. - Nauwkeurig langs een lijn zagen. - Een steekbeitel zowel dwars, schuin als in de richting van de vezels gebruiken. - Oordeelkundig en methodisch de handzaag hanteren. - Het onderscheid tussen snijdend en niet snijdend gereedschap bepalen. 2
- De te paren zijden bepalen. - Inzichtelijk en methodisch de stukken afschrijven. - De halfhoutverbindingen in een utilitair werkstuk uitvoeren. 3
- Oordeelkundig een gat en pen afschrijven.
3
- Methodisch en doeltreffend gaten kappen en pennen zagen.
• • • • •
- Veilig en efficiënt de langgatboormachine instellen en bedienen. - De pennen doelgericht en nauwkeurig inpassen in de gaten. - Een vlak raamwerk voorzien van groef, sponning en/of lijst uitvoeren.
Hoekverbinding T- Verbinding Kruisverbinding Trekzwaluwstaartverbinding Kappen van gaten, zagen van pennen, boren van gaten Doorgaande gaten Niet doorgaande gaten Open gaten Enkelvoudige pennen Pen- en gatverbindingen met groef, sponning en lijst
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
34
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen 4
- Hout methodisch uitsmetten, zagen, schaven en naar vorm maken. 4
Houten hamer
- Methodisch en doeltreffend het gat kappen. - Oordeelkundig de steel in het gat passen en de hamer kwaliteitswaardig lijmen, opzuiveren en afwerken. 5
- Onder leiding een werktekening van een bijzettafeltje maken, de houtstaat en de bewerkingsvolgorde opmaken.
5
Een driedimentioneel werkstukje b.v. bijzettafeltje (zoveel mogelijk de bewerkingen machinaal uitvoeren)
- Methodisch en veilig het hout machinaal zagen en schaven.
• •
Gesloten niet doorgaande pennen en gaten Blad: breedteverbindingen; koud tegen elkaar, met veer of tand en groef Afwerking: poriën vullen en vernissen
- Inzichtelijk de stijlen en regels afschrijven. - Methodisch en veilig de gaten en pennen machinaal maken.
•
- De verbindingen nauwkeurig uitvoeren en samenstellen tot een geheel. - De diverse controles tijdens en na de bewerking uitvoeren. - Oordeelkundig de breedteverbinding kiezen en uitvoeren. - Het juiste spangereedschap bepalen en doelmatig gebruiken. - De onderdelen oordeelkundig lijmen en opspannen. - Het werkstuk kwaliteitswaardig afwerken. 6
- Inzichtelijk de werktekening, de houtstaat en de bewerkingsvolgorde maken.
6
- De optimalisatie van de houtstructuur bij het uitsmetten waarborgen.
• • • • • • • •
- Het hout rationeel, machinaal verzagen en schaven. - De stukken inzichtelijk en methodisch afschrijven. - De te gebruiken machines efficiënt instellen en bedienen. - De diverse controles tijdens en na het werk uitvoeren. - Het meubel doeltreffend en methodisch vergaren.
Kleinmeubel. Vrije oefening door de cursist gekozen in samenspraak met de leerkracht uit: zie hieronder Eenvoudige tafel – salontafel Kastje met deurtje of laden Nachttafeltje Eenvoudig bed Spiegel Dekenkist TV-kastje Stereokastje
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
35
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen - De opsluitmiddelen doelmatig aanbrengen. - Het beslagwerk perfect plaatsen.
• •
Boekenrek CD-rek, enz. Telkens keuze uit massief hout en/of plaatmateriaal
- De afwerkingsproducten veilig en zuinig aanbrengen. - Het meubel kwaliteitswaardig afwerken. 2e leerjaar 7
- Inzichtelijk en zelfstandig de werktekening, de houtstaat en de bewerkingsvolgorde opmaken.
Beroepspraktijk (PV) 7
Meubel in massief hout en/of plaatmateriaal, door de cursist gekozen in samenspraak met de betrokken leerkracht
- Zelfstandig en prijscalculatie opstellen. - De werkplanning en werkorganisatie opvolgen. • • • - De optimalisatie van de houtstructuur bij het uitsmetten waarbor• gen. - Eventuele mallen voor gebogen of schuin werk, die gebruikt dienen • • te worden bij het uitsmetten en/of machinaal werk oordeelkundig uittekenen en uitzagen. - Het hout voor het meubel hetzij boolhout of gekantrecht hout efficiënt uitsmetten.
- De juiste constructiemogelijkheid kiezen voor het maken van gebo• gen tafelregels en deze efficiënt uitvoeren. • - Het hout rationeel, machinaal verzagen en schaven. • - De te gebruiken machines veilig efficiënt instellen en bedienen. • • - De diverse controles tijdens en na het werk uitvoeren. - Het meubel doeltreffend en methodisch vergaren. - Het hang- en sluitwerk zelfstandig kiezen en plaatsen. - Het kleursel of houtbeits veilig en zuinig aanbrengen. - Het meubel verder kwaliteitswaardig afwerken. - De sleutelplaten en/of grepen en/of toppen oordeelkundig aan-
Keuze uit: Tafels: rechthoekig vierkant, meerhoekig, ovaal, rond Salontafels: alle vormen Stoelen met of zonder armleuning Tuinstoelen, -banken, -tafels TV-kasten: deuren eventueel inschuifbaar in kast. Dressoir: met deuren al of niet voorzien bovenregel aan dagzijde gebogen en met laden samengesteld met zwaluwstaart -verbindingen Rechte hal– of kleerkast: demonteerbaar of niet Bureau in massief hout Bed met rechte kop- en voetstuk Computermeubelen Badkamermeubel in plaatmateriaal
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
36
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursisten kunnen brengen. - Bij badkamermeubelen en of meubelen uit kunststofplaat het juiste plaatmateriaal kiezen en deze doelmatig en kwaliteitswaardig verzagen, afplakken en verder afwerken. - Bij plaatmeubelen de juiste verbindingsmethode kiezen en uitvoeren. - Bij demonteerbare meubelen de meest toepasselijke verbindingsmaterialen kiezen en oordeelkundig plaatsen. 3e leerjaar 8
- Inzichtelijk en zelfstandig de constructie -of werktekening, een materiaalstaat, een vorderingsplan en een prijscalculatie maken.
Beroepspraktijk (PV) 8
Meubel uit massief en/of plaatmateriaal, door de cursist zelf gekozen in samenspraak met de betrokken leerkracht. Keuze uit:
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Kleerkasten met gebogen kop en kroonlijst Bedden met gebogen kopstuk en voetstuk Halkasten Staande klokken Met gebogen kopstukken en/of schuine Dressoirs zijden en/of voorzien van gedraaide Wandmeubelen poten met voetlijsten Vitrinekasten Barkasten TV-kasten Demonteerbaar of niet Cilinderbureau Bureau Gecompliceerde tuinmeubelen Keukens met massiefhouten voorfronten en zijden Keukens in kunststofplaat of MDF en gelakt Badkamermeubelen met massieve deuren en zijden Badkamermeubelen in kunststofplaat of MDF gelakt Muurkasten, enz.
- Het hout economisch uitsmetten. - De nodige mallen uittekenen, uitzagen en zuiver afwerken, voor hulp bij uitsmetten of frezen. - Deze mallen ook efficiënt gebruiken. - De optimalisatie van de houtstructuur bij het uitsmetten waarborgen. - Het hout rationeel, machinaal verzagen en schaven. - De te gebruiken machines veilig en efficiënt instellen en bedienen. - De juiste werkmethode en constructieverbindingen kiezen bij het maken van meubelen met schuine zijden. - De diverse controles tijdens en na de bewerkingen doelmatig uitvoeren. - Het werkstuk doeltreffend en methodisch vergaren. - De juiste spangereedschappen kiezen voor gebruik bij het opspannen van zijden met schuine stijlen en deze doeltreffend gebruiken. - De poten op een veilige en oordeelkundige wijze draaien, afwer-
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De cursisten kunnen ken en plaatsen. - De vervormbare deur bij een cilinderbureau oordeelkundig en efficiënt maken en plaatsen. - De verbindingsmiddelen voor demonteerbare meubelen oordeelkundig plaatsen. - Het beslagwerk perfect plaatsen. - Het hang- en sluitwerk kiezen en efficiënt plaatsen. - De kunststofplaten kwaliteitswaardig verzagen afplakken en verder behandelen. - De juiste afplakbandjes kiezen en deze op doeltreffende wijze aanbrengen. - Het juiste kleursel of houtbeits bepalen en deze veilig en zuinig aanbrengen. - De lak op een oordeelkundige wijze op de MDF-platen meubel aanbrengen. - Het vernis en/of lak met een pneumatisch pistool aanbrengen zonder dat er lopers ontstaan. - Het meubel kwaliteitswaardig afwerken en plaatsen. - Verschillende plaatsingstechnieken kennen en uitvoeren.
37
LEERINHOUDEN
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
38
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Technologie 1. Constructieleer De leerstof constructieleer zal in logische coördinatie met de andere theoretische deelaspecten zo dicht mogelijk bij de praktijk aansluiten. De constructietypes en vooral het eigentijdse zullen door de leerkracht grondig worden uitgediept. Het technisch denken bij de cursisten dient geactiveerd door vroegere constructiemethodes te toetsen aan de eigentijdse realisaties. De cursisten moeten beschikken over een degelijk handboek of cursus waarin naast tekst ook de nodige constructietekeningen zijn vervat. Er dient gebruik gemaakt van de bestaande leermiddelen zoals videoopnamen, overheadprojector e.d. Het tijdens de les op het bord brengen van vaak uitgebreide tekeningen betekent tijdverlies. Het gebruik van documentatiemappen, folders, vakboeken en tijdschriften dient aan de cursisten aangetoond om samen met schematische voorstellingen het technisch inzicht te stimuleren. De cursisten moeten erop gewezen worden dat ze moeten openstaan voor de voortdurende evolutie in de meubelmakerij en in de houtbewerking in het algemeen. In de constructieleer dient er vooral gestreefd naar een verdieping en verruiming van de in de praktijk uitgevoerde constructiemethodes. De verantwoordelijkheidszin moet bij de cursisten worden aangekweekt door te wijzen op de gevolgen van foutieve of slordige uitvoeringen.
2. Materialenleer De klemtoon moet vooral gelegd worden op het herkennen, het gebruiken, de eigenschappen en de handelsvormen. De lessen materialenleer dienen zoveel mogelijk geïllustreerd en verlevendigd te worden. Daartoe zal men gebruik maken van monsters, nijverheidsdocumentatie, video-opnamen, foto’s e.d. Het is tevens wenselijk de cursisten bepaalde fysische kenmerken van hout te laten ontdekken. Waar mogelijk zal men eenvoudige proeven m.b.t. het gewicht, de sterkte, de tint e.d. uitvoeren. Tevens zal men de verwerkte materialen uit de onmiddellijke omgeving bekijken en bespreken. Een zo volledig mogelijke verzameling materiaalsoorten dient door de leerkracht aangelegd te worden. Deze materialen worden in het klaslokaal op een blijvende manier tentoongesteld. De cursisten moeten actief meewerken en een eigen verzameling materiaalmonsters en steekkaarten aanleggen wordt ten zeerste aangeraden. Deze zelfactiviteit kunnen gestimuleerd worden door regelmatig de vorderingen na te gaan. Het organiseren van zorgvuldig voorbereide didactische uitstappen is eveneens een middel om het inzicht van de cursisten te verrijken en de motivatie aan te wakkeren. De cursisten er op wijzen dat ze moeten openstaan voor een voortdurende evolutie van sommige materialen.
3. Gereedschapsleer en machineleer Vooraleer de cursisten met de handgereedschappen en vooral met de houtbewerkingsmachines werken dienen ze voldoende inzicht te hebben in het gebruik, de specificaties, de werking, de mogelijkheden en de veiligheidsaspecten van het gereedschap of de machine. De lessen zullen, indien mogelijk, in het praktijklokaal gegeven worden, waar de leerkracht dient te beschikken over een bord en het nodige didactische materieel.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
39
De cursisten dienen te beschikken over een handboek of cursus. In deze cursus, die samengesteld is met tekeningen en tekst wordt uitleg verstrekt over de gereedschappen, machines en apparatuur en aangevuld met de te gebruiken technieken. De teksten worden zo beknopt mogelijk gehouden, maar sterk verduidelijkt met schetsen, tekeningen, foto’s en illustraties. Het gebruik en de werking van de machine zal steeds demonstratief gegeven worden. Er zal bij het behandelen van de houtbewerkingsmachines speciale aandacht besteed worden aan het onderhoud evenals aan de veiligheidsaspecten, die bij het werken streng dienen gevolg te worden. De Integrale Kwaliteitszorg (I.K.Z.) gedachte is een steeds weerkerende component binnen de opleiding. Tevens moet bij de cursisten de verantwoordelijkheidszin worden aangekweekt door te wijzen op de gevolgen van een foutieve of slordige uitvoering. De marktevolutie betreffende gereedschappen, machines en apparatuur zal door de leerkracht op de voet gevolgd worden. De cursisten zullen aangespoord worden om de nodige documentatie te verzamelen, te rangschikken en kritisch te analyseren.
4. Stijlleer en vormgeving De klemtoon dient vooral te worden gelegd op het herkennen van de verschillende soorten stijlen, door de historiek na te gaan, de geografische achtergrond die er achter schuilgaat, de verschillende kenmerken betreffende de bouw- en meubelkunst en de technieken en materialen die men toen gebruikte. De verschillende soorten stijlen dienen met elkaar vergeleken te worden en dienen ook getoetst aan het hedendaagse. De cursisten moeten beschikken over en degelijke cursus waarin naast de tekst ook de nodige schetsen, tekeningen, foto’s en illustraties zijn vervat. Er dient gebruik gemaakt te worden van de bestaande leermiddelen zoals video -banden, dia’s, overheadprojector om transparanten, tekeningen, foto’s en documentatie op een duidelijke wijze te kunnen tonen. Het organiseren van zorgvuldig voorbereide didactische uitstappen naar kerken, kathedralen tentoonstellingen en musea is eveneens een middel om het inzicht van de cursisten te verrijken en de motivatie aan te wakkeren.
Technisch tekenen De tekenlessen zullen in op elkaar volgende lestijden verstrekt worden. Alle tekeningen worden in potlood getekend.
De leerkracht zal aandacht schenken aan: -
het toepassen van de bestaande tekennormen, conventies en richtlijnen eigen aan de optie meubelmakerij;
-
de werkregels voor het lijntekenen in het algemeen;
-
het juiste gebruik, instellen en onderhoud van het tekengereedschap;
-
de bladschikking;
-
de goede houding tijdens het tekenen, zin voor orde, zorg voor netheid van de tekening.
Bij het aanbrengen van de tekenopdracht zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van didactisch materieel en/of modeluitvoeringen (liefst op ware grootte). Meetkundig- en projectietekenen zal in het technisch tekenen toegepast worden daar waar noodzakelijk voor de praktische uitvoering. Schets- en meetoefeningen gaan zoveel mogelijk het vaktekenen vooraf.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
40
Het technisch tekenen is een synthesevak, daarom zal de constructieleer in het technisch tekenen geïntegreerd worden. De oefeningen zijn praktisch gericht en zijn niet dezelfde als de werktekeningen uitgevoerd gedurende de praktijklessen. De doorsneden worden steeds op ware grootte getekend. Het technisch tekenen omvat de opbouw van een schaaltekening met al de nodige doorsneden, aanzichten en maat- en materiaalaanduiding om een volledig inzicht te krijgen in de constructie. Er zal ook ruime aandacht besteed worden aan het tekeninglezen, zodat de cursisten de door derden gemaakte tekeningen kunnen lezen en begrijpen. Men zal de cursist geen nutteloos kopiewerk laten uitvoeren. Het leerplan technisch tekenen is niet limitatief, het zoeken naar andere oplossingsmethoden inzake constructie en vormgeving moet bij de cursisten aangewakkerd worden. Het laten vervolledigen van onvoltooide of halfafgewerkte tekenopgaven zoals aanzichten, doorsneden, perspectieven en het plaatsen van maataanduidingen, zijn bijzonder leerrijke oefeningen. Men mag de cursisten eigen ontwerpen, die kaderen in het leerplan, laten uitvoeren.
Praktijk Het leerpakket “praktijk” van het 1e leerjaar 3e graad is zodanig opgevat dat in de eerste periode de nadruk ligt op met de hand uit te voeren basisoefeningen. In de tweede periode staan de gebruikte machines zoals lintzaagmachine, vlakbank, vandiktebank, langgatboormachine, en cirkelzaagmachines in functie van elementaire handelingen. In het tweede en derde jaar worden de machinale bewerkingen geaccentueerd. Het leerplan beroepspraktijk omvat minimumopdrachten, die uitgebreid en aangepast worden volgens de lokale omstandigheden. Ieder te vervaardigen werkstuk, zij het een nuts- of siervoorwerp, dient esthetisch verantwoord te zijn, zowel inzake vormgeving, afmetingen als afwerking. De eigen inbreng van de cursist kan hierbij bijzonder motiverend werken. De leerkracht zal aantonen dat het werk van de cursisten nauw aanleunt bij aanverwante beroepen. Door de grote heterogeniteit van de cursistengroep is het belangrijk door variatie in moeilijkheidsgraad van de werkstukken deze verschillen positief op te vangen. De oefeningen dienen in de beginperiode kort van duur te zijn. Afwisselende toepassingen zullen de werklust stimuleren. De succesbeleving moet bij de cursisten voor bijna 100% verzekerd zijn. Er zal in ruime mate aandacht geschonken worden aan het naleven van de veiligheidsvoorschriften alsmede aan hygiëne, orde en onderhoud. Er zal gewezen worden op de gevolgen van een verkeerde of slordige uitvoering. De beroepspraktijk vormt de belangrijkste en meest rechtstreekse bijdrage tot het verkrijgen van inzicht in de uitvoeringsproblemen, het ontplooien van de affectieve gedragscomponenten en het ontwikkelen van de manuele vaardigheden.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
41
Algemene wenken
1. Vakkenintegratie In de 3e graad van de studierichting “Meubelmakerij” moet speciaal gelet worden op de noodzakelijke binding van de verschillende leerinhouden over de vakken heen. Door de idee van integratie tussen de TV en PV krijgen de technische vakken een meerwaarde. De leerinhouden worden hier in een gerichte vorm verwerkt langs voorbeelden gehaald uit de praktijk. Er zijn uiteraard nog enkele andere invalshoeken die een verrijking voor elk vak garanderen. Zonder in extremen te vervallen is het mogelijk deze aspecten gestadig in de leerinhouden te integreren.
2. Kwaliteitszorg De IKZ-gedachte kan zonder veel theorie in elk vak ingang vinden. Zowel bij het opstellen van de werkvoorbereiding, als naar de uitvoering van een opdracht, zowel in TV als in PV, wordt het streven naar kwaliteit mee verrekend. Telkens kunnen de stappen: plannen, uitvoeren, evalueren en bijsturen ingecalculeerd worden, zodat zij na enige tijd bij de cursisten als een spontane attitude optreden. De cursisten vertrouwd maken met een zekere vorm van zelfcontrole is eveneens aan te bevelen.
3. Integratie informatica In de 3e graad kan een volledige integratie van de informatica in de TV en de PV voorzien worden. Bij de keuze van de oefeningen zal men daar dan terdege rekening mee dienen te houden. In elk vak kan men het gebruik van de computer integreren, maar de integratie naar verschillende vakken samen biedt meer mogelijkheden. Zo is het mogelijk dat uitvoeringen in het vak Technisch tekenen gebruik maken van de informatie ui het vak Materialenleer. Bij de stap naar de praktijk kan de tekening een aanvulling krijgen in functie van de uitvoering. De computer is eveneens een hulp bij de uiteindelijke prijsberekening. In een speciale verwerking met de computer is voorzien als de school over een CNC-machine of over een simulatie beschikt. Het Technisch tekenen zal dan evolueren doordat men rekening houdt met de principes van verspanen die aan de machine uitgevoerd worden.
4. Veiligheid en gezondheid Vanuit een steeds sterker wordend milieu- en veiligheidsbewustzijn, worden er in elk vak elementen veiligheid en gezondheid ingebouwd. Het is bovendien nodig dat wettelijke voorschriften m.b.t. veiligheid en gezondheid in de meubelmakerij aan de cursisten meegedeeld worden. In elke opdracht kan ruimte worden voorzien om deze belangrijke elementen te verwerken. Bijvoorbeeld: -
veiligheid bij het instellen van machines;
-
bescherming bij het gebruik van grondstoffen;
-
veiligheid bij afwerkingstechnieken;
-
veiligheid in de lokalen: onder andere lab, praktijk.
Zeker met betrekking tot de afwerkingstechnieken (spuittechnieken) zal men rekening moeten houden met de bepalingen van Vlarem II.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
42
5. Europese dimensie
Er zijn tal van mogelijkheden om de opleiding te oriënteren naar een Europese dimensie, bijvoorbeeld door: -
het kennen en toepassen van de Europese normen;
-
milieuproblemen in een ruimer perspectief te zien;
-
contacten met buitenlandse opleidingsvormen;
-
culturele uitwisseling i.f.v. de opleiding bijvoorbeeld met betrekking tot design.
6. Relatie tot het bedrijfsleven Omdat niet alle recente machines op de scholen kunnen aanwezig zijn is het noodzakelijk om met de bedrijven uit de regio concrete afspraken te maken om op regelmatige tijdstippen minstens observatiestages te kunnen lopen.
7. Relatie tussen de doelstellingen en de evaluatie In zijn taak als didacticus heeft de leraar een planning- en voorbereidingstaak: hij zet het leerplan om in een jaarplanning en de verschillende leerinhouden en doelstellingen zet hij om in een aangepast didactisch proces. De leerkracht heeft uiteraard de beoordelingstaak: hij moet de kennis, de vaardigheden en de attitudes van de cursisten objectief evalueren i.f.v. de doelstellingen. Een verantwoorde evaluatie vertrekt dus van duidelijk geformuleerde en operationele lesdoelstellingen. In dit worden geen les-, maar leerplandoelstellingen geformuleerd, die een lessenreeks overspannen. Alle leerplandoelstellingen van de vakken van het studierichtinggedeelte worden omvat door de algemene doelstellingen van de studierichting. De einddoelstellingen sluiten op hun beurt aan bij het studie- of beroepsopleidingprofiel dat wij in de 3e graad duidelijk nastreven en dat een probleemloze overstap naar een functie- of beroepsprofiel moet kunnen garanderen. Een leerkracht die zijn evaluatie ernstig wil opvatten, moet zich dus bewust zijn van de verschillende doelstellingen die hij minimaal moet bereiken om tenslotte aan het studieprofiel te beantwoorden. In het totale toetsingsmechanisme moet de leerkracht aandacht hebben voor de permanente evaluatie of het dagelijks werk (zeker voor de praktische vakken) en voor de examens.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
43
Timing De timing is gemaakt voor 40 weken per schooljaar. De resterende tijd kan door de leerkracht vrij gebruikt worden voor uitdiepingen en/of uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. De timing en de volgorde van de leerstofonderdelen is niet bindend. Indien afgeweken wordt, moet er steeds over gewaakt worden dat de noodzakelijke voorkennis aanwezig is.
LESSENTABEL. Aantal lestijden
Aantal lestijden
Aantal lestijden
PV Beroepspraktijk
TV Technologie
TV Technisch tekenen
1e leerjaar
160
40
40
240
2e leerjaar
160
40
40
240
3e leerjaar
160
40
40
240
Totaal
Leerjaar:
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
44
DIDACTISCHE HULPMIDDELEN1 Ten geleide Lijsten uitrusting Kaderend in een vakonderdeel of een vakoverschrijdende benadering en daar de uitrusting van technische aard bijna nooit vakbeperkt is opgevat, wordt deze slechts eenmaal in het leerplan opgenomen, dus niet per vak of vakonderdeel. Teneinde een degelijk gestructureerde, verantwoorde bestedingsplanning aan de directie te kunnen voorleggen en in een streven naar het rationeel aanwenden van beschikbare middelen is het opvolgen van de “lijsten uitrusting” noodzakelijk. In een streven naar duidelijkheid werd geopteerd om de uitrusting schematisch en in alfabetische rangorde voor te stellen, zoals vervat in de rubrieken: DIDACTISCHE HULPMIDDELEN GEREEDSCHAPPEN
APPARATUUR
HANDGEREEDSCHAP
INFRASTRUCTUUR
MACHINES
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Het selectief aankopen van persoonlijke benodigdheden door de cursist wordt aanbevolen.
Terminologie. De invulling van de rubrieken wordt als volgt gedefinieerd: B = Basisuitrusting, waarvan mag worden verwacht dat ze in de afdeling van de school aanwezig is, opgesplitst in 3 verschillende benaderingen: *
B/A Basisuitrusting in de Afdeling aanwezig (min. 1 exemplaar), gemeenschappelijk aanwendbaar over de studierichtingen heen (1e, 2e en 3e graad).
*
B/C
*
B/S Basisuitrusting in de Studierichting aanwezig (min. 1 exemplaar), gemeenschappelijk aanwendbaar door verscheidene cursisten.
*
E Extra uitrusting, is niet noodzakelijk in de afdeling van de school aanwezig of in het bezit van de cursist, opgesplitst in 4 verschillende benaderingen:
*
E/A
*
E/E Extra uitrusting, Extern aanwendbaar (b.v. in RAGO –dienstencentrum of bedrijf…), indien de school of scholengemeenschap er niet over beschikt.
*
E/C
*
E/U Extra Uitrusting die door de studierichting(en) van de afdeling binnen de school aanwendbaar moet zijn.
1
Basisuitrusting waarover de Cursist individueel beschikt.
Extra uitrusting ten behoeve van de Afdeling, doch wordt sterk aanbevolen.
Extra uitrusting ten behoeve ven de Cursist, doch wordt strek aanbevolen.
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: - Codex - ARAB - AREI - Vlarem Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
DIDACTISCHE HULPMIDDELEN bordpasser met zuignappen.
B/S
camcorder + video
E/A
computer(s)
B/S
diaprojector
E/U
didactische modellen (specifiek voor...)
B/S
fotoapparaat
E/A
LCD –apparaat (liquid cristal display)
E/U
mediatheek
E/U
modelstatief (3-vlaksprojectiebord)
B/A
overheadprojector
B/A
printer en/of plotter
B/A
projectiescherm
E/U
software
* CAD -tekenen
B/A
* didactisch * tekstverwerker * visueel rekenblad tekendriehoeken voor bordtekeningen 30° - 45° B/S tekengerief B/C tekenplank E/C tekensjablonen E/C TV en video E/U vakbibliotheek B/A
dia’s + foto’s determinatie van/en materiaalmonsters droogoven houtvochtigheidsmeter koelkast met diepvriesvak kookplaat loep loepmicrometer luchtvochtigheidsmeter meetklok microscoop microtoom (houtsnede) stereomicroscoop (reliëfweergave) weegschaal (labmodel)
• • • •
LABO -UITRUSTING. B/A E/A B/S E/U E/U B/A B/A E/A E/U E/U E/A E/A E/U
GEREEDSCHAPPEN-APPARATUUR Boorhamer E/U Compressor (mobiel) E/U Elektrische handboormachine B/S Elektrische schroevendraaier met bitsen + en - B/S
45
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren) • • • • • • • •
Handbandschuurmachine (klein model) B/S Handbovenfreesmachine B/S Handcirkelzaagmachine B/S Handtrilschuurmachine B/S Handwipzaagmachine B/S Lamellenfreesmachine B/S Pneumatische boorapparaat E/U Strijkijzer B/S
HANDGEREEDSCHAP • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Aanzetstaal (enkel voor schraapstaal) B/S Wetstenen (profielstenen) B/S Wetsteen (vlakke steen) B/A beitels 12 … 20mm (gutsen) B/A beitels 8 … 12mm … (kap- of schietbeitels) B/S beitels 4 … 30mm … (steekbeitels) B/L beslagkalibers B/A booromslag met ratel B/S boorrasp B/S boren (steenboren) B/S borenset (metaalboren) B/A breekmes B/A diamantrol of -stift (om slijpstenen te reinigen) B/A dubbele vouwmeter B/L duwpotlood (met stifthouder) B/L gereedschapskoffer (persoonlijke) B/L hamer (bankhamer) B/L hamer (fineerhamer) B/S hamer (houten blokhamer) B/L hamer (zware hamer) B/S handkitpistool B/S houtboor (centerboor/verstelbaar) B/S houtboor (klokboor) B/S houtboren (irwinboren) B/S houtboren (slangen-/torsieboren) B/S houtboren (spiraalboren) B/S houtboren (verdiep-/verzinkboren) B/L houtrasp B/L houtvijl B/L kaderspanner B/S koevoet B/S krasnaald B/S kruishout B/L lijmknechten in T-vorm B/A lijmtangen (groot en klein) B/A lijmverdeler (kam, rol en borstel) B/S metalen bankschroef B/S
46
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren) • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
nageldrijvers (verscheidene diameters) B/S passer (diktepasser) B/S passer (steek-/boogpasser) B/S passer (stokpasser) B/S passer (veerpasser) B/S passer (voetjes-/binnenpasser) E/A potlood (schrijnwerkerspotlood) B/L priem B/L schaaf (blokschaaf) B/L schaaf (grondschaaf) B/S schaaf (overzijdeschaaf) B/S schaaf (sponningschaaf) B/S schaaf (tandschaaf) B/S schaaf (zoolschaaf) B/A schaar B/A schraapstaal B/L schroevendraaierset (gleufkop) B/L schroevendraaierset (kruiskop/posidriv +) B/L schuifmaat B/S schuurblokje B/L sleutelset (inbussleutels/zeskant) B/S sleutelset (potsleutels) B/S sleutelset (steeksleutels) B/S sleutelset (ringsleutels) B/S spanschroeven B/A spuitpistool (elektrisch of pneumatisch) E/A tang (trektang) B/L tang (universele tang) B/S verf- en vernisborstels (ook poriënvullen) B/S verlengsnoer B/S verstekbakje (enkel of dubbel) B/L verstekblok B/L verstekhaak B/S vijlborstel B/S vijlen (driekant) B/S vijlen (halfrond) B/L vijlen (plat) B/L waterpas (conventioneel) E/A waterpas (flesjeswaterpas) E/A winkelhaak (grote tekenwinkelhaak) B/S winkelhaak (handmodel) B/L zaag (handzaag) B/S zaag (fineerzaag) B/S zaag (metaalzaag) B/S zaag (rugzaag) B/L zaag (steek-/puntzaag) B/S zaag (toffelzaag) B/S zaag (verstekzaag op voet) B/S zaagvijlklem E/A zaagzettang B/S
47
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren) •
zwaaihaak B/S INFRASTRUCTUUR – ONDERHOUD
• • • • • • • • • • • • • • • • •
berging voor afgewerkte producten B/A brandblusapparaat B/S hout- en gereedschapsmagazijn B/A kleedruimte met wasgelegenheid B/A machinezaal B/A magazijn (stapelruimte) B/A onderhoudsmaterieel (borstels) B/A onderhoudsmaterieel (handborstel) B/L onderhoudsmaterieel (stalen borstel) B/S onderhoudsmaterieel (stofzuiger) B/A persluchtinstallatie B/A schoolmeubilair (bord, stoelen …) B/A schragen B/S stofafzuiging (gecompartimenteer) B/A vaklokaal (technologie en tekenen) B/A werkbank en/of –tafel (met houten bankschroef) B/L werkruimte (monteren en bankwerk) B/S MACHINES
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Bovenfreesmachine op voet met toebehoren B/A Cirkelzaagmachine met radiale arm B/A Elektrische dubbele slijpmolen B/A Elektrische slijpsteen met water B/A Formaatzaagmachine + toeb. (hor. of vert. paneelzaag) B/A Houtdraaibank met toebehoren B/A Kettingfreesmachine met toebehoren B/A Kolomboormachine met toebehoren B/A Langgatboormachine met toebehoren B/A Lasapparaat voor lintzagen E/A Lintzaagmachine met toebehoren B/A Lintzaagslijpmachine E/A Pennenmachine met toebehoren B/A Raampers met toebehoren B/A Tafelschuurmachine met en schuurbandstand B/A Universele lange bandschuurmachine + toeb. B/A Vandikteschaafmachine met toebehoren B/A Vandikteschuurmachine met toebehoren E/A Verticale freesmachine met toebehoren B/A Vlakschaafmachine met toebehoren B/A
48
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren) VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
EHBO-kast B/A Gehoorbescherming B/L Handpalettruck (transpalet) E/U huidbeschermingshandschoenen (bv. kleuren) B/L intern oproepsysteem (bv. telefoon) B/A koevoet (grote uitvoering) E/U koolstofmasker (spuitwerkzaamheden) B/A ladder E/U pictogrammen (bv. i.v.m. veiligheid) B/S platenkarretje E/A stofmasker B/L trapladdertje B/A veiligheidsbril B/L veiligheidshandschoenen B/S veiligheidsinstructiekaarten van machines B/S veiligheidskaarten van gevaarlijke producten B/S veiligheidsschoenen B/L werkkledij E/L zaklamp B/A
49
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
50
EVALUATIE Onderscheid moet gemaakt worden tussen evaluatie van het leerproces en de evaluatie van het eindproduct. Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke cursist op de meest effectieve manier kan leren. De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de cursist. Het verloop van het proces wordt vooraf, door de leerkracht uitgetekend. Zij/hij bepaalt: •
welke de verschillende stappen zijn;
•
welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn;
•
welke fouten kunnen gemaakt worden.
Afhankelijk van het resultaat van feedbackmomenten (het stellen van mondelinge herhalingsvragen, gesprekken) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd. Om de cursist te motiveren gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer. Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (na elke periode: na de kerstvakantie en op het einde van het schooljaar). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de cursist de basisdoelstellingen bereikt heeft. Iedere evaluatie gebeurt in 3 stappen: •
registreren (veelvuldig afnemen van mondelinge toetsen, oefeningen, opdrachten …);
•
interpreteren (de gegevens toetsen aan de criteria of normen die vooraf werden bepaald);
•
rapporteren (de cursist krijgt de behaalde punten na de eerste periode op mondelinge wijze, op het einde van het schooljaar een schriftelijk rapport, zodat de cursist een duidelijk beeld krijgt van de vorderingen).
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
51
BIBLIOGRAFIE BOEKEN.
Catalogi van toeleveringsbedrijven
In functie van …
Geuens J
Tekenvademecum
Uitgeverij – Den Gulden Engel
A. De Pecker
Polyvalente Opleiding Houtbewerking, Deel 1 +
Uitgeverij. De Sikkel
Materialenleer.
J. Clarys
Gereedschaps –en constructieleer, Deel 1 & 2 Modelmaken. Meubelstijlen.
A. Vandevelde
Verspaningstechnieken en Snijgereedschappen voor machinale houtbewerking. Meubelstijlen.
J. Eppinga
Machinale houtbewerking in theorie en praktijk
Uitgeverij Wolters-Noordhoff Groningen
UITGAVEN EN TIJDSCHRIFTEN.
KVIV
Publicaties gericht naar Bouw en Hout
Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging
Normen en richtlijnen Technisch tekenen
Desguinlei 214
afdelingsgerichte bundels Cursistgerichte bundel Tekenbundels: - conventioneel tekenen; •
Geïntegreerd leerstofpakket, basisoefeningen en toepassingen.
•
Geïntegreerd leerstofpakket, Ontwerpen van een bergmeubel.
•
Leerstofpakket, Ontwerpen van vlakke hoekverbindingen.
•
Werktekening op ware grootte, Stijlmeubel – Lodewijk XVI.
•
Geïntegreerd leerstofpakket, Ontwerpen binnendeuren.
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
52
•
Geïntegreerd project – werkstukken, uitbreidingsoefeningen gericht naar de meubelmakerij.
•
Leerstofpakket,
•
Schaduwbepaling (projectiemethode).
‘Bin-Revue’
Brabançonnelaan 29
Belgisch Instituut voor Normalisatie
1000 Brussel
Hoekstijlen.
Tel: 02 / 738 01 11
CAD-CAM Magazine
Hallesesteenweg. 47
Belgocronic NV.
1640 St-INT-GENESIUS-RODE
‘Houtblad’
Postbus 1375
Het Houtblad BV.
1300 BJ ALMERE
i.s.m. Centrum Hout
Nederland Tel.: 0031 / 036 / 532 73 31
‘Houthandel en nijverheid
Zennestraat 37 1000 Brussel Tel: 02 / 513 82 95
‘Houtnieuws’
Gossetlaan 30
VUMpress i.s.m. IHVB
1702 Groot-Bijgaarden
Interfederaal Houtvoorlichtingsbureau
Koningsstraat 109-111 1000 Brussel Tel: 02 / 219 28 32
‘Meubel Echo’
Finstraat 4 1080 Brussel Tel: 02 / 424 00 64
‘Meubihome’
B.I. Trade Mart Atomiumsquare PB. 613 1020 Brussel
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
53
NUTTIGE ADRESSEN.
Het in de vakbibliotheek bezitten van de in de lijst opgenomen en binnen RAGO ontwikkelde ‘Sectorale Fiche’ kan absoluut sterk worden aanbevolen. Deze bevat immers waardevolle informatie zoals adressen van beroepsfederaties en/of andere logistiek ondersteunende instellingen en/of publicaties. In ieders belang is het noodzakelijk dat deze fiche actueel blijft, aarzel dus niet met de bevoegde dienst contact op te nemen indien een adres en/of andere vermelding niet meer met de werkelijkheid overeenstemt.
APA
Publicaties i.v.m. uit Amerika geïmporteerd hout
Grote Steenweg 624 2600 Berchem Tel: 03 / 440 68 38
RAGO -afdeling Onderwijsorganisatie
sectorale Fiche – Bouw en Hout
Sector Coördinatie Concepten en vertegenwoordiging
Beroeps –en Opleidingsprofielen
J. de Lalainstraat 28
3e leerjaren van de 3e graad
Tel: 02 / 645 52 11
BVHB
Houtbescherming homologaties
Maria Louizasquare 49 1040 Brussel Tel: 02 / 238 97 11
FVB
Publicaties: - Hout (beperkt)
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwbedrijf Koningsstraat 45 1000 Brussel Tel: 02 / 219 43 77
HCTO
HCTO –brochure
Houtstudiecentrum voor het Technisch Onderwijs
Technische steekkaarten
Hof te Vreesdreef 3
Houtdictionairebladen
1070 Brussel – Anderlecht
Houtmonsters
Tel: 02 / 558 15 51
Documentatiebladen Voordrachtbladen Houtstudiebladen Micropreparaten
IHVB
HOUTACADEMIE
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren)
54
Interfederaal Houtvoorlichtingsbureau Koningsstaat 109 / 111 1000 Brussel Tel: 02 / 219 28 32
Koninklijk Museum voor Midden –Afrika
Toonaangevende xylotheek
Leuvensesteenweg 13
Labo voor houtanatomie en -onderzoek
3080 Tervuren Tel: 02 / 769 52 11
Nordic Timber Council
Publicaties i.v.m. uit Scandinavië geïmporteerd
Stichting Centrum Hout
hout
Westeinde 6 Almere Buiten Nederland Tel: 0031 / 35 / 695 28 14
OCH
Onderricht via vraaggestuurde nascholing
Opleidingscentrum Hout
Publicaties:
- hout en zijn afgeleiden
Hof te Vreesdreef 3
- fabricage / verwerkingstechnieken
1070 Brussel – Anderlecht
- het meubel
Tel: 02 / 558 15 51
Provinciaal Veiligheidsinstituut Antwerpen
Publicaties i.v.m. veiligheid in de houtbewerking
Jezusstraat 28 2000 Antwerpen Tel: 03 / 231 28 04
RUG
Gedoceerde cursussen
Laboratorium voor Houttechnologie
Houtanatomie en –technologie
Coupure Links 653
Xylotheek
9000 Gent
Wetenschappelijke publicaties
Tel: 09 / 264 61 19
SOFZAN
Publicaties:
- Belgische houtinfomap
Studie –en Onderzoeksfonds voor Zagerijen
- hout - bouw
en Aanverwante Nijverheden
- houtverduurzaming
Koningsstraat 163 1210 Brussel
- Timmerhout
Tel: 02 / 219 27 43 TCHN
Houtconstructies, studies en proeven
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren) Technisch Centrum der Houtnijverheid
Technologische adviesdienst
Hof ter Vleesdreef 3
kwaliteit, certificatie en goedkeuring
1070 Brussel – Anderlecht
onderzoek, technologietransfer
Tel: 02 / 558 15 51
Dienst veiligheidsadvies
Vlaamse Houtdraaiers gilde
Demonstraties gekoppeld aan
De heer A. Wydooghe (contactpersoon)
werkvergaderingen en publicaties
Oude Zilverbergstraat 67 8800 Rumbeke Tel: .51 / 20 67 12
Vlaamse Houtsnijders gilde
Demonstraties gekoppeld aan
De heer J. Coppejans (contactpersoon)
werkvergaderingen en publicaties
H. Van Peenestraat 44 9030 Gent – Mariakerke Tel: 09 / 226 74 33
VIK
Informatie van algemene aard
Vlaamse Ingenieurskamer Van Putlei 11 2018 Antwerpen Tel: 03 /216 00 70
BIN
Belgische Normen
Brabançonnelaan 29 1000 Brussel Tel: 02 / 738 01 11
Commissariaat – generaal voor de bevordering
ARAB
van de arbeid van het Ministerie van
Algemeen Reglement Arbeidsbescherming
Tewerkstelling en Arbeid
Catalogus van publicaties
Belliardstraat 51
Sectoriele publicaties
1040 Brussel Tel 02 / 233 41 11
55
OSP – BSO3 – studiegebied: hout Lineaire organisatie – afdeling: meubelmakerij (3 leerjaren) VLOR Vlaamse Onderwijsraad Leuvenseplein 4 1000 Brussel, Tel: 02 / 219 42 99
Onderwijskundige materies
56