VOETBALVERENIGING
versie: 2007
D.V.G.
Liempde
1
Voorwoord ........................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1
Algemene informatie V.V. DVG .............................................................. 3
Hoofdstuk 2
Doelstelling jeugdbeleidsplan................................................................. 5
Hoofdstuk 3
Het jeugdkader .................................................................................. 5
Hoofdstuk 4
De opleiding van de jeugd ..................................................................... 9
Hoofdstuk 5
De gedragscode ................................................................................ 23
Hoofdstuk 6
Communicatie.................................................................................. 24
Hoofdstuk 7
Vervoer naar uitwedstrijden................................................................ 25
Hoofdstuk 8
De financiën .................................................................................... 26
Hoofdstuk 9
Scouting door Betaald Voetbal Organisaties (BVO) ..................................... 26
Hoofdstuk 10 Evaluatie Jeugdbeleidsplan ................................................................. 26 BIJLAGEN ........................................................................................................... 27 BIJLAGE 1 NADERE UITWERKING REISKOSTENVERGOEDING .............................................. 27 BIJLAGE 2
NADERE UITWERKING BEGROTINGSPOSTEN ................................................. 27
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
2
Voorwoord Dit Jeugdbeleidplan is gemaakt met de bedoeling de jeugd van DVG op een verantwoorde manier, met veel plezier, gestructureerd te laten voetballen en in enkele jaren met alle selectieteams op eerste klasse niveau te spelen. Een jeugdafdeling die in staat is om kinderen en jongeren op te leiden in de ruimste zin van het woord is belangrijk voor de vereniging. Daarom is het noodzakelijk dat er vanuit een gezamenlijke visie gewerkt wordt, welke als een rode draad door de besluitvorming loopt en welke mede als doel heeft om duidelijkheid te verschaffen, kortom een Jeugdbeleidsplan. Het originele Jeugdbeleidsplan is tot stand gekomen in juli 2002 onder de verantwoordelijkheid van een werkgroep welke bestond uit een afvaardiging van de pupillen, de junioren en de Jeugdcommissie. Inmiddels is het plan tweemaal geëvalueerd (najaar 2004 en 2006) en aangepast. De oorspronkelijke werkgroep heeft destijds gebruik gemaakt van: • Blauwdruk van een jeugdvoetbalbeleidsplan, KNVB • Jeugdbeleidsplannen van diverse verenigingen • Informatie van de NKS • De kennis en ervaring van jeugdkaderleden en de hoofdtrainer. Ieder team is in het bezit van een exemplaar en kan voor de nieuwe jeugdleiders en –trainers als een eerste introductie in de vereniging dienen. Verder ligt een exemplaar van het Jeugdbeleidsplan permanent ter inzage in de bestuurskamer. Het plan is ook geplaatst op de internetsite van DVG (www.dvgliempde.nl).
Namens de Jeugdcommissie,
Jelle Faber
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
3
Hoofdstuk 1
Algemene informatie V.V. DVG
1.1. Algemene informatie De voetbalvereniging De Vooruit Gang (DVG) is opgericht op 10 juli 1928. De thuiswedstrijden van de vereniging worden gespeeld op Sportpark De Roode Bleek aan de Sportlaan 2 te Liempde. Het sportpark is gelegen aan de rand van het dorp tegenover sporthal Pius X. De accommodatie bestaat uit een hoofdveld, 3 bijvelden en een oefenhoek. Veld 2 en de oefenhoek beschikken over verlichting. De verlichting van veld 2 is geschikt voor avondwedstrijden. De accommodatie beschikt verder over 10 kleedlokalen (waarvan 2 kleedlokalen voor scheidsrechters), een materiaalhok voor de selectie en een materiaalhok voor de overigen, een bespreekruimte, een bestuurskamer, een archiefruimte en een kantine in eigen beheer. 1.2 Verenigingsstructuur De vereniging kent een hoofdbestuur en diverse commissies o.a. de Jeugdcommissie. Het hoofdbestuur is samengesteld uit een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris, een penningmeester, een wedstrijdsecretaris en vijf commissarissen. Eén commissaris is verantwoordelijk voor de jeugdafdeling en heeft als algemeen coördinator zitting in de Jeugdcommissie. De Jeugdcommissie bestaat uit de algemeen coördinator, een algemeen secretaris, een penningmeester, een wedstrijdsecretaris/trainerscoördinator, een algemeen coördinator JTC, een coördinator E/D pupillen, een coördinator F pupillen en een junioren coördinator. De taken en verantwoordelijkheden van de Jeugdcommissie worden beschreven in hoofdstuk 3. In een organogram is de verenigingsstructuur als volgt weer te geven: Hoofdbestuur • Voorzitter • Vice-voorzitter • Secretaris • Penningmeester • Wedstrijdsecretaris • Commissarissen
Jeugdcommissie • Algemeen coördinator • Algemeen secretaris • Penningmeester • Wedstrijdsecretaris/trainerscoördinator/juniorencoördinator • Algemeen coördinator • Coördinatoren junioren • Coördinator E/D pupillen • Coördinator F pupillen
Sponsorcommissie Seniorencommissie Commissie onderhoud & accommodatie Kantine & activiteitencommissie Pers & publiciteit-commissie
Jeugd Technische Commissie (verder JTC) Circa 85 vrijwilligers (leiders, trainers, scheidsrechters, terrein/materiaalbeheer)
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
4 1.3
Lidmaatschap
Aan- en afmelding van jeugdleden geschiedt bij de Jeugdcommissie. Jongens en meisjes vanaf 5 jaar kunnen actief lid worden van de vereniging. De Jeugdcommissie verzorgt, via de secretaris van het hoofdbestuur, de aanmelding bij de KNVB. Afhankelijk van de leeftijd wordt de nieuwe jeugdspeler ingedeeld bij de pupillen of de junioren. De nadere leeftijdsindeling (KNVB) is als volgt: F-pupillen: 5 – 8 jaar E-pupillen: 8 – 10 jaar D-pupillen: 10 – 12 jaar C-junioren: 12 – 14 jaar B-junioren: 14 – 16 jaar A-junioren: 16 – 18 jaar Het uitgangspunt is dat iedereen op elk gewenst moment lid kan worden van de vereniging en er niet gewerkt wordt met een ledenstop. Het aanmelden van nieuwe jeugdleden dient bij voorkeur te geschieden vóór 1 oktober, zodat het nieuwe jeugdlid zonder veel organisatorische problemen bij een team kan worden ingedeeld. Jeugdleden die worden aangemeld ná 1 oktober, maar voor de winterstop, kunnen in elk geval na de winterstop meetrainen. Indeling in een team kan alleen als dit organisatorisch mogelijk is. In eerste instantie is daarbij bepalend het aantal spelers van een team. Jeugdleden die na de winterstop lid worden kunnen in elk geval de rest van het seizoen meetrainen, maar worden het volgende seizoen pas in een team ingedeeld. 1.4 Tenue Het officiële clubtenue van V.V. DVG bestaat uit een rood-geel (verticaal) gestreept shirt, een zwarte broek en rode sokken. Alle jeugdteams spelen in gesponsorde shirts. Conform het algemeen sponsorbeleid van de vereniging zijn deze shirts eigendom van de vereniging. Dit betekent onder meer dat de Jeugdcommissie bepaalt welk team in het shirt van welke sponsor speelt. Uiteraard wordt bij de toedeling waar mogelijk rekening gehouden met belangen van de sponsor. Gesponsorde kleding mag niet mee naar huis worden genomen, maar dient na afloop van een wedstrijd te worden ingeleverd. De leiders verzamelen de kleding en dragen er zorg voor dat deze op één vaste plaats worden gewassen. Voor het wassen van kleding worden vergoedingen per speler in rekening gebracht en tegelijkertijd geïnd met de jaarlijkse contributie. 1.5 Trainingsmateriaal D.V.G. streeft er naar om de voorziening van materiaal ten behoeve van de trainingen en wedstrijden zo optimaal mogelijk te verzorgen binnen de mogelijkheden die er zijn. D.V.G. verwacht van de gebruikers van de materialen dat zij hiermee op een verantwoorde manier omgaan en dat deze materialen ook weer op de juiste plaats worden opgeborgen. Het minimum pakket aan materiaal bestaat uit: • Degelijke ballen. • Goals (kleine + grootte) • Pionnen • Hesjes • Tsjoek (trampoline t.b.v. keepersoefeningen) • Voet-volley net 1.6 Het voetbalseizoen Een voetbalseizoen loopt van augustus tot juni en bestaat uit trainingen en een competitie. De competitie is bij de pupillen verdeeld in een najaarscompetitie (september – december) en een voorjaarscompetitie (januari/februari – mei). Voor junioren geldt dat afhankelijk van de klasseindeling gespeeld wordt in een najaars- en voorjaarscompetitie of een seizoenscompetitie. Na afloop van de (voorjaars-)competitie in mei worden voor de jeugdteams toernooien georganiseerd. In de maanden december – februari is er een door de KNVB vastgestelde winterstop. Tijdens de wintermaanden is er géén training voor de F-pupillen. Voor hen wordt als alternatief gedurende 8
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
5 woensdagmiddagen de sporthal gehuurd voor zaalvoetbal. De overige pupillen en de junioren hervatten half januari de training, afhankelijk van het weer en de gesteldheid van het veld. Gedurende het seizoen worden naast trainingen en (vriendschappelijke) wedstrijden allerlei nevenactiviteiten georganiseerd. Genoemd kunnen worden de Pupil van de Week, het bezoek van Sinterklaas aan de F-pupillen, een playbackwedstrijd, mixtoernooien, het penaltyschieten en het Buurtvoetbaltoernooi.
Hoofdstuk 2 Doelstelling Jeugdbeleidsplan. De algemene doelstelling van het Jeugdbeleidsplan van DVG is als volgt te formuleren: “De jeugd op een gedisciplineerde manier en volgens een methodisch opleiding zoveel mogelijk leren voetballen met een maximum aan beleving en ieder op zijn eigen niveau”. Om deze doelstelling te bereiken zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd, die een leidraad bieden voor het optreden van het jeugdkader. 1. Primair in het jeugdvoetbal staat de opleiding en het spe(e)l plezier. Het resultaat van een wedstrijd is van secundair belang. 2. Verlies het teambelang nooit uit het oog, maar maak een individu ook niet ondergeschikt aan het collectief. Elke speler heeft zijn eigen individuele kwaliteiten. Geef elke speler de nodige ontwikkelingskansen, dit verhoogt de spelvreugde. Creatieve spelers zijn de krenten in de pap. Verder is onderling respect tussen de spelers belangrijk. De jeugdleider en –trainer spelen hier een belangrijke rol bij om dit te ondersteunen. 3. Bij de pupillen (F t/m D-jeugd) dient tijdens de trainingen de techniek centraal te staan. Eerst in de beweging en later onder weerstand. Techniek moet in het teken staan dat de speler in staat gesteld moet worden om méér te leren en daardoor zijn/haar spe(e)l plezier kan vergroten. Bij de junioren (C t/m A-jeugd) wordt meer wedstrijdafhankelijk getraind. De techniektraining moet als een rode draad door de totale jeugdopleiding lopen. De tactiek en conditie moeten geleidelijk aan de techniek worden aangepast. 4. Een speler ontwikkelt zich op jonge leeftijd sterk. Geef hem daarom vooral bij de pupillen speelmogelijkheden op meerdere plaatsen in het elftal. Bij de junioren moeten de specifieke kwaliteiten vooropgesteld worden. 5. Zowel de trainerscoördinator, als de trainers en leiders moeten hun eigen belang(en) ondergeschikt weten te maken aan het belang van de vereniging en nog belangrijker aan het belang van de individuele jeugdspeler. 6. Stop de spelers niet vol met allerlei opdrachten. De creatieve eigenschappen van de jeugdspelers krijgen daardoor te weinig ontwikkelingskansen. 7. De samenwerking tussen trainerscoördinator, trainers en leiders onderling moet optimaal zijn. Positieve en negatieve ervaringen moeten in een goede sfeer met elkaar uitgewisseld kunnen worden. Allen dienen open te staan voor adviezen en mogen aan afspraken herinnerd worden. Wederzijds respect is een belangrijk uitgangspunt om bovenstaande te bewerkstelligen.
Hoofdstuk 3 Het jeugdkader 3.1 De Jeugdcommissie De Jeugdcommissie heeft tot taak de belangen van de jeugd binnen de vereniging te behartigen en het hoofdbestuur te informeren en adviseren inzake jeugdaangelegenheden. De Jeugdcommissie geeft leiding aan de jeugdafdeling en zorgt ervoor dat de voetbalsport wordt beoefend conform de doelstellingen van het Jeugdbeleidsplan. De Jeugdcommissie is verantwoording verschuldigd aan het hoofdbestuur. Voor het begin van elk seizoen stelt de Jeugdcommissie een financiële begroting op voor haar afdeling en legt deze ter goedkeuring voor aan het hoofdbestuur. Indien de begroting door het hoofdbestuur wordt goedgekeurd, wordt deze begroting door het hoofdbestuur in de totale begroting ingepast. Deze wordt jaarlijks aan de algemene ledenvergadering ter goedkeuring voorgelegd. De Jeugdcommissie draagt er tevens zorg voor dat het jeugdkader zo optimaal mogelijk kan werken en dat er altijd mogelijkheden aanwezig zijn voor het volgen van opleidingen. De uiteindelijke uitvoering en verantwoordelijkheid daaromtrent ligt bij het hoofdbestuur.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
6 De samenstelling van de Jeugdcommissie is als volgt: Algemeen Coördinator • Algehele coördinatie jeugdafdeling: bewaken voortgang, besluitvorming en functioneren van de pupillen- en juniorenafdeling; • Vertegenwoordiger namens de jeugdafdeling in het hoofdbestuur en vertegenwoordiger van de jeugd naar andere verenigingen; • Organiseren vergaderingen / bijeenkomsten Jeugdcommissie, leiders en trainers; • Leiden vergaderingen; • Opstellen begroting in samenwerking met penningmeester; • Coördineren van de tweejaarlijkse evaluatie van het jeugdbeleidsplan; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is. Algemeen secretaris • Verzorgen algemene correspondentie; • Notuleren van vergaderingen en de daar genomen besluiten; • Administratie jeugdleden; • Aanvragen dispensaties; • Aanleggen en bijhouden archief; • Zorg voor consumptiebonnen jeugdleiders en –trainers; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is. Wedstrijdsecretaris/trainerscoördinator • Coördinator junioren; • Verzorgen vriendschappelijke wedstrijden en toernooien; • Verzorgen oefenprogramma jeugd bij aanvang van het seizoen; • Coördinatie elftalsamenstelling; • Verzorgen wedstrijdmaterialen (bal, waterzak, fles) • Zorg voor de wedstrijdformulieren; • Zorgen voor scheidsrechters; • Coördinatie bij vragen nieuwe leiders en trainers; • Aanspreekpunt voor ouders, leiders en trainers; • Opzet jaarlijkse activiteiten (scheidsrechtercursussen, jeugdleiders toernooi, feest e.d.); • Lid Jeugd Technische Commissie; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is. Penningmeester • Financiële administratie en beheer; • Bijhouden kasboek; • Opstellen begroting in samenwerking met algemene zaken; • Verzorgen vergoedingen voor vervoer; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is. Algemeen coördinator JTC • Voorzitter Jeugd Technische Commissie; • Hoofd coördinatie teamsamenstelling A t/m E-jeugd; • Aanspreekpunt voor ouders, leiders, trainers en JTC-leden; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is. Coördinator D/E pupillen • Lid Jeugd Technische Commissie; • Aanspreekpunt voor ouders, leiders en trainers; • Coördinatie teamsamenstelling; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is. Coördinator F pupillen • Lid Jeugd technische Commissie;
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
7 • • • •
Aanspreekpunt voor ouders, leiders en trainers; Zorg zaalvoetbal; Coördinatie teamsamenstelling; Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is.
Coördinator Junioren • Lid Jeugd technische Commissie; • Aanspreekpunt voor ouders, leiders en trainers; • Coördinatie teamsamenstelling; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is. 3.2 Jeugd Technische Commissie De algemeen coördinator JTC, de twee pupillencoördinatoren en de twee juniorencoördinatoren vormen samen de Jeugd Technische Commissie (verder JTC). De JTC is verantwoordelijk voor de teamsamenstellingen en het uitvoeren van het selectiebeleid. Trainers en leiders hebben een adviserende rol bij de indeling. De JTC heeft verder een bevoegdheid in het eventueel tussentijds doorschuiven van een jeugdspeler naar een hoger/lager team of oudere/jongere (ondersteund met een KNVB-dispensatie) leeftijdscategorie. Dit zal te allen tijde in goed overleg met de jeugdleider(s) en –trainer(s) gebeuren. De commissie bezoekt in het lopende seizoen zo veel mogelijk wedstrijden van de verschillende teams om een goed inzicht te krijgen. Daarnaast informeert de JTC lopende het seizoen, tijdens de winterstop, bij de leiders en trainers naar de ontwikkelingen van spelers. Middels evaluatieformulieren worden leiders en trainers om advies gevraagd over de ontwikkeling van de jeugdspelers. Begin december wordt gevraagd een tussentijds evaluatieformulier in te vullen. Half maart volgt er een eindevaluatie, waarop ook een advies wordt aangegeven over de spelers voor het komende seizoen. Deze adviezen zijn niet bindend. Onder verantwoordelijkheid van de JTC valt tevens het organiseren van 1 of 2 trainingsbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt technische en tactische uitleg gegeven over het geven van trainingen in de praktijk. De JTC betrekt bij deze bijeenkomsten de hoofdtrainer en gediplomeerde Jeugd VoetbalTrainers. Doel van de bijeenkomsten is het verhogen van de kwaliteit van het jeugdkader, vooral van diegene die niet in de gelegenheid zijn opleidingen te volgen. 3.3 De Jeugdtrainers en -leiders De kracht van DVG is de vele vrijwilligers die elk jaar beschikbaar zijn. Op diverse terreinen zijn deze mensen actief. Wij beperken ons hier tot de grote groep jeugdtrainers en jeugdleiders. Jeugdtrainer en/of leider zijn houdt meer in dan aardig tegen een bal kunnen trappen. De betrokken persoon zal over een aantal eigenschappen moeten beschikken, die het hem mogelijk maakt op een juiste wijze met de jeugd te kunnen werken. Van alle leiders/trainers – van de F-jeugd tot de A-jeugd - wordt ook onderlinge saamhorigheid verwacht. Dit betekent dat men elkaar helpt wanneer men in een team spelers te kort heeft. Trainers/leiders staan indien mogelijk spelers af aan een team dat niet compleet is. Dit wordt onderling geregeld, desnoods in overleg met de JTC. Komen leiders er onderling niet uit beslist de JTC. De mentaliteit van saamhorigheid wordt ook overgebracht op de jeugdspelers. Dit betekent dus ook dat leiders ervoor zorgen dat gastspelers altijd spelen. De ideale trainer/leider is een duizendpoot. Zijn eerste kwaliteit is dat hij goed in staat is jeugdvoetballers de nodige voetbalvaardigheden bij te brengen. Hetzij doordat hij zelf “op niveau” heeft gevoetbald; hetzij door cursussen die hij met succes gevolgd heeft. Voor selectieteams geldt dit nadrukkelijker dan voor de overige teams. Zijn tweede kwaliteit ligt op het pedagogische vlak. Zowel de trainer als leider mag nooit uit het oog verliezen dat hij ook een belangrijke opvoedende taak heeft. Dat houdt in dat hij op het gebied van waarden en normen (de gedragscode van DVG) een voorbeeld is. Bovendien spreekt hij de DVGjeugd hierop consequent aan als dat vereist wordt. Essentieel bij bovengenoemde kwaliteiten is dat de trainer/leider een boodschap op het niveau van de groep over kan brengen. Lukt hem dat niet dan sneuvelen alle goede bedoelingen in onbegrip of oppositie.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
8 Verder zorgen leiders ervoor dat wisselspelers te allen tijde speeltijd krijgen. Het mag niet zo zijn dat een speler gedurende de hele wedstrijd op de bank moet blijven en verder dient voorkomen te worden dat eenzelfde speler meerdere wedstrijden achtereen wisselspeler is. Als laatste dient de trainer/leider zeker ook organisatorische talenten te bezitten. Enkele verantwoordelijkheden die hierbij aan bod komen zijn: Trainer: • Verzorgen gevarieerde en leerzame trainingen; • Verdiepen in ontwikkelingsfase van groep waarmee gewerkt wordt; • Eventueel volgen van cursussen; • Vóór aanvang van training trainingsmaterialen gereed zetten; • Zich op de hoogte stellen van de meest voorkomende sportblessures; • Stimuleren van spelers met klachten om contact op te nemen met een huisarts of een sportfysiotherapeut; • Ordelijk omgaan met trainingsmateriaal; • Toezicht vóór en na training op kleedkamer- en douchegebruik; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is; • Aan- uitmaken verlichting; • Goed sleutelbeheer; • Gebruik trainingsvelden met “beleid”; • Communiceren met coördinerende instanties/ouders; • Bij verhindering tijdig zorgen voor een geschikte vervanger. Leider: • Begeleiden van jeugdteam; • Verdiepen in ontwikkelingsfase van groep waarmee gewerkt wordt; • Het uitdragen van de gedragscode welke binnen DVG geldig is; • Eventueel volgen van cursussen; • Ruim voor aanvang van wedstrijden op sportpark aanwezig; • Toezicht vóór en na wedstrijd op kleedkamer- en douchegebruik; • Kunnen functioneren als grensrechter/scheidsrechter; • Zorgen voor wedstrijdbal, waterzak, fluitje e.d.; • Zorgen voor attentie namens groep/DVG bij langdurige ziekte; • Regelen van vervoer voor het team bij uitwedstrijden; • Assisteren bij nevenactiviteiten; • Stimuleren van spelers met klachten om contact op te nemen met een huisarts of een sportfysiotherapeut. 3.4 Opleiding en Cursussen Het mag duidelijk zijn dat ‘bekwame trainers en leiders’ de kwaliteit van het jeugdgebeuren en daarmee de vaardigheden van de jeugdvoetballers bevorderen. De vereniging in het algemeen en de Jeugdcommissie in het bijzonder stimuleren daarom het volgen van cursussen om zich (verder) te ‘bekwamen’ in het jeugdtrainersvak of het jeugdleiderschap. DVG is bereid de kosten geheel te betalen. Wel gelden hiervoor enkele voorwaarden: 1. De cursus opleiding wordt daadwerkelijk gevolgd en beëindigd; 2. Na een opleiding/cursus jeugdvoetbal(spel)leider blijft men minimaal twee jaar aan DVG verbonden als jeugdleider; 3. Na een opleiding jeugdvoetbaltrainer blijft men minimaal 3 jaar aan DVG verbonden als jeugdtrainer. Omdat de KNVB criteria stelt aan het volgen van deze opleiding, volgt voor aanmelding een gesprek met de Jeugdcommissie of men in aanmerking kan komen voor deze opleiding. Het streven is ernaar om mensen die cursussen hebben gevolgd meer verantwoordelijkheden te geven – in de zin van indelen bij een hoger team – dan trainers zonder cursus. Voorop staat echter dat bij DVG altijd plaats is voor spontane, goedwillende trainers en leiders zonder papieren.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
9
Hoofdstuk 4 De opleiding van de jeugd 4.1 De verschillende ontwikkelingsfasen Een jeugdvoetballer moet niet beschouwd worden als een verkleinde uitvoering van de volwassen speler. De jeugd wordt gekenmerkt door een aantal ontwikkelingsfasen die vloeiend in elkaar overgaan, doch die niet voor iedereen in een zelfde tempo en op dezelfde manier verlopen. Begeleiders moeten goed beseffen dat de jeugd waarmee zij mogen werken door ouders en club aan hen toevertrouwd wordt. Dit brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Startpunt bij een verantwoorde begeleiding is dat het jeugdkader goed op de hoogte is van de verschillende ontwikkelingsfasen van de DVG-jeugd. Hoe deze fasen verlopen wordt hieronder weergegeven. F-PUPIL (5 - 8 JAAR) Lichamelijke fysieke kenmerken Grote vitaliteit Een relatief klein hart en longen geven snel aanleiding tot vermoeidheid Snel herstel Harmonische indruk Geen lichamelijke verhouding zoals een volwassene Relatief weinig kracht Motorische kenmerken Langzame verbetering van de coördinatie Balgevoel nog zwak ontwikkeld Psychische kenmerken Bewegingsdrang Gebrek aan concentratie Individueel gericht, geen gevoel om dingen samen te doen Speels Ongeconcentreerd Prestatie/motivatie Geen wedijver Sterk fantasie gericht Het spel wordt niet als een wedstrijd met prestatiegedachte beleefd Zwak balgevoel Geringe kracht Geringe duurprestaties E-PUPIL (8 - 10 JAAR) Lichamelijke fysieke kenmerken Groei naar verdere harmonie Toename uithoudingsvermogen Heeft een groter doorzettingsvermogen om een bepaalde bewegingsvorm onder de knie te krijgen Doorgaans weinig vet Motorische kenmerken Leergevoelig (wil bewust technische vaardigheden leren) Meer coördinatie, balgevoel Psychische kenmerken Wat meer sociaal ingesteld Nog snel afgeleid, zwakke concentratie Neemt dingen al bewust op Probeert oefeningen goed te doen Werkt graag met de bal Krijgt besef voor het uitvoeren van bepaalde taken
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
10 Weet al onderscheid te maken wie goed en wie slecht is Prestatie/motivatie Nog sterk individueel gericht Drang om te presteren D-PUPIL (10 - 12 JAAR) Lichamelijke, fysieke kenmerken Zeer goed gebouwd Ideale verhoudingen Motorische kenmerken Goede coördinatie (de bewegingen worden zekerder) Evenwicht is stabieler Fijngevoelig reactievermogen Goed voorbeeld is belangrijk Psychische kenmerken Leergierig Wil zich meten met anderen; begin van geldingsdrang Begin van kritiek op prestaties van zichzelf en anderen Het spelen in een groep gaat al wat beter Grote bewegingsdrang Prestatie/motivatie Prestatiedrang zeer groot Beleefd plezier aan eigen kracht Navolgen van idolen Streeft naar prestatievergelijking Motivatie in alle wedstrijdvormen Overschatting van eigen prestatie Reactievermogen is fijngevoelig C-JUNIOR (12 - 14 JAAR) Lichamelijke, fysieke kenmerken Prépuberteit Begin van disharmonie Bij sommigen enorme lengtegroei Beperkte belastbaarheid Blessuregevoelig Motorische kenmerken Onstabiele motoriek De geleerde motorische vaardigheid blijft behouden, maar kan wel tijdelijk verminderen Psychische kenmerken Veranderingen in het lichaam en veranderingen in het bewustzijn leiden tot geestelijke en maatschappelijke spanningen Minder leergierig; motivatiegebrek Kritische instelling tegenover het gezag Groepsvorming Wisselende stemming Andere interesses gaan meespelen Prestatie/motivatie Wisselend Men heeft behoefte aan vaste afspraken, rechten en plichten Idealistisch/eigenwijs
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
11 Weinig gevoelig voor moraliserende gesprekken B-JUNIOR (14 - 16 JAAR) Lichamelijke, fysieke kenmerken Lichaam groeit naar harmonisch geheel Toenemende breedtegroei en spiervolume Motorische kenmerken Er treedt een duidelijke verbetering van de dagelijkse functie van het spierenstelsel op, wat lijdt tot een verbeterde coördinatie Psychische kenmerken Meer realiteitszin Minder emotioneel Minder agressief Toenemende zelfkennis Gezag wordt weer beter geaccepteerd Prestatie/motivatie Streven naar verbetering van eigen prestatie Voelt zich medeverantwoordelijk Meer opoffering voor het team Krachttraining, intervaltraining en duurwerk zijn mogelijk A-JUNIOR (16 - 18 JAAR) Lichamelijke, fysieke kenmerken Het functioneren van de organen bereikt de persoonlijke grens. Alleen nog verbetering door doelbewuste en methodisch juiste trainingen. Nauwelijks gevaar voor overbelasting. Motorische kenmerken Hoogtepunt in het leren van motorische vaardigheden is bereikt. Psychische kenmerken Stabilisatie van karakter Toename van prestatiedrang en geldingsdrang Duidelijke zelfkritiek Wil medeverantwoordelijk zijn Wil zich als individu weer op de voorgrond plaatsen Prestatie/motivatie Geldingsdrang neemt toe Prestatie objectivering Verantwoordelijkheidsgevoel is aanwezig Kritisch op zichzelf 4.2 Het trainen en coachen In dit Jeugdbeleidsplan zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd, die een leidraad bieden voor het optreden van trainerscoördinatoren, trainers en leiders. 1. Primair in het jeugdvoetbal staat de opleiding en het spe(e)l plezier. Het resultaat van een wedstrijd is van secundair belang. 2. Verlies het teambelang nooit uit het oog, maar maak een individu ook niet ondergeschikt aan het collectief. Elke speler heeft zijn eigen individuele kwaliteiten. Geef elke speler de nodige ontwikkelingskansen, dit verhoogt de spelvreugde. Creatieve spelers zijn de krenten in de pap. Verder is onderling respect tussen de spelers belangrijk. De jeugdleider en –trainer spelen hier een belangrijke rol bij om dit te ondersteunen. 3. Bij de pupillen (F t/m D-jeugd) dient de techniek centraal te staan. Eerst in de beweging en later onder weerstand. Techniek moet in het teken staan dat de speler in staat gesteld moet
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
12
4. 5. 6. 7.
worden om méér te leren en daardoor zijn/haar spe(e)l plezier kan vergroten. Bij de junioren (C t/m A-jeugd) wordt meer wedstrijdafhankelijk getraind. De techniektraining moet als een rode draad door de totale jeugdopleiding lopen. De tactiek en conditie moeten geleidelijk aan de techniek worden aangepast. Een speler ontwikkelt zich op jonge leeftijd sterk. Geef hem daarom vooral bij de pupillen speelmogelijkheden op meerdere plaatsen in het elftal. Bij de junioren moeten de specifieke kwaliteiten vooropgesteld worden. Zowel de trainerscoördinatoren, als de trainers en leiders moeten hun eigen belang(en) ondergeschikt weten te maken aan het belang van de vereniging en nog belangrijker aan het belang van de individuele jeugdspeler. Stop de spelers niet vol met allerlei opdrachten. De creatieve eigenschappen van de jeugdspelers krijgen daardoor te weinig ontwikkelingskansen. De samenwerking tussen trainerscoördinatoren, trainers en leiders onderling moet optimaal zijn. Positieve en negatieve ervaringen moeten in een goede sfeer met elkaar uitgewisseld kunnen worden. Allen dienen open te staan voor adviezen en mogen aan afspraken herinnerd worden. Wederzijds respect is een belangrijk uitgangspunt om bovenstaande te bewerkstelligen.
•
Bij de E en F-pupillen wordt op een half veld gevoetbald met officieel 7 tegen 7.
•
Vanaf de D-pupillen wordt op een volledig veld gevoetbald.
Vanzelfsprekend wordt de inhoud van training en coaching sterk bepaald door de leeftijdscategorie. Binnen elke categorie zal, afhankelijk van het niveau, per team bekeken moeten worden in hoeverre er verdieping mogelijk is. Minimaal tweemaal per jaar zal een bijeenkomst van de jeugdleiders –trainers van de selectie-teams georganiseerd worden door de trainerscoördinator om de methodische trainingsaanpak te bespreken. Doel is om de trainingen van de D/E/F-teams en van de A/B/C/D-teams op elkaar aan te laten sluiten. Verder wordt toegejuichd door de jeugdcommissie dat de jeugd trainers vaker naar elkaars trainingen toe gaan om ervaringen uit te wisselen en “beste praktijk”-gevallen op te nemen. Uitgangspunt dient steeds te zijn de hieronder per leeftijdscategorie geformuleerde trainingsdoelstellingen en globale elementen van training en coaching. F-PUPIL (5 - 8 JAAR) Trainingsdoelstelling (wennen door spelen) Technisch Baas worden over de bal. Balgewenning laten opdoen door spelen in eenvoudige spelvormen en partijspelen. Het zijn vooral de basistechnieken, die geleerd moeten worden. Conditioneel Spelenderwijs kennis laten maken met de algemene dagelijkse grondvormen van beweging: lopen, springen, huppen etc. Veel met de bal werken, alleen en met partner en in kleine partijspelen Tactisch Aanleren voornaamste spelregels Begripsvorming op gang brengen uitgaande van de basisdoelen van het voetbalspel; doelpunten maken, doelpunten voorkomen cq. verhinderen Mentaal Leren omgaan met spelregels Leren omgaan met anderen (medespeler, tegenstander, elftalleiding, scheidsrechter) Leren functioneren in een groep Inhoud en accenten van de training Spelen, positieve spelbenadering (aanval, scoren); doeltjes niet te klein, succes beleven Ruime bewegingservaring laten opdoen, vooral met de bal Ruimte laten voor eigen ontdekkingen Richting geven Balgewenning door veel kleine partijspelen Te behandelen thema’s, oefenstof Verbeteren/ontwikkelen van technische vaardigheden Passen en trappen
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
13 Gericht schieten Verwerken van de bal Dribbelen en drijven Leren samenspelen Duel 1 : 1 (aanvallend) Kennismaken met keepersvaardigheden Leren samenspelen in kleine partijen Overwinnen van bal en tegenstander Coaching Positieve benadering Ruimte laten voor eigen ontdekkingen Opmerkingen in de taal van de kinderen bijvoorbeeld 'probeer de bal weer snel af te pakken', 'geen balletje afwachten', ‘niet achter blijven hangen' Helpend gedrag voor, tijdens en na de training/wedstrijd E-PUPIL (8 - 10 JAAR) Trainingsdoelstelling (wennen door spelen) Technisch Ideale leeftijd om techniek te leren. Dit spelenderwijs aanleren door middel van uitproberen van de technische grondvormen (aan- en meenemen, koppen -onder bepaalde voorwaarden-, plaatsen, trappen, dribbelen, stoppen en afwerken). Vooral werken vanuit spelvorm. Veel balcontacten in de vorm van kleine partijspelen Conditioneel Op speelse wijze scholen van algemene beweeglijkheid; uitvoeren in spel- en wedstrijdvorm Tactisch Drang naar individueel spel niet aantasten Aandacht blijven schenken aan kennis van de belangrijkste spelregels Bij tactische vorming blijven uitgaan van alleen de basisdoelen van het voetbalspel en met name het doelpunten maken Mentaal Een begin maken met het wijzen op het belang van samenwerking teneinde een bepaald doel te bereiken. Van de inhoud en accenten trainingen Prima leeftijd voor motorisch leren Veel op techniek trainen Veel balcontact Veel spel- en wedstrijdvormen Kleine partijspelen en eenvoudige positiespelen Richting aangeven Te behandelen thema’s, oefenstof Individuele baltechniek Passen en trappen Dribbelen en drijven Inwerpen Het duel 1 : 1 (aanvallend) Afwerken op doel Eenvoudige positiespelen 3 : l; 4 : l; Uitspelen van de 2 : 1 situatie Koppen (aangeworpen ballen over korte afstand koppen, niet met afwerking; alleen met lichte ballen, vooral techniek scholen en angst wegnemen) Beheersen en bewerken van de bal Coaching Positieve benadering Ruimte laten voor eigen ontdekkingen
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
14 Opmerkingen in de zin van: 'probeer de bal snel weer af te pakken', ‘geen balletje afwachten', 'niet stil blijven staan', 'we hebben goed gespeeld, maar de volgende keer proberen we ook veel doelpunten te maken Helpend gedrag voor, tijdens en na de training en wedstrijd D-PUPIL (10 - 12 JAAR) Trainingsdoelstelling (leren doorspelen) Technisch Gericht oefenen van de technische grondvormen Het accent ligt op de technische gave en de volmaakte uitvoering Aanleren van de techniek door gebruik te maken van eenvoudige organisatievormen en oefenstof, waarbij geoefend wordt zowel zelfstandig als met een medespeler. Naast de spelvorm ook de opdrachtvorm hanteren. Techniek aanleren door veel kleine partijspelen Conditioneel Geen specifieke conditionele doelstellingen ten aanzien van bijv. snelheid, kracht en uithoudingsvermogen Er is sprake van een duidelijk vergroot uithoudingsvermogen in vergelijking met de E-jeugd; de arbeid-rustverhouding moet worden aangepast (langere rust, langere arbeid) Geen conditionele vorming zonder bal In de oefenvormen en de partijspelen variëren met de weerstanden (ruimte groter, kleiner maken, verdediger toevoegen) Tactisch Aanleren en beoefenen van de algemene tactische principes, zoals naar de bal toe gaan, afschermen, de bal niet aan de grond laten komen; met andere woorden het individuele tactische inzicht vormen Kennis maken met de elementaire tactische principes; balbezit is aanvallen, balverlies is verdedigen; vrijlopen; verdeling over het veld; belang van combinatiespel; dekken Inzicht laten verkrijgen in de voornaamste taken van spelers in een bepaalde positie/ op een bepaalde plaats Niet te plaatsgebonden laten ontwikkelen; spelers in zijn algemeenheid niet te gauw binden aan een bepaalde positie in het elftal; niet te snel specialiseren; in wedstrijden de spelers niet te veel opdrachten geven Het leren van het begrip buitenspel Mentaal Prestatievergelijking met betrekking tot eigen persoonlijke verrichtingen Prestatievergelijking van de elftalresultaten t.o.v. anderen Inhoud en accenten van de training Alle technische oefeningen zijn nu mogelijk De techniek vormen onder weerstand, dus in wedstrijdsituaties Positie- en partijspelen (ook 11 : 11) Veel spelsituaties trainen Te behandelen thema's, oefenstof Dribbelen Passen en trappen De bal aan- en meenemen Positiespel 5 : 2; 3 : 1 Het duel 1 : 1 (aanvallend) Positiespel 2 : 1 (de 1 - 2 combinatie) Afwerken op doel Koppen Het duel 1 : 1 verdedigend Uitspelen van overtal situatie Coaching Positieve benadering Ruimte laten voor eigen ontdekkingen
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
15 Opmerkingen in de zin van: 'Je moet bij de goal van de tegenstander zien te komen', 'niet stil blijven staan', 'aansluiten', 'geen balletje afwachten' Helpend gedrag voor, tijdens en na de training en wedstrijd Meer aandacht voor vrijlopen bij balbezit, dekken bij balverlies C-JUNIOR (12 - 14 JAAR) Trainingsdoelstelling (benaderen van de wedstrijd) Technisch Voortzetten van het doelgericht, technisch zuiver leren beheersen van de technische grondvormen met een grotere snelheid en een hoger tempo. Meerdere technische grondvormen bij de uitoefening combineren en aaneensluitend laten beoefenen. Bij bepaalde vormen verdedigers invoegen De techniek eerst aanleren en vervolgens in de spelsituatie beoefenen tijdens trainingen en wedstrijden Gelet op de pubertijd zullen zich grote verschillen voordoen bij de ontwikkeling van de individuele spelers; bij bepaalde spelers zal bewust met eenvoudiger oefenvormen en een lager tempo moeten worden gewerkt Conditioneel De lichamelijke belasting per individu moet verschillen omdat de lichamelijke belasting sterk varieert De intensiteit mag in vergelijking met de D-pupil groter zijn; een grotere belasting ten aanzien van arbeid-rustverhouding is verantwoord (het gaat om conditionele, tactische en technische oefenvormen, uitgeoefend met de bal) Geen conditionele specifieke oefendoelen in de zin van uithoudingsvermogen en kracht. Wel snelheidstraining bij voorkeur met bal Conditie kweken in de vorm van oefen- en spelvormen, waarbij men met weerstanden werkt (ruimte groter/kleiner maken, verdedigers toevoegen) Tactisch Vanuit algemene tactische principes verdere uitbreiding geven aan individuele techniek (schijnbeweging, versnelling, aanvallend en behoudend verdedigen, aanbieden in bepaalde tactische situaties) Het leren onderscheiden van de diverse tactische dekkingsvormen Leren begrijpen en beoefenen van de verschillende aanvalsmogelijkheden (1-2 combinatie, individuele actie, overname, combinatiespel, aanbieden vanuit de 2e en 3e lijn) Duidelijkheid scheppen in het belang van elftaltactiek en het inzicht brengen in en beoefenen van de belangrijkste taken van de verschillende linies en de posities binnen die linies Samenwerking tussen de linies bevorderen Mentaal Zelfvertrouwen voortdurend stimuleren Verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen Opvoeden in sportmentaliteit in de zin van lichaamsverzorging, wedstrijdvoorbereiding, prestatiebewustzijn en materiaalbeheer Accenten voor de training Technische voetbalvaardigheden vanuit wedstrijdsituaties (handelingssnelheid vergroten) Veel positie-/partijspelen Géén krachttraining (lengtegroei) Oog hebben voor individuele tekortkomingen/problemen Spelhervattingen, eventueel ook individueel Te behandelen thema’s, oefenstof Positiespel (vorm 3 : 1; 4 : 1; 5 : 2; 5 : 3) Duel 1 : 1 (aanvallend/verdedigend) Kaatsen Passen, trappen 1-2 combinatie positioneel dekken Begrijpen en oefenen van de verschillende aanvalsmogelijkheden Omschakelen naar balverlies Druk uitoefenen op de tegenstander (pressie)
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
16 Het verdedigen in een ondertal situatie Wanneer drijven, wanneer dribbelen Koppen Het leren benutten van kansen Het aanbieden van spitsen Coaching Positieve benadering Uitgaan van observatie in partijspel Relatie wedstrijd en training is nadrukkelijk aanwezig Individuele aspecten signaleren, maar ook aandacht voor positieve waardering Aspecten als tempo, tactiek, nadrukkelijk aan de orde laten komen Eigen verantwoordelijkheid spelers steeds meer benadrukken B-JUNIOR (14 - 16 JAAR) Trainingsdoelstelling (presteren in de wedstrijd) Technisch De technische vaardigheden verder scholen; waarbij de grondvormen in een hoger tempo worden uitgevoerd; hogere snelheid eisen onder weerstand van (een) verdediger(s) Aandacht schenken aan het aanvallend en verdedigend koppen Behandeling van de afwerking en de passing over grote afstand Accentueren van enkele technische handelingen met tactische aspecten, zoals bijv. kapbeweging, schijnbewegingen, spelen van de bal met een bewuste snelheid, richting en effect, het direct spelen Doelgericht laten oefenen vanuit wedstrijdsituaties en via positie- en partijspelen, waarbij technische accenten worden gelegd Technische ervaring opdoen door het veelvuldig spelen van wedstrijden Conditioneel De omstandigheden waaronder de prestatie moet worden verricht moeten net iets te zwaar zijn, zodanig dat de spelers er nog net aan willen beginnen (overload-principe). Dit alles in voetbaleigen vormen Door het werken met voetbalweerstanden (medespelers, tegenstanders, tijd en ruimte, doelgerichtheid, spelregels en spanning) de intensiteit aanpassen Het gaat om het voetbalvermogen van de spelers in de wedstrijd Tactisch Voortdurend en bewust uitdiepen van de individuele tactiek in wedstrijdsituaties Het verder oefenen van de verschillende dekkingsvormen en het onderkennen van de voor- en nadelen Uitbreiden van het begrip van de tactisch mogelijkheden, zoals een snel tempo hanteren, het spel verplaatsen, het beoefenen van de achterwaarts gespeelde pass, het tot stand brengen van een numerieke meerderheid in een bepaalde ruimte Het verder ontwikkelen van het denken in taken op een bepaalde positie/plaats, de functie van die plek binnen een linie en de taak van die linie binnen het elftal Het leren van tactiek in algemene zin, zoals leren aansluiten en meer of minder verdedigend spelen; het leren van bewust gekozen spelwijzen (counteren, buitenspelval, bepaald dekkingssysteem, het jagen, het uitvoeren van het formatie systeen Het oefenen van de spelhervattingen Mentaal Zelfkritiek stimuleren Voetbalmentaliteit verder ontwikkelen Voortdurend blijven stimuleren en enthousiast maken in verband met concurrentie van andere sporten Inhoud en accenten van de training Wedstrijdsituaties met veel weerstand en in hoog tempo trainen; technische elementen verbeteren Trainen op snelheid en duur Wedstrijdtactiek Taken binnen het team bespreken Tactische aspecten trainen met de hele groep en in linies
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
17
Te behandelen thema’s, oefenstof Positiespel in de opbouw (5 : 2; 3 : 1) Duel 1 : 1 (aanvallend) Koppen (aanvallend en verdedigend) Dribbelen Aanbieden voor de kaats Afwerken op doel Het spel verleggen De opbouw van achteruit Duel 1 : 1 (verdedigend) De 1 - 2 combinatie Het verdedigen in een ondertal situatie Het pressen op de bal Het op tijd aansluiten tussen de verschillende linies Coaching Positieve benadering Uitgaan van observatie in partijspelen De opmerkingen moeten gebaseerd zijn op samenwerking Relatie wedstrijd en training is nadrukkelijk aanwezig Individuele aspecten signaleren; ook aandacht besteden aan positieve waardering Aspecten als tempo, tactiek zijn nadrukkelijk aan de orde Eigen verantwoordelijkheid spelers steeds meer benadrukken A-JUNIOR (16 - 18 JAAR) Trainingsdoelstelling (streven naar optimale prestatie) Technisch Verdere volmaking van de technische grondvormen; het er in brengen van automatismen, onder gemiddeld grotere weerstand. De handelingssnelheid opvoeren in vermoeide toestand en complexe spelsituaties Veel aandacht voor koppen, afwerken, passen over grote afstand en positiespel Ontwikkelen specifieke technische handelingen met in grote mate technische aspecten, ook op hoger niveau Spelhervattingen combineren met specifieke technische handelingen Extra training (groepsgewijs en individueel) met betrekking tot de technische kwaliteiten die nodig zijn voor het spelen op een specifieke plaats in het elftal; de tekortkomingen verbeteren Conditioneel De spelers belasten tot hun maximaal prestatieniveau (veel met de bal werken) en uitgaan van voetbaleigen vormen; gebruik maken van de voetbalweerstanden Bewust en gericht gaan scholen ten aanzien van kracht, snelheid en uithoudingsvermogen; dit zoveel mogelijk in voetbaleigen situaties Conditionele voorbereiding op de senioren Tactisch Verder ontwikkelen van individueel tactisch inzicht zowel in spelsituaties als in het spelen op een bepaalde plaats in een bepaalde linie. Bewust gaan oefenen van tactische mogelijkheden zoals speltempo en gericht trainen op specifieke speelwijzen. De ontwikkeling van de analyse van tactische situaties Mentaal Prestatieve instelling vooral in de zin van streven naar persoonlijk prestatieniveau door middel van voortdurende drang naar perfectionisme. Stimuleren naar kritische beoordeling van de eigen capaciteiten. Bepaald inzicht laten verkrijgen van realistische verwachting ten aanzien van voetballoopbaan op seniorenniveau Inhoud en accenten van de training Alle technisch facetten van het spel onder hoogste weerstand laten beheersen Spelhervattingen trainen.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
18 Individueel trainen. Wedstrijdgerichte trainingen. Conditie optimaal in orde brengen Te behandelen thema’s, oefenstof Positiespel (5 : 2; 4 : 1) Duel 1 : 1 (aanvallend) Overtal situatie scheppen en uitspelen Koppen Het verplaatsen van het spel Duel 1 : 1 (verdedigend) Verdedigen in een ondertal situatie De opbouw vanaf achteruit Afwerken in het 16-metergebied Snelle omschakeling van balbezit naar balverlies Het zich aanbieden voor de kaats De lange pass breed en diep Het pressen op de bal Het goed aansluiten tussen de linies Coaching Positieve benadering Uitgaan van observatie in het spel. Opmerkingen zijn gebaseerd op samenwerking Er is een nadrukkelijke relatie tussen wedstrijd en training Individuele aspecten signaleren en beoordelen; positieve waardering uitspreken Aspecten als tempo en tactiek moeten nadrukkelijk aan de orde komen De eigen verantwoordelijkheid van de spelers moet steeds meer worden benadrukt 4.3
Keeperstraining
Trainingsdoelstelling Het doel van de keeperstraining is de techniek, het inzicht en de communicatieve vaardigheden van de keeper te verbeteren in relatie tot de wedstrijd. Gezien het feit dat de keeper een taak heeft binnen het team is het belangrijk dat de keeper naast de specifieke keeperstraining, ook deelneemt aan de normale groepstraining. Te denken valt daarbij aan oefeningen met afwerking op goal en daarnaast het positie- en partijspel. Eén keer per week wordt aan alle jeugdkeepers training gegeven. Van keepers van selectieteams wordt verwacht dat zij hieraan deel te nemen. Het is aan te bevelen om tijdens de keeperstraining de keepers in 2 leeftijdscategorieën in te delen: • keepers t/m 10 jaar (F en E-jeugd) • keepers vanaf 11 jaar (D t/m A-jeugd) Bij de jongste leeftijdscategorie geldt een niet specifieke keeperstraining, De doelstelling is dat op een speelse manier de grondbeginselen van het keepen worden bijgebracht. Te denken valt daarbij aan: Het uitrollen van de bal (niet op de knieën gaan zitten) Het uitgooien van de bal (schouderworp met uitgestrekte arm) Het uittrappen van de bal Bij het vallen naar de bal leren naar voren te vallen Het zijwaarts bewegen middels kleine pasjes Het leren je lichaam achter de bal te plaatsen Het vangen van de bal Het oprapen van de bal Coördinatie (met name oog-handcoördinatie) De belangrijkste spelregels voor de keeper Bij speels moet worden gedacht aan oefenvormen waarbij plezier voorop staat en de techniek een tweede plaats inneemt. Vanaf 11 jaar dient een meer doelgerichte keepersbegeleiding voor
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
19 tenminste de selectiekeepers worden gegeven. (Frans Hoek-methode). Het gaat er in deze leeftijdscategorie vooral om de elementaire beginselen van de techniek bij het verwerken van ballen op verschillende hoogten en verschillende posities zuiver te leren uitvoeren. Buiten de hiervoor genoemde grondbeginselen van het keepen dient er aandacht te worden gegeven aan zaken zoals: Conditionele accenten (sprongkracht, reactie en vaardigheid) Moeilijker technische handelingen zoals stompen, de voorzet, het overpakken. het al achterwaarts lopend verwerken van de boogbal, de doorstuitbal en het verwerken van ballen met de vlakke hand Tactiek Positiekiezen van de keeper bij (terugspeelballen, een inkomende aanvaller, een van dichtbij ingeschoten bal, een harde voorzet etc.) Opbouw/aanvallend spel (uittrappen en uitgooien) Aandacht voor leiding geven 4.4 Taken aan de verschillende posities verbonden De speelwijze van het team (waarvan de veldbezettingen 1:4:3:3 en 1:3:4:3 de meest gebruikelijke zijn, is afhankelijk van de TIC van het team. De spelers moeten voldoende technische vaardigheden (T), inzicht (I) en de nodige communicatieve vermogens (C) hebben om de speelwijze te kunnen uitvoeren. Belangrijke elementen voor en tijdens de wedstrijd zijn: Basisformatie Beschrijvingen van de bedoelingen: - gehele team - linies - verschillende posities Onderscheid maken tussen: - balbezit eigen team - balbezit tegenstander Veel herhalen! Taken per linie bij balbezit Verdediging De vleugelverdedigers moeten zich breed maken Vrije man en mandekker moeten uit elkaar (de laatste man of mandekker schuift door naar het centrum) Snelle opbouw Proberen het spel te verleggen in de vrije ruimte Geen balverlies (safe spelen) Middenvelders In de positie blijven spelen Niet te snel diep Balverlies voorkomen Dienende rol naar de spitsen toe Aanvallers Niet te snel diep Breed houden Acties maken (probeer je man uit te spelen) In het 16-metergebied komen Taken per linie bij balbezit tegenstander Verdediging In het 16-metergebied kort dekken (vooral de no.'s 2, 4 en 5) Niet te dicht bij 16-metergebied voetballen Goede coaching (vooral de no.’s 1 en 3) Breng no. 3 niet in 1 tegen 1 Zo weinig mogelijk overtredingen maken Middenvelders Knijpen om ruimte kleiner te maken Controlerende rol (niet te snel happen) Kort en scherp dekken Niet te snel uit laten spelen Aanvallers Terugzakken
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
20 Meeschuiven naar de kant waar de opbouw van de tegenstander is Op het juiste moment jagen Opkomende man afschermen (no. 10) Individuele taken per positie: balbezit opbouwend Doelverdediger Juiste voortzetting bij balbezit (rollen, werpen of trappen) Leiden van de verdediging (laten aansluiten e.d.) Vleugelverdediger Vrijlopen om aanspeelbaar te zijn voor doelverdediger, centrale verdediger, middenvelder en vleugelaanvaller In combinatie spelen met bovengenoemde spelers Centrale verdediger (vrije man) Vrijlopen (ook in achterwaartse richting) om voor de vleugelverdedigers, de doelverdediger en de middenvelders aanspeelbaar te zijn Leiding geven aan de verdediging (laten aansluiten bij doeltrap e.d.) Centrale verdediger (voorstopper) Vrijlopen om voor directe omgeving makkelijk aanspeelbaar te zijn Indien mogelijk inschakelen bij combinatie van middenveld Middenvelder Vrijlopen om voor verdedigers en doelverdedigers aanspeelbaar te zijn Ruimte creëren om combinatiespel gemakkelijk te maken (vrij lopen naar zijkanten van het veld en vooral ook in voorwaartse richting Vleugelaanvaller Ruimte creëren t.b.v. de opbouw van de aanval, dus tegenstander naar eigen helft dringen Centrumaanvaller Creëren van ruimte in de lengterichting van het veld (naar het doel van de tegenstander toe) t.b.v. een makkelijker opbouw van de aanval Beide centrale verdedigers 'binden' door steeds de achterste man op te wachten Individuele taken per positie: balbezit aanvallend Vleugelverdediger Op het juiste moment inschakelen wanneer er voldoende ruimte is. Dus niet van grote afstand gedekte aanvaller bedienen Centrale verdediger Inschakelen bij balbezit op het middenveld Indien mogelijk inschakelen bij hoekschoppen op het doel van de tegenpartij Bij een vrij veld zo lang mogelijk doorgaan, creëren van een numerieke meerderheid Centrale verdediger (voorstopper) Inschakelen bij vrije trappen of hoekschoppen in overleg met laatste man Middenvelder Inschakelen in de aanval (het benutten van de ruimte die wordt gecreëerd door de aanvallers Slechts één middenvelder tegelijk in de aanval, dus goed onderling overleg Afspeelmogelijkheden creëren voor aanvallers (terugpass) Vleugelaanvaller Trachten zo snel mogelijk met de bal tot de doellijn te komen door combinatiespel of individuele actie Kortste weg naar het doel en oogcontact houden met opkomende medespelers Het nemen van hoekschoppen Centrumaanvaller D.m.v. individuele acties of combinatiespel komen tot scoringskansen Creëren van ruimte voor opkomende medespelers door zich terug te laten vallen op het middenveld Het benutten van de ruimte die een terugblijvende vleugelaanvaller heeft gecreëerd (het sprinten in de gaten) Individuele taken per positie: balbezit verdedigend Doelverdediger Positie kiezen t.o.v. de bal (constant meedoen bij een aanval van de tegenpartij) Organiseren en leiden van de verdediging Duidelijk en tijdig aangeven wanneer wordt uitgelopen en wanneer een verdediger moet ingrijpen
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
21 Vleugelverdediger Dekken van de vleugelaanvaller van de tegenpartij (aan de binnenkant) Geven van rugdekking aan het centrum bij een aanval over een ander vleugel (knijpen) Indien gepasseerd dan herstellen in centrum Centrale verdediger (vrije man) Geven van rugdekking aan de overige spelers (vleugelverdediger – voorstopper) Afstoppen van opkomende middenveldspelers Afstoppen van doorgebroken vleugelaanvallers en centrale aanvaller Leiden en organiseren van de verdediging Het klein houden van het speelveld (spelen op buitenspel) Centrale verdediger (voorstopper) Dekken van de centrumspits van de tegenpartij Ophouden van de aanval bij een numerieke overmacht van de tegenpartij (geen aanval op de bal doen) Middenvelder Dekken van een middenveldspeler van de tegenpartij die het dichtst in d, eigen uitgangspositie speelt Rugdekking geven aan middenveldspeler van de andere kant van het speelveld (knijpen) Ruimtedekking toepassen bij numerieke overmacht (dus geen aanval op de bal doen, maar aanval ophouden) Zorgen zo lang mogelijk de tegenstander voor je te houden Vleugelaanvaller Afdekken van de vleugelverdediger Het 'storen' van de opbouw van de tegenpartij (in nauwe samenwerking met de andere aanvallers) Tegenstander aan de buitenkant dwingen (centrum - kortste weg naar het doel - afschermen) Bij een hoekschop van de tegenpartij op 0, 15 meter meeverdedigen Centrumaanvaller Afdekken van een eventueel opkomende centrale verdediger Het 'storen' van de opbouw van de tegenpartij in samenwerking met de beide vleugelaanvallers Voorkomen van de dieptebal in de lengterichting van het veld van de centrale verdedigers Ophouden van het spel van de tegenstander 4.5 Teamindeling en selecteren De JTC is verantwoordelijk voor de teamsamenstellingen en het uitvoeren van het selectiebeleid. De JTC betrekt de leiders en trainers nadrukkelijk bij de indelingen. Trainers en leiders hebben hierin een adviserende rol. Verder bezoekt de commissie in het lopende seizoen zo veel mogelijk wedstrijden van de verschillende teams om een goed inzicht te krijgen. Tot slot informeert de JTC lopende het seizoen, tijdens de winterstop, bij de leiders en trainers naar de ontwikkelingen van spelers. De uiteindelijke indeling geschiedt op vier hoofdkwaliteiten. 1. techniek 2. mentaliteit/instelling 3. inzicht/tactiek 4. fysiek Individuen moeten hun talenten tot een maximum kunnen ontwikkelen. Vanuit die gedachte kiest DVG voor het in beperkte mate selecteren op niveau. Selectieteams worden gevormd vanaf de Ejeugd. Bij de F-jeugd wordt niet geselecteerd, tenzij de omstandigheden en voorwaarden aanwezig zijn om een F1 te selecteren. Afhankelijk van het aantal teams per categorie worden er vanaf de E -jeugd 1 of 2 selecties (dus E1 en/of E2; D1 en/of D2) gemaakt. Dit betekent dat bij 4 of meer teams per leeftijdscategorie er twee selectie teams geformeerd zullen worden. Overige aandachtspunten bij de teamindelingen: • Het aanmelden van jeugdleden dient bij voorkeur te geschieden voor 1 oktober. Jeugdleden die na 1 oktober, maar voor de winterstop worden aangemeld kunnen in ieder geval na de winterstop meetrainen. Indeling in een team kan alleen als dit technisch mogelijk is. Medebepalend is het aantal spelers per team. Jeugdleden die na de winterstop worden aangemeld kunnen in elk geval de rest van het seizoen meetrainen, maar worden het volgende seizoen pas ingedeeld. De JTC kan hierop een uitzondering maken. • Spelers worden in principe binnen hun leeftijdsgroep geselecteerd. De JTC kan spelers naar een hogere leeftijdscategorie doorschuiven of dispensatie verlenen. Middels evaluatieformulieren
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
22
• • • • • •
• •
worden leiders en trainers om advies gevraagd over de ontwikkeling van de jeugdspelers. Begin december wordt gevraagd een tussentijds evaluatieformulier in te vullen. Half maart volgt er een eindevaluatie, waarop ook een advies wordt aangegeven over de spelers voor het komende seizoen. De adviezen zijn niet bindend. De JTC behoudt zich het recht voor om spelers, lopende het seizoen en in urgente gevallen, naar een ander team (hoger of lager) over te plaatsen. Bij de niet-geselecteerde pupillen en junioren zal bij de uiteindelijke indeling rekening gehouden worden met (1) de kwaliteit van de spelers zo goed mogelijk verdeeld wordt over de teams en met (2) sociale aspecten (vriendjes en vriendinnetjes). Teams bestaan in principe uit min.9 spelertjes bij de E en F-jeugd en min.13 spelers bij de overige jeugdteams. Het streven is de selectieteams in een zo hoog mogelijke klasse te laten voetballen. De overige teams worden naar vermogen ingedeeld, voor zover DVG daar invloed op heeft bij de indeling door de K.N.V.B. De meisjes zijn in de jeugdafdeling speelgerechtigd tot 16 jaar (B- junioren). Indien er voldoende meisjes zijn en de leeftijden van de meisjes dit toelaat, kan over worden gegaan op een meisjesteam. Mogelijk is dit een stimulans voor andere meisjes om te gaan voetballen. Dispensatie: In eerste instantie is het uitgangspunt dat DVG-jeugd géén gebruik willen maken van de dispensatieregeling. In tweede instantie kan dispensatie worden aangevraagd voor kinderen met bijvoorbeeld een geïndiceerd gedragsprobleem, een medische indicatie of gezien lichaamslengte en in derde en laatste instantie kan gebruik gemaakt worden van dispensatie ter aanvulling van teams. Echter er zal altijd rekening gehouden moeten worden met de KNVB-regel dat maxinaal voor 3 spelers per leeftijdscategorie dispensatie kan worden aangevraagd, m.u.v. de E-pupillen waar een max. van 2 spelers geldt en de F-pupillen waar in het geheel geen dispensatie geldt. Verder moet in acht genomen worden dat de promotie regeling niet geldt voor standaard-teams met een of meer dispensatie-spelers. In de maand mei kunnen er per leeftijscategorie (behalve de F-Pupillen) 2 à 3 oefenwedstrijden georganiseerd worden om tot de definitieve selectiekeuze van de standaard teams te komen. Na de selectiewedstrijden in mei worden de teams ingedeeld voor het nieuwe seizoen en gecommuniceerd aan de jeugdleiders,- trainers en spelers. In een bijeenkomst met leiders en trainers zullen de teamindelingen toegelicht worden.
DVG heeft de intentie alle selectieteams vanaf de E-jeugd 2 x per week te laten trainen. Of dat ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt hangt af van de beschikbaarheid van voldoende trainers en de beschikbaarheid van de accommodatie. Van selectiespelers wordt verwacht dat ze, indien enigszins mogelijk, aan alle trainingen deelnemen. De overige teams trainen 1 x per week. Iedereen dient zich af te melden wanneer men niet aan een training kan deelnemen. Als een training niet doorgaat, zal de trainer de spelers hiervan tijdig in kennis stellen. Eveneens 1 x per week wordt aan alle jeugdkeepers training gegeven. Van keepers van selectieteams wordt verwacht dat zij hieraan deel te nemen. 4.6 De overstap naar een andere groep Jeugdvoetballers zullen in hun voetballoopbaan meestal om de twee jaar geconfronteerd worden met een overstap naar een nieuwe leeftijdscategorie. Vaak zal dat gepaard gaan met nieuwe teamindelingen, nieuwe begeleiders en een nieuwe aanpak. Vooral vanuit de begeleiding zal er daarom continu aandacht moeten zijn voor aanpassingsproblemen. DVG vindt het noodzakelijk speciale aandacht te besteden aan de overstap van E naar D-pupil en van A-junior naar senior. In het eerste geval omdat de tweedejaars E-pupil de enorme overstap maakt van een klein naar een groot veld en van achttal naar elftal. In het tweede geval omdat de jeugdafdeling verlaten wordt en er niet meer leeftijdsgebonden gespeeld wordt. Van klein naar groot veld De Jeugdcommissie is van mening dat E-spelers in hun laatste seizoen de tijd en de ruimte moeten krijgen om te wennen aan de andere omstandigheden bij de D-jeugd. Daarom worden er na de winterstop momenten gecreëerd waarop de laatstejaars E-pupillen samen met D-pupillen oefenen.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
23 Van A-junior naar senior Er dient aandacht te zijn voor de begeleiding van A-junioren naar de senioren. In het laatste jaar moeten A-junioren de kans krijgen ervaring op te doen bij de senioren. Het is de bedoeling dat zij de nodige speelminuten krijgen en niet alleen op de bank sfeer proeven. Spelersaanvulling voor het eerste seniorenelftal dient in principe te geschieden vanuit het tweede seniorenelftal en niet vanuit de jeugd. Het meenemen van A-junioren door seniorenteams dient altijd te gebeuren na overleg met de daarvoor verantwoordelijke groepsleiding. Vanaf de winterstop moeten de spelers die het seizoen daarop overgaan naar de selectie, regelmatig mee kunnen trainen met de seniorenselectie. Dit alles met het doel de overstap geleidelijk plaats te laten vinden. De trainer van de ,,selectie’’ zal nauw samen moeten werken met de trainer en leiding van onze A. Eerstgenoemde zal door middel van het bezoeken van wedstrijden en het uitwisselen van gegevens op de hoogte blijven van de vorderingen van de A-junioren. Eerste jaars senioren De indeling van de eerstejaarssenioren in een lager elftal dan de selectie vindt plaats in overleg met de Jeugdcommissie. Ook moet beslist voorkomen worden dat de eerstejaarssenioren zogenaamd opgenomen worden bij het eerste en tweede seniorenelftal, om na een of twee wedstrijden alweer te worden afgevoerd naar een “overig seniorenteam”. Het gevolg van de overgang van junioren naar senioren mag beslist niet leiden tot gefrustreerde spelers, die geruisloos verdwijnen uit hogere elftallen of er helemaal mee stoppen. Om bovenstaande problematiek zoveel mogelijk te vermijden, wordt er op het einde van het seizoen een contactavond belegd voor alle junioren die overgaan naar de senioren. Dit enerzijds ter afsluiting van de juniorenperiode en anderzijds om reeds kennis te maken met het seniorengebeuren. Hierbij kunnen de wensen met betrekking tot komend seizoen naar voren worden gebracht en kan er van gedachten worden gewisseld over diverse andere zaken. Elke overgekomen speler moet zo snel mogelijk na afloop van zijn laatste juniorencompetitie weten in welke seniorenelftal hij komt te spelen. Dus niet vlak voor de aanvang van de nieuwe competitie. Halverwege het seizoen wordt onder verantwoordelijkheid van de jeugdcommissie met de eerstejaarssenioren een evaluatiegesprek gehouden. Bij dit gesprek zijn geen trainers of leiders van de senioren aanwezig. De opmerkingen van de eerstejaarssenioren worden anoniem besproken met de trainers en leiders van de senioren. Op het einde van het seizoen vindt een zelfde gesprek plaats. Deze evaluatiegesprekken moeten er toe leiden dat de overgang van junioren naar senioren steeds soepeler gaat verlopen.
Hoofdstuk 5 De gedragscode Verenigingen zijn een afspiegeling van de maatschappij. Dat houdt in dat zij zorg moeten dragen voor zaken zoals veiligheid, vriendschap, sportplezier, fair play en ontplooiing. Hierbij kunnen tal van problemen ontstaan. Als de basishouding van de vereniging niet goed is, zullen de problemen blijven bestaan of weer opnieuw ontstaan. Het staat buiten kijf dat indien waarden en normen in verenigingsverband worden nageleefd dit direct zijn invloed heeft op de sfeer binnen de vereniging. De Jeugdcommissie vindt dat een goede clubsfeer erg belangrijk is. Daarom zullen de gedragsregels van DVG (zie onderstaand) als richtsnoer/maatstaf dienen bij al het handelen binnen en buiten de lijnen! Van de spelers wordt verwacht dat zij zich gedisciplineerd gedragen en zich schikken in de methoden/richtlijnen van hun trainers/leiders. Zij handelen in de geest van de gedragscode die door DVG opgesteld is. Belangrijk is dat de spelers ten aanzien van het team waarin zij spelen hun verantwoordelijkheden kennen. Zo dienen zij een positieve houding te hebben ten aanzien van het bezoeken van de trainingen en wedstrijden. Voor alle spelers geldt dat men zich afmeldt wanneer men een training niet kan bijwonen. De trainer dient zijn spelers ook tijdig te informeren bij het niet doorgaan van de training. Uiteraard hebben alle spelers ook de plicht zich tijdig (in principe uiterlijk vrijdagavond vóór 18.00 uur) voor een wedstrijd af te melden bij hun leider. Echter beseft moet worden dat men als speler deel uitmaakt van een team en men goede redenen moet hebben om zich af te melden en moet voorkomen het team de dupe te laten worden van een gebrek aan voldoende spelers.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
24 Van de ouders wordt verwacht dat zij hun kind steunen en motiveren, ook als het minder gaat. Uit kritiek op leiders of trainers nooit langs de lijn of aan de bar, maar bespreek het in alle rust met de betreffende persoon of de Jeugdcommissie. Ouders worden verzocht vanaf de D-jeugd niet meer met hun zoon/dochter mee het kleedlokaal binnen te gaan. Iedereen komt per slot van rekening eens op eigen benen te staan. Graag zouden wij zien dat ouders een open oog hebben voor de meer praktische zaken, zoals het in overleg met ouders van teamgenoten regelen van vervoer naar uitwedstrijden en toernooien.
Gedragsregels DVG-jeugd: Wees op de afgesproken tijd aanwezig voor de wedstrijd of het vertrek Zorg voor een goed DVG tenue, inclusief scheenbeschermers Doe gezamenlijk een warming-up voor de wedstrijd of training Geef voor en na afloop van de wedstrijd je tegenstander een hand Accepteer de beslissingen van de scheidsrechter Gedraag je sportief binnen en buiten het veld Toon respect voor elkaar en voor je tegenstander Respecteer beslissingen van je trainer en leiders Spreek elkaar aan op normen en waarden Zorg dat je in principe op alle trainingen aanwezig bent Zorg dat je in principe elke wedstrijd beschikbaar bent Meld je tijdig af bij je leider als je niet kunt meedoen Douchen na de wedstrijd en de training is verplicht v.a. de D-pupillen en aanbevolen voor E/F pupillen Laat de kleedlokalen schoon achter na de wedstrijd en training Laat geen rotzooi slingeren op de velden (snoepverpakkingen, plastic flesjes etc.) Verniel geen andermans eigendommen Gebruik van alcohol onder de 16 jaar is verboden, drugs helemaal Doe mee aan activiteiten die de vereniging organiseert Help de trainer met het opruimen van de materialen en de ballen Tijdens de wedstrijd en in het kleedlokaal je mobieltje afzetten
Hoofdstuk 6 Communicatie Een goede communicatie is een absolute voorwaarde voor het goed functioneren van de vereniging. Voor de afdeling jeugd betekent dit dat er op verschillende niveaus overleg plaatsvindt en dat er op verschillende manieren informatie moet worden verstrekt zowel intern als extern. 6.1 Overlegstructuur De Jeugdcommissie vergadert één maal in de twee maanden. Zij is belast met de uitvoering van het beleid en bespreekt de lopende zaken en de jaarlijks terugkerende activiteiten. De communicatie met alle jeugdleiders en -trainers zal minimaal drie maal per seizoen (begin, midden en eind) plaatsvinden, door middel van een overleg met een afvaardiging van de Jeugdcommissie. Er wordt hierbij een splitsing gemaakt in pupillenoverleg en juniorenoverleg. In deze besprekingen worden de lopende zaken besproken en wensen voor de toekomst kenbaar gemaakt. Lopende de het seizoen zal er vanuit de JTC gecommuniceerd worden met jeugdleiders en trainers. De JTC zal naargelang nodig bij elkaar gaan zitten voor de teamindeling voor een volgend seizoen. In april wordt door de Jeugdcommissie een contactavond belegd tussen A-junioren die overgaan naar de senioren, de trainerscoördinator, de seniorencoördinator en de hoofdtrainer.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
25 Regelmatig vindt er overleg plaats voor het organiseren van activiteiten. De Jeugdcommissie zal aanwezig zijn bij het gezamenlijke overleg tussen clubs uit de regio en de K.N.V.B. afdeling jeugd. Indien nodig worden er ook gesprekken georganiseerd tussen trainers, leiders en ouders of tussen Jeugdcommissie en ouders. 6.2 Informatieverstrekking Voor aanvang van het seizoen ontvangen spelers, ouders en jeugdleiders een informatieboekje met daarin alle benodigde informatie. Standaard zullen hierin de volgende items aan bod komen: teamindeling, aanspreekpunten (namen en telefoonnummers), trainingstijden, oefenprogramma, afgelastingen, afmelden, contributie, lidmaatschapskaart, zaalvoetbal, de “DVG-er”, vervoer, tenue, wassen, gedragscode, nieuwe leden. Verder wordt er door middel van dit info-bulletin aan de ouders gevraagd eventuele noemenswaardigheden over hun kind te melden, zodat hiermee problemen kunnen worden voorkomen of verholpen. Voor de overige informatieverstrekking zal gebruik worden gemaakt van: • clubblad “de DVG-er”; • publicatieborden op het sportpark; • lichtkrant in de kantine; • informatiememo’s. De externe communicatiemiddelen bestaan uit: • raambiljetten (wedstrijdprogramma’s); • Brabants Centrum; • Brabants Dagblad; • Internet www.dvgliempde.nl;
Hoofdstuk 7 Vervoer naar uitwedstrijden 7.1 Rijgedrag Veiligheid staat voorop. Hier ligt een duidelijke verantwoordelijkheid voor de leiders. Wanneer wordt geconstateerd dat zij zich niet aan deze verantwoordelijkheid houden, worden zij door de Jeugdcommissie hier op aangesproken. Er gelden vier harde regels: 1. We houden ons aan de verkeersregels en zeker aan de voorgeschreven snelheid; 2. We kennen onze verantwoordelijkheid waar het alcoholgebruik in het verkeer betreft; 3. We gaan niet op reis met vier kinderen op de achterbank. Alle auto’s die noodzakelijk zijn voor een veilig vervoer van de kinderen komen voor vergoeding in aanmerking; 4. In de voorste en de achterste auto zit een leider zodat de meerijdende ouders niet de weg naar het sportpark hoeven te zoeken. De leiders zorgen er voor dat de auto’s bij elkaar blijven. 7.2 Organisatie Doorgaans worden per seizoen 10 tot 13 uitwedstrijden gespeeld. De Jeugdcommissie geeft uit oogpunt van de veiligheid van de jeugdspelers de voorkeur aan het reizen per auto naar de uitwedstrijden. Daarom wordt per auto naar de uitwedstrijden gereisd. Het vervoer naar een uitwedstrijd wordt geregeld door de leiders. Zij kunnen hiervoor de medewerking vragen van de ouders van de spelers. Wanneer alle ouders bereid zijn mee te rouleren komt dit neer op ongeveer drie keer per seizoen rijden. De ouders worden een week van tevoren doch uiterlijk donderdagavond gebeld door de leiders met de vraag of ze bereid zijn op zaterdagmorgen mee te rijden. De leiders houden rekening met verzoeken om eerder te worden gebeld. 7.3 Reiskostenvergoeding Binnen de jeugdafdeling van DVG bestaat een voor pupillen en junioren uniforme regeling reiskostenvergoeding. De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks door de Jeugdcommissie opnieuw beoordeeld. Veiligheid staat voorop. Dit betekent dat alle auto’s die noodzakelijk zijn voor een veilig vervoer in beginsel worden vergoed. Recht op een reiskostenvergoeding hebben evenwel alleen personen die minimaal drie keer hebben gereden naar een uitwedstrijd. De leiders houden
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
26 zelf bij wie heeft gereden en noteren dit op een daarvoor beschikbaar gesteld declaratieformulier. Het formulier kan worden verkregen bij de penningmeester van de Jeugdcommissie, die ook voor de verdere financiële afwikkeling zorgt. In Bijlage 1 is een verdere uitwerking opgenomen van de regeling.
Hoofdstuk 8 De financiën De jeugdafdeling van DVG werkt met een eigen financiële begroting, maar is financieel afhankelijk van het hoofdbestuur c.q. de vereniging. De begroting van de jeugdafdeling wordt jaarlijks in mei voor goedkeuring voorgelegd aan het hoofdbestuur, zodat deze separaat kan worden meegenomen in de verenigingsbegroting. Aan (vaste) inkomsten staat de jeugdafdeling in ieder geval ter beschikking: Een derde gedeelte van de door jeugd ingebrachte contributie berekent aan de hand van de laatste door de Algemene Ledenvergadering vastgestelde Rekening. De benodigde trainingsmaterialen – zoals ballen, pionnen, goaltjes en hesjes – worden buiten de begroting van de jeugdafdeling gehouden. Voor een goede uitvoering van het Jeugdbeleidsplan dienen deze kosten niet te drukken op de beperkte begroting van de jeugdafdeling. Een verdere uitwerking van de op de begroting voorkomende posten is uitgewerkt in Bijlage 2.
Hoofdstuk 9 Scouting door Betaald Voetbal Organisaties (BVO) Het is en zal altijd moeilijk zijn om bij een BVO af te dwingen dat zij zich aan een leidraad houden voor scouting door een BVO bij DVG. Dit moet ons er echter niet van weerhouden een dergelijke leidraad op te stellen en ter kennis te brengen bij de BVO’s in de omgeving. De leidraad is bedoeld om de vereniging, maar zeker ook de jeugdspeler, te beschermen. Leidraad scouting door een BVO 1. De door de BVO op pad gestuurde scout, meldt zich op het sportpark in de bestuurskamer bij de Jeugdcommissie van DVG en kan zich legitimeren. De scout hoeft niet aan te geven welke jeugdspeler wordt gescout. 2. Als een jeugdspeler uitgenodigd wordt voor een trainingsstage of een sessie van de talentenschool van de BVO jeugdopleiding wordt de Jeugdcommissie van DVG hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. De Jeugdcommissie adviseert de ouders zich te laten begeleiden door de Jeugdcommissie. 3. Na genoemde trainingsstage of sessie van de talentenschool, krijgt zowel de speler als de Jeugdcommissie bericht over de resultaten. 4. Indien er een gesprek volgt met de BVO jeugdopleiding worden de ouders uitgenodigd en op wens van de ouders een afgevaardigde van de Jeugdcommissie. De resultaten van dit gesprek worden schriftelijk vastgelegd. 5. Indien een speler geen deel meer uitmaakt of zal uitmaken van een selectieteam van de BVO krijgen ouders van de betreffende speler en de Jeugdcommissie hiervan bericht. 6. De BVO is verplicht om de Jeugdcommissie te informeren, als aan de benaderde speler een contract wordt aangeboden. De BVO moet de amateurvereniging inlichten, wanneer dat contract na één of meer jaren niet verlengd wordt. De BVO verplicht zich minimaal de door de KNVB vastgestelde vergoedingen uit te betalen.
Hoofdstuk 10 Evaluatie Jeugdbeleidsplan Alle overige DVG-ers en ouders zullen via de DVG-er op de hoogte worden gebracht over het bestaan van het Jeugdbeleidsplan. Verder zullen er een aantal punten uit het Jeugdbeleidsplan worden aangestipt in het informatieboekje dat iedere jeugdspeler in het begin van het seizoen ontvangt. Om het Jeugdbeleidsplan levendig te houden zal het tweejaarlijks geëvalueerd worden. De evaluatie zal plaatsvinden door een werkgroep bestaande uit afgevaardigden van de Jeugdcommissie en vrijwilligers en eventueel ouders. Coördinatie is in handen van de voorzitter van de jeugdcommissie. Deze werkgroep zal in het najaar geformeerd worden door de Jeugdcommissie. In de periode tot het voorjaar komt de werkgroep bij elkaar om te bekijken of het Jeugdbeleidsplan nog actueel is.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007
27 In het voorjaar worden de aandachtspunten en eventuele wijzigingen voorgelegd aan de Jeugdcommissie, die deze voorlegt in het overleg met de vrijwilligers (leiders /trainers); Hierna beslist de Jeugdcommissie welke wijzigingen er worden voorgesteld aan het hoofdbestuur. Het hoofd bestuur beslist of de wijzigingen worden doorgevoerd en verspreidt deze door de vereniging.
BIJLAGEN BIJLAGE 1 Nadere uitwerking reiskostenvergoeding • Geen reiskosten worden vergoed voor het bezoeken van verenigingen in de gemeenten Boxtel (ODC, Boxtel en LSV), Esch (Essche Boys), St.Michielsgestel (Irene, St.Michielsgestel en SCI), Schijndel (WEC, Schijndel. Avanti), St.Oedenrode (Rhode, Boskant, Ollandia, Nijnsel) en Best (Best Vooruit en Wilhelmina Boys); • Voor uitwedstrijden naar andere verenigingen wordt een vergoeding verstrekt van Euro 4,00 per auto; • Voor uitwedstrijden naar Bakel, Milheeze, Deurne, Asten, Someren, Heeze en Leende geldt een verhoogd bedrag van Euro 6,00; BIJLAGE 2 Nadere uitwerking begrotingsposten Aan (vaste) inkomsten staat de jeugdafdeling in ieder geval ter beschikking: • Een derde gedeelte van de door jeugd ingebrachte contributie berekent aan de hand van de laatste door de Algemene Ledenvergadering vastgestelde Rekening. • De volledige netto-opbrengst van de deelname aan de Grote Clubactie. • De volledige netto-opbrengst van de Lotto. • De volledige netto-opbrengst van andere door de jeugdafdeling uitgevoerde acties. • Een bijdrage van DVG ten behoeve van de uitbetaling van reiskosten. • Een vast bedrag ten behoeve van een post onvoorzien. • Een vaste bijdrage per juniorenteam en per E- en D-pupillenteam. • Een vaste bijdrage ten behoeve van de organisatie van een feestavond voor de jeugdleiders. • Bijdrage uit de Stichting Promotie DVG. • Bijdragen van derden bestemd voor de jeugd. Als (vaste) uitgaven kent de jeugdafdeling o.a. de volgende posten: • Ranja en kauwgom pupillen • Pupil van de Week • Sinterklaasavond F-pupillen • Zaalvoetbal F-pupillen • Playbackwedstrijd • Penalty- en mixtoernooi • Buurtvoetbaltoernooi • Uitvoering Regeling reiskostenvergoeding • Eventuele kampioenschappen • Feestavond jeugdleiders • Ondersteuning jeugdleiders en -trainers (cursussen, literatuur training etc.) • Post onvoorzien.
Jeugdbeleidsplan DVG vastgesteld juli 2002/1e evaluatie verwerkt november 2004/2e evaluatie verwerkt maart 2007