Vochtrijke Voeders van levering tot aan het voerhek Informatie over het bewaren en voeren van vochtrijke voeders
Voorwoord Vochtrijke voeders zijn een aantrekkelijke en waardevolle aanvulling voor het rantsoen maar bij ondeskundig gebruik kunnen de resultaten tegenvallen. Het komt nogal eens voor dat er minder zorgvuldig met vochtrijke producten wordt omgegaan. Dat gaat vaak goed, maar slechte conservering, bewaarverlies en verminderde opname kan dan het gevolg zijn. Vooral ook bij hogere temperaturen en overschakelen op een ander vochtrijk product kunnen plotseling problemen ontstaan. Het advies is om altijd de bewaar- en voertips op te volgen. Deze digitale brochure bevat veel informatie over het bewaren en verwerken van vochtrijke voeders. Met deze tips en informatie kunt u vochtrijke voeders volledig tot hun recht laten komen en met rendement en plezier voeren. De antwoorden op de meest relevante vragen vindt u door op de vragen en onderwerpen te klikken. Door op “terug” te klikken, komt u in het vorige menu. Kies vervolgens de onderwerpen en vragen die van belang zijn.
Als niet alle vragen worden beantwoord, kunt u contact opnemen met de verkoop binnendienst van Bonda, tel. (0252) 536 146.
Indeling (klik op het onderwerp van uw keuze) Inkuilen Uitkuilen Vloeibare voeders Productkenmerken vochtrijke mengvoeders
Inkuilen van vochtrijke voeders Waarin verschilt het inkuilen van vochtrijke voeders van het inkuilen van gras en maïs?
Wat zijn de belangrijkste tips? Wat kan er mis gaan bij het inkuilen? Hoe lang, breed en hoog mag een kuil zijn? Op welke manier kun je het voer aandrukken?
Wat is het effect van het gebruik van onderfolie? Wat is er te doen tegen lekvocht? Hoe lang moet een kuil dicht blijven? Wat zijn de aandachtspunten bij de opslag in slurf?
Hoe gebruik je vochtrijke voeders als afdekmiddel op ander kuilvoer?
terug
Waarin verschilt het inkuilen van vochtrijke voeders van het inkuilen van gras en maïs? Het principe van inkuilen is hetzelfde. Door melkzuurfermentatie wordt het product geconserveerd. Verder moet het uitsluiten van water en ongedierte bederf voorkomen. De hoeveelheden vochtrijk voer zijn vaak minder groot, omdat ze per vracht worden afgenomen. De verleiding kan groot zijn om er daarom minder aandacht aan te geven en direct te gaan voeren. Om de (voeder)waarde van vochtrijke voeders te behouden, is dezelfde aandacht nodig als bij het inkuilen van gras en maïs. Het verschil is dat vochtrijke voeders meestal niet kunnen worden vastgereden en minder hoog kunnen worden ingekuild.
Gras en maïs worden voor een heel seizoen ingekuild. Vochtrijke voeders worden per vracht ingekuild.
terug
Wat zijn de belangrijkste tips? • Zorg voor een verharde, vlakke en schone ondergrond. • Gebruik onderfolie en breng voldoende druk aan op de bovenlaag. • Breng extra druk aan op de randen. • Zorg voor voldoende voersnelheid. • Kuil niet te hoog in. • Zorg dat lekvocht en regenwater niet in de silo blijven staan. • Laat de kuil minimaal een week dicht. • Voorkom ongedierte zoals ratten en vogels.
Op elk rolletje onderfolie van Bonda staat een beknopt inkuiladvies.
terug
Wat kan er mis gaan bij het inkuilen? Schimmel en rotting ontstaan als lucht in de bovenlaag van het voer komt. Mogelijke oorzaken zijn: - onvoldoende druk op de toplaag - scheuren in het voer door te hoog inkuilen - onzorgvuldig uitkuilen - gaten in het plastic door ratten en vogels. Boterzuur kan onder in de kuil ontstaan door ophoping van lekvocht of regenwater. Boterzuur is onsmakelijk en remt daardoor de voeropname. Broei kan ontstaan bij rulle producten die niet voldoende zijn aangedrukt. Maden en ander ongedierte hebben in rotte plekken voer een ideale voedingsbodem. Zwakke of provisorische silowanden kunnen afbreken door de druk van het voer.
Als lucht onder het kuilplastic komt, ontstaat schimmel en broei.
terug
Hoe lang, breed en hoog mag een kuil zijn? Om bederf voor te blijven, is een voersnelheid van minimaal 1,5 meter per week nodig. Stem hier de lengte en breedte van de kuil op af. Ingekuilde vochtrijke voeders hebben een soortelijk gewicht van ongeveer 1.050 kg per kuub. Perspulp en Maïsglutenvoer hebben ingekuild een soortelijk gewicht van ongeveer 800 kg per kuub. Los gestort is het soortelijk gewicht van vochtrijke voeders 600 tot 800 kg per kuub. Om scheuren in de toplaag te voorkomen, moet niet te hoog worden ingekuild: Proti+ Gluco+ fijne bierbostel: max. 80 cm Grove bierbostel: max. 100 cm Maïsglutenvoer (Corngold): max. 120 cm Perspulp: max. 150 cm Aardappelpersvezels: max. 50 cm Stem de afmetingen van de kuil af op de voersnelheid. Voer niet minder dan 1,5 strekkende meter per week.
terug
Op welke manier kun je het voer aandrukken? De meeste vochtrijke voeders zijn te slap om te kunnen vastrijden. Alleen perspulp en maïsglutenvoer (Corngold) kunnen worden aangereden om lucht uit het voer te persen. Rij perspulp in dunne lagen aan. Bij dikkere lagen blijft er te veel lucht in de kuil achter. Zorg dat de banden schoon zijn om schimmelplekken te voorkomen. Bij overige producten is het voldoende om de toplaag te egaliseren en aan te drukken. Bijvoorbeeld met de bak van een kraan of door het vast te kloppen met een schep. De zijkanten moeten extra goed worden aangedrukt. De druk van een dunne laag zand - of voldoende banden - doen de rest.
Op de randen van de kuil moet extra druk worden aangebracht door extra zand of zandslurven.
Hier en daar een autoband tegen het opwaaien van plastic is niet voldoende om het voer goed te conserveren.
terug
Wat is het effect van het gebruik van onderfolie? In combinatie met gewoon kuilplastic zorgt onderfolie voor een betere conservering dan alleen kuilplastic. Zelfs als een kuil zorgvuldig wordt afgewerkt met een laag zand, zorgt onderfolie voor een betere conservering en minder bewaarverliezen. Onderfolie is dunner en flexibeler dan kuilplastic. Hierdoor vormt het zich beter met de vorm van de toplaag van het voer. Het folie zuigt zich min of meer vast op het voer. Hierdoor krijgt lucht minder kans om onder het folie te komen. Kuilfolie blijkt kleine hoeveelheden lucht door te laten. Op een goede voedingsbodem is dat voor schimmels voldoende om uit te groeien. De combinatie met onderfolie voorkomt ook op deze manier bederf.
Gebruik van onderfolie zorgt voor een betere conservering dan alleen kuilplastic.
terug
Wat is er te doen tegen lekvocht? Uit vochtrijke voeders kunnen kleine hoeveelheden lekvocht lopen. Proti+ en Corngold laten nauwelijks lekvocht los. Grove bierbostel is wat gevoeliger voor het loslaten van lekvocht. Het vocht bevat weinig drogestof, maar is wel vervuilend voor sloot- en grondwater.
Zorg voor een goede afvoer van het lekvocht of zorg dat het wordt geabsorbeerd door bijvoorbeeld snijmaïs of droge pulp. Als lekvocht ophoopt onder in de kuil, kan boterzuur worden gevormd. Dat kan ook gebeuren als regenwater in de kuil blijft staan.
Vochtrijke voeders bevatten meer vocht dan drogestof. Voorkom dat lekvocht in de sloot of het grondwater komt
terug
Hoe lang moet een kuil dicht blijven? Het algemene advies is om gras- en maïskuilen minimaal 6 weken dicht te laten zitten voor een goede conservering. Vochtrijke voeders conserveren sneller. Voor een goede conservering moeten vochtrijke voeders minimaal één week luchtdicht afgesloten blijven zitten. Om continu door te kunnen voeren is het dus nodig om ruimte te hebben voor twee kuilen. Leg eventueel een klein kuiltje apart, om de eerste week te overbruggen. Aardappelpersvezels worden niet altijd ingekuild. Het effect daarvan is dat met name de bovenlaag toch wat bederft en er meer zuren ontstaan die bij het voeren de pens-pH verlaagt.
Na ongeveer een week heeft zich voldoende melkzuur gevormd voor een goede conservering.
terug
Wat zijn de aandachtspunten bij de opslag in slurf? Aflevering van vochtrijke voeders in slurf is gemakkelijk, omdat het niet hoeft te worden afgedekt maar een slurf is kwetsbaar. De ondergrond moet vlak en schoon zijn. Steentjes of andere verontreinigingen kunnen scheuren veroorzaken. Een slurf kan niet in een bocht worden aangelegd. Er is 40 meter in een rechte lijn aan ruimte nodig: 20 meter voor de slurf plus 20 meter voor de vrachtwagen. Niet alle vochtrijke producten zijn geschikt voor levering in slurf. Bijvoorbeeld vanwege schimmelvorming doordat in de toplaag van het voer scheuren ontstaan bij het uitkuilen. Boterzuur kan onderin ontstaan, doordat het lekvocht niet weg kan.
Bij fermentatie (conservering) ontstaat gas. Zorg dat het gas kan ontsnappen om te voorkomen dat de slurf scheurt. Vogels zijn dol op sommige vochtrijke voeders. Voorkom dat ze gaten in het plastic pikken.
Aflevering in slurf is makkelijk, maar ook kwetsbaar.
terug
Hoe gebruik je vochtrijke voeders als afdekmiddel op ander kuilvoer? Veel vochtrijke voeders zijn zeer geschikt om boven op ander voer in te kuilen. Ze zorgen voor extra druk op de onderlaag en je kunt twee producten uit één silo voeren. De bovenste laag moet minimaal 20 cm dik zijn. Proti+ en aardappelpersvezels zijn zeer geschikt als afdekmiddel. Gluco+ en bierbostel zijn minder geschikt als afdekmiddel, maar kunnen wel in een dikkere laag (min. 25 cm) boven op andere producten (perspulp, maïsgluten, snijmais etc.) ingekuild worden. Proti+ en aardappelpersvezels kunnen uiteraard ook in grotere hoeveelheden boven op andere producten worden ingekuild. En verder: • Toplaag egaliseren en aandrukken • Gebruik onderfolie in combinatie met kuilplastic • Breng druk op het kuilfolie met een laagje zand of voldoende banden Klik hier voor meer algemene tips
Met een vijzelwagen kunnen vochtrijke voeders rechtstreeks bovenop andere producten worden gelost.
terug
Uitkuilen van vochtrijke voeders Hoe lang moet een kuil dicht blijven? Wat is de juiste voersnelheid? Wat is de goede manier om de kuil bloot te maken? Wat is een goede behandeling van het snijvlak? Hoe snij je het plastic van een slurf handig af?
terug
Wat is de juiste voersnelheid? Voer ten minste 1,5 meter per week van een kuil. Bij warm weer treedt sneller bederf op. Voer dan minimaal 2 meter per week.
Steek het snijvlak van boven naar beneden af. Maak niet meer voer los, dan direct verwerkt wordt. Los voer broeit makkelijk en schimmelt snel. Los voer ligt niet alleen voor het snijvlak op de vloer, maar ontstaat ook door met een shovel of verreiker onder in de kuil te steken. Doordat lucht diep in de kuil treedt, ontstaat schimmel en/of broei.
Bij een kuil die te breed is, kan de voersnelheid te laag zijn om het voer vers te houden.
terug
Wat is een goede behandeling van het snijvlak? Snij het plastic boven aan het snijvlak af of rol het strak op. Zorg dat het snijvlak in zijn geheel ademt. Laat het plastic dus niet over het snijvlak hangen. De kwaliteit van het snijvlak blijft beter als het indroogt dan in het broeierige klimaat achter los plastic. Gebruik eventueel luchtdoorlatend net tegen vogels. Steek het voer van boven naar beneden af en maak niet meer voer los dan direct verwerkt wordt. Voorkom dat regenwater in het snijvlak kan lopen. Met het snijvlak naar noorden, ligt het altijd in de schaduw en is het minder gevoelig voor bederf.
Maak niet te veel bloot en voorkom dat lucht onder het plastic kan kruipen door op het snijvlak extra druk aan te brengen.
terug
Hoe snij je het plastic van een slurf handig af? Snij het plastic aan de zijkant van de slurf in. Snij de bovenkant af of rol het plastic op tot boven het snijvlak. Breng boven het snijvlak druk aan met bijvoorbeeld zandslurven. Omdat het plastic van een slurf stugger is dan kuilplastic, is dit nog belangrijker dan bij een gewone kuil. De combinatie van stug plastic en het ontbreken van onderfolie, maakt eens slurf gevoeliger voor het intreden van lucht onder het plastic. Laat het onderste deel van het plastic op de grond liggen, zodat je met het laden hier op kunt rijden en het voer schoon van het plastic kan scheppen.
Door het plastic onderaan niet af te snijden, kan het voer schoon van het plastic worden opgeschept.
terug
Vloeibare voeders Welk type opslagtank is geschikt voor vloeibare voeders? Hoe hou je het product homogeen? Wanneer moet de vloeistof bij het laden worden toegevoegd? Welke type pompen zijn geschikt? Hoe vaak moet de opslagsilo worden gereinigd? Hoe weet je hoeveel product er nog in de silo zit?
terug
Welk type opslagtank is geschikt voor vloeibare voeders? Voor opslag van vloeibare voeders is een staande silo van tenminste 50 m 3 het meest geschikt. De silo moet voorzien zijn van een goedwerkend roerwerk en bestand zijn tegen temperaturen van minimaal 50 ºC. Vloeibare voeders zijn zuur. Daarom moeten silo, roerwerk, pomp en leidingwerk zuurbestendig zijn. Polyester, RVS en PVC zijn hiervoor geschikt. Gegalvaniseerd ijzer is onvoldoende bestand tegen het zuur in het voer. Liggende tanks zijn minder geschikt voor opslag van vloeibare voeders, omdat ze minder makkelijk leeg komen en de inhoud moeilijker geroerd kunnen worden.
Vloeibare voeders worden geleverd in vrachten van ca. 35 kuub. Een opslagsilo moet daarom tenminste 50 kuub groot zijn.
terug
Hoe hou je het product homogeen? Een staande silo kan het best geroerd worden met een verticaal roerwerk, met ten minste 2 roerbladen. Eén halverwege de silo en één onder in de silo. Roer de inhoud van de silo ten minste drie keer per dag. Afhankelijk van het roerwerk en de viscositeit is ca. 30 minuten per keer voldoende. Controleer regelmatig of het roerwerk goed functioneert door dagelijks een monster te nemen en deze visueel met elkaar te vergelijken. Om de inhoud van een liggende silo goed te kunnen roeren, zijn ten minste twee roerwerken nodig. Rondpompen is geen geschikte manier om vloeibare voeders homogeen te houden.
Voor de juiste rantsoensamenstelling is het belangrijk dat het voer homogeen is.
terug
Wanneer moet de vloeistof bij het laden worden toegevoegd? Voeg vloeibare voeders toe als er voldoende voermengsel in de voermengwagen zit om goed te kunnen mengen. Als er onvoldoende product in de mengwagen zit, kan het vloeibare voer niet goed worden gemengd, omdat het op de bodem of in de hoeken blijft zitten. Voorkom dat de vloeibare voeders naar de bodem van de mengwagen sijpelen. Laadt de vloeibare voeders daarom niet te snel en zorg dat het direct wordt gemengd met de andere voeders. Het mengresultaat is afhankelijk van veel factoren. Probeer zelf uit wat de beste manier van laden is. Zorg dat het voer homogeen is en geen kluitjes bevat. Voor compact voeren, kan het nuttig zijn om een deel van het rantsoen – inclusief de vloeibare voeders – een paar uur te laten inweken. Maak dan een voormengsel dat later wordt aangevuld met de overige voeders Doordat vloeibare voeders plakkerig zijn, bevorderen ze de homogeniteit van het rantsoen en helpt het selectie aan het voerhek voorkomen.
terug
Welke type pompen zijn geschikt? Het laden van vloeibare voeders hoeft niet veel tijd te kosten, als een pomp met voldoende capaciteit wordt gebruikt. Gebruik zogenaamde brijvoerpompen, omdat die zuurbestendig zijn. Plaats de pomp zo dicht mogelijk bij de silo. Liefst onder in de silo. Verdringerpompen kunnen ook heel stroperige voeders verpompen. In centrifugaalpompen kan lucht/gas ophopen van de fermentatie van het voer. De pomp moet dan ontlucht worden om weer te kunnen pompen. Let op dat pomp en leidingwerk vorstvrij gehouden kunnen worden.
De rok onder de silo is een prima plaats voor de pomp.
terug
Hoe vaak moet een silo gereinigd worden? Bij voeders die niet te veel aan de wand plakken, volstaat om één keer per jaar de silo uit te spoelen. Uitgezakt voer (een dikke laag onderin) kan worden verdund met water. Dit kan gewoon worden opgevoerd. Eventuele schimmelkorsten kunnen met water worden los gespoten. Deze moeten uiteraard niet worden gevoerd. Inspecteer ook het roerwerk. Door slijtage kunnen de as of roervinnen los raken. Denk aan de veiligheid! Door omzettingen in het voer kunnen schadelijke gassen ontstaan. Zorg voor voldoende frisse lucht in de silo en ga nooit alleen in een silo. Zet de werkschakelaar van het roerwerk uit, voor je in de silo gaat. Inspecteer en reinig één keer per jaar de bijproductensilo.
terug
Hoe weet je hoeveel product er nog in de silo zit? Bij nieuwe polyester silo’s kun je (bij zonnig weer) goed zien hoeveel product er nog in de silo zit. Oudere silo´s en silo´s van metaal zijn niet doorzichtig.
Met een meetglas gevuld met water of een drukmeter onder in de tank, kun je ook bij ondoorzichtige silo´s het niveau aflezen. Installateurs kunnen daarbij adviseren.
Met een meetglas of drukmeter kun je ook het niveau aflezen van silo´s die niet doorzichtig zijn.
terug
Productkenmerken
terug
Productkenmerken
Eiwitrijk Hoge drogestof Smakelijk en melkdrijvend
Hoge plakindex Geschikt als afdekmiddel Jaarrond leverbaar Voederwaarde DS 33% VEM 1058 VEVI 1123 DVE 121 OEB 39 FOS 517
Voeradvies RE RC RAS SUI ZET BZET
gehaltes in gr/kg drogestof Proti+ bevat tarwegistconcentraat
207 183 65 77 29 7
Melkvee Vleesvee Jongvee Geiten Schapen
4 – 12 kg 4 – 12 kg 2 – 6 kg 1 – 3 kg 1 – 4 kg
(kg per dier per dag)
terug
Productkenmerken
Energie & eiwitrijk Bestendig zetmeel Rustig verteerbaar Stukken aardappel zichtbaar Grof gemalen maïs Wisselende structuur (grof/fijn) Wisselende drogestof/lekvocht (22% - 28%) Voederwaarde DS 27% VEM 1052 VEVI 1124 DVE 108 OEB -3 FOS 461 gehaltes in gr/kg drogestof
Voeradvies RE RC RAS SUI ZET BZET
153 144 43 17 305 106
Melkvee Vleesvee Jongvee Geiten Schapen
4 – 12 kg 4 – 8 kg 2 – 6 kg 1 – 3 kg 1 – 4 kg
kg per dier per dag
terug
Productkenmerken
Dik vloeibaar Eiwitrijk Smakelijk en melkdrijvend Zeer hoge plakindex Rustiger dan TGC Constante samenstelling Jaarrond snel leverbaar Voederwaarde DS 25% VEM 1170 VEVI 1273 DVE 140 OEB 84 FOS 577
Voeradvies RE RC RAS SUI ZET BZET
gehaltes in gr/kg drogestof Rupro+ bevat tarwegistconcentraat
272 36 76 153 30 3
Melkvee Vleesvee Jongvee Geiten Schapen
4 – 8 kg 4 – 8 kg 2 – 4 kg 1 – 3 kg 1 – 3 kg
kg per dier per dag
terug
Productkenmerken
Dun vloeibaar Zetmeel en suikerrijk Smakelijk Hoge plakindex Constante samenstelling Jaarrond snel leverbaar Voederwaarde DS 25% VEM 1116 VEVI 1226 DVE 107 OEB -21 FOS 658
Voeradvies RE RC RAS SUI ZET BZET
gehaltes in gr/kg drogestof
137 36 86 167 323 32
Melkvee Vleesvee Jongvee Geiten Schapen
2 – 6 kg 2 – 6 kg 1 – 3 kg 1 – 2 kg 1 – 2 kg
kg per dier per dag
Energi+ bevat tarwegistconcentraat
terug