VLIR-ADVIES BETREFFENDE DE STUDIEGELDEN VOOR DIPLOMA- EN CREDITCONTRACTEN VOOR HET ACADEMIEJAAR 2012-2013 1.
HET DECREET In de artikels 55 tot en met 60 van het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs, verder flexibiliseringsdecreet genoemd, wordt het studiegeld voor diplomaen creditcontracten geregeld. Overeenkomstig artikel 54 van het flexibiliseringsdecreet dient het instellingsbestuur jaarlijks vóór 1 mei de bedragen van de studiegelden voor het komende academiejaar vast te stellen. Ondanks het feit dat decretaal gezien geen voorafgaandelijk advies ter zake door de VLIR dient gegeven te worden, neemt de VLIR jaarlijks een initiatief tot voorbereiding van een adviestekst. Onderstaand volgt het VLIR-advies met betrekking tot de studiegelden voor diploma-en creditcontracten voor het academiejaar 2012-2013, conform de bepalingen in de mededeling van het Agentschap Hoger Onderwijs van 1 februari 2012 m.b.t. de studiegelden 2012-2013.
2.
INDEXERING
Overeenkomstig artikel 67 van het flexibiliseringsdecreet worden de bedragen van de studiegelden (met uitzondering van die voor de beurstariefstudenten) aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. De referentiedatum voor de jaarlijkse aanpassing aan de evolutie van voornoemde index is 1 september 2003. Gezondheidsindex (1996=100) september 2003 september 2004 september 2005 september 2006 september 2007 september 2008 september 2009 september 2010 september 2011
112,47 114,08 116,65 118,73 120,27 126,46 125,67 128,89 132,80
De toegepaste coëfficiënt op de bedragen uit het flexibiliseringsdecreet bedraagt 1,1808.
Met betrekking tot de afronding wordt volgende regel in acht genomen: - de studiegelden worden afgerond tot op 0,1 euro.
3.
TOELICHTING BIJ DE TABEL
Voor een inschrijving tot en met 53 studiepunten wordt voor niet-beurstariefstudenten voor het vast en het variabel gedeelte het maximum geïndexeerd bedrag gevraagd. Voor een bijnabeurstariefstudent wordt voor het vast gedeelte het maximum geïndexeerd bedrag gevraagd en voor het variabel gedeelte een bedrag kleiner dan het maximum geïndexeerde bedrag (zodat een inschrijving voor 53 studiepunten minder kost dan een inschrijving voor 54 studiepunten). Voor een inschrijving voor ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten wordt voor nietbeurstariefstudenten het forfaitair maximum geïndexeerd bedrag gevraagd. Voor een bijnabeurstudent wordt het forfaitair minimum geïndexeerd gevraagd. Voor een inschrijving van meer dan 66 studiepunten wordt bij niet-beurstariefstudenten voor het variabel gedeelte het maximum geïndexeerd bedrag gevraagd voor de studiepunten boven 66. Voor een bijna-beurstudent wordt het minimum geïndexeerd bedrag gevraagd voor de studiepunten boven de 66.
Pagina 1
Overeenkomstig vroegere VLIR-adviezen wordt voorgesteld om voor wat betreft de studiegelden voor de voorbereiding van een doctoraat en voor het academiejaar waarin het doctoraat wordt behaald het decretaal vastgestelde en geïndexeerde minimale bedrag te vorderen. Het studiegeld voor de inschrijving voor de voorbereiding van een doctoraat en voor het academiejaar waarin het doctoraat wordt behaald, wordt eenmalig gevraagd.
Met betrekking tot de academische initiële lerarenopleiding werd artikel 59 van het flexibiliseringsdecreet waarin de specifieke regeling m.b.t. het studiegeld van de academische initiële lerarenopleiding was opgenomen, opgeheven in het decreet betreffende de lerarenopleiding van 15 december 2006 (artikel 21). In de memorie van toelichting bij dit decreet wordt aangegeven dat deze studiegelden onder de gewone algemene systematiek van de andere opleidingen komen. De studiegelden voor de academische initiële lerarenopleidingen in afbouw worden niet verder opgenomen in de tabel. Geïndexeerd zouden deze studiegelden 149,0 euro bedragen in het academiejaar 2011-2012.
Met betrekking tot de specifieke regeling voor huisartsengeneeskunde en specialistische geneeskunde werd op het bureau der rectoren van 20 mei 2010, in aanwezigheid van de decanen geneeskunde, bepaald dat voor deze categorieën studenten in principe het normale inschrijvingsgeld gevraagd wordt. In afwijking hiervan werd beslist om in een overgangsfase een gereduceerd tarief toe te passen voor de Ma in de Huisartsgeneeskunde en de Ma in de Specialistische Geneeskunde. Volgens deze regeling bestond het inschrijvingsgeld voor deze studenten uit het maximaal geïndexeerd bedrag wat betreft het vast gedeelte ( 64,9 €) en de helft van het maximaal geïndexeerd bedrag wat betreft het variabel gedeelte (4,5 €). Beslist werd om deze regeling te behouden zolang er geen definitieve regeling is voor de nieuwe financiering van de geneeskunde. Het verminderde tarief wordt dus behouden in het academiejaar 2012-2013.
Voor inschrijvingen op de rol wordt 64,9 euro gevraagd. Dit bedrag kan per academiejaar slechts eenmaal aan de student gevorderd worden.
Regeling VLIR-UOS (goedgekeurd op het bureau der rectoren van 12 september 2006) 1. Het studiegeld dat VLIR-UOS-bursalen moeten betalen, moet aan alle Vlaamse universiteiten hetzelfde zijn; 2. Er dient een lager barema gehanteerd te worden of korting te worden toegekend op het reguliere studiegeld. De korting dient van dien aard te zijn dat voor het academiejaar 2006-2007 maximaal een bedrag van 80 EUR mag worden aangerekend; 3. Deze regel is van toepassing vanaf academiejaar 2006-2007 tot en met academiejaar 2012-2013. Deze looptijd wordt bepaald door de looptijd van het volgende vijfjarenplan van VLIR-UOS, dat loopt van 2008-2012; 4. Deze regel is van toepassing op a. alle VLIR-UOS-bursalen b. alle studenten uit ontwikkelingslanden, zoals opgenomen in de VLIR-UOS-landenlijst, die zich inschrijven aan een door VLIR-UOS gefinancierde ICP. De Vlaamse universiteiten worden opgeroepen om, conform een eigen sociaal beleid, de regel nog breder toe te passen, bijvoorbeeld voor alle studenten uit ontwikkelingslanden die zich inschrijven voor andere programma’s dan de ICP’s, en/of door de OESO/DAC-landenlijst te hanteren i.p.v. de minder uitgebreide VLIR-UOS-landenlijst1. Hierbij kunnen de universiteiten overwegen om de regel slechts toe te passen, in zoverre de betrokkene op basis van een dossier kan bewijzen niet over voldoende financiële middelen te beschikken.
1
Zie op de website van VLIR-UOS (www.vliruos.be): VLIR-UOS > Landen > De uitgebreide landenlijst voor beurzen (54): • Afrika: Benin, Burkina Faso, Burundi, Cameroon, DR Congo, Ethiopië, Gambia, Ghana, Guinea, Ivoorkust, Kenia, Madagaskar, Malawi, Mali, Marokko, Mozambique, Nigeria, Oeganda, Rwanda, Senegal, Tanzania, Togo, Tunesië, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika • Azië: Bangladesh, Cambodia, Filippijnen, India, Indonesië, Jordanië, Laos, Nepal, Palestijnse Gebieden, Sri Lanka, Thailand, Vietnam • Latijns-Amerika: Bolivia, Brazilië, Colombia, Cuba, Dominicaanse Republiek, Ecuador, Guatemala, Guyana, Haïti, Honduras, Mexico, Nicaragua, Paraguay, Peru, Suriname, Uruguay
Pagina 2
4. VLIR-ADVIES: STUDIEGELDEN 2012-2013 (cfr. bijgevoegde tabel)
Pagina 3
VLIR-advies betreffende de studiegelden voor het academiejaar 2012-2013 In deze tabel wordt de berekeningswijze aangegeven van de studiegelden voor het academiejaar 2012-2013.
Decretaal
Decretaal
Advies studiegelden
Advies studiegelden
min. en max.
min. en max.
2011-2012
2012-2013
nt-geïndexeerd
Geïndexeerd (toegepaste coëfficiënt: 1,1808) Euro
Euro afgerond
Euro afgerond
Euro
I. Bachelors en initiële mastersopleidingen, schakel- en voorbereidingsprogramma’s en de specifieke lerarenopleiding
A. Inschrijving tot en met 53 studiepunten
Niet-beurstariefstudent Vast gedeelte Variabel gedeelte per studiepunt
ten hoogste 55 euro ten hoogste 7,5 euro
64,9 8,9
63,0 euro vast en 8,6 euro per studiepunt
64,9 euro vast en 8,9 euro per studiepunt
ten hoogste 36,7 euro ten hoogste 5 euro
43,3 5,9
42,1 euro vast en 5,6 euro per studiepunt
43,3 euro vast en 5,7 euro per studiepunt
55
55
Bijna-beurstariefstudent Vast gedeelte Variabel gedeelte per studiepunt
Beurstariefstudent
55
B. Inschrijving voor ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten Niet-beurstariefstudent Minimaal Maximaal
445 505
525,4 596,3
578,7
596,3
296,7 336,7
350,3 397,6
340,0
350,3
80
80
3,4 euro per studiepunt
3,5 euro per studiepunt
Bijna-beurstariefstudent Minimaal Maximaal
Beurstariefstudent
80
C. Inschrijving voor meer dan 66 studiepunten Niet-beurstariefstudent idem als voor inschrijving tussen 54 en 66 studiepunten voor een nietbeurstariefstudent plus een variabel gedeelte voor het aantal studiepunten boven 66 van: Minimaal Maximaal
2,5 per studiepunt 3 per studiepunt
3,0 3,5
Pagina 4
Bijna-beurstariefstudent idem als voor inschrijving tussen 54 en 66 studiepunten voor een bijnabeurstariefstudent plus een variabel gedeelte voor het aantal studiepunten boven 66 van: Minimaal Maximaal
1,7 per studiepunt 2,0 per studiepunt
2,0 per studiepunt 2,4 per studiepunt
340,0 euro vast en 1,9 euro per studiepunt boven 66 studiepunten
350,3 euro vast en 2,0 euro per studiepunt boven 66 studiepunten
Beurstariefstudent - bij 2 inschrijvingen waarbij aantal sp van beide inschrijvingen afzonderlijk minder dan 53 sp bedraagt
110
110
110
- bij 2 inschrijvingen waarbij aantal sp van één of beide inschrijvingen ten minste 54 sp bedraagt
135
135
135
II. Doctoraat bij een eerste inschrijving en in het jaar van verdediging alle studenten Minimaal Maximaal
III. Examencontract
IV Master-na-masteropleiding in de huisartsgeneeskunde en in de specialistische geneeskunde
V. Inschrijving op de rol
240 300
283,4 354,2
275,0
283,4
50 euro vast en 3 euro per studiepunt
59,0 3,5 euro per studiepunt
57,3 euro vast en 3,4 euro per studiepunt
59,0 euro vast en 3,5 euro per studiepunt
63,0 euro vast en 4,3 euro per studiepunt
64,9 euro vast en 4,5 euro per studiepunt
63,0
64,9
Pagina 5