Vlietjonge BV Safe-In-Safe-Out Boekje
A-Vlietjonge_Safe-In-Safe-Out_Boekje.indd 1
06-04-11 12
Algemeen alarm nummer BHV
…………………
Algemeen alarm nummer extern: Hulpverleningsdiensten
030 6068911 of 7 (Intern)
…………………
112
Politie spoed Politie, géén spoed
………………… …………………
112 0900 8844
St. Antonuis Ziekenhuis Bedrijfopvang team (slachtofferhulp)
………………… …………………
030 60 991 11 0900 - 0101
Locatie gegevens:
Vlietjonge BV, Hollandhaven 1, 3433 PD Nieuwegein Tel: 030 6068911
WAT TE DOEN BIJ BRAND -
Sla alarm, waarschuw uw directe omgeving
-
Bel BHV Vlietjonge:
7 of 030 6068911
Indien niet bereikbaar bel
112
-
Begin met blussen onder leiding van een BHV
-
Lukt het blussen niet: ontruim dan de locatie
-
Druk voor ontruiming op de knop van het ontruimingssignaal
-
Bij ontruiming: melden op de Verzamelplaats.
WAT TE DOEN BIJ ONGEVAL / ONWEL WORDEN PERSOON -
Alarmeer de Hoofd BHV
670 of 7
Bij ernstig letsel of twijfel aan de aard van het ongeval bel direct Alarmnummer 112 St. Antonius Ziekenhuis -
030 6099111
Blijf bij het slachtoffer tot de komst van een BHV Stel het slachtoffer gerust Laat het slachtoffer nooit alleen
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
1/39
0.
INHOUDSOPGAVE
1.
Voorwoord
3
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
Wat te doen tijdens calamiteiten Bedrijfs hulp verlening Overzicht BHV Externe alarmering Wat te doen bij een ontruimingsalarm
5 5 6 7 8
2.5
Veiligheidsvoorzieningen
3.
Verantwoordelijkheden van alle medewerkers
10
4. 4.1 4.2 5.
Verantwoordelijkheden H&S Manager Gedragsaudits Top 10-risico’s Algemene regels voor goede samenwerking en veiligheid
10 11 11 12
6. 6.1 7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12 7.13 7.14 7.15 7.16 8.
Regels en voorschriften ten behoeve van de veiligheid Gebruik PBM Veilig werken Veilig werken met de heftruck Veilig werken met de kraan Veilig hijsen en heffen Veilig laden en lossen Veilig werken met de zaagmachines Veilig werken met de boormachine Veilig werken met de snijmachine Veilig afwerken van materiaal Veilig werken met de conserveringsstraat Veilig legen van schrotcontainers Veilig werken met elektriciteit Veilig werken met handgereedschap Veilig werken op hoogte Milieu Gasflessen, -slangen en -leidingen Veilig op dienstreis Rookbeleid
14 14 16 16 18 20 21 23 24 25 26 27 28 28 29 30 31 31 32 33
9.
Parkeerbeleid
33
10.
Werkonderbreking bij onveilige situaties
33
11.
Ergonomie
34
12.
Sanctiebeleid
35
13.
Plattegrond
39
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
9
2/39
1.
VOORWOORD
Nieuwegein, maart 2011 In dit Safe-In-Safe-Out (SISO) boekje vind je alle regels en procedures met betrekking tot veilig werken bij Vlietjonge. Als onderdeel van het jaarplan heeft Vlietjonge een veiligheids- en gezondheidsplan. Dit V&G-plan is opgebouwd volgens de 15 “Tata Steel veiligheidsprincipes” die belangrijk zijn voor de gezondheid en het welzijn van medewerkers, contractors en ieder ander die het terrein van Vlietjonge bezoekt. De 15 principes zijn: 1. Leiderschap en verantwoordelijkheid 2. Deskundig personeel 3. Risico-identificatie 4. Conformiteitsborging 5. Gezondheids- en veiligheidsplanning 6. Risicomanagement 7. Vermogensbeheer 8. Veranderingsmanagement 9. Aannemers managen 10. Operationele controle 11. Communicatie 12. Voorbereid zijn op noodgevallen 13. Leren van gebeurtenissen 14. Prestaties meten 15. Audit en beoordeling Elke regel en procedure vermeld in dit boekje, kan onder één of meerdere van deze beginselen worden ondergebracht.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
3/39
Het veiligheidsbeleid van Vlietjonge is er op gericht dat: • de medewerkers, contractors en ieder ander die het terrein van Vlietjonge bezoeken, niet gewond raken of ziek worden; • er geen schade ontstaat aan de fabriek, installaties, materialen of andere voorwerpen als gevolg van ongelukken of brand; • de wettelijke voorschriften met betrekking tot de ARBO en het bedrijfsreglement worden nageleefd; • voortdurend gestreefd wordt naar verbetering van gezondheid, veiligheid en brandpreventie. Alle werknemers worden geacht dit boekje altijd binnen handbereik te hebben, de inhoud van dit boekje te kennen en zich te houden aan de eisen en voorschriften die het bevat Het managementteam van Tata Steel Vlietjonge
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
4/39
2.
WAT TE DOEN TIJDENS CALAMITEITEN
2.1
BEDRIJFS HULP VERLENING
Bij een ongeluk, brand, het onwel worden van een collega of een andere calamiteit, is het belangrijk dat medewerkers adequaat handelen. Snelle hulp is vaak cruciaal. Om nadelige gevolgen voor collega’s en andere aanwezige personen zo veel mogelijk te beperken heeft de werkgever volgens de Arbowet de verplichting om medewerkers opgeleid te hebben om bijstand te kunnen verlenen op het gebied van Bedrijfs Hulp Verlening. De BHV verleent bijstand op het gebied van: eerste hulp bij ongevallen; -
beperking en bestrijding van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
-
het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle medewerkers en andere personen in het bedrijf.
De werkgever is verplicht dat BHV’s goed opgeleid zijn en blijven. Het ontruimingsplan is digitaal beschikbaar op het netwerk (Health & Safety) en fysiek beschikbaar in de kantine en de EHBO-ruimte in de fabriek.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
5/39
BHV Hoofd BHV
Michel van der Bruggen
670 / 06-51441293
2e Hoofd BHV
Marlinde Sondervan
242 / 030 - 6068242
Hal A
Dogan Altintas
235 / 030 - 6068235
Hal B
Frans Rorijs
06 - 22988395
Hal C/D
Gerrit Arendonk
285 – 030 - 6068285
Hal E/F/G
Durmus Bulduk
663 / 030 – 6068663
Hal E/F/G
Gerrit van Sandwijk
331 / 030 - 6067331
TD
Nico Buyserd
253 / 06 – 22988527
TD
Gerard Morsink
276 / 06 – 22988544
Kantoor
Martin Bolstier
06 – 51164468
Kantoor
Raymond Soerjo
211 / 030 – 6068211
Stuurhut
Robin Odijk
603 / 06 – 10027743
Alle BHV's worden jaarlijks bijgeschoold en nemen deel aan de jaarlijkse ontruimingsoefening.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
6/39
2.3
EXTERNE ALARMERING
Externe alarmering is bedoeld om hulpdiensten ter plaatse te krijgen. Bij een calamiteit werkt de alarmering als volgt: 1. 2. 3.
4.
Bel de Hoofd BHV, Michel van der Bruggen, anders back-up Marlinde Sondervan. Bel 112, in opdracht van de Hoofd BHV, bij voorkeur met een vaste telefoon (gaat sneller met doorverbinden). Geef toelichting Wat zeg je tegen de telefonist: - Wat je nodig hebt: Politie, Brandweer of Ambulance - Aard van het incident en bijzonderheden - Of er slachtoffers zijn, hoe veel - Je eigen naam - Naam en adres gebouw: Hollandhaven 1, 3433 PD Nieuwegein In geval van grootschalige calamiteiten waarbij gevaar voor medewerkers van omliggende bedrijven ontstaat, bijvoorbeeld: a. gevaar voor overslaande brand; b. gevaar voor explosies; c. schadelijke stoffen komen vrij; d. wanneer hulpdiensten het terrein van de omliggende bedrijven moeten betreden.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
7/39
2.4
WAT TE DOEN BIJ EEN ONTRUIMINGSALARM
Herkenningstonen In geval van nood zal een slow-whoop alarmsignaal (van laag naar hoog) te horen zijn. In geval het alarmsignaal gegeven wordt, dient iedereen direct de werkplek te verlaten en rustig naar de verzamelplaatsen te gaan. Wat te doen:
Ontruiming is nodig! Ga naar de verzamelplaats (VP) buiten en wacht op verdere instructies. De ontruimingsplattegrond hangt op kantoor en in de fabriek op verschillende plaatsen. Op de plattegrond staat waar u zich bevindt en hoe u naar de verzamelplaats kunt gaan.
Alles veilig:
Hoofd BHV geeft mondeling het sein dat alles veilig is.
1.
Verzamelplaats (zoals aangegeven op de plattegrond hieronder) VP 1 Aan het einde van de parkeerplaats aan de achterzijde van het pand, aan de waterkant van het terrein.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
8/39
2.
Wat te doen en te laten Verlaat het terrein niet, tenzij je daar toestemming voor hebt gekregen; volg de instructies van de Hoofd BHV / BHV / EHBO-er op; denk aan de veiligheid van jezelf en je omgeving; neem geen onnodige risico’s; belemmer de hulpverleners niet in hun werk; er geldt een absoluut rookverbod voor het gehele terrein; geef nooit inlichtingen aan de pers of andere geïnteresseerden tijdens en na de alarmperiode; leidinggevenden letten bij ontruiming op of hun eigen team compleet is. -
2.5
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
-
-
Alle blusmiddelen dienen te allen tijden vrijgehouden te worden. Na gebruik van een brand-blusapparaat dient dit te worden gemeld bij de technische dienst zodat het gebruikte apparaat vervangen kan worden. Looppaden moeten ten alle tijden vrij zijn van obstakels Vluchtwegen zijn aangegeven door groene bordjes en dienen te allen tijde vrij van materiaal en obstakels te worden gehouden. Het is verboden materialen zo te plaatsen dat daardoor een veiligheidsbord aan het zicht wordt onttrokken.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
9/39
3.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN ALLE MEDEWERKERS
Alle medewerkers van Vlietjonge BV zijn verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid en die van anderen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
4.
Leef, in alle voorkomende situaties deze SISO-regels na, en zorg ervoor waar mogelijk dat anderen deze instructies ook naleven; informeer je direct leidinggevende over gevaarlijke situaties; breng jezelf en anderen niet in gevaar; draag de juiste Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM); werk mee aan de informatievoorziening en instructie van het Vlietjonge veiligheidsbeleid; meld problemen op de werkplek; zorg voor orde en netheid op de werkplek; houd altijd trappen, looppaden, in- en (nood)uitgangen vrij.
VERANTWOORDELIJKHEDEN H&S MANAGER
De H&S Coördinator heeft de volgende verantwoordelijkheden: 1. zorgdragen voor de implementatie van het Vlietjonge veiligheidsbeleid; 2. regelmatig kritisch de bestaande regelgeving bekijken en deze waar nodig aanpassen met als doel het continu optimaliseren van het veiligheidsbeleid; 3. het veiligheidsbeleid aan de Europese- en nationale wetgeving toetsen; 4. het MT informatie en adviezen verstrekken; 5. de General Manager informeren over de ontwikkelingen, implementatie en evaluatie van het veiligheidsbeleid; 6. jaarlijks inventariseren van de risico’s omtrent veiligheid en gezondheid, hetgeen input is voor het jaarlijks op te stellen V&G-plan; 7. coördinatie van het inschakelen van externe deskundigen en onderhouden van externe contacten; 8. risico-inventarisatie en evaluatie van het gevoerde beleid; 9. signalering en registratie van bedrijfsongevallen; 10. coördinatie van het lopen van de veiligheidsobservatieronden (gedragsaudits).
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
10/39
4.1
GEDRAGSAUDITS
Wekelijks lopen de leidinggevenden een gedragsaudit volgens een roulatierooster. Afwijkingen van de safe working procedure (SWP) en de algemene regels worden direct teruggekoppeld aan de desbetreffende persoon. Gevaarlijke situaties worden gerapporteerd. Indien bij een ernstige veiligheidsafwijking een 24-uurs-melding gemaakt wordt, dient het probleem binnen 24 uur te worden opgelost. Een 24uursmelding moet bekend gemaakt worden bij de Operationeel Manager.
4.2
TOP 10 RISICO’S
Top 10 risico’s Vlietjonge 2011 1. Bekneld raken onder vallende last uit de kraan. 2. Bekneld raken onder vallende last van een vrachtwagen. 3. Bekneld raken tussen / onder schuivende voorraad. 4. Bekneld raken tussen draaiende machinedelen en materiaal. 5. Gehoorbeschadiging oplopen door lawaai. 6. Struikelen over oneffen vloer / stophout (orde en netheid). 7. Aangereden worden door heftruck of vrachtwagen. 8. Bekneld raken onder gekantelde heftruck. 9. Rugblessure door verkeerd tillen (m.n. reststukken). 10. RSI (repetitive strain injury).
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
11/39
5.
ALGEMENE REGELS VOOR GOEDE SAMENWERKING EN VEILIGHEID
Iedere Vlietjonge medewerker dient van de volgende algemene regels op de hoogte te zijn, welke gelden voor iedereen die werkzaamheden voor Vlietjonge BV verricht. Alle werknemers van Vlietjonge ontvangen een exemplaar van deze regels bij indiensttreding en dienen deze te ondertekenen. 1.
2. 3.
4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
13.
Meld gevaarlijke situaties, defecten en ongevallen onmiddellijk aan de leidinggevende. Indien acuut gevaar dreigt voor mens, milieu of materieel moet u het werk stilleggen. Wijs anderen op gevaarlijke situaties. Meld ongevallen waarbij er gevaar dreigt voor omwonenden of het milieu onmiddellijk aan de Operationele Manager. Iedereen moet zodanig werken, dat hij/zij zichzelf, het milieu noch anderen in gevaar brengt. Hou het terrein, waslokaal en uw werkplek schoon en opgeruimd. Laat geen materialen, gereedschappen, etensresten en rommel achter. Berg papieren en ordners op in de kasten en laat bureaus leeg achter. Elke beschadiging aan middelen (bijv. kettingen, haken) dient direct aan de teamleider gemeld te worden. Beschadigde middelen mogen niet gebruikt worden. Voer alleen werkzaamheden uit waarvoor u van de leidinggevende toestemming hebt gekregen. Het is verboden om onder een gehesen last door te lopen of stil te blijven staan. Begeef je niet op plekken, waar je niets te zoeken hebt. Loop niet langs en over bewegende machine(delen), gebruik de looppaden en trappen. Het lopen op kraanbaan, voorbouw of kraan zelf is alleen toegestaan aan diegenen, die hiervoor opdracht hebben ontvangen. De noodstoppen mogen alleen in werking worden gesteld bij werkelijk gevaar. Indien de machines na stilstaan weer in werking worden gesteld, dient erop gelet te worden dat niemand zich in de directe omgeving ophoudt. Het betreden van stookruimte, schakel- of trafohuis is alleen toegestaan aan een elektricien of diegene, die hiervoor opdracht heeft gekregen door een bevoegd persoon. Het gebruik van privé mobiele telefoons is in de hallen verboden.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
12/39
14. Let op waarschuwingsborden en looppaden en volg deze instructies op. - Verbodsborden: Dit zijn witte borden met een rode rand en een schuine rode balk. Het verbod wordt met een zwart symbool aangegeven. - Gebodsborden: Dit zijn ronde blauwe borden met daarin een wit symbool. Deze borden geven een verplichting aan. - Waarschuwingsborden: Dit zijn driehoekige gele of oranjegele borden met een zwarte rand met daarin een zwart symbool - Reddingsborden: Dit zijn groene vierkante of rechthoekige borden met een witte rand met daarin een wit symbool. Dit zijn veiligheidsborden die bij een ongeval of noodsituatie de hulpverlening versnellen en vergemakkelijken. 15. Maximumsnelheid voor alle voertuigen op het terrein bedraagt 15 km/u. 16. Reparaties, vooral aan de hydraulische installatie of elektrische delen, mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde monteurs of elektriciens. 17. Parkeren is toegestaan alleen op de parkeerplaats. 18. Elke bezoeker en elk voertuig moet zich melden en inschrijven bij expeditie of de hoofdingang. Bij vertrek dienen zij zich ook weer uit te schrijven. 19. Op het terrein is het ten strengste verboden om alcohol, drugs of andere verdovende middelen te gebruiken of om daarvan onder invloed te verkeren. 20. Iedere medewerker is verplicht PBM-en te dragen op de daarvoor aangewezen plaatsen. 21. Er dient voorzichtig omgegaan te worden met brandbare stoffen. 22. Bij het werken boven 2 meter hoogte is het dragen van een harnasgordel verplicht, tenzij er voldoende veiligheidsvoorzieningen zijn, zoals een hekwerk of een vangnet. 23. Het is zowel de bezoekers als de medewerkers verboden de hal in te gaan zonder veiligheidsinstructie en PBM. 24. Externe firma’s zijn werkvergunningsplichtig alvorens de werkzaamheden aan te vangen, tenzij door Vlietjonge uitdrukkelijk is aangegeven, dat dit niet van toepassing is. De teamleider wordt door de TD op de hoogte gesteld van ingeplande werkzaamheden door externe firma’s. 25. Het personeel van externe firma’s dient een geldig en aantoonbaar VCAcertificaat te hebben om opdrachten te mogen uitvoeren op het Vlietjonge terrein. 26. Iedere medewerker dient de hoogste normen van integriteit en gedrag in acht te nemen, beschreven in de gedragsnormen van Vlietjonge (zie personeelshandboek). 27. Enige vorm van intimidatie, discriminatie, agressie of geweld is niet toegestaan. SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
13/39
28. Het is ten strengste verboden boven op een rijdende vrachtwagen of heftruck te staan, tenzij deze speciaal voor dat doel ontworpen is. 29. Beluisteren van muziek anders dan de radio’s die aanwezig zijn in de hal zijn verboden (mp3, Ipod, discman, etc.). 30. Het is niet toegestaan om te bellen tijdens het lopen of lopen tijdens het bellen. 31. Telefoneren tijdens het rijden is niet toegestaan. Handsfree telefoneren wordt dringend afgeraden met het oog op een sterk verminderd reactievermogen. 6.
REGELS EN VOORSCHRIFTEN TEN BEHOEVE VAN DE VEILIGHEID
6.1
GEBRUIK PBM
Iedere werknemer van Vlietjonge is uitgerust met de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) om zichzelf te beschermen tegen de gevaren in de productiehal en tijdens werkzaamheden daarbuiten. Iedere medewerker van Vlietjonge is voorzien van en draagt de volgende PBM: 1. Helm Verplicht overal in de productiehal en tijdens werkzaamheden buiten. Voor duidelijkheid en veiligheid gekozen voor de volgende kleuren: Kleuren helm: - Wit: - Geel: - Groen: - Rood:
leidinggevenden productie productiemedewerkers + technische dienst BHV overig (kantoormedewerkers, bezoekers, enz)
2. Veiligheidsschoenen Veiligheidsschoenen moeten door iedereen in de productiehal en tijdens werkzaamheden buiten gedragen worden. 3. Veiligheidshandschoenen Gebruik altijd werkhandschoenen als u in contact komt met het materiaal. Draag geen werkhandschoenen bij machines wanneer u de kans loopt gegrepen te worden door draaiende machinedelen.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
14/39
4. Gehoorbescherming (orthoplastieken, oorkappen of oorproppen) In hal A en B en op werkplekken bij de machines is het verplicht gehoorbescherming te dragen. ( bij een geluidsbelasting van meer dan de veilige norm van 80 dB(A)) 5. Veiligheidsbril In hal A en B en op werkplekken bij de machines is het verplicht.
6. Werkkleding In de productieomgeving dient het personeel de aangeboden werkkleding te dragen. Bezoekers dienen gebruik te maken van fluoriderende hesjes. Vermijd loshangende sjaals of stropdassen. Loshangende kleding bij draaiende machines is zeer gevaarlijk. Voor medewerkers in de productie is daarom het dragen van de door het bedrijf verstrekte werkkleding verplicht. Polshorloges, ringen, armbanden, kettingen, oorbellen, loshangende sjaals e.d. kunnen gemakkelijk worden gegrepen door bewegende machinedelen. Doe deze af voor uw eigen veiligheid en laat deze thuis! Denk vooral niet, dat u niets kan gebeuren als u de voorgeschreven Persoonlijke Beschermingsmiddelen gebruikt. Blijf altijd alert op risico’s. Defecte PBM geven geen of onvoldoende bescherming en betekent derhalve extra risico. Vervang uw PBM indien nodig is direct! De verplichting tot het dragen van de PBM wordt aangeven door pictogrammen, werkinstructies en instructies gegeven door de leidinggevende.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
15/39
7. VEILIG WERKEN Hieronder de procedures van veilig werken van de meest voorkomende activiteiten. Alle relevante Safe Work procedures (SWP) hangen op elke werkplek. Deze worden voordat iemand een nieuwe activiteit start doorgesproken overhandigd en er wordt een document voor ontvangst ondertekend.
7.1 Veilig werken met de heftruck
SAFE WORKING PROCEDURE (ALG 16) •
Het besturen van een heftruck is alleen toegestaan indien u in het bezit bent van een erkend heftruckdiploma.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
•
Voer aan het begin van iedere dienst de voor-ingebruikname inspectie uit. In geval van mankementen of onregelmatigheden, begin niet met de werkzaamheden en meld de mankementen of onregelmatigheden direct bij de teamleider. Wanneer mankementen of onregelmatigheden ontstaan tijden de werkzaamheden, stop dan direct en meld de mankementen aan de leidinggevende.
•
Houd omstanders op een veilige afstand 2 meter. Zorg dat u altijd het volledige overzicht heeft. Rijd achteruit als het zicht belemmerd wordt door de last.
•
Zorg voor een goede zithouding: • goede steun in de rug; • gemakkelijk bij hendels en pedalen; • hoofd, armen en benen binnen de heftruck.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
16/39
•
Voorkom verschuiven, kantelen of vallen van de lading: • pak nooit een onstabiele lading op; • let op losse voorwerpen bovenop de lading; • verdeel de lading gelijkmatig over de vorktanden; • neem een lading steeds zover mogelijk in de hiel van de vork; • pak de lading met beide vorktanden in het midden; • houd de vorken zo breed mogelijk; • houd de vorken met lading tijdens het rijden boven enkelhoogte dus zo’n 30 cm van de vloer.
•
Hef nooit zwaardere lasten dan de volgens het lastdiagram toegestane werklast.
•
Pas de rijsnelheid aan de omstandigheden aan maar overschrijdt nooit de maximumsnelheid van 15 km per uur, neem bochten nooit te snel en rem gelijkmatig.
•
Vervoer nooit personen op een heftruck en gebruik de heftruck niet als gemakkelijke opstap. Het is wettelijk verboden om personen op een pallet omhoog te brengen. Het omhoog brengen van personen is alleen toegestaan met een daarvoor speciaal ontworpen en goedgekeurde voorziening.
•
Plaats ladingen altijd buiten de transportroute. Zet de lading voorzichtig neer en zodanig dat ze niet kan verschuiven, wegrollen, kantelen of vallen.
•
Parkeer de heftruck op de juiste manier: • buiten de transportroute; • vorken naar voren en op de grond; • mast iets voorover; • parkeerrem aangetrokken; • contactsleutel verwijderen en opbergen op de afgesproken plaats.
Bij laden van de accu’s is het verboden te roken.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
17/39
7.2
Veilig werken met de kraan
SAFE WORKING PROCEDURE (HHLL 6,7,8,11,12,13; ALG 11,12,13,15) •
Het besturen van een kraan is alleen toegestaan indien u in het bezit bent van een door Vlietjonge BV erkend hijscertificaat of door Vlietjonge BV terdege bent opgeleid.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
•
Voer aan het begin van iedere dienst de voor-ingebruikname inspectie uit. In geval van mankementen of onregelmatigheden, begin niet met de werkzaamheden en meld de mankementen of onregelmatigheden direct bij de teamleider. Wanneer mankementen of onregelmatigheden ontstaan tijdens de werkzaamheden, stop dan direct en meld de mankementen aan de teamleider.
•
Zorg dat u altijd overzicht heeft. Bij geen overzicht, niet hijsen. Indien de hijsmiddelen niet in het zicht zijn, nooit hijsen.
•
Hijs nooit een last over een persoon, heftruck of cabines van een auto heen. Een ketting of hijskabel kan altijd breken.
•
Let op dat bij het verplaatsen van het materiaal, het materiaal altijd juist wordt aangeslagen met het juiste gereedschap. Let daarbij altijd op het maximaal toegestane gewicht wat per kraan kan verschillen. Bij twijfel niet hijsen.
•
Alleen hijsen wanneer de mensen op de vloer een veilige afstand tot de last hebben.
•
Gebruik de zoemer alleen om mensen te waarschuwen dat u eraan komt en om aandacht te vragen voor een gevaarlijke situatie of handeling.
•
U bent getraind voor het veilig kraandrijven. Neem de veilig werkprocedures en instructies in acht en laat u niet intimideren.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
18/39
•
Extra regels bij hijsen en heffen met een kraandrijver in de kraan: • de bevoorrader is leidend; • de kraandrijver volgt instructies op en is verantwoordelijk voor het veilig transporteren van de last; • bevoorrader (ook zijn handen) is altijd zichtbaar voor de kraandrijver (zo niet, dan niet hijsen of heffen); • de bevoorrader gebruikt de standaard hijs en hefgebaren.
•
Parkeer de kraan volgens de instructies: • niet boven de rijbaan; • lierwerk en takels gehesen in de bovenste stand; • kraan uitschakelen volgens de regels vermeld in de kraan; • geen hangende last in de ketting.
Doe bij het beëindigen van de werkzaamheden de kraan en verlichting uit volgens de instructies in de kraan.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
19/39
7.3 Veilig hijsen en heffen SAFE WORKING PROCEDURE (HHLL 6,7,8,11,12,13) •
Hijsen en heffen is allen toegestaan indien u hiertoe bevoegd bent.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
•
Houd zoveel mogelijk afstand tot de gehesen last: een veilige afstand tot de last is 2x de afstand van de haak tot de grond.
•
Loop nooit onder een gehesen last door. Een ketting of hijskabel kan altijd breken.
•
Begeef u tijdens het hijsen nooit in de breedte-richting links of rechts van de last, maar ga altijd aan de uiteinden van de last staan.
•
Controleer het hijsgereedschap dagelijks volgens instructie. Informeer bij twijfel uw teamleider. Indien u hijsmateriaal afkeurt, deze onmiddellijk terzijde leggen en uw teamleider om actie vragen.
•
Communiceer met de kraandrijver met de juiste gebarentaal.
•
Volg de instructies op voor het veilig aanslaan van de last en controleer dit altijd.
•
Hijs nooit zwaarder dan de toegestane werklast en met het juiste gereedschap. Op het hijsgereedschap en op de kraan vindt u gegevens over de maximale werklast.
•
Geef duidelijke instructie en aanwijzingen aan omstanders.
•
Houd uw werkomgeving opgeruimd en schoon.
•
Het is verboden om over materiaal te lopen en u tussen de voorraadpennen te begeven.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
20/39
7.4 Veilig laden en lossen SAFE WORKING PROCEDURE (ALG 03, HHLL 11,12,13) •
Het laden en lossen is alleen toegestaan indien u hiertoe bevoegd bent.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
•
Lossen gebeurt alleen door Tata Steel Vlietjonge opgeleid personeel. Zorg ervoor dat de chauffeur van de te lossen auto in de groene veiligheidszone komt te staan.
•
De kraandrijver bepaald de positie van de vrachtauto. Controleer of de chauffeur de auto op de handrem heeft gezet.
•
Tijdens het laden en lossen is het verboden u in de rode zones te bevinden.
•
De huiftrailers moeten altijd hun kap en rechter zeil openen tbv van het zicht van de kraandrijver.
•
Neem geen risico op de trailer en houd bewegingsruimte.
•
Houd zoveel mogelijk afstand tot de gehesen last: een veilige afstand tot de last is 2x de afstand van de haak tot de grond.
•
Loop nooit onder een gehesen last door. Een ketting of hijskabel kan altijd breken.
•
Begeef u tijdens het hijsen nooit in de breedte-richting links of rechts van de last, maar ga altijd aan de uiteinden van de last staan.
•
Communiceer met de kraandrijver met de juiste gebarentaal.
•
Zorg voor een stabiele last en gebruik voldoende stophout tijdens het stapelen van materiaal.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
21/39
•
Volg de instructies op voor het veilig aanslaan van de last en controleer dit altijd.
•
Hijs nooit zwaarder dan de toegestane werklast en met het juiste gereedschap. Op het hijsgereedschap en op de kraan vindt u gegevens over de maximale werklast.
•
Geeft duidelijke instructie en aanwijzingen aan omstanders.
•
Houd uw werkomgeving opgeruimd en schoon.
•
Het is verboden om over materiaal te lopen en u tussen de voorraadpennen te begeven.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
22/39
7.5 Veilig werken met de zaagmachine
SAFE WORKING PROCEDURE (ZE 12,16,17; ZG 11,12,16,17; FC 11,12,16,17,21,91) •
U bent opgeleid als machineoperator. Tijdens de werkzaamheden wordt u geacht de daarvoor geldende instructies en veiligwerkinstructies op te volgen. Deze hangen bij de installatie.
•
Mankementen of onregelmatigheden onmiddellijk melden bij de teamleider. Wanneer tijdens de werkzaamheden mankementen of onregelmatigheden ontstaan, stop dan met de werkzaamheden en meld dit direct aan de leidinggevende.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
Gebruik geen handschoenen op het moment dat u de kans loopt gegrepen te worden door draaiende machinedelen. Gebruik bij onderhoud- en schoonmaakwerkzaamheden altijd een veiligheidsbril. •
Controleer altijd bij het in- en uitrijden van de meetwagen of zich niemand in de bewegingslijn bevindt. Blijf ook zelf op veilige afstand (minimaal 1 meter) bij de meetwagen vandaan.
•
Controleer bij het aan- en afrijden of niemand zich tussen de aan- en afvoerbanken bevindt.
•
Verwijder bij de zaagmachine kop- en staartstukken in de lengte richting van de balk.
•
Het is verboden u op en tussen de rollenbaan te begeven. Blijf op veilige afstand (minimaal 1 meter) van de rollenbaan bij het aan- en afvoeren van materiaal en zorg dat ook anderen dit doen.
•
Het overbruggen van beveiliging is ten strengste verboden.
•
Bij het verwisselen van het zaagblad: machine uitzetten en vergrendelen.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
23/39
•
Verwijder zaagkrullen en/ of boorbraam van het bewerkte materiaal alleen als de machine niet in werking is. Doe dit met behulp van een borstel.
•
Pas op slipgevaar ten gevolge van olie op de vloer. Strooi absorptiekorrels op olieplekken (en ruim deze later op).
•
Schakel bij het verlaten van de zaagmachine de machine uit.
7.6 Veilig werken met de boormachine SAFE WORKING PROCEDURE (BO 11,13,16) •
U bent opgeleid als machineoperator. Tijdens de werkzaamheden wordt u geacht de daarvoor geldende instructies en veiligwerkinstructies op te volgen. Deze hangen bij de installatie.
•
Mankementen of onregelmatigheden onmiddellijk melden bij de teamleider. Wanneer tijdens de werkzaamheden mankementen of onregelmatigheden ontstaan, stop dan met de werkzaamheden en meld dit direct aan de leidinggevende.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
Gebruik geen handschoenen op het moment dat u de kans loopt gegrepen te worden door draaiende machinedelen. Gebruik bij onderhoud- en schoonmaakwerkzaamheden altijd een veiligheidsbril. •
Controleer altijd bij het in- en uitrijden van de meetwagen of zich niemand in de bewegingslijn bevindt. Blijf ook zelf op veilige afstand (minimaal 1 meter) bij de meetwagen vandaan.
•
Controleer bij het aan- en afrijden of niemand zich tussen de aan en afvoerbanken bevindt.
•
Het is verboden u op en tussen de rollenbaan te begeven. Blijf op veilige afstand (minimaal 1 meter) van de rollenbaan bij het aan- en afvoeren van materiaal en zorg dat ook anderen dit doen.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
24/39
•
Het overbruggen van beveiliging is ten strengste verboden.
•
Bij het verwisselen van de boor: machine uitzetten en vergrendelen.
•
Verwijder boorbraam van het bewerkte materiaal alleen als de machine niet in werking is. Gebruik hier altijd uw handschoenen voor. De braam is scherp.
•
Pas op slipgevaar ten gevolge van olie op de vloer. Strooi absorptiekorrels op olieplekken (en ruim deze later op).
•
Schakel bij het verlaten van de boormachine de machine uit.
7.7 Veilig werken met de snijmachine
SAFE WORKING PROCEDURE (autogeen en plasmasnijden) •
U bent opgeleid als machineoperator. Tijdens de werkzaamheden wordt u geacht de daarvoor geldende instructies en veiligwerkinstructies op te volgen. Deze hangen bij de installatie.
•
Mankementen of onregelmatigheden onmiddellijk melden bij de teamleider. Wanneer tijdens de werkzaamheden mankementen of onregelmatigheden ontstaan, stop dan met de werkzaamheden en meld dit direct aan de leidinggevende.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
•
De werkkleding en handschoenen dienen vlamvertragend te zijn.
•
Indien u een gas of vloeistof lek constateert, afsluiters dichtdraaien en dit onmiddellijk aan de teamleider melden.
•
Tijdens het aan- en afvoeren van materiaal dient u ten alle tijden de instructies voor bevoorraden en orderpikken op te volgen. Denk eraan, werken met magneten geeft een extra risico.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
25/39
•
Indien u moet ( in afwezigheid van bevoorrader ) communiceren met kraandrijver, doe dit met juiste gebarentaal. Praten of schreeuwen kan leiden tot misverstanden.
•
Zorg ervoor dat er geen kammen ontbreken in het snijbed. Voorkom dat u over de snijkammen moet lopen. Dit geeft een extra risico.
•
Kijk niet in de vlam van de HD plasma.
•
Gebruik de trappen voor het op- en afstappen op de snijbedden.
•
Houd uw werkomgeving schoon.
•
Het is verboden beveiligingen te overbruggen.
•
Na werkzaamheden de machine achterlaten volgens de gegeven instructies (gas- en vloeistofafsluiters dichtdraaien).
•
Bij calamiteit, machine onmiddellijk stopzetten via noodstop, gas- en vloeistofafsluiters dichtdraaien. Volg de instructies bij evacuatie op.
7.8 Veilig afwerken van materiaal
SAFE WORKING PROCEDURE (slijpen en richtpers) •
Controleer handgereedschap voordat u start met de werkzaamheden. Mankementen of onregelmatigheden onmiddellijk melden bij de teamleider.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
• • •
altijd sluitende en brandwerende werkkleding; bij afschuinen, slijpen en kanten-breken altijd lasschort en veiligheidsbril; bij handsnijden / afschuinen altijd schoenkappen.
•
Gebruik de machines conform de gebruiksaanwijzing.
•
Snij of slijp altijd van u af en houd voldoende afstand. Ga nooit in de snij- of slijprichting staan.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
26/39
•
Verwijder snijslakken van het afgewerkte materiaal en lever het materiaal zo schoon als mogelijk af.
•
Het overbruggen van beveiligingen is ten strengste verboden.
•
Pas op slipgevaar rondom de richtpers ten gevolge van olie op de vloer. Strooi absorptiekorrels op olieplekken (en ruim deze later ook op).
•
Draai de zuurstof- en gastoevoer dicht bij brand of calamiteit en indien u de werkplek verlaat.
7.9 Veilig werken met de conserveringsstraat SAFE WORKING PROCEDURE (cs 3,11,12,13,14,15,21,22,23,24,31,36,46) •
Houd u aan de veiligheidsregels t.a.v. hijsen en kraandrijven.
•
U bent opgeleid als machineoperator. Tijdens de werkzaamheden wordt u geacht de daarvoor geldende instructies en veiligwerkinstructies op te volgen. Deze hangen bij de installatie.
•
Mankementen of onregelmatigheden onmiddellijk melden bij de teamleider. Wanneer tijdens de werkzaamheden mankementen of onregelmatigheden ontstaan, stop dan met de werkzaamheden en meld dit direct aan de leidinggevende.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
•
Het is verboden u op en tussen de rollenbanen te begeven.
•
Pas op slipgevaar ten gevolge van grit op de vloer.
•
Voordat u installatie (de borstelkast, straalmachine en/of verfspuit) betreedt: machine uitzetten en vergrendelen volgens het “tack in tack out” principe.
•
Het is ten strengste verboden u in een draaiende machine te bevinden.
•
Het is ten strengste verboden beveiligingen te overbruggen.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
27/39
•
Maak nooit uw handen schoon met oplosmiddelen: dit brengt uw gezondheid ernstige schade toe en kan tot beroepsziekte leiden.
•
Een beginnende brand kunt u nog proberen te blussen, wanneer dat niet mogelijk is de conserveringsstraat onmiddellijk verlaten en niet zelf blussen.
•
Het is absoluut verboden te roken in de verfunit en in en om de verfspuitmachine (zie verbodsborden) en de straatmachine in verband met ontploffingsgevaar.
•
Berg afval op de daarvoor bestemde plaatsen: verf- en folieafval altijd in de daarvoor bestemde container.
•
Let op bij het gebruik van chemische stoffen. Op het etiket staan symbolen (oranje met zwarte opdruk) met de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen vermeld. Lees deze informatie zorgvuldig voor u met het product gaat werken.
•
Schakel bij het verlaten van de conserveringstraat de machine uit volgends instructie.
7.10 Veilig legen van schrootcontainers
•
Het is verboden in of op de schootcontainers te klimmen.
•
De kleine schrootbakken moeten met behulp van de twee katten van de kraan, volgens de procedure, worden gehesen en geleegd.
•
De kleine schrootbakken mogen niet boven de rand worden gevuld.
Indien de grote schrootcontainer vol is moet dit direct worden gemeld bij de teamleider.
7.11 Veilig werken met elektriciteit
•
Sleutel nooit aan elektrische apparatuur, tenzij u hiervoor opgeleid en bevoegd bent.
•
Ga er van uit dat elektrische circuits onder spanning staan, schakel, wanneer mogelijk, de hoofdschakelaar uit en vergrendel deze.
•
Constateert u beschadigingen of gebreken aan elektrische apparatuur, zet dan de spanning af en waarschuw direct uw leidinggevende.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
28/39
•
Zorg dat alle stekkers en verbindingen, zoveel mogelijk, droog en stofvrij zijn en blijven.
•
Indien verlengkabels gebruikt moeten worden, zorg dan dat deze aan de kant liggen en er niets op kan vallen. Het is verboden om over kabels te rijden. Tijdens het gebruik van verlengkabels moeten deze geheel zijn afgerold in verband met warmte afvoer. Ruim verlengkabels direct na gebruik op.
•
Denk bij het gebruik van verlengkabels ook aan het spanningsverlies, bij het gebruik van meerdere verlengkabels achter elkaar kan de spanning onder het minimale niveau komen.
•
Laat nooit schakelkasten of regelpanelen onbeheerd openstaan; sluit deze nadat u eraan gewerkt hebt. Dit geldt ook voor lichtschakelkasten.
•
Draag tijdens uw werkzaamheden de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij werkzaamheden op een bovenloopkraan is het dragen van een valbeveiliging verplicht.
7.12 Veilig werken met handgereedschap
•
Gebruik alleen handgereedschap dat in goede staat van onderhoud verkeert.
•
Gebruik handgereedschap uitsluitend voor het doel waarvoor het gemaakt is.
•
Beschadigd en/of versleten gereedschap direct afgeven ter reparatie of vervangen.
•
Stop nooit een mes, schroevendraaier, schaar of ander scherp voorwerp in uw zakken.
•
Houd uw gereedschap schoon en in goede staat.
•
Gebruik goedgekeurd elektrisch handgereedschap, waarvan stekkers en kabels niet beschadigd zijn. Zorg dat de kabels zo min mogelijk over de vloer liggen en/of door scherpe kanten van platen beschadigd kunnen worden.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
29/39
7.13 Veilig werken op hoogte
•
Bij werkzaamheden boven de 2,5 meter is het gebruik van een gekeurde valbeveiliging verplicht.
•
Voorkom het gebruik van een ladder en maak zoveel mogelijk gebruik van een hoogwerker.
•
Het besturen van een hoogwerker is alleen toegestaan indien u in het bezit bent van een door Vlietjonge BV erkend certificaat.
•
Het gebruik van onderstaande PBM zijn verplicht:
•
Voer aan het begin van iedere dienst de voor-ingebruikname inspectie uit op de hoogwerker. In geval van mankementen of onregelmatigheden, begin niet met de werkzaamheden en meld de mankementen of onregelmatigheden direct bij de teamleider. Wanneer mankementen of onregelmatigheden ontstaan tijden de werkzaamheden, stop dan direct en meld de mankementen aan de teamleider.
•
Indien dit niet mogelijk is houd dan de volgende regels in acht: • Ladders mogen alleen voor klimdoeleinden tot 10 meter hoogte worden gebruikt. Ladders verlengen door het aanbinden van een tweede ladder of iets dergelijks, is verboden. • De veilige opstellingshoek van een ladder is circa 75 graden t.o.v. het grondvlak. • Ladders moeten tegen wegschuiven gezekerd zijn. • Na het gebruik van de ladder en aan het einde van de werkdag, moet de ladder worden ingeschoven en opgeruimd. • Ladders met kapotte en/of ontbrekende treden mogen niet worden gebruikt. • Bij het werken met een ladder moet het lichaam tussen de trapbomen blijven. Maximale reikwijdte is dus een armlengte.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
30/39
7.14 MILIEU
1. 2. 3. 4.
Afval: voor Vlietjonge BV geldt de verplichting van het gescheiden inzamelen van, papier/karton, kantoor-, oliehoudend- en chemisch afval. Bodemsanering: Morsen dient direct behandeld te worden met grind/korrels. Lekkages dienen direct gemeld te worden bij de teamleider of TD. Oliën en vetten: Het tappen van olie of het vullen van emmers/vaatjes met vet mag alleen boven de lekbak gebeuren. Men dient in alle gevallen milieu-incidenten te melden bij of de teamleider of de Operations manager.
7.15 GASFLESSEN, -SLANGEN EN -LEIDINGEN
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Houd gasflessen met brandbare en brandbevorderende gassen gescheiden in de daarvoor bestemde opslaghok op het achterterrein. Houd volle en lege gasflessen gescheiden in de daarvoor bestemde opslaghok op het achterterrein. Bij vervoer en opslag moeten de beschermkragen op de flessen zijn geschroefd. Vervoer de gasflessen altijd met de dichte afsluiter en vertikaal met de daarvoor bestemde propaanflessen transportkar. Beschadigde flessen alsmede flessen waarvan de afsluiter defect is, niet gebruiken. Meld dit bij de teamleider en zet de fles apart. Behandel gasflessen voorzichtig, voorkom stoten en/of omvallen. Voorkom onder alle omstandigheden verhitting van gasflessen. Dus geen directe blootstelling aan zon, vuur of andere warmtebronnen. Plaats gasflessen zo, dat ze gemakkelijk bereikbaar zijn en snel kunnen worden verwijderd. Alle volle en lege gasflessen dienen met een beugel of ketting te worden vastgezet, zodat omvallen voorkomen wordt. Na gebruik en bij werkonderbreking moeten de flessen worden gesloten. Bij aansluiting van gasflessen mag nooit olie en/of vet worden gebruikt. Gasslangen niet op de vloer leggen, tenzij bij het werkpunt. Bij brandbare gassen tussen slang en reduceerventiel een vlamdover plaatsen. Voor ingebruikname de staat van de slangen (bv. scheurtjes), afsluiters (bv. lekkages) en de slangklemmen controleren.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
31/39
7.16 VEILIG OP DIENSTREIS
Wanneer een medewerker op dienstreis gaat gelden de volgende voorschriften: 1. 2.
Medewerker beschikt over een geldig rijbewijs. Medewerker is verantwoordelijk om in een veilig vervoermiddel te rijden. Indien er onveilige mankementen aan de auto zijn zorgt de medewerker dat dit opgelost wordt of rijdt hij met de Vlietjonge-auto. Denk hierbij aan bandenspanning, verlichting, waarschuwingslampjes etc. 3. In de auto zijn een gevarenset (driehoek, hesje etc), instructieboekje en verzekeringspapieren aanwezig. 4. In de auto rijdt de medewerker alleen als hij voldoende uitgerust is en niet onder invloed is van alcohol of drugs. 5. In de auto rijdt de medewerker alleen als dit medisch verantwoord is. 6. Tijdens het rijden draagt de medewerker altijd een veiligheidsriem en ziet hij er op toe dat andere passagiers dit ook doen. 7. Handmatig telefoneren tijdens het rijden is niet toegestaan. Handsfree telefoneren wordt dringend afgeraden met het oog op een sterk verminderd reactievermogen. 8. Een navigatiesysteem wordt alleen voor vertrek bediend en niet tijdens het rijden. 9. Om afleiding te voorkomen wordt het afgeraden te eten, drinken of lezen tijdens het rijden. 10. Ongevallen worden altijd gerapporteerd aan de leidinggevende.
7.17 VEILIGHEID OP KANTOOR
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Voorkom en verwijder losliggende snoeren. Er kan gemakkelijk iemand over struikelen. Signaleer gebreken aan snoeren, stekkers en apparatuur en geef dit door aan je leidinggevende. Ruim steeds alles netjes op, houd trappen, in-, uit-, en nooduitgangen altijd vrij. Zet aan het einde van je dienst alle elektrische apparatuur uit. Kleine apparaten in de kast. Houd je hand aan de leuning als je de trap op- of afgaat. Bij het schoonmaken van elektrische apparatuur moet de stroom uitgeschakeld zijn en de stekker uit het stopcontact worden genomen.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
32/39
7. 8. 9. 10.
8.
Laat ladekasten niet onnodig openstaan. Overtuig jezelf op het einde van de dag ervan dat je alles veilig achterlaat. Sleutel nooit aan elektrische apparatuur. Maak aan het einde van je dienst het bureaublad leeg, zodat er geen informatie in verkeerde handen kan komen. ROOKBELEID
Binnen Vlietjonge BV geldt een rookverbod in alle gesloten ruimtes inclusief de kantine, stuurposten en kraancabines. Roken is wel toegestaan in het magazijn. Voor het kantoorpersoneel geldt dat er alleen buiten bij het fietsenhok gerookt mag worden. Alleen voor medewerkers die bij P&O Forwarding zitten en voor (externe) chauffeurs, kan er bij de ingang van P&O Forwarding gerookt worden. Met uitzondering van de vaste pauzes, mag verspreid over de dag maximaal 15 minuten gerookt worden, de werkelijke rooktijd moet echter worden ingehaald. Verder geldt het rookverbod tijdens een alarmperiode voor het gehele bedrijf en het gehele bedrijfsterrein, zolang deze alarmperiode aanhoudt.
9.
PARKEERBELEID
Het is noodzakelijk dat er voldoende ruimte blijft voor hulpverleners om hun werk naar behoren te kunnen uitvoeren. Alle medewerkers, contractors en bezoekers dienen hun voertuigen in de vakken te parkeren op de daarvoor bestemde parkeerplaatsen. Parkeren op andere plaatsen is alleen toegestaan indien de Operationele manager of teamleider daarvoor toestemming heeft gegeven. Het management met eigen parkeerplaatsen zetten hun auto met de achterkant naar het pand toe.
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
33/39
10.
WERKONDERBREKING BIJ ONVEILIGE SITUATIES
Op grond van artikel 29 van de Arbowet, mag elke werknemer het werk onderbreken indien er ernstig gevaar voor personen aanwezig is of dreigt, en een ambtenaar van de arbeidsinspectie niet tijdig kan optreden. De werknemer behoudt zijn salaris met toeslagen voor de tijd dat het werk onderbroken wordt. De werknemer mag als gevolg van de onderbreking niet worden benadeeld binnen het bedrijf. Procedure werkonderbreking: 1. De werknemer meldt de werkonderbreking bij zijn direct leidinggevende. 2. De leidinggevende controleert de situatie, lost het probleem op en zorgt dat de veilige situatie terugkeert (in dit geval spreken we niet van een werkonderbreking). 3. Van een werkonderbreking is pas sprake als er naar het oordeel van de melder geen afdoende maatregelen getroffen kunnen worden. 4. De leidinggevende dient verder te handelen volgens de procedures zoals beschreven in het SISO-boekje met betrekking tot onveilige situaties. De ambtenaar van de Arbeidsinspectie zal een bindende uitspraak doen die aangeeft: welke maatregelen er genomen dienen te worden; of er na de maatregelen doorgewerkt kan worden; of de werkonderbreking voort moet duren. 11.
ERGONOMIE
Tillen: Vermijd tillen: gebruik indien mogelijk altijd de hijsmiddelen! Til zoveel mogelijk met gebogen knieën en met gestrekte rug. Til met uw handpalmen, niet met uw vingers. Voeten licht spreiden voor een beter evenwicht. Bij zijwaartse beweging een voet in de looprichting plaatsen. Vraag hulp als de last te zwaar of te groot is. Maak zoveel mogelijk gebruik van hulpmiddelen. Zitten en staan: Langdurig staan is belastend voor benen en voeten. Maar ook de rug, nek en schouders kunnen bij staand werk zwaar worden belast. Zittend werk ontlast de benen en voeten maar voor de rug is zitten zwaarder dan staan. Probeer daarom regelmatig te wisselen van werkhouding. Stel uw stoel en werkblad op de juiste hoogte in. Let op een goede zithouding, ga niet onderuithangen met een kromme rug. De bovenbenen moeten horizontaal blijven en de voeten moeten plat op de grond of op een voetensteun kunnen rusten. Daarbij moeten de voeten 20 centimeter ruimte hebben voor voorwaartse en achterwaartse bewegingen hebben. SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
34/39
De rugsteun met het onderste deel tegen de rug, kan de rug helpen bij het behouden van de natuurlijke kromming. Beeldschermen: Na uiterlijk twee uur moet het beeldschermwerk worden afgewisseld met ander werk of moet tenminste tien minuten worden gepauzeerd. Bij intensief beeldschermwerk, zoals data-invoer, wordt aanbevolen om elk uur een rustpauze in te lassen of bij voorkeur het beeldschermwerk af te wisselen met ander werk. Per dag mag ten hoogste zes uur aaneensluitend aan een beeldscherm worden gewerkt, zonder dat het afgewisseld wordt met ander werk. Let op: • Ga altijd recht voor uw beeldscherm zitten. • Hinderlijke spiegeling door zonlicht of verlichting moet worden voorkomen. • Om veelvuldige hoofdbewegingen te voorkomen kan naast het beeldscherm een documenthouder worden geplaatst. • Het beeldscherm dient op een afstand te staan van 50 tot 70 centimeter van de ogen. • Harde schaduwen, hoge contrasten (in kleur) moeten worden voorkomen.
12.
DISCIPLINEBELEID
12.1 Begrip overtredingen Als overtredingen, waarop disciplinaire maatregelen kunnen worden toegepast, worden beschouwd de overtredingen van algemeen geldende wettelijke regels of voorschriften, of van regels voortvloeiende uit de Collectieve Arbeidsovereenkomst, de Algemene Regeling of de individuele arbeidsovereenkomst, waaronder regels van veiligheid en gedragsnormen voor zover deze door een medewerker van Vlietjonge worden begaan.
12.2 Soort overtredingen Overtredingen als bedoeld onder 12.1 kunnen globaal worden verdeeld in lichte, ernstige en zeer ernstige overtredingen. 12.2.1 Lichte overtredingen Als “lichte overtredingen” kunnen worden aangemerkt die gedragingen van de medewerker die in strijd zijn met regels van fatsoen, orde of veiligheid of met hetgeen in het algemeen een goed werknemer behoort te doen of na te laten, zonder dat echter in aanmerkelijke mate schade wordt toegebracht aan het SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
35/39
bedrijfsbelang of aan personen of eigendommen van personen of van Vlietjonge. Voorbeelden*: − Het te laat komen, te vroeg vertrekken − Het betreden of verlaten van het terrein anders dan door de gebruikelijke in- en uitgangen − Ongemotiveerd kort verzuim − Slapen onder diensttijd − Negatieve werkhouding − Overtredingen parkeerbeleid (Hoofdstuk 9) 12.2.2 (zeer) Ernstige overtredingen Als “(zeer) ernstige overtredingen” kunnen worden aangemerkt die gedragingen van de medewerker, die in strijd zijn met regels van fatsoen, orde of veiligheid of met hetgeen in het algemeen een goed werknemer behoort te doen of na te laten, ten gevolge waarvan in aanmerkelijke mate schade wordt toegebracht of redelijkerwijze kan worden toegebracht aan het bedrijfsbelang of aan personen of eigendommen van personen of van Vlietjonge. Voorbeelden*: − Ongemotiveerd verzuim − Werkweigering − Het geven van valse inlichtingen bij de aanstelling − Overtreding van veiligheidsregels − Bedreiging met geweld − Mishandeling − Dronkenschap − Diefstal, verduistering, oplichting − Onzedelijk gedrag − Misbruik van internet of e-mail − Overtreden gedragsnorm * De lijst met voorbeelden is niet onuitputtelijk en overtredingen worden ter beoordeling aan het Management en de General Manager voorgelegd.
12.3 Disciplinaire maatregelen De volgende disciplinaire maatregelen kunnen worden toegepast: 12.3.1 Waarschuwing Deze kan zijn een mondelinge berisping, vast te leggen in het personeelsdossier en/of een schriftelijke (ernstige of laatste) waarschuwing. 12.3.2 Schorsing zonder behoud van salaris. Deze kan variëren van een schorsing gedurende 1 dienst tot maximaal 5 diensten. Deze schorsing, waarbij de toegang tot het terrein wordt ontzegd, is een andere dan de schorsing hangende een nader onderzoek of een te nemen beslissing, waarbij
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
36/39
eveneens de toegang ontzegd wordt, maar die wordt toegepast in die gevallen waarin ontslag op staande voet wordt overwogen. In die gevallen waarin een gedraging van de medewerker grond oplevert voor ontslag wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek, kan hij door Vlietjonge gedurende ten hoogste vijf diensten worden geschorst. Tijdens de schorsing is hem de toegang tot het bedrijf ontzegd en heeft hij geen recht op beloning. 12.3.3 Overplaatsing voor een bepaalde duur van maximaal 2 jaar in een functie van dezelfde functiegroep. Deze maatregel kan worden toegepast wanneer een medewerker, wegens het begaan van een zeer ernstige overtreding, niet langer in zijn functie en/of zijn afdeling kan worden gehandhaafd, zonder dat dit echter leidt tot een vermindering van zijn inkomen. 12.3.4 Overplaatsing zonder vermelding van een bepaalde duur, of voor een bepaalde duur van maximaal 2 jaar in een andere functie met een lagere beloning (degradatie). Van deze maatregel kan gebruik gemaakt worden wanneer een medewerker niet langer in zijn functie en/of zijn afdeling kan worden gehandhaafd, terwijl bovendien een vermindering van het inkomen plaatsvindt. Wordt een bepaalde termijn vastgesteld (maximaal 2 jaar), dan betekend dit dat betrokkene pas na het verstrijken van die termijn weer in aanmerking kan komen voor een functie van een hogere functiegroep. Indien een bepaalde termijn niet wordt vermeld, wordt betrokkene weliswaar gedegradeerd, maar vanaf datzelfde moment kan hij in aanmerking komen voor een functie van een hogere functiegroep. 12.3.5 Ontslag op staande voet (art.7:678 BW). Volgens dit artikel wordt als een dringende reden beschouwd: zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de medewerker, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren 12.3.6 Combinatie van schorsing met waarschuwing of overplaatsing. Zoals beschreven in bovenstaande artikelen
12.4
Welke straf bij welke overtredingen?
In het algemeen kunnen lichte overtredingen gestraft worden met een mondelinge berisping (vast te leggen in het personeelsdossier) of een schriftelijke waarschuwing. De ernstige overtredingen kunnen in het algemeen gestraft worden met een ernstige of laatste schriftelijke waarschuwing of schorsing zonder behoud van salaris gedurende maximaal 2 diensten en bij zeer ernstige met een schorsing van méér dan
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
37/39
2 diensten, overplaatsing of ontslag op staande voet. Een combinatie van bovengenoemde disciplinaire maatregelen is eveneens mogelijk.
12.5 Bijzondere omstandigheden Bij de beoordeling van de zwaarte van de overtreding en de bepaling van de strafmaat kunnen zich bijzondere omstandigheden voordoen, die tot afwijking van de hiervoor onder 12.4 vermelde algemene strafmaat zouden kunnen leiden. Indien er sprake is van recidive, geldt dat overtredingen die langer dan 5 jaar geleden begaan zijn, bij de beoordeling buiten beschouwing moeten worden gelaten.
De directie en leidinggevenden van Vlietjonge zien streng toe op naleving van de gestelde regels. Het niet naleven van de Vlietjonge veiligheidsregels zal leiden tot een officiële waarschuwing en of disciplinaire maatregelen.
ZIE VOOR ALGEMENE DISCIPLINEREGELS HET PERSONEELSHANDBOEK
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
38/39
13. Plattegrond
SISO-boekje Vlietjonge BV - Versie I – april 2011
1/39
www.tatasteelvlietjonge.com
A-Vlietjonge_Safe-In-Safe-Out_Boekje.indd 3
06-04-11 12